GIBRALTAR een doorn in Spaons vlees
BRITS ZIJN WE
EN WILLEN
WE BLIJVEN
II
DAGBLAD DE STEM
Rondtoeren
Nog 6000
Moren
De apen
Gestolen
Prestige
Doorn
Dekolonisering
Integratie Y
volking van de rots „nooit" in de
steek zal laten.
De Gibraltariërs zijn emotioneel van
aard en verkondigen het overal, zowel
in de straten van Gibraltar als in de
UNO in New York: „Brits zijn we en
Brits willen we blijven".
En toch spreken de Gibraltariërs
meer Spaans dan Engels, toch zingt
hun jeugd bij voorkeur Spaanse „pop
hits" en typische „flamenco's", toch
wordt er door de gewone man meer
naar Spaanse dan naar Gibraltarse te
levisieprogramma's gekeken (de rots
heeft een eigen tv-en twee radiostati
ons). Iedereen op Gibraltar wil wel
Brits blijven, maar het is toch de ver-
engelste bovenlaag van de bevolking,
die daarop het meest nadruk legt.
Sedert de avond van 25 oktober 1966
is het wat Spanje betreft, menens met
de reeds lang aanslepende koude oor
log tegen Gibraltar. Toen werd bij be
vel van Madrid aan Spaanse zijde de
poort over de enige landweg die de
Britse kolonie door een „neutrale" zo
ne met de grensstad La Linea ver
bindt, voor goed gesloten.
Er kan nu geen enkel voertuig meer
te land van Spanje in Gibraltar of vi
ce versa komen. Sedert oktober van
vorig jaar werd het hek nog maar een
paar keer bij hoge uitzondering open
gemaakt, namelijk om lijkwagens met
de stoffelijke overschotten van in Span
je gestorven Britten door te laten, en
tevens voor een ernstig zieke Brit, die
in Spanje woont maar vrijwel elke
week per auto naar Gibraltar rijdt om
er zijn dokter te raadplegen.
Deze verkeersblokkade is een zware
streep door de rekening van de Gibral
tariërs. Er zijn ongeveer 6.000 wagens
op de rots, maar die zitten nu volko
men ingesloten op een oppèrvlakte
van nauwelijks 5 km2. Rondtoeren
wordt gauw eentonig. Vroeger plach
ten ze hun weekends in Spanje te
gaan doorbrengen. Welgestelde zaken
lui en ambtenaren van Gibraltar had
den daar villa's op de Costa del Sol,
maar tegenwoordig kunnen zij er niet
meer met hun eigen wagens heen rij
den, tenzij ze aan boord van een
„car ferry" oversteken naar de Ma
rokkaanse havenstad Tanger (een af
stand van 22 km) en dan met een an
dere ferry terug naar Europa varen,
maar ditmaal naar de Spaanse haven
stad Algeciras, die vlak tegenover Gi
braltar ligt.
De Spaanse blokkade betekent even
eens dat vanuit Spanje geen groenten,
fruit en vis meer naar Gibraltar kun
nen gevoerd worden. De onvruchtbare
rots hing, wat dit soort levensmidde-.
len betrof, in grote mate van Spanje
af en vele bewoners van La Linea en
Algeciras verdienden met deze handel
goed hun brood. Dat zij de eerste
slachtoffers van die onprettige maat
regel zyn, schijnt Madrid niet erg te
vinden.
De Gibraltariërs hebben ondertussen
reeds lang een oplossing gevonden. Zij
voeren meer groenten, fruit en vis aan
vanuit Marokko, waar dit alles goed
koper is, zodat met de transportkosten
erbij gerekend, de prijzen over het al
gemeen nagenoeg dezelfde gebleven
zijn. Ook de groente-import uit Neder
land is toegenomen.
