elektro
naand-
worden
aar
rland
Rijken doen bedroevend weinig
om de hongerigen te help
en
Overheid reageerde
te weinig actief
op droogterampen
ermijn
Alle bronnen van
natuurlijke frisheid...
betadine
jodium met ij
15
n rente van
:1de interest
i verkrijgbaar.
»n
ting.
Waarheid
Rijksien
Handig
Dubbel
Autonomie
Bedelstaf
Verwijten
Concurrentie
tegen t.v.-station
van Johnson
Openbaar onderwijs? V
Hoe lang nog?
Tour de France
Domien van Gent
Ontwikkelingshulp
Sporthulp
18
15
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 24 JUNI 1967
le Technische Dienst,
reide opleiding zullen
ktro en instrumentatie
ischap verder te ont-
bedrijf, biedt Du Pont
ihemische industrie
sn schone omgeving.
:G. U.S. PAT. OFF.
LfAvDLAlJ L/fj OIEilu LAll £M+ L mtUTliTJ
GEESTEN" IN INDIA
(ADVERTENTIE)
(Van onze speciale verslaggever)
NEW DELHI Er is inderdaad enig verschil met 1966. Een jaar geleden, toen de eerste aktie „Eten
voor India" me eveneens naar dit land bracht, wilde men op officieel niveau niets en dan ook niets van
een noodtoestand weten. Valse schaamte, de schade, die een calamiteit als gevolg van voedseltekorten
aan de binnenlandse politiek (lees partijpolitiek) en aan het imago van exotisch India, „de grootste de
mocratische staat ter wereld", zou kunnen aanbrengen, mondden uit in regeringsverklaringen, die ver
warringen teleurstelling in Europa teweeg brachten.
De verkiezingen die de Congrespartij
opnieuw zij het heel wat minder vast
in het zadel brachten, zijn thans ach
ter de rug. De gloednieuwe regering
van mevrouw Indira Ghandi wil nu
wel erkennen, dat er in bepaalde ge
bieden ernstige noodtoestanden zijn.
Zij kan trouwens moeilijk anders. De
oppositiepartijen en de publiciteits
media stellen deze openlijk aan de
kaak. Alleen komen de woorden
„hongersnood" en „hongersdood" nog
heel moeilijk over de lippen, 't Liefst
spreekt men van „de grootste droogte
van deze eeuw", of van mensen, die
gestorven zijn „als gevolg van onder
voeding".
Voor ons, Nederlanders, een onbegrij
pelijke zaak. Voor een natuurramp,
wat het achter elkaar uitblijven van
twee moessons een in 1965 en een
in 1966 toch zeker mag worden
genoemd, behoeft geen persoon of geen
partij zich verantwoordelijk te achten.
Is men misschien minder gelukkig
met de tegenacties, die werden geno
men?
Wat het laatste betreft: gesteld kan
worden dat New Delhi en ook de
regeringen van de betreffende staten
de zaken bepaald niet energiek heb
ben aangepakt. Reeds midden vorig
jaar en zeker in oktober kon men
zien aankomen wat op het ogenblik
een vreselijke waarheid is.
De maatregelen ter bestrijding van
de droogte, vooral die, welke de honge
renden en de dorstigen van de dood
moeten redden, werden maanden ach
tereen vrijwel uitsluitend met de mond
beleden. Men had het veel te druk
met de verkiezingsstrijd. Zelfs nu, ter
wijl toch zeker 10 procent van de In
diase bevolking op de rand van haar
toch al zo minimale bestaansgrond
wankelt, is er nog sprake van apathie,
van inefficiency, van een verstikken
de ambtenarij, van corruptie en van
egoïsme.
Een oud, wijs man, die eens de
boezemvriend van de vermoorde
Ghandi was, beklaagde zich in een
nummer van Weekend Review over de
droge gronden in en rond de ramp-
staat Bihar. Het, was niemand min
der dan de grote Jayaproakash Na-
rayan, die door de centrale regering
Is aangezocht het noodfonds van Bi-
har te leiden. Zijn grootste teleurstel
ling was wel, dat de Indiase bevol
king zich weinig of niets om het lot
van de door droogte geteisterde land
bouw en landarbeiders bekommerde.
Nog steeds is dit zo. Juist de rijk-
sten zijn achtergebleven, in welke ui
ting van naastenliefde ook. Het Hindoe
thema: ieder voor zich en God voor
ons allen, heeft opnieuw op. een ver
derfelijke manier gestalte gekregen.
