DEFTIG ZWIJGEN De partizanen der geheime diplomatie COMMENTAAR Proef op de som DE SOVJET-UNIE BESTAAT 5Q JAAR DR. CORN. VERHOEVEN: Het internationale Rode Kruis heeft liever iets dan niets DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 OKTOBER 1967 Norma,'n Van Aarsen-produkt (sinds 1880), Boxmeer, tel.08855/1401 ER. is een zwijgen dat met een zeker gemak aan déze eisen kan beantwoorden. Dat zwijgen blijft van gbud. Het kamt dan ook niet voort uit ónmacht tegenover de problemen, het is niét een ge brek aan kans om ook eens aan het woord të komen, het is geen hoge wijsheid dié Zich niét Wenst »f te geven met hét vulgaire ge- disputeer en het is evènmin een wanhoop aan de mogelijkheid om ergens begrip te vinden voor wat men eventueel tè zeggen heeft. Het zwijgen kan een lyrisch en com pact esoterisch karakter hebben, maa- het chique zwijgen dat ik be doel en dat goud oplevert, is brood nuchter en heeft met gevóél niets te maken. Het heeft zich alleen omgeven met de lyrische faam van het zwijgen en doet zich alléén maar voor ais een slachtoffer van net vele gepraat. Sneeuwbal Neutraal Ongeduldig Brieven Improviseren Vijfde 11 11 N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE!LINGEN PEIL NGEN PEIL NGEN PEILINGEN PIEIUING|K,|NrFN^ PE?LI EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN„..PEILINGEN...PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIU ;EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PFILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PEIL NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEI Het Tvyeede-Kamerdebat van deze week over de grote beleidslijneii van het kabinet-de Jong is over het algemeen niet onbevredigend verlopen. Op het gebied van de volkswoningbouw en de hulp aan arme landen zijn toezeggingen gedaan, die al nemen ze alle bedenkingen bepaald nog niet weg, toch wat meer vertrouwen wettigen in hef regerings beleid terzake. En ten aanzien van de werkgelegenheid, het belangrijkste twistpunt, is een pakket van maatregelen aangekondigd, waarmee nu inder daad iets gedaan kan worden, met name ter bevordering van de regionale industrialisatie. Of de nieuwe maatregelen afdoende zullen zijn moet worden afge wacht. Ons bezwaar is en blijft, dat de regering te veel werkt met injecties en te weinig oog heeft voor de noodzaak van een gecoördineerde industri- alisatiepolitiek, gericht vooral óp die gebieden, waar investeringen, natio- naal-economisch gezien, het hóógste rendement opleveren. Maar in ieder geval betekent, wat nu wordt voorgesteld, een aanzienlijke verbetering vergeleken bij hetgeen in de Troonrede over het werkgelegenheidsbeleid gezegd is. Op dit punt zou zelfs van een beleidsombuiging gesprokén kun nen worden. Waardoor is die koersverandering van het kabinet-de Jong veroorzaakt? Waarom zong KVP-fractieleider Schmelzer zo hard mee in het koor der ver ontrusten, dat „oppositieleider Den Uyl aan een „progressieve hersenspoe ling" moest denken? Wel, misschien zijn de regeringspartijen en het kabi net tot het inzicht gekomen, dat de Troonrede en Miljoenennota een onvol doende antwoord hebben gegeven op de problemen van deze tijd. Er zijn •r echter ook, die niet geloven in een werkelijke „bekering": zij zien de beleidsombuiging van het kabinet en de regeringspartijen als een manoeu vre, bedoeld om de KVP-radicalen de wind uit de zeilen te nemen. De toekomst zal het leren. Bij de verdere begrotingsbehandeling is er voldoende gelegenheid om de oprechtheid van eikaars progressieve instel ling te toetsen. De proef op de som ligt natuurlijk in de bereidheid duidelijk vooraf te kiezen voor partijen met wie een evenwichtig vooruitstrevend beleid maximaal gerealiseerd kan