[UROPEAAN IN SJANGHAI: DIERENTUINATTRACTIE IN HET .HEMELSE HUK VAN MAO Het meisje met de zeven glazen regenboogdozen Walpasjenoodzakelijk kwaad Kitty gaat naar school DE HEKS Jongelui uit Venlo sliepen onder kerk De loze vissertjes EEMANSHUIS KORT EN KLEIN VERDORVEN k?kD BALORIG AARDAPPEL OORLOG IN MAASTRICHT LANGE TENEN Metrotrein botst tegen stelling Wel eten; geen beweging Politie verlost honden uit vooronder Geen vervolging agent clie fotograaf sloeg Rovers In het doosje Geschenk DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1967 ii (Van onze speciale verslaggever) SJANGHAI Tot vlak voor ie oorlog was Sjanghai een van |e meest door Europeanen ge tenteerde steden van het erre oosten. Op 't ogenblik is 1Et als Peking, Nanking en (anton omgeven door de isole- eade Chinese muur. Slechts nkele westerlingen slagen erin en kijkje in de schone, maar leprimerende straten te ne- „en. Als 't echter aan de Chi nezen lag, zouden ze hun land „et zo ontoegankelijk voor vreemdelingen maken als in de eeuwen voor de opiumoorlog die zulk een smet bracht op het christendom en de beschaving. Zoals de zoon van de hemel, de lieer van de aarde en de schenker van het Utht met deze arrogante titels n de oppermachtige en zelfbe wuste Chinese keizers zich uitgerust de schepelingen van de Britse Oost-Indische Compagnie slechts toe stond van het beruchte Lintin eiland korte excursies naar het vasteland maken, zo komt de rode draak, die de gouden draak heeft opgevolgd, niet veel verder dan het uit schrijven van walpasjes, die slechts inkele dagen geldig zijn. Uiteraard zijn deze alleen bestemd roor zeelieden en een verdwaalde gier, wier schip in Sjanghai ge lost ol geladen moet worden. Dit wordt gezien als een noodzakelijk kwaad, want Mao's volgelingen zou den het liefst onafhankelijk willen zijn van de rest van de wereld. Er zijn twee plaatsen in Sjanghai, waar de Europese scheepsbemannin gen elke avond opnieuw naar toe trekken. Dat zijn het aan de rivier de Wangpo gelegen Zeemanshuis en de daar niet ver vandaan liggende „winkel van de vriendschap". In het Zeemanshuis, waarvan de wanden volgeplakt zijn met anti- Britse leuzen, die geïnspireerd zijn op de troebelen in Hongkong, kan oedkoop gegeten en vooral gedron gen worden, terwijl er ook zware zijde en gro-te vazen kunnen worden :ht. De „winkel van de vriend schap" toont een veel groter assorti ment Chinese produkten, die op ver van het monsterboekje te- de helft van de vastgestelde Prijs verkregen kunnen worden. Na de grote proletarische culturele revolutie, die ook in Sjanghai alles op de kop heeft gezet, is de „winkel van de vriendschap" nog slechts een afschaduwing geworden van wat hij vroeger was. De rode garde staat r>og wel toe, dat er lappen zijde en Porselein worden verkocht som mige, inderdaad mooi beschilderd en periect geglazuurde vazen zijn door «ken Mao-emblemen totaal verknoeid doch antiek en sier voorwerpen van jade zijn niet meer 'e zien. J? Aaat e-en verhaal dat ongeremde evoiuUonairen in het begin van dit LhK '™kel van de vriendschap" waa!? bestormd en alles wat van waf iWas k°rt en klein sloeg. Dit om j ns ken enige manier ctè „demonen" en de „barbaren" uit j voor Europeanen, die al 'ae tijd van Marco Polo stammen u vejhmderen met voortbrengse- jg Cheese cultuur goede sier hai Lmen nu aan wa* gaat *n Sjang- het ?Ver °*e grote boulevard naar klart? 7Communistische leuzen be ften a manshuis wandelt, wordt oen aang6gaaPt en aangestaard als dU dl^at van een andere ge m ls ^gedaald Honderden jon- gaan u!.en' die daar speciaal zijn oo tP S» 0 staan om een glimp „iaDpwfr!en..van de ..kapitalisten', •vevisintict11..vreactionairen' en soms ja:;„en dijken zwijgend en *9*ÏS™ de voorbütrek- tijk ilar°Peaan moet in het rode h«*Wh 0nvo°,telbaar verdorven om van de ®aar niet te spreken. ie laat.tf? ,en schande hebben ,'iti.ja' geleerd dat vriendelijk- loond n.t ''n e wijze wordt, be- van een i„ ov?.r het haar strijken 'tsbisfer, )e 0F meisje, of