Terwijl uit alle delen van de wereld
hulp wordt (aan) geboden, faalt de
doorsnee particulier in India op Jam
merlijke wijze.
In New Delhi wordt de naam van Bi-
har door het slijk gehaald. Niets is
daar goed; geen hulpverlenende in
stantie functioneert zoals het moet; is
het in Bihar altijd een achterlijke en
armoedige troep geweest?
De droogte mag dan misschien groot
zijn, maar men is daar gewend aan
het strakker aanhalen van de buik
riem. Als er voedsel naar toe moet,
dan moet de centrale regering daa^
maar voor zorgen. Op een handige
wijze heeft Bihar gebruik gemaakt
van de gewetensnood, die er in rijke,
welvarende landen bestaat ten aanzien
van minder bedeelden elders op de we
reld.
Zn praat men in India's hoofdstad,
die toch echt niet zo ver van de ramo-
staat gelegen is van een schaarste
aan levensmiddelen merkt men niets.
Weldoorvoede Indiërs schransen met
vrouw en kinderen in de duurste res
taurants. Per persoon kost een zo'n
maaltijd meer dan een „onaanraakba
re op het verdorde land in veertien
dagen voor z'n hele gezin verdien-en
kan. Toch zijn er, ook in New Del
hi. enkele zaken op de bon. Suiker
bijvoorbeeld, waarvan de oogst door
de grote droogte eveneens voor een
deel verloren is gegaan.
Ontelbaren leven echter op dubbele
rantsoenen. Van het feit, dat er in In
dia geen burgerlijke stand bestaat,
wordt op de rug van de hongerenden
overal in den lande een dankbaar mis
bruik gemaakt.
Men geeft bijvoorbeeld op dat een
gezin uit man, vrouw, acht kinderen
en vier bedienden bestaat, terwijl het
totale aantal personen misschien nog
niet de helft bedraagt.
Deze niet bestaande mensen worden
9 Palmen verdorren in vele streken waar de aanhoudende droogte vrucht
baar gebied heeft herschapen in een keihard opengebarsten landschap.
„de geesten" van India genoemd. Ze
hebben de bevolking van het land gro
ter gemaakt dan zij ai is. Incidenteel
wordt er door de instanties wel eens
gecontroleerd of de gedane opgaven
juist zijn. Kan men deze, ook met
behulp van toevallig aanwezige vriend
jes of vriendinnetjes niet waar ma
ken. dan zijn er wel andere uitvluch
ten te verzinnen voor een geconstateer
de afwezigheid. ..Wees eerlijk zolang
de droogte duurt", is een wel heel
vreemde kreet, die in dit verband
wordt gebruikt.
Van de centrale regering kan beslist
niet gezegd worden dat zij weinig doet
om de nood van Bihar te trachten te
verlichten. Zij doet alles wat in haar
vermogen ligt. De moeilijkheid is ech
ter dat dit vermogen beperkt Is.
Aan voedingsmiddelen als granen en
rijst bestaat er in heel India dit jaar
een tekort van 11 miljoen ton op een
totale produktie van 76 miljoen ton.
Het ter beschikking stellen van devie
zen om deze enprme voorraden aan te
kopen, is, gezien de zware defensielas-
ten. totaal onmogelijk. New Dèlhi is
dan ook afhankelijk Van buitenlandse
hulpprogramma's, vooral uit Ameri
ka. Bijna de helft hiervan is toege
zegd, gedeeltelijk zelfs al gearriveerd.
De wereldvoorraden, in het bijzonder
die van rijst, zijn dit jaar echter tot
een bedenkelijk peil gedaald. In de
Verenigde Staten bestaat daarom eni
ge aarzeling verdere toezeggingen te
doen
Een van ete grote moeilijkheden is wel
de voedselautonomie van de verschil
lende staten. De centrale regering kan
slechts adviseren surplus voor ra den
over te hevelen. Dwangmaatregelen
zijn niet in de constitutie verankerd.
Verschillende surplusstaten nu wei
geren voedsel ter beschikking te stel
len. De voornaamste reden hiervan Is
de lage prijs, die kan worden betaald.
