COMMENTAAR De Kerk, de paus het celibaat en... Nederland De V.S., Kongo en Nigeria EEN OORD RASSEi OEGANDA RUMOER ROND DE JONG INMENGING EN AFZIJDIGHEID DR. CORN. VERHOEVEN: paraat tege huurlingen Teruglopend toerisme De rechter en de krant Het kanaal van Nasser STANGL SPOEDIG VOOR RECHTERS (ssT1"«sa s&rws^'ïfis's. Klok terug T egenstellingen Old-timer Misverstand Bisschop TEL KWIJT DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 15 JULI 1967 15 Fll iwrcw ocii G5ti PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PEIUNGEN ;EN PPli MH iKiJPf[tINGnErHPE'L,INGEN PEILINGEN PEILHGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN .PEILINGEN PEILINGEN PEILI PCM iKjr ,iKLy.NGIM PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEI1LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIl JN HET toeristenbezoek aan Nederland zit een beetje de klad. Aan de kust zijn de hotels minder vol dan in de afgelopen jaren en ook de animo voor zomerhuisjes blijkt te zijn afgenomen. Waar ligt dit nu aan? Sommigen zoeken de oorzaak in de aarzelende economie. De vakantiegangers zouden voorzichtiger worden met hun geld. En bovendien, zegt men, Nederland is al lang geen goedkoopte- eiland meer. Moet men het bij deze simpele consratering laten? We geloven van nier. De duurte in ons land wordt inderdaad voor een deel veroorzaakt door economische factoren die de enkeling niet in de hand heeft. Daarnaast echter mogen we stellen dat men, vooral aan de kust, de laatste jaren van prijzen heeft geweten. Voor hetzelfde bedrag dat men aan de voet van de duinen voor caravans en kamertjes vroeg, kon men in zonniger oorden iets veel gerieflijkers huren. Het zou wel eens zo kunnen zijn, dat men juist met deze prijzen stevig omlaag moet. Per slot van rekening blijft ons klimaat wisselvallig en vliegreizen naar de zon zijn al spotgoedkoop. De winstmarge van het toeristenbedrijf moet blijkbaar nog eens terdege worden bestudeerd, evenals de service-verlening, waaraan hier en daar nog wel wat schort. Het zou funest zijn wanneer men om overdreven ge win de kip met de gouden eieren slachtte. J)e vice-president van de Amsterdamse rechtbank mr. J. Knottenbelt heeft het weekblad Vrij Nederland veroordeeld zich te onthouden van publikaties over een drietal personen (eisers in het kort geding tegen het weekblad). Deze publikaties betroffen, zoals bericht, de activiteiten in ons land van de Northern League, waarin Vrij Nederland neo-nazistische en racistische tendenzen meende te hebben bespeurd. Over het oordeel van de president als geheel willen wij niets zeggen, ook al niet omdat de hoofdredactie van het blad in hoger beroep is gegaan. Opmerkelijk echter is een onderdeel van de uitspraak, namelijk waar de president het blad verplicht zijn vonnis te publiceren, zonder toevoeging, bespreking of beschouwing. Dit laatste is in strijd met de persvrijheid. Mogelijk heeft mr. Knottenbelt met zijn bepaling „zonder toevoeging, bespreking of beschouwing" alleen maar de bedoeling gehad een commentaar te voorkomen waarin opnieuw de tegenpartij aangeklaagd of minstens besproken zou worden, maar dit blijkt niet uit de de tekst van het vonnis. Bovendien is dat in het vonnis elders al gesteld, het vormt er zelfs de kern van. Wij kunnen ons nauwe lijks voorstellen dat mr. Knottenbelt denkt op deze manier kritiek op zijn vonnis onmogelijk te maken. Voorts heeft de president ook precies bepaald hóe Vrij Nederland de tekst van het vonnis dient te publiceren. Dit laatste lijkt ons een ongeoorloofde bemoeienis met het hoofdredactionele beleid van de krant. Bovendien steunt het verplichten van publikatie van het vonnis niet eens op de wet, die slechts spreekt van het „in het openbaar aanplakken" van het vonnis. steeds is hef de grote rederijen niet duidelijk hoe ernstig de schade aan het Suez-kanaal is. Evenmin weet men hoeveel gezonken schepen er in liggen en of die werkelijk zo moeilijk te lichten zijn. Het schijnt wel vast te staan dat Egypte