Oostenrijks als neutrale dilemma staat VAKANTIEGEBIEDEN IN EUROPA BIJEEG. BESCHERMING ZOEKEN VAN ECONOMIE .Positieve kanten aan provoceren DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 8 MEI 1967 Mr. C. Egas: DUBBELROL BRUG OPPOSITIE RUSSEN VERTROUWEN TE VER Tl (Van onze Brusselse corespondent) Qoslenrijk geniet bij de meeste mensen bekendheid om de vele en uitgelezen toeristische mogelijk heden. De wintersportcentra hebben terecht een grote faam. Het land is gezegend met een natuur lijke schoonheid, die in winter en zomer vele mil joenen toeristen trekt. De bevolking is gastvrij. De prijzen zijn niet aan de hoge kant. Het culturele leven is er, met operk en operette vooraan, een wezenlijk deel van de volksaard. En waar men ook komt, er is altijd nog wel iets te proeven van de sfeer van het laatste keizerrijk. Namen en begrip pen uit vroegere en recente historie komen voor de bezoeker van Oostenrijk gemakkelijk tot leven: keizer Maximiliaan, Maria Theresia, Franz Joseph, het Wener congres, aartshertog Franz Ferdinand (Serajewo), Dolfuss, de Anschluss, Kennedy en Kroestsjef. Dr. Fritz Bock, minister voor handel en industrie, vice-kanseiier en hoofd van de onderhandelingsdelegatie met de E.E.G. 55J 5? (Van onze verslaggeefster) 1 MIDDELBURG „Ik interesseer me voor de rebelse, provocerende jeugd. Naast alle gevaren en negatieve kan ten, zitten er aan dat provoceren ook uitermate positieve kanten". Het was mr. C. Egas, oud-staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, die aan het eind van zijn speech in het City-theater in Middelburg deze conclusie trok. Hij sprak voor honder den kweekscholieren, die het 50-jarige bestaan van de schoolvereniging „Con cordia" vierden. De heer Egas zei onder andere: „Ik j vind dat volwassenen erg voorzichtig Knoeten zijn met het leveren van kri- Jtiek op de jongeren. In feite zijn de [volwassenen niet anders dan de jeugd". iHij was van mening dat de jeugd door 'het zo duidelijk laten merken van een eigen smaak op allerlei terrein en een ligen mening „een stuk onafhankelijk heid demonstreert". „Het is duidelijk dat enorm grote jroepen jongeren een somber toe- Komstbeeld hebben", aldus de spreker. Hij haalde in dit verband onder meer 'de werkloosheid en de arbeidstijden aan. Hij was ervan overtuigd dat de vrije tijd een zwaarder accent moet krijgen dan de arbeidstijd. Bij de bespreking van het onderwerp „Vrijheid en gezag" bracht de heer Egas ook het colitieoptreden ter sprake. De heer Egas vond uiteraard dat er wel gezag moet zijn. Maar geen gezag door middel van macht en geweld. Vrijdagmorgen hebben 700 Middel burgse lagere scholieren meegedeeld in de feestvreugde: de leerlingen van de lagere klassen hebben op de school pleinen kringspelen gedaan en die van de hogere klassen maakten een puzzel- «Hocht door de stad. Dat is het Oostenrijk van de toe rist, de kunstminnaar, de historie zoeker. Het Oostenrijk met de ele gante hoofdstad Wenen, die on danks alle vernieuwingen, nog steeds schijnt te leven in de droom van een roemrijk verleden. Maar er is een ander Oostenrijk. Een land dat zich heeft uitgeworsteld boven de verschrikkingen en verwoestingen, die de jongste geschiedenis over het Europa van onze dagen heeft gebracht. Een land, hard op weg een moderne in dustriestaat te worden. Op weg. Want evenals de gemiddelde Oostenrijker leeft ook de industrie hier en ook de landbouw op de grens tussen gisteren en vandaag, tussen vandaag en morgen. Er is nog aarzeling te bespeuren over de toekomst. Aarzeling die wellicht ge voed wordt door heimwee naar wat was. Oostenrijk heeft een grote rol ge speeld in goede en kwade dagen van de Europese geschiedenis. Het aanzien van de Donau-monarchie is nog niet vergeten. Het land heeft de eeuwen door een dubbelrol gespeeld, vrijwillig of ge dwongen. Niet in het minst in onze eeuw. De naoorlogse jaren zijn er een schoolvoorbeeld van. Tot 1955 bleef het land bezet door de vier grote mogend heden en had vooral de Sovjet-Unie een grote invloed. Toen het ijzeren gor dijn viel tussen oost en