Het was -sedert ettelijke jaren een
traditie dat elke dag ongeveer 13.000
Spanjaarden naar Gibraltar kwamen
werken, in de haven, op bouwterrei
nen, in hotels of als dienstboden bij
particulieren. De Spanjaarden krijgen
en lagere lonen dan de Gibraltariërs,
maar verdienen ondanks deze discri
minatie toch nog meer dan in hun
eigen land. Het is namelijk zo dat op
Gibraltar aan een ongeschoolde Spaan
se arbeider een hoger loon betaald
wordt dan aan een geschoolde arbei
der in Spanje.
Vorig jaar werd de overkomst van
deze „grensarbeiders", die overigens
altijd onder strenge controle van de
Spaanse overheid gestaan had, tot on
geveer 6.000 mannen beperkt. Er mo
gen nu van Madrid geen vrouwen
meer gaan werken in de Britse kolo
nie. Als gevolg van die maatregel za
ten welgestelde huisvrouwen van Gi
braltar plots zonder dienstboden. De
hotels van de rots hadden eensklaps
geen kamermeisjes meer. Dit hache
lijke probleem kon slechts opgelost
worden doordat de Gibraltariërs, die
vroeger blijkbaar nooit veel huiswerk
deden, zelf de handen uit de mouwen
leerden steken.
Het dienstbodenvraagstuk werd ge
leidelijk minder acuut dank zij de
overkomst van gesluierde Marokkaan
se schonen die, wanneer ze na hun
werk in Gibraltar op straat verschij
nen, de geheimzinnige sfeer die rond
de rots hangt nog aanzienlijk vergro
ten. Er verdienen nu ook Marokkaanse
arbeiders, die door de Gibraltariërs
nog altijd ouderwets „Moren" ge
noemd worden hun dagelijks brood
in Gibraltar.
In de hotels werken nog veel Spaan-
De Eerste Minister van Gibraltar Sir Joshua Hassan.
ter is, kan toezicht uitoefenen op de
scheepvaart in de Straat van Gibral
tar, die de Middellandse Zee met de
Atlantische Oceaan verbindt en altijd
de drukste zeeweg ter wereld zal zijn.
Dergelijke controle kan nog een zeer
grote rol spelen in een lokaal of een
wereldconflict dat lang niet noodzake
lijk een atoomoorlog zal wezen. Als het
met conventionele wapens uitgevoch
ten wordt, zal het belang van Gibral
tar eens te meer onbetwistbaar vast
staan:
(Van een onzer verslaggevers)
GIBRALTAR Het eigendomsrecht van de laatste kolonie op het
Europese vasteland, Gibraltar, die zich sinds 1704, o.m. dank zij de
hulp van de Nederlandse vloot, in Britse handen bevindt, wordt sinds
1954 met steeds meer klem door Spanje opgeëist. Eind 1966 hebben
de Spaanse acties dreigende vormen aangenomen. Spanje sloot de
grensovergang bij La Linea. In april dit jaar vaardigde Spanje een
vliegverbod uit voor de onmiddellijke omgeving van de Britse kroon
kolonie. Hierdoor wordt het luchtverkeer met Gibraltar sterk belem
merd. Mocht Spanje deze maatregelen nog verscherpen dan is
Gibraltar nog slechts over het water te bereiken.
Spanje heeft geweigerd de kwestie voor het Internationaal Gerechtshof in
Den Haag te brengen. Groot-Brittanië houdt vol dat het de rechtmatige eige
naar van de rots is en dat de wensen van de bevolking geëerbiedigd moeten
worden. De kwestie Gibraltar is niet alleen een historisch economisch, politiek
en juridisch probleem - maar ook en thans in de eerste plaats - een mense
lijk vraagstuk dat niet gemakkelijk op te lossen valt. De Gibraltanen zelf
beklemtonen dat op de Britten de „morele verplichting" rust de belangen
van de rotsbewoners te beschermen en te behartigen.