nog geen vinger heeft uitgestoken om ze te lich ten en hef kanaal weer bevaarbaar te maken. Op het eerste oog heeft deze blokkade van het Suez-kanaal desastreuze gevolgen. De benzine is duurder, allerlei andere goederen eveneens als gevolg van de hogere transportkosten van de route langs Kaap de Goede Hoop. Het is voor de tweede maal in tien jaar tijd dat het Suez-kanaal dicht is en beide keren wekte Nasser op zijn minst de indruk dat hij het zelf prachtig vindt, al derft hij er een kwart van zijn jaarlijkse inkomsten mee. Toch is het niet verstandig van Nasser om het Suez-kanaal te gebruiken als een middel waarmee hij zijn „imperialistische vijanden" (die evenwel door hem gewoonlijk goed genoeg geacht worden om de opgelopen schade in het kader van een of ander hulpprogramma weer te vergoeden) onder druk kan zetten. Er zijn tekenen dat de grote rederijen uitzien naar een oplossing waarbij zij het Suez-kanaal niet meer nodig hebben. Steeds grotere en snellere schepen maken dat in toenemende mate mogelijk. Voor de tankrederijen bijvoorbeeld is het thans gesloten Suez-kanaal al lang niet meer zo'n groot en kostbaar probleem als tien jaar geleden, onder meer dank zij het feit dat de huidige tankers meer dan tweemaal zo groot zijn als in 1956. Als Nasser het Suezkanaal wenst te hanteren als wapen in zijn internatio nale politiek dan doet hij er goed aan een studie te maken van dat andere wapen dat ook de eigenschap heeft zich te keren tot degene die het hanteert: de boemerang. Van een onzer redacteuren) 'y^fie in de gelegenheid is geweest om de dag- en weekbladen van de laatste veertien dagen wat gedegen bij te houden is er onge twijfeld van op de hoogte, dat waarschijnlijk nog nooit een pauselijke rondzendbrief in Nederland zo afwijzend is ontvangen als de encycliek over het celibaat. Op zich is dat geen nieuws, leder die een beetje thuis is in wat er leeft in de kerk in Nederland wist, dat het verplichte priester celibaat hier een punt van diepgaande studie vormt. Dat betekent zeer beslist niet, dat in Nederland, in het algemeen genomen, het priestercelibaat afge wezen of zelfs maar negatief beke ken zou worden. Integendeel, de waarde van het celibataire leven, of dat nu voor priesters geldt of niet, wordt in de meest ruimdenkende katholieke kringen in ons land min stens even hoog geschat als in de jongste pauselijke encycliek. Maai bij die waardebepaling wordt veel meer dan in het denken van de Romeinse theologen de nadruk ge legd op de vrijwillige aanvaarding van de ongehuwde levensstaat. Men vindt, en niet ten onrechte, die vrijwilligheid zelfs essentieel en meent die niet terug te vinden in de kerkelijke wetsbepalingen. Waar paus Paulus nu in zijn en cycliek over het celibaat onvermin derd aan de kerkelijke wetgeving vasthoudt, is men het, zeer conse quent, niet met zijn standpunt en zijn argumenten eens. Maar dat is niet het enige be zwaar tegen de encycliek. Minstens even oneens is men het met de wij ze, waarop de paus zijn (duidelijk Romeins en Italiaans) standpunt laat gelden als het standpunt van de katholieke kerk. In vroeger jaren zou daar niemand zijn stem tegen verheven hebben, maar intussen is de kerkgeschiedenis verrijkt met een hoofdstuk „Tweede Vaticaans Concilie". En een van de belang rijkste besluiten daarvan is dat van de collegialiteit, hetgeen inhoudt dat niet de paus als hoofd van de kerk het gezag uitmaakt, maar het bisschoppencollege in zijn totaliteit. Bij het bepalen nu van het kerke lijk standpunt inzake de celibaats verplichting heeft de paus eenvou dig de klok teruggedraaid en zich gedragen alsof hij nog nooit van het collegialiteitsbeginsel gehoord had. Dit feit was voor de theologie studenten van het seminarie in Warmond aanleiding om te schrij ven over „een brief van de bisschop van Rome". Ze wilden met hun brief niet de paus of het pausschap vernederen, maar alleen maar na drukkelijk aantonen, dat ze het met de handelwijze van Paulus VI in dit speciale geval niet