In het land der levenden
Spaghetti met vlees
Volkskatechismus geen
partij voor de nieuwe
Fotoboek over
zorg voor
zwakzinnigen
PASTOOR BROUWERS NIET GESEAAGD
Gemeenschap
van Kerken
in Eindhoven
Geschiedenis
van Jezus
Beroemdheden
«r» ée keuken
UI
Een profeet
CITATEN
MENGELMOES
OECUMENE
Yourh for Christ
Spreken over
Jezus Christus
Studiecommissie
Hervormde Kerk
over abortus
Zuster Baptista
jubileert
(Van een onzer redacteuren)
Een met groot gevoel geschreven
tekst, die gedragen wordt door ver
standelijke overwegingen, begeleidt
het fotoboek „In het land der leven
den", dat fraai verzorgd als geschenk
is uitgegeven door de 75 jaar be
staande Vereniging tot opvoeding en
verpleging van geesteszwakke kin
deren. De tekst is van de hand van
de Hilversumse journalist Jan Filius,
die met argumenten werkte in plaats
van met constant op de loer liggen
de medelijden, dat weliswaar aan
grijpt, maar zo gemakkelijk goed
koop wordt.
De foto's van Ad Windig tonen
dezelfde positieve benadering van het
gegeven: geestelijke gehandicapten,
die in hun eigen wereld een plaats
hebben in onze maatschappij. Elke
foto legt welhaast sprekend getuige
nis af van het geluk, ddt deze men
sen in een geheel eigen sfeer en op
een geheel eigen wijze kunnen bele
ven. Geluk zowel in de betekenis van
plezier hebben in wat het leven aan
genoegens biedt, geluk ook dat gele
gen is in de vreugde van eigen ac
tiviteiten en prestatie, hoe bescheiden
ook in onze ogen.
De harmonie van tekst en foto
komt uit elke zin naar voren. Er iets
aan toe te voegen is overbodig. Cita
ten mogen dit aantonen: de middel
eeuwen wisten het: de zwakzinnigen
zijn door de duivel bezeten. Wie zo'n
jongen of meisje schopte, gaf eigen-
"jk de duivel een trap. En, merk
waardig, hij trapte nooit terug. En
I wie ze liet hongeren wel, laten
we eerlijk wezen, wie heeft er nu
graag de duivel in de kost? Reli-
iftuZe roman^ci van onze eigen eeuw
nebben soms het precies tegenover
stelde standpunt gekozen: niet Gods
stiefkinderen, Gods troetelkinderen,
toch was zelfs deze visie niet ge
schikt om de ouders veel troost te
geven.
Een Veluwse dorpsdominee, die
zwakzinnige kinderen tegenkwam in
je varkensstallen, waarin ze door
nun familie gelijk met de dieren wer-
jen gevoed, heeft ze als een echte
oorzetter minder dan een eeuw ge-
SS tS. ^un vei'stoten positie ge-
aia. Hij vond medestanders, maar
Din„ yas veel moed en overtui-
wf i t Y?or n°dig om de thans
(?7 ideeën en opvattingen ge-
n.'r te krijgen. Ook nadien heeft
naif! u .z soms verkeerd aange-
tactcm was en is ei6enhjk nog een
«nio^j naar de jniste aanpak van
en opvoeding, zo vaak met
2KTrende tegenslag en dikwijls
°°k met succes.
van^u a de 0n.l'l0g is het onderzoek
beepwmenselijk verschijnsel en de
op Ban? J* van de zwakzinnigen goed
van ar? ^?men\ Met de methoden
derpn JeidsdleraPie heeft men won-
.bereiken- Teams van
büjft de -en uv-n zoeken. Intussen
vraag: Is het wel verant-
Wnnvd V 6' "e
v:es j ®'s, de, ouders hun kinderen
niet t7 ,Wordt het kind daarmee
ouderWa jgri^kste ontn°men: de
schien !"-t' nestwarmte? Mis-
wel maar lang niet' altijd,
S* situatie
gehand,;» e van ae geestelijk
P j is S'! de vrÜe maatschap-
Bewiiron niet te benijden,
dienst mêtX zwak2i"nigon een
niet befor i, zorg? Kunnen ze
den' Jan vn, veSatat'ef bestaan lei-
goed on 7. scbrijft; Let eens
naar de w .ljk.eens aandachtig
begrensd ^,1 m dit ,boek- zii
ning over ze hebben voldoe-
«aarderine m .--5= -Unn??' °°6sten
e'8«n geld.