Onder elkaar praten de Gibraltari
ërs meestal Spaans dat in CaBtiliaanse
oren erg Zuidamerikaans klinkt en
met Engelse bastaardwoorden door
spekt is. Engelse Gibraltariërs, (inwo
ners van Engelse afkomst) zijn eerder
zeldzaam. De meeste inboorlingen van
deze kolonie stammen af van Italia
nen, Maltezers, Israëlieten, lieren,
Portugezen en Spanjaarden. Er wonen
verder nog ongeveer 4.000 andere per-
sonenvan Britse nationaliteit, onder
wie Britten en Indiërs, plus omstreeks
1.800 „buitenlanders". Deze laatsten
zijn hoofdzakelijk Spanjaarden en Ma
rokkanen. „Volkenkundig is het hier
een „Klein Amerika", zeggen de Gi
braltariërs trots.
Alleen tegen de ongeveer 130 Indiërs
schijnt enige vorm van discriminatie
uitgeoefend te worden. Aan hen wordt
zelfs na dertig jaar onafgebroken ver
blijf op de rots de identiteit van Gi-
braltariër nog geweigerd. Ondanks
hun zeer verschillende oorsprong leven
de Gibraltariërs overigens harmonieus
samen op een onvruchtbare uithoek
van Spanje, die ze slechts voor zich
zelf en hun eigen aard kunnen behou
den als ze zich angstvallig vastklam
pen aan de rokken van moeder Brit-
tannia.
Dank zij het Britse regime geniet de
bevolking van Gibraltar een heel wat
grotere vrijheid dan die waaraan de
Spanjaarden gewend zijn. Een daarvan
Is absolute godsdienstvrijheid. 90 pro
cent van de bewoners van de rots is
katholiek, maar volgens de laatste
telling zijn in Gibraltar niet minder
dan 21 godsdiensten vertegenwoordigd.
In deze omstandigheden is het begrij
pelijk dat de Gibraltariërs er weinig
"oor voelen om bij Spanje ingelijfd te
worden.
Er is een tijd geweest dat men de
rots van Gibraltar wegens haar
Merkwaardige vorm „De neerliggende
leeuw van Groot-Brittanië" noemde
«?i V.an,.°P zee Is de gelijkenis werke
lijk treffend. Maar nu Gibraltar zoveel
i'J,a!n strategisch belang verloren
3 ls deze „leeuw", vooral door de
kinrr Pro"Britse houding van de beveli
ng. veeleer een reusachtig blok aan
mogendheid"1 gewezen koloniala
JP '3 waarvan Londen zich mis.
sch en wei geheel of toch zeker gedeel-
maiï 'U. ontdoen. als de bevolking
wat onBrits wUde blijven,
kolonel lchzelt al een unicum in de
tam,?t geschiedenis van Groot-Brit
ten relt; bevolking van wingewes-
"lers aftiid a tegenwoordig im-
D r-v andersom.
fea\2i '?rijrs daarentegen besef-
hen onafh i4au Groot-Brittanië
■nogeliik n^v. -eld schenkk ze ori-
staan m eIgen benen kunnen
door SnanieV^i 5at de rots PromPt
*ag v=n TT( UT0rden bezet- Het ver"
ta 1717 rtJ £cht waardoor de Britten
braltar w. 0 m het bezit van Gi"
815 GrootSt"' ™orziet namelijk dat
remanier af\t an!f PP de een ande-
eerste onti. et van de rots' de
men aan I °m Gibrakar in te pal-
aon Spanje toekomt.
Het oude Spaanse gezegde: „AIS de
Earbarijse apen van de rots verdwij
nen, zullen de Britten Gibraltar ver
laten", is nog altijd zeer actueel. De
Britten die de rots reeds 250 jaar als
hun eigendom beschouwen, zijn bijge
lovig genoeg om aan die apentheorie
geloof te hechten. Ze zorgen er dan
ook zorgvuldig voor dat de enige in
vrijheid levende apen van Europa niet
spoedig zullen uitsterven.
Toen Winston Churchill tijdens de
Tweede Wereldoorlog vernam dat de
getalsterkte van Gibraltars apenkolo
nie ernstig begon te slinken, gaf hij on
middellijk opdracht jonge, gezonde die
ren in te voeren uit Noord-Afrika. Op
het ogenblik wordt de rots door 33
Barbarij se apen bewoond. Ze leven in
twee troepen, die elkaar zeer vijandig
gezind zijn, op de westelijke rotsflank.
