COMMENTAAR
fjvmina
Behendig maneuvreren
onder zwaar vuur
van vijand en... vriend
RONDOM JEROEN
OORLOGS-)GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH VOOR DE JONG:
wordt op 5
v. gevierd
DR. CORN. VERHOEVEN
Meer aandacht voor Gouden Delta
Industrialisatie en Benelux
Gezag blijft nodig
Belasting naar draagkracht
Bezoek morgen (zondag)
K de vakbeurs
Jm^voor het gezin!
'AHOY'
GEBOUW
Verdeeld
Schaduw
Kemphanen
ixan m
t ijfhy
\mxtea ptvfatê. Ook
p ViVt&Üg VSB
AllERHÊtUGfcN OP 5 NOS/,
Advocaat
De kiezer
19
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 OKTOBER 196T
21
N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL
;EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PEILNGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIl
yainlster-presldent de Jong en prof. Witteveen wachten moeilijke da
gen. De komende week moeten zij in de Tweede Kamer bij de alge
mene politieke en financiële beschouwingen het kabinetsbeleid ver
dedigen. De discussiestof voor dit debat wordt in eerste instantie ge
leverd door de miljoenennota en de Troonrede van dit jaar, „Die Troon
rede zonder visie".
De Tweede Kamer zal de werkgelegenheid wel een centrale plaats
geven in dit kabinet. Terecht. Het aantal werklozen blijft stijgen. In
enkele bedrijfstakken dreigen nieuwe bedrijfssluitingen en bovendien
wordt het met de dag duidelijker, dat in een aantal gebieden buiten de
Randstad de werkgelegenheid een veel moeilijker probleem vormt dan
„Den Haag" in de zonnige stemming van de hoogconjunctuur heeft
willen toegeven.
Het is duidelijk, dat voor de werkgelegenheidsproblematiek in Ne
derland een meer actieve, gecoördineerde aanpak nodig is. We komen er
niet als de regering hier en daar waf miljoenen blijft rondstrooien. De
middelen zijn beperkt en moesten dus worden besteed op een wijze,
die nationaal gezien een maximaal rendement garandeert.
Dit resultaat kan verkregen worden in de Gouden Delta. De hier ge
legen ontwikkelingsmogelijkheden worden echter onvoldoende benut.
West- en Midden-Brabant worden als stiefkinderen behandeld en ook
Zeeland is niet in staat de begeleidende maatregelen te treffen, die voor
een actievere industrialisa+iepolitiek nodig zijn.
In Brabant zijn de gevolgen nu al duidelijk merkbaar. Zeeland staat
er momenteel nog wat beter voor maar ook hier zal bij voortzetting
ven het huidige regeringsbeleid binnen korte tijd aanzienlijke werk
loosheid ontstaan.
Wat gaat de Kamer nu voor Zuidwest-Nederland doen?
Woor degenen in Nederland men vindt ze vooral in Holland die vol-
houden dat ons regionaal industrialisatiebeleid kan wedijveren met
het Belgische, onderstaand citaat, afkomstig uit een persbericht van een
grote Nederlandse onderneming die deze week een vestiging in België
opent.
Na de „enorme medewerking van de plaatselijke overheid en van de
Belgische regering" geprezen te hebben, schrijft het concern (het zoveelste
dat een bedrijf in België begint): „Steeds weer .blijkt, hoe bewust België
zich is van de welvaartcreërende en stimulerende invloeden van industrie
vestiging en hoe omvangrijk de faciliteiten zijn die deze ondernemers
initiatieven daadwerkelijk begeleiden. Een voorbeeld daarvan is het in
vesteringspatroon. Totaal is thans door het Erdal-concern in de vestiging
in Sint-Truiden een bedrag van 8 miljoen gulden geïnvesteerd, gedeel
telijk gefinancierd uit eigen middelen en gedeeltelijk uit kredieten die
de overheid verstrekt tegen een zeer aantrekkelijke rente ter stimulering
van de regionale industriële expansie".
Het liegt er niet om, dunkt ons. In Den Haag zullen wel weer ministers
staatssecretarissen en ambtenaren opstaan om omstandig uiteen te zet
ten dat ons stimuleringsbeleid ook heel aardig is. Maar zij kunnen het
feit niet wegpraten dat tientallen Nederlandse bedrijven in de laatste
jaren toch de voorkeur aan België gegeven hebben. In Brabant Zeeland
en Limburg kan men hele lijsten overleggen van bedrijven die de grens
overgegaan zijn.