inschreven,
geld i? frdlenei> dikwijls hun
.u-even ?°rtom. ZU zijn niet af-
nd der Ïevp^a ar.,v?rtoeven "in het
gekozen titel d™ ■-^andaar de wel-
van dit boek.
lel
NEW YORK „Ik ben gek op spaghetti met vleesballetjes. En ik
verklaar met de hand op het hart dat het niets met Frank Sinatra te
maken heeft", zegt super-ster Sammy Davis jr. De tenger gebouwde
zanger, die zich op het toneel en voor de camera's ontpopt als een
vulkaan vol energie en talent, voldoet nauwelijks aan de beschrijving
van de normale spaghetti-eter.
Hij vertelt dat zijn voorliefde voor spaghetti ontstaan is in de tijd
toen hij nog een jongen van 3 jaar was. Sammy ging reeds vroeg met
zijn vader en Will Mastin op pad. „We speelden dan vaak in café's en
restaurants. Ze gaven ons daar een salaris, eten en onderdak.
En ik denk, dat spaghetti het goed
koopste voedsel was om de hongerige
maag van 'n artiest te vullen. Misschien
heb ik toen de smaak te pakken gekre
gen. Ik houd van een ouderwetse, ste
vige maaltijd. Ik ben geen uitgesproken
liefhebber van speciale dingen. Ik eet
in de beste restaurants, maar zelfs in
Rome kom ik tenslotte weer terecht op
spaghetti mèt vleesballetjes.
Het grote voordeel van een alledaagse
smaak is. dat ik altijd en bijna overal
mijn favoriete eten kan krijgen
Sammy vertelt over de maaltijden die
hij en zijn vrouw, de actrice May Britt,
en hun drie kinderen vaak gebruiken.
„Onze menu's zijn zeer eenvoudig, zoals
biefstuk, lamsschotel (met gekookt' vlees
en niet op de Europese manier klaarge
maakt) of een mooi stuk wildbraad".
Maar de in Harlem geboren zanger geeft
nog steeds de voorkeur aan de manier,
waarop zijn in het zuiden geboren groot
moeder 't eten klaar maakte ..Ze is een
van de beste kok-
kins ter wereld"
zegt hij. „Wij hou
den nog steeds van
gebraden kuiken
met doperwten. We
eten het op oude
jaarsavond, omdat
men zegt dat hei
geluk brengt".
Over zijn vriend Dean Martin: „Dean
drinkt niet, vooral niet als hij werkt.
Maar hij heeft het gerucht doen ont
staan altijd onder invloed te zijn. Dat is
iets geweldigs. Ik weet het, omda ik
hem heb geholpen de gin-flessen te vul
len met appelsap en de whisky-fleseen
met cola. „Dino", verklaart hij met na
druk, „is een man die graag vroeg op
staat om naar de golflinks te gaan".
Visites worden erg beperkt door Sam
my's overladen programma. „Als onze
gasten van buiten komen gaan we in de
st'ad eten". Ze wisselen dan steeds tus
sen drie dezelfde restaurants, want, zo
zegt hij, „in voedselaangelegenheden
haat ik het experiment. Deze restau
rants zijn als vertrouwde vrienden".
Sammy heeft niet de pretentie dat hij
kan koken. „Als mensen me vragen wat
ik kan, dan zeg ik: Ik kan niet koken
en niet zwemmen. Waarom? Ik kan niet
eens water koken. We vragen of zijn
vrouw de kookkunst verstaat. „Een
heel klein beetje", zegt Sammy, „maar
ze is een geweldige „opwarmster" Dat
zijn haar eigen woorden en niet de
mijne". De maaltijden in Davis' huis
vertonen geen Zweedse invloeden. Wel
heeft Sammy bij zijn schoonouders ken
nis kunnen maken met de Zweedse keu
ken.
Sammy's favoriete spaghetti-saus, die
erg dik moet zijn, is een recept van zijn
kookster, Bessie Evans. Ze heeft altijd
wat in de ijskast, voor een vlug hapje
of een nachtelijk etentje.