Iedereen die Gib bezoekt, beklimt de
rots om met de „wilde" apen kennis
te gaan maken.
Niemand weet precies hoe de eerste
Barbarij se apen op de rots gekomen
zijn. Er worden daarover allerlei le
genden verteld, o.a. van een tunnel
tussen Afrika en Europa, die uitmond
de in een van de talrijke grotten on
der Gibraltar. Door die onderaardse
gang trokken de apen naar de rots.
De meest aanvaardbare uitleg is
echter, dat ze meegebracht werden
door de Moorse veroveraars van Gi
braltar, die in 711 uit Tanger naar
Spanje overstaken en onder het bevel
van Tarik Ibn Zejad de rots en haar
onmiddellijke omgeving bezetten. Uit
eerbied voor hun leider noemden de
Moren deze nieuwe nederzetting toen
„Gibel Tarik" of Berg van Tarik, wat
later tot Gibraltar zou zijn verbasterd.
Aan de Moorse heerschappij werd pas
in 1462 voor goed een einde gemaakt
door de Spanjaarden.
Sedert 1913 staan de vlugge tweevoe
ters onder het toezicht van een onder
officier van het Britse leger, die hen
tweemaal per dag te eten geeft en vol
ledig voor hun welzijn zorgt. Sindsdien
draagt het Britse Ministerie van Kolo
niën dat thans een afdeling van
het ministerie van Gemenebestzaken
is - de voerkosten. Deze uitgaven ko-
ilitair belang
ninlr". °P' 'lat Groot-Brittanië in
Gibraltar 'a"tleU,1S.en T' Spanje over
legt on a riJweI uits,Pitend de nadruk
probleem*^ menselljke aspecten van het
fler m™t?n aan "c geen hijzon-
hechten. t> g meer seh«nt te
d'S zeei l villden zi('h tegenwoor-
I)e T, em'S troePen °P Gibraltar.
Crn Ugt Sr°tendeels stii.
k ceil hoi P Ger top van de rots
RAP Sev4nigd"kMetaddarP0St
0e» die van e zware ka"on-
so>de lonen °P Sr°te hoogte hun drei-
do°r Brjt naa' zep eichten, worden
'te Bchietoefenin "°S reSelma"
De oeteningen gedaan.
Jcriieur varfoThr i+a* britse gou-
er oV0ln ^bra tar een militair is
n'ch heeft. De hufdf'1 achten onder
Sir gouverneur, ge-
k? ledige wa-i? Lnthbury, zegt over
Zij V3n d0 vestblS Gi-
Seenöh!rverï0aa/n,,strate.giSch belang
"Wie hier mees-
Gibraltar, de zuidelijkste
punt van Europa is 5 km lang
en ongeveer 1200 m breed. Na
tuur en kunst hebben het tot
e enschier onoverwinnelijke
vesting gemaakt. Nergens in
Europa is het klimaat zo
warm, maar het is ertevens
zeer gezond. De stad Gibraltar
ligt aan de westzijde aan de
Baai van Algeciras. Ze is ter
rasvormig tegen de rots aan
gebouwd.
De bewoners zijn meest Span
jaarden, doch ook veel joden
en Engelsen. De laatste tijd
neemt het aantal Marokkanen
sterk toe. De totale bevolking
van bijna 25.000 inwoners, van
wie circa 18.000 in Gibraltar
geboren zijn, leeft op een op
pervlakte van nog geen 6 km2.
Op de voorgrond de aanlegsteiger waarlangs de NATO-schepen bij een bezoek
a»n Gibraltar regelmatig afmeren. Op de achtergrond de Spaanse kust met in de
Baai van Algeciras de uitbouw van het vliegveld.
Tijdens de geallieerde conferentie
van Teheran in november 1943 kwam
de vergroting van Brits Gibraltar even
eens ter sprake. In de tweede wereld
oorlog hebben de Britten er hun start
en landingsbaan verlengd. Om dit mo
gelijk te maken stortten zij meer dan
anderhalf miljoen rotsblokken in de
baai van Algeciras. Deze brokken wa
ren afkomstig uit de rots waarin bij
het uitbreken van de oorlog nieuwe
tunnels en bomvrije werkplaatsen ge
boord werden.
