„De Hartog trapte ons in de rug In Polynesië kwam Duitser op de troon PLASTISCHE CHIRURGIfl VOORWERP VAN VEEL MISVERSTANDEN hamolwej vandaag» ZUIDERZEEVISSERS CONTRA HET BRAMZIJGERTJE 55 Vloeken Grove taal Harold Gillies: briljant pionier Zingen Couverneu] 8 DAGBLAD DE STEM YAN MAANDAG 24 JtJLl 1967 SCHIPBREUKELING ALS VORST VEREERD GESCHIEDENIS De troefuitkomsi I Bureau: Breda - Reigerslraa fe|, 22341 (7 lijnen) Postgiri Droog en zonnig Het weer in Euro 107e JAARGANG (Van een onzer verslaggevers) Heden dient de zaak tegen zeuntje Jan de Hartog, alias Het Bramzijgertje, die zijn zilte Zuiderzee-avonturen ter gelegen- beid van de Boekenweek 1967 in een oplage van enkele hon derdduizenden door de lage landen heeft geslingerd. Beklaagde Brainzijger heeft naar zijn eigen zeggen de waarheid en niets dan de waarheid verteld over de glorie van de binnenzee, die niet de komst van de afsluitdijk tot een vriendelijk zoetwaterbekken gedegradeerd. Aanklager is de machinebankwerker Evert Nagelhout, furieuze telg uit een oud Elburgs vissersgeslacht, die zelf jaren op de botter E.B. 7 over de golvende prairie heeft gegaloppeerd. Als getuige h charge is opgeroepen Hendrik aan 't Goor, godvrezend ex-schip per die in 1960 met hete tranen in de ogen afscheid heeft moeten nemen van de zee, die zijn leven was. Aanklager Nagelhout, door een zesjarige buurjongen op het spoor gezet van Bramzijgers boute bewe ringen, voelt zich tot nader order intens diep gegriefd door De Har- tog's mini-epos van de Zuiderzee. Met overslaande stem roept hij „Die man geeft ons vissers de zo veelste unfaire trap in de rug. Eerst zijn we gepaaid met loze beloften van de regering, daarna hebben wij de ambtenaren van allerlei rijks diensten als aasgieren zien opdui ken. „Vrees niet", riepen ze, „ieder een krijgt, wat hem toekomt, iede re visser, die zijn beroep moet op geven, kan rekenen op maximale steun". En wat is er uitgekomen van al die mooie woorden We konden met allebei onze handen een snert- baantje krijgen in een militair kamp. Mij lieten ze gangen schrob ben en ik heb mijn uiterste best gedaan om het goed te doen, maar een jongen met zeebenen was voor die sterren en balken hoe dan ook een waardeloze kracht. Ik had een stuk schipperspet op mijn achter hoofd, gewoon als protest, want voor mij was de wal een gevange nis. Ik was de vrijheid gewend, het schreeuwen van de meeuwen. Mijn eigen vader moest op zijn ouwe dag gaan werken bij de ge meentereiniging van Elburg. Als de man Job zat hij met zijn bijbel op de mestvaalt even buiten het dorp en vandaar keek hij uit over de zee, zijn eigen zee. Hij heeft nooit gescholden, maar elke minuut van de dag ergerde hij zich en voel de hij zich gekrenkt. Ik heb hem vaak zien wenen, mijn eigen vader en dan dacht ik „Moet een recht schapen mens, die zijn hele leven geploeterd heeft, op zo'n bescha mende wijze aan zijn einde ko men 7" Ik heb geschreven naar de heren, die over de visvergunnin gen gingen. Ik heb ze gesmeekt om ons weer op zee toe te laten. Ik vertelde, dat onze handen verkeerd stonden voor een schop van de Hei demaatschappij. Ik moet op dit mo ment nog antwoord krijgen. En nou komt Jan de-Hartog weer. Ik heb niks tegen de man zelf. Hij zal best een goeie schrijver zijn, ofschoon ik gehoord heb, dat hij in zijn andere boeken ook erg royaal is met vloeken en godslasteringen. Nou moet die man dat natuur lijk voor zichzelf