Sammy Davis' spaghetti-saus met
vlees De saus
3 grof gesneden uien.
1 grof gesneden groene Spaanse
peper.
een kwart kopje olijfolie.
2 blikjes tomatensaus (1/8 liter).
(1/16 liter).
een derde kopje wat'ei.*
1 teen knoflook.
een laurierblad.
een halve theelepel oregano.
1 theelepel suiker.
driekwart theelepel zout.
halve theelepel vers
gemalen peper.
Pers het sap uit de
uien. Bewaar de
pulp. Smoor de
uien en groene pe
pers gedurende 10
minuten in de olijf
olie. Regelmatig
roeren.
Voeg toe: tomatensaus, tomatenpuree,
water, knoflook, laurierblad, oregano,
suiker, zout en peper. Goed vermengen.
Gedurende 45 minuten boven een ma
tige vlam laten koken. Roer dikwijls
om aanbranden te voorkomen. Verwij
der de knoflook en het laurierblad vlak
voor het opdienen.
De vleesballetjes
1 grof gesneden ui.
anderhalf pond rundergehakt.
2 eieren.
kwart theelepel knoflookpoeder.
1 theelepel zout.
kwart theelepel vers gemalen peper.
olijfolie.
Vermeng uien, gehakt, eieren, knoflook
poeder, zout en peper. Maak er balletjes
van. Zorg dat de vleesballetjes geduren
de het gaarworden in de olijfolie voort
durend in beweging zijn. Laat deolie
afdruipen voor het vlees aan de saus
toe te voegen. Kook de spaghetti vol
gens de instructies op het pakje. Ver
deel de saus met het vlees over de
spaghetti. Strooi er dan nog wat Par
mezaanse kaas overheen, (voor 8 per
sonen).
Zoiets was het. Het hele publiek,
de oude referendarissen zowel als de
leeszaalassistenten, ging bidden, elk
voor zich begon aan de reis naar bin
nen, maar toch geconcentreerd op de
profeet toen deze omstuwd door zijn
blij lachende getrouwen de zaal ze
genend verliet. Een man op de eerste
rij die tijdens de preek met een hand
achter iedere oorschelp boos „harder"
had geroepen, genas hij, door vluch
tige aanraking, van zijn doofheid.
Na jaren van leeg estheticisme en
twijfel hebben de schrijvers weer een
boodschap en dat is goed, tot in Cho-
ras Sfakion wordt er door houtvesters
om gevraagd. Vinkenoog een blijde en
liefdevolle van geloof, Van het Reve
een tragische van geloof, Hermans
een kwaadaardige legen geloof, ter
wijl Helle Haas de grote eeuwige pro
blemen van de geest even positief be
handelt als Adriaan van der Veen, de
schijnbaar kleine maar diep kervende
morele problemen van vandaag en al
ledag. Boodschappers, en ik zit fhier
en weet geen antwoord op welke
vraag ook, weet niet eens welke
vraag gesteld zou moeten worden, is
het niet armzalig, zo blijft men veer
tien".
Ook dit is toerisme. Den Haag is
een toeristendorp en toeristisch ge
bied is het kleine Nederland der ver
beelding waar de boodschappers, in
dat gebied altijd nogal talrijk, rond
zwerven en hun zegeningen aanbie-
d<Of Kossmann in „Clownsreis", dat
bij Querido te Amsterdam verscheen,
zich druk maakt over zijn clownsbe-
roep van journalist en auteur, reis
beschrijver, of dubt over de al of met
bekeerde Heine, of hij rondzwerft
door zijn eigen leven of in Grieken
land of Italië, hij is altijd de echte
toerist, de toerist waar Vinkenoog
geen oog voor heeft, zou men zeggen,
„Clownsreis" is een luchtig ernstig
en meeslepend werkje, dat men zekei
moet lezen.
In een andere toon gezet is Aya
Zikkens nieuwste reisboek: „Wees
nieuwsgierig en leef langer", een uit
gave van de Arbeiderspers te Am
sterdam, dat eveneens.
Zij zwerft er in Israël, Portugal.
