KAN IK HET KOPEN, MENEER DEN HENGST?
M
5ÏFÖGA
JOHAN DAISNE
AFBRAAK „VASTGELEGD"
TOPOGRAFISCHE ATLAS
g»
m
Nfe
AFGUNST
aat" N.V
JIECIN IN HET WIT"
eronde en krijg
;kan cadeau.
De
IN GESPREK MET
2113
Boschstraat-hoek Vlaszak, Breda
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 MEI 1967
fiekan? Heel eenvon-
en briefkaart, wat uw
77 inzendingen met
ffiekan bekroond,
er de Koffieronde aan
land, Emmaplein 5,
mdingen 't origineelst
ECoffieronde! Win tin!
'-'•V-i,:-'v-%:
van deze tekeningen de gebouwen
te reconstrueren. De bladen zou
den nog aan historische waarde
winnen als ze ook een begeleiden
de tekst meekrijgen. „Het viel niet
mee om onder iedere 'prent de
juiste namen en plaatsbepalingen
te noteren", vertelt de heer Nie-
meijer. ,,Van de kerk in de Gin-
nekenstraat wist niemand ons
precies de naam op te geven. We
hebben wel vijftig mensen ge
vraagd. De een zei Antoniuskerk,
een ander Mariakerk, een derde
had weer een andere lezing. Uit
eindelijk hebben we een pastorie
opgebeld." Waaruit blijkt hoe snel
eigen omgeving historie wordt.
]V/raar niet alleen oude plekjes ln
de stad, die zullen verdwijnen
worden vastgelegd Gedacht wordt
ook aan het omringende land
schap, waarin de huizenmassa's
steeds verder vreten. Zo zal in de
loop der jaren een stuk kunstzin
nige historie documentatie ont
staan. De verzameling zal dan in
vele opzichten een kostbaar bezit
zijn vöor de stad. Het is de be
doeling. deze collectie te zijner
tijd te exposeren.
H. E.
naast „De Beyerd", die dezer da
gen tegen de vlakte gaan. Hoek
Prinsenkade-Zoutstraat, waar een
schipperscafé vol verhalen histo
rie wordtHet is bijna in het
papier geëtst met potlood en pen.
Tekeningen; geen fotografische
plaatjes. Toch is het bijna tot op
de laatste steen weergegeven. Een
goed begin voor deze topografi
sche atlasEn een uitdaging",
zegt de initiatiefnemer, de heer
Niemeijer. Waarom?
gr zal natuurlijk wel weer een
verwijt komen, dat ik hiervoor
een Amsterdamse kunstenaar ge
vraagd heb", zegt hij. „Maar er
is mij verteld, dat er in Breda al
jaren een plan bestond om tot een
dergelijke atlas te komen. Er
kwam echter niets uit de bus. Toe
vallig kende ik John den Hengst.
Hij doet dit werk ook voor de ge
meenten als Amsterdam, Amstel
veen en Sliedrecht. En hij doet
het goed. Daarom heb ik hem ge
vraagd om ook voor onze gemeen
te daar een begin mee te maken.
Een begin.... want ik zou graag
willen, dat deze basis-verzameling
een uitdaging zal zijn voor onze
Bredase en Brabantse kunstenaars.
Als zij op even kundige wijze der
gelijke punten van onze stad we
ten vast te leggen, wordt het zeker
aangekocht voor deze verzameling.
Bij voorkeur zelfs van hen.
„Tk ben impressionist", vertelt
John den Hengst. „Veel ge
leerd van mijn leermeester Jacob
Ritsema. Hij was een meester in
het snel vastleggen van indrukken.
Ja, je kunt natuurlijk van die
plekjes ook foto's maken. Maar
dan heb je toch niet de sfeer, die
tekeningen kunnen hebben". Illu
stratief voor zijn bewering is bij
voorbeeld een lelijk blok huizen
aan de oude Vlaszak Beyerd-
plein)Een geometrisch spel, waar
in het licht spanning geeft aan
deze stenen doos met tientallen
tv-sprieten. Raak geschetst. Het
nageslacht zal niet treuren, wan
neer de slopershamer hieraan een
eind gemaakt heeft....
