TS-er
mr
Vogel woont kever
in de stad dan
op het platteland
historisch omstreden figuur
COMITé ZAMELT
GELDEN IN VOOR
GROOTSCHEEPSE
ONDERZOEKINGEN
Koning Arthur voorlopig
nog
I
„Keizer over
geweldig rijk
en bezetter
van Rome"
CENTRUM-VOGELS
VAKANTIE BUITEN
Hartstocht
Rampspoed
Luxe
Fora d!s
1
's Winters in de stad.
.en's zomers naar het platteland.
(Van onze correspondent)
ESSEN De vogelwereld van
Europa blykt een uitgesproken nei
ging tot verstedelijking te hebben.
Civilisatie en natuur vormen uitein
delijk toch minder een tegenstelling,
dan gewoonlijk wordt aangenomen.
Vele vogels leven by voorkeur in de
grote stad. De grote steden vertonen
dan ook over het algemeen een gro
tere „vogeldichtheid" dan het plat
teland.
Dat de vogels niet door drukte en
lawaai worden gehinderd blijkt elke
herfst weer als vogelzwermen op
doortocht even rust houden in de
stad. Zij doen dit merkwaardig ge
noeg juist op de drukste pleinen.
Dit verschijnsel kan men van het
Trafalgar Square tot de „Stachus" in
Muenchen waarnemen. De vogels be
schouwen de huizen als een soort
rotsen, waarop zij hun plekje zoe
ken. De stad is veel „natuurlijker"
voor hen dan men zou denken. Ze
zien er een rotslandschap in. Het
geen de cultuurpessimisten onder ons
bewonderenswaardig inzicht zal toe
schijnen.
De vogelwacht van Noordrijn-West-
falen houdt zich op het ogenblik
uitvoerig bezig met systematische
onderzoekingen wat betreft de verste
delijking van de vogelwereld. Haai
resultaten zijn uitermate belangwek
kend. De directeur van deze vogel
wacht, dr. Wolfgang Erz, wijst er bij
voorbeeld op dat de moderne grote
stad de vogels een betere woonge
legenheid biedt dan oude steden met
hun smalle straatjes en stegen. De
vogels wonen zeker niet alleen in de
voorsteden, parken en begraafplaat
sen. Nee, er bestaan uitgesproken
„centrum-vogels". Een van de vele
redenen waarom de vogels graag
naar de stad verhuizen is ongetwij
feld dat het er 's winters warmer
is dan op het barre platteland. Bo
vendien kunnen zij er gemakkelijker
aan voedsel komen en bieden de vele
dakgoten hen een prachtig onderko
men. Toch zijn er tot dusver nog
geen zelfstandige stadsrassen in de
vogelwereld ontstaan. De reden: tus
sen de staösvogels en de plattelands
vogels bestaat een voortdurende uit
wisseling. Principieel nieuwe ge
dragspatronen heeft dr. Erz nergens
kunnen ontdekken. Er is uitsluitend
sprake van tijdelijke aanpassing van
gedrag. Verstedelijkte eenden, die
zich in het park laten voeren, wor
den op het platteland weer mensen
schuw, zoals het hoort. De van hature
zeer schuwe bosmerel die 's winters
naar de stad trekt, laat zich daar
voeren.
in gunstige stadsbuurten beriekt
deze merel vaak een dichtheid, die
een goede 15 keer hoger ligt dan op
het platteland. Hij geeft de voor
keur aan parken, tuinen en begraaf
plaatsen. In de grote parken en ook
in de kerkhoven en dierentuinen le
vert de totale vogeldichtheid tussen
de 9 en de 16 broedparen per hec
tare. De tuinsteden en de exclusieve
woongebieden leveren wat dat be
treft tussen de 7 en de 11 broed
paren per hectare, in het stadscen
trum zijn het er slechts een stuk of
zes. Maar ook in de industriegebie
den vindt men nog 4 broedparen
per hectare. De vogeldichtheid van
de woongebieden in de grote steden
is in vergelijking met de overige
landschappen zeer hoog. Tot de
stadsvogels behoren vooral de soor
ten, die ook op het platteland na
tuurlijke rotsgebieden bewonen. De
ze soorten vestigden zich ook al het
meest in de oude steden. Het zijn
vooral: de kauw, de gierzwaluw, de
zwarte roodstaart, torenvalk en wil
de duif. Deze laatste soort stamt af
van de rotsduif, vandaar haar stads-
nelgingen. De stadsvogel bij uitstek,
de oude trouwe spreeuw, is daaren
tegen in feite een steppe-bewoner.