west, fungeer de Oostenrijk als de vooruitgeschoven post van het westen aan het gordijn. In die dagen, toen onzekerheid heers te over de toekomst van het land, werd Oostenrijk gedwongen tot het spelen van een dubbelrol. Contacten met oost en west deden in belang niet voor elkaar onder. Dat kwam vooral tot uiting in de handelscontacten. In 1955 werd het land opnieuw een souvereine staat, die zich vooral onder druk van Moskou tot eeuwigdurende neutraliteit verplichtte. Kiezend voor een „westers" staats systeem, de economische blik gericht op oost zowel als op west, ging het land een nieuwe toekomst tegemoet. Met heimwee naar het verleden en zich be wust van de belangrijke rol, die het in een vroeger bestaan had gespeeld in de Europese politiek, werd Oostenrijk herboren. In dat heimwee en in dat be wustzijn ligt de schakel met het Oosten rijk van nu. Ik heb tijdens mijn reis door het land geen Oostenrijker ont moet, die niet al te bescheiden deed over de prestaties en mogelijkheden van zijn land. Maar dat neemt niet weg, dat iedereen die enig zicht heeft op en be langstelling voor de Oostenrijkse poli tiek, ervan overtuigd is dat zijn land opnieuw geroepen is een belangrijke rol te spelen, namelijk brug te zijn tus sen oost en west. Die brug-idee vormt een belangrijk punt in de onderhandelingen die Oos tenrijk voert over een vorm van aan sluiting bij de EEG. Het bemoeilijkt de onderhandelingen zeer, maar het ver hindert de Oostenrijkers evenmin om tegenover Moskou hoog en volgens de socialistische oppositie in het land, gevaarlijk spel te spelen. Vanaf het moment waarop Wenen de EEG om onderhandelingen verzocht (1961) toen werd het land nog ge regeerd door de coalitie van de Oosten rijkse volkspartij en de socialisten heeft Moskou gewaarschuwd dat aan sluiting bij de EEG de neutraliteit van het land in gevaar zou brengen en een overtreding zou betekenen van art. van het staatsverdrag. Dat verdrag inzake de heroprichting van een onafhankelijk en democratisch Oostenrijk werd in 1955 gesloten met de Sovjet-Ünie, Amerika, Engeland en Frankrijk. Artikel 4 bepaalt, dat het Oostenrijk verboden is zich politiek oi economisch met Duitsland te verbinden Van meet af aan heeft daarom vast gestaan, dat Oostenrijk noch als ge woon, ,noch als geassocieerd lid tot de Europese gemeenschap zou kunnen toe treden. Er wordt daarom onderhandeld over een „verdrag sui generis", een ver drag van bijzondere aard, waarin de po sitie van Oostenrijk als neutrale staat en ondertekenaar van het staatsverdrag gewaarborgd zou zijn. en daardoor ook een element van poli tieke stabilisatie in Europa zal zijn. Ik geloof zelfs, dat een verdrag met de EEG ertoe zou leiden, dat onze handels betrekkingen met Duitsland (nu 25 pro cent van onze export en van onze im port) relatief minder zullen worden door de betrekkingen met andere lan den. Volgens de Oostenrijkse regering is er geen sprake van, dat een verdrag met de EEG een nieuwe „Anschluss" zal betekenen, die ons in het staatsver drag wordt verboden." De socialistische oppositie innerlijk sterk verdeeld nadat een einde is ge komen aan twintig jaar coalitie tussen Oostenrijk Brug tussen Oost en West. de socialisten en de christelijke volks partij denkt daar, mogen we de par tij ideoloog en volksvertegenwoordiger Karl Czenietz geloven, heel anders over. Vooropgesteld moet worden, dat de so cialisten zich nimmer tegen een bijzon der verdrag met de EEG verzet hebben. De huidige partijleider Kreisky trok er, toen hij minister van buitenlandse za ken was, even hard aan als de tegen woordige beheerder van dit departe ment dr. Lujo Toncic-Sorinj. Vice-kanselier, minister voor handel en wederopbouw, hoofd van de Oosten rijkse onderhandelingsdelegatie dr. Fritz Bock, zegt me over de Russische waar schuwingen: „Oostenrijk is een souve reine staat. We kunnen niet aan ande ren vragen wat we mogen doen en wat niet. De neutraliteit en de verplichtin gen, die voortvloeien uit het staatsver drag, zyn voor ons maatgevend." „We sluiten geen verdrag met Duits land, maar