eens waren. Nu kan men er zeker over van mening verschillen of de manier waarop die seminaristen dat duidelijk ge maakt hebben hoffelijk is of niet. Maar ongetwijfeld hebben ze ge handeld vanuit een juiste alom aan vaarde visie op de kerk. En dat is, zeker voor toekomstige priesters, zo waardevol, dat men alleen maar in een plotseling opkomende erger nis kan verlangen, dat die jonge collegiaal overleg een passend be mannen van het seminarie gestuurd Paus buiten boekje worden, zoals in krantecommenta ren en ingezonden stukken is ge- eist. Het is verstandiger om eerst die ergernis eens te laten overdrij ven. Intussen kan men niet ontkennen, dat er in Nederland zeer tegenge stelde meningen bestaan over de richting waarin de kerk zich in ons land beweegt. Over de zogenaamde progressieven wordt gesproken als „provo's van de kerk", „rebellen" en meer van die termen. Zelfs het angstaanjagende woord schisma hoeft niet meer voor de eerste keer te vallen. Die grote woorden zijn beslist allemaal overdreven, maar niettemin hebben ze een sfeer geschapen die explosief lijkt. Een tijdschrift als „Confrontatie" en een brochure als „Wij die rooms-ka- tholiek willen blijven" van de Am sterdammer Louis Knuvelder heb ben helaas het hunne daartoe maar al te zeer bijgedragen. En in die sfeer lijkt iedere vorm van verzet tegen een beslissing uit Rome op rebellie. Maar zo liggen de papie ren helemaal niet. In feite is een brochure als die van Knuvelder, Naar de mening van officieel Washington spelen blanke huurlingen geen rol van betekenis in de burgeroorlog in Nigeria. In tegenstelling hiermee zien de V.S. de muiterij in Kongo als een actie, geleid door blanke huursoldaten en dit is een van de verschillen, die tot uiting komen in de uiteenzettingen betreffende de politiek van de regering-Johnson ten opzichte van beide Afrikaanse landen. Het omstreden besluit van president Johnson, drie transportvliegtuigen van de Amerikaanse luchtmacht te zenden als bewijs van de steun van de V.S. aan de centrale regering van Kongo, hield volgens de regering ver band met een verlangen, een uitbar- - sting van de zwarte bevolking tegen de blanken te voorkomen. Wat Nigeria betreft beschikken de autoriteiten van het ministerie van buitenlandse zaken, naar zij deze week verklaarden over niet anders dan enkele onbevestigde berichten betref fende liet vliegen van blanke piloten voor het separatistische Biafra, hoewel beide partijen beweren, dat de andere gebruik maakt van de diensten van huurlingen. Amerikaanse autoriteiten hebben mee gedeeld. dat zij hebben gehoord, dat een blanke vlieger wienst nationa liteit hun onbekend is een B26 uit de tweede wereldoorlog bevliegt voor de Nigeriaanse opstandelingen. Zij zel den, dat deze oude bommenwerper al sinds jaren, niet meer in Amerikaanse handen is en naar het schijnt thans wordt verhuurd door een Franse maatschappij. In het begin van deze maand heeft Washington een verzoek van de fe derale regering van Nigeria om Ame rikaanse wapens afgewezen. Er zou gevraagd zijn om een dozijn militai re vliegtuigen, afweergeschut en een aantal patrouillevaartuigen. Aangezien Nigeria beschikt over een betrekkelijk goed wegennet voor troe penbewegingen zulks in tegenstel ling tot de uitgestrekte wildernissen in Kongo schijnt aan het vraagstuk van vervoer door de lucht ten behoe ve van de Nigeriaanse regering hier niet veel aandacht te zijn geschonken. Er zijn evenwel andere fundamentele redenen, waarom de regering-John son heeft verkozen in Kongo tussen beide te komen, maar zich ten aanzien van het Nigeriaanse conflict afzijdig te houden. Officiële persoonlijkheden gaven hier omtrent de volgende uiteenzetting In Kongo hebben de V.S. de onaf hankelijkheid en eenheid van het land sinds du in 1960 onafhankelijk is ge worden steed§ gesteund en het gevaar, dat het 6011 slagveld van de koude oorlog zou worden, bestreden, o.m. door middel van een luchtbrug. De V.S. zijn er ook voorstanders van, dat Nigeria zo mogelijk