De verschillen tussen het Nederlandse en Belgische stimulerings
beleid zijn historisch verklaarbaar. In het tijdschrift van het Brabantse
ETI is dat destijds eens uit de doeken gedaan door drs. P. v.d. Wijngaard.
Hij kwam echter ook tot de conclusie dat de twintig jaar geleden nog zo
uiteenlopende economische situaties in beide Beneluxlanden inmiddels
zo naar elkaar zijn toegegroeid, dat er geen reden is om nog langer een
verschillend regionaal industrialisatie-beleid te voeren.
Er wordt van het Benelux-middengebied uit al geruime tijd aangedron
gen op harmonisering van het stimuleringsbeleid, maar zowel in Brus
sel als in Den Haag wordt de boot afgehouden. Er zijn daar krachten aan
het werk, die een verdergaande integratie der Beneluxlanden tegenwer
ken, dat is wel duidelijk. Misschien kan het aangekondigde topover-
leg in Beneluxverband daaraan een einde maken maar het wordt on
derhand wel moeilijk om in de vele mooie woorden die aan de samen
werking gewijd worden, te blijven geloven.
Tot goed begrip voegen we er aan toe dat hier natuurlijk geen bezwaar
aangetekend wordt tegen industrie-vestiging in België of welk ander
deel van de wereld ook. De bezwaren zijn slechts gericht tegen de kunst
matige, concurrentie-vervalsende methoden waarmee dat gebeurt
methoden die onnodig in stand gehouden worden. Wij blijven het plei
dooi voor het gladstrijken der verschillen steunen.
J}urgemeester Thomassen van Rotterdam behoort tot de groep socia
listen, die een evenwichtig vooruitstrevend beleid voorstaan. Daar
om ligt hij voortdurend overhoop met zijn partijgenoten van „Nieuw
Links", die een maatschappijhervorming prediken op basis van verou
derde marxistische dogma's en populaire kreten.
Een van de slogans van de dag van vandaag betreft het recht te
demonstreren. Burgemeester Thomassen erkent dat recht maar in te
genstelling tot de cdmmissie-Samkalden is hij van mening, dat voor een
openbare demonstratie een vergunning van het bevoegde gezag nodig
blijft. Zijn standpunt hierbij is, dat wie de vrije straat opeist voor een
demonstratie dient te begrijpen, dat hij de vrijheid beperkt van degene
die van de vrije straat gebruik maakt Het een moet daarom steeds (door
het bevoegde gezag) tegen het ander worden afgewogen.
Burgemeester Thomassen zal nu ook wel voor „regent" worden uitge
kreten. Niet door ons, ook al dient er in de verhouding tussen ge
meentelijke) overheid en publiek nog wel het een en ander te veranderen,
gezag blijft nodig. En dat gezag dient zich niet te laten leiden door de
hardste schreeuwers, maar door de belangen van de gemeenschap als
geheel.
]\Jinister Witteveen wil de inkomstenbelasting verlagen en de omzetbe
lasting verhogen. Het gevolg hiervan zal zijn ruimere bestedings
mogelijkheden maar ook prijsstijgingen. Het is een aantrekkelijk systeem
voor mensen met een flink inkomen maar wie met een bescheiden
loon moet zien rond te komen of een groot gezin heeft kan voor hoogst
onaangename verrassingen komen te staan.
De minister van financiën heeft beloofd, dat hij bij de voorgenomen
verandering van belastingsysteem rekening zal houden met de minst
draagkrachtigen. Rekening houden met is ons echter te vaag. Als een
wijziging van ons belastingstelsel (vanwege de EEG) gewenst is dan
dient dat te gebeuren met inachtneming van het draagkrachtbeginsel.
(ADVERTENTIE)
ROTTERDAM
J29sept.'„10okt.\
Premier De Jong als comman
dant van de onderzeeboot 0-24.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. Afgaande op de lasvine van geschreven
en gesproken kritiek krijgt het kabinet-de Jong volgende week
dinsdag, woensdag en donderdag in de Tweede Kamer zeer
moeilijke dagen. Daar worden dan de algemene politieke be
schouwingen gehouden' Afgezien van de fysieke martelgang
twee dagen lang gespannen te moeten luisteren naar elf fractie,
voorzitters en nog een aantal financiële deskundigen, staat
deze regering tegelijk voor de bijna onmogelijke opgave haar
beleid begrijpelijk, verklaarbaar en noodzakelijk te maken.
