Tankauto explodeert op Franse nationale route MEER ON Nog m voor T stoffen REIS NAAR Kabouter Puntmuts DE EEUWIGHEID «#nan'b«re Boskoopse kwekers ziek door giftige bestrijdingsmiddelen DRIE DODEN EN VIJF GEWONDEN Hindoes willen uitwijzing missionarissen Documentaire over NSB verschenen Engeland en Polen achter Amerikaans- Russisch voorstel VUURZEE KOFFERS PENNING VOOR 100-JARIGE Grote walvis op strand Borkum ITALIË BESCHERMING Spaarbank komt met rekeningen zonder boekje ^entVSCA3'5 Pr°Cent t0t Twee wagens Vreemde weg PIPO DE CLOWN Het einde van een fijne dag 12 ÖAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 30 AUGUSTUS 1967 (Van onze redactie buitenland) CHARTRES Bij een ernstig verkeersongeluk op de route natio nale nr. 10 tussen Parijs en Chartres zijn maandagavond drie mensen om het leven gekomen en vijf andere ernstig gewond geraakt. De bij het ongeluk betrokken Belgische tankwagen geladen met 21 ton benzol vloog na een half uur, toen brandweerlieden en politie bezig waren de slachtoffers uit vier andere bij het ongeluk betrokken personenwagens te halen met een enorme steekvlam in brand. Het ongeluk gebeurde omstreeks half tien, op een recht stuk van een kilo meter lengte in deze weg, die altijd druk is omdat zij de verbinding vormt met het westen en zuidwesten van Frankrijk. AMSTERDAM (ANP) Gisteren is by de uitgeverij „De Arbeiderspers" in Amsterdam verschenen „Hou Zee Ka meraad", een documentaire over de NSB, de nationaal socialistische bewe ging van Ir. Mussert. Het boekje is sa mengesteld door de journalist J. Aarse en de historicus drs. B. Marinus. „Hou Zee Kameraad" omvat naast' ean 27 pagina's tellende inleiding, die een beeld geeft van de ontwikkeling van de Mussertbeweging van zijn oprichting in 1931 tot het voltrekken van het dood vonnis van de leider in 1946, 263 pagi na's zorgvuldig geselecteerde documen tatie, welke de feiten in de inleiding genoemd illustreren. De samenstellers hebben bepaald niet getracht een wetenschappelijke docu mentaire uit te brengen, wel een zo ob jectief mogelijk beeld van de geschie denis van de NSB te geven en daarbij duidelijk gemaakt dat het de crisis situatie op sociaal en economisch gebied in de dertiger jaren is geweest die de basis heeft gelegd voor het aanvankelijk succes van deze nationaal-socialis- t.ische beweging. De aanleiding tot het uitgeven van deze documentaire is ge weest een in 1952 gehouden enquête on der schoolkinderen van 12 tot 15 jaar. Zeventig procent van deze kinderen wist toen al niet meer wie Mussert was geweest. GENéVE (DPA) Groot-Brittannië en Polen hebben zich op de Geneefse ontwapeningsconferentie positief uitge sproken over het door de Sovjet-Unie en de Ver. Staten ingediende ontwerp verdrag tegen de verspreiding van kern wapens. De Italiaanse afgevaardigde daarentegen wees op het feit dat artikel drie betreffende een controle op nale ving nog openstaat en zei dat Italië eerst dan een standpunt zou kunnen bepalen als deze clausule zou zijn opge steld. Bij de indiening van het ontwerp heb ben de Sovjet-Unie en .de Ver. Staten de andere vijftien leden van de confe rentie verzocht het vraagstuk van con trole en inspectie zodanig uit te werken dat alle partijen tevreden zijn. De Sovjet-Unie staat er op dat het internationale atoombureau in Wenen wordt belast met de controle, maar le den van Euratom verzetten zich daar tegen. NIEUW DELHI (AFP) In India heeft de nationalistische Hindoepartij Jan Sangh maandag de uitwijzing g-e- eist van alle