COMMENTAAR Stap vooruit Meer begrip in Kerk voor vrijmetselarij HKVW IfVEN IN K.V.P. CUEMENS EPISCOPÜS; DR. CORN. V 0W Evenwichtige benadering Bemoedigend teken Mullende cijfers HET NIEUWE KERNVERDRAG BELGISCHE JEZUÏET WIST „GEHEIM" TE ACHTERHALEN Cohêèmfmüó $ocieuti$ïcö iarum éi Ltbtri Mttratên - 4c Fruna Mipm -ihb pvcm JJxcoomiunicac ioois ipio foilo h Kunendxejus ablblutlo- rj« txeepft)Mortis Arti* cuio Summi ïMntiifd relêrvata, De' Diet alleen de jeugd H' Loges Geheim Carbonari Ethisch Onbekende Oecumene 15 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1967 15 PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN..JONGEN PEILINGEN PINGEN f.^J^NGEN PEIUNGEN - UNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN 1K1 PEILINGEN .PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN 1M ^'NGEN PElLINGEN HtlUN^c a PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN - PEIL NGEN PEIL NGENWILINGEN PEILINGEN.^jyN^N pflj PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN_J*ElUNGtN^^ verontruste Brabantse KVP'ers hebben verklaard niets te voelen voor een samenwerking met extreem-linkse groeperingen in de PvdA ,1s Jien over Rood" en „Nieuw Links." Daarmee hebben zij ipso facto j kennen gegeven, dat zij realisten zijn. Zij weten, dat de wezenlijke worming van de maatschappij die zij voorstaan, niet tot stand kan ^omen via experimenten met verouderde marxistische dogma's maar ,|[een door een evenwichtig vooruitstrevend beleid. Van die evenwichtige benadering getuigt ook de positieve uitspraak cver het particulier initiatief. Veel hervormers verwachten alle heil van ja staat, van de overheid. Neen, zeggen de Brabantse KVP-radicalen. pun zienswijze is: zeker in een overbevolkt land als Nederland is voor li overheid een zeer belangrijke taak weggelegd. Daarnaast echter sioeten er ruime mogelijkheden zijn voor een inbreng van onderaf. Wie (en betere wereld wil kan de realisering ervan niet afschuiven op de ledereen zal een eigen bijdrage moeten leveren. Maar ook: moeten tuinen geven. Amerika en Rusland hebben overeenstemming bereikt over een ver drag tot het tegengaan van de spreiding van kernbewapening. Te- jsn dit verdrag zijn nogal wat bedenkingen aan te voeren. De controle „o de naleving ervan is beslist onvoldoende en landen als Peking - (kina en Frankrijk, die ook kernwapens kunnen maken, hebben zich er liet bij aangesloten. Desondanks moet dit verdrag worden toegejuicht. Het is zo gemakkelijk om over ontwapening en vrede te praten, vooral voor kleinere landen. Zij dragen niet de loodzware verantwoordelijk- keid die, in het westen bijvoorbeeld Amerika door de loop der ge- geschiedenis op zich heeft moeten nemen. Het machtsevenwicht, dat ongelukkig genoeg nog steeds de beste garantie is voor de vrede, kan gemakkelijk worden verstoord. En als het dan mis gaat krijgen Amerika en Rusland het grootste deel van de rekening te betalen. Voor een werkelijke ontspanning is realiteitszin nodig, goede wil, en een groot geduld. Amerika en Rusland hebben nog een heel lange weg 'egaan. Zij zijn echter bereid die weg op te gaan. Dat bewijst het kern- Bijzonder onhullend zijn de cijfers die drs. van Schilfgaarde in de „Eco- nomisch Statistische Berichten" naast elkaar heeft gezet. Ze tonen een duidelijke samenhang aan tussen het aantal werklozen in ons land en de graad van geschooldheid van de beroepsbevolking. Alleen in de provincies Noord-Brabant en Zeeland wijken de cij fers af. Brabant namelijk heeft veel meer werklozen dan het ongeschoold- tieidspercentage (57.7) zou doen veronderstellen. In Zeeland is het juist andersom. Voor wie de feiten kent wekken