GIBRALTAR een doorn in Spaons vlees BRITS ZIJN WE EN WILLEN WE BLIJVEN II DAGBLAD DE STEM Rondtoeren Nog 6000 Moren De apen Gestolen Prestige Doorn Dekolonisering Integratie Y volking van de rots „nooit" in de steek zal laten. De Gibraltariërs zijn emotioneel van aard en verkondigen het overal, zowel in de straten van Gibraltar als in de UNO in New York: „Brits zijn we en Brits willen we blijven". En toch spreken de Gibraltariërs meer Spaans dan Engels, toch zingt hun jeugd bij voorkeur Spaanse „pop hits" en typische „flamenco's", toch wordt er door de gewone man meer naar Spaanse dan naar Gibraltarse te levisieprogramma's gekeken (de rots heeft een eigen tv-en twee radiostati ons). Iedereen op Gibraltar wil wel Brits blijven, maar het is toch de ver- engelste bovenlaag van de bevolking, die daarop het meest nadruk legt. Sedert de avond van 25 oktober 1966 is het wat Spanje betreft, menens met de reeds lang aanslepende koude oor log tegen Gibraltar. Toen werd bij be vel van Madrid aan Spaanse zijde de poort over de enige landweg die de Britse kolonie door een „neutrale" zo ne met de grensstad La Linea ver bindt, voor goed gesloten. Er kan nu geen enkel voertuig meer te land van Spanje in Gibraltar of vi ce versa komen. Sedert oktober van vorig jaar werd het hek nog maar een paar keer bij hoge uitzondering open gemaakt, namelijk om lijkwagens met de stoffelijke overschotten van in Span je gestorven Britten door te laten, en tevens voor een ernstig zieke Brit, die in Spanje woont maar vrijwel elke week per auto naar Gibraltar rijdt om er zijn dokter te raadplegen. Deze verkeersblokkade is een zware streep door de rekening van de Gibral tariërs. Er zijn ongeveer 6.000 wagens op de rots, maar die zitten nu volko men ingesloten op een oppèrvlakte van nauwelijks 5 km2. Rondtoeren wordt gauw eentonig. Vroeger plach ten ze hun weekends in Spanje te gaan doorbrengen. Welgestelde zaken lui en ambtenaren van Gibraltar had den daar villa's op de Costa del Sol, maar tegenwoordig kunnen zij er niet meer met hun eigen wagens heen rij den, tenzij ze aan boord van een „car ferry" oversteken naar de Ma rokkaanse havenstad Tanger (een af stand van 22 km) en dan met een an dere ferry terug naar Europa varen, maar ditmaal naar de Spaanse haven stad Algeciras, die vlak tegenover Gi braltar ligt. De Spaanse blokkade betekent even eens dat vanuit Spanje geen groenten, fruit en vis meer naar Gibraltar kun nen gevoerd worden. De onvruchtbare rots hing, wat dit soort levensmidde-. len betrof, in grote mate van Spanje af en vele bewoners van La Linea en Algeciras verdienden met deze handel goed hun brood. Dat zij de eerste slachtoffers van die onprettige maat regel zyn, schijnt Madrid niet erg te vinden. De Gibraltariërs hebben ondertussen reeds lang een oplossing gevonden. Zij voeren meer groenten, fruit en vis aan vanuit Marokko, waar dit alles goed koper is, zodat met de transportkosten erbij gerekend, de prijzen over het al gemeen nagenoeg dezelfde gebleven zijn. Ook de groente-import uit Neder land is toegenomen. Het was -sedert ettelijke jaren een traditie dat elke dag ongeveer 13.000 Spanjaarden naar Gibraltar kwamen werken, in de haven, op bouwterrei nen, in hotels of als dienstboden bij particulieren. De Spanjaarden krijgen en lagere lonen dan de Gibraltariërs, maar verdienen ondanks deze discri minatie toch nog meer dan in hun eigen land. Het is namelijk zo dat op Gibraltar aan een ongeschoolde Spaan se arbeider een hoger loon betaald wordt dan aan een geschoolde arbei der in Spanje. Vorig jaar werd de overkomst van deze „grensarbeiders", die overigens altijd onder strenge controle van de Spaanse overheid gestaan had, tot on geveer 6.000 mannen beperkt. Er mo gen nu van Madrid geen vrouwen meer gaan werken in de Britse kolo nie. Als gevolg van die maatregel za ten welgestelde