weten. Wij, vis sers van de Zuiderzee, hebben geen behoefte aan liederlijke taal, om dat we weten, dat we daarmee on ze Heer krenken. Wij schrijven ook niet dat Jezus uit de hemel op ons neer kijkt met een veldwach terspet op. Dat laat De Hartog' rus tig in zijn Bramzijgertje drukken. Alsof Jezus ooit de behoefte heeft gehad aan een veldwachterspet. Zo wemelt dat hele boekje van grove taal en onjuistheden. Het begint al met de titel. Op de hele Zuiderzee heeft nooit een Bram zijgertje gevaren. Wij kennen dat woord niet eens. De Hartog be weert, dat het een jongmaatje is, dat stiekem aan boord wordt gehe sen. Met permissie, maar De Hartog Uegt. Ik ben zelf op mijn achtste jaar met vader naar zee gegaan, maar niemand noemde me een bramzijgertje. Ik was de bijlegger en als er ruw weer op komst was, werd ik met een touw vastgeknoopt aan de roeipen, omdat ze bang wa ren dat ik overboord zou slaan. Ik heb de afgelopen weken tien tallen vissers aan de boorden van de Zuiderzee aangesproken. Ze wisten niks van een bramzijgertje af. Ze voelden zich wel beledigd. De Hartog heeft de Zuiderzeevis sers in zijn boekje afgeschilderd als een troep barbaren, die geen vrouw met rust kunnen laten en de verschrikkelijkste woorden de wereld inslingeren. Hij schrijft ook, dat hij als bramzijgertje soep moest eten uit een ondersteek. Een schone, akkoord, maar ik laat me niet krenken door een man, die er niks op tegen heeft om soep uit een ondersteek te eten. Die man moest beter weten. Ze hebben me verteld, dat hij met zijn boeken miljonair is geworden en dat is natuurlijk een vervelende zaak. Het is voor een kleine jon gen zoals ik altijd kwaad kersen eten met een man, die een kapitaal achter zich heeft. Straks klaagt hij me aan wegens smaad. Daar waar schuwen ze me nou al voor. Ze zeggen „Evert pas op je woorden", maar als er een op zijn woorden moet passen is het meneer De Har tog. Straks is er niks meer van de Zuiderzee over en dan moeten de mensen hun wijsheid halen uit dat afschuwelijke boekje van het Bramzijgertje. Dan lezen ze, dat de vissersjongens hun behoeften de den in de collectezak. We worden afgeschilderd als een stelletje dorpsidioten die alleen maar kon den zuipen. Nou. Al had meneer De Hartog een oorlogsschip vol goud, dan ging ik nog niet voor hem uit de weg. Ik heb in een blocnote opgeschre ven, wat hij er aan onwaars en grove taal uitslaat. Twee pagina's vol. Ik werd er al onpasselijk van toen ik het opschreef. Waarom voelt meneer De Hartog zich ge- ioepen om te spotten met God Hendrik aan 't Goor fronst de OMSLAG VAN HET BKAMZIJGERTJE EVERT NAGELHOUT niet fair grijze wenkbrauwen. Het krachtige woord is zijn oorschelp niet ont gaan, maar hij is bereid om Nagel hout te vergeven. „Evert is wat heet gebakerd", zegt hij „die zegt de dingen soms wat ruw". Wij hebben ons leven lang ge werkt op de Zuiderzee, we hebben armoe geleden en goeie tijden ge kend. We hebben de Heer daarvoor geëerd en geprezen. We zijn blij met elke dag die ons gegeven wordt en daarom geloven we". Getuige a charge Hendrik aan 't Goor knikt gelaten en ■instem mend. Onder zijn grijze kuif dampt de mildheid van zijn rosse gezicht, maar zelfs hij kan het niet verkroppen, dat de Zuiderzeevis sers door De Hartogs spottende pen in de verdomhoek zijn gemanoeu vreerd. Een gretige glimlach kan hij niet onderdrukken, als Nagel hout schreeuwt, dat De Hartog kan rekenen op een pak rammel, als hij zich in Elburg vertoont, maar een seconde later heeft hij zich weer volledig onder controle.