[UROPEAAN IN SJANGHAI:
DIERENTUINATTRACTIE
IN HET
.HEMELSE
HUK VAN
MAO
Het meisje met de zeven
glazen regenboogdozen
Walpasjenoodzakelijk kwaad
Kitty gaat naar school
DE HEKS
Jongelui uit
Venlo sliepen
onder kerk
De loze
vissertjes
EEMANSHUIS
KORT EN KLEIN
VERDORVEN
k?kD
BALORIG
AARDAPPEL
OORLOG IN
MAASTRICHT
LANGE TENEN
Metrotrein botst
tegen stelling
Wel eten; geen beweging
Politie verlost
honden uit
vooronder
Geen vervolging
agent clie
fotograaf sloeg
Rovers
In het doosje
Geschenk
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1967
ii
(Van onze speciale
verslaggever)
SJANGHAI Tot vlak voor
ie oorlog was Sjanghai een van
|e meest door Europeanen ge
tenteerde steden van het
erre oosten. Op 't ogenblik is
1Et als Peking, Nanking en
(anton omgeven door de isole-
eade Chinese muur. Slechts
nkele westerlingen slagen erin
en kijkje in de schone, maar
leprimerende straten te ne-
„en. Als 't echter aan de Chi
nezen lag, zouden ze hun land
„et zo ontoegankelijk voor
vreemdelingen maken als in de
eeuwen voor de opiumoorlog
die zulk een smet bracht op het
christendom en de beschaving.
Zoals de zoon van de hemel, de lieer
van de aarde en de schenker van het
Utht met deze arrogante titels
n de oppermachtige en zelfbe
wuste Chinese keizers zich uitgerust
de schepelingen van de Britse
Oost-Indische Compagnie slechts toe
stond van het beruchte Lintin eiland
korte excursies naar het vasteland
maken, zo komt de rode draak,
die de gouden draak heeft opgevolgd,
niet veel verder dan het uit
schrijven van walpasjes, die slechts
inkele dagen geldig zijn.
Uiteraard zijn deze alleen bestemd
roor zeelieden en een verdwaalde
gier, wier schip in Sjanghai ge
lost ol geladen moet worden. Dit
wordt gezien als een noodzakelijk
kwaad, want Mao's volgelingen zou
den het liefst onafhankelijk willen
zijn van de rest van de wereld.
Er zijn twee plaatsen in Sjanghai,
waar de Europese scheepsbemannin
gen elke avond opnieuw naar toe
trekken. Dat zijn het aan de rivier
de Wangpo gelegen Zeemanshuis en
de daar niet ver vandaan liggende
„winkel van de vriendschap".
In het Zeemanshuis, waarvan de
wanden volgeplakt zijn met anti-
Britse leuzen, die geïnspireerd zijn
op de troebelen in Hongkong, kan
oedkoop gegeten en vooral gedron
gen worden, terwijl er ook zware
zijde en gro-te vazen kunnen worden
:ht. De „winkel van de vriend
schap" toont een veel groter assorti
ment Chinese produkten, die op ver
van het monsterboekje te-
de helft van de vastgestelde
Prijs verkregen kunnen worden.
Na de grote proletarische culturele
revolutie, die ook in Sjanghai alles
op de kop heeft gezet, is de „winkel
van de vriendschap" nog slechts een
afschaduwing geworden van wat hij
vroeger was. De rode garde staat
r>og wel toe, dat er lappen zijde en
Porselein worden verkocht som
mige, inderdaad mooi beschilderd en
periect geglazuurde vazen zijn door
«ken Mao-emblemen totaal
verknoeid doch antiek en sier
voorwerpen van jade zijn niet meer
'e zien.
