HET NIJLPAARD: EEN ZEER OUDE LIEFDE VAN ARTIS ONZE PUZZEL coopvaet t UW GLIMLACH WORDT ONWEERSTAANBAAR... 55maar plotseling komt uit de geheimzinnige diepte een zo wanschapen kop te voorschijn W 0i "ll w 19 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 MEI 1967 slotwoon?AAL: "muziekinstrument, 2. holte in PünVan uturgisehe gebeden, 3. z*art in do ,™uur'1 4- voorzetsel, 5. stad, 8 Kpj,.waPenkunde, 7. versterkte Duur Molen Ruimte Tweeling Mislukt Uw collega's noemen u bedachtzaam. Bij krant, boek of T.V. rookt u graag een pijp. De avond vindt u een plezierig stukje van de dag. Zijn we er dus vèr naast als we denken dat u rookt? Halterjurkjes maken de vrouw 21 „Veel fluiten!" adviseert een specia list in mooie monden. „Honderd bellen blazen achter elkaar" weet de ander te vertellen. Tenslotte ztfn er mensen die het in de klinkers zoeken: a-e-i-o-u moet je zeggen, en vele malen herhalen, vele malen per dag. Ach, en tenslotte wordt de mond het allermooist van kussen. Dit advies is bepaald uitgevonden door een vurige Jongeman die vond dat zijn schoon heid zoekend meisje haar lipjes te zelden aan hem bood! Lang niet zo interessant, maar wel effectief is ons onfeilbaar recept: glimlach! Laat de mondhoeken niet hangen, pruil niet, geef de ontevreden heid geen kans. En ga verstandig om met de lippenstift. Lichte kleuren en parelmoeren glan zen zijn momenteel mode bij make-up, en in het bijzonder voor de lippen. Maar de lichte kleur geeft niet al tijd het grootste effect, en de parel moerglans is niet steeds op elk punt van de lippen gewenst. formule „Pruimpjes, prisma, prute- tus" voor zich heen mompelden, zyn niet alleen onmodieus maar heden ten dage zelfs lelijk. Daarom maken wij de kleine mond groot. Wij leg gen in geen geval de nadruk op het hartje, maar tekenen wel de bovenlip zo lang als maar kan. Een trucje is nu, om voor de bovenlip een iets donkerder tint te gebruiken dan voor de onderli 4 Een geprononceerde onderlip staat 't mannengezicht karaktervol; maar de vrouw is er te bazig mee, en daarom camoufleren we die lip een beetje. We doen dit door eerst de boven lip wat te verbreden en er een hel dere glanzende kleur op te brengen, vooral het middenstukje extra be klemtoond, zodat ze de onderlip in de schaduw stelt. Dan tekenen we de onderlip een millimetertje smaller en niet glanzend. 1 Neergaande mondhoeken worden eerst met de basiscrème overpoe- derd. Daarna krijgt de bovenlip met een penseel deze tekening: geef de cupidoboog alle nadruk en trek de lijn van mondhoeken een milimeter- tje omhoog. Heldere, lichte glanzen de kleuren maken deze mond vro lijk. Het hartje van de bovenlip mag zelfs een extra lichtend effect krij gen van een extra glanzende parel- moerstift in iets lichtere kleur. Z Kleine mondjes, door onze grootmoe ders zo vurig begeerd dat zU de 3 Deze lippen zijn te dun, te smal, want de volle lippen doen het hem - r vandaag. Alweer overpoederen wjj de TIEN GEBODEN VOOR HET LIPPENSTIFTEN: 1 Lippen van alle stiftresten reini gen. 5 2 De lippen moeten volkomen droog zijn voor de stift gebruikt wordt. Als ze vochtig zijn wordt de kleur slecht verdeeld en houdt niet lang. 3 Het lippenseel moet een scherp puntje hebben en mag rijkelijk „verf" opbrengen. 