de cijfers minder verbazing. In Brabant namelijk zijn er enkele streken waar de bevolking als geheel zich I nu toe weinig aan beroepsopleiding gelegen laten liggen en i industrialisatie (daarnaast of daardoor?) nog maar weinig kansen lieeft gekregen. Het zijn vooral deze regio's die het provinciale werkloos heidspercentage ongunstig beïnvloeden. Industrialisatie is nu het parool. De conclusies van drs. Schilfgaarde tonen echter wel duidelijk aan dat er 'n niet te miskennen wisselwerking is tussen het opleidingsniveau van plaats en streek én de dynamiek waarmee de industriële ontwikkeling zich voltrekt. Dit verschijnsel zal zich in de toekomst nóg duidelijker manifesteren. Voor wie met een minimum aan onderwijs denkt te kun nen volstaan, worden de kansen bitter klein. Voor Zeeland, met veel meer mogelijkheden buiten de industriële sec tor, ligt de zaak momenteel nog anders. Maar ook voor deze provin cie geldt dat regeren vooruitzien is. |et gebruik van verdovende middelen neemt de laatste tijd op schrik barende wijze toe. Wat is de oorzaak? Sensatiezucht, zegt men, ver taling, een behoefte om weg te vluchten uit de sleur van alledag. Het komt ons voor, dat hier nog andere factoren meespelen. Als jonge mensen onverstandige, domme dingen doen gaan ouders en opvoeders tolden geheel vrijuit. Wat onze tijd betreft moet de vraag worden: krijgt de jeugd wel voldoende leiding? De jonge mens van vandaag heeft een grote mate van vrijheid. Dat isgoed. Maar wat wordt er van die vrijheid als geen enkel normbesef wordt bijgebracht? Heel wat jonge mensen zwalken stuurloos rond omdat degenen, die en 'e|ding zouden moeten geven, zelf niet meer weten op welk kom- Pü ze moeten varen. ®«VE AP) Het indienen van een gezamenlijk ontwerpverdrag .•voorkoming van een verdere verbreiding van kernwapens („non-pro- totf t tio°l de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten betekent de eerste voor s'ap V001'waarts sedert een dergelijk verdrag voor het eerst werd gesteld door president Johnson, nu drie en een half jaar geleden. In-', aan een overeen- van deze aard was reeds in Ji™rm naai voren gekomen in teiÜ voor a'gemene ontwa- ,6 sedert 1962. Het eerste na- ve w ever vourstei was echter 'tiuJj el?!? bo°dschap van John- jji. Jj de l'-landenconferentie in_ 11 ,j„° a!?eninS te Genève op van eo?ari 64 Het laatste punt 'au TnÜ sene van vÜf voorstellen -'J®on vroeg om „een over- i»i,r ter voorl'-oming van de Ut. J5 van kernwapens naar 'Wsevuia Z? nu ?iet bezitten, een internationale •toten Van vreedzame kemacti- %befi'A,n:e t00ncle onmiddel- Mferati?! voor deze »non" kfl> later' mJ5" m enkele we 'd. Epn een EOortgelijk voor- *fe hsio ^aar, 'an2 hebben echter *«lvoo Xgr,jke internationale za- kfcfc?',ndeweS gestaan- macht val de §roeien- van West-Duitsland. %erJvfiden de Russen echter ?CerdrLdat ean non-prolife- ite 2ün nie1 afhankelijk hoef- l'sstie-Vietj? een regelinê van de ^Paal was öa-riv, eerste hin' 8 kwestie weggenomen. staan Pn Wegt-Duitsland bleef ?iet-Unie Sfat, n°g aIt«d- De veterügde St!» herhaaldelijk de streven beschuldigd van "aar een verdrag met die "Waïtl.2! ,groot waren dat tot w!, h toegang z°n b6 Keniwapens >inderdStee, werd sterk W westen besloot erak kernmacht (MLF) niet te laten doorgaan. De Russen blijven echter argwanend ten aan zien van Duitse aanvallen op het oorspronkelijke plan voor inspectie van een verbod van verspreiding. De Verenigde Staten en de Sov jet-Unie willen dat het toezicht op de naleving wordt uitgeoefend door het Internationaal Bureau voor Atoomenergie te Wenen (IAEA). Hierin zijn alle wereldmachten met uitzondering van China vertegen