het aü» een ljsie - naast thee "haat wnJr, e, c°nsumptie die op taigevoKv,elk°cht heeft slechts Paniek n?' het betrokken kind in 1 De F,? Zljn vader moeder huropeaan moet in het rode 'ijkt de Z™*»* van Sjanghai rentuin h», cn 00,1 mooiste dic- 5'ona Tetai~ï™is te zijn. Elke Se» joniens .z!cl' daar bonder- e benéden ™C1SJPS voor de deur e benedenv».jï .Jes voor ae aeur' {tb>indeerd epi?g is weliswaar b'M is, srt;r -f als er wat aan de Sef(I bp tn vn' mea "let t«sen de ï(»sters t. „,kllmmen °m door de ,e s uten van de langste Miljoenen dagelijks gebogen over het beruchte rode boekje. bar van de wereld, die tevens de enige bar is van deze uitgestrekte metropool. En er is nog wel eens wat aan de hand. Een zich vol gietende wester ling werkt zelfs voor een jenever- merk als anti-reclame. Welk een fatale indruk maakt hij dan niet in een land. waar het gebruik van al cohol (en narcotica) als een degene- ratieverschijnsel van de bourgeoisie wordt aangemerkt? Dat de wijsheid in de kan is als de wijn in de man is, werd gister avond voor de zoveelste keer bewe zen. Een aangeschoten Engelse zee man spuwde uit pure balorigheid een stuk ijs tegen een van de por tretten van Mao Tse Toeng, die in het Zeemanshuis hangen. Leiden was meteen in last. Het Chinese bedie nend personeel en de veiligheids ambtenaren die er rondhingen, slik ten deze belediging, welke hun „grote leraar, grote leider, grote opperbevel hebber en grote roerganger' werd aan gedaan, niet. Hoewel andere Britse schepelingen hun maat te hulp wil den komen, kregen ze geen schijn van kans. De man werd op een stoel gedrukt, waarna proces-verbaal werd opgemaakt. Ook werd hij gedwongen een verklaring te ondertekenen waar in hij zijn spijt over het gebeurde betuigde. Wat er daarna met de beschonken zeeman is gebeurd, weet ik niet. Hij' zal wel in de cel zijn gezet naast die Noorse eerste stuurman, die al een maand in de gevangenis zit. De laat ste -haalde het in zijn troebele hoofd de beeltenis op een Mao-speldje dat hij droeg, te verminken. Door deze domme streek zal hij ook nog zijn baan verliezen. De Chinezen namen namelijk tevens wraak op zijn schip, dat niet wordt afgehandeld en ook niet mag vertrekken. (Van onze correspondent) MAASTRICHT Wat vorige week als een stunt van een supermarkt in Maastricht begon is ontaard in een felle concurrentiestrijd, waardoor de aard appelprijs tot 9i/o cent de kilo is ge daald. De heer Sutherland, eigenaar van de superkarkt kwam vorige week woensdag met de stunt om 10 kilo aard appelen a raison van f 1,25 te gaan ver kopen. Buurman groenteboer, de heer Moors haakte in op deze actie. Maan dagmorgen verkocht hij 10 kilo tegen de prijs van f 1,05. Dinsdag liet de heer Sutherland de prijs zakken tot f 0,08. De heer Moors vervolgens verkocht 10 kilo voor f 0,95. Het ziet er niet naar uit, dat beide win keliers nog lager zullen gaan met hun prijzen. In een week tijd zijn tonnen aardap pelen in beide winkels afgenomen. Er kwamen zelfs kopers uit de Belgische en Duitse grensstreek. De langen tenen in het rode rijk zijn door de eeuwen heen welbe kend. Waarom daar voortdurend op moet worden getrapt, is me een raad sel. Landen, complete werelddelen, worden er door belast. Zeelieden, die tot vermaak van hun maten uit het rode boekje citeren, of van gekochte Mao-speldjes grote sterren op hun overhemd of broek fabriceren bei de „grappen" worden in het Zee manshuis van Sjanghai nog wel eens uitgehaald versterken de overal op de loer staande Chinezen in de gedachte dat in de wereld, die zij diep verachten, slechts barbaren en botterikken wonen. ROTTERDAM (ANP) Tijdens een proefrit is nabij het station Leuveha- ven een Rotterdams metrotreinstel te gen een houten stelling gebotst, waarop twee arbeiders bezig waren met het dichten van scheurtjes in het plafond van de metrotunnel. De twee mannen, in dienst van een aannemingsbedrijf, konden nog net op tijd van de stelling springen. Volgens een woordvoerder van de Rotterdamse