zendelingen en missio narissen „om de eenheid van het land te beschermen". De secretaris-generaal van de par tij. Jagannath Rao Josji, verklaarde in een toespraak te Calicut in de staat Kerala, dat niet alleen gelet moet wor den op ,,de rode, maar ook op de blan ke gardisten, die schuilgaan onder het priesterkleed en niet het christendom prediken maar hun politieke denkbeel den verbreiden-" Het aantal afgevaardigden van de Jan Sangh in het nationale parlement is na de verkiezingen van februari j.l. van 14 tot 35 gestegen. Uit een eerste onderzoek is gebleken dat de tankwagen van 36 ton, rijdende in de richting Chartres, werd gepas seerd door een sportwagen, een Porsche, die zeer snel reed. Op hetzelfde ogen blik passeerde een tegenligger, de chauffeur van de Porsche zag dat hij 't niet meer zou halen en remde sterk af, waardoor hij de tankwagen raakte. De chauffeur van de tankwagen raakte daardoor de macht over het stuur kwijt en remde. Het gevolg daarvan was dat de tankwagen driemaal achtereen om zijn lengte-as draaide en twee tegemoet komende auto's verpletterde. Een derde auto kon niet meer stoppen en reed op de ravage in. Andere automobilisten stopten om te helpen, brandweerlieden en politie haalden drie doden en vijf gewonden uit de wrakken. Pas een half uur na het ongeluk vloog de vrachtwagen in brand met een steekvlam van twintig meter hoogte. Een brandweerman werd daarbij aan gezicht en handen gewond. Een sleepwagen die al aan het werk getogen was raakte eveneens in brand, de chauffeur kon zich ternauwernood redden. De weg werd een vuurzee waar uit onmogelijk nog iets gered kon wor den. Een auto zat onder de tankwagen vastgeklemd. „Het enige wat wij kunnen doen is de wrakken laten uitbranden," zei de brandweercommandant. De gewonden, die er allen ernstig aar- toe zijn, zijn naar het ziekenhuis van Chartres overgebracht. Het zijn er vijf, drie mannen en twee vrouwen, twee vrouwen en een man zijn dood. Over een lengte van 150 meter is de weg bezaaid met stukken auto. verbrande kleding, en uiteengevallen koffers. De inzittenden van een van de auto's keer den blijkbaar var. vakantie terug. De brand heeft de hele nacht gewoed en was gisteravond pas bedwongen. Het verkeer is over een lengte van zes kilo meter omgelegd. Het ongeluk gebeurde op 9 km van Chartres. Was het in een bebouwde kom gebeurd, dan zou het vermoedelijk tot eenzelfde ramp hebben geleid als die welke vorige week het Belgisch-Luxem burgse stadje Martelange in rouw dom pelde. Er waren ditmaal echter geen huizen in de buurt. Drie personen werden gedood vyf anderen levensgevaarlijk p. wond, toen gisteravond de Porsche sportwagen rechts, een tankwagen i raakte. Deze kwam in botsing mei vijf andere wagens, waarvan enkele geheel werden vernield. Toen de lading van de tankauto in brand vloog, werden reddingspogingen on mogelijk. AMSTERDAM (ANP) Ter gele genheid van het 100-jarig bestaan van het Nederiandsche Roode Kruis heeft de N.V. Koninklijke Begeer, Voorscho ten een officiële penning geslagen. De voorzijde toont 4 portretten nE: koning Willem III, oprichter van het Nederiandsche Roode Kruis in 1867. prins Hendrik, voorzitter van 1908 tot 1934, koningin Juliana, voorzitster van 1934 tot 1948, thans beschermvrouwe a Irnrt lid en prinses Margriet, sinds kou op het dagelijks bestuur. De is steun de keerzijde symboliseren van het Nederlandse voik tjjnSe Rode Kruis, als rahdschnit^ Rode Kruis, als spreuken: per humanitatem <door menselijkheid naar vrta ter. arma