Hij heeft echter al vroegtijdig van
zijn natuur afgezien. Ook de merel
ls oorspronkelijk een rotsbewoner.
In de stad geeft hij echter de voor
keur aan boomrijke woongebieden.
Hierin vindt men ook vaak de groe
ne vink, de houtduif, de mees en
de zwarte lijster. In gebieden waarin
het groen ontbreekt vindt men deze
soorten wat minder vaak, terwijl ze
echter ook vaak in het stadscen
trum hun onderkomen zoeken. Men
vindt in de grote steden ook vele
vogels uit dezelfde familie, die uit
voerig met elkaar concurreren: lijs
ters, loofzangers en mussen.
l>e verstedelijking van de vogels
gaat zelfs zover, dat zij 's zomers
op het platteland vakantie houden.
Van juli tot september is de vogel
dichtheid in de steden het laagst. De
stadsvogels hebben evenals de ande
re stadsbewoners behoefte aan rust.
Hun dichtheid bedraagt in de zomer
maanden slechts een vijfde gedeelte
van hun winterdichtheid.
In de woongebieden verdwijnen na
elke zomer tweederde van de totale
vogelbevolking, in villawijken blijft
de helft van de vogels ook in die
tijd „thuis". Vooral jonge vogels
trekken er 's zomers op uit, meestal
Ir. juni. De oudere vogels gaan ge
woonlijk pas later op vakantie. Het
merendeel van de in de stad gebo
ren vogels gaat overigens al vrij
gauw ten gronde. Aan het eind van
de herfst neemt de vogeldichtheid ech
ter weer snel toe.
nög niet.Je moet die eerste
Btten. Dus vul de bon in voor
n over Backer en Rueb, over
over alles wat je - behalvehet
■ijgt aan studiepremies en bij-
ngen. Lezen o verstop 1 Vul
Vant waar wacht je nog op
De heuvel waarop mogelijk het kasteel Camelot van koning Arthur gestaan heeft is duidelijk zichtbaar. De
top, omgeven door bomen en struikgewas, hoopt men binnenkort helemaal bloot te leggen.
(Van een medewerker)
Tot de meest verbreide sagen
in West-Europa behoren die van
koning Arthur en zijn ridders van
de Tafelronde. Sagen zijn geen
spontaan ontstane verhalen, maar
een soort geestelijke erfenis. Ver
halen die eeuwenlang werden
doorverteld en steeds meer men
sen bereikten. Algemeen wordt
aangenomen dat zij een histori
sche kern bevatten. De illustere
koning Arthur, wiens heldenda
den door dichters in bijna alle
Westeuropese talen werd bezon
gen, moet rond het jaar 500 ge
leefd hebben in het zuidwesten
van Engeland. Zijn roem ver
breidde zich geleidelijk over het
continent, als een toonbeeld van
ridderlijkheid in die dagen.
Bijna 1500 jaren later is Arthur
nog niet in vergetelheid geraakt. Ar
cheologen zijn onlangs opgravingen
begonnen op de plaats, waarvan men
aanneemt da er eens het legendari
sche kasteel Camelot gestaan heeft,
waar volgens de legende Arthur en
zijn ridders na hun omzwervingen
steeds rust vonden. Daar woonde ook
Arthurs vrouw de knappe Guinevere.
Zij hopen daar eens de resten van het
koninklijke hof bloot te leggen en
overblijfselen te vinden, aan de hand
waarvan een nauwkeuriger beeld van
de oude monarch kan worden ge
schetst.
Al zullen dergelijke onderzoekingen
interessant materiaal opleveren, men
1, ontkomt niet aan de indruk dat zij
in zekere zin eigenlijk bij voorbaat
gedoemd zijn te mislukken. Van het
romantische slot zal men immers al
leen maar wat steen en puin vinden.
En van de edelmoedigheid van zijn
I bewoners nog minder. De hoofse sieer
1 en beschaving leeft uitsluitend voort
in verhalen en gedichten, die eeuwen-
I lang voor het Engelse volk gemeen-
I goed waren.
De oudst bekende roman waarin ko-
I ning Arthur optreedt en die bekend
I staat als de „Geschiedenis van de
Britse koningen" is van de hand van
Geoffrey of Monmouth.
I Hij schreef het ongeveer 700 jaar
geleden. De opzet van het boek was
de heerschappij van de Noormannen
in Engeland een historische achter-
grond te geven. Koning Arthur, aldus
de schrijver, behoorde tot hun voor-
ouders en komt in de roman naar vo-
ren als een groot militair leider, kei-
zer over een geweldig rijk, dat zich
uitstrekte over geheel Noordwest-Êuro-
pa en zelfs Rome veroverd zou heb-
B ben.
