DEFTIG ZWIJGEN
De partizanen
der geheime
diplomatie
COMMENTAAR
Proef op de som
DE SOVJET-UNIE BESTAAT 5Q JAAR
DR. CORN. VERHOEVEN:
Het internationale Rode Kruis heeft liever iets dan niets
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 OKTOBER 1967
Norma,'n Van Aarsen-produkt (sinds 1880), Boxmeer, tel.08855/1401
ER. is een zwijgen dat met een
zeker gemak aan déze eisen
kan beantwoorden. Dat zwijgen
blijft van gbud. Het kamt dan ook
niet voort uit ónmacht tegenover
de problemen, het is niét een ge
brek aan kans om ook eens aan
het woord të komen, het is geen
hoge wijsheid dié Zich niét Wenst
»f te geven met hét vulgaire ge-
disputeer en het is evènmin een
wanhoop aan de mogelijkheid om
ergens begrip te vinden voor wat
men eventueel tè zeggen heeft. Het
zwijgen kan een lyrisch en com
pact esoterisch karakter hebben,
maa- het chique zwijgen dat ik be
doel en dat goud oplevert, is brood
nuchter en heeft met gevóél niets
te maken. Het heeft zich alleen
omgeven met de lyrische faam van
het zwijgen en doet zich alléén
maar voor ais een slachtoffer van
net vele gepraat.
Sneeuwbal
Neutraal
Ongeduldig
Brieven
Improviseren
Vijfde
11
11
N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE!LINGEN PEIL NGEN PEIL NGEN PEILINGEN PIEIUING|K,|NrFN^ PE?LI
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN„..PEILINGEN...PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIU
;EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PFILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PEIL NGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEI
Het Tvyeede-Kamerdebat van deze week over de grote beleidslijneii
van het kabinet-de Jong is over het algemeen niet onbevredigend
verlopen. Op het gebied van de volkswoningbouw en de hulp aan
arme landen zijn toezeggingen gedaan, die al nemen ze alle bedenkingen
bepaald nog niet weg, toch wat meer vertrouwen wettigen in hef regerings
beleid terzake. En ten aanzien van de werkgelegenheid, het belangrijkste
twistpunt, is een pakket van maatregelen aangekondigd, waarmee nu inder
daad iets gedaan kan worden, met name ter bevordering van de regionale
industrialisatie.
Of de nieuwe maatregelen afdoende zullen zijn moet worden afge
wacht. Ons bezwaar is en blijft, dat de regering te veel werkt met injecties
en te weinig oog heeft voor de noodzaak van een gecoördineerde industri-
alisatiepolitiek, gericht vooral óp die gebieden, waar investeringen, natio-
naal-economisch gezien, het hóógste rendement opleveren. Maar in ieder
geval betekent, wat nu wordt voorgesteld, een aanzienlijke verbetering
vergeleken bij hetgeen in de Troonrede over het werkgelegenheidsbeleid
gezegd is. Op dit punt zou zelfs van een beleidsombuiging gesprokén kun
nen worden.
Waardoor is die koersverandering van het kabinet-de Jong veroorzaakt?
Waarom zong KVP-fractieleider Schmelzer zo hard mee in het koor der ver
ontrusten, dat „oppositieleider Den Uyl aan een „progressieve hersenspoe
ling" moest denken? Wel, misschien zijn de regeringspartijen en het kabi
net tot het inzicht gekomen, dat de Troonrede en Miljoenennota een onvol
doende antwoord hebben gegeven op de problemen van deze tijd. Er zijn
•r echter ook, die niet geloven in een werkelijke „bekering": zij zien de
beleidsombuiging van het kabinet en de regeringspartijen als een manoeu
vre, bedoeld om de KVP-radicalen de wind uit de zeilen te nemen.
De toekomst zal het leren. Bij de verdere begrotingsbehandeling is er
voldoende gelegenheid om de oprechtheid van eikaars progressieve instel
ling te toetsen. De proef op de som ligt natuurlijk in de bereidheid duidelijk
vooraf te kiezen voor partijen met wie een evenwichtig vooruitstrevend
beleid maximaal gerealiseerd kan worden.
(ADVERTENTIE)
HE aloude spreuk dat spreken
zilver is en zwijgen goud,
heeft van huis uit waarschijnlijk
niet zozeer het karakter van een
levenswijsheid als wel van een
commerciële stelregel. Niet voor
niets is het een echt Nederlandse
spreuk. Wanneer ze alleen maar
een morele waarde had, zou ze het
niet zo lang uitgehouden hebben.