J? Aaat e-en verhaal dat ongeremde
evoiuUonairen in het begin van dit
LhK '™kel van de vriendschap"
waa!? bestormd en alles wat van
waf iWas k°rt en klein sloeg. Dit
om j ns ken enige manier
ctè „demonen" en de „barbaren"
uit j voor Europeanen, die al
'ae tijd van Marco Polo stammen
u vejhmderen met voortbrengse-
jg Cheese cultuur goede sier
hai Lmen nu aan wa* gaat *n Sjang-
het ?Ver °*e grote boulevard naar
klart? 7Communistische leuzen be
ften a manshuis wandelt, wordt
oen aang6gaaPt en aangestaard als
dU dl^at van een andere
ge m ls ^gedaald Honderden jon-
gaan u!.en' die daar speciaal zijn
oo tP S» 0 staan om een glimp
„iaDpwfr!en..van de ..kapitalisten',
•vevisintict11..vreactionairen' en
soms ja:;„en dijken zwijgend en
*9*ÏS™ de voorbütrek-
tijk ilar°Peaan moet in het rode
h«*Wh 0nvo°,telbaar verdorven
om van de
®aar niet te spreken.
ie laat.tf? ,en schande hebben
,'iti.ja' geleerd dat vriendelijk-
loond n.t ''n e wijze wordt, be-
van een i„ ov?.r het haar strijken
'tsbisfer, )e 0F meisje, of het
aü» een ljsie - naast thee
"haat wnJr, e, c°nsumptie die op
taigevoKv,elk°cht heeft slechts
Paniek n?' het betrokken kind in
1 De F,? Zljn vader moeder
huropeaan moet in het rode
'ijkt de Z™*»* van Sjanghai
rentuin h», cn 00,1 mooiste dic-
5'ona Tetai~ï™is te zijn. Elke
Se» joniens .z!cl' daar bonder-
e benéden ™C1SJPS voor de deur
e benedenv».jï .Jes voor ae aeur'
{tb>indeerd epi?g is weliswaar
b'M is, srt;r -f als er wat aan de
Sef(I bp tn vn' mea "let t«sen de
ï(»sters t. „,kllmmen °m door de
,e s uten van de langste
Miljoenen dagelijks gebogen over het beruchte rode boekje.
bar van de wereld, die tevens de
enige bar is van deze uitgestrekte
metropool.
En er is nog wel eens wat aan de
hand. Een zich vol gietende wester
ling werkt zelfs voor een jenever-
merk als anti-reclame. Welk een
fatale indruk maakt hij dan niet in
een land. waar het gebruik van al
cohol (en narcotica) als een degene-
ratieverschijnsel van de bourgeoisie
wordt aangemerkt?
Dat de wijsheid in de kan is als
de wijn in de man is, werd gister
avond voor de zoveelste keer bewe
zen. Een aangeschoten Engelse zee
man spuwde uit pure balorigheid
een stuk ijs tegen een van de por
tretten van Mao Tse Toeng, die in
het Zeemanshuis hangen. Leiden was
meteen in last. Het Chinese bedie
nend personeel en de veiligheids
ambtenaren die er rondhingen, slik
ten deze belediging, welke hun „grote
leraar, grote leider, grote opperbevel
hebber en grote roerganger' werd aan
gedaan, niet. Hoewel andere Britse
schepelingen hun maat te hulp wil
den komen, kregen ze geen schijn
van kans. De man werd op een stoel
gedrukt, waarna proces-verbaal werd
opgemaakt. Ook werd hij gedwongen
een verklaring te ondertekenen waar
in hij zijn spijt over het gebeurde
betuigde.
Wat er daarna met de beschonken
zeeman is gebeurd, weet ik niet. Hij'
zal wel in de cel zijn gezet naast die
Noorse eerste stuurman, die al een
maand in de gevangenis zit. De laat
ste -haalde het in zijn troebele hoofd
de beeltenis op een Mao-speldje dat
hij droeg, te verminken. Door deze
domme streek zal hij ook nog zijn
baan verliezen. De Chinezen namen
namelijk tevens wraak op zijn schip,
dat niet wordt afgehandeld en ook
niet mag vertrekken.
(Van onze correspondent)
MAASTRICHT Wat vorige week
als een stunt van een supermarkt in
Maastricht begon is ontaard in een felle
concurrentiestrijd, waardoor de aard
appelprijs tot 9i/o cent de kilo is ge
daald. De heer Sutherland, eigenaar van
de superkarkt kwam vorige week
woensdag met de stunt om 10 kilo aard
appelen a raison van f 1,25 te gaan ver
kopen. Buurman groenteboer, de heer
Moors haakte in op deze actie. Maan
dagmorgen verkocht hij 10 kilo tegen
de prijs van f 1,05.