woordigd. De zes EEG-landen, waaronder ook West-Duitsiand. hebben zelf-in- spectie geëist, uit te voeren door Euratom, hun eigen atoomgemeen schap. West-Duitsland heeft ge suggereerd da: controle van de IAEA kan leiden tot industriële spionage als inspecteurs van com munistische landen aan hun rege ring mededelingen gaan verstrek ken over buitenlandse reactors. In juni hebben de Verenigde Sta ten op de vergadering van de Nato- raad in Luxemburg hun Europese bondgenoten overgehaald steun te verlenen aan een plan waarbij de EEG-landen drie jaar lang geïn specteerd zullen worden door Eura tom. Na deze periode zou de IAEA de inspectie geleidelijk moeten overnemen. De Sovjet-Unie heeft dit aanbod tot dusverre noch aan vaard noch verworpen. De stap van donderdag duiat er echter op dat de Russen bereid zijn op basis hier van te onderhandelen. Engeland is het volledig eens met het ontwerp. Frankrijk en China zijn geen van beide vertegenwoor digd op de conferentie te Genève, hoewei Frankrijk er oorspronkelijk wel voor was uitgenodigd. Hel concilie heeft geen afzonderlijke uitspraken over de vrijmetselarij gedaan. Zijn decreet over het oecumenisme, zijn pastorale con stitutie over de kerk in de huidige wereld en zijn verklaringen over de niet-christelijke godsdiensten en over de godsdienstvrijheid geven echter blijk van een dergelijke openheid, dat wij het beste mogen ver hopen. Als wij ons aan een profetie mogen wagen, zouden wij zeggen: binnen afzienbare tijd, over enkele jaren, komt ook tussen de katholieke kerk en de vrijmetselarij de oecumene". Tot deze optimistische conclusie komt de Belgische jezuïet Michel Dierickx na een gedetailleerde stu die, waarvan hij de resultaten heeft neergelegd in het onlangs versche nen boek: „De vrijmetselarij, poging tot inzicht en waardering". Hij mag tot oordelen bevoegd worden ge acht, niet alleen omdat hij een hele bibliotheek over het verschijnsel vrijmetselarij heeft doorgewerkt maar ook en nog meer omdat hij maandenlang heeft verkeerd in vrijmetselaarskringen, met name op de hoofdzetel van de Nederlandse orde aan de Fluwelen Burgwal in Den Haag. Het is voor pater Dierickx wel een kleine teleurstelling geweest, dat het concilie zo weinig uitdruk kelijk aandacht aan het verschijn sel vrijmetselarij heeft geschonken. Eigenlijk was er maar één bisschop die voor een herziening van het kerkelijk standpunt ten opzichte van deze beweging heeft gepleit, nl. Mendez Arceo, bisschop van Cuernavaca in Mexico. „De kerke lijke straffen, meermalen tegen haar uitgevaardigd", aldus deze concilievader, „zouden we aan een onderzoek moeten onderwerpen, om niet het kwade en het goede van de kerk uit te sluiten tegen de wil van de Heer, die leerde het onkruid te laten groeien, om niet tegelijker tijd het koren uit te rukken". Hij deed zijn oproep voor het eersi? in 1962 en herhaalde haar in de beide volgende jaren. Met gering resul taat. Want de bisschoppen, hoe oecumenisch ze ook waren inge steld, hebben hem als een profeet in de woestijn laten roepen. Wel is de auteur van mening, dat de algemene uitspraken van het concilie over oecumene en gods dienstvrijheid de deur voor een ra dicale herziening van het kerkelijk standpunt hebben opengezet. De bul In eminent! var. 1738 en de encycliek Humanum Genus van 1884, waarin de excommunicatie over kaiholieice vrijmetselaars werd uitgesproken, hebben naar zijn in zicht hun betekenis voor onze tijd verloren. „Het is toch waarachtig niet omdat in 1738 of zelfs in 1884 een pauselijke bul of encycliek de vrijmetselarij heeft veroordeeld, dat op onze dagen alle vormen van vrijmetselarij veroordeeld zijn