En haar deftig karakter sluit het
commerciële element volstrekt niet
uit. Dat is juist het eerste dat Ver
zwegen wordt. Het is deftiger over
geld te zwijgen dan er over te pra
ten, maar zwijger over geld zon
der een heleboel geld op de ach
tergrond is maar kale kak.
De moeilijke tijd die de wijsheid
van het gouden zwijgen tegenwoor
dig doormaakt, nu alles op de hel
ling staat en iedereen luid en om
standig zijn zegje zegt, zou ze niet
overleefd hebben, wanneer die
wijsheid niet krachtig werd ge
steund dóór een ruime beloning
in goud en macht. Want er wordt
ontzettend veel en vrijmoedig ge
praat, zoveel dat het soms lijkt
of het spreken goud geworden is.
En het vele gepraat werkt erg
er natuurlijk wel uit zOu blijken
dat gans Nederland dan de pro
gressieve gedachte is toegedaan
Wat dat overigens ook zijn moge.
Tevens zou dan blijken dat zwij
gen behoudender is dan spréken.
Dat laatste biedt bijzonder aardi
ge perspectieven die eventueel
overeind te houden zijn en zelfs
nog versterkt worden als het eer
ste niet waar blijkt te zijn. Ik gé-
loof dat het inderdaad niet waar
is: de Nederlandse publiciteit is
niet in handen van progressieven.
Zij is integendeel grotendeels in
de macht van zwijgers die mis
schien wel heel conservatief zijn.
De chic zwijgende conservatieven
bepalen heel precies hóever het
kakelende volkje van de progres
sieven met hun praatjes ên hun
kritiek mogen gaan. De zwijgers
manipuleren de praters als ma
rionetten. Zij laten ze zo progres
sief te keer gaan, dat de indruk
gewékt Wordt alsof de conserva
tieven geen stem hebbén. Mis
schien doen ze dat wel om snel
een afkec op te wekken van al
dat progressieve geleuter en zo in
direct toch nog hun woord te la-
aanstekelijk. Als je hoort wat er
allemaal gezegd wordt, krijg je als
«vijger een hoge dunk van wat je
eventueel zelf te berde zou kunnen
brengen. Aan de zwijgers worden
steeds hógere eisen gesteld en
naargelang het zwijgen moeilijker
wordt, gaan de zwijgers de ver
dienste daarvan hoger aanslaan,
moreel en commercieel. Er wordt
met het goud van het zwijgen ka
pitalisme bedreven: er wordt
steeds meer gezwegen dóór steeds
minder mensen.
Zó wordt er bijvoorbeeld steeds
weer gezegd dat de behoudende
krachten in de Nederlandse sa
menleving met aan het woord
kunnen komen, omdat de zoge
naamde progressieven alle publi
citeitsmedia in handen zouden
nebben. Als dat waar was, zou het
buitengewoon zielig zijn, ofschoon
ten horen. Maar ik vóór mij ge
loof dat niet: die bijbedoeling is
ten eerste te nobel en ten tweede
tè weinig commercieel. De zwij
gers willen alleèn het góud in ei
gen handen houden, terwijl zij
het zilver kwistig laten rinkelen.
JK zei dat dit een aantrekkelijke
gedachte was en ik heb er dan
ook even van gesmuld. Om dat
smullen mogelijk te maken heb ik
de zwijgers met de conservatieven
gelijk moeten stellen. Ik ben van
déze gelijkheid niét hélemaal over
tuigd. Er zijn ook linkse zwijgers.
Hun positie in de linkervleugel
sluit uit dat het Zwijgen voor hen
ook economisch goud betekent. Zij
geloven alleen in het zwijgen als
een efficiënt middel om een doel
te bereiken buiten de ander om.
Communicatie beschouwen zij
blijkbaar als de grote verwarring
waarvan zij gebruik moeten maken
om hun slag te slaan en die ze
dus eventueel wel mee willen
Stichten. Het is dan ook niet te
vérwonderen dat juist de publici
teitsmedia in handen zouden Zijn
Van grote, chique ziwijgêra. Uitge
rekend zij kunnen het zich permit
teren te zwijgen op grond van de
zékerheid dat niets hun macht be
ter zal kunnen beschermen. Het
zwijgen is zo chic omdat het als
bescherming van één zekerheid
die zekerheid zelf schijnt te ver
hogen. Het is een demonstratie
van totale onafhankelijkheid be
halve dan natuurlijk van het goud,
waarover juist gezwegen wordt.