huisvrouwen van Gi braltar plots zonder dienstboden. De hotels van de rots hadden eensklaps geen kamermeisjes meer. Dit hache lijke probleem kon slechts opgelost worden doordat de Gibraltariërs, die vroeger blijkbaar nooit veel huiswerk deden, zelf de handen uit de mouwen leerden steken. Het dienstbodenvraagstuk werd ge leidelijk minder acuut dank zij de overkomst van gesluierde Marokkaan se schonen die, wanneer ze na hun werk in Gibraltar op straat verschij nen, de geheimzinnige sfeer die rond de rots hangt nog aanzienlijk vergro ten. Er verdienen nu ook Marokkaanse arbeiders, die door de Gibraltariërs nog altijd ouderwets „Moren" ge noemd worden hun dagelijks brood in Gibraltar. In de hotels werken nog veel Spaan- De Eerste Minister van Gibraltar Sir Joshua Hassan. ter is, kan toezicht uitoefenen op de scheepvaart in de Straat van Gibral tar, die de Middellandse Zee met de Atlantische Oceaan verbindt en altijd de drukste zeeweg ter wereld zal zijn. Dergelijke controle kan nog een zeer grote rol spelen in een lokaal of een wereldconflict dat lang niet noodzake lijk een atoomoorlog zal wezen. Als het met conventionele wapens uitgevoch ten wordt, zal het belang van Gibral tar eens te meer onbetwistbaar vast staan: (Van een onzer verslaggevers) GIBRALTAR Het eigendomsrecht van de laatste kolonie op het Europese vasteland, Gibraltar, die zich sinds 1704, o.m. dank zij de hulp van de Nederlandse vloot, in Britse handen bevindt, wordt sinds 1954 met steeds meer klem door Spanje opgeëist. Eind 1966 hebben de Spaanse acties dreigende vormen aangenomen. Spanje sloot de grensovergang bij La Linea. In april dit jaar vaardigde Spanje een vliegverbod uit voor de onmiddellijke omgeving van de Britse kroon kolonie. Hierdoor wordt het luchtverkeer met Gibraltar sterk belem merd. Mocht Spanje deze maatregelen nog verscherpen dan is Gibraltar nog slechts over het water te bereiken. Spanje heeft geweigerd de kwestie voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag te brengen. Groot-Brittanië houdt vol dat het de rechtmatige eige naar van de rots is en dat de wensen van de bevolking geëerbiedigd moeten worden. De kwestie Gibraltar is niet alleen een historisch economisch, politiek en juridisch probleem - maar ook en thans in de eerste plaats - een mense lijk vraagstuk dat niet gemakkelijk op te lossen valt. De Gibraltanen zelf beklemtonen dat op de Britten de „morele verplichting" rust de belangen van de rotsbewoners te beschermen en te behartigen. Onder elkaar praten de Gibraltari ërs meestal Spaans dat in CaBtiliaanse oren erg Zuidamerikaans klinkt en met Engelse bastaardwoorden door spekt is. Engelse Gibraltariërs, (inwo ners van Engelse afkomst) zijn eerder zeldzaam. De meeste inboorlingen van deze kolonie stammen af van Italia nen, Maltezers, Israëlieten, lieren, Portugezen en Spanjaarden. Er wonen verder nog ongeveer 4.000 andere per- sonenvan Britse nationaliteit, onder wie Britten en Indiërs, plus omstreeks 1.800 „buitenlanders". Deze laatsten zijn hoofdzakelijk Spanjaarden en Ma rokkanen. „Volkenkundig is het hier een „Klein Amerika", zeggen de Gi braltariërs trots. Alleen tegen de ongeveer 130 Indiërs schijnt enige vorm van discriminatie uitgeoefend te worden. Aan hen wordt zelfs na dertig jaar onafgebroken ver blijf op de rots de identiteit van Gi- braltariër nog geweigerd. Ondanks hun zeer verschillende oorsprong leven de Gibraltariërs overigens harmonieus samen op een onvruchtbare uithoek van Spanje, die ze slechts voor zich zelf en hun eigen aard kunnen behou den als ze zich angstvallig vastklam pen aan de rokken van moeder Brit- tannia. Dank zij het Britse regime geniet de bevolking van Gibraltar een heel wat grotere vrijheid dan die waaraan de Spanjaarden gewend zijn. Een daarvan Is absolute godsdienstvrijheid. 