DIEF? Geen vreugdevuur in Engeland Duidelijke afbakening koloniaal bezit meubilair negen ton akkoord rampjaar feestwijn m nverdrijver DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 JULI 1967 rkeersofficier rt in door ni-happening eindelijk vrede zondebokken paniek - is de Parijse binnenstad voor particuliere auto's gesloten- dan leeft, wie dan zorgt. het ene onweer is nog niet voor- j of het ander is al weer in :ht. Als een Fransman met zijn i naar het buitenland gaat. moet ehter op zijn wagen een F neo- France. Die plak is in de regei t 13 cm hoog en 5 tot 6 cm ireen kan het gemakkelijk zien rg nooit heeft een douane-ambte er aan de grens aanmerking op akt- Maar nu heeft de minister litrusting een oekase uitgevaai" die met ingang van 7 august wordt en waarin staat ciat o >rtaan op een ellipsvormige pi worden aangebracht van ly m. Er rijden in Frankrijk 8 m auto's, waarvan er Per ïn over de grens gaan, diei a ieuwe F nodig hebben. dat de nieuwe plak tien n is dat dus een uitgave en v i overbodige belasting van :n franc. ben de Fransen gelijk, als *c dat de staat een diei Is- 1 ingang van 1 juli is e bonnetje op de voorruit ten 'an een bekeuring verv;a wnrden er moest dat bonnetje mer ild met naam. adres en nummer et rijbewijs en opgestuu d aar de prefectuur. Dan tanden, de postwissel thuis, nen op het postkantooi k je( neestal tien franc als net ligaten had Uitgelope^- j n,s. obilisten lieten de postwl veel ;gen. Dan kwam er weer een aangetekend s®h"J en stoor de balie moest k ,verd de boete verhoogd jjt. franc. Wie de rechter 0| reeg na maanden een aarder aan huis met ae n ulj im in de gevangenis o® auren. en. Maar dat kon jare t er zij n te weinig- agente" aarders en de gevangemssei r t. Dat is nu veranderd- ve n de rechtbanken Mg ,it lucht. Want op de vofflfru an een geel bonnetje, pll5 g hoeveel de boete k nt leer de rechter, maar wat pagent stelt de bo®te toekomst nog aanleidtmi^ge\e it heel wat gekibb,',„rtreder nc dan moet de ove n van «arenwinkel een zegel pakken ic. die op het bonnetje P" j{u. bonnetje naar de pref hij dat niet, fanna^°mef in er weer aan te P te de gevangenis. parijs® hebben in onze eig'e"vraagd- pd aan een hulpagent s traffen- jn normen zijn om er een of 30 franc, hij hjero oC. 'aardige, zij het ho l, g3 vaa redenering op na- ecn kip ind-punt uit. zei hij, da 10 fran® anc kost. Een boete jjaar nt dus een week Se® 30 franC i voor een h°ete i^n zitt®a' 1 zonder kip te h rt vet slecht over nnjn fra#r us: door de bank wageB een automobilistL Tja h±?v,ï'rd?fe weken W* DE WANKELE VREDE VAN BREDA 51 les, 52 adé, 53 sm, 55 ,r 58 e.k., 59 tomaten, 63 m,! 66 Edom, 67 kolen, 69 daas 72 Ede, 73 Marat, 74 Landen Lmel. J 1 steel, 2 tong, 3 rede, 4 ,1 1, 6 berk, 7 sn, 8 sint, 9 emoe er, 11 setter, 13 re, 15 selene' 18 Sam, 21 lap, 23 sip, 26 pan' al, 30 samba, 31 gesel, 32 Trees' nd, 35 lelie, 37 Ina, 38 eng, jj 1 Dee, 44 nestel, 46 men,' 50 kat, 52 aal, 54 model, St >7 hen, 58 egaal, 60 Mora, 11 62 noen, 63 meer, 64 Adam, 15 68 Ld, 71 nd, 73 mm. DE JANEIRO (Reuter) Ma. ifficier Celso Franco, hoofd van d11 ersdienst in Rio de Janeiro, is op ureau ineengestort toen hy vernam en groep danseressen in minirok massale verkeersopstopping had rzaakt. meisjes vormden de belangrijkste tie in een popmuziekshow in de die door Franco bestemd was alil doorgangsweg door de stad. jens artsen valt de gezondheids*! nd van de verkeerschef mee. ico's voorganger op de post, «en ?1 van de luchtmacht, had het ver- n-obleem aangevat door de politie pht te. geven de banden te laten pen van fout geparkeerde auto's, r deze maand overleed de kolonel en hartaanval. Lord Coventry de Amity aan boord van twee fregatten. Met een jachtje reisden zij van Vlissingen naar Ter- heijden, waar zij overigens nog een week zouden moeten verblijven, omdat de Bredase huisvesting nog niet op orde was. Een van de eigenaars wei gerde eerst zijn woning te ontruimen, maar hij stemde toe toen hij boven de f 850,- huur nog- f 2i)0,- gulden scha devergoeding kreeg toegezegd. De Engelsen werden uiteindelijk gehuis vest in de St.