een politieke eenheid blijft, maar zij hebben geen anderhalf miljard uitgegeven aan een langdurige poging om dit te verzeke ren, zoals zij in Kongo hebben gedaan en Amerikaanse strategen geloven niet, dat Nigeria in een chaos zou ver vallen als Biafra, een gebied, dat de middelen bezit om zichzelf te bedrui pen, erin zou slagen onafhankelijk te worden. In Nigeria wonen ongeveer 6.000 Ame rikanen en in het afgescheiden ooste lijke gewest 1.000. Amerikaanse in terventie ten gunste van een van bei de partijen zou de Amerikaanse bur gers en zakelijke belangen aldaar in gevaar kunnen brengen. De openbare mening in de wereld is bijna unaniem tegen de huurlingen in Kongo, maar de strijd in Nigeria is een plaatselijke burgeroorlog en zo goed als niemand buiten de regering wenst partij te kiezen. Het conflict heeft niet het karakter van een koude oorlog aangenomen en de V.S. willen niet uitlokken dat de communisten er zich mee bemoeien door dit zelf te doen. (A.P.) DüSSELDORF ,,Ik ben blij weer eens Duits te horen spreken en 't heer lijke Duitse landschap weer te kunnen zien". Zo sprak vorige maand de door Bra zilië uitgeleverde nazi-oorlogsmisdadi ger Franz Paul Stangl (59), ex-SS- Hauptsturmführer en commandant van de vernietigingskampen Sobibor en Tre- blinka in Polen, waarin ook zeer veel Nederlandse joden de dood hebben ge vonden. In Düs'seldorf zijn inmiddels de ver horen van Stangl begonnen. Stangl zal ervan worden beschuldigd medeplichtig te zijn aan de moord op 52.600 joden in het vernietigingskamp Sobibor en van „minstens" 300.000 jo den in het „Lager" Treblinka. Boven dien zullen hem mishandelingen van gevangenen ten laste worden gelegd. Het opperste gerechtshof van Brazi lië heeft de uitlevering van Stangl aan de Bondsrepubliek alleen ingewilligd op voorwaarde dat Stangl slechts zou wor den veroordeeld tot een tuchthuisstraf van begrensde duur. Mochten zijn rech ters hem tot levenslange tuchthuisstraf veroordelen dan zal de premier van Noordrijnland-Westfalen hem in zover re moeten „begenadigen" dat hij een tuchthuisstraf van kortere duur krijgt. Dat zal dan echter Stangl nog niet veel helpen, want de Westduitsers hebben de Brazilianen ook moeten beloven, dat zij Stangl, na afloop van zijn straftijd in Westduitse gevangenissen zullen uit leveren aan de Oostenrijkse regering, die ook nog een appeltje met Stangl te schillen heeft. En mocht Stangl ook nog een veroordeling en een straftijd in Oostenrijk overleven, dan komen de Po len nog aan de beurt. hierboven genoemd, die een soort „Befehl ist Befehl"-mentaliteit ademt, veel funester voor de ont wikkeling van de kerk dan alles wat er van andere zijde in Neder land gebeurt. Juist aan de kant van de „Knuvelders" wordt het woord schisma in de mond genomen, niet aan de andere kant. Daar laat men zelfs herhaaldelijk blijken, dat men binnen het ver band van de rooms-katholieke kerk zijn nieuwe inzichten wil verwe zenlijken en dat men er allesbehal ve behoefte aan heeft door de an deren buiten de kerk gemanoeu vreerd te worden. Inderdaad, vooral na het verschij nen van de encycliek over het ce libaat zijn er harde woorden ge sproken en geschreven. Een duide lijk voorbeeld daarvan was het ar tikel van de priester drs. R. J. Bun- nik in de Nieuwe Linie, die de en cycliek onverbloemd een slecht werkstuk noemde en de zoveelste pastorale blunder van paus Paulus VI. Hoe moeilijk zo'n artikel op juiste waarde te schatten is, bleek wel, toen het Algemeen Handels blad er in een commentaar blijk van gaf een voorname passage naar onze mening volslagen verkeerd ge lezen te hebben. Zo ontstaan mis verstanden en wie afgaat op de weergave van het Algemeen Han- sluit kunnen nemen. Eén bisschop delsblad komt in de, verleiding om een man als drs. Bunnik scherp te veroordelen. Maar dat is natuurlijk niet terecht. Dat de kritiek op de jongste en cycliek in ons land (de Zwitserse theoloog Hans Küng behoort overi gens ook tot de critici) zo hevig is, valt alleen maar te