Spanje, Italië, Ethiopië en Zwitser
land. Zij gaat van de overtuiging uit
dat wie toerist weet te zijn, kan blij
ven voortbestaan, er is dan nog altijd
wat te beleven immers. Ook zij praat
graag met de inwoners. Dat is natuur
lijk wat moeilijk soms, maar met de
moderne hulpmiddelen van taalon
derwijs ook weer niet zo moeilijk.
Wie praat, hoort wat en komt tot ont
dekkingen.
AVIFAUNA VAN NOORD-BRA-
BANT, (Van Gorcum - Assen), "Sa
menstelling: Van Erve, Moiler-Pillot,
Wittgen, Braaksma, Knippenberg,
Langenhoff >.- Zes amateur-vogelken
ners uit Noord-Brabant hebben van
het begin der jaren '50 af gekropen,
gespied en geschreven om soorten en
aantallen vogels in deze provincie te
registreren. Door weer en wind trok
ken zij het veld in. Er was veel door
zettingsvermogen nodig om dit werk
zo lang vol te houden.
De zes ornithologen hebben met hun
geploeter baanbrekend werk verricht,
want over de vogelpopulatie in Bra
bant was nog nooit tevoren iets ge
schreven. In andere provincies had
men op dit gebied een voorsprong van
tientallen jaren.
Met het uitgeven van dit boek is de
achterstand volledig weggewerkt. Pro
fessor Mörzer Bruijms, hèt opperhoofd
van 'de ornithologen in Nederland,
heeft tijdens het uitreiken van het eer
ste exemplaar zelfs gesproken van
„het omzetten van achterstand in
voorsprong". Daarmee is de trots van
de commissaris van de koningin ver
klaard. Hij mocht het eerste exem
plaar in ontvangst nemen.
In Avifauna van Noord-Brabant
neemt de Biesbosch een belangrijke
plaats in. Dit gebied is door zijn ontoe
gankelijkheid een prachtige rustplaats
en broedgelegenheid voor vogels. De
„volière-van-de-provincie" blijkt een
ter niet alleen belangrijk voor deze
contreien. Ornithologen uit de hele we
reld zijn geïnteresseerd bij het vliegen
de leven in de Biesbosch. Men hoeft
het woord „brandgans" maar te noe-
men om vele oren gespitst te krijgen.
De brandgans is een van de veel
voorkomende vogfels in Brabant. Tij
dens de wintermaanden huist hier het
belangrijkste deel van de wereld-
brandganzenbevolking. Er komen ove
rigens meer dergelijke gasten in deze
provincie voor. Tel daarbij de vaste
bewoners en men komt op ongeveei
288 vogelsoorten. Alleen in Noord-Bra
bant.
Voor de vogelkenner en -liefhebbei
ls dit boek ongetwijfeld een standaara-
werk. De feitelijkheden rollen als het
vare van de bladzijden. Een puur we
tenschappelijke samenstelling. Niette
min of juist daarom een onmisbaai
element in dè boekenkast van hem,
die verder kijkt dan de kleur der ve
ren.
J.v.d.V.
lÊSS 4 19
J. C. BAERTSOEN e.a.: MUZIEK
IN BELGIË (uitg. Cebedem-Manteau,
Brussel). Het Belgische Centrum voor
Muziekdocumentatie (Cebedem) te
Brussel is een organisatie (zonder
winstdoeleinden), die de hedendaagse
Belgische muziek wil laten klinken
in binnen- en buitenland. Dit boek be
vat een bondige documentatie over
ruim 50 Belgische componisten. Niet
bedoeld als een geschiedenis vin de
Belgische muziek, maar als een over
zicht van wat er op muzikaal terrein
in het huidige België leeft. Na een in
leiding, die in het kort de muzikale
betekenis van België inde afgelopen
eeuwen samenvat komt men tot de
conclusie: ,,De Belgische componisten
zijn moeilijk te definiëren en nog moei
lijker te groeperen. Het eenvoudigste
lijkt ons nog de indeling volgens hun
herkomst: in Walen en Vlamingen
Onverwachte muzikale moeilijkheden;
althans voor een Nederlanders. De op
stelletjes zijn kort en zakelijk gehou
den; geven een korte biografie, muzi
kale gedachtenwereld, componeer trant
en voornaamste werken der onder
scheiden componisten. Om een wille
keurige greep te doen: Absil, Bertouil-
le, De Jong, Delvaux, Dupuis, Lekeu,
Louel, Meulemans, Poot, Rosseau, Sou
ris, Van de Woestijne, Van Hoof etc.
