Tussen Antwerpen en Breda zeggen fiets en tram „welkom" DAGBLAD DE STEM „Welkom" klinkt zo hartelijk. Maar zó hartelijk ben je niet meer, wanneer je uren moet wachten om eindelek bin nen te mogen. xxxxxxxxxxxxx (Van een onzer verslaggevers) ZUNDERT Van Oslo naar Lis sabon om twee uitersten te noe men slingert zich een Euro pese weg. Men zou kunnen ver wachten, dat deze weg beant woordt aan de eisen van het steeds drukker wordende vrachtverkeer, van de duizelingwekkende stroom personenauto's. Dat lijkt ook zo, totdat men aan de rotonde bij Bre da komt. Vandaaraf versmalt deze Europese snelverkeersweg zich tot een bijna landelijk weggetje, waar over het verkeer zich met stevig ellebogenwerk moet voortbewegen om nog vooruit te komen. Als het tenminste wil lukken. Want hier en daar bij de grens bijvoor beeld willen er nog wel eens opstoppingen z(jn. Opstoppingen door een traag werkende douane soms, tenminste door een kruisende of meelijdende land bouwtrekker, door verkeer, dat in de straten van de dorpen parkeert, of door overstekende kinderen. XXXXXXXXXXXXX5 Samen met de tram op de in België met kasseien beplante auto-„sneIweg". Een bijna prehistorische situatie, waar men eerder dokkerende karren met paarde-tractie verwacht dan Europees snelverkeer-. meer. Een autosnelweg is de E 10. Tenminste tot aan de rotonde bij Breda. Want wie vandaar naar Antwerpen rijdt denkt met heimwee aan het vierbaans gedeelte achter zijn rug en ziet somber vooruit naar wat hem te wachten staat. Het is erger dan hij kon denken. Ze ker in de dorpen waar fietsers een dodenwais dansen tussen de grommende vrachtauto's. Even verder vormen donkere bomen een dreigende muur langs de weg. KXtt*K**KKKKXX; Grenzen en wegen blijken dikwijls bijna onoverkomelijke barrières. Deze barrières oversteken Is geen kinderspel xxxxxxxxxxxxx

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 15