elektro naand- worden aar rland Rijken doen bedroevend weinig om de hongerigen te help en Overheid reageerde te weinig actief op droogterampen ermijn Alle bronnen van natuurlijke frisheid... betadine jodium met ij 15 n rente van :1de interest i verkrijgbaar. »n ting. Waarheid Rijksien Handig Dubbel Autonomie Bedelstaf Verwijten Concurrentie tegen t.v.-station van Johnson Openbaar onderwijs? V Hoe lang nog? Tour de France Domien van Gent Ontwikkelingshulp Sporthulp 18 15 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 24 JUNI 1967 le Technische Dienst, reide opleiding zullen ktro en instrumentatie ischap verder te ont- bedrijf, biedt Du Pont ihemische industrie sn schone omgeving. :G. U.S. PAT. OFF. LfAvDLAlJ L/fj OIEilu LAll £M+ L mtUTliTJ GEESTEN" IN INDIA (ADVERTENTIE) (Van onze speciale verslaggever) NEW DELHI Er is inderdaad enig verschil met 1966. Een jaar geleden, toen de eerste aktie „Eten voor India" me eveneens naar dit land bracht, wilde men op officieel niveau niets en dan ook niets van een noodtoestand weten. Valse schaamte, de schade, die een calamiteit als gevolg van voedseltekorten aan de binnenlandse politiek (lees partijpolitiek) en aan het imago van exotisch India, „de grootste de mocratische staat ter wereld", zou kunnen aanbrengen, mondden uit in regeringsverklaringen, die ver warringen teleurstelling in Europa teweeg brachten. De verkiezingen die de Congrespartij opnieuw zij het heel wat minder vast in het zadel brachten, zijn thans ach ter de rug. De gloednieuwe regering van mevrouw Indira Ghandi wil nu wel erkennen, dat er in bepaalde ge bieden ernstige noodtoestanden zijn. Zij kan trouwens moeilijk anders. De oppositiepartijen en de publiciteits media stellen deze openlijk aan de kaak. Alleen komen de woorden „hongersnood" en „hongersdood" nog heel moeilijk over de lippen, 't Liefst spreekt men van „de grootste droogte van deze eeuw", of van mensen, die gestorven zijn „als gevolg van onder voeding". Voor ons, Nederlanders, een onbegrij pelijke zaak. Voor een natuurramp, wat het achter elkaar uitblijven van twee moessons een in 1965 en een in 1966 toch zeker mag worden genoemd, behoeft geen persoon of geen partij zich verantwoordelijk te achten. Is men misschien minder gelukkig met de tegenacties, die werden geno men? Wat het laatste betreft: gesteld kan worden dat New Delhi en ook de regeringen van de betreffende staten de zaken bepaald niet energiek heb ben aangepakt. Reeds midden vorig jaar en zeker in oktober kon men zien aankomen wat op het ogenblik een vreselijke waarheid is. De maatregelen ter bestrijding van de droogte, vooral die, welke de honge renden en de dorstigen van de dood moeten redden, werden maanden ach tereen vrijwel uitsluitend met de mond beleden. Men had het veel te druk met de verkiezingsstrijd. Zelfs nu, ter wijl toch zeker 10 procent van de In diase bevolking op de rand van haar toch al zo minimale bestaansgrond wankelt, is er nog sprake van apathie, van inefficiency, van een verstikken de ambtenarij, van corruptie en van egoïsme. Een oud, wijs man, die eens de boezemvriend van de vermoorde Ghandi was, beklaagde zich in een nummer van Weekend Review over de droge gronden in en rond de ramp- staat Bihar. Het, was niemand min der dan de grote Jayaproakash Na- rayan, die door de centrale regering Is aangezocht het noodfonds van Bi- har te leiden. Zijn grootste teleurstel ling was wel, dat de Indiase bevol king zich weinig of niets om het lot van de door droogte geteisterde land bouw en landarbeiders bekommerde. Nog steeds is dit zo. Juist de rijk- sten zijn achtergebleven, in welke ui ting van naastenliefde ook. Het Hindoe thema: ieder voor zich en