De Spaanse regering blijft hameren
op het feit, dat de vlieghaven aange
legd werd in de zuidelijke helft van de
z.g. neutrale zone, welk grondgebied
door geen enkel verdrag aan Groot-
Brittannië afgestaan en in feite Spaans
is.
De start- en landingsbaan bevindt
zich volgens de Spanjaarden te land
op Spaans grondgebied en in zee in
Spaans territoriaal water. De RAF-
vliegtuigen die daar starten of landen
kunnen' haast niet anders dan het
Spaanse luchtruim schenden. Daar
over regent het in Londen protestno
ta's uit Madrid dat schietoefeningen
zou kunnen inrichten of sperballons
aanbrengen om de vlieghaven van Gi
braltar volkomen te blokkeren.
De Britten storen zich .echter niet
aan dc Spaanse verwijten. Van be
doeld deel der neutrale zone dat onge
veer een vierkante kilometer groot is,
maken zij reeds 128 jaar ten volle ge
bruik alsof het juridisch bij het grond-
Sebied van hun kolonie hoort. Volgens
Madrid strekt deze zich echter niet
verder uit"dan de uiterste rand van de
rots. Wat daar achter ligt, is naar het
oordeel van de Spanjaarden een onbe
twistbaar onderdeel van hun dierbaar
vaderland.
Zij ergeren zich ook aan het feit, dat
de lucht- en zeehaveninstallaties van
Gibraltar tegenwoordig ter beschik
king gesteld worden van NATO-oor-
logsvliegtuigen en -schepen, terwijl
dergelijk gebruik aan Spanje zelf ont
zegd blijft. Maar het felste verwijt van
Maurid is tenslotte, dat de Spaanse
economie ondermijnd wordt door smok
kelhandel vanuit Gibraltar. Hoewel
Groot-Brittannië beweert, dat dit over
dreven is, geeft het toe dat de smok
kel tussen de rots en Spanje reeds Zondag in Gibraltar. De rots waartegen de stad terrasvormig is uitgebouwd.
Er is niemand die in alle ernst ge
looft dat de kwestie Gibraltar snel op
gelost zal worden. Daar het voor Span
je in hoofdzaak een prestigegeval is
dat op binnenlands terrein als aflei
ding kan gebruikt worden, prijst Ma
drid zich waarschijnlijk nog gelukkig
ook dat er geen onmiddellijke regeling
in het verschiet ligt.
In het verleden hebben de Spaanse
heersers er altijd een erezaak van ge
maakt, met grotere of kleinere nadruk
de teruggave van Gibraltar te eisen.
Franco is geen uitzondering op deze
regel. Van hem wordt gezegd dat hij
de Spaanse vlag over Gibraltar wil
zien wapperen voor hij zijn beleid aan
iemand anders overdraagt. Tussen
Madrid en Londen zijn nog altijd offi
ciële onderhandelinegn aan de gang,
maar sedert Spanje zijn goedkeuring
geweigerd heeft aan het Britse voor
stel om het internationaal gerechtshof
te Den Haag over de kwestie Gibraltar
te laten beslissen, zitten zij hopeloos
in het slop.
De harde Spaanse maatregelen en
propaganda hebben de Gibraltaniërs
op hun paard gezet. Alleen een lang
durige periode van rust en zo weinig
mogelijk wrijving kan de verhitte ge
moederen tot bedaren brengen. De'
eerste minister van Gibraltar, sir Jos
hua Hassan, is de vaste overtuiging
toegedaan dat Groot-Brittanië de he
se kelners, die zich voor 23.15 uur te
rug naar de grenspost moeten haas
ten. De andere Spaanse arbeiders ko
men tussen 6 en 8 uur 's ochtends
naar de rots en keren tussen 17 en 18
uur naar huis terug. Ongelooflijk gore
autobusjes voeren hen voor twee pen
ny's van een uithoek van Gibraltar
door de Britse „neutrale" zone (dwars
over de start- en landingsbaan van de
vlieghaven) naar de Britse grenspost.