Om die reden zou ik wel eens iets
willen zien wat in onze status-
maatschappij chic genoemd wordt
zonder met goud te maken te heb
ben. Het zóu waarschijnlijk lang
»o irritant niet zijn als dit chique
wijgen.
Het hoofdkwartier van het Internationale Comité van het Rode Kruis: bolwerk der partizanen.
(Van een onzer verslaggevers)
GENEVE Egypte kent officieel geen staat, die Israël haat, en dus
geen officiële Israëlische krijgsgevangenen. Hef handjevol Israëli's dat
tijdens het onfortuinlijke avontuur van de zesdaagse oorlog in Nassers
handen viel, werd beschouwd als rechteloze bandieten een gevaar voor
de natie. Toch is hun niet (een executiemethode waarin de Arabieren
sterk zijn) zonder aanzien des persoons de keel afgesneden, maar ver
keren zij in goede gezondheid.
In Noord-Vietnam hetzelfde beeld. Daar wordt de deelneming van
Amerika aan de oorlog beschouwd als een onwettige inmenging in binnen
landse zaken en gelden de piloten, die worden neergehaald, als misdadige
moordenaars. Toch leven zij nog zij het onder hoogst onprettige om
standigheden in plaats van voor het vuurpeloton gebracht te zijn.
In beide gevallen mag men van een wonder spreken, gezien de harts
tochten, die de conflicten in het Midden-Oosten en Vietnam veroorzaakt
hebben en blijven beheersen.
Hoe is dit wonder gewrocht? Het
antwoord vindt men in een sanato-
rium-achtig, wit gepleisterd bouwwerk
in een riante buitenwijk van Genève.
Het is de hoofdzetel van het interna
tionale comité van het Rode Kruis,
afgekort I.C.R.C. Meestal dankt men
bij het horen van deze naam aan de
kens voor Skoplje, bloedplasma voor
do Sinaï en eten voor India. Met na
me de viering van het eeuwfeest van
ons nationale Rode Kruis dit jaar leg
de het accent op deze vitale vormen
van charitas. Er is echtér, achter de
schermen, veel meer. Uitspraak van
M. Borslnger, algemeen secretaris van
de I.C.R.C. te Genève: „Wij zijn de
partizanen van de geheime diploma
tie".
Hij is een man met de spreektrant
van een acteur (veel gebaren, bere
kende mimiek) en de formulerings
kracht van een strafpleiter. Hij zegt:
„Neem Noord-Vietnam. Men verwijt
ons, dat wij daar nog niet op bezoek
zijn geweest bij de krijgsgevangenen,
terwijl bijvoorbeeld de Amerikaanse
Quakers zich wel die moeite hebben ge
troost. Ik antwoord dan: dé QUakêis
hebben tegenover de oorlog in Vietnam
een bepaald standpunt ingenomen:
vanuit dat standpunt bekeken is hun
bezoek juist. Het is echter niet onze
taak om standpunten in te nemen.
Daar sluitje maar deuren mee en
wij willen juist deuren openhouden.
Wij zijn altijd aan het confereren om
deuren open te houden en op die ma
nier eventueel binnen te kómen".
ben, maar ze LEVEN en dat is te
danken aan ons. Buiten Vietnam staan
wij in contact met de autoriteiten in
het noorden en dat is voor marxis
tische boeddhisten want dat zijn
ze toch heel zeldzaam. Ze ant
woorden op onze boodschappen binnen
vier weken Dat slaat ginds On
geveer gèlijk met per ketende post.
Onze slogan is: je kunt beter iets heb
ben dan niets. Je leert eên boel in
óns werk. Je leert, dat wij westerlin
gen veel te ongeduldig zijn".
Er is kritiek geweest op uw han
delwijze in de zesdaagse oorlóg in het
Midden-Oosten.
Borsinger 'haastig, met veel over
tuiging): „Jaja, dat is zo. We zijn
er beschuldigd, te vroeg, te hard van
stapel te zijn gelopen. De kwestie ligt
als volgt: In me: vonden we de si
tuatie ernstig genoe» om al was
er dan nog geen schot gelost vijf
van onze jonge mensen op vakantie te
sturen naar Cairo, Damascus, Tel Aviv,
Beiroet en Amman. Ze hadden de op
dracht. daar discreet contact op te
nemen me', de plaatselijke organisa
ties van het Rode Kruis en de rege
ringen via diplomatieke weg te laten
weten, dat ze er waren.