God voor ons allen, heeft opnieuw op. een ver derfelijke manier gestalte gekregen. Terwijl uit alle delen van de wereld hulp wordt (aan) geboden, faalt de doorsnee particulier in India op Jam merlijke wijze. In New Delhi wordt de naam van Bi- har door het slijk gehaald. Niets is daar goed; geen hulpverlenende in stantie functioneert zoals het moet; is het in Bihar altijd een achterlijke en armoedige troep geweest? De droogte mag dan misschien groot zijn, maar men is daar gewend aan het strakker aanhalen van de buik riem. Als er voedsel naar toe moet, dan moet de centrale regering daa^ maar voor zorgen. Op een handige wijze heeft Bihar gebruik gemaakt van de gewetensnood, die er in rijke, welvarende landen bestaat ten aanzien van minder bedeelden elders op de we reld. Zn praat men in India's hoofdstad, die toch echt niet zo ver van de ramo- staat gelegen is van een schaarste aan levensmiddelen merkt men niets. Weldoorvoede Indiërs schransen met vrouw en kinderen in de duurste res taurants. Per persoon kost een zo'n maaltijd meer dan een „onaanraakba re op het verdorde land in veertien dagen voor z'n hele gezin verdien-en kan. Toch zijn er, ook in New Del hi. enkele zaken op de bon. Suiker bijvoorbeeld, waarvan de oogst door de grote droogte eveneens voor een deel verloren is gegaan. Ontelbaren leven echter op dubbele rantsoenen. Van het feit, dat er in In dia geen burgerlijke stand bestaat, wordt op de rug van de hongerenden overal in den lande een dankbaar mis bruik gemaakt. Men geeft bijvoorbeeld op dat een gezin uit man, vrouw, acht kinderen en vier bedienden bestaat, terwijl het totale aantal personen misschien nog niet de helft bedraagt. Deze niet bestaande mensen worden 9 Palmen verdorren in vele streken waar de aanhoudende droogte vrucht baar gebied heeft herschapen in een keihard opengebarsten landschap. „de geesten" van India genoemd. Ze hebben de bevolking van het land gro ter gemaakt dan zij ai is. Incidenteel wordt er door de instanties wel eens gecontroleerd of de gedane opgaven juist zijn. Kan men deze, ook met behulp van toevallig aanwezige vriend jes of vriendinnetjes niet waar ma ken. dan zijn er wel andere uitvluch ten te verzinnen voor een geconstateer de afwezigheid. ..Wees eerlijk zolang de droogte duurt", is een wel heel vreemde kreet, die in dit verband wordt gebruikt. Van de centrale regering kan beslist niet gezegd worden dat zij weinig doet om de nood van Bihar te trachten te verlichten. Zij doet alles wat in haar vermogen ligt. De moeilijkheid is ech ter dat dit vermogen beperkt Is. Aan voedingsmiddelen als granen en rijst bestaat er in heel India dit jaar een tekort van 11 miljoen ton op een totale produktie van 76 miljoen ton. Het ter beschikking stellen van devie zen om deze enprme voorraden aan te kopen, is, gezien de zware defensielas- ten. totaal onmogelijk. New Dèlhi is dan ook afhankelijk Van buitenlandse hulpprogramma's, vooral uit Ameri ka. Bijna de helft hiervan is toege zegd, gedeeltelijk zelfs al gearriveerd. De wereldvoorraden, in het bijzonder die van rijst, zijn dit jaar echter tot een bedenkelijk peil gedaald. In de Verenigde Staten bestaat daarom eni ge aarzeling verdere toezeggingen te doen Een van ete grote moeilijkheden is wel de voedselautonomie van de verschil lende staten. De centrale regering kan slechts adviseren surplus voor ra den over te hevelen. Dwangmaatregelen zijn niet in de constitutie verankerd. Verschillende surplusstaten nu wei geren voedsel ter beschikking te stel len. De voornaamste reden hiervan Is de lage prijs, die kan worden betaald. In de vrije winkels brengen granen en rijst als gevolg van de schaarste ongeveer twee tot drie keer