caritas (barmj midden van wapengeweld pen zijn van de teeldnoti leur Joop Hekman- De pe den op diverse formatenin zilver en brons uitgegeven. BORKUM (DPA) Op het WttiJ düitse Waddeneiland Borkum is een oi geveer acht meter lange walvis ge-f strand. Het is vermoedelijk een vinvis Dinsdagochtend werd het dier op he! zuidelijke strand van het eiland gc den, het leefde toen nog. Gestrande wal-1 vissen kunnen op eigen kracht niet meer vlot komen, zij stikken me onder hun eigen gewicht. De walvis was I zondagmiddag als in de Wester-Ems ge- zién. Een reddingboot heeft het dier me! I behulp van kabels in diep water getrok- r ken. w*ar het snel een goed heenkomer zocht. (Van een onzer verslaggevers) BOSKOOP Tijdens het vèrrict I ten van werkzaamheden op een kwe kerij te Boskoop zijn twee boomkfft- kers ziek geworden. Bij een van to w$.ren de ziekteverschijnselen zo ern stig, dat hij tot tweemaal toe het to wustzijn verloor. In samenwerking met de veiligheidsdienst van de to I beidsinspectie werd door de rijkspol1* J tie een onderzoek ingesteld. Gebleken is dat op een naburige kwekerij j gespoten met het zeer giftige planten- bestrijdingsmiddel ,,Meta-iso-sytox waarbij gebruik was gemaakt van een zogenaamd nevelspuitkanon. De behandelende geneesheer herken- de het spuitmiddel aan de reuk, zoaa- hij terstond de oorzaak van de 2ieK' kon vaststellen en de nadelige geV0J' gen zoveel mogelijk tegengaan. Met een hogedruk nevelspuitkanon worden bij enige wind enorme mist* wolken vergif over de omgeving ui' gestort. Wanneer dit spuiten nonen lant gebeurt kan dit zodoende zwa lichamelijk letsel en zelfs de dood 1 gevolge hebben. Het onderzoek W* zich daarom ook uitgestrekt tot an re bedrijven, waar echter werd ge stateerd dat. men daar wel de noag -voorzichtigheid in acht nam. Het spuiten met giftige bestnjdi g- mïddelen mag alleen geschieden B; windstil weer, zodat de omgeving geen hinder van heeft. (Van onze TILBURG Over twee maai Goldschmit, als voorzitter van d i jn 1965 in opdracht van de iede 6e levenskansen en rentabilitei proefde sector van de Tilburgse zoeken zijn bevindingen vooriep jenstoffenfabrieken die hun me IVat de uitkomsten zullen zijn va 10 augustus a.s. wanneer de vaste „ken van de Tweede Kamer een he; heidssituatïe In Tilburg zullen de be- Wii hebben over deze situatie opgen „iet ten goede komt; immers de 25 .een volledig beeld kunnen krijgei van dit deel van de Tilburgse arbei Deze omstandigheid betekent echt^ „iet dat de kamerleden zich geel idee kunnen vormen van de toekoml ttiee situatie, die voor de textielindus I trie mag worden verwacht. Negei maanden geleden heeft de orgamsati- voor economische samenwerking eil ontwikkeling een rapport gepubliceerc I over de ontwikkeling in de textielin l I dustrie van de West- en Zuideuropestl landen van Japan. Canada, en de Ver enigde Staten. Dit rapport geeft eerl indruk van de situatie in de textiel! nijverheid bij onze belangrijkste con I currenten. Een van die concurrenterl E Italië. De Italiaanse importen var! goedkope strijkgarens in de periode! 