4 Om een vaste lijn te maken: ele-1 boog ergens op steunen en pink op de kin zetten, dat geeft meer hou vast. 5 De mond entspannen en half ope nen tijdens het schminken. Trek de onderiip wat strak over de tanden zodat de kleur ook tussen de na tuurlijke vouwtjes van de liphuid komt. 6 Met de penseelpunt altijd begin nen aan de mondhoeken en langs de randen naar het midden werken. 7 Pas als de contouren met het pen seel zijn getekend, kan worden „opgevuld" met de platte kant van het penseel of met de beitel- vormige stift. 8 Laat de lippenstift even inwerken alvorens „af te happen" op een doekje of zacht papier. 9 De kleur zal het langst houden wanneer de lippen eenmaal ge schminkt worden, daarna gepoeders Staat de bovenlip vooruit? (Veel duimgezogen in de kindertijd??) Dan doen we het tegenovergestelde van hierboven: We verbreden de onder lip en geven hem alle licht en glans waarover we beschikken. De boven lip wordt gostift zonder parelmoer glans op het hartje (eventueel wel in de hoeken) maar een iets don kerder tint zou de bovenlip wat te rug kunnen dringen. Hoezeer volle lippen ook in de mode zijn: er is maat in alle dingen, en ook in de afmeting die de mode aan de mond stelt. Al te dikke lippen maken we langs boven- en onderkant een beetjs smaller. De mondhoeken daarentegen schilderen we vol. Aan de onderlip geven we een naar bin nen gekeerd boogje dat symetrisch staat tegenover de cupidoboog van de bovenlip. (ADVERTENTIE) HORIZONTAAL: 1. mannelijk beroep, in k 12 meisJesnaam, 14. plaats ï9.i' myth- figuur, 17. lomp, 20. j. 22. zuster, 23. duivel, verlei der, 25. vopfct o0nauw' vo°rzetsel, 27. bitter 31 Vt' 28- arbeidseenheid, 30. lidwoord W °nSaars componist van operettes, alvnrl!S' oa1, 35> plaats in Drente, 37. in I n°bele, 41 familielid, 42 lang, /-lchting naar omlaag, 43. over, gril Vinb. v?£<Jieping' 47- voegwoord, 50. vaïft (ZN)- 52- eiland in 't Z.O. 56 vnoa» 8eiisclie zee- 54- kleine baai, «•voegwoord afkorting iand ?\u°, scwas, o) vft Rijn, 59. 65. a°fkorU»fo' inh°u<3smaat bfood van as g Van dona' 66- bakt fel '2- riiÖJ 7°?r?etsel, 70. geslo- (atk,), eg (alk.), 74, gewicht OPLOSSING PUZZEL VORIGE WEEK Horizontaal: 1. pogrom, 6. pluche, 12. ander, 13. ereis, 14. re, 15. iep, 17. ein, 18. Lt, 19. kei, 21. niets, 23. Ath, 24. Eros, 26. les, 27. pree, 28. nog, 30. bom, 31. bas, 32. wee, 34. pal, 36. les, 39. poot, 41. arm, 43. tint, 45. ark, 46. opaal, 48. to van lumen, 61. meisjes- vermooX' sberenbevechter te jaard, 66. vlakke ze,er brandbaar koord, 69. heuvel z7fdbank- 70. zwak, 71. vlucht- 76'Plaate indN®B?abeStrUiS' ?5' V°ge' «erenrieL ?naak0r?ng' 9' teken in ?P seen pS dri(rtenlge struis, 11 italië, 18 no 13- z,nivere. 16. stad in S' rijschool (32?voegwoord, 24 riddertoV Ar.' einde, 23. tijding, 2?' iangs elekh-'i Si beeldscb°on meisje, ■hé' 32. werkü Teg verkregen cli 34. plaats van Eden- W Gronirfrt 33- leerrede aan d™FirthdefhSven van Eden" 40' spoedig 44 Forth, 38. nauw. rs JFfe? der oude Griek- 46. dakbedekking (Ind.) Plaats m Gelderl., 51. bij- «hUders \fr0a0t?