Dit artikel geeft antwoord op
de Traag, waarom het Rode
Kruis nog niet in Noord-Viet
nam is en te vroeg in het Midden
oosten was. Waarom er in Temen
krijgsgevangenen zijn in plaats van
lijken en waarom het kleine Zwit
serland meent, de grote mogendhe
den de menselijke wet te kunnen
voorschrijven. Het roept ook vra
gen op. Waarom komen in de inter
nationale krijgswetten de luchtoor
log en de ongediscrimineerde aan
val vanuit de lucht met destructieve
wapens op burgers niet voor?
Waarom is er geen internationaal
geregelde hulpverlening bij burger
oorlogen? Dank zij het feit, dat het
internationale comité van het Rode
Kruis In. Genève gaat overhellen tot
de gedachte, dat het zegel van stil
zwijgen zoal niet verbroken, dan
toch iets lossér gehanteerd moet
worden, was onze speciale verslag
gever in staat, het bijstaande arti
kel te schrijven.
al hebben we in feite alleen maar in
Zwitserland juridisch bestaansrecht."
Dit vraagt om een nadere uitleg.
Dat de Rode Kruis-organisaties, zo
als wij die in Nederland kennen en
die over de hele wereld 130 miljoen
leden tellen, ontsproten zijn aan de
bewogenheid van de Geneefse bankier
Henri Dunant is bekend. Hij raakte in
1859 tijdens een reis door Italië bij
toeval verzeild in Solferino, waar Oos
tenrijkers, Fransen en Italianen tien
duizenden gewonden op het slagveld
achter hadden gelaten en trok zich
hun lot aan. Het werd een sneeuwbal
van charitas, waarover hier verder
niets gezegd hoeft te worden.
Het internationale comité van 't Ro
de Kruis echter is een andêr verhaal.
Het bestuur bestaat uit 25 Zwitserse
staatsburgers. Andere nationaliteiten
worden niet toegelaten. Dit kleine
lichaam nu wil niet alleen de funda
mentele principes van het internatio
nale Rode Kruis bevoogden en de na
leving van de vier conventies van Ge
nève controleren, maar bovendien
meewerken aan de verbetering van
de internationale humanitaire wetge
ving. Met welk recht? Waarom juist
Zwitserland?
geling van conflicten, die geen inter*
nationaal karakter hebben. We vinden
zo'n conventie nodig. Omdat bijvoor
beeld de jure in Vietnam 'n burgeroor
log is. De bestaande conventies zijn
uit menselijk oogpunt bezien onvoldoen,
de, want het ligt in de lijn denk
aan Afrika, aan Zuid-Amerika dat
burgeroorlogen in de toekomst in aan
tal zullen toenemen. Ook bij dergelij
ke interne conflicten moet hét Rode
Kruis zijn beschermende, helpende, le
nigende werk kunnen doen zonder
welke partij dan ook te hoeven kiezen.
Maar het wordt een lastige zaak, die
vijfde Conventie
Als u ziet, dat het tot 1949 heeft
geduurd, 28 jaar alles hij elkaar, voor
dat we de vierde conventie erdoor
kregen En dat kwam nog alleen
maar. omdat 1949, met juist de nacht
merrie van de tweede wereldoorlog
achter de rug, een relatief hoopvol
moment was. Dat geldt voor dit ogen
blik zeker niet. Gezien de stemming
in de Verenigde Naties een goed
beeld van de wereldsituatie is dfit
niet het geschikte klimaat om met een
vijfde conventie te komen. Als we te
hard tegen de schenen schoppen wordt
ons huidige werk misschien onmoge
lijk gemaakt. En dat is op zich al be
langrijk genoeg. Neem Yemen. Vroe
ger sneed men daar de overwonnen
tegenstander meteen de keel af. Mo
menteel zijn er springlevende krijgs
gevangenen. Nogmaals iets is beter
dan niets.
Geldt dat, ondanks dè kritiek, toch
ook Vietnam?