worden. (ADVERTENTIE) HE aloude spreuk dat spreken zilver is en zwijgen goud, heeft van huis uit waarschijnlijk niet zozeer het karakter van een levenswijsheid als wel van een commerciële stelregel. Niet voor niets is het een echt Nederlandse spreuk. Wanneer ze alleen maar een morele waarde had, zou ze het niet zo lang uitgehouden hebben. En haar deftig karakter sluit het commerciële element volstrekt niet uit. Dat is juist het eerste dat Ver zwegen wordt. Het is deftiger over geld te zwijgen dan er over te pra ten, maar zwijger over geld zon der een heleboel geld op de ach tergrond is maar kale kak. De moeilijke tijd die de wijsheid van het gouden zwijgen tegenwoor dig doormaakt, nu alles op de hel ling staat en iedereen luid en om standig zijn zegje zegt, zou ze niet overleefd hebben, wanneer die wijsheid niet krachtig werd ge steund dóór een ruime beloning in goud en macht. Want er wordt ontzettend veel en vrijmoedig ge praat, zoveel dat het soms lijkt of het spreken goud geworden is. En het vele gepraat werkt erg er natuurlijk wel uit zOu blijken dat gans Nederland dan de pro gressieve gedachte is toegedaan Wat dat overigens ook zijn moge. Tevens zou dan blijken dat zwij gen behoudender is dan spréken. Dat laatste biedt bijzonder aardi ge perspectieven die eventueel overeind te houden zijn en zelfs nog versterkt worden als het eer ste niet waar blijkt te zijn. Ik gé- loof dat het inderdaad niet waar is: de Nederlandse publiciteit is niet in handen van progressieven. Zij is integendeel grotendeels in de macht van zwijgers die mis schien wel heel conservatief zijn. De chic zwijgende conservatieven bepalen heel precies hóever het kakelende volkje van de progres sieven met hun praatjes ên hun kritiek mogen gaan. De zwijgers manipuleren de praters als ma rionetten. Zij laten ze zo progres sief te keer gaan, dat de indruk gewékt Wordt alsof de conserva tieven geen stem hebbén. Mis schien doen ze dat wel om snel een afkec op te wekken van al dat progressieve geleuter en zo in direct toch nog hun woord te la- aanstekelijk. Als je hoort wat er allemaal gezegd wordt, krijg je als «vijger een hoge dunk van wat je eventueel zelf te berde zou kunnen brengen. Aan de zwijgers worden steeds hógere eisen gesteld en naargelang het zwijgen moeilijker wordt, gaan de zwijgers de ver dienste daarvan hoger aanslaan, moreel en commercieel. Er wordt met het goud van het zwijgen ka pitalisme bedreven: er wordt steeds meer gezwegen dóór steeds minder mensen. Zó wordt er bijvoorbeeld steeds weer gezegd dat de behoudende krachten in de Nederlandse sa menleving met aan het woord kunnen komen, omdat de zoge naamde progressieven alle publi citeitsmedia in handen zouden nebben. Als dat waar was, zou het buitengewoon zielig zijn, ofschoon ten horen. Maar ik vóór mij ge loof dat niet: die bijbedoeling is ten eerste te nobel en ten tweede tè weinig commercieel. De zwij gers willen alleèn het góud in ei gen handen houden, terwijl zij het zilver kwistig laten rinkelen. JK zei dat dit een aantrekkelijke gedachte was en ik heb er dan ook even van gesmuld. Om dat smullen mogelijk te maken heb ik de zwijgers met de conservatieven gelijk moeten stellen. Ik ben van déze gelijkheid niét hélemaal over tuigd. Er zijn ook linkse zwijgers. Hun positie in de linkervleugel sluit uit dat het Zwijgen voor hen ook economisch goud betekent. Zij geloven alleen in het zwijgen als een efficiënt middel om een doel te bereiken buiten de ander om. Communicatie beschouwen zij blijkbaar als de grote verwarring waarvan zij gebruik moeten maken om hun slag te slaan en die ze dus eventueel wel mee willen Stichten. Het is dan ook niet te vérwonderen dat juist de publici teitsmedia in handen zouden Zijn