Elektrische Tram kon het ongeluk gebeuren doordat de twee ar beiders niet op de hoogte waren van het feit dat de proefrit met het treinstel zou plaatsvinden. HILVERSUM (ANP) De Hilver- sumse politie heeft assistentie verleend bij het verwijderen van een aantal hon. den uit het vooronder van een woon scheepje, bewoond door een 69-jarige koopman in vodden en oude metalen en zijn echtgenote. Een hoofdinspecteur van de dieren bescherming te Hilversum hadden en kele weken geleden klachten bereikt over het oorverdovend lawaai, dat de honden in de woonschuit 's nachts maakten. Na een onderzoek kreeg hij dezer dagen van de eigenaar van het scheepje toestemming om poolshoogte te nemen. Bij het openen van het luik van het vooronder, waarin tien honden ble ken te zijn opgesloten, kwam hem een onbeschrijflijke stank tegemoet. De in specteur trachtte het bejaarde echtpaar te overtuigen, dat deze toestand niet langer kon voortduren en dat een aantal honden zou moeten worden verwijderd. De oude man was daartoe echter niet te bewegen en zei: „Een oud mens moet op zijn oude dag wat hebben". Praten hielp niet en ingrijpen leek bijzonder moeilijk, omdat de dieren goed eten kre gen. Zij konden echter niet tijdig door het bejaarde echtpaar worden uitge laten. Tenslotte werd toch de hulp van de politie ingeroepen en toen de oude man gisteravond vijf agenten voor zijn scheepje zag staan, gaf hij toe. Zeven honden werden uit het vooronder ver wijderd èn in een asiel ondergebracht, Het echtpaar mocht de drie andere be houden. Enkele dieren hadden kromge groeide poten, terwijl één zelfs niet meer op een hond leek. (Van onze correspondent) VENDO Het souf terrain van de St.- Antoniuskerk in Venlo-Blerick blijkt maandenlang te hebben gediend als clandestien nachtverblijf voor een groep Venlose jongelui in de leeftijd van 16 tot 20 jaar. Het is een loze ruimte, die zich onder de gehele kerk uitstrekt en niet door de parochie wordt gebruikt. Het sou,"terrain heeft geen enkele toe gang. De jongelui wisten de ruimte bin nen te dringen door in een hoekje aan de achterzijde, grenzend aan het kerk hof, een aantal stenen los te breken. Zij hielden er feestjes en brachten er ook vaak de nacht door, zonder dat hun verblijf werd opgemerkt. AMSTERDAM (ANP) De officier van justitie in Amsterdam, mr. J. F. Hartsuiker, hoofd van het arrondisse mentsparket, zal geen strafvervolging instellen tegen een agent van de Am sterdamse bereden politie terzake van mishandeling van de fotograaf E. de Jongh uit de hoofdstad. Deze had bij de officier eei^ klacht in gediend over het optreden van de po litieruiter tegen hem bij het nationaal monument op De Dam op 1 mei. De heer De Jongh zal nu, op grond van ar tikel 12 wetboek van strafvordering, bij het gerechtshof zijn beklag doen over het niet vervolgen van de agent en het hof verzoeken alsnog een vervolging te gelasten. Een oosterse glasblazer, die de prachtigste kunstwerken van glas kan maken, ging een reis ondernemen naar het westen. Hij wilde zien of daar ginds in het avondland het glas misschien nóg dunner, nóg doorzichtiger, nóg fonkelender, gemaakt kon worden dan hier in het morgenland. De jonge glasblazer sprak met zijn meisje af dat zij zouden trouwen bij zijn terugkomst. En hij gaf haar als afscheidsgeschenk zeven glazen dozen die in elkaar pasten. Het meisje was sprakeloos van bewondering en zo blij met dit geschenk dat de tranen die zij stortte over het vertrek van de glas blazer, ophielden te stromen. Het leek of er met de dozen een regenboog in huis was gekomen. Want vanaf de plaats waar zij stonden straalden langs wanden en plafond alle kleuren die in de regenboog aan de hemel kun nen voorkomen. Maar dat was nog het wonderbaar lijkste niet. Het meisje maakte de bui tenste rode doos open. Daarin vond zij een iets kleinere oranje doos. De oranje doos bevatte een gele, de gele een groe ne, de groene een blauwe, de blauwe een paarse. Maar de paarse leek leeg. Het meisje telde de