1954-1966 zou meer dan ver tienvoudige! zijn en de levensvatbaarheid van me-F nig textielbedrijf werd verlaagd, hei-ï geen geresulteerd heeft in de sluiting! van een veertiental bedrijven en toenex mende zorgen voor de resterende on-l dernemingen. Het aantal arbeidsplaat-! sen is tengevolge hiervan met 2.000 inj vier jaar gedaald. De ontwikkeling in Italië is op dit! punt echter eveneens onrustig. Alleen al in 1965 is de werkgelegenheid in de Italiaanse textielindustrie met 1200CL arbeidsplaatsen afgenomen, terwijl I voor de komende jaren een nog grote-F re teruggang wordt verwacht, o m. ten-I gevolge van de opvallende hoge kapij taaisinvesteringen. Deze dragen juisll bij tot een snelle technische aanpas-L sing van de textielindustrie in Italië.! die echter niet door de Nederlandse! fabrikanten kan worden bijgehouden/ wegens gebrek aan financiële middelen) om de noodzakelijke investeringen td kunnen blijven verrichten- De fiscale tegemoetkomingen, die dd Italiaanse textielindustrie aldaar biedtl zijn hier niet. Hoewel een dergelijke! yorm van protectie niet past binnen! het E.E.G.-kader, en in strijd is met het Verdrag van Rome, gaat men op grote schaal hiermee door. De rege ring in Rome beroept zich op de bij zondere economische positie van, be paalde achtergebleven gebieden, die alleen door middel van industrialisa tie verbeterd kan worden. De rentes die in Nederland haar verband vindt in het industrieel vestigingsbeleid in de stimuleringsgebieden. Nu zou het mogelijk zijn om Tilburg als een der gelijk gebied te kwalificeren, zodat de industriële herstructurering effectiever ter hand kan worden genomen. i Een dergelijke „brede politiek" lijkt ons reëler dan exclusieve steun maatregelen aan de bedreigde wollen- stmfenindustrie te geven. Immers de O.E.S.O-cijfers tonen aan dat bijna m alle ledenstaten de produktiecapaci- *Vn.de laatste jaren in de wollen- stoffenmdustrie sneller is gestegen dan yra,ag naar kaar eindprodukten- De- houdenenS Za^ voor^°P^ê nog wel aan- Overaï heeft de overcapaciteit tot F.O'n'I,;»;ANP) De spaar sla.G "otter<lani gaat naast de be- van 1 sPaal'bankboekjes met ingang tek™i-eptember van dit jaar betalings- «PaartSi ™Y°eren. Daarbij is het Paarbankboekje niet meer nodig. WOfdt de spaarbank door 8 U3Meven en particulieren in- vanrat vo,or.de en or-t- alflus Z salarissen en pensioenen, Daardoo,- uCOrümuniqué van de bank' toenemend^ vla de sPaal"l>ank in ''oor het m mate betalingen verricht 'ank- ve!'maRen van bedragen naar hiervan Slr0rekeningen. Als gevolg ttaan aan „er 0011 sterke behoefte ont- heijlk hai-?en v oor betrokkenen gemak- apecialo iweï?>are methode. Voor deze hoekje^'oDpgsrekeningen komt het paarbank m,eer aan te Pas: de ,eiJige omA dagelijks een vol- betaalde bedrlgln" aUe ontvaQsen reedta^SS°pdl'achten kunnen thuis ge. verzonden Ij"31' en vervolgens Kven aan ÏÏ2 n oJ eenvoudig afge- buurt. ®Paarbankkantoor in - oc,k ..PeriS en gaat de spaarbank vogelmatis tm.eD.t°VerSjhr^vi,niSen'' v verm® ^"^orende-betalingen w jasten worrion porto- en andere kracht; Wel word? inurekening ge- een daIS?dt, ov<;r het gehele sal- '■5 procent berekende rente van k°°,r de houder?6 Daarnaast blijft J°ekje de rent? van 1 spaarbank. ?ailen ook dpn?,aarbank te Rotterdam r», N^rtets-- tervvijl andere Gor]nobem en Tholen, Voering Van de?ze gvaaP de in- n voorbereiding hebbe* <^enstver*en*ng de nu voor gra- lere ge- Twee huurlieden die hun leven lang naast elkaar hadden gewoond, wa- ren toch geen vrienden. Want de ene man was een goede man, en de an dere was slecht. Wat de een aan aalmoezen had gegeven, was door de ander weer gestolen. Waar de een zijn best gedaan had iedereen te hel pen ten koste van eigen krachten en middelen, daar was de ander in de weer geweest zichzelf te bevoordelen ten koste van zijn evennaaste. De twee mannen stierven op dezelf de dag. Hun engelbewaarders namen hen bij dc hand cn brachten naar een plaats van