In de vrije winkels brengen granen
en rijst als gevolg van de schaarste
ongeveer twee tot drie keer zoveel
op als in de winkels, die onder prijs
controle staan. Als er aan schaar-
stegebieden geleverd zou worden, zou
dit ontevredenheid onder de boeren
betekenen, of subsidiëring van de zij
de \an New Delhi of van de regering
van de uitvoerende staat. Noch de een.
noch de ander, heeft voor dit laatste
rondsen beschikbaar.
De voedselzones, welke zijn inge
steld slechts met een vergunning
buiten het produkttegebied worden ge
bracht hebben in een nog niet zo
geordende maatschappij als India wel
degelijk een functie. De kritiek dat ze
moeten verdwijnen. is ongemoti
veerd. De zuigende werking die gebie
den met enige koopkracht op voedsel
voorraden uitoefenen, zouden fataal
voor die districten zijn, waar perma
nent armoede en honger heersen.
tigd, omdat hij in het wereldnieuws
is gekomen. In bepaalde gebieden van
Uttar Pradesj, Madja Pradesj en
Gudsjarat (ten noorden van Bombay)
wordt eveneens honger en dorst gele
den. Ook daar zijn, zij. 't wat laat,
hulpacties op gang gekomen. Ook daar
zijn. zij het minder intensief, buiten
landse charitatieve instellingen aan de
slag gegaan.
De onvoorstelbare droogte, die be
trekkelijk welvarende boeren tot de
bedelstaf heeft gebracht, heeft, naar
schatting, de toch al zo karige rant
soenen van zo'n 60 miljoen Indiërs tot
een absoluut minimum gebracht. De
moeilijkste maanden liggen nog in het
verschiet. Zelfs als in juli of augustus
de regens komen, moet toch nog een
kwart jaar worden gew.acht, alvorens
de oogsten iets voor het plaatselijke
voedselpakket kunnen betekenen.
Hoeveel mensen er al van honger of
dorst zijn omgekomen, is niet bij be
nadering te zeggen. De ramingen va
riëren van „enkele tientallen" tot „en
kele duizenden". De waarheid zal wel
ergens in het midden liggen. Zij zal
echter pas jaren later aan het dag
licht kunnen treden.
In verschillende, door droogte ge
teisterde districten in Madja Pradesj
zijn de staatsfunctionarissen persoon
lijk verantwoordelijk gesteld voor men
sen, die de hongerdood sterven. Het
gevolg hiervan is dat als doodsoorzaak
op z'n hoogst „ondervoeding" wordt
opgegeven, doch meestal een of an
dere besmettelijke piekte.
Duidelijk is dat zowel de centrale re
gering als de wereld, die te hulp is
gesneld, een herhaling van een hon
gersnood als die in west-Bengalen zul
len trachten te voorkomen. In 1943,
onder Engels bewind dus, kwamen
daar 2 miljoen mensen om als gevolg'
van een voedseltekort, dat 3 miljoen
ton bedroeg, of wel ongeveer de helft
van dat in Bihar.
"aar waTr' "T'". de weerbarst,«e «"nd slijten op zoek
'aar het grondwaterpeil lakt steeds verder.
Vooral op dit moment proberen de
staten zoveel mogelijk door New Del
hi gesubsidieerd voedsel aan zich te
trekken De verwijten, welke de cen
tra ie regening hierbij incasseren moet
zijn, op z'n zachtst uitgedrukt, kwalijk
te noemen. De regering van Madras,
die zelf totaal heeft gefaald in de voor-
raadvorming van rijst, heeft het dezer
dagen wel bijzonder bon! gemaakt. Zij
neeft de centrale regering ervan be
schuldigd goedkope rijst naar Kasjmir
te sturen om de bewoners daar, die
nog steeds onder de dreiging van het
sluimerende conflict met Pakistan over
dit gebied leven, in politieke zin te
beïnvloeden.
redereen, waar dan ook in India
vecht dus voor het eigen standje. De
slachtoffers hiervan zijn de mensen,
die steeds tussen de wal en het schip
zijn geraakt: de uitgemergelde man
nen, vfouwen en kinderen in de door
de zon geblakerde droogtegebieden.