Tohn den Hengst tekent bijna
tot op de millimeter nauwkeu
rig. Toch is het geen gepietepeu-
ter, omdat hij tevens een stuk.
sfeer voor de historie heeft vast
gelegd. Wanneer men in de toe
komst nog eens spijt zou krijgen
over onze afbraakmethoden, zal
het mogelijk zijn om aan de hand
Franse literatuur. In zijn roman Baratzeartea of het Baskisch avontuur spreekt
hij zelf uitvoerig over zijn grote bewondering voor de Franse veelgelezen
auteur van de roman romanesque. Pierre Benoit aan wie hij als eerste en dan
nog wel niet-Franse essayist een uitvoerige studie in het Frans wijdde. Zo
komt ons gesprek vanzelf op de nouveau roman.
Meen, die is mij te zeer ontmenselijkt en heeft daarom volgens mij geen
toekomst. Overigens is het wel merkwaardig dat Marcel Brion in een
kritiek op mijn in het Frans vertaalde roman De man die zijn haar kort liet
knippen mij een voorloper van de nouveau roman noemde, wel enigszins te
begrijpen omdat ik in mijn boeken inderdaad nogal insisteer op de dingen,
maar dan is dat bij mij toch met meer menselijkheid geladen. Nee, de mens
komt voor mijn gevoel bij Butor, Robbe Grillet e.a. veel te veel te kort.
)e kritiek heeft je roman De man die zijn haar kort liet knippen dikwijls
je meesterwerk genoemd. Vind je dat zelf ook?
Daisne heft in een welsprekend gebaar van wanhoop de handen ten hemel:
O wat ben ik daarmee gedoodverfd! Natuurlijk houd ik zelf ook yan dat
boek en ik geloof dat het zeker niet mijn slechtste is, 'het is net als al mijn
boeken echt en vanuit een diepe innerlijke noodzaak geschreven, maar ik heb
aan die éénzijdig lovende kritiek op vooral dat boek ook geleden. Ik herinner
me nog hoe héérlijk ik het vond toen Raymond Herreman een interview
voor de televisie over mijn roman Reveillon Reveillon! opende met de woordep:
Daisne, we hebben de man overwonnen!
Tntussen is dat boek met succes verfilmd?
Ja, de film heeft drie maanden in Parijs gedraaid, is bekroond in Frankrijk,
Duitsland, Engeland en is gekozen onder dé tien beste films voor het Festival
of Festivals in New York en Londen.
Heb je zelf net scenario geschreven of eraan geholpen?
Voor geen letter, mijn naam staat weliswaar als revérence voor mij op de
film vermeld, maar alles is het werk van de filmmaker. Ik heb grote waardering
en bewondering voor zijn werk want hij heeft het boek geëerbiedigd.
Te bent van jongsaf een filmenthousiast en bent dat gebleven getuige je vele
filmkritieken die in een drietal bundels bijeen gebracht zijn. Heeft de film
ook invloed gehad op je Werk?
Daisne denkt even na, aarzelt: Nee, ik geloof het eigenlijk niet ja.
misschien in de toepassing van de close-up, een bepaalde aanpak misschien
om zoveel mogelijk mensen te bereiken, maar toch niet direct. Wel indirect.
Toen ik nl. een jaar of tien was begon ik te schrijven en mijn schrijven bestond
uit het navertellen en achteraf naar mijn smaak wijzigen van films die ik
gezien had. Als literaire daad had dat natuurlijk geen enkele waarde. Maar
in die zin heeft de film inderdaad een rol gespeeld en.mijn filmkritieken
zijn er ook uit voortgekomen.
"Y^/at heb je op het ogenblik op stapel staan aan nieuw werk?
De laatste tijd heb ik veel verzen geschreven, veel meer dan ooit.
Weet je. er zijn zo van die periodes dat je geoccupeerd bent met dingen die
lyrisch blijven, die" geen verhaal zoeken of om uitwerking vragen. Daar zit
ik nu midden in. Uit de nieuwe gedichten die zo ontstonden heeft Raymond
Herreman een keuze gedaan altijd erg prettig als een derde, een begrijpende
en toch objectief oordelende vriend dat doet en die verschijnt binnenkort
bij Manteau onder de titel De engelse groetenis.
Js dat alles wat we binnenkort van je te verwachten hebben? Tenslotte ben
jij de Vlaamse Vestdijk!
Daisne lacht gretig, maakt tegelijk een wanhopig gebaar: Kerel, als je
eens wist hoe moeizaam ik werk, avonden lang soms en dan heb ik nog geen
pagina bij elkaar. De discipline, de regelmaat waarmee ik schrijf kan natuurlijk
wel invloed hebben op een produktie als geheel Maar op zichzelf schrijf
ik langzaam en moeizaam en daarbij ben ik erg secuur op mijn taal en mijn
documentatie.