Dinsdag liet de heer Sutherland de
prijs zakken tot f 0,08. De heer Moors
vervolgens verkocht 10 kilo voor f 0,95.
Het ziet er niet naar uit, dat beide win
keliers nog lager zullen gaan met hun
prijzen.
In een week tijd zijn tonnen aardap
pelen in beide winkels afgenomen. Er
kwamen zelfs kopers uit de Belgische
en Duitse grensstreek.
De langen tenen in het rode rijk
zijn door de eeuwen heen welbe
kend. Waarom daar voortdurend op
moet worden getrapt, is me een raad
sel. Landen, complete werelddelen,
worden er door belast. Zeelieden, die
tot vermaak van hun maten uit het
rode boekje citeren, of van gekochte
Mao-speldjes grote sterren op hun
overhemd of broek fabriceren bei
de „grappen" worden in het Zee
manshuis van Sjanghai nog wel eens
uitgehaald versterken de overal
op de loer staande Chinezen in de
gedachte dat in de wereld, die zij
diep verachten, slechts barbaren en
botterikken wonen.
ROTTERDAM (ANP) Tijdens een
proefrit is nabij het station Leuveha-
ven een Rotterdams metrotreinstel te
gen een houten stelling gebotst, waarop
twee arbeiders bezig waren met het
dichten van scheurtjes in het plafond
van de metrotunnel. De twee mannen,
in dienst van een aannemingsbedrijf,
konden nog net op tijd van de stelling
springen.
Volgens een woordvoerder van de
Rotterdamse Elektrische Tram kon het
ongeluk gebeuren doordat de twee ar
beiders niet op de hoogte waren van
het feit dat de proefrit met het treinstel
zou plaatsvinden.
HILVERSUM (ANP) De Hilver-
sumse politie heeft assistentie verleend
bij het verwijderen van een aantal hon.
den uit het vooronder van een woon
scheepje, bewoond door een 69-jarige
koopman in vodden en oude metalen en
zijn echtgenote.
Een hoofdinspecteur van de dieren
bescherming te Hilversum hadden en
kele weken geleden klachten bereikt
over het oorverdovend lawaai, dat de
honden in de woonschuit 's nachts
maakten. Na een onderzoek kreeg hij
dezer dagen van de eigenaar van het
scheepje toestemming om poolshoogte te
nemen. Bij het openen van het luik van
het vooronder, waarin tien honden ble
ken te zijn opgesloten, kwam hem een
onbeschrijflijke stank tegemoet. De in
specteur trachtte het bejaarde echtpaar
te overtuigen, dat deze toestand niet
langer kon voortduren en dat een aantal
honden zou moeten worden verwijderd.
De oude man was daartoe echter niet
te bewegen en zei: „Een oud mens moet
op zijn oude dag wat hebben". Praten
hielp niet en ingrijpen leek bijzonder
moeilijk, omdat de dieren goed eten kre
gen. Zij konden echter niet tijdig door
het bejaarde echtpaar worden uitge
laten.
Tenslotte werd toch de hulp van de
politie ingeroepen en toen de oude man
gisteravond vijf agenten voor zijn
scheepje zag staan, gaf hij toe. Zeven
honden werden uit het vooronder ver
wijderd èn in een asiel ondergebracht,
Het echtpaar mocht de drie andere be
houden. Enkele dieren hadden kromge
groeide poten, terwijl één zelfs niet
meer op een hond leek.
(Van onze correspondent)
VENDO Het souf terrain van de St.-
Antoniuskerk in Venlo-Blerick blijkt
maandenlang te hebben gediend als
clandestien nachtverblijf voor een groep
Venlose jongelui in de leeftijd van 16
tot 20 jaar. Het is een loze ruimte, die
zich onder de gehele kerk uitstrekt en
niet door de parochie wordt gebruikt.