-Janstraat in een woning waar nu de r.-k. pastorie staat en in het het Huis van Oocrum, thans de St.-Joost-academie. De aankomst van de Engelse dele gatie moet die van de Nederlanders, Fransen, Denen en Zweden in pracht en praal verre hebben overtroffen. Lakeien, bereden edellieden, ,,the Knight martial of the ambassa de" reed ook mee in de stoet, in zijn hand droeg hij een rijk vergulde staf, de karossen van Lord Hollis en Lord Coventry werden door zes paarden ge trokken en zij waren bedekt met gou den koningskronen en omgeven door pages, het gehele Bredase garnizoen was er voor onder de wapenen geko men, het geschut op de wallen vuur de saluutschoten af, gouverneur Hau- terive, stadvoogd van Breda, zorgde, aldus Thomas Ernst van Goor, voor een deftig onthaal en tot besluit was er een overvloedige maaltijd waar alle hoogwaardigheidsbekleders aanzaten. De Fransen, Denen, Zweden en Ne derlanders werden met hetzelfde plech tige ceremonieel ontvangen, maar hun intocht was een heel wat minder in drukwekkend schouwspel. De Nederlandse delegatie bestond uil de heren Van Beverningh. de Hubert, Jonghstal, Ripperda en Van Ster- ckenburg. Alleen de eerste drie na men aan de conferentie in het Kas teel van Breda deel. De terbeschikkingstelling van het Kasteel verliep niet zo vlot als men had gehoopt. De prinses van Oranje, Amalia van Solms, stemde pas toe, toen zij er zeker van was dat aan haar eigen meubilair en tapijten geen scha de kon worden aangericht. Zij heeft er zich overigens zorgen genoeg over gemaakt en toen een functionaris van de Staten van Holland zich al wat te vrijpostig in haar Kasteel gedroeg, liet zij dat Den Haag ongezouten we ten. De casteleine van het Kasteel, zo vertelt Roest van Limburg in zijn boek over ,,Het Kasteel van Breda" kreeg een briefje van de prinses waarin haar werd aangezegd meubels en tapijten op te bergen en aan nie mand te vertellen waar deze kostbaar heden waren opgesloten. De conferentiekamer van het Kasteel werd daarom opnieuw behangen met andere tapijten en boven de grote ova le conferentietafel hing een groen flu welen baldakijn. Op 4 juni begonnen de onderhandelingen. De Fransen die onderdak hadden gevonden in het na burige Huis van Brecht en in ,,Het Wapen van Nassau" kwamen te voet naar het Kasteel, de anderen arri veerden op het Kasteelplein per karos. Vlot verliepen de besprekingen aller minst. De Engelsen probeerden de Fransen aan hun zijde te krijgen door gebruik te maken van de onenigheid die al lang tussen de Franse koning en de Staten bestond over de zuide lijke Nederlanden. Nog tijdens de onderhandelingen marcheerde een Frans leger stilletjes BREDA In wat de Bredase rijmelaar Nuyts overdreven het „achtste wonderwerk" noemt, in het Kasteel van Breda, kwamen op 31 juli 1667 Engelse, Hollandse, Franse, Deen se en Zweedse onderhandelaars na bijna twee maanden confereren tot overeenstemming De Vrede van Breda maakte een einde aan het politieke geharrewar tussen Engeland en de Verenigde Republiek over wat nu misschien de invloedssferen zouden worden genoemd op het gebied van