verklaren uit het feit, dat het standpunt uit dit pauselijk document in Nederland tot 't verleden behoort. En dat is 'n verfoeilijke zaak? Zelf geeft Paulus VI in z'n encycliek toe, dat er geen bijbelse argumenten voor een verplicht aan het priesterschap ge koppeld celibaat zijn aan te voeren. Hetgeen betekent, dat de kwestie niet onder het leergezag van de Kerk valt, maar eerder thuishoort onder het herdersambt van de paus, dat hij, evenals trouwens zijn leer ambt, volgens conciliaire uitspraak in collegialiteit of samenspraak met zijn medebisschoppen uitoefent. Maar dat herdersambt houdt zich niet bezig met de onveranderlijke waarden van het geloof. Integen deel, het moet er juist op toezien, dat de kerk die onveranderlijke waarden op eigentijdse manier, dus telkens aangepast aan het leefkli maat van deze tijd, kan verkon digen. En als zou blijken, dat bijvoor beeld in West-Europa hetgeen overigens hier niet wil worden vastgesteld het verplichte celi baat voor de priester een handicap zou zijn in zijn mogelijkheden om als zielzorger te werken, dan moe ten de paus en de bisschoppen in in Zuid-Europa, of in Afrika, of in Noord-Amerika, kan in zo'n kwes tie ten enemale niet beslissen. Ook niet als die bisschop toevallig de bisschop van Rome en dus de paus is. Hetgeen nu juist wel ge beurd is. En daartegen richt zich met name de kritiek. Tegen de vorm van gezagsuitoefening door paus Paulus VI, die niet in over eenstemming is met wat op het concilie is bepaald. In het algemeen kan men zeggen dat het Nederlandse „rumoer" zich vaak keert tegen beslissingen waar van men meent, dat ze niet door de resultaten van het concilie ge dekt worden. Maar dat heeft niets te maken met openlijke rebellie of ketterse neigingen, al wordt dat dan ook maar al te vaak gezegd. Waar de schijnbaar onverwoestbare trouw van Nederland aan Rome lijkt weg te ebben, daar neemt on getwijfeld de verbondenheid met de Kerk van Christus toe. Ondanks de harde woorden die er wel eens vallen. En waarschijnlijk zelfs dank zij die harde woorden. In zijn magistrale werk „De Kerk" beschrijft Hans Küng de kerk niet als een instituut en niet als een ommuurde vesting, maar als een gebeurtenis, het geen in de taal van de tieners en de twens een „happening" heet. Mag zo'n wereldomvattende, zo ingrijpende happening misschien met wat lawaai gepaard gaan A. KLOET Deze Amerikaan zit bebloed in een ambulance van de politie. Hjj raakte gewond bij rassenrelletjes in Newark, New Jersey, waar negers het po litiebureau met stenen en flessen bekogelden. Newark is maar één plaatj uit de reeks van deze lange hete zomer; Tampa, Baltimore, Chicago, Los Angeles... Opmerkelijk dat namen als Little Rock en Atlanta al een paai zomers achtereen niet meer voorkomen op de lijst van door rassenonlusten vergiftigde Amerikaanse steden. De Amerikaanse rassenstrijd is langzaam, maar steeds zichtbaarder van karakter veranderd. De strijd heeft zich verplaatst naar de grote, welvaren de steden van het noorden en verre westen. In het zuiden blijft het be trekkelijk rustig. Emancipator Martin Luther King ziet zijn invloed en gezag tanen. Andere, agressievere leiders komen op. Het „We shall over come" wordt tegenwoordig meer in Amsterdam, Parijs en Londen gezongen door demonstrerende menigten dan in de „Deep South", Watts of de neger- wijken van Chicago. De roep der negers om gelijke rechten is al lang over stemd door de yell „black power". Zwart aan de macht. Een enkeling ver kondigt al de superioriteit van het zwarte ras.... Het zijn verontrustende ontwikkelingen en het einde van straatgevechten tussen blanken en zwarten is nog niet in zicht. Toch heeft deze vertroe belende en zorgwekkende ontwikkeling ook een klein lichtpuntde duide lijke accentverschuiving maakt zichtbaar dat achter alle rumoer verborgen er in de Amerikaanse maatschappij zich veranderingen voltrekken ten gunste van de achtergestelde neger. Niet snel genoeg. Maar er veraniat Wat. - rr-w De vakantie is een