er „Nasser en hebben ons bedrogen" sflons GEKNIPT VOOR DE LEZER tduurder MlSl \m:st CONVERSATIE IN DE GAZA-STROOK IQ DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1967 m inmetdoortaan'fl'juri Kin mijn oot tefienert iebik hem laten utvallen WOEDE VROLIJKER VERGELDING MISLEID ii ladderstop no. d en teen had- e nylons allang p. Eis voor Uw tnger leven, eis jelle nylons met taalt er niet één or. alle nieuwe ns hebben nu :en „gondel"- versterkte hiel onzichtbaar i I Kinderen in een vluchtelingenkamp in de strook van Gaza. (Van onze correspondent) TEL AVIV In de vluchtelin genkampen in de Gaza-strook hangt een zwoele nerveuze sfeer. Tussen de dicht opeen staande lemen hutten en stenen huisjes krioelen ontelbare kinderen. Zij rennen opgewonden achter de vreemde auto uit Holland aan. Uit alle zandweggetjes, die in de winter door de tropische regens veranderen in afschuwelijke mod derpoelen stormen ze op de auto af. De gesluierde vrouwen bleven eer biedig op een afstand staan. Zichtbaar staan ze op de grens van vrees en nieuwsgierigheid. De mannen meestal I gekleed in katoenen pyjama's verroe ren zich niet. Zij blijven in de scha- I duw zitten. Sedert de Israëlische troe pen de Gaza'strook voor de tweede maal In tien jaar hebben veroverd, zijn ze op hun hoede. Misschien hen ik wel een Israëlische spion, die zoekt naar leden van het Palestijnse bevrijdings leger van Achmcd Sjoekairy, dat zich voor het uitbreken van de zesdaagse Israëlisch Arabische oorlog opmaak te Palestina op de gehate joden te ver overen. Alhoewel er geen Israëlische militair in het kamp is te zien, zijn de mannen bang. De nederlaag van de „onverslaanba re" Arabische legers is bijzonder hard aangekomen. Nooit hebben ze aan de uitsla? van de door de leider van het Palestijnse bevrijdingsfront beloofde „heilige oorlog" tegen de „jehoedi's" getwijfeld. Het gesprek in het kamp komt moei- li k op gang. Een vluchteling treedt op *1? tolk. In een UNWRA-school leerde mc. Zomaar een jongetje uit een van de kampen, die beheer staan. thans onder Israëlisch „Bent ti toerist? Komt u uiit Hol land? Bent u in Israël geweest; Woont u in Israël? Bent u journalist? Was u 'ijdens de oorlog in Israël?" Al deze vragen beantwoord ik bevestigend. „Holland hielp Israël, he?" zei de «>Ut. Daarop discussieert de groep in "et Arabisch. Een paar vragen willen te wel beantwoorden. „Hoe worden jullie door de Israëli sche soldaten behandeld?" „Goed", antwoordt de woordvoerder. Een jonge man met een zichtbaar ingehouden woede komt naar voren. Hij kijkt me doordringend met trillende bovenlip ton. „Geef me uw adres in Holland", he groep begint weer te discussiëren, he vragensteller wordt uitgelachen. »waar is dat nu goed voor", schijnen ze te zeggen. Maar de woedende jon geman dringt aan. Ik geef hem mijn ;Qr«s.H „Ik zal_ schrijven, ik zal schrij ven zegt hij alsof hij iets op zijn eeft' wa* Hij nu niet durft te ^ggen. Verdere conversatie is niet hogelijk. ft rijd terug naar de stad Gaza. Langs de weg liggen nog wrakken van uitgebrande Egyptische legerwagens. Ook witte wagens van de VN-vredes- macht in het Mlidden-Oosten liggen als symbool van het falen van de volke renorganisatie de vrede in het Midden oosten te bewaren met het VN-teken no? duidelijk zichtbaar langs de kant van de weg. Het Egyptische leger gebruikte het materiaal van de VN - vredesma c ht, dat voor het uitbreken van de oorlog op bevel van secretaris-genêraal van de VN, Oe Thant, in aller ijl zijn posten langs de Israëlisch - Egyptische grens moest verlaten. In Gaza lijkt ondanks het zwaar pa trouilleren door Israëlische militairen het leven vrolijker en ongedwongener. De drukkende sfeer in de kampen is er niet. De hoofdstraat is overvol. Er zijn opvallend veel Israëlische toeris ten. Dagjesmensen die de veroverde gebieden in ogenschouw komen nemen. Zonder dat zij het in de gaten hebben, lopen zij onder de portretten van Ach- med Sjoekairy die hoog op de muren zijn geplakt. Maar niemand let er op. Gaza is duidelijk een stad zonder Een Israëlische militair houdt de wacht in een v^n Gaza's stratem hoop. Indien het