Borsinger (een beetje onwillig, zo
als men mag verwachten van iemand,
die zijn werk op het terrein van de
geheime diplomatie weet tê liggen):
..Ja, dat geldt voor Vietnam ook. Wij
zijn niet persoonlijk aanwezig in Noord-
Vietnam, wij kunnen niet persoonlijk
controleren. Of ten aanzien van de
krijgsgevangenen gehandeld wordt
krachtens de Conventie van Gehève
en wij weten, dat ze het slecht heb-
We dachten: met de moderne me
thode van oorlogvoering kunnen we
niet wachten tot het conflict ii uitge
broken, want dan is het te l*»t. Dan
zijn bijvoorbeeld alle vliegvelden weg
gebombardeerd, zodat we het strijd
toneel niet eens kunnen bereiken. Men
kan natuurlijk zeggen:- u hebt niet di
plomatiek gehandeld, want u bent op
de gebeurtenissen vooruitgelopen. Dan
antwoord ik: zeker, maar ze Waren
er tenministe, toen de oorlog op 5 ju
ni uitbrak én binnen 48 uur hadden
we een DC-7 gecharterd, Nicosia als
bruggehoofd gekozen, nog eens 12
gedelegeerden kan de fronten ge
bracht en 10 ton aan plasma, genees
middelen en geconcentreerd voedsel
naar de kritieke plaatsen getranspor
teerd.
Ik verzeker u: de Israëlische krijgs
gevangenen zouden niet meer in le
ven zijn. als wij niet bijtijds aanwe
zig waren geweest om èrop toe te
zien, dat de derde Conventie van Ge
nève, die de status dér krijgsgevan
genen regelt, werd nageleefd in de
geest van de ratificerende naties".
Wat hebt a sindsdien gedaan?
„We hebben er nu 35 gedelegeer
den werken op verschillende punten
om de bescherming te garanderen van
de burgerbevolking. We hanteren daar
bij de vierde Conventie van Genève.
Terzijde: had die vierde conventie in
1939 bestaan, dan hadden we tijdens
de tweede wereldoorlog hetzelfde kun
nen doen en onzegbaar veel leed kun
nen voorkomen.
Het was onze schuld niet xUL, hij
niet bestond. Wij werkten al sinds' 19^1
aan een internationale overeenkomst,
die de burgerbevolking in vijandige of
bezette gebieden tegen de gevolgen van
oorlogen zou beschermen, maar de in
ternationale Rode Kruis-conferentie
van 1936 aanvaardde ons ontwerp niet
en daarna was het te laat. Pas in
1949, toen de gruwelen van de con
centratiekampen in hun volle omvang
bekend waren geworden, kwam de
vierde conventie erdoor. Hij is gerati
ficeerd door 119 naties en werkt nu
op volle kracht.
Dank zij deze conventie kon de re
patriëring van Jordaanse burgers naar
het dóór Israël bezette gebied gere
geld worden. Dank zij deze conventie
is briefwisseling mogelijk tussen fa
milieleden in de bezette en onbezette
gebieden ons hoofdkwartier in Ge
nève heeft sinds de zesdaagse oorlog
de verzending van meer dan 200.000
brieven verzorgd en kan er geld
worden Overgemaakt".
Ergens in dit intérview laat Bor
singer zich de volgende zinsnede ont
vallen: ,,We hebbén de brutaliteit om
met regeringen als gèlijke om te -gaan,
Borsinger duikt ter explicatie in de
geschiedenis. Hij zegt: ,,Het I.C.R.C.
bestaat niet uitsluitend uit Zwitserse
burgers, omdat wij vinden dat wij be
ter zijn dan de rest van de mensheid,
maar omdat de laatste eeuw geble
ken is, hoe nuttig en nodig een neu
trale objectieve instantie kan zijn. Nu
is het toevallig zo, dat wij drie eeu
wen ervaring hebben met neutraliteit,
omdat de grote mogendheden die het
verdrag van Utrecht sloten, het ver
standig vonden, elkaar de grote Euro
pese doorgangen in noord-zuid en oost.
west richting te garanderen. Het ver
drag van Wenen uit 1815 bekrachtig
de de neutraliteitsgedachte van Zwit
serland.. .Dank zij deze gang van za
ken hébïfën ""wij meer "ervaring opge
daan met politieke neutraliteit dan bij
voorbeeld een land als Zweden. Wij
rekenen het';daaróm tót onze histori-
- sche plicht, om andere landen te hel
pen, die het slachtoffer zijn geworden
van de internationale politiek".
Hoe doet u dat?