Het sou,"terrain heeft geen enkele toe
gang. De jongelui wisten de ruimte bin
nen te dringen door in een hoekje aan
de achterzijde, grenzend aan het kerk
hof, een aantal stenen los te breken. Zij
hielden er feestjes en brachten er ook
vaak de nacht door, zonder dat hun
verblijf werd opgemerkt.
AMSTERDAM (ANP) De officier
van justitie in Amsterdam, mr. J. F.
Hartsuiker, hoofd van het arrondisse
mentsparket, zal geen strafvervolging
instellen tegen een agent van de Am
sterdamse bereden politie terzake van
mishandeling van de fotograaf E. de
Jongh uit de hoofdstad.
Deze had bij de officier eei^ klacht in
gediend over het optreden van de po
litieruiter tegen hem bij het nationaal
monument op De Dam op 1 mei. De
heer De Jongh zal nu, op grond van ar
tikel 12 wetboek van strafvordering, bij
het gerechtshof zijn beklag doen over
het niet vervolgen van de agent en het
hof verzoeken alsnog een vervolging te
gelasten.
Een oosterse glasblazer, die de prachtigste kunstwerken van glas kan
maken, ging een reis ondernemen naar het westen. Hij wilde zien of daar
ginds in het avondland het glas misschien nóg dunner, nóg doorzichtiger,
nóg fonkelender, gemaakt kon worden dan hier in het morgenland.
De jonge glasblazer sprak met zijn meisje af dat zij zouden trouwen bij
zijn terugkomst. En hij gaf haar als afscheidsgeschenk zeven glazen dozen
die in elkaar pasten. Het meisje was sprakeloos van bewondering en zo blij
met dit geschenk dat de tranen die zij stortte over het vertrek van de glas
blazer, ophielden te stromen. Het leek of er met de dozen een regenboog in
huis was gekomen. Want vanaf de plaats waar zij stonden straalden langs
wanden en plafond alle kleuren die in de regenboog aan de hemel kun
nen voorkomen.
Maar dat was nog het wonderbaar
lijkste niet. Het meisje maakte de bui
tenste rode doos open. Daarin vond zij
een iets kleinere oranje doos. De oranje
doos bevatte een gele, de gele een groe
ne, de groene een blauwe, de blauwe
een paarse. Maar de paarse leek leeg.
Het meisje telde de glazen dozen. Zij
kwam tot zes en keek de jonge glasbla
zer vragend aan. Had hij niet gezegd
dat er zeven duzen in elkaar pasten?
„Er is een zevende doos", zei de glas
blazer. „Het is de laatste en de klein
ste".
Het meisje keek maar zag niets.
„Je kunt het doosje niet zien", zei de
glasblazer, want het heeft de kleur van
de laatste stralen van de regenboog. Dat
is ultraviolet, een kleur die niemand
zien kan. Het doosje is niet doorzichtig
maar eenvoudig onzichtbaar. Het is er,
voel maar." Het meisje legde haar vin
gers in de paarse doos en voelde de
gladde koele omtrek van een onzicht
baar deksteltje. Ze wilde het openma
ken, maai de glasblazer hield haar hand
tegen. „Maak het pas open als ik weer
terug ben", zei hij „Er ligt een klein
geschenk in. dai ik je wil geven op
onze trouwdag."
Het meisje sloot de dozen, zette ze
op een tafeltje en volgde met haar ogen
de regenboogglanzen die door de kamer
speelden. De glasblazer vertrok en het
meisje begon aan haar uitzet te werken.
Nu gebeurde het op een dag dat een
boodschapper met een zeer gewichtige
opdracht daar in de beurt door rovers
werd overvallen Bijna viel hij in han
den van de bandieten. Ze hadden hem
al bij zijn mante- te pakken maar hij
gaf zijn paard de sporen liet de armen
uit de mouwen glijden en de rovers
wierpen zich op .het rijke kledingstuk
waarvan de zakken welgevuld waren.