ï der °ude beest 49' dakbedekking fvier lp'aa's ui Gelderl., 51. bij. Jelieachtig ëo53' m°ndeling, 55. la5üjjtak S%a58e in Duits een nummer trek- 64. inhoudsmaat (Van onze correspondent) AMSTERDAM Signalement van het gebouw: 38 bij 23 meter, waarin vijf binnen- en vier buitenbassins, alle met klimaatregeling en omge ven door een weelde van dadel palmen, koffieplanten, bananen, sinaasappelbomen, hibiscussen en minder bekend, maar even over dadig tropisch groeisel. De bewo ners: vier nijlpaarden, drie dwerg nijlpaarden, vier tapirs en twee zee koeien, die te zamen al dan niet elegant kunnen rondspartelen in 300.000 liter water. Plaats van aktie: de Amsterdamse diergaarde Artis, die zijn fin-de-siècle meer en meer prijs geeft aan de schuurpaal van de nieuwe tijd en daar als jongste re sultaat een nijlpaardenhuis aan heeft overgehouden, dat zich kan meten met de meest moderne in Europa. Dit is vermeldenswaard, omdat Artis staat aan het begin van een zo merseizoen, waarin tienduizenden uit den lande weer zullen optrekken naar dat stukje Amsterdamse grond, dat miljoenen zou opbrengen, als er to renflats gebouwd mochten worden, maar dat gelukkig terend op scha mele inkomsten slechts huisvesting blijft bieden aan een van de meest zeldzame dierencollecties in de we reld. Het is te meer vermeldenswaard, omdat Artis op het gebied van de nijlpaardenfokkerij een unieke plaats inneemt namelijk die van de oud ste ter wereld. In de 107 jaar, dat er nijlpaarden in Artis zijn, hebben deze dieren, him lui- en logheid ten spijt, een indrukwekkende geschiedenis ge schreven, die bijzonder rijk is aan boeiend feitenmateriaal. Een greep daaruit is bij de feestelijke opening van het nieuwe tehuis voor de water- minnende dikhuiden niet misplaatst. en dat hij de dieren na maanden on derhandelen voor 7200 Pruisische tha- lers 12.600 gulden aan Artis liet. Bovendien wist Artis ze op af betaling te verkrijgen. Casanova kreeg 50 thalers handgeld, de helft van het gehele bedrag bij aflevering en de rest, vermeerder met drie pro cent, een jaar later. De komst van de nijlpaarden, Her man en Marquetta geheten, was een sensatie van de eerste orde. In aller ijl werd een verblijf voor hen in ge reedheid gebracht, doch het was wel duidelijk dat men ze daar niet lang kon houden. De oppervlakte van het bassin bijvoorbeeld bedroeg slechts zestien vierkante meter. Aanvanke lijk ging het echter uitstekend, want het waren nog jonge dieren. Ondanks hun kleine behuizing „na men Herman en Marquetta voortdu rend op een verrassende wijze in was dom toe", zoals men zei. Op 8 juli 1862 zorgde Marquetta, in de wande ling Betsy genaamd, voor het eerst voor nageslacht het was tevens de eerste maal dat nijlpaarden zich in een dierentuin voortplantten. Helaas leefde de baby niet lang. Wellicht als gevolg van ruimtege brek voelde moeder Marquetta zich niet geroepen haar kroost te verzor gen. Ook de in 1863 en 1864 geboren baby's overleden spoedig. In 1865 lukte het echter het jong tijdig bij de moeder vandaan te halen en het met de fles groot te brengen. Het was een mannetje en werd Herman junior genoemd. Toen het dier nog geen jaar oud was, werd het voor het aanzienlijke bedrag van 70.800 gulden aan een rijke Amerikaan ver kocht. Helaas heeft Herman junior Amerika nooit bereikt. Bij een brand in het tentoonstellingsgebouw Chrys- tal Palace te Sydenham in Enge land, waar hij voor het transport naar Amerika enige tijd werd geëxposeerd, kwam hij in de vlammen om. Het was eigenlijk indirect het ge volg van een oorlog dat Artis in 1860 voor het eerst in het bezit van