SCHOT DOOR DE STAART
AMERIKA
GAAT
EXPERIMENTELE
STAD
BOUWEN
ASTRONA UTEN OEFENEN
LANDING OP DE MAAN
Gebouwen
uit
blokkendoos
Brit lanceert fantastisch plan:
perspectief
Komeet
van
Halley
in '86
doel
voor
ruimte
verkenner
DAGBLAD DE STEM
„VUILE" SNEEUWBAL
ATOOAABOM
SCHONE LEI
SUGGESTIES
BETER KLIMAAT
EERST OEFENEN
of Saturnus-Centaur te bereiken gijn.
De kometen die de Amerikanen
op het oog hebben, zijn goede be
kenden, omdat zij vaak aan de he
mel versohij nen. De komeet Encke
is sinds 1786 al 48 keer waargeno
men en zijn baan is in die tijd nooit
veranderd. Encke komt in 1969 en
1974 in de buurt van de aarde en in
die jaren is er dus gelegenheid er
een ruimtevaartuig op af te sturen.
De komeet Tempel 2 zou dit jaar
een mooi doel zijn geweest, als er
een raket had klaargestaan,
Het onderscheppen van een ko
meet zou natuurlijk een fraai staal
tje van ruimtevaarttechniek zijn,
maar dat is op zich nog geen reden
honderden miljoenen gulden voor zo'n
project uit te geven- Het zijn voor
al de sterrenkundigen die erin ge-
interesseerd zijn- Kometen zijn nog
altijd geheimzinnige hemellichamen,
die misschien restanten zijn van het
wervelende vuurwerk, waaruit vier of
vijf miljard jaar geleden het zonne
stelsel is ontstaan- Ze worden ge
kenmerkt door een lichtende staart,
die ontstaat als ze in de buurt van
de zon komen. Aangenomen wordt dat
zo'n staart bestaat uit gassen en
stofdeeltjes, die door de druk van het
zonlicht uit de kern van de komeet
worden geblazen. De staart van een
komeet is altijd van de zon afge
keerd en heeft dus niets te maken
met de bewegingsrichting van de
komeet zelf.
Er zijn allerlei theorieën over
het materiaal waaruit de kern van
een komeet bestaat. Hoewel veel ko
meten afmetingen van honderddui
zenden kilometers bereikten, is de kern
waarschijnlijk nooit groter dan een
kilometer in doorsnee. Volgens som
mige onderzoekers is het een vuile"
sneeuwbal, vol met kosmisch gruis,
Anderen denken aan een gigantische
klomp ijs, waaruit' op duizenden plaat
sen fonteinen van gas opspringen. Een
feit is dat de zwaartekracht en de
hittestraling van de zon de kern
van een komeet in stukken kunnen
doen breken. Dit is meer dan eens
waargenomen.
Waarschijnlijk bestaat de kern voor
een deel uit vast materiaal. Het zou
een zeldzame toevalstreffer zijn als
een ruimtevaartuig precies in de
kern van een komeet terecht zou
komen. Maar als dit gebeurt is het
vrijwel zeker dat ze de botsing njet
overleeft. Met de staart is dat an
ders- Deze is zo ijl, dat een ruim
tevaartuig er waarschijnlijk onbe
schadigd doorheen kan vliegen.
De Britse kometenjager ziet ver
schillende mogelijkheden om de che
mische samenstelling van een ko-
metestaart te onderzoeken. Een
ruimtevaartuig kan er 25 kilo cal
cium in loslaten waardoor een.
chemische reactie wordt ontketend
of een atoombom laten ontploffen
waarbij de resultaten vanaf de aar
de worden gevolgd. Maar zo'n kern
explosie zegt Strong, zal wel veel
protesten tegen moedwillige vernie
ling van kometen" uitlokken.
Zo zal Amerika's
experimentele stad er
misschien gaan uitzien:
veel ruimte, functionele
gebouwen en vooral
rust en zuivere lucht
voor haar bewoners.
P E Amerikaanse regering
en een aantal grote
ondernemingen hebben
geld beschikbaar gesteld
voor het ontwerpen van
een experimentele stad.
Het plan zal het komende
jaar aan de universiteit van
Minnesota in grote lijnen
worden opgesteld en daar
na zal er een speciale maat
schappij worden opgericht,
die de stad moet gaan bou
wen. Niemand weet nog
precies hoe de stad er zal
uitzien, noch waar zij zal
komen te liggen, maar het
aantal inwoners staat al
vast: ongeveer 250.000.