de handel, de koloniën en de beheersing der wereldzeeën. Aan de oorlogen met Engeland maakte de Vrede van Breda geen einde. Nog geen vijf jaar later zouden de Ne derlanden opnieuw verwikkeld raken in een rampzalige oorlog, die de geschiedenis zou ingaan als „het grote verraad" van Engeland en Frankrijk. Voor de handel en de afbakening van eikaars koloniale bezittingen heeft het Bredase verdrag in ieder geval wel wat meer duidelijkheid geschapen in een situatie, die voordien hoofdzakelijk be paald werd door de willekeur van vorsten en hun om koopbare handlangers. Een keerpunt in de betrekkingen tussen beide landen wordt pas be reikt als het „Kind van Staat Wil lem de Derde op de Engelse troon wordt geroepen. Daarmee zijn de bittere herinneringen die ons land aan zijn voorgangers Karei en Ja cobus bewaart snel vervaagd. Aan de voortdurende conflicten die in de 16e en 17e eeuw de verhouding tussen Engeland en de zelfstandig ge worden republiek voortdurend hebben vertroebeld lag een werkelijk imperia le naijver ten grondslag. De opbloei van onze handel, o.m. een gevolg van een rijk en over de wereldzeeën ver spreid koloniaal bezit wekte in niet geringe mate de afgunst van de En gelsen en de andere zeevarende vol geren. De beperkende maatregelen, uie Engeland invoerde om eigen han del te beschermen, legde de uitvoer van onze koloniale produkten op dat land vrijwel lam. Onduidelijkheden en incunsequenties de verdediging van handelsbelangen i e!\ Vanuit de koloniale bezittingen Drachten de Nederlanden en Engeland d voortdurend conflict met elkaar, «eze conflict-situatie verergerde in geringe mate toen pogingen van 2?mwell om met de Republiek tot ond te komen mislukten. Bo- rwen, kleefde Engeland onder 1 een. Peri°de van grote na- ripn die herinneringen op- Fii,ouaa,? de glorierijke tijden onder UvaVo i toen dc Engelse vloot onder Sp »e öe ,z-g- onoverwinnelijke Spaan- taAfSfdt een vernietigende slag toebracht. De vreugdevuren en natio- wanpn <5? ter gelegenheid van dit vergeten Waren ln Engeland n°g niet .'•Du'deiijke discrepantie tussen theo- van lWe^elljkheid'' schreef drs. Y. Histon/pr er£f "nlanSs m ..Spieghel bied vin d,e ,sltuatle °P het Se" bezit 'Jl handel en het koloniaal En«elanH eeu^lge twistappel tussen T de Nederlanden. ..In de ders zioh en toonden de Hollan- heid voorvechters van de vrii- ders' vin on ei' Sevvenste voorstan- andere louSïJ^monopolie, dat op van waÏÏ« 70 ?cdlg met de kracht Kleine ÏL' W gehandhaafd". maar gevaarlijke incidenten zoals de overval op de Engelsen op Ambon droegen er bepaald niet toe bij dat de verstandhouding tussen beide volkeren er beter op werd. Drs. Van der Werff maakt een duidelijk onder scheid in karakter tussen de eerste en de tweede zee-oorlog die tussen En geland en de Republiek werden uit gevochten. De tweede Engelse oorlog richtte zich niet zozeer op de beheer sing van de Noordzee dan wel op de verdeling van de invloedssferen bui ten Europa. De bedreiging van Engelands positie was voor koningin Elizabeth en voor de vorsten die na haar kwamen uit gangspunt voor alle acties die tegen de Nederlanden werden ondernomen. Het feit dat in 1660 Karei de Twee de op de Engelse troon komt, veran dert daar weinig aan. Hij is de gast vrijheid, die hij als balling op het Bre dase Kasteel heeft genoten en de fa miliebanden die hem met de Neder landse Oranjes verbinden snel verge ten. De negen ton die de Nederlandse regering had uitgetrokken om Karei het leven hier zo plezierig mogelijk te maken, bleken later weggegooid geld te zijn geweest. ,,Ai dat geld" schrijft Baarslag