en blijven en dat een lidmaatschap van de loge onmiddellijk voor elke katholiek de excommunicatie mee brengt". Hetzeltde geldt voor Canon 2333 van het kerkelijk wetboek, die nog altijd de excommunicatie uitspreekt over de katholiek „die lid wordt van de vrijmetselarij of van andere dergelijke genootschappen die sa menspannen tegen de kerk en het wettelijk gezag". Pater Dierickx is van mening, dat deze canon alleen maar slaat op een bepaalde tak van de vrijmetselarij, namelijk op de afgescheurde „onregelmatige" lo ges in de Romaanse landen, die in derdaad lange tijd een antiklerikaal en antilegaal karakter hebben ge had, ten dele nog hebben, en niet op de „regelmatige" vrijmetselarij, die onmogelijk als antigodsdienstig of als antiklerikaal kan worden ge kenmerkt. Met andere woorden: de kerkelijke veroordeling treft een kleine minderheid van ongeveer zestigduizend leden en laat de grote meerderheid van plusminus zes miljoen (waartoe ook de Neder landse vrijmetselarij behoort) on verlet. De auteur weet zich in deze uit spraak gesteund door vooraanstaan de theologen en canonisten. Ook weet hij té vermelden, dat diverse Wësteuropese bisschoppen aan vrij metselaren, dit katholiek wilden worden of weer wilden gaan prak- tizeren, hebber, toegestaan, lid van de loge te blijven. Natuurlijk is lid van de loge blijven iets anders dan lid van de 'oge worden, maar het ligt er toch dicht tegen aan. En in ieder geval opent deze pastorale benadering een bemoedigend per spectief op de toekomst In een apart hoofdstuk behandelt Michel Dierickx de voornaamste bezwaren, die tegen de vrijmetse larij kunnen worden ingebracht. En dat is allereerst het geheime ka rakter van dit genootschap. Bij zijn naspeuringen is de auteur tot de conclusie gekomen, dat de vrijmet selarij geen geheim genootschap is, hoogstens een genootschap met ge heimen. Deze bestaan in „woorden, tekenen en aanrakingen", die de kandidaat bij zijn opname bekend worden gemaakt en die een rol spe len bij zijn inwijding. Ze hebben niets veroordelenswaardigs. inte gendeel, ze hebben de bedoeling om de vrijmetselaar voetje voor voetje binnen te leiden in het ideaal van de broederschap, hem zijn eigen wezen te ontsluieren en hem zijn afhankelijkheid te doen ervaren tegenover de grote bouwmeester van het heelal, God. De vrijmetse larij is van mening, dat deze woor den, tekenen en aanrakingen ge heim moeten blijven, willen ze hun volle inwerking op de mens behou den. Dat is wel zo ongeveer alles. Van een geheim genootschap kan men dus helemaal niet spreken: iedereen kent de adressen van de loges, de namen van hun leiders en leden, de aard van hun voornaam ste activiteiten In ieder geval is er op dit terrein geen enkele reden te vinden, waarom men de vrij metselarij voor een katholiek on aanvaardbaar zou kunnen noemen. Prins Wiliem-Alexander van Oran je (naar wie het kind van Beatrix en Claus is genoemd) draagt op dit portret de tekenen van zijn lidmaatschap der vrijmetselarij. Afhangend aan het lint zijn nog juist de passer en de rechthoek te onderscheiden. Een tweede bezwaar, dat men nogal eens hoort, is de antiklerikale en iaïeistische houding van de lo ges. Zoals we boven al hebben ge zegd, kan dit bezwaar inderdaad worden ingebracht tegen bepaalde takken van de vrijmetselarij, met name tegen de loges in de Romaan se landen (Frankrijk, Italië, Bel gië, Canada, Argentinië, Brazilië, Turkije, Libanon, Egypte, Syrië en de Philippijnen)In Italië met na me kwamen de zaken tussen kerk en vrijmetselarij op scherp te staan door de strijd van de Carbonari te gen de kerkelijke staten. Het is dan ook best te begrijpen, dat