Waarom een experimentele stad?
Dr. Athelstan Spilhaus, de vroegere
voorzitter van de commissie voor
luchtverontreiniging van de Ameri
kaanse academie van wetenschap
pen, die de bouw van zo'n stad het
eerst heeft voorgesteld, zegt: „De
meeste steden op aarde zijn gegroei
de schimmelkolonies op een stuk
kaas. Zelfs in de modernste steden
zijn de dingen, die er het leven mo
gelijk moeten maken, zoals open
baar vervoer, de watervoorziening en
het opruimen van afvalstoffen, de
aanleg van woonwijken n de lig
ging van fabrieken volgens de stan
daard van de huidige technologische
kennis volkomen verouderd en abso
luut ontoereikend om te kunnen vol
doen aan de steeds hogere eisen die
de komende generaties gaan stellen.
Sommige van de grootste steden zijn
zo overbevolkt, dat zij op de rand
van een ramp leven. Sommige steden
zijn in feite al rampen".
De wereldbevolking ^oeit snel,
zegt dr. Spilhaus, en het is te ver
wachten dat de komende tien, twin-
ti of vijftig jaar nog veel meer
mensen in de steden zullen gaan
wonen. In de Verenigde Staten zul
len we de komende jaren elke maand
hei, equivalent van een stad voor
250.000 mensen moeten bouwen om
de uitbreiding van de bevolking bij
te houden. Zullen al deze mensen
moeten gaan wonen in de bestaande
stedelijke agglomeraties, die al door
zoveel problemen worden gekweld.
Of zullen zij het beste levenskli
maat bieden, dat door de moderne
wetenschappen en sociale voorzienin
gen kan worden geschapen?
Om een antwoord op deze vragen
te vinden, moeten we eerst weten
hoe goed we eigenlijk een «stad kun
nen bouwen, aldus dr. Spilhaus.
,,We moeten nieuwe ideeën ontwik
kelen. We moeten nagaan hoe onze
moderne wetenschappelijke kennis
kan worden gebruikt om steden te
bouwen waar het beter leven en wer
ken is. We kunnen dit niet bereiken
door bestaande steden bij stukjes en
beetjes te veranderen. We moeten Met
een schone lei beginnen en een nieu-
we stad bouwen, waar nu nog niets
anders is dan velden of wouden of
woestijnzand.
Dat is krachtige, bezielende taal.
Maar nu ter zake. Wat zou er in de
nieuwe stad allemaal anders kunnen
zijn dan in de steden van vandaag?
Dr. Spilhaus geeft een aantal sugges
ties:
Een gesloten watercircuit. Als de
voorraadtanks van de stad eenmaal
vo] zijn, behoeft er geen water meer
te worden aangevoerd, behalve mis
schien af en toe een klein beetje om
het verlies aan verdampin aan te
vullen. Er zal geen vuil water meer
in rivieren worden geloosd. Al het
water zal opnieuw* worden gezuiverd
en opnieuw 'in het waterleidingnet
komen. De stad zou zelfs midden in
de woestijn kunnen liggen zonder
ook maar een moment gebrek aan
water te lijden.
Gebouwen kunnen worden opge
trokken uit onderdelen, die ook weer
gemakkelijk uit elkaar kunnen wor
den genomen om ergens anders te
worden gebruikt. Als een gebouw te
klein te groot is, kan het eenvou
dig aan de veranderde behoeften wor
den aangepast. Wordt het overbodig
of staat het in de weg, dan kan het
snel worden afgebroken en eventueel
ergens anders weer worden opge
bouwd.
Eén centrale installatie, moge
lijk gevoed door kernenergie, zal de
hele sta<i van verwarming en air
conditioning kunnen voorzien.
Ter voorkoming van luchtveront
reiniging zullen geen auto's met ver
brandingsmotoren of rookproduceren-
de fabrieken in de stad worden toe
gelaten. Alleen elektrische auto's zul
len voor privégebruik door de stads
bewoners zijn toegestaan.