90 pro cent van de bewoners van de rots is katholiek, maar volgens de laatste telling zijn in Gibraltar niet minder dan 21 godsdiensten vertegenwoordigd. In deze omstandigheden is het begrij pelijk dat de Gibraltariërs er weinig "oor voelen om bij Spanje ingelijfd te worden. Er is een tijd geweest dat men de rots van Gibraltar wegens haar Merkwaardige vorm „De neerliggende leeuw van Groot-Brittanië" noemde «?i V.an,.°P zee Is de gelijkenis werke lijk treffend. Maar nu Gibraltar zoveel i'J,a!n strategisch belang verloren 3 ls deze „leeuw", vooral door de kinrr Pro"Britse houding van de beveli ng. veeleer een reusachtig blok aan mogendheid"1 gewezen koloniala JP '3 waarvan Londen zich mis. sch en wei geheel of toch zeker gedeel- maiï 'U. ontdoen. als de bevolking wat onBrits wUde blijven, kolonel lchzelt al een unicum in de tam,?t geschiedenis van Groot-Brit ten relt; bevolking van wingewes- "lers aftiid a tegenwoordig im- D r-v andersom. fea\2i '?rijrs daarentegen besef- hen onafh i4au Groot-Brittanië ■nogeliik n^v. -eld schenkk ze ori- staan m eIgen benen kunnen door SnanieV^i 5at de rots PromPt *ag v=n TT( UT0rden bezet- Het ver" ta 1717 rtJ £cht waardoor de Britten braltar w. 0 m het bezit van Gi" 815 GrootSt"' ™orziet namelijk dat remanier af\t an!f PP de een ande- eerste onti. et van de rots' de men aan I °m Gibrakar in te pal- aon Spanje toekomt. Het oude Spaanse gezegde: „AIS de Earbarijse apen van de rots verdwij nen, zullen de Britten Gibraltar ver laten", is nog altijd zeer actueel. De Britten die de rots reeds 250 jaar als hun eigendom beschouwen, zijn bijge lovig genoeg om aan die apentheorie geloof te hechten. Ze zorgen er dan ook zorgvuldig voor dat de enige in vrijheid levende apen van Europa niet spoedig zullen uitsterven. Toen Winston Churchill tijdens de Tweede Wereldoorlog vernam dat de getalsterkte van Gibraltars apenkolo nie ernstig begon te slinken, gaf hij on middellijk opdracht jonge, gezonde die ren in te voeren uit Noord-Afrika. Op het ogenblik wordt de rots door 33 Barbarij se apen bewoond. Ze leven in twee troepen, die elkaar zeer vijandig gezind zijn, op de westelijke rotsflank. Iedereen die Gib bezoekt, beklimt de rots om met de „wilde" apen kennis te gaan maken. Niemand weet precies hoe de eerste Barbarij se apen op de rots gekomen zijn. Er worden daarover allerlei le genden verteld, o.a. van een tunnel tussen Afrika en Europa, die uitmond de in een van de talrijke grotten on der Gibraltar. Door die onderaardse gang trokken de apen naar de rots. De meest aanvaardbare uitleg is echter, dat ze meegebracht werden door de Moorse veroveraars van Gi braltar, die in 711 uit Tanger naar Spanje overstaken en onder het bevel van Tarik Ibn Zejad de rots en haar onmiddellijke omgeving bezetten. Uit eerbied voor hun leider noemden de Moren deze nieuwe nederzetting toen „Gibel Tarik" of Berg van Tarik, wat later tot Gibraltar zou zijn verbasterd. Aan de Moorse heerschappij werd pas in 1462 voor goed een einde gemaakt door de Spanjaarden. Sedert 1913 staan de vlugge tweevoe ters onder het toezicht van een onder officier van het Britse leger, die hen tweemaal per dag te eten geeft en vol ledig voor hun welzijn zorgt. Sindsdien draagt het Britse Ministerie van Kolo niën dat thans een afdeling van het ministerie van Gemenebestzaken is - de voerkosten. Deze uitgaven ko- ilitair belang ninlr". °P' 'lat Groot-Brittanië in Gibraltar 'a"tleU,1S.en T' Spanje over legt on a riJweI uits,Pitend de nadruk probleem*^ menselljke aspecten van het fler m™t?n aan "c geen hijzon- hechten. t> g meer seh«nt te d'S zeei l villden zi('h tegenwoor- I)e T, em'S troePen °P Gibraltar. Crn Ugt Sr°tendeels stii. k ceil hoi P Ger top van de rots RAP Sev4nigd"kMetaddarP0St 0e» die van e zware ka"on- so>de lonen °P Sr°te hoogte hun drei- do°r Brjt naa' zep eichten, worden 'te Bchietoefenin "°S reSelma" De oeteningen