Van grote, chique ziwijgêra. Uitge rekend zij kunnen het zich permit teren te zwijgen op grond van de zékerheid dat niets hun macht be ter zal kunnen beschermen. Het zwijgen is zo chic omdat het als bescherming van één zekerheid die zekerheid zelf schijnt te ver hogen. Het is een demonstratie van totale onafhankelijkheid be halve dan natuurlijk van het goud, waarover juist gezwegen wordt. Om die reden zou ik wel eens iets willen zien wat in onze status- maatschappij chic genoemd wordt zonder met goud te maken te heb ben. Het zóu waarschijnlijk lang »o irritant niet zijn als dit chique wijgen. Het hoofdkwartier van het Internationale Comité van het Rode Kruis: bolwerk der partizanen. (Van een onzer verslaggevers) GENEVE Egypte kent officieel geen staat, die Israël haat, en dus geen officiële Israëlische krijgsgevangenen. Hef handjevol Israëli's dat tijdens het onfortuinlijke avontuur van de zesdaagse oorlog in Nassers handen viel, werd beschouwd als rechteloze bandieten een gevaar voor de natie. Toch is hun niet (een executiemethode waarin de Arabieren sterk zijn) zonder aanzien des persoons de keel afgesneden, maar ver keren zij in goede gezondheid. In Noord-Vietnam hetzelfde beeld. Daar wordt de deelneming van Amerika aan de oorlog beschouwd als een onwettige inmenging in binnen landse zaken en gelden de piloten, die worden neergehaald, als misdadige moordenaars. Toch leven zij nog zij het onder hoogst onprettige om standigheden in plaats van voor het vuurpeloton gebracht te zijn. In beide gevallen mag men van een wonder spreken, gezien de harts tochten, die de conflicten in het Midden-Oosten en Vietnam veroorzaakt hebben en blijven beheersen. Hoe is dit wonder gewrocht? Het antwoord vindt men in een sanato- rium-achtig, wit gepleisterd bouwwerk in een riante buitenwijk van Genève. Het is de hoofdzetel van het interna tionale comité van het Rode Kruis, afgekort I.C.R.C. Meestal dankt men bij het horen van deze naam aan de kens voor Skoplje, bloedplasma voor do Sinaï en eten voor India. Met na me de viering van het eeuwfeest van ons nationale Rode Kruis dit jaar leg de het accent op deze vitale vormen van charitas. Er is echtér, achter de schermen, veel meer. Uitspraak van M. Borslnger, algemeen secretaris van de I.C.R.C. te Genève: „Wij zijn de partizanen van de geheime diploma tie". Hij is een man met de spreektrant van een acteur (veel gebaren, bere kende mimiek) en de formulerings kracht van een strafpleiter. Hij zegt: „Neem Noord-Vietnam. Men verwijt ons, dat wij daar nog niet op bezoek zijn geweest bij de krijgsgevangenen, terwijl bijvoorbeeld de Amerikaanse Quakers zich wel die moeite hebben ge troost. Ik antwoord dan: dé QUakêis hebben tegenover de oorlog in Vietnam een bepaald standpunt ingenomen: vanuit dat standpunt bekeken is hun bezoek juist. Het is echter niet onze taak om standpunten in te nemen. Daar sluitje maar deuren mee en wij willen juist deuren openhouden. Wij zijn altijd aan het confereren om deuren open te houden en op die ma nier eventueel binnen te kómen". ben, maar ze LEVEN en dat is te danken aan ons. Buiten Vietnam staan wij in contact met de autoriteiten in het noorden en dat is voor marxis tische boeddhisten want dat zijn ze toch heel zeldzaam. Ze ant woorden op onze boodschappen binnen vier weken Dat slaat ginds On geveer gèlijk met per ketende post. Onze slogan is: je kunt beter iets heb ben dan niets. Je leert eên boel in óns werk. Je leert, dat wij westerlin gen veel te ongeduldig zijn". Er is kritiek geweest op uw han delwijze in de zesdaagse oorlóg in het Midden-Oosten. Borsinger 'haastig, met veel over tuiging): „Jaja, dat is zo. We zijn er beschuldigd, te vroeg, te hard van stapel te zijn gelopen. De