Industrieën zullen zorgvuldig wor
den geselecteerd, zodat zij een nut
tig gebruik kunnen maken van el-
kaars afvalprodukten. Faecaliën en
rioolwater kunnen in chemische fa
brieken worden verwerkt tot kunst
mest en brandstof. Afval dat niet kan
worden gebruikt, wordt de stad uit
gestuurd met treinen die voorraden
naar de stad brengen en die anders
leeg terug zouden gaan. De stad zal
misschien geen conventioneel riole
ringssysteem hebben, maar wel een
„luchtriool", een systeem voor het
verzamelen van ongebruikte gassen
uit alle industrieën in de stad om
te voorkomen dat deze de lucht ver
ontreinigen.
De experimentele stad zal zo
„geluiddempend" mogelijk worden
gebouwd. Stadslawaai is een „scho
ne" verontreiniger, die in onze hui
dige steden meer psychische scha
de veroorzaakt dan we ons bewust
zijn.
„Boven alles", zegt dr. Spilhaus,
„moet de experimentele stad wor
den gebouwd voor mensen, om een
aangenamer leven mogelijk te ma
ken. waarop iedereen recht heeft.
De experimentele stad zal, als zij
wordt gebouwd, meer zijn dan een
bijdrage aan de wetenschap en meer
dan een prototype voor andere nieu
we woonplaatsen in de Verenigde
Staten en andere landen. De kennis
die zij ons zal geven, zal ons ook
helpen het levensklimaat in de be
staande steden te verbeteren. We
zullen er mee in staat worden ge
steld de omgeving waarin wij leven
te verbeteren en onze kostbare na
tuurlijke bronnen te bewaren voor
een blijvend welzijn van het mens
dom.
Er is één ding waarover dr. Spil
haus zwijgt. Welke gelukkigen zullen
straks in die experimentele stad mo
gen wonen?
JN Amerika zijn drie vaartuigen
in aanbouw, waarmee astro
nauten zich zullen kunnen oefe
nen in het landen op de maan.
Op het eerste gezicht lijken de
vleugelloze voertuigen op een
reusachtige spin, waarvan de
kop wordt gevormd door de
cockpit.
In de midden van de vaartuigen
zijn straalmotoren en raketten ge
monteerd. De rest van de construc
tie bestaat uit stalen buizen. Deze
skeletachtige bouw is met opzet ge
kozen om de invloed van wind - die
op de maan afwezig is - tijdens de
oefeningen te verminderen.
Maar de vreemdste eigenschap van
deze maanoefenvaarttiigen is, dat zij
de piloot de indruk geven dat de
zwaartekracht van de aarde slechts
een zesde van de werkelijke sterkte
bedraagt. Met dat zelfde verschijnsel
zullen straks de maanreizigers te
maken krijgen.
Dit lage-zwaartekrachteffect wordt
opgewekt door een straalmotor, die
verticaal achter de cockpit is opge
steld en die met een neerwaarts ge
richte straa] een opwaartse druk van
2.000 kilo uitoefent. Het resterende
zesde deel van het gewicht van het
vaartuig wordt gedragen door twee
raketmotoren, die elk ruim 200 kilo
stuwkracht leveren.
De raketmotoren kunnen door de
Met dit stalen insekt paan astro-
nauten zich oefenen in het landen
op de maan.
t
piloot word bediend en zijn van het
zelfde type als de remraketten, vaar-
mec de echte maanlandingsvaartui
gen zullen word uitgerust. De maan-
landings-nabootsers kunnen er mee
stijgen tot een hoogte van ruim 3.000
meter en op elke gewenste hoogte
blijven hangen. De maanreizigers zul
len over enkele jaren hetzelfde doen
om een geschikte landingsplaats op
de maan uit te zoeken.
De drie oefenvaartuigen zijn ont
wikkeld uit twee vroegere modellen,
waarmee astronauten al enkele ja
ren hebben geëxperimenteerd op 'de
luchtmachtbasis Edwards in Califor
nia.
De komeet van Halley, gefoto
grafeerd in 1910, de laatste keer
dat de hemelzwerver met zijn
prachtige staat aan de hemel ver
scheen.