Met alle problemen van begro
tingstekorten, werkgelegenheid,
ontwikkelingshulp, woningbouw,
lonen en prijzen erbij inbegrepen.
Ga er dan maar eens aan staan
voor een kabinet, dat nog altijd
worstelt tegen de „image" van het
sterke mannen-kabinet-Cals. Dat
nog steeds de spookgeluiden uit de
nacht van 13 oktober 1966 in de
gangen van het kamergebouw hoort
naklinken en dat eveneens tegen of
op 13 oktober zijn definitieve ver
dediging aan de kamer moet le
veren. Precies een jaar nadat drs.
W. K. N. Schmelzer het kabinet-
Cals naar huis stuurde.
Er is één grote troost voor dit
kabinet: geen enkele politieke par
tij heeft er in werkelijkheid be
hoefte aan precies na twaalf maan
den opnieuw een regering naar huis
te sturen. Integendeel zelfs. Het is
de meeste partijen een lief politiek
ding waard, wanneer dit kabinet
nog even blijft doorgaan. Want in
de komende maanden moet er te
veel gebeuren in de politieke par
tijen zelf. „Vernieuwing" is de al
gemene leuze geworden. Jong en
oud weet, dat er van alles in dit
Nederland veranderen moet: cultu
reel, maatschappelijk, politiek, so
ciaal, staatkundig, staatsrechtelijk:
Het zou het paard achter de ver
nieuwingswagen spannen zijn, wan
neer de Tweede Kamer het land in
dit stadium met een nieuwe kabi
netscrisis zou confronteren. Afge
zien van de vernieuwing, die dan
voorlopig wel afgeschreven kan
worden is Nederland economisch
op het ogenblik lang niet stabiel
genoeg om in één jaar tijd twee
kabinetswisselingen zonder schade
te kunnen verwerken Ook al zou
den in de begroting-1968 van het
kabinet-De Jong alle voorwaarden
voor een levensgrote crisis aanwe
zig zijn, zoais sommige politieke en
financiële deskundigen de laatste
tijd. beweerd hebben.
Los van al deze overwegingen
kan het tussen 10 en 13 oktober in
de Tweede Kamei gaan spannen tij
dens de algemene politieke en fi
nanciële beschouwingen Tegenover
elkaar staan weet de harde man
nen uit het politieke vak: Den
Uyl, Schmelzer Biesheuvel, Toxo-
peus, ten dele Mellema Drie oud
ministers, een oud-staatssecretaris,
een zeer nuchter denkend en pra
tende hereboer uit het noorden,
thans allen fractieleiders van hun
partijen, met daarbij aangevuld een
jonge, vinnige politicus als mr. H.
van Mierlo, een PSP'er vol linkse
idealen als de heer Lankhorst en
politici als Marcus Bakker en Koe
koek, die altijd wel goed zijn voor
rake klappen, al of niet met humor
gekruid. Blijven over de „kleyne
luyden", ir. Van Dis en de heer
Jongeling, waarbij laatstgenoemde
za) spreken als fractievoorzitter
van de eenmansfractie van het
GPV, dus vooral namens zichzelf.
Bij elkaar praten ze in de eerste
ronde van het lange debat twaalf
uren vol: de twee groten ieder 105
minuten, de dne rhinder groten
ieder 70 minuten, D 66 en Boeren
partij ieder 55 minuten en de vier
kleinsten iedei 40 minuten. „Naar
eer en billijkheid verdeeld", zou
kamervoorzitter Van Thiel zeggen.
Bij voorbaat hangt er al een zeer
donkere politieke schaduw over
de algemene debatten van volgen
de week. Mr. B Biesheuvel, oud-
vicepremier en oud-minister' van
landbouw uit de kabinetten-Cals en
-Zijlstra, mist namelijk een al
gemene politiek-maatschappelijke
visie in de troonrede-1968 en de
miljoenennota van dit kabinet. Hij
heeft dit enkele keren met dezelfde
woorden herhaald, ook a! verzacht
te hij de ingreep door er wel zake
lijk achter te willen staan. Hem
is dit dezer dagen nogal hard en
ook luid verweten door mr W.