kwestie ligt als volgt: In me: vonden we de si tuatie ernstig genoe» om al was er dan nog geen schot gelost vijf van onze jonge mensen op vakantie te sturen naar Cairo, Damascus, Tel Aviv, Beiroet en Amman. Ze hadden de op dracht. daar discreet contact op te nemen me', de plaatselijke organisa ties van het Rode Kruis en de rege ringen via diplomatieke weg te laten weten, dat ze er waren. Dit artikel geeft antwoord op de Traag, waarom het Rode Kruis nog niet in Noord-Viet nam is en te vroeg in het Midden oosten was. Waarom er in Temen krijgsgevangenen zijn in plaats van lijken en waarom het kleine Zwit serland meent, de grote mogendhe den de menselijke wet te kunnen voorschrijven. Het roept ook vra gen op. Waarom komen in de inter nationale krijgswetten de luchtoor log en de ongediscrimineerde aan val vanuit de lucht met destructieve wapens op burgers niet voor? Waarom is er geen internationaal geregelde hulpverlening bij burger oorlogen? Dank zij het feit, dat het internationale comité van het Rode Kruis In. Genève gaat overhellen tot de gedachte, dat het zegel van stil zwijgen zoal niet verbroken, dan toch iets lossér gehanteerd moet worden, was onze speciale verslag gever in staat, het bijstaande arti kel te schrijven. al hebben we in feite alleen maar in Zwitserland juridisch bestaansrecht." Dit vraagt om een nadere uitleg. Dat de Rode Kruis-organisaties, zo als wij die in Nederland kennen en die over de hele wereld 130 miljoen leden tellen, ontsproten zijn aan de bewogenheid van de Geneefse bankier Henri Dunant is bekend. Hij raakte in 1859 tijdens een reis door Italië bij toeval verzeild in Solferino, waar Oos tenrijkers, Fransen en Italianen tien duizenden gewonden op het slagveld achter hadden gelaten en trok zich hun lot aan. Het werd een sneeuwbal van charitas, waarover hier verder niets gezegd hoeft te worden. Het internationale comité van 't Ro de Kruis echter is een andêr verhaal. Het bestuur bestaat uit 25 Zwitserse staatsburgers. Andere nationaliteiten worden niet toegelaten. Dit kleine lichaam nu wil niet alleen de funda mentele principes van het internatio nale Rode Kruis bevoogden en de na leving van de vier conventies van Ge nève controleren, maar bovendien meewerken aan de verbetering van de internationale humanitaire wetge ving. Met welk recht? Waarom juist Zwitserland? geling van conflicten, die geen inter* nationaal karakter hebben. We vinden zo'n conventie nodig. Omdat bijvoor beeld de jure in Vietnam 'n burgeroor log is. De bestaande conventies zijn uit menselijk oogpunt bezien onvoldoen, de, want het ligt in de lijn denk aan Afrika, aan Zuid-Amerika dat burgeroorlogen in de toekomst in aan tal zullen toenemen. Ook bij dergelij ke interne conflicten moet hét Rode Kruis zijn beschermende, helpende, le nigende werk kunnen doen zonder welke partij dan ook te hoeven kiezen. Maar het wordt een lastige zaak, die vijfde Conventie Als u ziet, dat het tot 1949 heeft geduurd, 28 jaar alles hij elkaar, voor dat we de vierde conventie erdoor kregen En dat kwam nog alleen maar. omdat 1949, met juist de nacht merrie van de tweede wereldoorlog achter de rug, een relatief hoopvol moment was. Dat geldt voor dit ogen blik zeker niet. Gezien de stemming in de Verenigde Naties een goed beeld van de wereldsituatie is dfit niet het geschikte klimaat om met een vijfde conventie te komen. Als we te hard tegen de schenen schoppen wordt ons huidige werk misschien onmoge lijk gemaakt. En dat is op zich al be langrijk genoeg. Neem Yemen. Vroe ger sneed men daar de overwonnen tegenstander meteen de keel af. Mo menteel zijn er springlevende krijgs gevangenen. Nogmaals iets is beter dan niets. Geldt dat, ondanks dè kritiek, toch ook