Qm nog even op je dichtbundel terug te komen: zal die nieuwe aspecten te
zien geven vergeleken bij vroeger lyrisch werk, al zou het maar naar de
vorm zijn?
Nee, ik ben in het algemeen de gebonden strofische vorm en het rijm
trouw geleven. Héél vroeger heb ik ook wel vrije verzen geschreven, maar
de strofische vorm en het rijm dringen zich eenvoudig aan me op. Ik vind
trouwens net als Rilke het rijm éen van de essentiële mysteries van de poëzie.
Daisne schudt ernstig knikkend en nadenkend het hoofd: Nee, ik heb
geen behoefte aan nieuwe vormen en vormexperimenten. Ik doe aan dat
krampachtige zoeken naar originaliteit a tout prix niet mee. Ik probeer
zoveel en zo diep mogelijk mezelf te zijn en dan ben je geloof ik vanzelf
altijd nieuw en origineel.
Op die uitspraak en op de prijs die de internationale betekenis van en
waardering voor Daisnes levenswarme, in vele talen vertaalde werk, nog eens
onderstreept, hef ik het glas en drinken wij samen ad fundum.
WILLEM ENZINCK
ET drommen stonden
ze om me heen. is
_j dat uw beroep, me-
MM neer? Kan ik het ko
pen?" Die meneer is
John den Hengst (63), kunstschil
der uit Amsterdam. Die drommen
mensen stonden in BTBda's straten,
waar deze artiest snel, maar rag
fijn historische hoekjes, straten en
gebouwen op papier zette. Geen
plaatjes van een of andere snel
tekenaar, goed voor de hoogste
bieder. Het was een begin van een
opmerkenswaardig initiatief: de
samenstelling van *een topogra
fische atlas voor de stad Breda.
Een collectie tekeningen van stuk
jes oud-Breda die zullen verdwij
nen. Een kunstzinnige documenta
tie. „Het was verrukkelijk werken
in deze stad. Het licht was fijn",
zegt Den Hengst. Tien tekeningen
kwamen klaar invier dagen.
Ajigstwekkend tekenen de afge
knabbelde bogen van de af-
braakkerk in de Ginnekenstraat
zich tegen de lucht af. Huizen
OP 24 mei a.s. zal de Kogge-Prijs, de driejaarlijkse door de Kogge,
vereniging van Nederlandse, Vlaamse, Duitse en Scandinavische
schrijvers vergeven en door de stad Minden in Westfalen inge
stelde prijs ter grootte van 10.000 DM worden uitgereikt aan de
bekende Vlaamse auteur Johan Daisne (55) als waardering voor zijn
oeuvre.
„Ja, ik ben oprecht blij met deze prijs", zegt Daisne op mijn vraag.
„Ik vind het prettig dat in de motivering van de prijs ook vermeld staat
dat hiermee een verdiende belangstelling wil worden gevraagd voor
onze Nederlandse letteren in het algemeen. Voor mijzelf betekent het
natuurlijk een wijdere erkenning van mijn werk.
Dat je nog altijd magisch-realistisch noemt?
Ja, daar bén ik trouw aan gebleven. Weet je, toen begin van de jaren
veertig mijn eerste roman De Trap van steen en wolken verscheen was die
zo betrekkelijk nieuw in onze letteren, dat ik om hem te verantwoorden de term
magisch-realistisch heb gebruikt als een begrip dat ik verder heb uitgewerkt
en beoefend.
Johan Daisne, in zijn dagelijkse leven al jarenlang directeur van de openbare
bibliotheek en leeszaal te Gent, loopt in zijn ruime kamer in dat gebouw
heen en weer tussen kast en tafel om een passend drankje te bereiden. Hij
heeft de gemoedelijkheid en het postuur van de Vlaming en de levendigheid
van gebaar en beweging van de Fransman. Achteraf, filosofeert hij, kun
je dat begrip misschien nog het best illustreren met de titel zelf van het boek.
„Steen" symboliseert daarin de gewone werkelijkheid, „wolken" de tweede
werkelijkheid van onze verbeelding en „trap" de opwaartse richting waarin
de artistieke, als je wilt magische combinatie van die twee elementen ons
moet leiden om een beetje de chaos te ordenen, om de hogere waarheid een
beetje te begrijpen achter de werkelijkheden, in het licht dat ook schijnt in
de duisternis.