de overigens milde en vooruit strevende Leo XIII in 1884 een uiterst vinnige encycliek tegen de vrijmetselarij heeft, uitgevaardigd. Maar het zou verkeerd zijn, deze encycliek uit haar verband te ruk ken en tot een soort eeuwig gel dend document te verklaren: zij heeft alleen maar zin tegen de ach tergrond van de gebeurtenissen die zich rond deze tijd in Italië en het naburige Frankrijk afspeelden. Bo vendien moet worden erkend, dat in de loop van deze eeuw het anti klerikalisme, ook in de Romaanse landen, aanzienlijk is teruggelopen, en dat daaraan in deze landen een terugkeer naar de „regelmatigheid" beantwoordde. Er is dus ruimte ge komen voor een meer genuanceerd oordeel over de vrijmetselarij dan indertijd door Leo XIII werd uit gesproken. Het voornaamste bezwaar, dat de kerk tegen de vrijmetselarij heeft, is het gevaar voor syncretisme dat er in zit, het gevaar n.l. dat men er een eigen godsdienst van maakt, op gebouwd uit elementen, die links en rechts aan bestaande godsdien sten ontleend worden. De kerk, die strijdt voor de zuiverheid van het christendom, kan niet dulden, dat haar leden zich tot een dergelijke religie bekennen. Als het ten minste zo is, als hier wordt voorge steld. Maar hoe liggen de feiten? Prof. Dierickx komt tot de con clusie, dat het kerkelijk verbod hier op een foutieve veronderstel ling berust, dat. de vrijmetselarij geen godsdienstig maar alleen een ethisch stelsel is. De vrijmetselaar wil in respect voor de grote bouw meester van liet heelaal zijn steen tje bijdragen tot de vestiging van een goede orde in deze wereld en tot dé harmonische uitbouw van zijn eigen persoonlijkheid. „Zij spoort," aldus een citaat van de Ne derlandse vrijmetselaar Zeevalking, „de mens aan tot het hoogste, waar toe hij geroepen is, tot liefde voor de naaste, tot eerbied voor de schepper van de micro- en macro kosmos en niet in het fninst tot de worsteling met zijn grootste vij and, zichzelf". Geen religie dus maar een ethisch stelsel, aanvaardbaar voor mensen van alle nfogeli^ke confessies. Wel moet de auteur toegeven, dat de grens tussen ethisch stelsel en religie niet altijd scherp te trekken is, dat de bexoring om de grens te overschrijden zich in de vrijmetse larij permanent doet gevoelen en dat de vrijmetselarij zich niet altijd voldoende tegen deze bekoring ver zet heeft. Een zeker gevaar van syncretisme is dus beslist wel aan wezig. Maar betekent dit nu ook, dat katholieken zich afzijdig moeten houden? Prof. Dierickx is juist de tegenovergestelde mening toege daan: „Mocht in sommige landen in de ritualen van de symbolische vrijmetselarij nog een of andere bedenkelijke tekst voorkomen, dan valt dit door de aanwezigheid van praktizerende katholieken te wijzi gen". Tot zover de conclusies van dit intei-essante boek, getrokken na een nauwkeurige analyse van de ge schiedenis dor vrijmetselarij en van haar huidige bestaanswijze. Ner gens treft men in een zo kort bestek zoveel betrouwbare informatie bij een, nergens kan men zulk een objectief beeld van „De grote on bekende" getekend vinden. Dit boek wordt door dr. P. J. van Loo, groot secretaris van de Orde der Vrijmet selaren onder het groot-oosten der Nederlanden „ongetwijfeld 't beste werk" genoemd, „door 'n niet-vrij- metselaar over dit omvattende on derwerp geschreven". En dat is geen geringe verdienste. Toch past op enkele punten een woord van kritiek. Naar onze me ning is het boek van prof. Dierickx het zwakst, waar het spreekt over de houding van de tegenwoordige kerk ten opzichte van het vrijmet selarij en in het bijzonder over de houding van het Vaticaans concilie. Dat de kerk zich daar