Later werden Arthur, zijn ridders en
de dames aan zijn hof, behalve in En-
B geland, ook in Nederland, Frankrijk
j| en Duitsland bezongen en werd Arthur
B een internationaal begrip. Meestal wa-
ren het liefdesgeschiedenissen waarin
B overspel gehekeld werd en hartstocht
Sen,/rote ro* sPee*de. Andere romans
J hadden als thema een religieus ideaal
B ?°?i zoeken naar de Graal, de
kelk die Christus bij het Laatste A-
Vond ma al gebruikt zou hebben. Voor
ae verwezenlijking hiervan doorstonden
B ^thur en zijn ridders de zwaarste
H ontberingen.
In de vele romans, verhalen en ge
dichten stonden zij in feite model voor
de middeleeuwse ridder. De geschrif
ten waren een soort handleiding voor
diens gedrag. Ook voor de edelvrou-
wen waren ze interessant, want in de
romans schemerde ook een verander
de visie door op de positie van de
vrouw, die immers in de hofhouding
van Arthur een belangrijke platas ver
vulde en met alle waardigheid omge
ven werd.
In de volkskunst leefde Arthur voort
als een onsterfelijke held, die na een
leven vol strijd, zwaargewond werd
overgebracht naar het mysterieuze ei
land Avalon, waar ook zijn ridders
zich verzameld hadden. Volgens de le
gende zouden zij in een holle heuvel
ingesluimerd zijn en in tijden van
rampspoed Engeland te hulp komen.
Uit het karige historische materiaal,
is af te leiden dat Arthur in feite
geen koning was, maar een soort gene
ralissimo. Hij vocht aan de zijde van
Britse koningen als de grote leider en
strateeg, vertelt ons Nennius, een his
toricus uit de Britse oudheid. Een eeuw
na Arthurs dood noemden koningen
hun zonen naar hem. Er is daarente
gen geen enkele koninklijke stamboom
waarin hij thuis te brengen is.
Hij leefde ongeveer een eeuw na het
vertrek van de laatste Romeinse le
gioenen uit Engeland. Deze eeuw had
op het continent de val van het West-
romeinse rijk te zien gegeven, cul
minerend in de verwoesting van Rome
door Germaanse en Slavische barba
ren.
Engeland zelf werd bedreigd door
Germanen uit het oosten, Pikten uit
het huidige Schotland en Ieren. De
eenheid van het land werd verscheurd
door interne strijd tussen pro-Romein
se en nationalistische groeperingen.
Deze chaotische strijd vormt de ach
tergrond van Arthurs veldslagen, waar
in hij zich opwierp als de grote ver
dediger van Brittannië tegen de Ang-
lo-Saksische overheersing.
Uit zeer beperkte bronnen maakt
Een beeld van de opgravingenGeld
gebrek stagneert de onderzoekingen.
men op, dat Arthur eens een grote
overwinning op de Anglo-Saksen heeft
behaald, die een langdurige periode
van vrede tot gevolg had en als re
actie op de onophoudelijke oorlogen
een ware verademing voor de bevol
king moet zijn geweest. Een nieuwe
oorlog zou tientallen jaren op zich heb
ben laten wachten.
De heldhaftige strijd, waarmee Ar
thur de hegemonie veroverde, moet
ergens in Zuidwest-Engeland uitgevoch
ten zijn bij het dorp Mount Badon,
een plaats die echter niet meer gelo
kaliseerd kan worden.
Hoewel Arthur op slagvelden in ge
heel Brittannië ten tonele verscheen,
töt in Zuid-Schotland toe, wordt hij
toch in het bijzonder geassocieerd met
het zuidwesten, Cornwall, Devon en
Somerset. Het is waarschijnlijk dat hij
in deze streek zijn vaste verblijfplaats
heeft gehad.
Daar hebben archeologen ook ge
zocht naar sporen van koning Arthur
en 't kasteel Camelot. Het waren mon
niken van de Glastonbury-abdij in So
merset die in 1191 de eer voor zich
opeisten, de graven van Arthur en zijn
gemalin Guinevere ontdekt te hebben.
Enkele jaren geleden hebben oud
heidkundigen in de 'ruïnes van het
klooster een grafput gevonden. Deze
komt overeen met de beschrijving van
de monniken. Het was het graf waar
naar zij in 1279 de stoffelijke resten
van het koningspaar hadden overge
bracht. Maar dit bewees niet, dat zij
het bij het rechte eind hadden. Ook
heeft men uit de beenderen niet kun
nen opmaken of deze toebehoord heb
ben aan één man en één vrouw. Uit
dit alles mag echter wel geconclu
deerd worden, dat een zekere histori
sche relatie tussen Arthur en Gladston-
bury aannemelijk is.