£)e kritiek heeft het magisch realisme zoals het in De Trap, De man die zijn
haar kort liet knippen, De neusvleugel van de Muze, Baratzeartea etc. tot
uitdrukking komt wel eens verward met romantiek zonder meer geloof ik.
Ja, met een romantiek die alleen een vrijblijvend spel bedoelt van
werkelijkheid en droom. Maar tegen dat fantaisisme verkondigt het magisch-
realisme een zekere existentiële, essentiële en eschatologische finaliteit in de
kunstbeoefening. Het streeft naar een harmonie tussen onze levenskrachten
en kennisbronnen: zintuigelijkheid, gevoel-intuïtie-verbeelding en rede. Au
fond is dat een klassieke houding en met het magisch-realisme heb ik dan
ook niet bedoeld een nieuw-isme te brengen, maar een formule van de kunst
van alle tijden.
JY^aar wat nieuw was en altijd nog verrassend is, is de vorm van je romans,
het werken met verschillende plans die nu eens naast elkaar staan, dan
weer door elkaar heen lopen.
Met zorg giet Johan Daisne uit de zachtklokkende fles onze glazen vol en
we nemen een teug voor hij vervolgt:
Die vorm is, geloof ik, de eigentijdse uitdrukking van het eeuwig-menselijke
wat ik te zeggen heb. Ik herinner me dat ik op een congres eens naast Paul
Eluard zat, het was een vervelende zitting en Eluard begon een vers te schrijven.
Toen hij het af had en het overlas vroeg ik hem op grond van het uiterlijke
schriftbeeld in strofen: Wat, u schrijft een klassiek vers? Ach, zei Eluard,
au fond il n'y a que ga. En Paul Valéry beweerde eens dat iedere schrijver
maar één petite chose a soi heeft te zeggen en dat doet hij telkens opnieuw
in een andere vorm.
Jn elk geval blijkt uit al je boeken de vreugde van de menski te kunnen
zeggen, dat het leven, ondanks alles de moeite waard is.
Natuurlijk, Daisne's bruine ogen glanzen achter de brilleglazen
het leven is geen danspartijtje maai ook geen moordkuil, het is niet alleen
zwart en niet alleen wit maar er zijn vele nuances daartussen. Alleen de grote
kunstmode is op het ogenblik zwart. Ook voor de jongeren, al zijn ze nog zo
revolutionair, geldt kennelijk dat zwart nog altijd gekleed staat. Neem nu b.v.
Simenon, ik zal de laatste zijn die zegt dat hij geen belangrijk of zelfs groot
auteur is maar alles bij hem is zwart en duister, overal ligt als het ware
een lijk achter de tapkast. Ik noem dat liegen in zwart. En ik heb me
afgevraagd: mag IK nou niet eens liegen in wit? Daarom heb ik mijn nieuwe
roman Ontmoeting in de Zonnekeer een anti-Simenon-roman genoemd. Het is
het verhaal van emeritus professor Herberts die een meisje ontmoet, een soort
geisha van het Westen, die zoals later blijkt al tweemaal een moment in
Herberts vroegere leven is geweest en deze derde ontmoeting enfin, lees
het zelf maar, in elk geval is alles wat scabreus of onoirbaar kon zijn op een
wonderlijke manier veredeld. Ik heb van mijn kant overdreven naar wit,
maar ik geloof dat wè daarmee toch dichter bij de mens komen.
Johan Daisne formuleert zijn zinnen gemakkelijk en met Franse élégance.
Een erfdeel waarschijnlijk van zijn Franse voorouders die dr. Herman Thiery
vanaf het begin van zijn schrijversloopbaan met het pseudoniem Johan
Daisne heeft willen eren. Vandaar ook zijn uitgesproken voorkeur voor
Leonard
het woord is hij
hij de winnaar zonder handen
het suizende geheim
de dageraad in grijs
het bespringende water
de verdrinkende toekomstroes
dat is het woord
dat is de man zonder handen
dat is de winnaar van het woord jij.
Piet van Veen
(Halsteren)
Prinsenkade-hoek Zoutstraat, Breda
1967
Ford
Cortina
1200
ruimte voor
5 personen j
en al
hun bagage!