in zijn „Grote histo rie" ware beter besteed geweest aan 's Lands verdediging". Karei vertrok naar Engeland, niet na Johan de Witt nog eens op het hart te hebben gedrukt goed te wa ken over de belangen van zijn „oom- zeggertje" Willem de Derde. Eenmaal op de Engelse troon wa ren ook die belangen snel uit zijn ge heugen verdwenen. Onder invloed van zijn raadgevers voerde hij oude beper kingen voor de handel oP Engeland weer in, met de heel onvriendelijke toevoeging dat schepen en goederen bij overtreding verbeurd zouden wor den verklaard. Er volgden nieuwe in cidenten, koopvaardijschepen werden over en weer lastig gevallen en toen Karei in 1665 de Nederlanden de oor log verklaarde was dat in feite een legalisering van een al bestaande toe stand. Het bezit van Nieuw-Amster- dara en van enkele vestigingen aan de Afrikaanse westkust gingen verlo ren. In Nederland had Johan de Witt al eerder begrepen dat de conflicten met Engeland zouden voortduren. Onder zijn voortdurende zorg werd vooral de vloot uitgebreid en gemoderniseerd. De bisschop van Munster die ons in 1665 de oorlog had verklaard en Frank rijk dat een vriendschapsverdrag met ons land had, bemoeiden zich met het conflict. In 1667 stemde Karei de Twee de er in toe met de republiek te wil len onderhandelen. Na enig geharrewar over de plaats van de onderhandelingen (Karei gaf de voorkeur aan Den Haag, omdat hij hoopte daar contact en steun te zul len vinden van vooraanstaande Oran- jegezinden) koos de Engelse koning van de drie door de Staten aangebo den plaatsen, Maastricht, Den Bosch en Breda, de laatste. „Breda", zo ver zekerde Den Haag hem, „was seer commodieus en b'equam daartoe". Op 9 mei vertrokken twee Engelse afgezanten Lord Hollis van Kent en Op 31 juli kwamen de onderhande laars tot overeenstemming. Onmiddel lijk na de beëindiging van de bespre kingen en het bekend worden van de resultaten, z0 vertelt Roest van Lim burg, brandden de kanonnen op de wallen van het kasteel los, overal wer den vlaggen uitgestoken en het garni zoen trok met roffelende trom door de stad. De afgezanten gingen uit elkaar. Lord Coventry had ijlings rug gespraak gehouden met de Engelse ko ning, op 23 augustus waren alle afge zanten weer in Breda terug. Op de 24ste augustus zou tijdens een plech tige zitting de akte worden onderte kend en daarna aan „den volke" be kend worden gemaakt. De Nederlan der Fleming leidde deze zitting en sp2-ak na de ondertekening een rede uit. waarin hij de wens uitsprak „dat Godt de Heere also haere Harten wilden vereenigen, ghelijck zij de Han den in den anderen ghepast hadden". Winston Churchill heeft in zijn „Ge schiedenis van de Engels sprekencle volkeren" de resultaten van deze con ferentie „een samenstel \ran vage en verwarrende afspraken" genoemd. Duidelijk waren de afspraken in ie der geval wel waar het de verovering van de koloniën betroft. Al het ver overde gebied mocht worden behou den (Wij verloren Nieuw-Amsterdam dus definitief, maar behielden Surina me en de Molukken. Verder bleef de eerste groetplicht aan de Engelse vloot gehandhaafd. De officiële afkondiging van de Vrede op 24 augustus leverde de Bredanaars weer een bruisend en luidruchtig feest je op. De Bredase historicus Thomas Ernst van Goor geeft er een heel kleurrijke beschi'ijving van: „Omstreeks vier uur geschiedde voor de woonhuizen van de afgezanten onder trompetgeschal de afkondiging van de Vrede, 's Avonds zag men in de stad fonteinen van wijn opspuiten, irode en witte wijn, die bij de Fransen uit leliën, bij de Engelsen uit rozen, en bij de Denen uit de snuit van