Als eerste oriëntatie en documenta
tie een interessant boekje. Naar onze
smaak zelfs wat te beknopt. Toch geeft
het in vogelvlucht aardig inzicht, wat
er in het muzikaal België leeft. Daar
om voor geïnteresseerden aanbevolen.
Van de Cebedem een goed initiatief.
„De naam „huiselijke haard" is geladen met liefkozingen van moe
ders, in de avond huiswaarts kerende vaders, kindergekeuvel en
dwaze sprongen, warme liefde en onschuldige plagerijtjes, het zoe
men van radiatoren, koffie-aroma, een wiegje met een glimlachende
engel, een sprookjes vertellende oma en de tuin vol bloemengeuren
of vallend ooft". Zie daar het gezinsideaal, dat door pastoor J. Brou
wers in zijn volkskatechismus aan de lezer wordt voorgehouden.
Deze katechismus werd door de
pastoor geschreven, zoals hij kort ge
leden in een interview in onze krant
vertelde omdat hij de officiële nieuwe
katechismus in verschillende opzich
ten minder geslaagd achtte: te uitge
breid, te intellectualistisch, te vaag
en te eenzijdig progressief. Hij dacht
een werkje te kunnen samenstellen,
dat deze fouten niet zou vertonen,
dat een korte, verstaanbare, actuele
verklaring van het geloof zou bevat
ten „voor iedere gelovige van deze
tijd". Een loffelijke poging, die ech
ter niet zo makkelijk met succes
wordt bekroond als de auteur mis
schien wel gedacht heeft.
Zo zal de doorsnee gelovige er eni
ge moeite mee hebben, dat door de
pa-stobr geschetste gezinsideaal als
een ideaal te herkennen, al was het
alleen maar omdat hij achter zijn
huis geen bongerd heeft liggen, waar
het ooft van de bomen valt. En waar
haal je in de tegenwoordige tijd zo
gauw een sp rookj esv er tellend e oma
vandaan? Dat is een vraag, die pas
toor Brouwers in zijn katechismus
njiet lieeft beanitwoord. Ze is ook niet
in zijn geest opgekomen, omdat hij
nog leeft in de tijd, waarin beide ar
tikelen volop voorhanden waren. De
klok moet in zijn pastorie hebben stil
gestaan. En er moeten nog volop
warudboirdjes hangen met spreuken als
„Eigen haard is goud waard" of „Zo
als hét klokje thuis tikt tikt het ner
gens".
Niet alleen met de klok in zijn
pastorie moet er iets niet in orde
zijn, ook voor zijn bibliotheek vre
zen wij het ergste. Als we tenminste
mogen afgaan op de citaten, die voor
de oorlog een zekere bekendheid ge
noten en praktisch nooit uit boeken
van latere datum. Het zijn mannen
als Nils Beskow, Alexis Carrell, Jo
hannes Jörgensén en Karl Sownen<-
schein die het betoog van de auteur
komen schragen. Ook put hij ruim
schoots uit voorbeeldenboeken, die
dienden om de toespraken van voor
oorlogse predikanten wat smeuïger
te maken: ze komen allemaal weer
op de proppen, het zoontje van Bra
mante, Noel Pinot, Albert van Rube-
ville en talloze anderen, diie alleen
dank zij het voorbeeldenboek een ze
kere bekendheid hebben gekregen.
Een cilt'aat moge volstaan om een
indruk te geven van de manier waar
op deze pr eekverhaaltjes worden
aangewend. „De katholiek geworden
Deense schrijver Johannes Jörgen-
sen", aldus lezen we in het hoofd
stuk over de eucharistie, „verhaalt
in zijn boek „De weg naar heit licht",
hoe de student Herman Ron ge na
een nacht vol braSserij en zondig lief
desgenot in de vroege morgen een
katholieke kerk binnentrad. Boven
de ingang las hij de woorden: „Ik ben
het leven". Zou daar het echte leven
zijn? vroeg hij zich af. „Het beeld
van de stille kerk en de witte pries
ter voor het altaar, de gouden kelk
omhoog heffend, bleef hem bij.