zoveel op als in de winkels, die onder prijs controle staan. Als er aan schaar- stegebieden geleverd zou worden, zou dit ontevredenheid onder de boeren betekenen, of subsidiëring van de zij de \an New Delhi of van de regering van de uitvoerende staat. Noch de een. noch de ander, heeft voor dit laatste rondsen beschikbaar. De voedselzones, welke zijn inge steld slechts met een vergunning buiten het produkttegebied worden ge bracht hebben in een nog niet zo geordende maatschappij als India wel degelijk een functie. De kritiek dat ze moeten verdwijnen. is ongemoti veerd. De zuigende werking die gebie den met enige koopkracht op voedsel voorraden uitoefenen, zouden fataal voor die districten zijn, waar perma nent armoede en honger heersen. tigd, omdat hij in het wereldnieuws is gekomen. In bepaalde gebieden van Uttar Pradesj, Madja Pradesj en Gudsjarat (ten noorden van Bombay) wordt eveneens honger en dorst gele den. Ook daar zijn, zij. 't wat laat, hulpacties op gang gekomen. Ook daar zijn. zij het minder intensief, buiten landse charitatieve instellingen aan de slag gegaan. De onvoorstelbare droogte, die be trekkelijk welvarende boeren tot de bedelstaf heeft gebracht, heeft, naar schatting, de toch al zo karige rant soenen van zo'n 60 miljoen Indiërs tot een absoluut minimum gebracht. De moeilijkste maanden liggen nog in het verschiet. Zelfs als in juli of augustus de regens komen, moet toch nog een kwart jaar worden gew.acht, alvorens de oogsten iets voor het plaatselijke voedselpakket kunnen betekenen. Hoeveel mensen er al van honger of dorst zijn omgekomen, is niet bij be nadering te zeggen. De ramingen va riëren van „enkele tientallen" tot „en kele duizenden". De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Zij zal echter pas jaren later aan het dag licht kunnen treden. In verschillende, door droogte ge teisterde districten in Madja Pradesj zijn de staatsfunctionarissen persoon lijk verantwoordelijk gesteld voor men sen, die de hongerdood sterven. Het gevolg hiervan is dat als doodsoorzaak op z'n hoogst „ondervoeding" wordt opgegeven, doch meestal een of an dere besmettelijke piekte. Duidelijk is dat zowel de centrale re gering als de wereld, die te hulp is gesneld, een herhaling van een hon gersnood als die in west-Bengalen zul len trachten te voorkomen. In 1943, onder Engels bewind dus, kwamen daar 2 miljoen mensen om als gevolg' van een voedseltekort, dat 3 miljoen ton bedroeg, of wel ongeveer de helft van dat in Bihar. "aar waTr' "T'". de weerbarst,«e «"nd slijten op zoek 'aar het grondwaterpeil lakt steeds verder. Vooral op dit moment proberen de staten zoveel mogelijk door New Del hi gesubsidieerd voedsel aan zich te trekken De verwijten, welke de cen tra ie regening hierbij incasseren moet zijn, op z'n zachtst uitgedrukt, kwalijk te noemen. De regering van Madras, die zelf totaal heeft gefaald in de voor- raadvorming van rijst, heeft het dezer dagen wel bijzonder bon! gemaakt. Zij neeft de centrale regering ervan be schuldigd goedkope rijst naar Kasjmir te sturen om de bewoners daar, die nog steeds onder de dreiging van het sluimerende conflict met Pakistan over dit gebied leven, in politieke zin te beïnvloeden. redereen, waar dan ook in India vecht dus voor het eigen standje. De slachtoffers hiervan zijn de mensen, die steeds tussen de wal en het schip zijn geraakt: de uitgemergelde man nen, vfouwen en kinderen in de door de zon geblakerde droogtegebieden. Het zou verkeerd zijn te veronder stellen dat het alleen om de grauwe, kale vlakten van Bihar gaat. Op deze staat is toevallig alle aandacht geves- (Van onze Amerikaanse correspondent) NEW YORK In Austin Texas doel zich een rel