met de EEG. Het argument van de Russen, dat onze eventuele ver binding met de EEG het evenwicht in Europa zal verstoren, kunnen wij niet delen. Wij zeggen integendeel, dat een verdrag met de EEG bijdraagt tot stabi lisering van de Oostenrijkse economie Oostenrijk Land voor de toerisi. „Ons standpunt", zo zei me Czernetz, ,,is niet veranderd sinds we in de oppo sitie zijn". Zijn redeneringen lopen aanvankelijk parallel met die van de vice-kanselier. „De houding van Oos tenrijk sinds het staatsverdrag is, dat we niet aan anderen vragen wat we moeten doen. We weten dat de moge lijkheden en de macht van ons land be grensd zijn. We kunnen ons in deze positie slechts handhaven, als we zelf analyseren hoever we kunnen gaan. Dat sluit in, .dat we geen zaken moeten nastreven waarbij van tevoren vast staat op ernstige bedenkingen te stoten. Als dus blijkt, dat enige grootmachten mede-ondertekenaars van ons staats verdrag onze toenadering tot de EEG beschouwen als het opgeven van onze neutraliteit, dan moeten we voorzichtig zijn. Daarbij mogen wij niet vergeten, dat een van de EEG-partners, met name Frankrijk, sterk tegen de Russische ar gumenten aanleunt. Herhaaldelijk heb ben Gaullisten in Straatsburg mij ge zegd: „De EEG steunt op een zorgvul dig afgestemd evenwicht tussen Frank rijk en het huidige Duitsland. Als 7 mil joen Duitssprekende Oostenrijkers daar bij komen, wordt dat evenwicht grondig verstoord". We kennen nu ook het officiële Fran se regeringsstandpunt: Het hindert niet, dat de Europese commissie via deel mandaten met Oostenrijk onderhandelt. Maar elke stap in die onderhandelingen zal Frankrijk als mede-verantwoorde- tij ke voor het staatsverdrag zorgvuldig analyseren in het licht van de An- schluss-paragraaf' uit het verdrag", al dus Czernetz. De opmerking van vice-kanselier Bock over het relatief geringer worden van de handel met West-Duitsland na afsluiting van een verdrag met de EEG doet Czernetz af met deze verklaring: „Ik geloof, dat als het verdrag tot stand komt, de binding met Duitsland zo sterk en intensief is als nooit tevoren, pe vice- kanselier kan nu wel zeggen en schrij ven, dat de Russen maar moeten begrij pen, dat het zo of anders is, maar dat houd ik voor een gevaarlijke illusie." „In 1931, toen er sprake was van een tol-unie tussen Duitsland en Oostenrijk, nam het internationaal hof in Den Haag het besluit, dat een tol-unie tussen een groot en een klein land het opgeven van de onafhankelijkheid van het kleine land betekende. Volgens het volkeren recht is neutraliteit niet een rechtstoe stand maar een politieke vertrouwens kwestie van alle zijden. Stel dat wij nu beschuldigd zouden worden van het schenden van ons staatsverdrag en dat wij hierover een uitspraak van het internationaal hof zouden vragen, dan staat voor mij vast, dat we op grond van het volkerenrecht argument al bij voorbaat verloren had den. Gek eigenlijk, niemand in Oostenrijk is zo dwaas om te stellen, dat we ons bij de Comecon (de economische sa menwerkingsvorm van de Oostbloklan den, red.) zouden moeten aansluiten. Waarom niet? Omdat iedereen weet, dat dan de Amerikanen zouden zeggen, dat dit een breuk van onze. neutraliteit zou betekenen. We zullen naar een ver drag met de EEG moeten streven, waar in deze kwesties niet „fraglich" worden. Wij vrezen, dat de regering In de on derhandelingen met Brussel al te ver is gegaan. In ieder geval heeft ze het al zover laten komen, dat president Pod- gorny niet in een gesprek met de rege ring, maar voor de Oostenrijkse tele visie ons land heeft gewaarschuwd. Dat hebben we tijdens de coalitie altijd ver meden. Dat is ee slechte zaak. Het be tekent in feite het deficit van onze bui tenlandse politiek". Ook al moet men bij deze uitspraken van Czernetz bedenken, dat zij voor een deel ingegeven zijn door de oppositie rol die hij moet spelen, er blijkt wel uit, dat de Oostenrijkse regering rekening moet houden met ernstige oppositie in binnen- en buitenland. Er fungeert ter zake van de Oosten rijkse toetreding tot de EEG onmisken baar een as