gedaan. Jcriieur varfoThr i+a* britse gou- er oV0ln ^bra tar een militair is n'ch heeft. De hufdf'1 achten onder Sir gouverneur, ge- k? ledige wa-i? Lnthbury, zegt over Zij V3n d0 vestblS Gi- Seenöh!rverï0aa/n,,strate.giSch belang "Wie hier mees- Gibraltar, de zuidelijkste punt van Europa is 5 km lang en ongeveer 1200 m breed. Na tuur en kunst hebben het tot e enschier onoverwinnelijke vesting gemaakt. Nergens in Europa is het klimaat zo warm, maar het is ertevens zeer gezond. De stad Gibraltar ligt aan de westzijde aan de Baai van Algeciras. Ze is ter rasvormig tegen de rots aan gebouwd. De bewoners zijn meest Span jaarden, doch ook veel joden en Engelsen. De laatste tijd neemt het aantal Marokkanen sterk toe. De totale bevolking van bijna 25.000 inwoners, van wie circa 18.000 in Gibraltar geboren zijn, leeft op een op pervlakte van nog geen 6 km2. Op de voorgrond de aanlegsteiger waarlangs de NATO-schepen bij een bezoek a»n Gibraltar regelmatig afmeren. Op de achtergrond de Spaanse kust met in de Baai van Algeciras de uitbouw van het vliegveld. Tijdens de geallieerde conferentie van Teheran in november 1943 kwam de vergroting van Brits Gibraltar even eens ter sprake. In de tweede wereld oorlog hebben de Britten er hun start en landingsbaan verlengd. Om dit mo gelijk te maken stortten zij meer dan anderhalf miljoen rotsblokken in de baai van Algeciras. Deze brokken wa ren afkomstig uit de rots waarin bij het uitbreken van de oorlog nieuwe tunnels en bomvrije werkplaatsen ge boord werden. De Spaanse regering blijft hameren op het feit, dat de vlieghaven aange legd werd in de zuidelijke helft van de z.g. neutrale zone, welk grondgebied door geen enkel verdrag aan Groot- Brittannië afgestaan en in feite Spaans is. De start- en landingsbaan bevindt zich volgens de Spanjaarden te land op Spaans grondgebied en in zee in Spaans territoriaal water. De RAF- vliegtuigen die daar starten of landen kunnen' haast niet anders dan het Spaanse luchtruim schenden. Daar over regent het in Londen protestno ta's uit Madrid dat schietoefeningen zou kunnen inrichten of sperballons aanbrengen om de vlieghaven van Gi braltar volkomen te blokkeren. De Britten storen zich .echter niet aan dc Spaanse verwijten. Van be doeld deel der neutrale zone dat onge veer een vierkante kilometer groot is, maken zij reeds 128 jaar ten volle ge bruik alsof het juridisch bij het grond- Sebied van hun kolonie hoort. Volgens Madrid strekt deze zich echter niet verder uit"dan de uiterste rand van de rots. Wat daar achter ligt, is naar het oordeel van de Spanjaarden een onbe twistbaar onderdeel van hun dierbaar vaderland. Zij ergeren zich ook aan het feit, dat de lucht- en zeehaveninstallaties van Gibraltar tegenwoordig ter beschik king gesteld worden van NATO-oor- logsvliegtuigen en -schepen, terwijl dergelijk gebruik aan Spanje zelf ont zegd blijft. Maar het felste verwijt van Maurid is tenslotte, dat de Spaanse economie ondermijnd wordt door smok kelhandel vanuit Gibraltar. Hoewel Groot-Brittannië beweert, dat dit over dreven is, geeft het toe dat de smok kel tussen de rots en Spanje reeds Zondag in Gibraltar. De rots waartegen de stad terrasvormig is uitgebouwd. Er is niemand die in alle ernst ge looft dat de kwestie Gibraltar snel op gelost zal worden. Daar het voor Span je in hoofdzaak een prestigegeval is dat op binnenlands terrein als aflei ding kan gebruikt worden, prijst Ma drid zich waarschijnlijk nog gelukkig ook dat er geen onmiddellijke regeling in het verschiet ligt. In het verleden hebben de Spaanse heersers er altijd een erezaak van ge maakt, met grotere of kleinere nadruk de teruggave van Gibraltar te eisen. Franco is geen uitzondering op deze regel. Van hem wordt gezegd dat hij de Spaanse vlag over Gibraltar wil zien wapperen voor hij zijn beleid aan iemand anders overdraagt. Tussen Madrid