waar de weg voert naar de hemel en naar de hel. Tegelijk kwa men de huurlieden op die plek aan. ITet was een pleisterplaats waar scha duwrijke bomen stonden aan het be gin van een lange, brede weg. Onder de bomen wachtten twee feestwagens, met banken, waarop plaats was voor talloze reizigers. Voor elke wagen wa ren acht paarden gespannen, die on geduldig trappelden om te kunnen ver trekken. Het enige verschil tussen de beide wagens lag in de lileur: de ene Jan Plezier was rood geschilderd en ook de paarden die ervoor stonden te wachten waren rood als gloeiend vuur. De andere Jan Plezier was even wit als de acht schimmels die hem moes ten trekken. Op de rode wagen stond een bordje „Naar de Hel". Op de wit te eenzelfde bordje met de woorden ,,Naar de Hemel". „Ha", riep de slechte man tegen zijn buur. „We zijn nog altijd bij elk aar. Je ziet dat het geen verschil maakt of je in je leven goed voor je zelf hebt gezorgd, ofwel te kort bent gekomen omdat je zo gek was alles aan anderen weg te geven! Ik heb altijd wel geweten, dat jij je uitge sloofd hebt voor niets. Kijk eens aan, we kunnen waarachtig zelf nog kiezen waar we heen willen- Ik kom even ge makkelijk in de hemel als jij!". In de witte wagen zaten al verschil lende mensen te wachten. Ze waren heel eenvoudig gekleed. Kalm en be daard zaten ze op de banken, spraken weinig met elkaar en wachtten een voudig af wat er ging gebeuren. Maar in de rode Jan Plezier ging het heel anders toe. De mensen wa ren gekleed in de vrolijkste, bonte kleu ren. Ze maakten muziek op allerlei instrumenten. Ze zongen en zwaaiden met hun armen op de maat. Pakken vol lekkernijen, flessen vol met heer lijke dranken stonden tussen hen in. En als ze geen muziek maakten, aten en dronken ze zoveel ze konden. „Nu mag u zelf kiezen in welke wa gen u naar de eeuwigheid wil rijden", zeiden de engelbewaarders tegen de buurlieden. De goede man wees naar de witte wagen. Een ogenblik stond de slechte man in tweestrijd. Hij had in zijn leven niet veel nage dacht over de eeuwigheid. En als hij er wel eens een ogenblikje bij had stil gestaan, had hij gedacht: komt tijd, komt raad. Nu had hij dus een kans nog in de hemel te komen. Maar de tweestrijd duurde niet lang. „Man, klim toch niet in die saaie wagen!" riep hij naar zijn buur. „Kijk nou toch eens naar die uitgestreken gezich ten boven hun witte hemden. Daar is geen plezier mee te beleven- En kijk eens naar de gezellige boel in die ro de Jan Plezier! Lachen, zingen, eten en drinken, meer geluk kun je in de eeuwigheid niet verwachten!" De goede man schudde het hoofd. „Kom met me mee in de witte wa gen", drong hij aan. „Ik heb óók nooit geweten dat je nog kon kiezen. Grijp je kans en ga met me mee. Ik zal mijn best doen, zodat je je niet ver veelt onderweg." Maar de slechte man lachte hem smalend uit en voegde zich bij het vrolijke gezelschap in de wa gen, waarop geschreven stond „Naar de Hel". Toen de wagens vol waren, vertrok ken ze. Ze reden elk aan een kant van de brede weg. Er reed niemand voor ze uit, er reed niemand achter ze aan en ze kwamen niemand tegen. Maar de weg werd telkens onderbro ken door een pleisterplaats, waar de paarden onder de bomen konden rus ten. Aan weerskanten van die pleis terplaatsen stonden drommen mensen. Nauwelijks hielden de wagens stil, of die mensen drongen er omheen en rie pen naar de reizigers. De goede man herkende verschillende oude vrienden onder de menigte. Daar stond de oude man die hij zo lang had verpleegd. Daar