Hij dacht aan de reine aangezichten
der nonnen, omlijst door het witte
linnen. Hij dacht aan hun leven en
het zijne. Het hunne behoorde aan de
morgen, de dag en het licht, zijn le
ven en dat van zijn vrienden was de
prooi geworden van de schemering,
de nacht en de duisternis. Hoe heer
lijk is het de dag te beginnen zoals
die mensen, in reinheid en schoon
heid".
Zo'n verhaal deed het In vroeger
tijden ongetwijfeld op de preekstoel.
Evenals trouwens dat andere, dat uit
de koker van de auteur zelf schijnt
te zijn voortgekomen en dat handelt
over het lasteren. „Het begint", zo
lezen we op pagina 143, „met een on
schuldig praatje over het weer, dan
volgt het praatje met het pittig
smaakje en terwijl de theetantes met
suikerklontjes en koekjes schijnbaar
argeloos aan tafel zitten, sproeien ze
hun addergif. En de overburen likken
zich de lippen en lispelen met kwaad
aardig gnuivende lichtjes in de ogen.
„Zie je wel. Weet je het al? Ze zeg
genDoch dit: ze zeggen, is
steeds het begin van veel treurspe
len". En dam volgt een gedicht van
de goeie ouwe Staring.
Zo zouden we door kunnen gaan.
Het zou ons niet de minste moeite
kosten een hele krantenpagina met
dergelijke citaten te vullen en we ver
zekeren, dat het een giller zou zijn.
Maar het lijkt ons overbodig. De en
kele voorbeelden die we gaven vol
staan om aan te tonen, dat de met
zoveel publiciteit omgeven volkska
techismus niets anders is dan een
reeds bij zijn verschijnen volkomen
verouderd boekje. Een geestelijk na
komertje, dat maar een kort bestaan
beschoren kan zijn. Alle goede bedoe
lingen van de Schrijver ten spijt.
Ook over de inhoud van de volks
katechismus kunnen we allerminst
juichen. Het is een mengelmoes van
oude en nieuwe theologie, dat nergens
door een echte conceptie wordt sa
mengebonden. De auteur neemt in
de meest ingewikkelde kwesties stel
ling op het heilig oog. Hij is kenne
lijk van .oordeel, dat de feeling vain
de pastoor het vakmanschap van de
theoloog kan vervangen. Hij meent
alleen te kunnen doen, wat bij de
nieuwe katechismus het werk is ge
weest van een heel team deskundigen.
En komt zodoende tot eigenaardige
resultaten.
Een enkel verheeld (desgewenst
met vele andere aan -te vullen) om te
illustreren wat we bedoelen. Het ligt
op het terrein van de exegese: de
auteur gaat nu eens de moderne dan
weer de ouderwetse kant uit. Van de
kindsheidverhalen zegt hij alleen
maar dat ze „voor een deel histori
sche herinneringen" bevatten. Het
verrijzenisverhaal wil hij letterlijk
verstaan, hetgeen hij op ronduit goed
kope manier aannemelijk tracht te
maken met de volgende redenering:
„Het verhaal van Jesus" lijden, de
verhalen over zijn opstanding uit het
graf en de verschijningen volgen el
kaar onmiddellijk, als het eerste let
terlijk te verstaan is, moeten we dan
ook niet het tweede in letterlijke be
tekenis opvatten?". De lezer wordt
verondersteld deze vraag zonder ver
dere kritiek te beamen. Enkele re
gels verder echter ziet hij zich voor
gehouden, dat hij het verhaal van de
„Hemelvaart" des heren ais een aan
schouwelijke verbeelding moet opvat
ten. Waarom. Dat staat er niet bij. En
ook niet waarom bij de hemelvaart
wel kan wat bij de verrijzenis wordt
uitgesloten.
Misschien nog erger is, dat de volks
katechismus op oecumenisch gebied
verschillende steken laat vallen. On
getwijfeld draagt de auteur de niet-
katholieken een heel goed hart toe.