Andere gegevens doen recht aan de
ze conclusie. Bijna 20 kilometer ten
zuidoosten van deze plaats namelijk,
op een heuvel die in het golvende
landschap sterk domineert, stond een
oud fort, dat bekend staat als Cad-
bury Castle. De Engelse historicus John
Leiand wist in de dagen van Hendrik
de Achtste te melden hoe de mensen
in de omtrek dit fort Camelot noem
den en hoe zij vertelden, dat het dik
wijls door de beroemde koning Arthur
was bezocht. Nog een andere schrij
ver, van wie men alleen weet dat hij
uit Wales afkomstig was verwijst naar
een heuvel bij Glastonbury. Het is bij
na zeker dat de heuvel in kwestie de
zelfde is als die waarop Cadbury Castle
was gebouwd.
Aanvankelijk stonden insiders scep
tisch tegenover de stelling dat Cadbury
Castle eens het legendarische Came
lot was, omdat de versterkingen en
grachten (nog zichtbaar rond de top
van de heuvel) van een type zijn. dat
bij de Kelten bekend was. die in de
laatste eeuwen voor Christus geleefd
hebben, dus nog voor de komst van
de Romeinse legioenen in Brittannië. Dit
werd nog eens bevestigd door opgravin
gen in 1913.
Gedurende de laatste decennia ech
ter zijn archeologen op hun standpunt
terug moeten komen.
De voornaamste reden hiervan was
de ontdekking bij nieuwe opgravingen
van aardwerk, dat dateert uit 500 na
Christus. Dit wekte grote verwonde
ring, omdat aardewerk zeldzaam was
in het Brittannië van koning Arthur.
Het moest uit Oosterse landen worden
geïmporteerd en alleen de zeer rijken
konden zich de luxe ervan permitte
ren. De conclusie ligt voor de hand,
dat Cadbury Castle omstreeks vijfhon
derd na Christus bewoond werd door
een zeer vermogend vorst, juist in de
periode, dat koning Arthur zijn veld
tochten ondernam.
Deze hoopgevende ontwikkelingen
zijn voor enkele vooraanstaande En
gelse geschiedkundigen aanleiding ge
weest een stichting in het lven te roe
pen om de plaats nader te gaan ex
ploreren. In de zomer van het vorig
jaar werden in het kader hiervan de
eerste onderzoekingen verricht, die nog
een grotere hoeveelheid, aardewerkma-
teriaal aan het licht brachten*
Het is nu regds komen yast te staan,
dat de met respect „behandelde" heu
vel kan bogen op een rijke historie
en bewoond is geweest door de aller-
machtigsten van de volkeren, die Brit
tannië successievelijk eeuwenlang heb
ben overheerst: de Kelten. Romeinen
Angel-Saksen en Noormannen. Van a
deze beschavingen vindt men moei
zaam iets terug in dit eerbiedwaard)
ge stukje grond.
Leslie Alcock, die de leiding heef
bij de opgravingen, geeft de moed nie
op en hoopt dat er mogelijk tusser
de Saksische en de pre-Romeinse laa'
als het ware doodgedrukt, iets van di
wereld van koning Arthur terug te vin
den zal zijn.
Het !s aan geen twijfel onderhevin?
dat Cadbury Castle een militaire ves
ting was die ten tijde van Arthur be
zet werd door een rijk en machtig
personage. Wie zou het anders kunner
zijn dan Arthur zelf, de grote leider?
En als hij het niet was dan toch ie
mand die niet voor hem onder hoefde
te doen en heeft Cadbury Castle de
dichters alleen maar voor ogen ge
staan hij de beschrijving van Arthurs
hof.
Wegens geldgebrek is nog slechts
een miniem gedeelte van de heuvel
blootgelegd. Archeologen trachten op
dit moment voor dit werk een ruim
fonds te verkrijgen. Mochten zij hier
in slagen dan zullen een rijkdom aan
details uit het grijze verleden kunnen
worden gelicht, die het historisch va
ge portret van deze Engelse monarch
zullen verlevendigen.
Overblijfselen van een der Saksische
wallen. Men acht het niet uitgeslo
ten, dat zich daaronder resten van
Arthurs kasteel bevinden.
zult u nooit meer
rillen zijn optisch
ok uw neus niet),
riter- en krasvrij.
jlf ze in een uit-
modellen bij uw