stond de moeder, die hij menigmaal met geld had gehol pen als zij te kort kwam voor haar kinderen. Daar stond het jongetje dat hij eens met gevaar voor het eigen le ven, van de dood had willen redden. Zij kwamen op hem af en belaad den hem met gescnenken, bedankten hem voor alles wat hij voor hen had gedaan en wensten hem goede reis. Al zijn reisgenoten overkwam hetzelfde. De wagen kreeg een ander aanzien en toen Zij weer verder gingen, klonk er zelfs muziek, want onder de geschen ken waren ook violen en fluiten ge weest. Maar intussen was er in de rode wagen óók iets veranderd. De mensen die aan de andere kant van de weg de rode Jan Plezier had den opgewacht, dromden woedend en tierend om de reizigers heen. „Waar is de koe die je van me gestolen hebt?" schreeuwde de een, „Hier heb je een pak slaag, voor de klappen die je mijn kinderen hebt gegeven", bruid- de ander. Stokslagen vielen op de boos wichten en op de mensen die naast hen zaten. „Hier die mand met heerlijk heden!" zei een ander en tilde een mand van de wagen af. „Je hebt me zo lang honger laten lijden, nu is het jouw beurt!" Toen de wagens weer verder trokken zag de rode Jan Plezier er gehavend uit. Zo ging het nog op vele pleister plaatsen. Tenslotte was de weg be ëindigd en de witte wagen zag er uit als de feestelijkste praalwagen uit een optocht. De reizigers zongen en maak ten muziek, ze zagen er prachtig uri in veelkleurige glanzende kleren. Aan lekkernijen was er geen gebrek, d-: bloemen bogen zich aan alle kantei naar buiten en zelfs de paarden gin gen schuil onder geurende boeketter. Maar de rode wagen was geplun derd. Niets was er overgebleven van de pakken vol heerlijkheden en d( manden vol flessen. De reizigers had den alleen nog maar lompen aan het lijf. Ze zaten voj builen en schram men, ze kermden van pijn. De poorten van de hemel en hel lagen naast elkaar, Alle reizigers ste gen uit en verzamelden zich. Die uit de witte wagen voor een wit met gou den poort, die uit de rode wagen voor een rood met zwarte poort. Sleutels rammelden al in het slot aan de an dere kant van do deuren. Nu keken de twee buurlieden elk aar aan. En voor het eerst had de slechte man spijt. „Was ik maar in de witte wagen gestapt", dacht hij en die gedachte was in zijn ogen te lezen. De goede man hoopte dat hij hier voor de hemelpoort nog een laatste goede daad kon verrichten. Hij trok vlug zijn kleurige glanzende kleren uit, gaf ze tersluiks aan de buurman, die er vlug zijn lompen mee bedekte. Toen sloop de slechte man ongemerkt naai de groep voor de hemelpoort en wacht te ongeduldig tot de deuren open zwaaiden- Daar stond Petrus. „Kom binnen lieve kinderen", verwelkomde hij de mensen. „Natuurlijk is de wagen al weer volgeladen met geschenken van dankbare zielen. Ik ken dat. Zo gaat het hier altijd. Maar de wagens ke ren terug naar het begin van de weg naar de eeuwigheid. En ze nemen al le geschenken weer mee, om ze daarginds uit te delen aan de mensen die nog leven en in moeilijkheden ver keren. Hier in de hemel hebben wij deze dingen niet meer nodig. Hier wachten heerlijkheden waarbij al het andere in het niet verzinkt." De goede mensen begonnen door de poort naar binnen te gaan. De slechte man, die achteraan stond, keek nog eens naar de witte wagen vol schat ten en heerlijkheden. De paarden keerden al om en maakten zich ge reed voor de terugweg. Toen nam de slechte man vlug een besluit: hij ren de naar de witte wagen, sprong erop en reed in snelle vaart de eeuwig- heidsweg