aantal schoenpoetsers en autowassertjes als maatstaf zou moeten gelden voor de armoede in de stad, dan zou geen statistiek van de Verenigde Naties deze armoede en lusteloosheid kunnen verwerken. Alleen vlak bij zee liggen de door hoge muren en hekken omringde, ver laten weelderige villa's van de Egyp tische officieren. In een voormalig Egyptisch officieren-hotel hebben nu Israëlische soldaten intrek genomen. Voor het hotel staat een eenheid klaar om op patrouille te gaan in een pant serwagen. Onlangs reed een Israëlische pant serwagen bij het dorpje Jabalya bij Gaza op een landmijn van Russische makelij. Onmiddellijk werd het dorp door Israëlische militairen omsingeld en werd een uitgaansverbod ingesteld. De mijnenleggers werden gevonden Enkele uren later klonken in Jabalya drie doffe zware ontploffingen. De oor log keerde er even terug. Bij wijze van vergelding en als waarschuwing lieten de Israëlische militairen drie huizen van de terroristen in de lucht vliegen. Volgens de Israëlische mili tan-en is dat de enige taal die de Ara bieren goed verstaan. Maar ongetwij feld zullen er nog meer huizen in de door Israël bezette gebieden in de lucht vliegen. In Jabalya was het moeilijk zoeken naar de plaats, waar de hulzen hadden gestaan. Er ws tijdens de oorlog heel hard gevochten. Veel huizen lagen er in puin. De dorpelingen waren er al aan gewond. Op de weg terUg naar Israël valt het op, dat Israëlische vrachtwagens hopen grind aan de kant van de weg storten, die Gaza met Is raël verbindt. Een duidelijke aanwij zing dat Israël niet van plan is Gaza op te geven. Israël zal niet meer toe staan, dat Egypte de Gaza-strook zal gebruiken als basis voor een aanval op het joodse land. Dat hegrijpen de bewoners van Gaza. In Gaza sprak ik met een jonge 21- Jarige Palestijnse vluchteling, die net was teruggekeerd van een vijfdaags bezoek aan Israël. „Ik ben diép onder de indruk van wat ik daar heb gezien", zei hij. „Ik dacht dat Tel-Aviv net zo vuil en armoedig was als Gaza en dat de joden allemaal slechte mensen zijn. Nu weet ik dat het niet zo iè, dat ik door onze propaganda ben misleid. Ik ben netjes behandeld in Israël. De je hoedi's zijn nette mensen. Ik ben niet meer bang voor ze. Nasser en Sjoe kairy hebben ons bedrogen. Nooit meer geloof ik een woord yan wat de radio zegt. Ik zweer het." Mijn aanbod hem terug te brengen naar het vluchtelingenkamp sloeg hij kordaat af. „Als ik met u dn mijn kamp verschijn, denken mijn vrienden, dat ik een verrader ben. Dat ben ik niet en dat wil ik niet zijn. De oorlog is nog maar net voorbij. Snapt u?". Ik liet hem in het centrum van Ga za achter. In het spiegeltje van mijn auto zag ik, dat hij onmiddellijk door vrienden wer^ omringd^ Prins Bernhard heeft deze week tijdens het 83ste gala-jaardiner van de Holland Society in New York de gouden eremedaille van deze vereniging in ontvangst genomen. Hier de prins vlak voor het diner' in gesprek met de vroegere NATO-bevelhebber, generaal Lauris Nor stad. Aan de buitenmuur van het gebouw van de Amsterdamse roder kruis-afdeling hangt dit grote bord, waar een transfusiefles het totaal van de donors in de hoofdstad aangeeft. Op de onderste pijl staat: Dit is het nu! en op de bovenste: Wordt dit het? De entourage*waaronder het grote cirkelvormige pad, rond het graf van wijlen president Kennedy- is nu geheel voltooid. De president ligt in de rechthoek (rechtsonder) begraven. Het papieren jurkje mag dan in ons land nog niet veel succes hebben, in het verre Japan schijnt papieren dameskleding op het ogenblik de grote rage te zijn. Hier toont een van Japans meest be kende ontwerpsters, Fumi Hayashi, een van haar papieren scheppin gen. Alleen de schoenen die zij draagt zijn niet van papier. Mode uit Den Haag: uit de nieuwe collectie van Gerard Brosse voor de herfst, waarin we al zitten en voor de winter die nog komt, laat deze jonge dame een hoed en bijpassend pakje van tweed tien. Het geheel draagt de naam: Don Carlos. Met ons mag U raden „anr de gedachte van de bejaarde man rechts op het bankje.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 11