een olifant stroomde. Het Bre dase volk kwam niets te kort. Op de Grote Markt waren zuilen opgericht met leeuwen die pijlenbundels in hun klauwen droegen. Uit die pijlen spoot wijn. Van de Grote toren, die verlicht was door duizenden vetpot jes, wapperde een witte vlag met oranje banen. De enige nuchtere reac tie op de Vrede kwam van mejuffrouw de Maubus, de casteleyne van het Kasteel van Breda: „Eindelijk" zo meldt zij haar prinses van Oranje, „is het hier met het vrede maken ge daan". alle autoriteiten verantwoordelijk heid schuwen 15 juni: Weinig nieuws vanmor gen. In Chatham vreselijke tekort komingen voorgekomen; totaal ge brek aan lichters, want ingepikt door de mensen van de werf om hun eigendommen in veiligheid te brengen, coinmisioner Pett vóór aan 18 juni: Dezer dagen mijn papie ren bij elkaar gezocht, die ik vrees nodig te hebben, wanneer we ons zullen moeten verantwoorden. Vanmorgen tot mijn spijt veel te ver gegaan met mijn dienstmeisje Nell. Met Peg Penn bijna succes, maar gestoord. Op kantoor bericht gekregen, dat commisioner Pett cellulair is opgesloten in de Tower, waarvan zeer geschrokken, want ons kan hetzelfde lot wachten! Tot laat in de avond mijn verdediging geprepareerd. 22 juni: Het Hof krijgt alweer praats, en scheldt de Hollanders voor lafaards; het is wel treurig!..., 23 juni: Hoor, dat de koning al les in het werk stelt om snel vrede te krijgen::::: TJit Breda overigens geen nieuws. 19 juli: Hoorde, men het volk in Holland wijs maakt dat het alles van ons eisen kan en zowaar, enige reden hebben zij wel. De Hollandse vloot kruist, in eskaders verdeeld in de buurt van Harwich, is ook bij Portsmouth geweest en voor Plymouth en nu op weg naar Dartmouth om de onlangs binnen gelopen straatnaarder te vernie len. Moest lachen om sir W. Bat ten, die op deze berichten uitriep: „Bij God, ik geloof, dat de duivel Hollanders schijt". 22 augustus: Eindelijk de vrede officieel en in Holland de 19de af gekondigd. Weet waarachtig niet, of er blij of bedroefd over moet zijn, want al hebben we hem no dig, de condities zijn hard! 24 augustus: Hedenmorgen ook hier te lande de vrede geprocla meerd. 's Avonds klokgelui, maar geen vreugdevuren, eensdeels we gens hoge brandstofprijzen, maar vooral omdat geen ware vreugde heerst. De lichtzinnige en trouweloze Karei II zou de Engelsen nog meer rampspoed en schande brengen. Pepys typeert deze koning, wel licht ongewild, in zijn notitie van 21 juni van dit rampjaar 1667: l{Het hof is verdwaasd; in de nacht, toen de Hollanders onze schepen ver nielden, de koning met lady Cast- lemaine gesoupeerd en het gezel schap zich vermaakt met de jacht op een motje", Honi soit qui mal y pense. Pepys dacht er in elk ge val zo geen kwaad, dan toch het zijne vanW. J. E. KOCK dit Nederlandse gebied binnen. Enge land traineerde de besprekingen dui delijk en het zag er naar uit dat op geen enkele wijze resultaat zou wor den geboekt als niet op korte termijn resoluut zou worden ingegrepen. Ka- rel de Tweede had slechter voor zijn vloot gezorgd dan De Witt. Bovendien rekende hij er op met behulp van de Fransen wei een voordelige vrede te kunnen afdwingen. Die hoop ging in rook op. Johan de Witt gaf half juni de vloot, bestaande uit 80 schepen met 3300 kanoons en 18.500 matrozen de opdracht naar de Theemsmond te varen. De afloop van deze snelle ac tie kent u. Zij was van beslissende be tekenis voor het verdere verloop van de onderhandelingen in het Bredase Kasteel. Er werden nu snel zaken gedaan. Tot aan „the Blitz" in 1940, toen Görings bommenwerpers dag en nacht boven Londen