glazen dozen. Zij kwam tot zes en keek de jonge glasbla zer vragend aan. Had hij niet gezegd dat er zeven duzen in elkaar pasten? „Er is een zevende doos", zei de glas blazer. „Het is de laatste en de klein ste". Het meisje keek maar zag niets. „Je kunt het doosje niet zien", zei de glasblazer, want het heeft de kleur van de laatste stralen van de regenboog. Dat is ultraviolet, een kleur die niemand zien kan. Het doosje is niet doorzichtig maar eenvoudig onzichtbaar. Het is er, voel maar." Het meisje legde haar vin gers in de paarse doos en voelde de gladde koele omtrek van een onzicht baar deksteltje. Ze wilde het openma ken, maai de glasblazer hield haar hand tegen. „Maak het pas open als ik weer terug ben", zei hij „Er ligt een klein geschenk in. dai ik je wil geven op onze trouwdag." Het meisje sloot de dozen, zette ze op een tafeltje en volgde met haar ogen de regenboogglanzen die door de kamer speelden. De glasblazer vertrok en het meisje begon aan haar uitzet te werken. Nu gebeurde het op een dag dat een boodschapper met een zeer gewichtige opdracht daar in de beurt door rovers werd overvallen Bijna viel hij in han den van de bandieten. Ze hadden hem al bij zijn mante- te pakken maar hij gaf zijn paard de sporen liet de armen uit de mouwen glijden en de rovers wierpen zich op .het rijke kledingstuk waarvan de zakken welgevuld waren. De ruiter ontkwam en vluchtte een erf op en een huis binnen Het was het huis van het meisje met de zeven gla zen regenboogdozen Toen de ruiter vol schrammen en met oloed bevlekt in zijn gescheurde hemd binnenkwam, bood de vader van het meisje hem water om zich te wassen, zalf om zijn wonden te verzachten en een schoon hemd om zich te kleden. Intussen was het opgevallen dat er een licht uitstraalde van het hart van de vreemdeling „Wat doen wij, als de rovers mij naar hier volgen?" vroeg de ruiter. „Waar om zullen ze u tot nier volgen, als zij de inhoud v/an uw zakken al in hun bezit hebben?" was ae wedervraag van de gastheer. De ruiter legde zijn hand op zijn hart „Ik zal u mijn moeilijk heid toevertrouwen", zei hij. „Ik ben een boodschappei van de sultan en heb opdracht een edelsteen te brengen bij een schone prinses. Bron van Licht heet de steen. Hoe welgekozen die naam is, heb ik pas bemerkt op mijn tocht. Ik draag de steen in een met leer ge voerd gouden doosje aan een ketting om mijn hals. Maai het leer en het goud en mijn hemd en mijn jas, kun nen de schittering van de steen niet temmen. Ik weet niet of de rovers heb ben opgemerkt, dat er licht van mij uit straalt. Maar als zij dat hebben gezien, zullen zij mij waarschijnlijk hierheen volgen. Waar kunnen wij zo gauw mo gelijk de Bron van Licht verbergen?" De boodschapper van de sultan maakte het gouden doosje open en het was als of hij de zon in zijn hand hield. „Leg hem in de oven", zei het meisje vlug. De boodschapper legde de steen in de oven, maar de stralen spoten door de dikke wand, het leek wel of de oven in brand stond. „Stop hem onder mijn bed", zei de vader haastig. Hij schoof het gordijn opzij en tilde met moeite een hoek van de zeven matrassen op. De boodschap per legde de steen eronder, maar ook dit was een slechte plaats, want het bed straalde alsof er honderd lampen achter de gordijnen brandden. „Leg hem in de fontein", zei het meisje nü. „Het zal lijken of de zon in het water schijnt". Maar ook dat was een slechte be waarplaats, want dü stralen van de fon tein gaven nu zulk een fel kleurenspel te zien, dat het leek of de zon en de re genboog tegelijk in de fontein woonden. Dat deed het meisje denken aan de glazen regenboogdozen. En aan het kleinste doosje, dat onzichtbaar was. Zij maakte alle zes-dozen open en nam het onzichtbare doosje in de hand. Had haar geliefde glasblazer niet gezegd dat zij het moest gesloten houden? Maar vanuit de verte klonk de roffel van galopperende paardenZij maakte het doosje open en zag in een flits een kleine doorschijnende ring. Maar nog voor zij goed