De ruiter ontkwam en vluchtte een
erf op en een huis binnen Het was het
huis van het meisje met de zeven gla
zen regenboogdozen Toen de ruiter vol
schrammen en met oloed bevlekt in zijn
gescheurde hemd binnenkwam, bood de
vader van het meisje hem water om
zich te wassen, zalf om zijn wonden te
verzachten en een schoon hemd om zich
te kleden. Intussen was het opgevallen
dat er een licht uitstraalde van het hart
van de vreemdeling
„Wat doen wij, als de rovers mij naar
hier volgen?" vroeg de ruiter. „Waar
om zullen ze u tot nier volgen, als zij
de inhoud v/an uw zakken al in hun
bezit hebben?" was ae wedervraag van
de gastheer. De ruiter legde zijn hand
op zijn hart „Ik zal u mijn moeilijk
heid toevertrouwen", zei hij. „Ik ben
een boodschappei van de sultan en heb
opdracht een edelsteen te brengen bij
een schone prinses. Bron van Licht
heet de steen. Hoe welgekozen die naam
is, heb ik pas bemerkt op mijn tocht.
Ik draag de steen in een met leer ge
voerd gouden doosje aan een ketting
om mijn hals. Maai het leer en het
goud en mijn hemd en mijn jas, kun
nen de schittering van de steen niet
temmen. Ik weet niet of de rovers heb
ben opgemerkt, dat er licht van mij uit
straalt. Maar als zij dat hebben gezien,
zullen zij mij waarschijnlijk hierheen
volgen. Waar kunnen wij zo gauw mo
gelijk de Bron van Licht verbergen?"
De boodschapper van de sultan maakte
het gouden doosje open en het was als
of hij de zon in zijn hand hield.
„Leg hem in de oven", zei het meisje
vlug. De boodschapper legde de steen
in de oven, maar de stralen spoten door
de dikke wand, het leek wel of de
oven in brand stond.
„Stop hem onder mijn bed", zei de
vader haastig. Hij schoof het gordijn
opzij en tilde met moeite een hoek van
de zeven matrassen op. De boodschap
per legde de steen eronder, maar ook
dit was een slechte plaats, want het
bed straalde alsof er honderd lampen
achter de gordijnen brandden.
„Leg hem in de fontein", zei het
meisje nü. „Het zal lijken of de zon in
het water schijnt".
Maar ook dat was een slechte be
waarplaats, want dü stralen van de fon
tein gaven nu zulk een fel kleurenspel
te zien, dat het leek of de zon en de re
genboog tegelijk in de fontein woonden.
Dat deed het meisje denken aan de
glazen regenboogdozen. En aan het
kleinste doosje, dat onzichtbaar was.
Zij maakte alle zes-dozen open en nam
het onzichtbare doosje in de hand. Had
haar geliefde glasblazer niet gezegd dat
zij het moest gesloten houden?
Maar vanuit de verte klonk de roffel
van galopperende paardenZij
maakte het doosje open en zag in een
flits een kleine doorschijnende ring.
Maar nog voor zij goed gekeken had,
liet de boodschapper de Bron van Licht
in het doosje vallen. Het meisje sloot
het dekseltje en op hetzelfde ogenblik
was het stralende licht gedoofd. Zij
paste de dozen in elkaar. Nauwelijks
was de rode doos gesloten, of de rovers
stormden het ert op.
De gastheer trad de rovers tegemoet
en wees op de boodschapper. „Zoekt u
mijn gast?" vroeg hij. „Komt u hem zijn
bezittingen terugbrengen? Hij is een
dienaar van de sultan. Wat moet hij
zijn heer melden als hij teruggekeerd
is?"
De rovers wisten niets te zeggen. Zij
keken naar de vreemdeling, naar zijn
schone hemd en naar het besmeurde
hemd dat op de grond lag. Zij keken
naar zijn uitgeput paard en naar de
reistas die a an het zadel hing. Hun
ogen waarden over het erf en door het
huis Toen keerden zij hun paarden
en stoven heen
„Ik zal onmiddellijk verder reizen,
nu de rovers geen belangstelling meer
voor mij hebben", besloot de boodschap
per. „Mag ik de Bron van Licht wéér.
uit uw doos nemen?"