„Toen ik het had gelezen", zegt hij zacht, „wier ik ook woedend. Als De Har tog schrijft, dat de Roomsen van Volendam met hun rode zeilen de piraten van de Zuiderzee zijn ge weest, dan spreekt hij onwaar heid. Goed, de Volendammers wa ren geen vissers van huisuit, het waren boeren, maar we hebben nooit last van ze gehad. Wij vissers vormden een kliek, die aan elkaar klitte. Wij hadden ook nooit be hoefte aan krachtige uitdrukkin gen, omdat we wisten, dat we daarmee de Heer pijn zouden doen". Hendrik aan 't Goor heeft zich tot op heden ook niet laten verlei den door de zoetgevooisde demon van de televisie. „Het is een te gro te macht", legt hij uit „en ik weet tevoren al dat ik er niet tegen op gewassen ben. Daarom kijk ik niet. Ik heb zelf jaren gevoetbald en als de buren dan vroegen of ik inte resse had in een wedstrijd op de televisie, dan moest ik wel eens te gen mezelf vechten. Zo'n wedstrijd is immers geen ramp, maar als ik zwicht, dan glijd ik verder af". Zijn zes-jarige zoon ontsnapt de laatste tijd steeds vaker aan zijn streng gezag en komt thuis "met gedetailleerde beschrijvingen van Pipo de clown en Lucy Ball. Hen drik aan 't Goor voelt zich op dat punt onmachtig. „Ik kan zo'n knul niet aan de tafelpoot vastbinden zegt hij. „De ontwikkeling houd je niet tegen. Ik heb Elburg zien ver anderen. De oude gezelligheid is verdwenen, de saamhorigheid is zoek. Je moet het nu allemaal zelf uitzoeken. Je gaat op zondag twee keer naar de kerk en daar tussen door wandel je over de dijk met de kleine jongen. Dan zie je al het groen, de bloemen en dan moet je wel zeggen: „Wat is hij goeder tieren, de Heer", Daarom begrijp ik niet, waar mensen als De Har tog de lust vandaan halen om er een karikatuur van te maken. Wat beeft God, wat hebben wjj vissers de man misdaan 7". JAN DE HARTOG Onjuistheden Nagelhout preciseert„De Har tog is een slimme man. Hij schrijft in zijn voorwoord: „Ik vertel de waarheid, maar de waarheid, ge zien door de ogen van een kleine jongen. Maar ondertussen heeft ie de rotzooi al geschreven". 7' Nagelhout beaamt hel: „Ik heb zelf een boek geschreven. De Zuider zee zal eeuwig blijven zingen. Af en toe ben ik ook wel ruw met de pen geweest, maar vloeken komen er toch niet in voor. Ik heb het ge schreven voor een goeie kennis op voorwaarde dat hij het nooit aan een ander zal laten lezen. Ik heb er negen maanden over gedaan. Ik heb er zelfs op Kerstmis aan ge werkt maar ik wil niet dat het ge drukt wordt. Ik wil wel, dat ons volk de waarheid over de Zuiderzee ver neemt. Ik ben bereid om een nieuw boek te schrijven. Ik wil ook wel met De Hartog aan tafel gaan zit ten om de zaak uit te praten. Ik zal hem duidelijk proberen te ma ken, dat wij vissers goeie, eerlijke jongens zijn en geen .barbaren. Maar hij mag ons niet kwalijk ne men dat we nog elke dag vergaan van heimwee naar de zee". Inmiddels heeft hij van literair agent Keuls gehoord, dat Jan de Hartog momenteel in Vietnam verblijft. Daarom wachten hij en zijn collega's rustig af. In zijn huis in 't Harde, onder de rook van El burg, bouwt hij onverdroten voort aan zijn collectie miniatuurschepen en ontsteekt hij 's avonds het licht in de vuurtoren, die zijn lichtbun dels door zijn achtertuintje werpt. De zitting wordt verdaagd DEN BOSCH Na het uitbre