gekeken had, liet de boodschapper de Bron van Licht in het doosje vallen. Het meisje sloot het dekseltje en op hetzelfde ogenblik was het stralende licht gedoofd. Zij paste de dozen in elkaar. Nauwelijks was de rode doos gesloten, of de rovers stormden het ert op. De gastheer trad de rovers tegemoet en wees op de boodschapper. „Zoekt u mijn gast?" vroeg hij. „Komt u hem zijn bezittingen terugbrengen? Hij is een dienaar van de sultan. Wat moet hij zijn heer melden als hij teruggekeerd is?" De rovers wisten niets te zeggen. Zij keken naar de vreemdeling, naar zijn schone hemd en naar het besmeurde hemd dat op de grond lag. Zij keken naar zijn uitgeput paard en naar de reistas die a an het zadel hing. Hun ogen waarden over het erf en door het huis Toen keerden zij hun paarden en stoven heen „Ik zal onmiddellijk verder reizen, nu de rovers geen belangstelling meer voor mij hebben", besloot de boodschap per. „Mag ik de Bron van Licht wéér. uit uw doos nemen?" Opnieuw maakte het meisje de do zen open. Toen zij tenslotte de zevende doos, die onzichtbaar was opende, moest zij de ogen beschermen. Zij keek tussen haar vingers en tussen de sluiers yan haar wimpers door in het doosje en zag nu dat de Bron van Licht midden in de cirkel lag van het fijne glazen, ringetje dat haar bruidsgeschenk zou worden. Zij wilde de schitterende steen met spitse vingers opnemen, maar de steen paste zó precies in het ringetje, dat ze met elkaar versmolten leken. Steen en ring lieten elkaar niet meer los. De boodschapper drong er op aan dat hij de steen mét de ring zou meene men, maar het meisje wilde daar niet van horen. En de vader gaf haar gelijk. Niels van Nu stond de boodschapper niet anders te doen, maar naar de sultan terug te keren en te vei tellen wat er met zijn Bron .van Licht was gebeurd. meisje in op te vangen. Hij sloot de ogen en dacht dat hij verblind raakte door de schoonheid van zijn bruid Maar toen merkte hij dat de Bron van Licht zo straalde. En hij zag de edel steen die door het ringetje omklemd was. „Dat heeft een d.'.epe betekenis", zei hij. „Dit betekent, met uw verlof edele heerser, dat de ring en de steen onaf scheidelijk zijn. Zodat mijn bruid be halve de ring van mij, ook nog de steen van onze heer en meester als huwelijksgeschenk zal krijgen. Heb ik dat goed begrepen???" Tegen zoveel overredingskracht was de sultan niet opgewassen. Het gebeur de zoals de glasblazer had voorgesteld. Maar hij moest wel zevenmaal zeven glazen regenboogdozen maken voor de sultan, die nog Zeven Bronnen van Licht bezat en nog minstens zeven mooie prinsessen kende die graag zulk een edelsteen zouden willen bezitten AN MAC GILLAVRY Er waren eens twee mannetjes aan het vissen. Ze hadden al vier voorns en twee palingen. Het ene mannetje, Benny Lauret, had weer eens beet. Hij haalde op, maar de vis was met de worm verdwenen. Aloys van Dijk haal de daarna een hele grote voorn eruit en die zwom in een plastic zak. Ze gooiden hun dobber weer terug in het water en ze wachtten weer op een beet. Maar ze konden geen visje meer ver- ch alken en gingen met de buit naar iuis terug, waar hun moeder al met de an klaar stond. Zelf verzonnen door Richard van Dijk, Bossestraat 101, Bosclika- pelle en Marnix van Laer, School straat 27, Koewacht. Er was er eens een heks en die heks heet Taarnaaboem die woonde in e?n groot bos in een heel groot bos bij een heel klein huisje en die heks was heel boos en ze stop je Grietje in de doos. Van Carlo Thomaes (oud 7 jaar) Braakmanlaan 4, Biervliet Dalsum, Mauritssingel 3, Breda (9 jaar) De sultan die zijn boodschapper ge heel vertrouwde, stond verbaasd over deze wonderbaarlijke geschiedenis. En hij besteeg zijn paard, liet zich verge zellen door de boodschapper en een stoet gewapende ruiters die wel honderd roversbenden de baas konden en reisde naar het huis van het meisje. Met alle eer die men een sultan verschuldigd is, werd hij door de vader en de dochter ontvangen. En in alle gehoorzaamheid