Vandaar begeven ze zich te voet in
het Spaanse „neutrale" gebied, waar
gewapende politie hun identiteitskaar
ten en werkvergunningen nakijkt.
Het lijdt geen twijfel dat deze onder
mijningsactie ernstige gevolgen heeft
voor de welvaart van Gibraltar dat
vooral sedert 1964 naam maakte als
belastingvrij winkelcentrum. Te land,
per vliegtuig en via de zee stroomden
de toeristen toe. In Gibraltar konden
ze een wagen huren en daarmee Span
je en Portugal bezoeken. Maar nu de
vitale landweg door de Spanjaarden
afgesneden is, heeft Gibraltar het
grootste deel van zyn aantrekkings
kracht als transitplaats verloren en
moet de rots een reusachtige inspan
ning doen economisch overeind te blij
ven en z e 1 f een vakantie-oord voor toe
risten te worden. Dit laatste is niet
gemakkelijk voor een onvruchtbaar
oord zonder levensruimte.
Madrid zegt: „Vöor ons is de rots
bovenal een Britse militaire basis op
Spaans grondgebied, een vreemd li
chaam in onze eigen staat dat vreem
de belangen dient, die vaak in botsing
komen met die van Spanje".
Tijdens hun moeizame onderhande
lingen met Groot-Brittannië hebben de
Spanjaarden niet nagelaten een recen
te uitspraak van de Britse geschied
kundige Arnold Toynbee te onderstre
pen. Ze luidde: „Gibraltar is een
doorn in Spanjes vlees. Zou het Britse
volk graag een Russisch of Chinees
fort op Land's End of de Normandi-
sche Eilanden gevestigd zien?
Het zit de Spanjaarden nog altijd
dwars dat de Britten in hun glorietijd
zeer hoog van hun toren bliezen wat
Gibraltar betreft. In 1939 verklaarde
de gewezen koloniale gouverneur, ge
neraal Sir Charles Harrington: „Het
gebied rond de rots is thans, wegens
de draagwijdte van de moderne kanon
nen, van veel meer belang dan vroe
ger. Daarom zou ik de neutrale grond
tussen ons en Spanje, die thans nauwe
lijks driehonderd meter breed is, graag
verlengd zien tot een boog van onge
veer 42 km, van Tarifa via Castellar
naar de Middellandse Zee, om Gibral
tar volkomen te beveiligen.
lang floreert tengevolge van het feit,
dat in Gibraltar de verbruiksgoederen
vrijwel belastingvrij kunnen verkocht
worden, dat Spanje hoge invoerrechten
heft en dat de levensstandaard in de
aangrenzende Spaanse provincie veel
lager is dan in Gibraltar. De Spaanse
overheid acht de situatie onduldbaar,
gezien het feit, dat Gibraltar prak
tisch als vrijhaven fungeert.
Ondertussen verscherpt Spanje zijn
actie om de Gibraltariërs economisch
te wurgen. Door hun welvaart te on
dermijnen hoopt Madrid blijkbaar de
Gibraltariërs te dwingen een politieke
overeenkomst tussen Groot-Brittannië
en Spanje te aanvaarden. Dergelijke
regeling zou dan zonder meer beteke
nen, dat de Gibraltariërs hun Britse
nationaliteit verliezen en Spaans wor
den. Het lydt geen twijfel, dat een
groot deel van de rotsbewoners dan
naar Engeland zou vertrekken.
Ondanks de ernstige schade die
Spanje de economie van Gibraltar toe
brengt en de strenge maatregelen, die
het neemt tegen de illegale invoer uit
de Britse kolonie, kan de bevolking
nog geruime tijd het hoofd boven wa
ter houden dank zij de vrijgevige Brit
se steun en haar grote inspanningen
om meer toeristen aan te trekken voor
een verblijf van tenminste enkele da
gen op Gibraltar. Maar het lijdt even
min twijfel, dat Londen die ruime fi
nanciële steunverlening vroeg of laat
zal willen stopzetten. In overeenstem
ming met een recente UNO-motie
moet Gibraltar trouwens tegen septem
ber a.s. volledig gedekoloniseerd wor
den.