„Men zou kunnen stellen dat hét
niet onze taak is, de internationale
krijgswetten te regelen slechts het
lijden van de oorlog te verzachten. Toch
zijn we ermee bezig. De Haagse Con
ventie, die de oorlogvoering te land
en ter zee regelt, is sinds 1907 niet
vernieuwd. De hele luchtoorlog komt
dus in de krijgswetten nog niet voor.
Wij zoêken nu naar middelen, om de
bevolking te beschermen tegen onge
discrimineerde aanvallen op bewoon
de gebieden uit de lucht en met des
tructieve wapens. We willen een ach
terstand van 60 jaar wegwerken.
Voorts werkên we aan het ontwerp
voor een vijfde Conventie van Genève.
Dit zal zich bezighouden met de re-
Een uiterst flexibele organisatie, het
I.C.R.C. in Genève, dat onder meer
ook de opsporing van vermiste mili
tairen en burgers tot zijn taak rekent
en daartoe een archief van 23 mil
joen kaarten heeft opgezet, waar 340
mensen dagelijks bezig zijn met /ie
duizenden aanvragen van wanhopig*
gezinnen. Een goed voorbeeld is het
jaar 1965. De staf werd teruggebracht
tot 125, omdat het conflict in Korea
ten einde was.
Drie weken later, midden in d®
nacht een noodkreet uit Hongarjjë,
waar dè bekende bloedige opstand was
uitgebroken en een paar, dagen later
volgde de, even bekende, even bloedi
ge Suez-crisis. Onmiddellijk had het
I.C.R.C. weer 700 man op de been.
Algemeen secretaris Borsinger: „W*
moeten enorm kunnen improviseren,
We weten nooit waar het volgend®
conflict zal uitbreken".
Hij praat over oorlogen met «en be
rusting alsof het over een elektrici
teitsstoring gaat. Het is onvermijdelijk,
maar overkoombaar. Deze houding
wordt verklaarbaar, als men weet dat
zijn ménsen de afgelopen twee jaar
175 .naai moesten uitrukken naar
brandhaarden op het wereldtoneel. Hjj
rékent erop en buigt zich ernaar.
Maar zo flexibel als de organisatie
is, zo onbuigzaam is de geest, die
haar voortdrijft. Begrippen als natio
naliteit, ras, klasse, religie en poli
tiek bestaar voor haar niet. Het enige
wat telt is zonder discriminatie de
lijdende mens de hand te bieden,
waar dan ook. Als partizaan in de
geheime diplomatie desnoods. Alg het
maar helpt
VERKLARING \AN DE KAART
Grens van Unie-Republiek.
FFITF*!
•Bevolking
ginnenkort is het 50 jaar ge-
leden, op 7 november 1917,
dat Lenin de Sovjet-Unie uit
riep als opvolger van het te
gronde gegane Tsarenrijk-
Rusland.
De Sovjet-Unie is thans een
halve eeuw oud en men kan
er voor of tegen zijn maar
men moet er kennis van ne
men alleen al omdat de huidi
ge splitsing van de wereld in
Oost en West in de Sovjet-
Unie een brandpunt heeft. Het
land is de grootste aaneenge
sloten landmogendheid van de
wereld. Bevolking: 235 mil
joen zielen. Van oost naar
west meet de staat ruim 9000
km en het duurt dan ook tien
uur er de zon is opgegaan bo
ven geheel de Sovjet-Unie.
Het land reikt van de Noor
delijke IJszee tot lie subtro
pische gebieden. Zodat de
temperatuurverschillen er 80
graden bedragen. De rijkdom
aan delfstoffen is uitzonder
lijk groot. De reserves aan ko
len, mangaan, kali, olie en
goud behoren tot de rijkste
van de wereld. De ruim
100.000 rivieren bezorgen het
een enorme waterkracht. De
houtrijkdom is groot doordat
de Sovjet-Unie voor de helft
met hos is bedekt. Ongeveer
een vijfde deel van het land
is onvruchtbaar of woeste
grond.
De bevolking van de Sovjet-
Unie is geen eenheid. Er wor
den 200 talen gesproken en er
leven ongeveer 100 nationali
teiten. Rusland bestaat dan
ook uit een aantal republieken
met elk een eigen regering en
ministers op het gebied van
bestuur, cultuur en onderwijs
Echter niet politiek want
de communistische partij is
de enige die er in de Sovfet-
Unie mag bestaan.