ken van de oorlog in het Midden- Oosten, vloog een Nederlands plastisch chirurg, dr. Ph. Lamaker naar Israël. In het Hadassazieken huis te Jeruzalem verrichtte h\ aanvankelijk tientallen operaties per dag. Al gauw minderde het aantal oorlogsgewonden en na het beëindigen van de vijandelijkhe den keerden de Israëlische artsen van het front terug. Dr. Lamaker voelde zich niet meer dringend nodig en was in drie weken tjjds weer thuis. Maar voor velen van de patiënten die hij behandelde, zal de dag van thuis komst nog in een ver verschiet liggen. Het herstel van oorlogsverminking en -verbrandingen kan een kwestie van maanden en jaren zijn. Het bericht over Dr. Lamaker in de pers, en zijn verschijnen op het TV- scherm verbond de „plastische" chi rurgie met oorlogsleed en duidde hier door op de ernst van deze specialisa tie. Dit heeft menigeen (en niet alleen vrouwen) in verwarring gebracht. 'Was de plastische chirurg dan niet de mo dieuze arts die in particuliere kiiniek- jes op buitenlandse beauty-farms ou- de(re) vrouwen jong maakt door face lifting en aan haar lichaam jeugdige welvingen geeft? Er bestaan vele misverstanden over plastische chirurgie. Een enkele maal zelfs nog onder medici. Plastische en reconstructieve chirurgie verbetert vorm en functie door verplaatsing van weefsels. Dit is een speciale werkwij ze. Vorm en functie zijn in geen enke le kunstschepping onafhankelijk van el kaar te zien, zeker niet in het mense lijk lichaam. Bij vormherstel moet on middellijk worden rekening gehouden met functieherstel. Een duim zonder functie-van-het-gevoel is geen duim. Funclieherstel zonder vormherstel is gewoonlijk onmogelijk. Deze chirurgie wordt uitgeoefend door artsen die in de eerste plaats arts zijn en een ope ratie slechts uitvoeren wanneer deze zinvol is. Kosmetische chirurgie is in verband met het voorgaande betrekke lijk onbelangrijk. Dat neemt niet weg dat in zeldzame gevallen het verfraai en tot een harmonischer persoonlijk heid zinvol zou kunnen zijn. De plas tisch chirurg zal dan op dezelfde wij ze te werk gaan en het is onjuist zich met spot of minachting over dit werk uit te laten. BUXTEHUDE Koning Taufa Ahau Tubou de Vierde van het Poly nesische eilandenrijk Tonga weet het misschien niet, maar hij heeft nog familie in West-Duitslahd. Meer nog: uit Duitsland stamt zijn overgrootvader, Hinrich Meyer („ohne Meyer gibts kein Feier"), die op 24 augustus 1815 ('s middags om half drie, als u het heel precies wilt weten) in het fruitboe- rendorp Rorstel-Neuenschleuse werd geboren. Dit staat te lezen in de kerkelijke annalen van Borstel bij Buxteiiu.de. Het laatste nog in Borstel levende fami lielid van koning Taufa Ahau Tubou de Vierde is mevrouw de weduwe Gesine Wehrt. Zij was de vrouw van de kroeg baas Johann Wehrt. Die stierf drie jaar geleden. Tot zijn nalatenschap behoor de een berg krantenknipsels, foto's en documenten over zijn familie in Tonga. Johann Wehrts grootmoeder was de zuster van Hinrich Meyer, stichter van de Polynesische dynastie- Toen Hinrich Mey'ers vader, die be halve ook boer ook loods op de Elbe as, stierf, erfde de oudste zoon Tehis de boerderij. De jongste zoon Hinrich had meer zeemans- dan boerenbloed van zijn vader: hij ging naar zee- Vol gens mevrouw de weduwe Wehrt is het bij de Meyers tot op de huidige .dag zo: de oudste zoon erft de boerderij, de andere zoons gaan varen. Hinrich Meyer heeft