voor tussen twee televisie stations: het station KHFI-TV, waar van de directeur een rechtse republi kein en bewonderaar van senator Barry Goldwater is, en het station KTBC-TV, dat toebehoort aan de familie Johnson, of om precies te zijn het eigendom is van de echtgenote van de Amerikaanse- president. Het station KHFI-TV heeft thans een klacht ingediend bij de fede rale commissie voor het televisiewezen in Washington D.C. waarbij werd ge sproken van ontoelaatbare praktijken toegepast door het Johnson-station om deze concurrent uit de ether te wer ken. „Wanneer mer fatsoenlijk en eer lijk te werk gaat", aldus de'heer Dan Love, eigenaar van KHFI-TV, „dan kom je er niet wanneer je tegen de John sons moet opboksen." Nadat Johnson president werd liei hij de aandelen in zijn televisiebezit verdelen tussen zijn echtgenote en bei de dochters, terwijl zijn schoonzoon Patrick Nugent voor het Johnson TV- station ging werken. De achtergrond van het huidige con flict in Austin is dat het Johnson sta tion vaste contracten heeft met de drie grote Amerikaanse televisie bedrijven, terwijl KHFI pogingen onderneemt een contract met OBS aan te gaan, dit dus ten koste van het 'Johnson station. De druk van de Johnsons is dusdanig groot, dat het concurrerende station in de eerste vier maanden van 'dit jaar reeds een kwart miljoen verlies moest lijden. De frisheid van de stromende bergbeek... de koelte van rustgevend lover... geurige extracten »ran bloesems en vruchten - heel dit weldadige samenspel van verkwikking vindt U in-de crème Hydriane van Dr. N. G. Payot. Hydriane is een bijzonder stimulerende, vloeibare crème met vocht* inbrengende werking. Ze vormt een onvergelijkelijk goede basis voor Uw make-up. Tot diep onder de huid houdt zij het natuurlijk vochtgehalte op peil - en dat is de grondslag voor een huid die van jeugd getuigt. Met Hydriane blijft Uw maquillage de gehele dag fris en onberispelijk. Frisheid - Schoonheid - Jeugd de la faculté de Lausanne Dr. N. G. Fayot-Holland N.V., Keizersgracht 12-14, Amsterdam-C. Er zijn verschillende manieren om een discussie op gang te brengen. De minst verkieselijke heeft de heer Sin ner uit Terheijden tot de zijne ge maakt in zijn poging misverstand uit de weg te ruimen omtrent het openbaar lager onderwijs in zijn gemeente. Im mers in plaats van zich te bepalen tot het weerleggen van misvattingen over het openbaar onderwijs, wekt hij in kort bestek legio misverstanden op met betrekking tot het bijzonder onderwijs. Hij gaat daarbij te werk als zijn voor gangers in de beste dagen van de schoolstrijd, de onvervalste schijn wek kend de uitgebluste levensgeesten vaiT die strijd weer op te willen wekken. Verdichtsels -en werkelijkheid wor den door en naaèt elkaar weergegeven. Het ingezonden stuk geeft een over zicht van alle platitudes die geduren de de laatste honderd jaar tegen de bij zondere school zijn ingebracht. De on verdraagzaamheid die de heer Sinner zo links en rechts aan diverse groe pen verwijt, zou door de kwaadwillen de gemakkelijk ook uit zijn artikel te lezen zijn. Nu kan men natuurlijk den ken dat de heer Sinner zijn betoog op zettelijk heeft aangedikt om toch ze ker een besprekspartner te vinden, maar gezien zijn slotzin „dat hij erg te leurgesteld zal zijn als deze gespreks opening onbeantwoord zou blijven" mo gen we hem van een dergelijke handel wijze niet verdenken. De manier waaróp ik mijn beweringen het bést' zou kunnen staven zou -een be spreking zijn van het schrijven in zijn- geheel èn zin voor zin. Dit zou te ver voeren en daarom volsta ik met een korte uiteenzetting. De indeling die de heer Sinner aan zijn Betoog ten grondslag legt, kan als te gekunsteld