terug, naar het beginpunt. De goede mensen waren binnen en Petrus sloot de hemelpoort. De slech te mensen waren intussen de andere poort binnengegaan. Maar die ene was ontsnapt en in razende vaart voerden de paarden hem mee. De weg leek veel korter. Er stonden nergena mensen op de pleisterplaat sen en de paarden hielden niet stil. In een oogwenk stond hij weer aan het beginpunt van de weg. Niemand hield hem tegen toen hij van de wa gen klom. Niemand verbood hem zo veel mogelijk schatten van de wagen af te nemen en er heT leven weer mee binnen te stappen. De slechte buur man liep, zwaar beladen met kostbaar heden regelrecht naar zijn huis. Maar hij herkende de weg niet meer. De mensen die hij tegenkwam le ken hem geheel vreemd. De taal die zij spraken verstond hij niet. En toen hij eindelijk kwam aan de plek waar eens zijn huis en dat van de buurman hadden gestaan, bleken ze verdwenen te zijn. Alleen de grens steen die hun erven had gescheiden, was nog over. Er zat een stokoude man op die steen. De slechte buurman sprak hem aan en vroeg: „Kunt u me ook zeggen wat er met mijn huis is gebeurd? Hier heb ik altijd gewoond, naast de buurman van wie, het huis óók niet te vinden ls." De oude man antwoordde: „Ach, u gebruikt woorden die ik me herin ner uit mijn jeugd. Z0 sprak mijn grootvader ook! Die twee huizen? Ja, die moeten hier vroeger wel gestaan hebben. Mijn grootvader heeft er wel eens over verteld: er zouden twee bij zondere buurlieden gewoond hebben, die „De Goede" en „De Slechte" ge noemd werden. Maar dat moet al meer dan honderd jaar geleden zijn, want ik heb zelfs de huizen niet meer gekend De slechte buurman begreep opeens dat hrj wel honderd jaar gereisd had op de weg naar de eeuwigheid. Hij schrok zo ontzettend, dat hij alle schatten op de grond liet vallen en hel op een lopen zette. Hij holde naar de plaats waar de witte en de rode vvagen waren vertrokken, in de hoop ze er weer te zien staan. Maar er was geen wagen te beken nen Daar zit hij nu nog steeds en hij is van plan te wachten. Zo lang te wachten tot er weer twee wagens zul len staan, een witte en een rode. Intussen doet hij boete en het zou best kunnen gebeuren, dat hij tenslot te nog eens in een witte wagen stapt en eindelijk de hemelpoort zal berei ken. AN MAC GILLAVRY Silvia van Kampen (8 jaar), Dorpsstraat 17, Ossenisse. Er was eens een kabouter en die ka bouter heette: kabouter Puntmuts. Hoe hij aan die naam kwam? Luister maar. Kabouter Puntmuts was vroeger jong geweest en toen had hij nog geen muts. Toen had hij een andere naam, want toen heette hij Raadgever. Hij was bij de koning in dienst geweest, maar dat begon hem te vervelen. Hij zei tegen de koning: „Majesteit, ik wil dat u mij ontslaat". „Maar", zei de koning, „dat kan niet. Als ik nu iets niet weet, wat dan?" „Dat weet ik wel", zei Raadgever. „Wat dan?", vroeg d* koning nieuwsgie rig. „Nou", zei kabouter Raadgever, „nou u kiest gewoon een andere kabou ter." „Maar wie?", vroeg de koning. „Neem Kokosnoot", zei raadgever trots. „Ja", zei de koning, „dat is een goed idee", en er verscheen een glimlach om zijn lippen. Hij pakte een belletje en belde, toen trad Vluggertje de kamers van de koning binnen. „Vluggertje" zei de koning, „haal eens vlug kokosnoot voor mij". „Zeker majesteit", zei Vluggertje en verdween met een diepe buiging. Raadgever was dus ontslagen. Wat 'vond hij dat fijn. Hij wandelde naar zijn huisje. Hij kwam bij zijn huisje, pakte uit zijn zak een sleuteltje en stak het in het