J~^E beroemde komeet van Hal
ley, die in 1910 met een lan
ge, vlammende staart aan de
nachtelijke hemel verscheen en
door sommigen nog steeds wordt
beschouwd als een onheilsbode
van de eerste wereldoorlog, zal
in 1986 na een verre zwerftocht
door de ruimte opnieuw in de
huurt van de zon komen. Voor
de meeste mensen is dat nog
geen reden nu al vast naar het
hemelfenomeen te gaan uitkij
ken. Maar een Brits ruimte
vaartspecialist, James Strong,
ontwerper van de Hawker Sid-
deley Dynamics fabrieken, heeft
voorgesteld de komeet in 1986 te
onderscheppen met een onbe
mand ruimtevaartuig. Met een
televisiecamera en een aantal
wetenschappelijke instrumen
ten aan boord zou de ruimtever
kenner door de staart en mis
schien zelfs door de gloeiende
kern van de komeet heen kun
nen vliegen en Strong raakt nu
al opgewonden bij de gedachte
wat de bewoners van de aarde
dan op hun televisieontvangers
te zien zullen krijgen. Maar, zegt
hij als we dit over 18 jaar wil
len doen, moeten we er nu mee
beginnen, want het is waarach
tig geen eenvoudige onderne
ming.
Strong- redeneert: tegen 1986 zal
de wereld getuige zijn geweest van
een landing van mensen op de maan.
waarschijnlijk zelfs meer dan één
landing, en zich bewust worden van
haar mogelijkheden in de ruimte-
Het verschijnen van de komeet van
Halley zal dan als een uitdaging
worden gezien. Als de ruimteplan-
nenmakers daar niet tijdig rekening
mee houden, zullen zij letterlijk de
kans van hun leven missen.
De Britse -uimte-ingenieur zet zijn
plan in New Scientist uitvoerig uit
een. Hij geeft toe dat het onderschep-
Er zijn een paar erg lastige din
gen, zegt Strong. De baan van de
komeet maakt een vrji grote hoek
1 met het vlak waarin de aarde haar
baan beschrijft. Het ruimtevaartuig
zal de komeet moeten treffen op het
moment dat deze het baanvlak van
de aarde snijdt- Met veel rekenen en
precies navigeren is dat uitvoerbaar.
Maar erger is, dat de komeet „ach
teruit" om de zon draait, tegenge
steld aan de draairichting van de
aarde en de andere planeten. Dat
betekent dat het ruimtevaartuig en de
komeet met een snelheid van min
stens 65 kilometer per seconde op el
kaar af zullen stormen en dat het
moment van de ontmoeting heel kort
zal zijn.
Dat zou dan allemaal nog mooi
uit te rekenen zijn als de astrono
men zouden weten waar precies de
komeet zich op een bepaald moment
zou bevinden- Maar dat weten ze
niet- Bij de laatste drie keer dat
de komeet is verschenen, is de om
looptijd van 77,5 jaar afgenomen tot
76 jaar- Zai dit nu 75,5 jaar wor
den? pf zal de omlooptijd weer gro
ter worden. Niemand weet het. De
enige manier om er achter te komen
is de storende invloed van de pla
neten óp de baan van de komeet
sinds 1910 te berekenen en de baan
nauwkeurig te volgen, zodra de ko
meet weer in zicht van de aarde
komt. aldus Strong.
Intussen zouden de ruimtevaartspe
cialisten vast moeten oefenen met
het onderscheppen van „gemakkelij
ker" kometen. Strong denkt hierbij
aan ESRO. de Europese organisatie
voor ruimte-onderzoek, die op haar
achtjarige programma een studie
van het onderscheppen van kometen
heeft staan. De Amerikaanse NASA
heeft nog geen plannen voor een
werkelijke jacht op kometen, maar
wel reeds een lijst opgesteld van ko
meten die daarvoor in aanmerking
zouden komen- Het zijn er zeventien
en daaruit hebben de Amerikanen
er vijf uitgekozen voor een nadere
bestudering. Het zijn de kometen
Encke, Tempel 2, d'Arrest, Kopff
en Pons Winnecke. Al deze kome
ten zouden met bestaande raketten,
zoals de Atlas-Agena, Atlas-Centaur
pen van de komeet van Halley bui
tengewoon moeilijk is en zonder een
zekere dosis geluk zelfs tot misluk
ken gedoemd is. De komeet heeft
in 1948 haar grootste afstand van de
zon bereikt in een punt tussen de
banen van de buitenste planeten van
het zonnestelsel Neptunus en Pluto,
en is nu ter hoogte van Neptunus,
weer op weg naar de aarde met een
snelheid van 3.75 kilometer per se
conde. Met iedere kilometer die de
komeet dichter bij de zon komt,
neemt de snelheid toe tot een maxi
mum van 54.5 kilometer per seconde,
als zij in 1986 tussen de banen van
de binnenste planeten Venus en Mer-
curius in een scherpe boog om de
zon zwiept om daarna weer in de
ruimte te verdwijnen.