en Londen zijn nog altijd offi ciële onderhandelinegn aan de gang, maar sedert Spanje zijn goedkeuring geweigerd heeft aan het Britse voor stel om het internationaal gerechtshof te Den Haag over de kwestie Gibraltar te laten beslissen, zitten zij hopeloos in het slop. De harde Spaanse maatregelen en propaganda hebben de Gibraltaniërs op hun paard gezet. Alleen een lang durige periode van rust en zo weinig mogelijk wrijving kan de verhitte ge moederen tot bedaren brengen. De' eerste minister van Gibraltar, sir Jos hua Hassan, is de vaste overtuiging toegedaan dat Groot-Brittanië de he se kelners, die zich voor 23.15 uur te rug naar de grenspost moeten haas ten. De andere Spaanse arbeiders ko men tussen 6 en 8 uur 's ochtends naar de rots en keren tussen 17 en 18 uur naar huis terug. Ongelooflijk gore autobusjes voeren hen voor twee pen ny's van een uithoek van Gibraltar door de Britse „neutrale" zone (dwars over de start- en landingsbaan van de vlieghaven) naar de Britse grenspost. Vandaar begeven ze zich te voet in het Spaanse „neutrale" gebied, waar gewapende politie hun identiteitskaar ten en werkvergunningen nakijkt. Het lijdt geen twijfel dat deze onder mijningsactie ernstige gevolgen heeft voor de welvaart van Gibraltar dat vooral sedert 1964 naam maakte als belastingvrij winkelcentrum. Te land, per vliegtuig en via de zee stroomden de toeristen toe. In Gibraltar konden ze een wagen huren en daarmee Span je en Portugal bezoeken. Maar nu de vitale landweg door de Spanjaarden afgesneden is, heeft Gibraltar het grootste deel van zyn aantrekkings kracht als transitplaats verloren en moet de rots een reusachtige inspan ning doen economisch overeind te blij ven en z e 1 f een vakantie-oord voor toe risten te worden. Dit laatste is niet gemakkelijk voor een onvruchtbaar oord zonder levensruimte. Madrid zegt: „Vöor ons is de rots bovenal een Britse militaire basis op Spaans grondgebied, een vreemd li chaam in onze eigen staat dat vreem de belangen dient, die vaak in botsing komen met die van Spanje". Tijdens hun moeizame onderhande lingen met Groot-Brittannië hebben de Spanjaarden niet nagelaten een recen te uitspraak van de Britse geschied kundige Arnold Toynbee te onderstre pen. Ze luidde: „Gibraltar is een doorn in Spanjes vlees. Zou het Britse volk graag een Russisch of Chinees fort op Land's End of de Normandi- sche Eilanden gevestigd zien? Het zit de Spanjaarden nog altijd dwars dat de Britten in hun glorietijd zeer hoog van hun toren bliezen wat Gibraltar betreft. In 1939 verklaarde de gewezen koloniale gouverneur, ge neraal Sir Charles Harrington: „Het gebied rond de rots is thans, wegens de draagwijdte van de moderne kanon nen, van veel meer belang dan vroe ger. Daarom zou ik de neutrale grond tussen ons en Spanje, die thans nauwe lijks driehonderd meter breed is, graag verlengd zien tot een boog van onge veer 42 km, van Tarifa via Castellar naar de Middellandse Zee, om Gibral tar volkomen te beveiligen. lang floreert tengevolge van het feit, dat in Gibraltar de verbruiksgoederen vrijwel belastingvrij kunnen verkocht worden, dat Spanje hoge invoerrechten heft en dat de levensstandaard in de aangrenzende Spaanse provincie veel lager is dan in Gibraltar. De Spaanse overheid acht de situatie onduldbaar, gezien het feit, dat Gibraltar prak tisch als vrijhaven fungeert. Ondertussen verscherpt Spanje zijn actie om de Gibraltariërs economisch te wurgen. Door hun welvaart te on dermijnen hoopt Madrid blijkbaar de Gibraltariërs te dwingen een politieke overeenkomst tussen Groot-Brittannië en Spanje te aanvaarden. Dergelijke regeling zou dan zonder meer beteke nen, dat de Gibraltariërs hun Britse nationaliteit verliezen en Spaans wor den. Het lydt geen twijfel, dat een groot deel van de rotsbewoners dan naar Engeland zou vertrekken. Ondanks de ernstige schade die