Opnieuw maakte het meisje de do
zen open. Toen zij tenslotte de zevende
doos, die onzichtbaar was opende, moest
zij de ogen beschermen. Zij keek tussen
haar vingers en tussen de sluiers yan
haar wimpers door in het doosje en
zag nu dat de Bron van Licht midden
in de cirkel lag van het fijne glazen,
ringetje dat haar bruidsgeschenk zou
worden. Zij wilde de schitterende steen
met spitse vingers opnemen, maar de
steen paste zó precies in het ringetje,
dat ze met elkaar versmolten leken.
Steen en ring lieten elkaar niet meer
los.
De boodschapper drong er op aan dat
hij de steen mét de ring zou meene
men, maar het meisje wilde daar niet
van horen. En de vader gaf haar gelijk. Niels van
Nu stond de boodschapper niet anders
te doen, maar naar de sultan terug te
keren en te vei tellen wat er met zijn
Bron .van Licht was gebeurd.
meisje in op te vangen. Hij sloot de
ogen en dacht dat hij verblind raakte
door de schoonheid van zijn bruid
Maar toen merkte hij dat de Bron van
Licht zo straalde. En hij zag de edel
steen die door het ringetje omklemd
was.
„Dat heeft een d.'.epe betekenis", zei
hij. „Dit betekent, met uw verlof edele
heerser, dat de ring en de steen onaf
scheidelijk zijn. Zodat mijn bruid be
halve de ring van mij, ook nog de
steen van onze heer en meester als
huwelijksgeschenk zal krijgen.
Heb ik dat goed begrepen???"
Tegen zoveel overredingskracht was
de sultan niet opgewassen. Het gebeur
de zoals de glasblazer had voorgesteld.
Maar hij moest wel zevenmaal zeven
glazen regenboogdozen maken voor de
sultan, die nog Zeven Bronnen van
Licht bezat en nog minstens zeven
mooie prinsessen kende die graag zulk
een edelsteen zouden willen bezitten
AN MAC GILLAVRY
Er waren eens twee mannetjes aan
het vissen. Ze hadden al vier voorns
en twee palingen. Het ene mannetje,
Benny Lauret, had weer eens beet. Hij
haalde op, maar de vis was met de
worm verdwenen. Aloys van Dijk haal
de daarna een hele grote voorn eruit
en die zwom in een plastic zak. Ze
gooiden hun dobber weer terug in het
water en ze wachtten weer op een beet.
Maar ze konden geen visje meer ver-
ch alken en gingen met de buit naar
iuis terug, waar hun moeder al met de
an klaar stond.
Zelf verzonnen door Richard van
Dijk, Bossestraat 101, Bosclika-
pelle en Marnix van Laer, School
straat 27, Koewacht.
Er was er eens een heks
en die heks heet Taarnaaboem
die woonde in e?n groot bos
in een heel groot bos
bij een heel klein huisje
en die heks was heel boos
en ze stop je Grietje in de doos.
Van Carlo Thomaes (oud 7 jaar)
Braakmanlaan 4, Biervliet
Dalsum, Mauritssingel 3, Breda (9 jaar)
De sultan die zijn boodschapper ge
heel vertrouwde, stond verbaasd over
deze wonderbaarlijke geschiedenis. En
hij besteeg zijn paard, liet zich verge
zellen door de boodschapper en een
stoet gewapende ruiters die wel honderd
roversbenden de baas konden en reisde
naar het huis van het meisje. Met alle
eer die men een sultan verschuldigd is,
werd hij door de vader en de dochter
ontvangen.
En in alle gehoorzaamheid opende het
meisje de zeven dozen, tot de heerser
zijn Bron van Licht zag liggen in de
cirkel van het glazen ringetje.
„Dit heeft een diepe betekenis", zei
de sultan tot de vader. „Dit betekent dat
de ring en de edelstenen onafscheidelijk
zijn. Dus ik neem uw dochter tot
vrouw
Er was geen tijd voor schrik en geen
tijd om een beleefd antwoord te sta
melen. Want daar kwam een bestofte
reiziger op een bezweet paard het erf
opdraven. Het was de glasblazer en hij
sprong op de grond en liep het huis
binnen met open armen om er zijn
„Kitty", riep moeder, „wil je nu ein
delijk eens naar beneden komen"
Zo begon de maandag voor Kitty.