Het zou verkeerd zijn te veronder
stellen dat het alleen om de grauwe,
kale vlakten van Bihar gaat. Op deze
staat is toevallig alle aandacht geves-
(Van onze Amerikaanse correspondent)
NEW YORK In Austin Texas doel
zich een rel voor tussen twee televisie
stations: het station KHFI-TV, waar
van de directeur een rechtse republi
kein en bewonderaar van senator Barry
Goldwater is, en het station KTBC-TV,
dat toebehoort aan de familie Johnson,
of om precies te zijn het eigendom is
van de echtgenote van de Amerikaanse-
president. Het station KHFI-TV heeft
thans een klacht ingediend bij de fede
rale commissie voor het televisiewezen
in Washington D.C. waarbij werd ge
sproken van ontoelaatbare praktijken
toegepast door het Johnson-station om
deze concurrent uit de ether te wer
ken. „Wanneer mer fatsoenlijk en eer
lijk te werk gaat", aldus de'heer Dan
Love, eigenaar van KHFI-TV, „dan kom
je er niet wanneer je tegen de John
sons moet opboksen."
Nadat Johnson president werd liei
hij de aandelen in zijn televisiebezit
verdelen tussen zijn echtgenote en bei
de dochters, terwijl zijn schoonzoon
Patrick Nugent voor het Johnson TV-
station ging werken.
De achtergrond van het huidige con
flict in Austin is dat het Johnson sta
tion vaste contracten heeft met de drie
grote Amerikaanse televisie bedrijven,
terwijl KHFI pogingen onderneemt een
contract met OBS aan te gaan, dit dus
ten koste van het 'Johnson station. De
druk van de Johnsons is dusdanig
groot, dat het concurrerende station in
de eerste vier maanden van 'dit jaar
reeds een kwart miljoen verlies moest
lijden.
De frisheid van de stromende bergbeek... de
koelte van rustgevend lover... geurige
extracten »ran bloesems en vruchten - heel
dit weldadige samenspel van verkwikking
vindt U in-de crème Hydriane van Dr.
N. G. Payot. Hydriane is een bijzonder
stimulerende, vloeibare crème met vocht*
inbrengende werking. Ze vormt een
onvergelijkelijk goede basis voor Uw make-up.
Tot diep onder de huid houdt zij het
natuurlijk vochtgehalte op peil - en dat is de
grondslag voor een huid die van jeugd
getuigt.
Met Hydriane blijft Uw maquillage de
gehele dag fris en onberispelijk.
Frisheid - Schoonheid - Jeugd
de la faculté de Lausanne
Dr. N. G. Fayot-Holland N.V., Keizersgracht 12-14, Amsterdam-C.
Er zijn verschillende manieren om
een discussie op gang te brengen. De
minst verkieselijke heeft de heer Sin
ner uit Terheijden tot de zijne ge
maakt in zijn poging misverstand uit de
weg te ruimen omtrent het openbaar
lager onderwijs in zijn gemeente. Im
mers in plaats van zich te bepalen tot
het weerleggen van misvattingen over
het openbaar onderwijs, wekt hij in
kort bestek legio misverstanden op met
betrekking tot het bijzonder onderwijs.
Hij gaat daarbij te werk als zijn voor
gangers in de beste dagen van de
schoolstrijd, de onvervalste schijn wek
kend de uitgebluste levensgeesten vaiT
die strijd weer op te willen wekken.
Verdichtsels -en werkelijkheid wor
den door en naaèt elkaar weergegeven.
Het ingezonden stuk geeft een over
zicht van alle platitudes die geduren
de de laatste honderd jaar tegen de bij
zondere school zijn ingebracht. De on
verdraagzaamheid die de heer Sinner
zo links en rechts aan diverse groe
pen verwijt, zou door de kwaadwillen
de gemakkelijk ook uit zijn artikel te
lezen zijn. Nu kan men natuurlijk den
ken dat de heer Sinner zijn betoog op
zettelijk heeft aangedikt om toch ze
ker een besprekspartner te vinden,
maar gezien zijn slotzin „dat hij erg te
leurgesteld zal zijn als deze gespreks
opening onbeantwoord zou blijven" mo
gen we hem van een dergelijke handel
wijze niet verdenken.
De manier waaróp ik mijn beweringen
het bést' zou kunnen staven zou -een be
spreking zijn van het schrijven in zijn-
geheel èn zin voor zin. Dit zou te ver
voeren en daarom volsta ik met een
korte uiteenzetting. De indeling die
de heer Sinner aan zijn Betoog ten
grondslag legt, kan als te gekunsteld
buiten beschouwing blijven. Het is dui
delijk dat hij slechts één kwestie be
spreekt: het bestaansrecht van de bij
zondere school.