Geertsema, lid en oud-fractievoor
zitter van de VVD-fractie. Een man
als drs. Jden Uyl zal deze argu
menten bijzorde- graag uitbuiten.
Hij heeft als oua-collega van mr.
Biesheuvel uit het kabinet-Cals
altijd nog een appeltje te schillen
met de tegenwoordige voorzitter
van de AR-fiaciie. Maar vooral
met drs. W.K.N. Schmelzer, die vo
rig jaar als regeringspartner met
AR en PvdA het kabinet-Cals of
ferde aan de veiligheidsklep van
de financieel-economische situatie
in Nederland. Men mag dus zeer
waarschijnlijk een debat verwach
ten gelijk aan de verkiezingsdis
cussies in Brunssum tussen
Schmelzer-Den Uyl. Een debat, dat
nog steeds zijn echo's heeft bij bei
de politici, bij beide partijen, bij
alle politieke kenners Bovendien
achten beiden zich de grote over
winnaar van de discussies in
Brunssum.
Een tweede ronde van beide
kemphanen is volgende week bij
voorbaat al verzekerd en uitver
kocht. Schmelzer, zich razendsnel
bewegend van eigen plaats naar
spreekgestoelte, heen-en-weer,
heen-en-weer, Den Uyl wippend
van bank naar bank in zijn eigen
fractiehoek, enorm snel en veel
schrijvend, grijpend naar de micro
foon, (soms twee tegelijk), gniffend
naar de publieke tribune, bril-op-
bril-af om dan bliksemsnel uit te
halen naar uiterst links, naar (wat
hij noemt) rechts, naai KVP-oude
stijl, naar KVP-radicalen, naar
conservatieve en progressieve AR
enz.
Met dat al zullen partijen als de
CHU zoals de praktijk zo dik
wijls wil er tot eigen opluchting
waarschijnlijk min of meer buiten
kunnen blijven.
Het gaat de laatste tijd bij her
haling tussen de twee groten: KVP
en PvdA, die overigens hun groot
heid links en rechts langzaam maar
zeker zien tanen.
En toch, mr. B. Biesheuvel zich
destijds als „mooie Barend" poli
tiek gesteund wetend door bijzon
der veel Nederlandse vrouwen, kan
telkens weer voor een aangename
of niet zo prettige verrassing zor
gen. Hij is een scherp opmerker, een
stijlvol spreker, een harde tegen
stander. Zijn indirecte nog va
ker directe linkse of rechtse op
stoot kan de sfeer in de kamer
iiÉ' -
t ijy.» HÜSH- Wpflw
«t
ÓS* WOftPT W&gft Wig»
soms opklaren, soms nogal be
nauwd maken.
menwerking de enige manier is om
het leven te houden. Geprojecteerd
op zijn politieke carrière denkt hij
ongetwijfeld hetzelfde, dit ten gun
ste van het gehele parlement.
Nu niet de Middellandse Zee of
de wateren van het Verre Oosten,
maar de vergaderzaal van de Sta-
ten-Generaal: De Jongs strijdtoneel.
En bij dit alles fungeert mr. E.
Toxopeus dikwijls als luidlachende
derde. Zijn analyserende advoca-
tengeest heeft hem in het verleden
al uit heel wat netelige situaties
gered. De vraag is of hij zijn partij
genoot minister Witteveen van fi
nanciën in diens waarde kan laten.
Witteveens professorale uiteenzet
tingen doen nogal eens denken aan
de manier waarop oud-minister
Vondeling in het parlement optrad:
knap, docerend, duidelijk. Maar
toch is er een opvallend verschil.
Dr. Vondeling was ook als minister
graag de docent, de professor, de
man, die de studenten-kamerleden
voorschreef wat zij als dictaat
mochten gebruiken. Witteveen is
meer de politicus-geworden pro
fessor, die kwistig strooit met zijn
liberaal-economische opvattingen.
En een man, die zelfs een tekort
van 750 miljoen gulden met het
grootste gemak van de wereld kan
verklaren en kan rechtvaardigen
als conjunctureel tekort. Helaas,
kan dr. Vondeling de debatten als
gevolg van een ernstig auto-onge
luk nog steeds niet meemaken.