Bah, dacht ze „maandag" wasdag, wat
erg toch dat ik niet naar school moet.
Het is vandaag gelukkig de laatste dag
van de vakantie.
Haar schoolspullen stonden al ge
reed- Ze zou ze zo graag gebruiken en
ze wreef daarom ook even met haar
vingers over het nieuwe schooletui.
„Kitty, schiet eens op", klonk het
onder aan de trap.
Spoedig daarop gleed Kitty langs de
trapleuning naai beneden. Nu eerst eten
en dan beginnen met het werk, bah! En
het was buiten toch zulk mooi weer. Ze
zou o zo graag gaan zwemmen, maar
ja, het was maandag
Hef huilen stond haar nader dan hel
lachen, toen even later Heieen aan de
deur stond om te vragen of ze mee
mocht gaan zwemmen. Maar ze mocht
niet, nee ze moest werken.
Maar het werk vlotte niet. Ze keek
steeds naar buiten naar het prachtige
weer en steeds als ze dat deed spron
gen haar de tranen in de ogen. H hè.
Dit heb ik in de Efteling gezien, schryft
niet mooi?
Rina De wys, Koning Haakonstr. 4 Moerdijk. Vinden jullie Doornroosje
half elf. Ze zag de postbode aankomen
en ze vloog naar de deur om te kijken
of er al post \ran Corrie was. Ja er was
post van Corrie. Ze scheurde de brief
open en las hem. Er zaten ook mooie
foto's bij.
„Kitty, schiet eens op met je werk",
hoorde ze vanuit het waskamertje.
„Jaaa", riep Kitty en vloog weer aan
het werk. Elf uur wees de klok. Plot
seling begon het donker te worden. Het
leek wel een onweersbui. Kitty vloog
naar boven en sloot de ramen met veel
moeite, want er was een flinke wind op
komen zetten. Toen alle ramen geslo
ten waren begcn opeens de donder te
rommelen en moeder zei: „Het onweer
zit vast wel vlakbij".
De bliksemstralen schoten door de
lucht en het regende pijpestelen. Op
eens een harde knal waar moeder en
Kitty erg van schrokken en toen was
het opeens muisstil. Moeder keek voor
zichtig door het raam en o.het huis
aan de overkan* van de straat stond in
vuur en vlam. Moeder nam de telefoon
en belde de brandweer. Kitty keek ook
maar eens naai buiten en wat ze toen
zag: Het stormde. Het brandende dak
en enkele brandende meubels vlogen
door de straat. De ruiten in Kitty's huis
stonden te klapperen en het huis aan
de overkant van de straat was een com.
plete puinhoop. Een zijmuur stond nog
recht.
Ze liep naar buiten om het eens van
dichtbij te bekijken maar toen hoorde
ze moeders schelle stem weer: „Kitty
eten". Ze liep snel naar binnen en ging
aan tafel zitten. Terwijl dacht ze: ge-
ukkig morgen weer naar school.
Toen ze klaar was met het eten waste
:e de boel om en ging naar de kamer
om te lezen. Maar het lezen vlotte niet,
e dacht steeds aan morgen. Tenslotte
meet ze het boek weg -en ging moeder
helpen met de was ophangen. Toen gin
gen ze weer naar binnen. Kitty mocht
helpen met het eten koken.
Kort daarop kwamen vader en Kitty's
grote broer binnen en ze vielen aan
tafel met de woorden: „We hebben hon
ger als een paard".
Kitty ging die avond vroeg naar bed
en dacht: morgen, naar school. De vol
gende morgen toen de wekker afliep
sprong Kitty uit het bed. Ze waste zich
en kleedde zich aan, deed haar spullen
m haar tas en gleed van de trapleuning
naar beneden. Ze at vlug en wipte de
deur uit. Naar school.
Zelf verzonnen door Corrie Hen
nen, St. Antoinedijk 22 Oud-Gaste!
(Ik zou graag willen correspon
deren met een meisje van 13 of
14 jaar)