tijd van een heel eigen orde. Zelfs het tempo is anders. Er zijn gelukkigen voor wie deze tijd voorbij vliegt; ande ren vervelen zich en genieten dus het extra voordeel, dat hun vakan tie lekker lang duurt. Het is in elk geval anders en je bent er eens uit, zeggen ze dan. Je bent anders ge kleed, loopt anders bij voorkeur sterker, kwieker en woont an ders. Er is een hele industrie van deze „andersheid". In de vakantie hebben de dingen een andere kwa liteit, andere betekenis en ook an dere namen. Meestal komt het hierop neer, dat een wereld in mi ni-formaat, nagebootst in plastic, met de meest dierbare en dichter lijke benamingen wordt opgedirkt en aangetotterd om ze toch maar appetijtelijk te laten schijnen. Een houten keet is nu een bungalow en een natte wei met vijftig houten keten wordt een „oord" genoemd- „Oord" is in de zomer een veel belovende benaming van bijna mythisch formaat. Het woord roept het „andere" ten opzichte van „plaats" op en is dus heel geschikt voor mensen die er eens uit willen zijn. Het suggereert de ongerept heid van een paradijs en houdt de belofte in van een onbekommerd verblijf. Oord is het eiland van de gelukzaligen. Men „is" er niet, zoals op een plaats; dat woord, toch al een minimum aan activiteit spanning, waar we dank zij ons verdienstelijk zwoegen eindelijk aan toe zijn, worden verstoord, Wat we met z'n allen wensen, moet waar zijn. En in het oord zal alles anders en beter zijn, want het oord is een paradijsje, aan de wetten van de menselijke ellende onttrokken. De temperatuur is er paradijselijk en de riante bungalow wacht op ons. Liefdevolle handen hebben er ons bedje gespreid. We zullen er mensen ontmoeten die van het leven weten te genieten op een ongecompliceerde manier, die ons definitief van onze klein zieligheid en zorgelijkheid bevrij- den zal. Voortaan gaan we het breed zien. In het oord zal ook voor ons het leven zich bruisend gaan ontplooien. Wij zullen anden worden. Nu, dat blijkt dan inderdaad al lemaal een beetje anders te zijn- Het gras is nat en als het droog is zitten er mieren. De betekenis van het woord „bungalow" een onbeschermde titel trouwens blijkt, nogal rekbaar te zijn. De handen tussen de bewoners van het oord zijn op een zeer speciale manier tamelijk hecht; er schijnt bovendien zelfs een soort van oords-kommandant te zijn die bevoegdheid bezit de prijzen van allerlei goederen te brengen op het niveau dat bij een oord past. Er vertoeven en verwijlen meer vertolkend, houdt nog teveel ini tiatief en risico in. Nee, nee, in een oord vertoeven we, verwijlen we. Alles schikt zich naar de mens die er verwijlt. De natuur brengt er hulde aan haar koning en toppres tatie, de mens. In een oord is het goed toeven. Er is mals gras en helder water. Het gras is er niet nat en als het droog is, zit het niet vol mieren. Zonder gras is er geen paradijs. In het paradijs wonen is volgens een aloude voorstelling: ongestoord in het jfroene gras lig gen, met de blanke gemoedsrust en de lichte verwondering van iemand die zojuist uit het groene gras ge boren is en nog geen deel heeft in de menselijke ellende. Op dus naar het oord, het pret- hemd losjes om de heupen, een koffertje met benodigdheden en vijf koffers met overbodigheden, alle in speciale vakantie-uitvoe ring, op de achterbank. Wees eens anders, doe hetzelfde. De reis valt niet mee. Er moet lang gewacht worden bij de pont; tijdens het wachten zie je verschillende oord- vaarders de bereidheid om voor hun portie vakantie-genot te vech ten, uit de ogen stralen. Het weer is niet al te best. Maar wie naar een oord onderweg is, voelt zich een beetje pelgrim en murmureert niet. Onder geen beding mag de mooie mythe van de grote ont mensen dan in de dichtstbevolkt6 stadswijk en je kunt er in één W tientallen echtelijke twisten te' luisteren, die vrijwel zonder uit zondering de centen en de kinderen tot onderwerp hebben. Er wordt in zo'n oord intens ge leden, ben je dan geneigd te gaan denken. Maar het