Maar hij zegt dan toch maar; dat de
orthodoxe kerk „zich in 1054 van
Rome heeft losgemaakt", alsof Rome
geen enkele schuld aan dit gebeuren
zou hebben gedragen. Hij zet de Jo
den. geheel tegen de geest van het
concilie, op één lijn met mohamme
danen, boeddhisten en anderen. Hij
heeft geen enkel woord van begrip
voor de moderne ongelovigen, inte
gendeel. Zijn boek bevat een „legen
de vol diepere zin" van de man, die
God ontvluchten wilde maar daar
niet in slaagde. Hij kwam overal Gods
spoor tegen maar wilde het niet
zien, sloeg iedere keer op de vlucht
en kwam iedere keer opnieuw voor
geheimzinnige tekenen te staan,
„Ten einde raad, zo besluit de legen
de, snelde hij naar de top van een
rots en stortte zich omlaag. Maar
toen stond hij voor God".
Dit vinden wij erg. Het is niet
kwaad bedoeld, dat willen wc aanne
men, maar het kan eenvoudig niet
meer. Een dergelijke legende zou on
der christenen niet meer verteld
moeten worden. Laat staan opgeno
men in een boek, dat zich aandient
als katechismus.
In één woord, wij achten het ook
een volslagen mislukking. Pastoor
Brouwers heeft zichzelf een slechte
dienst bewezen door» zijn verdienste
lijke carrière als publicist op deze
manier af te sluiten. En niet alleen
EINDHOVEN De Rooms-katho-
lieke Kerk, de Hervormde Gemeen
te, de Gereformeerde Kerk, de
Doopsgezinde Gemeente, de Remon
strantse Gemeente en de Evangelisch
Lutherse Gemeente te Eindhoven
hebben, bij monde van hun pastoors
en kerkeraden, besloten samen een
Gemeenschap van Kerken te vor
men.
Uit het statuut voor deze Gemeen
schap dat als werkbasis werd aan
vaard blijkt dat het gaat om het vol
gende.
,,De leden van deze Gemeen
schap" dus elk van de afzonder
lijke kerken en gemeenten ,,zijn
bereid om, bij het licht van de Hei
lige Schrift en in de verwachting van
het koninkrijk van God, met elkaar
(en met alle andpre kerken die
zonder lid te zijn zich in de
arbeid van de Gemeenschap willen
laten betrekken) te zoeken naar een
weg tot vernieuwing van het kerke
lijk samenleven, waardoor de in het
Lichaam van Christus gegeven een
heid van alle leden duidelijker uit
komt. Zij komen overeen zich bij al
hun arbeid de vraag te (laten) stel
len in hoeverre deze gemeenschap
pelijk met andere leden van de Ge
meenschap zou kunnen worden ver
richt".
Het initiatief tot het vormen van
deze Gemeenschap ging uit van de
plaatselijke Oecumenische Raad.
Op drieërlei terrein zal men zich
gaan bewegen: de verkondiging, de
(maatschappelijke) vorming en het
diaconale werk (de dienst aan de
samenleving). Voor het eerste ter
rein bestaat het olan tot een werk
groep te komen die voor alle Eind-
hovense kerken een systeem van bij
belgedeelten en preekstof voor de
zondagsdiensten ontwerpt en pries
ters en predikanten bij hun voorbe
reiding behulpzaam kan zijn. Op het
gebied van de vorming denkt men
aan het stichten van een Vormings
centrum. Hiertoe wordt een werk
groep ingesteld. Het terrein van de
dienst aan de Eindhovense samenle
ving wordt op het ogenblik verkend,
o.a. in overleg met wethouder Fin-
ze. Daarnaast denkt men aan een
werkgroep voor informatie en steun
aan het werelddiaconaat vasten
actie! t.b.v. ontwikkelingslanden.
Om de Gemeenschap vooral ook in
de strikt lokale situatie gestalte te
geven worden per stadsdeel naar het
model van de plaatselijke raad Wijk
raden gevormd. In verscheidene
stadsdelen, o.a. Stratum en Eckart-
Vaartbroek, is dit reeds aan de gang.
zichzelf, ok de groep Nederlanders,
die hij zonder dit uitdrukkelijk te
zeggen vertegenwoordig! Zij had
een heel wat betere woordvoerder
kunnen vinden en die handden wij
haar gegund. Omdat wij nog altijd
zitten te wachten op de man die stof
kan aandragen voor een serieuze dia
loog tussen de voor- en de achterhoe
de. Pastoor Brouwers is die man niet
geweest. En zijn volkskatechismus
kunnen wij onmogelijk aan een te
genhanger van de nieuwe katechis
mus beschouwen.