Spanje de economie van Gibraltar toe brengt en de strenge maatregelen, die het neemt tegen de illegale invoer uit de Britse kolonie, kan de bevolking nog geruime tijd het hoofd boven wa ter houden dank zij de vrijgevige Brit se steun en haar grote inspanningen om meer toeristen aan te trekken voor een verblijf van tenminste enkele da gen op Gibraltar. Maar het lijdt even min twijfel, dat Londen die ruime fi nanciële steunverlening vroeg of laat zal willen stopzetten. In overeenstem ming met een recente UNO-motie moet Gibraltar trouwens tegen septem ber a.s. volledig gedekoloniseerd wor den. Van „kolonisering" valt op het ogen blik al niet veel meer te bespeuren, daar de rots sedert 1964 een ruime mate van zelfbestuur geniet, met een eigen „regering" waarvan de „chief minister" (premier) tevens burge meester van Gibraltar is. Men zou de ze mini-ministers bespottelijk kunnen vinden, als zij hun taak niet zo vrese lijk ernstig opvatten en deden alsof Gibraltar een echte natie was. Wat moet er met de gedekoloniseer de rots gebeuren? Groot-Brittannië zou haar vroegere kolonie onafhanke lijkheid kunnen schenken, maar dan zal Spanje Gibraltar zeker voor zich opeisen. Er is ook integratie mogelijk, doch enkel met Groot-Brittannië, vermits de Gibraltariërs geen Spanjaarden willen worden. Een jong zakenman van de rots, majoor Robert Peliza, is de voor vechter van volledige integratie met Groot-Brittannië, de enige oplossing, die volgens hem de toekomst van de Gibraltariërs volledig zou beveiligen, De rots zou dan een soort overzees graafschap van het Verenigd Konink rijk zyn. Majoor Peliza meent dat een refe rendum op Gibraltar aan het licht zou brengen dat de meerderheid van de be volking (sommigen zeggen tenminste 60 procent) zijn campagne voor inte gratie met Groot-Brittannië steunt. De regering-Hassan is echter van oordeel dat in de gegeven omstandig heden integratie met Groot-Brittannië de belangen van de bevolking van Gi braltar niet op de beste manier zou dienen. De rots is veel te ver van Groot-Brittannië verwijderd en veel te klein van oppervlakte (Haar levens ruimte is kleiner dan het beroemde Hyde Park van Londen). Deze mening wordt in de Britse hoofdstad gedeeld door de regering Wilson, zodat er van integratie niets terecht zal komen zo lang sir Joshua Hassan de Span jaarden iloemen hem „het opperhoofd van de smokkelaars" aan het be wind is. Tegen vrije associatie met het huidige moederland worden dezelfde bezwaren geopperd. Beide oplossingen hebben bovendien nog het nadeel dat de Gibraltariërs dan zware belastingen zouden moeten betalen en vrijwel al de voordelen van hun huidige situatie zou den verliezen. Dit schijnt dus te betekenen dat een groot deel van de rijke zakenlieden, die op de rots gevestigd zijn, slechts Brit wensen te blijven als zij de bijzondere voorrechten van hun uitzonderlijke po sitie mogen behouden. Geen abnorma le liefde voor het moederland dus, maar wel voor de portemonnaie. Maar zelfs op een met Groot-Brit tannië geïntegreerd of geassocieerd Gibraltar zou Spanje aanspraak kun nen maken, zodat een dergelijke „op lossing" het huidige geschil niet uit de wereld helpt. Tot op heden heeft Groot- Brittannië echter nog geen enkel an der alternatief gevonden dan het voor stel om het internationaal gerechtshof van Den Haag te laten beslissen. Ver mits Spanje deze suggestie na rijp be raad verworpen heeft volgens da Britten omdat hun rechten op Gibral tar onaantastbaar vast staan is de Anglo-Spaanse „koude oorlog" inzake de rots gedoemd om nog zeer lang voort te duren. De voorvechter van volledige integratie de jonge zakenman, Robert Peliza. men tegenwoordig dagelijks op f 3,50 per aap. Op de barre rots kunnen de apen onmogelijk voldoende wortels en bessen vinden om hun eetlust te stil len.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 17