slot. De deur ging open en Raadgever stapte naar binnen. Keffend sprong zijn hondje tegen hem op. „Ha, Kwiebelstaart", zei Raadgever vrolijk. Raadgever liep naar zijn ka lender en wat zag hij; hij was de vol gende dag jarig. „Joepiee!", juichte Raadgever en rende weg, om vrienden uit te nodigen. Hoe vroeg kabouter Platmuts, kabou ter Schuinmuts kabouter Spitsmuts, ka bouter Haarscherp, kabouter Kookneus, kabouter Weetveel, kabouter Grapjas, kabouter Slijpschaar en nog een- hele boel kabouters. En hij kreeg veel geschenken. Van kabouter Kookneus kreeg hij een Punt muts. En toen riep kabouter Raadgever ineens: „Nu heet ik met die muts voort aan, kabouter Puntmuts". „Ja", riepen alle kabouters. „En nu gaat we van de taart smullen", zei kabouter Puntmuts. Toen de avond aanbrak gaven alle ka bouters de jarige een hand en wensten hem goede nacht. Toen alles opgeruimd Frieda de Wijs, Koning Haakonstraat 4, Moerdijk (9 jaar) was, schoot Puntmuts in zijn pyjama en stapte in zijn donzige zachte bedje. Die nacht gebeurden er vreselijke din gen. Er sloop een dief door het bos. Hij zag de paddestoel van Puntmuts staan en dacht: hier ga ik stelen. De dief haalde uit zijn zak een sleuteltje en stak het in het slot. Langzaam ging de deur open. Zonder geluid stapte de dief naar binnen, haalde uit zijn zak een zaklantaarn en stak die aan. Het was muisstil, alleen hoorde je het snurken van Puntmuts en af en toe hoorde je het krassen van een uil. Het was muisstil Dat vond de dief fijn. Plotseling, wat was dat. Het licht ging aan Puntmuts was klaarwakker. Hij zag de dief en zei: „Dag meneer, wat komt u hier doen?" De dief antwoordde niet. Na een poos je zwijgen zei de dief: „Niets meneer de kabouter". „Nou, maak dan dat je mijn huis uitkomt!'' schreeuwde Punt muts. „Zeker meneer de kabouter", bib berde de dief en vloog het huis uit en rende door het bos met de armen in de hoogte en schreeuwde: „Help, help, po litie, ze willen me vermoorden". En Puntmuts die lachte, lachte, dat zijn buikje er van schudde en stapte toen te vreden in zijn bedje. Zelf verzonnen door Tonny Struyer (9 jaar), Bijltje 8a, Doorn bos, Breda Pipo en Mamaloe en Petra die zaten aan de koffie. En ze smulden alle drie fijn van een grote koek, die Mama loe gebakken heeft. Maar opeens ging de deur open en de Dikke Deur kwam binnen. Mamaloe stopte vlug de keek in de oven, die nog aan was. De Dikke Deur zag het! En verzinde zo maar wat gauw. O, Pipo, ik heb zo'n honger. Krijg ik asteblief wat te eten. Petra ging naar de oven en pakte de koek uit de oven. Ze zei: Hier dikkie, hier heb je een koek. De Dikke Deur proef de. Maar toen hij een hap gegeten had lustte hij niet meer, want de koek was aangebrand. (Snik.) Nou hebben ze me weer bedrogen. Mamaaaaaaaa... Naverteld door Monique Verstallen (8 jr.), Groenstraat 15, Prinsenbeek. Het was prachtig weer en we zouden naar het zwembad gaan in Breda. Heel de dag hadden we fijn gespeeld, toen moesten we weer naar huis, maar o wee het begon te stormen en regenen. Wij zaten in de stadsbus en kwamen In dè tunnel. Daar stond het water zo hoog, dat de bus er niet meer uit kon komen. Wat zaten wij in angst, het water kwam al in de bus en ik dacht, dat ik nooit meer thuis zou komen. Maar toen kwam er een man en die heeft ons uit de bus gedragen, en er stond een taxi klaar en die heeft ons toen naar huis gebracht. Dat was wel fijn. Elilie v. d. Kieboom (9 jaar) Pruimboomsteeg 7, Oosterhout.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 12