De pragmaticus mr. H. van Mier
lo krijgt in deze debatten meer dan
genoeg kansen om te laten horen
hoe het allemaal zo verkeerd gelo
pen is in de traditionele vaderland
se politiek. Hoe hij en zijn partij
deze politiek willen veranderen en
hoe het in feite moet worden wil
Nederland ooit weer een politiek
gezond land worden. Ook al schudt
een groot aantal vernieuwers nu al
hun hoofd over sommige onmoge
lijke mogelijkheden, die D '66 nog
steeds als alleenzaligmakend blijft
zien.
En de openbare mening over dit
alles Recente onderzoekingen
hebben uitgewezen, dat de kiezer
allereerst tobt met de problemen
rond de werkgelegenheid, de wo
ningbouw, de sociale zekerheden.
Belangrijke kwesties als diè van
de ontwikkelingshulp, Vietnam,
Griekenland, de NAVO, de Oost-
Westverhoudingen beroeren de kie
zer op dit moment helaas weinig.
Het zal de politicus uiteraard niet
mogen weerhouden deze proble
men te blijven behandelen. Maar
het mag hem niet ontgaan, dat de
directe Nederlandse aangelegenhe
den bij de meeste kiezers na zoveel
jaren nog steeds de grote aandacht
vragen.
Daarmee staat dan het kabinet-
De Jong voor bijna monsterachtige
problemen op alle mogelijke ter
reinen. Onder vuur genomen door
bijna iedereen, die ook maar iets
aan politiek doet Zal premier P.
J. S. de Jong tijdens deze fysieke
martelgang nog wel eens terugden
ken aan de drie bijna fatale keren
tussen 1940-1945 toen hij als eerste
officier van de onderzeeër 0-24
door eigen geallieerden onder vuur
genomen werd? Of toen hij in
tussen commandant geworden
door vijandelijke oorlogsbodems
met dieptebommen bestookt werd
ergens in de wateren van het
Verre Oosten. En hoe hij door bij
zonder knap manoeuvreren zijn on
derzeeër, zijn bemanning, zichzelf
in veilige haven wist te loodsen,
zonder enige schade te hebben op
gelopen? Deze minister-president
-nooit bestemd geweest voor de
politiek, waarschijnlijk wel voor
een der hoogste rangen bij de ko
ninklijke marine kan enorm veel
incasseren, ook politiek. Wellicht
zal dit vermogen de redding blijven
van zichzelf en zijn kabinet. Boven
dien heeft hij in de jaren 1940-1945
eens en voor altijd geleerd, dat sa-
Wat te voorzien was, is aan het
gebeuren: de expositie van en
over Jeroen Bosch in het provin
ciaal museum te 's-Hertogenbosch
wordt een eclatant succes, een na
tionale gebeurtenis. De schattin
gen omtrent het totaal aantal te
verwachten bezoekers, een. van de
graadmeters van het succes, stij
gen per dag met een tienduizend.
De mijne is van meet af aan ge
steld op honderdvijftigduizend
minstens. Ik ben een pessimist en
ik wil het weten. Want deze schat
ting gaat gepaard met een sterke
angst voor een catastrofe. Als de
tentoonstelling een succes is, is hij
dat alleen door een catastrofe te
zijn. Hij is een catastrofaal succes.
Hiermee bedoel ik een van die
vele en in allerlei opzichten zo
lieve en verleidelijke successen
die ons door hun eigen feestelijk
karakter de kijk op datgene waar
het eigenlijk om gaat helemaal
ontnemen. Wanneer dat op zich
zelf al niets is, is het helemaal
niet erg, maar de catastrofe is
groter naargelang datgene waar het
om gaat en waar het dan steeds
minder over gaat van meer be
lang is. En het ellendige is dat
De mensheid valt uiteen in geno
digden. en niet-genodigden. Kijkt
iemand naar de schilderijen? Nou
ja, soms, in een zwak moment valt
je oog ook wel eens op het behang
en dan zie je daar figuurtjes in.
Dan komen er „vooraanstaande
provo's" de beweging is opge
heven, maar het is nu een soort
schuttersgilde geworden, die bij
belangrijke gebeurtenissen acte de
présence geeft en die gaan op
de grond liggen of trekken iets
raars aan om zo met Bosch op
de achtergrond door buitenlandse
televisiemensen gefilmd te wor
den. Bosch als achtergrond bij het
eigentijdse, absurde levensgevoel.
En voor de televisie moet natuur
lijk iedereen opzij. Van kijken kan
niets komen.