het voor zo ver men weet nooit tot kapitein ge bracht. Op een van zijn izen is hij verdwwenen- Men hoorde in Borstel- Neuenschleuse, dat zijn schip in de Zuidzee was ondergegaan. Toen vele jaren na de ondergang een Duit§ oorlogsschip in de Polynesische archipel verscheen- troffen matrozen op een der eilanden kindertjes aan, die de naam Meyer" met stokken in het zand schreven. En in het eerste dorp, waar de Duitse matrozen kwamen, troffen zij een twee meter lange blanke aan, die hen in plat Duits het dialect in het noorden van het land aan sprak. Dat was Hinrich Meyer. Dat kon met zekerheid worden vastgesteld, want een van de matrozen van het oorlogsschip kende de Meyers en kon hem mede delingen doen over zijn in de „Heimat" achtergebleven familie. Zijnderzijds hij het verhaal vertellen van zijn- schipbreuk, zijTHTH ARTHAR THa, hij het verhaal vertellen van zijn- schipbreuk, zijn landing op het groot ste eiland van de archipel en zijn ste eiland van de archipel en zijn hu welijk met de dochter van het plaat selijk „opperhoofd". Vanwege zijn li chaamslengte en blanke huidskleur werd Hinrich Meyer als een vorst door de inboorlingen vereerd. Een aanbod van de commandant van de oorlogsbo dem mee naar Duitsland terug te gaan, sloeg Hinrich Meyer af. Hij bleef lie ver koning van Tonga-Tabu. Het heet dait Hinrich Mey'er later nog eens min of meer stiekum in Borstel-Neuen- schleuze terug is geweest om zelf vast te stellen, dat zijn besluit om in Po lynesië te blijven toch het juiste was geweest. Dit is echter noiet te bewijzen. Wel blijkt uit de documenten, dat Meyers Polynesische schoonvapa in 1845 stierf, waarop Hinrich werd uit geroepen tot koning van de 32 eilan den van de archipel. Hij koos de naam Georg de Eerste, een naam die hij ontleende aan het Welfenhuis (hanno- ver) dat in Nedersaksen regeerde en de latere monarchen van Engeland le verde- In de oorlog van 1870 stuurde koning Georgde de Eerste nog een de tachement Tongalese troepen naar Duitsland om tegen Frankrijk te strij den, maar de Polynesische soldaten kwamen te laat om nog een rol te spelen. Op Georg de Eerste volgde George de Tweede, maar de betrekkingen tus sen Borstel-Neuenschleuse en de Ton- ar chip el werden afgebroken- Bij de kroning van koningin Elisabeth kwam Tongalese koningin Salote (van Char lotte) naar Engeland. De Britse pers vorste in de geschiedenis van Salote en stiet «p de verbinding met Duits land en de zeeman Meyer. De familie Wehrt heeft nog een poging gedaan om koningin Salote tot een bezoek aan Borstel-Neuenschleuse te bewegen haar secretaresse schreef, dat hare majesteit geen tijd had, maar „bij het volgende bezoek aan Europa haar familieleden in Duitsland gaarne zou leren kennen". Koningin Salote stierf zonder haar tweede Europese reis te hebben kun nen maken. Haar zoon Georg de Vier de evenals Hinrich Meyer twee me ter lange heeft nu de troon beste gen. In Borstel-Neuenschleuse heeft men nog steeds de hoop niet opgege ven dat Polynesische vorst zijn „Hei mat" zal bezoeken. Dr. J. F. S. ESSER t Het herstellen van vorm en functie zal dan altijd ook een esthetisch her stel zijn voor zover dat mogelijk is. Maar de operatie verliest zin wan neer het slechts een verfraaiing geldt van normale niet-fraaie verschijnselen. Het gaat om het verschil van nuances: de plastisch chirurg herstelt het abnor male gebrek: de schoonheidschirurg (die lang niet altijd