heeft uitge sproken voor vrijheid van geweten en godsdienst dat zij er haar respect heeft betuigd voor de niet- christelijke godsdiensten, snijdt weinig hout, indien men daarmee wil aantonen, dat het lidmaat schap van de vrijmetselarij voor een katholiek niet langer verbo den zou moeten zijn. Hij wil alleen maar zeggen, dat ieder mens de vrijheid heeft om als hij meent zulks te moeten doen boeddhist, islamiet of vrijmetselaar te wor den, niet dat het lidmaatschap van die bewegingen verenigbaar is met het lidmaatschap van de katholie ke kerk. Maar er is nog een bezwaar en dat zit dieper De auteur komt in zijn laatste noofdstuk, zonder het zelf te beseffen, terug op zijn uit spraak, dat de vrijmetselarij geen godsdienst is maar alleen een ethisch stelsel Hij plaatst de vrij metselarij onbervust op één lijn met de kerk. Bijvoorbeeld, waar hij met instemming de boven reeds ge noemde Zeevaïking citeert die zegt: „Te lang hebben kerk en loge in onze cultuur eikaar bestreden en in tegenover elkaar gestelde kam pen gestaan Het wordt meer dan tijd naast elkaar te gaan staan om elkaar waar mogelijk aan te vul- *!jkvu§^kyo8UM ?>*ras jp? nl» porifemtai %rauf aö ve'Hls CUth'tiïkè aum parsiate vitü%3e Sófttt ln»«jafi>4 len. Indien men over oecumene praat in de kerken dan is het goed dat men weet, dat er vlak naast de deur een plaats is, waar men aan de oecumene kan werken: de loge, de plaats waar de oecumene wer kelijkheid is geworden". Hier wor den de zaken lelijk door elkaar gehaspeld. Dat ook prof. Dierickx aan de hier gesignaleerde verwar ring niet helemaal ontkomen is mo ge blijken uit het volgende citaat: ,,De oecumenische beweging is ook voor de vrijmetselaren een uitda ging geworden, waarop zij positief of negatief antwoorden". Kij-hajl er beter aan gedaan van een groeiende toenadering tot de kérken te spreken en niet van een meegaan met de kerken in de oecu menische beweging. Titelpagina van de bui „In Eminen- ti" van 28 april 1738, waarin Paus Cle mens XII, de vrijmetselarij veroordeelt. Een katholiek, die zich bij deze bewe ging aansluit, loopt ipso facto tie straf der excommunicatie op. De vrijmetselarij de auteur heeft het zelf in alle toonaarden gezongen is geen godsdienst. Maar dan houdt ook de profetie geen stand, waarmee dit overigens waardevolle boek besloten wordt: „Binnen afzienbare tijd, over enke le jaren, komt tussen de katholie ke kerk én de vrijmetselarij de oecumene" tot stand. Dat is teveel van het goede. Dr. ALFRED VAN DE WEIJER Al meer dan twee weken doe ik verschrikkelijk mijn best om er achter te komen wat er nu precies aan de hand is in onze dierbare KVP. Berichten en bespiegelingen in de kranten wekken hevig de suggestie dat er inderdaad „iets" aan de hand is en dat het uiter mate belangrijk is en ik zou de mensen niet graag de kost geven die daar wakker van liggen. Er schijnt iets aan het bewegen te zijn links en rechts van het centrum. Aan beide kanten knopen mensen hun jasje dicht, stellen zich op en zeggen: hier sta ik. Over dat cen trum zelf hoor je verder niets. Het beweegt niet en ligt daar lokkend, richtinggevend en onbereikbaar centrum te zijn als een Punt Omega dat toevallig in het platte vlak ge projecteerd is. Wie nader wil tre den ontdekt cat het ver weg en niet in te halen is; de plaats waar het geprojecteerd was blijkt leeg te zijn. Rondom die droge vijver een te duur, lelijk en pretentieus woord om er ook nog politieke con sequenties van te verwachten. En Cals heeft het ook door. Die heeft zijn snor 'aten staan. Het re sultaat is niet dat hij nu meer op Drees lijkt en aanspraak kan ma ken op een vaderlijk image, maar