Vietnam? Borsinger (een beetje onwillig, zo als men mag verwachten van iemand, die zijn werk op het terrein van de geheime diplomatie weet tê liggen): ..Ja, dat geldt voor Vietnam ook. Wij zijn niet persoonlijk aanwezig in Noord- Vietnam, wij kunnen niet persoonlijk controleren. Of ten aanzien van de krijgsgevangenen gehandeld wordt krachtens de Conventie van Gehève en wij weten, dat ze het slecht heb- We dachten: met de moderne me thode van oorlogvoering kunnen we niet wachten tot het conflict ii uitge broken, want dan is het te l*»t. Dan zijn bijvoorbeeld alle vliegvelden weg gebombardeerd, zodat we het strijd toneel niet eens kunnen bereiken. Men kan natuurlijk zeggen:- u hebt niet di plomatiek gehandeld, want u bent op de gebeurtenissen vooruitgelopen. Dan antwoord ik: zeker, maar ze Waren er tenministe, toen de oorlog op 5 ju ni uitbrak én binnen 48 uur hadden we een DC-7 gecharterd, Nicosia als bruggehoofd gekozen, nog eens 12 gedelegeerden kan de fronten ge bracht en 10 ton aan plasma, genees middelen en geconcentreerd voedsel naar de kritieke plaatsen getranspor teerd. Ik verzeker u: de Israëlische krijgs gevangenen zouden niet meer in le ven zijn. als wij niet bijtijds aanwe zig waren geweest om èrop toe te zien, dat de derde Conventie van Ge nève, die de status dér krijgsgevan genen regelt, werd nageleefd in de geest van de ratificerende naties". Wat hebt a sindsdien gedaan? „We hebben er nu 35 gedelegeer den werken op verschillende punten om de bescherming te garanderen van de burgerbevolking. We hanteren daar bij de vierde Conventie van Genève. Terzijde: had die vierde conventie in 1939 bestaan, dan hadden we tijdens de tweede wereldoorlog hetzelfde kun nen doen en onzegbaar veel leed kun nen voorkomen. Het was onze schuld niet xUL, hij niet bestond. Wij werkten al sinds' 19^1 aan een internationale overeenkomst, die de burgerbevolking in vijandige of bezette gebieden tegen de gevolgen van oorlogen zou beschermen, maar de in ternationale Rode Kruis-conferentie van 1936 aanvaardde ons ontwerp niet en daarna was het te laat. Pas in 1949, toen de gruwelen van de con centratiekampen in hun volle omvang bekend waren geworden, kwam de vierde conventie erdoor. Hij is gerati ficeerd door 119 naties en werkt nu op volle kracht. Dank zij deze conventie kon de re patriëring van Jordaanse burgers naar het dóór Israël bezette gebied gere geld worden. Dank zij deze conventie is briefwisseling mogelijk tussen fa milieleden in de bezette en onbezette gebieden ons hoofdkwartier in Ge nève heeft sinds de zesdaagse oorlog de verzending van meer dan 200.000 brieven verzorgd en kan er geld worden Overgemaakt". Ergens in dit intérview laat Bor singer zich de volgende zinsnede ont vallen: ,,We hebbén de brutaliteit om met regeringen als gèlijke om te -gaan, Borsinger duikt ter explicatie in de geschiedenis. Hij zegt: ,,Het I.C.R.C. bestaat niet uitsluitend uit Zwitserse burgers, omdat wij vinden dat wij be ter zijn dan de rest van de mensheid, maar omdat de laatste eeuw geble ken is, hoe nuttig en nodig een neu trale objectieve instantie kan zijn. Nu is het toevallig zo, dat wij drie eeu wen ervaring hebben met neutraliteit, omdat de grote mogendheden die het verdrag van Utrecht sloten, het ver standig vonden, elkaar de grote Euro pese doorgangen in noord-zuid en oost. west richting te garanderen. Het ver drag van Wenen uit 1815 bekrachtig de de neutraliteitsgedachte van Zwit serland.. .Dank zij deze gang van za ken hébïfën ""wij meer "ervaring opge daan met politieke neutraliteit dan bij voorbeeld een land als Zweden. Wij rekenen het';daaróm tót onze histori- - sche plicht, om andere landen te hel pen, die het slachtoffer zijn geworden van de