nijl paarden kwam. De toenmalige keizer van Oostenrijk, die een eigen dieren tuin op Schönbrunn bij Wenen bezat, had het oog laten vallen op het paar tje jonge nijlpaarden, waarmee Jose phine Casanova, echtgenote van de in die tijd zeer bekende dierenhandelaar Lorentz Casanova, een ware triomf tocht langs de grote steden van Euro pa maakte. De oorlog en het verlies van Lombardije waren er de oorzaak van dat de keizer er van af zag der gelijke dure schepsels aan te schaf fen „Hoe conservatief ze er ook uit mogten zien", zoals men in die dagen schreef. Want duur waren ze. Dat bleek toen Casanova de nijlpaarden Artis aanbood. Niet minder dan 21.600 gul den vroeg hij ervoor, een klein for tuin. Deze prijs konden de Artismen- sen niet betalen, maar men wilde de dieren toch dolgraag in de collectie opnemen, vooral omdat tot op dat moment alleen de dierentuin van Londen in 1850 een nijlpaard in de collectie had getoond. Vandaar dat men met Casanova in contact bleef Hoe het zij, de fokkerij met nijl paarden in Artis was op gang geko men. al ontbrak nog een goed on derdak. Daarin werd echter spoedig voorzien. Precies 100 jaar geleden vernam men namelijk dat de firma G. Ochsner en Co., eigenaar van de Stoomrijstpelmolen Java en Carolina, die vlak bij het toen nog aanmerkelijk kleinere Artis aan de Plantage Dok laan stond, in financiële moeilijkhe den verkeerde. Maandenlang werd er onderhandeld, maar eindelijk ging het gehele gebouw, inclusief de ma chines voor 34.500 gulden in Artis- handen over. Oe machinerieën kon den gemakkelijk van de hand worden gedaan en leverden Artis 18.000 gul den op. Het gebouw had dus 16.500 gulden gekost, .aanmerkelijk minder dan het bedrag waarvoor Casanova in het begin het paartje nijlpaarden Artis had aangeboden. Nadat de molen was verbouwd, kon men aan de verhuizing gaan denken. Tegenwoordig laat men een nijlpaard in een solide kist lopen, sluit deze goed af en een kraanwagen doet de rest. Een eeuw geleden waren er geen kraanwagens, maar men wist ook toen al op een verbluffende wijze van de techniek gebruik te maken. Een van de Artis-leden bood namelijk aan een spoorlijn te 'laten aanleggen om de afstand tussen oude en nieu we verblijf ongeveer 200 meter te overbruggen. De Hippopotamus- Railway, zoals deze werd genoemd. Er werd een speciale wagon gebouwd, waar de dieren gemakkelijk konden in- en uitlopen. Nadat een muur was weggebroken, kon de wagon voor het verblijf worden geplaatst. Het man netje ging terstond naar binnen, doch het wijfje liet drie dagen op zich wachten. In hun nieuwe verblijf hadden de nijlpaarden heel wat meer ruimte tot hun beschikking. En ook voor het publiek kwamen ze beter tot hun recht. Het in die tijd veelgelezen „Fa milie-Magazijn" schreef in bloemrijke bewoordingen: „Treedt de aanschouwer tot voor de traliën dan bespeurt hij gewoonlijk eerst niets dan de rustige, stille vlakte van het wa ter. De beide dieren hebben zich zij het uit aangeboren beschei denheid of uit lust tot wijsgerige grondigheid op de bodem van de watertempel teruggetrokken. Maar plotseling komt uit de ge heimzinnige diepte een zo wan schapen kop te voorschijn dat zijn gelijke in de gehele natuur niet te vinden is, dan alleen bij an dere rivierpaarden. Uit neusga ten en muil wordt de lucht met geweldige