dat hij nog verneukeratiever kijkt dan vroeger. En wij weten alle maal: zijn hart bevindt zich links zoals trouwens bij iedereen maar hij mag zich niet aangorden tot de strijd, omdat hij immers be naderd is voor een hoge functie, waarin hij boven de partijen moet staan. Hij blijft dus lekker in de luwte van het lege centrum zitten. En de KVP blijft wat zij was: een vereniging van katholieken die voor politiek geïnteresseerd zijn, maar die in plaats van een politieke keus te doen met zijn allen die po litieke veelheid proberen te over koepelen en in moederlijkheid te smoren; of ook: een club, waarin wordt nu heftig krijgertje gespeeld. De partijen hebben zich getooid met blikken helmen wit of rood naar gelang men zich rechts of links van het centrum heeft opgesteld. Zo gezien weerspiegelt dat wat zich in de KVP afspeelt en wat voorlopig nog de mooie naam van „discussie binnen de partij" draagt, zonder meer de politieke bedrijvigheid in het algemeen. Links, rechts en cen trum, meer mogelijkheden zijn er niet. Waren ze er dan zouden ze ook in de KVP zijn, want dit zout der aarde heeft zich verklonterd tot een aarde op zichzelf. Er kan dus niets gebeuren in de KVP wat niet al lang elders in de politieke arena gebeurd is. Het blijft scherts of de partij valt uiteen ia twee vleugels die daarmee pas tot politieke par tijen worden. De eerste mogelijkheid is leuk om te overwegen. Hel is de meest waarschijnlijke. Katholieke partijen splitsen niet. Zoals de Kerk is ook de KVP ene moeder en zij zal er met haar eeuwenoude wijsheid wel in slagen hare kinderkens onder haar vleugels te houden. Die kin derkens maken nu wel een beetje ruzie, maar ze menen het niet echt. Zodra een buitenstaander zich erin zou mengen, zouden zij het roerend eens blijken te zijn. De bereidheid tot wederzijds begrip, het bijna wanhopige verlangen om zichzelf te verbeteren en een nieuw ieven te beginnen, zijn aan weerskanten zo ontroerend groot, dat er alleen een knusse verzoening van kan ko men. Vandaar die blikken helmen en die dure woorden. Tenminste: ik voor mij vind „christen radicaal" het politieke leven van anderen zich weerspiegelt. Intussen beweegt het centrum niet. Vroeg of laat moet dit tot de ontdekking leiden dat het midden, het compromis, dus het uiteinde lijke resultaat van een beweging of een botsing, nooit het begin en het uitgangspunt kan zijn. Wie zich daar al meteen opstelt, legt de be weging lam. Een partij die bestaat uit een linker- en rechtervleugel is geen partij: z:j is twee partijen. Een splitsing staat dus wel degelijk op het spel. Dat zou dan het einde van de KVP zijn Noch de linker- noch de rechtti vleugel heeft recht op die naam. Het is een onzinnige vraag wie daar eventueel iets meer recht op zou hebben. Als een cel zich splitst in twee nieuwe cellen, kan geen van de twee zich de legi tieme voortzetting van de ene cel noemen. De oude cel sterft af door zich te splitsen Of het inderdaad tot een splitsing en boedelscheiding zal komen, is nog een grote vraag. Het lijkt allemaal tamelijk eenvou dig: rechts en links zijn in ons land weelderig genoeg georganiseerd om iedereen onderdak te geven. Maar wie de knusse moederlijkheid van de KVP gewend is, zal misschien het gevoel krijgen daar toch in de kou te staan. Aan vriendelijke sup porters van rechts en links ont breekt het de strijdende partijen allerminst. De begrafenisonderne mers staan klaar om aan te treden. Maar voorlopig gaat het boeiende spelletje rond de droge vijver nog door en wordt het gerucht verspreid dat er nieuw ieven op komst is bij de oude moedel.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 17