internationale politiek". Hoe doet u dat? „Men zou kunnen stellen dat hét niet onze taak is, de internationale krijgswetten te regelen slechts het lijden van de oorlog te verzachten. Toch zijn we ermee bezig. De Haagse Con ventie, die de oorlogvoering te land en ter zee regelt, is sinds 1907 niet vernieuwd. De hele luchtoorlog komt dus in de krijgswetten nog niet voor. Wij zoêken nu naar middelen, om de bevolking te beschermen tegen onge discrimineerde aanvallen op bewoon de gebieden uit de lucht en met des tructieve wapens. We willen een ach terstand van 60 jaar wegwerken. Voorts werkên we aan het ontwerp voor een vijfde Conventie van Genève. Dit zal zich bezighouden met de re- Een uiterst flexibele organisatie, het I.C.R.C. in Genève, dat onder meer ook de opsporing van vermiste mili tairen en burgers tot zijn taak rekent en daartoe een archief van 23 mil joen kaarten heeft opgezet, waar 340 mensen dagelijks bezig zijn met /ie duizenden aanvragen van wanhopig* gezinnen. Een goed voorbeeld is het jaar 1965. De staf werd teruggebracht tot 125, omdat het conflict in Korea ten einde was. Drie weken later, midden in d® nacht een noodkreet uit Hongarjjë, waar dè bekende bloedige opstand was uitgebroken en een paar, dagen later volgde de, even bekende, even bloedi ge Suez-crisis. Onmiddellijk had het I.C.R.C. weer 700 man op de been. Algemeen secretaris Borsinger: „W* moeten enorm kunnen improviseren, We weten nooit waar het volgend® conflict zal uitbreken". Hij praat over oorlogen met «en be rusting alsof het over een elektrici teitsstoring gaat. Het is onvermijdelijk, maar overkoombaar. Deze houding wordt verklaarbaar, als men weet dat zijn ménsen de afgelopen twee jaar 175 .naai moesten uitrukken naar brandhaarden op het wereldtoneel. Hjj rékent erop en buigt zich ernaar. Maar zo flexibel als de organisatie is, zo onbuigzaam is de geest, die haar voortdrijft. Begrippen als natio naliteit, ras, klasse, religie en poli tiek bestaar voor haar niet. Het enige wat telt is zonder discriminatie de lijdende mens de hand te bieden, waar dan ook. Als partizaan in de geheime diplomatie desnoods. Alg het maar helpt VERKLARING \AN DE KAART Grens van Unie-Republiek. FFITF*! •Bevolking ginnenkort is het 50 jaar ge- leden, op 7 november 1917, dat Lenin de Sovjet-Unie uit riep als opvolger van het te gronde gegane Tsarenrijk- Rusland. De Sovjet-Unie is thans een halve eeuw oud en men kan er voor of tegen zijn maar men moet er kennis van ne men alleen al omdat de huidi ge splitsing van de wereld in Oost en West in de Sovjet- Unie een brandpunt heeft. Het land is de grootste aaneenge sloten landmogendheid van de wereld. Bevolking: 235 mil joen zielen. Van oost naar west meet de staat ruim 9000 km en het duurt dan ook tien uur er de zon is opgegaan bo ven geheel de Sovjet-Unie. Het land reikt van de Noor delijke IJszee tot lie subtro pische gebieden. Zodat de temperatuurverschillen er 80 graden bedragen. De rijkdom aan delfstoffen is uitzonder lijk groot. De reserves aan ko len, mangaan, kali, olie en goud behoren tot de rijkste van de wereld. De ruim 100.000 rivieren bezorgen het een enorme waterkracht. De houtrijkdom is groot doordat de Sovjet-Unie voor de helft met hos is bedekt. Ongeveer een vijfde deel van het land is onvruchtbaar of woeste grond. De bevolking van de Sovjet- Unie is geen eenheid. Er wor den 200 talen gesproken en er leven ongeveer 100 nationali teiten. Rusland bestaat dan ook uit een aantal republieken met elk een eigen regering en ministers op het gebied van bestuur, cultuur en onderwijs Echter niet politiek want de communistische partij is de enige die er in de Sovfet- Unie mag bestaan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 11