Van „kolonisering" valt op het ogen
blik al niet veel meer te bespeuren,
daar de rots sedert 1964 een ruime
mate van zelfbestuur geniet, met een
eigen „regering" waarvan de „chief
minister" (premier) tevens burge
meester van Gibraltar is. Men zou de
ze mini-ministers bespottelijk kunnen
vinden, als zij hun taak niet zo vrese
lijk ernstig opvatten en deden alsof
Gibraltar een echte natie was.
Wat moet er met de gedekoloniseer
de rots gebeuren? Groot-Brittannië
zou haar vroegere kolonie onafhanke
lijkheid kunnen schenken, maar dan
zal Spanje Gibraltar zeker voor zich
opeisen.
Er is ook integratie mogelijk, doch
enkel met Groot-Brittannië, vermits de
Gibraltariërs geen Spanjaarden willen
worden. Een jong zakenman van de
rots, majoor Robert Peliza, is de voor
vechter van volledige integratie met
Groot-Brittannië, de enige oplossing,
die volgens hem de toekomst van de
Gibraltariërs volledig zou beveiligen,
De rots zou dan een soort overzees
graafschap van het Verenigd Konink
rijk zyn.
Majoor Peliza meent dat een refe
rendum op Gibraltar aan het licht zou
brengen dat de meerderheid van de be
volking (sommigen zeggen tenminste
60 procent) zijn campagne voor inte
gratie met Groot-Brittannië steunt.
De regering-Hassan is echter van
oordeel dat in de gegeven omstandig
heden integratie met Groot-Brittannië
de belangen van de bevolking van Gi
braltar niet op de beste manier zou
dienen. De rots is veel te ver van
Groot-Brittannië verwijderd en veel te
klein van oppervlakte (Haar levens
ruimte is kleiner dan het beroemde
Hyde Park van Londen). Deze mening
wordt in de Britse hoofdstad gedeeld
door de regering Wilson, zodat er van
integratie niets terecht zal komen zo
lang sir Joshua Hassan de Span
jaarden iloemen hem „het opperhoofd
van de smokkelaars" aan het be
wind is. Tegen vrije associatie met het
huidige moederland worden dezelfde
bezwaren geopperd. Beide oplossingen
hebben bovendien nog het nadeel dat
de Gibraltariërs dan zware belastingen
zouden moeten betalen en vrijwel al de
voordelen van hun huidige situatie zou
den verliezen.
Dit schijnt dus te betekenen dat een
groot deel van de rijke zakenlieden, die
op de rots gevestigd zijn, slechts Brit
wensen te blijven als zij de bijzondere
voorrechten van hun uitzonderlijke po
sitie mogen behouden. Geen abnorma
le liefde voor het moederland dus,
maar wel voor de portemonnaie.
Maar zelfs op een met Groot-Brit
tannië geïntegreerd of geassocieerd
Gibraltar zou Spanje aanspraak kun
nen maken, zodat een dergelijke „op
lossing" het huidige geschil niet uit de
wereld helpt. Tot op heden heeft Groot-
Brittannië echter nog geen enkel an
der alternatief gevonden dan het voor
stel om het internationaal gerechtshof
van Den Haag te laten beslissen. Ver
mits Spanje deze suggestie na rijp be
raad verworpen heeft volgens da
Britten omdat hun rechten op Gibral
tar onaantastbaar vast staan is de
Anglo-Spaanse „koude oorlog" inzake
de rots gedoemd om nog zeer lang
voort te duren.
De voorvechter van volledige integratie
de jonge zakenman, Robert Peliza.
men tegenwoordig dagelijks op f 3,50
per aap. Op de barre rots kunnen de
apen onmogelijk voldoende wortels en
bessen vinden om hun eetlust te stil
len.