Als men spreekt over het bijzonder
onderwijs, dient men m.i. te onder
scheiden tussen het opvoedend en het
wetenschappelijk'onderwijs. Bij de laat
ste categorie is de levensbeschouwelijke
grondslag in discussie geraakt (met na
me ten aanzien van de Katholieke Uni
versiteit in Nijmegen). Van eenzelfde
discussie betreffende het opvoedend on
derwijs kan vooralsnog geen sprake
zijn. Laat ik me tot het opvoedend on
derwijs beperken, nu het in casü gaat
over het lager onderwijs, dat zonder
twijfel daartoe gerekend moet worden.
Het opvoedend onderwijs is, zoals
het woord dat duidelijk aangeeft, pri
mair gericht op opvoeding, vorming
begrippen die verder reiken dan het
louter bijbrengen van kennis. De op
vatting, dat het onderwijs een onder
deel van de opvoeding is, is algemeen.
De verantwoording voor de opvoeding
van het kind wordt in de eerste plaats
gedragen door zijn ouders. Katholieke
ouders, die het ernst is met hun geloof,
zullen hun kind een katholieke opvoe
ding willen geven. Voor hen ligt het
voor de hand te concluderen, dat het
opvoedend onderwijs dat hun kind moet
volgen, noodzakelijk een katholieke sig
natuur dient te dragen. Slechts in dat
geval zijn zij ervan verzekerd, dat zij
de door hen gewenste steun bij hun op
voeding ontvangen. De school is toch
één van de gewone hulpmiddelen bij de
opvoeding. Van de openbare school
hebben katholieke ouders geen steun
te verwachten voor hun opvoedings
werk doordat het openbaar onderwijs
grondwettelijk gehouden is „ieders
godsdienstige begrippen te eerbiedigen".
Samenvattend kunnen we zeggen, dat
het verband tussen het opvoedend on
derwijs en de levensbeschouwing van
fundamentele aard is.
In het licht van deze zienswijze ls
het besluit van katholieke ouders om
hun kind naar de openbare school te
laten gaan verre van een progressieve
daad om de zegeheten confrontatie te
vergemakkelijken. Het. heeft niets met
progressief-zijn te maken, alles met een
verkeerd of niet begrijpen van de plaats
van het onderwijs in de opvoeding van
een kind.
Hiermee heeft de heer Sinner een
kort antwoord op zijn vraag: waarom
het isolement bij de primaire vorming
gehandhaafd moet blijven, waarbij ik zo
vrij ben i.p.v. „isolement" te lezen:
„het katholiek, bijzonder onderwijs",
twee begrippen die niet aan elkaar ge
lijk zijn.
Het door mij gegeven antwoord kan
men in andere bewoordingen, maar met
gelijke inhoud al in het Mandement
van 1868 terugvinden. Het verbaasde
me dan ook, dat de heer Sinner op
merkt, dat het openbare gesprek over
dit onderwerp nog maar nauwelijks op
gang is gekomen, terwijl ik bovendien
zijn opmerkingen grotendeels terug
vond in de liberale polemiek die zich
in de jaren na 1868 tegen dit Mande
ment richtte. Hopelijk neemt men het
mij niet kwalijk, dat het schrijven van
de heer Sinner mij niet anders in de
oren kan klinken dan als het zoveelste
couplet van „Het Potje met vet".
De bewoners van de stadswijk Wisse
laar in Breda klagen over de toestand
in hun nieuwe wijk, die nog lang niet
naar hun zin is. Zij zijn niet zo gedul
dig als de omwonenden van het Esser-
plein in het vroegere Princenhage.
Daar staan al meer dan dertig jaar een
zestal bouwvallige krotten, die ten dele
afgebroken, ten dele dichtgemetseld zijn.
Op de open plekken groeit het onkruid
manshoog en liggen talloze metselste
nen. te wachten op het moment, dat zij
(als in vorige jaren) gebruikt kunnen
worden door de jeugd, om appeltjes af
te gooien, met alle mogelijke gevolgen
van dien. Tussen onkruid en brandne
tels wordt allerlei rommel en voedsel-
resten weggesmeten, waardoor het aan
tal ratten lustig kan vermeerderen!