snuiven uitgestoten als zag men hier het grondidee eener locomotief. Dan zuigt het monster eene lading versche lucht in en verdwijnt even plotseling weer onder het tezamen stroomende waterdat nu weder kalm en stil is. De oppasser vertelt ons dat dit het wijfje is. Wij zijn hem voor dezen wenk bijzonderen dank verschuldigd, want zonder dat hadden wij dit schepsel nooit tot het „schoone" geslacht gere kend". In hun nieuwe verblijf zorgen Her man en Betsy nog voor elf nakome lingen, waarvan er echter helaas maar een groot kwam. Ook dit was een mannetje genaamd Herman III en werd verkocht aan de dierentuin van Londen. Hij bracht 9600 gulden op, zodat de aankoopsom van Herman en Betsy er dik uit was. In Engeland wilde men blijkbaar niet wachten tot de baby de melkvoeding was ont wend. Samen met het nijlpaardje gin gen daarom zes geiten scheeps naar Engeland, die het gedurende de reis en ook enige tijd daarna van melk moesten voorzien. De geiten zijn later naar Artis terug gestuurd. Had Betsy Artis de wereldprimeur van het eerste nijlpaardejong in de dierentuin bezorgd, in 1870 verraste ze Artis bovendien met een tweeling een zeer grote zeldzaamheid hij deze dieren. Heiaas leerden de peu ters niet langer dan een week. Ruim 24 jaar leefde Herman in Ar tis. In 1884 stierf hij. „Hij mos een goedaardig ge drocht", schreef men, „hij hield het wijfjesnijlpaard in redelijk humeur, wat niet altijd gemakke lijk ging en sedert zijn verschei den te wenschen overlaat. Hij was, gelijk ook bij de lijkschou wing gebleken is, welgemaakt van lijf en leden, had een maag zo groot als een uitgespreid ta felkleed, een blaas die 24 liter vocht bevatte, longen als een or dinaire varkenstrog. Aan heit vin den van een tweeden echtgenoot voor Betsy valt niet te denken. Afgescheiden van haar enigszins Xantippe-achtige inborst, zou de samenkoppeling poor het geluk 'pan beide partijen niet gewensche zijn. Het zal dus nodig wezen af te wachten tot ook zij den tol der natuur betaald zal hebben". Betsy werd bijna 38 jaar oud en stierf in 1896. Twee jaar later zette een jong paar genaamd Herman en Betsy voet op Artis-bodem. Deze Herman bleek niet in de Amsterdam se dierentuin te kunnen aarden en overleed een jaar later. Cyrus, een in Philadelphia geboren mannetje, nam zijn taak over. Elf baby's waren het resultaat van dit huwelijk, waarna Cyrus in 1922 de laatste adem uit blies. Toto nam zijn plaats in en sa men met Betsy en Bibi, een in Artis geboren wijfje, zorgde hij ervoor dat de nijlpaardenfokkerij in Artis tot in de tweede wereldoorlog in stand werd gehouden. Betsy stierf in augustus 1940, leefde niet minder dan 42 jaar in Artis en bereikte een ouderdom van om en nabij 44 jaar, een opmer kelijke leeftijd, die tot nu toe slechts een enkele maal door nijlpaarden in dierentuinen is overschreden. Momenteel zijn het Jan, Ans en Tanja, die vrij geregeld voor nage slacht zorgen. De in 1963 geboren Caroline, dochter van Ans, was de laatste baby die in de oude stoom rijstpelmolen het levenslicht aan schouwde. Kort daarna viel het oude gebouw onder de slopershamer en werd met de bouw van de nieuwe be huizing op dezelfde plaats een begin gemaakt. Wanneer Artis van het nieuwe nijlpaardenhuis net zo lang en zoveel plezier zal hebben als van de oude molen dan mag