opende het meisje de zeven dozen, tot de heerser zijn Bron van Licht zag liggen in de cirkel van het glazen ringetje. „Dit heeft een diepe betekenis", zei de sultan tot de vader. „Dit betekent dat de ring en de edelstenen onafscheidelijk zijn. Dus ik neem uw dochter tot vrouw Er was geen tijd voor schrik en geen tijd om een beleefd antwoord te sta melen. Want daar kwam een bestofte reiziger op een bezweet paard het erf opdraven. Het was de glasblazer en hij sprong op de grond en liep het huis binnen met open armen om er zijn „Kitty", riep moeder, „wil je nu ein delijk eens naar beneden komen" Zo begon de maandag voor Kitty. Bah, dacht ze „maandag" wasdag, wat erg toch dat ik niet naar school moet. Het is vandaag gelukkig de laatste dag van de vakantie. Haar schoolspullen stonden al ge reed- Ze zou ze zo graag gebruiken en ze wreef daarom ook even met haar vingers over het nieuwe schooletui. „Kitty, schiet eens op", klonk het onder aan de trap. Spoedig daarop gleed Kitty langs de trapleuning naai beneden. Nu eerst eten en dan beginnen met het werk, bah! En het was buiten toch zulk mooi weer. Ze zou o zo graag gaan zwemmen, maar ja, het was maandag Hef huilen stond haar nader dan hel lachen, toen even later Heieen aan de deur stond om te vragen of ze mee mocht gaan zwemmen. Maar ze mocht niet, nee ze moest werken. Maar het werk vlotte niet. Ze keek steeds naar buiten naar het prachtige weer en steeds als ze dat deed spron gen haar de tranen in de ogen. H hè. Dit heb ik in de Efteling gezien, schryft niet mooi? Rina De wys, Koning Haakonstr. 4 Moerdijk. Vinden jullie Doornroosje half elf. Ze zag de postbode aankomen en ze vloog naar de deur om te kijken of er al post \ran Corrie was. Ja er was post van Corrie. Ze scheurde de brief open en las hem. Er zaten ook mooie foto's bij. „Kitty, schiet eens op met je werk", hoorde ze vanuit het waskamertje. „Jaaa", riep Kitty en vloog weer aan het werk. Elf uur wees de klok. Plot seling begon het donker te worden. Het leek wel een onweersbui. Kitty vloog naar boven en sloot de ramen met veel moeite, want er was een flinke wind op komen zetten. Toen alle ramen geslo ten waren begcn opeens de donder te rommelen en moeder zei: „Het onweer zit vast wel vlakbij". De bliksemstralen schoten door de lucht en het regende pijpestelen. Op eens een harde knal waar moeder en Kitty erg van schrokken en toen was het opeens muisstil. Moeder keek voor zichtig door het raam en o.het huis aan de overkan* van de straat stond in vuur en vlam. Moeder nam de telefoon en belde de brandweer. Kitty keek ook maar eens naai buiten en wat ze toen zag: Het stormde. Het brandende dak en enkele brandende meubels vlogen door de straat. De ruiten in Kitty's huis stonden te klapperen en het huis aan de overkant van de straat was een com. plete puinhoop. Een zijmuur stond nog recht. Ze liep naar buiten om het eens van dichtbij te bekijken maar toen hoorde ze moeders schelle stem weer: „Kitty eten". Ze liep snel naar binnen en ging aan tafel zitten. Terwijl dacht ze: ge- ukkig morgen weer naar school. Toen ze klaar was met het eten waste :e de boel om en ging naar de kamer om te lezen. Maar het lezen vlotte niet, e dacht steeds aan morgen. Tenslotte meet ze het boek weg -en ging moeder helpen met de was ophangen. Toen gin gen ze weer naar binnen. Kitty mocht helpen met het eten koken. Kort daarop kwamen vader en Kitty's grote broer binnen en ze vielen aan tafel met de woorden: „We hebben hon ger als een paard". Kitty ging die avond vroeg naar bed en dacht: morgen, naar school. De vol gende morgen toen de wekker afliep sprong Kitty uit het bed. Ze waste zich en kleedde zich aan, deed haar spullen m haar tas en gleed van de trapleuning naar beneden. Ze at vlug en wipte de deur uit. Naar school. Zelf verzonnen door Corrie Hen nen, St. Antoinedijk 22 Oud-Gaste! (Ik zou graag willen correspon deren met een meisje van 13 of 14 jaar)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 9