lijden loutert En wat zullen die mensen straks blij zijn als ze hier hun tijd heb ben uitgezeten en weer terug kun nen naar hun eigen huis- Van alle vakantie-genoegens is de terugkeer uit het oord, met zijn nadrukkelijk en teleurstellende „andersheid" 'v een van de meest verfijnde. We zijn dan weer een jaar verlost van het idee, dat het „andere" waarnaar we zoeken, ergens aan een oord ge bonden is, of dat er ergens op J» wereld nog te toeven en te verwij len valt. En eenmaal aan die ver lossing deelachtig geworden voe len we ons zo dankbaar en nut gestemd, dat we toch het gevo^ krijgen een heerlijke vakantie ge had te hebben. Naargelang meer van het leven leren, zoe we het minder ver. En ais eindelijk zoveel geleerd zullen he ben, dat we bereid zijn het lev ter plaatse te genieten, zal het W afgelopen zijn. Dan moeten ze o met zacht geweld naar een ano oord dragen. NE1 NEWARK HAR TI Rassenrelïen in twee New Jersey en Conns lijke opstanden, waa de strijd het felst op en voor ettelijke mil leen al bij vernieling Met kinderwagens, hand de vernielde winkels va Er verdween voor rniljoe ten, waarbij een groot de lang duurden de rebellie, j werden erbij gedood, me politiemannen werden gej gevaar verkeren. Minste schade bedraagt vele mil; De gouverneur van New Je chard J. Hughes, zei dat de st: lijk In opstand verkeert. Er is stelbaar veel vernield. Om velen in een vakantiesfeer te ven, vond hij als gaan bij een begrafenis. De polit: van hem bevel gekregen allé verkeerswegen af te sluiten e terug te schieten waimeer e- politie wordt gevuurd. Tot de tanden gewapende van de nationale garde en std tie reden gisteren de stad bin de 1400 politiemannen van de helpen met het uiteenjagen opstandigen, het tegengaan va deren en het beschermen van weerlieden die probeerden vj dene grote branden te bedwi; De arrestaties volgden el] snel op dat de politie na de tel kwijtraakte. In de nacht politie de benden die door de renden, niet van het plunderen den. Sterke drank, kleding, - juwelen en t.v.-toestellen werl de winkels geroofd. De wir probeerden nog hun eigendo' pistolen en knuppels te verd Lachende en schertsende vJ haalden de winkels leeg, het van versplinterend glas was ken dat er weer een winkel aa Van alle kanten kwamen de dan aanrennen. Het is de eerste grote opstil Newark, een stad met 400.000 ners, voor zestig procent nege werd zonder onderscheid geplu Een handelaar uit Puerto Ricq voor zijn winkeldeur met een met vier jonge Portoricanen zich, die ijzeren staven gereec den. „Waarom hebben ze me di gedaan. Wij vormen toch ooi minderheid. Misschien heb ik doodgeschoten, maar dat wil niet". KINSJASA, Kampala (Reuter/A öe colonne muitende huurlinge: donderdag uit Kisanegani is gei had gisteren Walikele, 500 km na< zuidoosten, bereikt. De vluchtelingen schijnen aan t ren op Boekavoc of Goma en Roe Kongolese zegslieden verklaardee in de omgeving van Walikale vierj n© vliegvelden lagen, waar vanda! huursoldaten door de lucht zouden n©n ontsnappen. Het Kongolese doet geen pogingen de muiters halen. yJÜS reS©ring van het aan Kongo rf2K*,3^egallda heeft gisteren rr 1 Z1J maatregelen getroffen geval vluchtelingen uit F p oberen Oeganda binnen te kom< Ha Si werd niet gesproken vluchtende huurlingen of gij ze sen"rv^eZeg<* dat „verschillende Hrhf,-«Sangani verlaten hadden i Een SI de Srens van Oeg erSni gewapend is zal a; Kte het WaP6nS m°eten afg< iafc0l?se zegslieden spraken dag ^BurlmSen- die Kisangani do gels verifetem °nne 27 Vrad heTRo'L v-"46- Lransporttoestellen toesSflf Klms„en een C-130 trans landdor. ?e Amerlkaanse luchtr de etrLgfteEen, ln Kisangani. stad Amerikaanse vlucht na: dr?eecY™nii?de Staten hebben cusei werden vervoerd. Afrikaanse landen kw, Kongo luchtmacht te hul) lotw niet^l? nan?.6lijk de blank terii Si meer opstijgen toen de Ghiia is®, en Boekavoe uit 'nestellen r BI,nten ™or de terwiii pth -de K™golese iuchtm "ort$4r'°pi(e esn Boeing 727

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 6