Verder is er een woonwagenkamp,
waarvan het uiterlijk ook niet bijdraagt,
om de schoonheid van deze invalsweg
van Breda te verhogen. Met mij vragen
vele inwoners van het vroegere Prin
cenhage zich af, of er nu eindelijk iets
gedaan kan worden om verbetering in
deze toestand te brengen? Zij zijn be
nieuwd
BREDA
J.H.
Nog weinige dagen schelden ons van
de „Tour" en het is gebleken dat de
geselecteerde ploeg op Jan Janssen na,
tot lieden weinig indruk heeft kunnen
maken. Alhoewel renners als Karstens,
Nijdam en v.d. Vleuten wel eens goed
zijn voor een etappeoverwinning, moe
ten* voor de ploeg in zijn geheel toch
bedenkingen gemaakt worden. Het mag
een raadsel heten waaraan verschillen
de renners hun aanduiding te danken
hebben. Zoals b.v. Jo de Roo, die dit
jaar totaal van slag blijkt te zijn. Als
Nederland in de Tour wat wü bereiken
moet men toch renners aanduiden die
de forme bezitten.
HOOGERHEIDE A.P.
Ik kan mij de verontrusting van de
Brabantse kunstenaarsclan die Domien
van Gent omringt goed voorstellen. Het
gevaar bestaat namelijk, dat deze
„kunstenaars" misschien minder gepro
tegeerd zullen wórden in de toekomst
dan in de afgelopen 11 jaar het geval
is geweest. Er zijn heel wat beeldende
kunstenaars in Brabant die- onder het
bewind van Domien van Gent geen
enkele kans gekregen hebben om hun
werk te exposeren, zij werden gedis
crimineerd in optima-forma.
Wanneer ik mijn persoonlijke bele
venissen in ogenschouw neem, dan ge
schiedde mijn eerste afvoering van de
lijst van deelnemers aan een tentoon
stelling reeds m 1954. Zelfs aan een
kunstmarkt, indertijd in Den Bosch,
mocht ik op een gegeven moment niet
meer deelnemen. Hierdoor kwam ik in
de sociale contra-prestatieregeling te
recht, waai' ik na verloop van enkele
jaren door een conflict met Domien
Van Gent werd uitgerangeerd, kun
stenaar af en zonder middelen van be
staan op straat werd geschopt. Derge
lijke intriges hebben zich in de loop
der jaren in de culturele sector m
Krahant en daar buiten, opgehoopt tot
ongekende hoogten, teveel om op te
noemen. Geen enkele kans meer voor
eerlijke hard werkende kunstenaars.
De statistiek kan aanwijzen, dat in dit
11-jarig cultureel bewind, geen enkele
eenrnanstentoonstelling van mijn werk
is gelanceerd en met vele collega's kun
stenaars is dit hetzelfde geval.
Het Provinciaal Genootschap mag de
heer Van Gent een gouden medaille toe
kennen, maar dan op het gebied van
culturele discriminatie.
DEN BOSGH
Henri Titselaar
Blijkens de krankzinnige voorstellen
mzake de ontwikkelingshulp heeft ook
déze Volksvertegenwoordiging lak aan
de belangen en de wensen van het Ne
derlandse Volk! Voordat men tegenover
de rest van de wereld het rijke land
gaat uithangen, dienen de „hoge heren"
eens te bedenken dat Nederland zelf
nog een onderontwikkeld land is, met
zijn ontstellende problemen als overbe
volking. woningnood en werkeloosheid,
terwijl het volk zucht onder de verplet
terende last, van absurd hoge belastin
gen en sociale premies. De ontwikke
lingshulp kan men beter overlaten aan
landen zoals Zweden. Zwitserland en
Luxemburg, waar de regeringen door
verstandig beleid hun volk een echte
welvaart hebben geschonken!
BREDA pv.
Terwijl WIJ m Nederland met 2 Cios-
instltuten zitten, waar nauwelijks een
100 tal leerlingen te zamen per jaar
kunnen wordei toegelaten gaan wij nu
mensen uit Indonesië binnenhalen, uit
een land dat zelf 69 instituten heeft.
Onze eigen jongens worden afgewezen
met een smoesje, dat er nog een beetje
moet worden bijgeschaafd.
AMSTERDAM.
A.W.A. JOOSEN ROOSENDAAL
J. M. Rovers
(ADVERTENTIE)