plastisch chirurg of algemeen chirurg is) verfraait dik wijls slechts het normale schoonheids tekort, bijvoorbeeld door rimpels te verminderen in het gezicht van iemand die oud is. Neusplastiek is een vorm van plas tische chirurgie die al duizend jaar v. C. bekend was bij de Indiërs. Zij straf ten eerloze vergrijpen met het afsnij den van de neus. Om de verminkten voor levenslange blaam te behoeden, maakten heelmeesters een nieuwe neus De kunst van neusplastiek was het ge heim van één kaste waarvan de leden niet zo menslievend waren om het ge heim uit te leveren. Vorm en functie van de neus werden zo goed mogelijk gereconstrueerd; met pijpjes als lucht- kanalen, bladeren en een reep huid van voorhoofd of wang werd de nieuwe neus gecreëerd. Ook op Sicilië moet in de eerste eeuwen van onze jaartelling de neusplastiek beoefend zijn. Ofschoon er steeds met min of meer succes po gingen zij. gedaan lichaamsvormen te herstellen en de daarbij behorende func tie terug te geven, zijn 't toch de gewon den uit de beide wereldoorlogen ge weest die de plastische chirurgie, zo als wij die nu kennen, hebben opge roepen. Artsen die kunstenaars zelfs kunstenaars bij de gratie Gods waren, gaven aan die dringende roep gehoor. Tijdens de eerste wereldoorlog legde de Engelse keel-, neus- en oorarts Sir Harold Gillies, de basis voor het nieu we specialisme met technieken die nog deels uit de oudheid stamden. De tweede wereldoorlog bracht op nieuw een stroom gewonden naar de ziekenhuizen, menselijke ruïnes voor wie de algemene chirurgie weinig ver mocht te doen. Alleen de plastisch chirurg kon uitkomst brengen. Nog steeds was de Engelse pionier Gillies actief naast vele anderen (ook in Ame rika). Direct na Gillies mag de Neder lander dr. J.F.S. Esser genoemd wor den, een briljant plastisch chirurg die in eigen land geen erkenning vond, maar in het buitenland veel heeft bij gedragen tot deze tak van chirurgie. De lange lijdensweg van de oorlogs slachtoffers, gemarkeerd door hoop en teleurstelling, door succesvolle en mis lukte operaties, maar vooral door de triomf van de voortschrijdende plas tische chirurgie, is door enkelen vast gelegd in autobiografische romans. Na de ene operatie, leefden zij van dag tot dag naar de volgende toe, verveeld, droefgeestig, rusteloos. Zij namen de rusteloosheid als het onvermijdelijke resultaat van het liggen in hulpeloos heid. Dan klommen ze weer op de brancard om naar de operatiezaal te gaan met de routine van een toneel* speler die zijn zoveelste voorstelling gaat geven. Zij keerden terug en staarden naar het resultaat De oorlogsvlieger Richard Hillary die brandend in zee viel, had twee iaar nodig om weer te kunnen zien, een nieuwe bovenlip te krijgen, nieuwe oog leden die openen en sluiten konden (een bekend meesterstuk van Sir A.H. Mac Indoe) en functionerende handen. „Ik vroeg om een spiegel en staarde naar het resultaat. Het was een slag voor mijn ijdelheid: de nieuwe lip was dodelijk wit en dunner dan de vorige", schrijft hij in The Last Enemy. Hef verbinden van zijn handen duurde een uur; in het begin moest elke twee uur het verband vernieuwd worden. Hij dankt aan de toewijding van zijn verpleegsters dat zijn handen niet ge amputeerd hoefden te worden. Het jonge specialisme is als zoda nig erkend in Amerika, Engeland, Scandinavië en Nederland. In 1950 werd de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie opgericht en de opleiding (thans te Groningen, Utrecht, Rotterdam en Tilburg) bekrachtigd door de Specialisten Registratiecommis sie van de Koninklijke Mij. tot bevor dering van de Geneeskunst. Honderd vijftig geïnteresseerden zijn ingeschre ven waaronder 27 plastisch chirurgen. De vereniging werd opgericht om het specialisme te beschermen. Een klein aantal artsen hier te lande gaf zich uit als plastisch chirurg zonder daar toe zelfs maar een opleiding tot alge meen chirurg te hebben genoten. Huis artsen verwezen in hun onkunde naar deze niet deskundigen. Onbehoorlijke reclame schaadde de reputatie van bo nafide plastisch chirurgen. Ondeskun- ■en van de moeilijkste onderdelen m het bridgespel is de handeling die elii speler in gemiddeld 25% van het aaiii spellen dat hij speelt moet verrichte het uitkomen. In alle leerboeken kan m tabellen aantreffen, waarin aanberti uitkomsten staan aangegeven teg contracten en tegen kleurcontracten, dien de partner heeft geboden of India men over een bepaalde combinatie tb hoge kaarten beschikt. Maar als dat nitl het geval is, zit men met de han het haar en het gebeurt niet zelden dit een contract door de leider gewon! wordt dank zij een voor hem gunst)? uitkomst. Deze rubriek leent zich niet voor breide theoretische beschouwingen »r! aanvallende of passieve uitkomsten; hangt af van de bieding en veel wo:A' ook geëist van het inzicht van dege moet uitkomen. Wél willen wij hier ets de aandacht vestigen op een uitkon de leider vaak voor moeilijke probit»» stelt en die vooral door minder sterke sp iers slechts zelden wordt toegepast al! troef. Een bekend Engels expert heeft ffli gezegd: „Als men niet weet waant® nit te komen, start dan met troef', zouden dat niet zo sterk willen zegge- Veel spelers weten nooit waar ze mee f- moeten komen en een troefstart li W niet altijd goed. Er zijn twee gevallen waarin een toto uitkomst ln aanmerking komt: het een# geval doet zich voor als de tegenpOT een laag contract speelt in een kleur pas in laatste instantie geboden Is, h noord 1 zuid 1 noord 2 - 3 De kans dat de leider een paar sli door introeven zal moeten maken Is to® geval niet denkbeeldig en bovendien hl1 een goede kans dat de leider geen snW sluitende kleur heeft waaruit de sl»C kunnen komen. Het tweede geval toont enige overeen komst met het vorige, en treedt op M men mag verwachten dat een door tegenstander geboden kleur niet bet tal slagen zal opleveren dat de bieder de kleur verwacht. Dit laatste komt voor in manchecontracten. Een troefuitkomst is bepaald foto* beide tegenstanders eikaars kleuren ner ben gesteund. In dat geval ls het 9* zo mogelijk de slagen In de overgeblew kleuren te maken. t Een aardig voorbeeld van het succes ss een troefuitkomst kan opleveren W® onlangs in een parenwedstrijd voor: Zuid gever. OW kwetsbaar A A 7 6 O H 6 5 O B 9 7 3 2 V 10 B 10 5 2 <5914 <>5 4 A H B 6 *983 <5 10 3 OH VI»1 *978» H V 4 O A V B 8 2 O A 15 8 4 3 -jj(j Het bieden: zuid 1 V - Noord 2 2 <5 - noord 3 O - zuid 4 O Westsw»j met de „veilige" Heer en gaf na» het contract weg omdat de derde worden getroefd voor de tiende slag. deed zich een goede gelegenheid met troef uit te komen, waam,„,je I kansloos down gaat omdat de verloren gaat. Uit de bieding concluderen dat zuid een matig sterk Jj heeft, dat noord een driekaart tiw® j heeft en geen „dichte" O-kaart. dan na 2 <5 wel direct 4 <5 gebo hebben. Daar noord nu praktisc 8 rode kaarten heeft is de kans doubleton zeker aanwezig en o deze kleur volledig beheerst, ps I voorkomen dat een eventuele aero zuid kan worden afgetroefd slechts met een directe troe:Est. west dan driemaal troef kan spe» 7^, entrees). Een verdediging om den! Uitgave: N.V. Uitg. Mij. Directeur: Dr. W. A. J. Hoofdredacteur: L. Leijend^ Redactieraad: J. M. A. C. - j. v. Hootegem, mr. dr. Mes, mr. H. M. L. de Rechtel Vercauteren L. J. v. 