buiten beschouwing blijven. Het is dui delijk dat hij slechts één kwestie be spreekt: het bestaansrecht van de bij zondere school. Als men spreekt over het bijzonder onderwijs, dient men m.i. te onder scheiden tussen het opvoedend en het wetenschappelijk'onderwijs. Bij de laat ste categorie is de levensbeschouwelijke grondslag in discussie geraakt (met na me ten aanzien van de Katholieke Uni versiteit in Nijmegen). Van eenzelfde discussie betreffende het opvoedend on derwijs kan vooralsnog geen sprake zijn. Laat ik me tot het opvoedend on derwijs beperken, nu het in casü gaat over het lager onderwijs, dat zonder twijfel daartoe gerekend moet worden. Het opvoedend onderwijs is, zoals het woord dat duidelijk aangeeft, pri mair gericht op opvoeding, vorming begrippen die verder reiken dan het louter bijbrengen van kennis. De op vatting, dat het onderwijs een onder deel van de opvoeding is, is algemeen. De verantwoording voor de opvoeding van het kind wordt in de eerste plaats gedragen door zijn ouders. Katholieke ouders, die het ernst is met hun geloof, zullen hun kind een katholieke opvoe ding willen geven. Voor hen ligt het voor de hand te concluderen, dat het opvoedend onderwijs dat hun kind moet volgen, noodzakelijk een katholieke sig natuur dient te dragen. Slechts in dat geval zijn zij ervan verzekerd, dat zij de door hen gewenste steun bij hun op voeding ontvangen. De school is toch één van de gewone hulpmiddelen bij de opvoeding. Van de openbare school hebben katholieke ouders geen steun te verwachten voor hun opvoedings werk doordat het openbaar onderwijs grondwettelijk gehouden is „ieders godsdienstige begrippen te eerbiedigen". Samenvattend kunnen we zeggen, dat het verband tussen het opvoedend on derwijs en de levensbeschouwing van fundamentele aard is. In het licht van deze zienswijze ls het besluit van katholieke ouders om hun kind naar de openbare school te laten gaan verre van een progressieve daad om de zegeheten confrontatie te vergemakkelijken. Het. heeft niets met progressief-zijn te maken, alles met een verkeerd of niet begrijpen van de plaats van het onderwijs in de opvoeding van een kind. Hiermee heeft de heer Sinner een kort antwoord op zijn vraag: waarom het isolement bij de primaire vorming gehandhaafd moet blijven, waarbij ik zo vrij ben i.p.v. „isolement" te lezen: „het katholiek, bijzonder onderwijs", twee begrippen die niet aan elkaar ge lijk zijn. Het door mij gegeven antwoord kan men in andere bewoordingen, maar met gelijke inhoud al in het Mandement van 1868 terugvinden. Het verbaasde me dan ook, dat de heer Sinner op merkt, dat het openbare gesprek over dit onderwerp nog maar nauwelijks op gang is gekomen, terwijl ik bovendien zijn opmerkingen grotendeels terug vond in de liberale polemiek die zich in de jaren na 1868 tegen dit Mande ment richtte. Hopelijk neemt men het mij niet kwalijk, dat het schrijven van de heer Sinner mij niet anders in de oren kan klinken dan als het zoveelste couplet van „Het Potje met vet". De bewoners van de stadswijk Wisse laar in Breda klagen over de toestand in hun nieuwe wijk, die nog lang niet naar hun zin is. Zij zijn niet zo gedul dig als de omwonenden van het Esser- plein in het vroegere Princenhage. Daar staan al meer dan dertig jaar een zestal bouwvallige krotten, die ten dele afgebroken, ten dele dichtgemetseld zijn. Op de open plekken groeit het onkruid manshoog en liggen talloze metselste nen. te wachten op het moment, dat zij (als in vorige jaren) gebruikt kunnen worden door de jeugd, om appeltjes af te gooien, met alle mogelijke gevolgen van dien. Tussen onkruid en brandne tels wordt allerlei rommel en voedsel- resten