Dr. Alfred van de Weijer
ZEIST De interkerkelijke jeugd
beweging Youth for Christ-Nederland
is druk bezig met de voorbereidin
gen voor „Actie 60.000". De bedoeling
van deze actie is in het najaar met
60 000 Nederlandse tieners te spre
ken over het geloof in Jezus Chris
tus. Y.f.C. krijgt daarbij de asis-
tentie van een Amerikaans Tiener
team, dat gedurende 2,5 maand zal
musiceren, zingen en spreken op
scholen, jeugdclubs, rally's enz.
Y. f. C. heeft met dit type jeugd-
evangelisatie ervaring opgedaan tij
dens de recente tournee met de
..Gospel Four" uit Zweden, die hier
twee weken hebben meegewerkt, en
daarbij in schoolsamenkomsten over
dag en jeugdrally's 's avonds beluis
terd zijn door ongeveer 15-000 tieners.
Na afloop werden de aanwezigen
steeds uitgenodigd voor gesprek. Op
vallend daarbij was het dikwijls grote
aantal dat op deze uitnodiging in
ging en de openheid en bereidheid
tot gesprek bij zeer veel jonge men
sen.
By uitgeverij Desclée De Brouwer
is een nieuwe serie op stapel gezet
die als naam heeft gekregen „De ge
schiedenis van Jezus". In deze reeks
wil een groepje exegeten een studie
makenvan de oorsprong van het
christendom vanuit het gezichtspunt
van de geschiedenis. De reeks staat
onder leiding van een groep professo
ren van de Leuvense universiteit.
Pater Bed a Rigaux opent de reeks
met een studie van het Markusevan
gelie. Daarna zullen er nog elf delen
volgen, waarin o.a. de drie andere
evangeliën een plaats als getuigenis
krijgen, maar daarnaast zullen ook
andere bronnen worden aangeboord.
De reeks zal ongetwijfeld beant
woorden aan de groeiende belangstel
ling die er momenteel is voor de per
soon van Jezus Christus en voor de
eerste geschiedenis van het christen
dom. Rigaux heeft wat dat betreft
aan het Markusevangelie een dank
baar studie-object, omdat juist daar
in de menselijkheid van de Godmens
zoveel accent krijgt.
Dit eerste deel is in ieder geval een
goede start. Het paart een betrouw
bare wetenschappelijke opzet aan een
prettige leesbaarheid.
A. K.
DEN HAAG De Hervormde
Raad voor Kerk en Gezin heeft, in
overleg met de Raao voor Kerk en
Samenleving, een studiecommissie
ingesteld over de abortus provoca-
tus. De taak van deze studiecom
missie is als volgt omschreven:
Om, in het licht van de gewijzig
de medische mogelijkheden en ethi
sche inzichten na te gaan
A of de kerk zi"h op directe of in
directe wijze zou dienen uit te spre
ken omtrent de ethische verant
woordelijkheid met betrekking tot de
abortus provocatus zowel gezien van
uit het gezichtspunt van de betrok
ken vrouw, haar man en haar ge
zin als dat van de arts, alsmede
van de gemeenschap; indien dit ant
woord bevestigend zou luiden,
B op welke grondei deze uitspraak
zou dienen te berusten en hoe een
en ander duidelijk zou kunnen wor
den naar voren gebracht, alsmede
C weike wijzigingen op basis hier
van in het Nederlandse recht met
betrekking tot dit punt eventueel zou
den moeten worden aangebracht.
Een gedetailleerde studie is in de
ze opdracht niet begrepen; doel van
deze opdracht is, een meer algeme
ne visie te ontwikkelen op grond
waarvan een richtlijn voor het han
delen gevonden kan worden.
Voorzitter van de commissie is mr.
A. van Mazijk, vice-voorzitter van de
Hervormde Raad voor Kerk en Ge
zin.
HORN Op zondag 2 juli zal zuster
Baptista, werkzaam in Indore-India, die
bekendheid gekregen heeft tijdens de
Nederlandse hulpacties voor hongerend
India, haar zilveren professiefeest vie-