't Weste Bureau voor de Zeeuwse el dige behandeling bracht patiënten sclg de toe. In de loop der jaren ls de beh>. aan plastisch chirurgische oplossi»;! groot geworden. (Sommige vindijJ van deze tak van chirurgie worden] andere takken toegepast: zo dankt] intratracbiale narcose zijn ontsln aan oorlogsgewonden die geen geü meer hadden om met een narcosefc je te bedekken)De kennis van de p; blematiek en de beheersing techniek vraagt een lange opleid officieel drie jaar algemene chir en 3 jaar plastische chirurgie, vaak nog langer. Het beëindigen van de oorlog l„ kent niet dat de plastisch chirurg voldoende patiënten heeft. Men ht zich toegelegd op het herstellen v aangeborenmisvormingen zoals vanjL laat, handen, geslachtsorganen. Vil misvormingen door ongevallen in kt| bedrijf en verkeer. Van misvos die ontstaan zijn na operaties, uitval van bepaalde zenuwen. De csl rectie betreft nu eens een wee&djf kort, dan weer een teveel. En is er de relatie tussen vorm en taci| Een zeer belangrijk werkterrein k de plastisch chirurg gevonden in dtb| handeling van handletsel. A. MAC GILLAVRY-VERLIKDli Verenigde f tSSi Sfaien IR' (Van DETROIT. Preside van Het geregelde AmJ troepen zullen zich da plaatselijke autoriteiten geteisterde Detroit te hei had een dringend bevoej te sturen, omdat de zaak zich al zevenduizend Iedei mannen. De troepen var afkomstig uit Fort Bragg bevinden zich vele negers Het dramatische besluit i troepen van het geregelde Ai! te onderdrukken kwam n opstand in Detroit, In groott De balans van isteravonl Zes doden, drie blanken 1000 gewonden; duizenden mensen gearrl schade ongeveer 350 mil l Roemenië blijft de meest e wijze satelliet van het oc«.) maar een breuk met de Sfl Unie is er niet bij. Pagina Wie is het meest intelligen Luning Prak of de Heiloosf derwijzer Van Ginkel. Zie gina 6. Voor de schoenindustrie 1966 een jaar om snel te geten. En 1967 ziet er ook zo fijn uit. Pagina 11. BLLHET ZUIDFRANSE dorp in/de Pyreneeën hebben ber kudde schapen aangevallen, 18 schapen werden verslonden. (ADVERTENTIE) gezond bruin met: hamol w i?,??ï!?ericht> meegedeeld bet K.N.M.I., geldig tot vanav uroog en zonnig weer met P de middag toenemende be ng, voornamelijk in de ho t<.n?US'.Matige wind uit zuid' raturen tagen' Dezclfde ter &5aag: zon onder 20.42 Maan op 22.38 uur. Morgen: zon op 4.51 uur °nder 10.10 uur Helsinki Stockholm Oslo Kopenhagen Aberdeen Londen Amsterdam Brussel Luxemburg Parijs ^ordeaux Grenoble Nice Berlijn frankfort lunchen Ziirich Genève Locarno Wenen Liusbruck °f}grado Athene Rome ferlr Mallorca Lissabon weer" half bew. zwaar bew. zwaar bew. licht bew. licht bew. half bew. onbewolkt onbewolkt onbewolkt onbewolkt licht bew. niet ontvangen zwaar bew. licht bew. onbewolkt licht bew. half bew. zwaar bew. half bew. zwaar bew. zwaar bew. licht bew. onbewolkt onbewolkt half bew. licht bew. onbewolkt onbewolkt

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 8