Moskou-Parijs. De Franse regering staat als EEG-lid niet te sprin gen op een verdrag met Wenen. Voor de Oostenrijkse regering krijgen de on derhandelingen in Brussel die onge twijfeld nog lang zullen duren steeds -meer het karakter van onderhandelen op het scherp van de snede. Dat is voor een regering die in het parlement niet over een 2/3 meerder heid beschikt, welke wellicht nodig is om een eventueel verdrag goedgekeurd te krijgen, geen vrolijke positie. Zeker niet, omdat Oostenrijk ter bescherming van zijn economie-in-opbouw de EEG broodnodig heeft. Dat zullen we in een tweede artikel trachten aan te tonen In deze speciale vakantiekaart geven wij een overzicht van diverse vakantiegebieden in Europa. Van noord tot zuid en van west naar oost strekt zich een parelsnoer van mogelijkheden uit. Aangezien het reizen naar landen in Oost-Europa steeds meer in zwang komt zijn ook deze landen in de kaart opgeno men. Tevens is vermeld het gemiddelde aantal uren zon in de vakantiemaanden. Uiteraard is het cijfer een statistisch gemiddelde en geeft derhalve alleen een indruk van de om vang van de „zonnigheid" in zijn totaal en niet het absolute cijfer per dag noch de graad van de warmte. Smaken verschillen en het is dan ook onjuist om hoogtepunten uit de Europese schatkamer van het toerisme te noemen. De ge bieden in de kaart zijn streken met het maximale natuurschoon, strandgenoegens of bezienswaardigheden. Uiteraard zijn de druk ste toeristenstreken de gebieden van de Italiaanse meren, delen van de Middellandse Zeekust in Italië, Frankrijk, Spanje en kustgedeel- ten langs de Adriatische Zee. Met een hopeloze onnauwkeurigheid en het te kort doen van andere landen zou men kunnen zeggen dat rustiger vakantiegebieden te vinden zijn achter de lijn Frankfurt- Nürnberg-Wenen-Zagreb-Serajewo-Dubrovnik. Ook ter weerszijden van de doorgaande routes naar de Cöte d'Azur en de Rivièra zijn grote rustige vakantiegebieden te vinden, vaak zelfs bij ons maar weinig bekend. Uiteraard heeft ieder land rustige vakantiegebie den en zelfs in het overbevolkte Nederland kan men zich soms alleen op de wereld denken. Voor wie van de kust en de zee wil genieten heeft Europa een over daad aan mogelijkheden. Van Zweden en Denemarken (waar de zo mers meestal iets beter zijn dan bij onsi tot aan de Algarve in Por tugal, waar men zich soms in Arabisch Afrika kan wanen, strekt zich een keur van stranden uit. En niet te vergeten Engeland en het stille Ierland, waarbij Engeland zelfs strandgebieden met palmen kent. Voor de zonaanbidders gaat het paradijs open van Lissabon langs de kusten van de Middellandse Zee en de Adriatische Zee naar de Griekse eilanden. Voor de liefhebbers van hooggebergten geeft centraal-Europa tal van mogelijkheden. De Alpen strekken zich uit van het gebied van de Middellandse Zee tot bij Wenen. Niet voor niets zijn hier de be roemdste vakantiegebieden van Europa ontstaan. Vergeleken met de Alpen zijn de Franse en Spaanse Pyreneeën rauwer, minder kleurrijk maar onovertroffen groots in hun krachi van overrompelende schoonheid. Eveneens geven de Schotse hoog landen een gelijke sfeer van ruwe, soms barre, schoonheid. Wie zich „buiten Europa" wil voelen kan zich in zuidelijk Spanje tussen Granada en Cadiz vaak in Arabië wanen. Het uiterste zuiden van Italië en de Griekse eilanden schijnen een mengeling te zijn van Noord-Afrika en het Nabije Oosten. De wereld van de Islam voell men in centraal en zuidelijk Joegoslavië en Bulgarije. De rijke ge tchakeerdheid van heuvellandschappen, kleine bergen en schilder achtige oude stadjes zijn te vinden van Ierland tot Polen en van Zjweden tot Gibraltar en Griekenland, want Europa is bijna één grote schatkamer. Wil men werkelijk genieten van de schatkamer dan is het beslist «n goede raad om de dagtrajecten niet langer te maken dan 200 km. Wandelen Iaat immers intenser een vakantie proeven dan lange auto. ritten. En veel bezienswaardigheden ziet u maar 1 keer in uw le ven. Neem er de tijd voor

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 11