weggesmeten, waardoor het aan tal ratten lustig kan vermeerderen! Verder is er een woonwagenkamp, waarvan het uiterlijk ook niet bijdraagt, om de schoonheid van deze invalsweg van Breda te verhogen. Met mij vragen vele inwoners van het vroegere Prin cenhage zich af, of er nu eindelijk iets gedaan kan worden om verbetering in deze toestand te brengen? Zij zijn be nieuwd BREDA J.H. Nog weinige dagen schelden ons van de „Tour" en het is gebleken dat de geselecteerde ploeg op Jan Janssen na, tot lieden weinig indruk heeft kunnen maken. Alhoewel renners als Karstens, Nijdam en v.d. Vleuten wel eens goed zijn voor een etappeoverwinning, moe ten* voor de ploeg in zijn geheel toch bedenkingen gemaakt worden. Het mag een raadsel heten waaraan verschillen de renners hun aanduiding te danken hebben. Zoals b.v. Jo de Roo, die dit jaar totaal van slag blijkt te zijn. Als Nederland in de Tour wat wü bereiken moet men toch renners aanduiden die de forme bezitten. HOOGERHEIDE A.P. Ik kan mij de verontrusting van de Brabantse kunstenaarsclan die Domien van Gent omringt goed voorstellen. Het gevaar bestaat namelijk, dat deze „kunstenaars" misschien minder gepro tegeerd zullen wórden in de toekomst dan in de afgelopen 11 jaar het geval is geweest. Er zijn heel wat beeldende kunstenaars in Brabant die- onder het bewind van Domien van Gent geen enkele kans gekregen hebben om hun werk te exposeren, zij werden gedis crimineerd in optima-forma. Wanneer ik mijn persoonlijke bele venissen in ogenschouw neem, dan ge schiedde mijn eerste afvoering van de lijst van deelnemers aan een tentoon stelling reeds m 1954. Zelfs aan een kunstmarkt, indertijd in Den Bosch, mocht ik op een gegeven moment niet meer deelnemen. Hierdoor kwam ik in de sociale contra-prestatieregeling te recht, waai' ik na verloop van enkele jaren door een conflict met Domien Van Gent werd uitgerangeerd, kun stenaar af en zonder middelen van be staan op straat werd geschopt. Derge lijke intriges hebben zich in de loop der jaren in de culturele sector m Krahant en daar buiten, opgehoopt tot ongekende hoogten, teveel om op te noemen. Geen enkele kans meer voor eerlijke hard werkende kunstenaars. De statistiek kan aanwijzen, dat in dit 11-jarig cultureel bewind, geen enkele eenrnanstentoonstelling van mijn werk is gelanceerd en met vele collega's kun stenaars is dit hetzelfde geval. Het Provinciaal Genootschap mag de heer Van Gent een gouden medaille toe kennen, maar dan op het gebied van culturele discriminatie. DEN BOSGH Henri Titselaar Blijkens de krankzinnige voorstellen mzake de ontwikkelingshulp heeft ook déze Volksvertegenwoordiging lak aan de belangen en de wensen van het Ne derlandse Volk! Voordat men tegenover de rest van de wereld het rijke land gaat uithangen, dienen de „hoge heren" eens te bedenken dat Nederland zelf nog een onderontwikkeld land is, met zijn ontstellende problemen als overbe volking. woningnood en werkeloosheid, terwijl het volk zucht onder de verplet terende last, van absurd hoge belastin gen en sociale premies. De ontwikke lingshulp kan men beter overlaten aan landen zoals Zweden. Zwitserland en Luxemburg, waar de regeringen door verstandig beleid hun volk een echte welvaart hebben geschonken! BREDA pv. Terwijl WIJ m Nederland met 2 Cios- instltuten zitten, waar nauwelijks een 100 tal leerlingen te zamen per jaar kunnen wordei toegelaten gaan wij nu mensen uit Indonesië binnenhalen, uit een land dat zelf 69 instituten heeft. Onze eigen jongens worden afgewezen met een smoesje, dat er nog een beetje moet worden bijgeschaafd. AMSTERDAM. A.W.A. JOOSEN ROOSENDAAL J. M. Rovers (ADVERTENTIE)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 15