verschenen en wijk na wijk platgooiden, hebben de Londenaars het zelden of nooit moeilijker gehad dan in de zesti ger jaren van de zeventiende eeuw. Toen waren het dc grote brand, de verschrikkelijke pestepidemie en de vlooteskaders van Michiel de Ruyter die Londen geselden. In onze dagen weet iedereen hoe de Engelsen zich onder de beproe vingen van 1940 wisten te stalen. Hoe zij volhielden; ook de eenvou dige cockney die niets anders kon doen dan schamperende, soms schrijnende grappen te maken maar daarmee evengoed zijn bij drage leverde tot de overwinning van Engeland, maar vooral van de Londenaars, op de Luftwaffe. In het jaar 1667 was deze veer kracht er niet. De Britse marine vocht dapper terug. Dat wel. Maar het thuisfront in Londen was lang niet van het kaliber waarop 273 jaar later de Royal Air Force kon steunen. De ratificatie van de Vrede van Breda vond plaats op 24 augustus 1667 in het Kasteel van Breda. De onderhandelaars ondertekenen de akte. Foto bovenaan: De intocht van de Engelse delega tie in de stad Breda maakte diepe indruk op de bevolking door de pracht en praal waarmee zij om geven was. De feiten hebben deze juffrouw in ai haar realiteitszin gelijk gegeven. Pre cies vijf jaar bleef het vrede voor de Nederlanders. Van die vijf jaar maak ten Frankrijk en Engeland gebruik om hun „groot verraet" voor te bereiden. In 1672 in velerlei opzicht inderdaad een rampjaar voor ons land tileken de waarschuwingen die Johan de Witt van bevriende diplomatieke zijde had ontvangen over een ophanden zijnde Frans-Engelse aanval inderdaad ge grond. Wat Johan de Witt in 1667 nog een glorieus traktaet" noemde bleek voor de Zonnekoning en voor zijn al evenmin betrouwbare bondgenoot Ka- rel van Engeland een waardeloos vod je papier. De fraaie spreuken op de penningen die ter gelegenheid van de ze vrede werden geslagen („In den oorlog is geen heyl, wij allen sme ken om den vrede") waren historie geworden, maar de historie stoorde zich er bitter weinig aan. G. A. J. van HERPEN. Zo ziet de conferentiekamer, waar in 1667 de delegaties besprekin gen voerden er thans uit. Een mo dern, zakelijk gemeubileerd ver trek, dat in niets meer herinnert aan de sfeer die het moeilijke over leg in 1667 heeft gekenmerkt. De vrede van Breda bracht in Engeland nauwelijks opluchting, laat staan vreugde. Nog voor de afgezanten in Breda het eens wa ren over de vrede, werd in Lon den de jacht op de zondebokken al geopend evenals de versterkte poorten van de beruchte Tower. Een man die dit zelf allemaal heeft meegemaakt, die zelf het een en ander moest versierenom buiten schot te blijven, de hooggeplaatste en kundige marine-ambtenaar Sa muel Pepys heeft over dit alles een der merkwaardigste „reporta ges" geschreven die ooit in druk zijn verschenen. Het is een dag boek dat uitdrukkelijk niet bedoeld is geweest voor publikatie. Het was geschreven in een soort stenogra fisch geheimschrift. Het staat vol met zeer persoonlijke, zeer pikante bijzonderheden. Maar er staat ook zoveel belangwekkends in dat men, toen het twee eeuwen later, com pleet met de geheimschriftsleutel, gevonden werd, tot publikatie is overgegaan. Enkele citaten uit dit dagboek (in de nogal vrije vertaling van J.C. Mollema die zich helaas ook geroepen heeft gevoeld het te kui sen! en sterk verkort versche nen bij H.D. Tjeenk Willink en Zoon te Haarlem) maken wel dui delijk hoe de stemming in die da gen was in Londen. 14 juni: Merkwaardig hoe zelfs in deze tijd van nood (De Ruyter is voor Chatham verschenen. K.) i

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 15