Dat is zo ongeveer de leus. Je
moet verdomd harde ellebogen en
stalen zenuwen hebben om oog in
oog te komen met Jeroen. En dan
zou het pas moeten beginnen. Nu
zijn mensen die dat alles hebben
in mijn ogen niet bepaald het type
kunstgenieter. En zo frustreert het
succes, de enorme toeloop, zich
zelf. Een verdwaalde gek die rus
tig wil genieten van Bosch zelf,
heel die feestelijke kermis van het
geheide succes absoluut niet op
gang gebracht kan worden door
iets wat zelf niets om het lijf
heeft. Je kunt dus zonder meer
zeggen dat zonder Bosch deze ten
toonstelling niet zo'n succes zou
zijn, zelfs met nog meer publici
teit er omheen, maar ook, dat het
dank zij die tot een rage wordende
publiciteit niet meer om Bosch
gaat. De ijzeren wet van de massa
psychologie dat het hier niet gaat
om wat het uitgangspunt was, moet
onmiddellijk worden aangevuld met
de wet dat het uitgangspunt niet
belangrijk genoeg kan zijn.
Niet voor niets heet de feeste
ling „feestvarken". Hij moet niet
alleen vet en de moeite waard zijn,
maar ook bereid zich te laten
slachten en consumeren. Hij moet
sterk genoeg zijn om met eigen
kracht de kermis aan te zwenge
len, maar ook bescheiden genoeg
om, als ze eenmaal in vol bedrijf
is, niet te denken dat het nog om
hem gaat. Na de start volgt de
beweging haar eigen wetten: ook
een feest kan niet rijden op zijn
startmotor.
Waar gaat het dan om? Ja, als ik
het wist zou ik het zeggen. Het
gaat natuurlijk „om" Jeroen Bosch,
maar bekijk dat woordje eens goed.
Het gaat rondom Jeroen, om Je
roen heen achter de rug om. Hij
bevindt zich in het middelpunt, in
het lege centrum van een cycloon
die om hem heen raast. Ander
beeld om niet eenzijdig te wor
den: hij is het zandkorreltje in de
oester waar omheen de parel zich
afzet. Hij staat daar als de achter
grond van een kermis die, een
maal op gang gebracht, hem niet
meer nodig heeft. Wat gebeurt er
allemaal niet buiten hem om?
Eerst een heleboel kakkineuze
ontmoetingen bij de opening: een
stuk society kristalliseert zich
rondom 'een stel ouwe schilderijen.
wordt onder de voet gelopen door
een horde blinde, boze afchequers
die „het" alleen maar gezien willen
„hebben". „Zou ik er misschien
even bij mogen" is nog erg vrien
delijk en. wordt zelden meer ver
nomen. Vaker wordt de boeiende
gedachte ontwikkeld dat Jeroen
Bosch niet alleen voor jou geschil
derd heeft, maar voor ons allemaal
en dat andere mensen die ook be
taald hebben ook graag iets wil
len zien. Dat altruïstische beginsel
wordt dan onmiddellijk uitgebuit
voor eigen intens kijkgenot en de
verraste kreetjes zijn niet van de
lucht.
Ik vraag mij af: wat is een ge
not nog waar je voor hebt moeten
vechten en dat je al genietend
,eder moment moet verdedigen?
Wat bezielt al die mensen die daar
als grommende honden hun portie
kunstgenoot opslobberen, grimmig
wakend over hun kluifje? Alleen
het leven en wat strikt noodzake
lijk is, kan door die houding een
tijd lang gered en behouden blij
ven, maar iedere luxe of genot
wordt er door in de kiem ge
smoord. Het wordt eenvoudig op
de meest efficiënte wijze uitge
sloten.
Waar gaat het dus om? Voor een
antwoord op die vraag zou ik heel
wat over hebben. Voorlopig noem
ik die mysterieuze kern van de
zaak: niets. Het gaat nergens om.
Tot op het moment waarop je, uit
zelfbehoud of wanhoop, besluit niet
meer naar Jeroen te kijken, maar
naar de mensen die zich om hem
verdringen. Dan wordt het op een
lugubere manier ontzettend leuk,
boeiend en de moeite waard. Ieder
een moet dit gaan zien. Hij ziet
dan af en toe, als hij heel brutaal
en egoïstisch is, een stukje Jeroen,
maar als hij zijn ogen goed de kost
geeft, wordt hij zelf een stuk Je
roen, toeschouwer bij een absurde
wereld.