men waar achtig niet mopperen. Een kleine tegenvaller hebben de bouwers van het „Cleopatra-paleis" in Artis gehad. Ze wilden van de bas sins in het nieuwe tehuis aquaria ma ken, waardoor de bezoekers de nijl paarden ook onder water zouden kun nen observeren. Dat zou een wereld primeur van de eerste orde zijn ge weest, niet alleen toeristisch maar ook en vooral biologisch. Het gedrag van nijlpaarden onder water is nog geen wetenschapsmens bekend. Het plan is mislukt. Omdat een nijlpaard, zodra het te water gaat een gordijn van mest om zich heen legt. Gedeeltelijk om zijn gebied af te bakenen, gedeeltelijk om onzichtbaar te zijn. Het opruimen van dit gor dijn zou in een aquarium van nijl paarden-omvang (een bassin meet 6 bij 8 meter) filterinstallaties vergen, die honderdduizenden gulden kosten. Dat kan Artis niet missen. Men ver huurt per slot van rekening geen to renflats. mee. 49. Aa, 50. het, 51. Tom, 53. gl, 54. nagel, 56. kapel, 58. slager, 59. Silene. Verticaal: 1. parket, 2. oneer, 3. gd. 4. rei, 5. oren, 7. leis, 8. urn, 9. ce, 10. hilte, 11. Esther, 16. pil, 17. ets, 20. ion, 22. eek, 23. arm, 25. sobat, 27. poëet, 29. gal, 30. bel, 33. Spaans, 34. pok, 35, arm, 37. sim, 38. stelle, 40. oraal, 41. apt, 42. mat, 44. negen, 46. oele, 47. Loki, 50. heg, 52. mal, 55. ga, 57. p.e. Het interieur van het nieuwe, ruime nijlpaarden huis dat Artis voor zijn kolossale favorieten bouwde. maakt een mond onweerstaanbaar lief? De glimlach.... en een kleine correc tie. Er zijn allerlei adviezen die een mooie mond geloven. Het ene beveelt aan, de lippen dagelijks met de tandenborstel zachtjes te masseren. Het tweede slaat voor, de mond elke morgen met citroen in te wrijven. en vervolgens nog eens geschminkt. 10 Een kritische blik in de spiegel: de mond moet harmoniëren in het geheel en symmetirsch bewerkt zijn; er mag geen spoortje stift op de tanden zijn gekomen, hele mond met de vloeibare basis poeder. Nu maken we de contouren van de lippen een millimeter bre der met het penseel in de vaste hand. Lichte kleumen geven de mond een voller effect! Onder invloed van Cardijn komt het zogenaamde „halterjurkje" deze zo mer in de collectie van elke japonnen- fabrikant voor en het hangt dus aan de rekken in alle modehuizen. Het luchtig en vrolijk jurkje met ver weggesneden armsgaten, dat opgehou den wordt door een col of door hoog geplaatste „bretels" is „nou écht het leuke jurkje voor u!", zegt de ver koopster. Nu kunt u nóg zo'n elfjes- figuur hebben, tien tegen een hebt u een behaatje nodig. Hoe moet het met de schouderbanden van de beha onder zo'n grappig haltermodel? Aha, de foundationfabrikant heeft dit probleem voorzien. Hij staat voor niets en is dan ook ras gaan zitten achter zijn tekentafel, snijtafel en naaimachi ne om de vrouw te gerieven van een vindingrijk model. En zietmen ontwerp de geheel elastische beha die het zelfs nog mogelijk maakt in de jurk ónder het halter een gespleten decolleté te dragen. Het model (Tri umph Internationaal) werd speciaal voor Frankrijk ontworpen. De vroegere behuizing van de nijlpaarden: de oude stoomrijstpelmolen „Java et Carolina". Halterjurkje van Nylfrance jersey in violette, oranje en rose arabesken. Het bretelstuk is effen violet.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 21