APPE(A)L GEEFT OPENHEID OVER SEX LIESBETH LIST Peter Toch Toen Jouw Sinds Vroeger DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 APRIL 1967 1 LIEVEN Al EVE, GENERALISERENDE, VOOR TOLERANTIE ZO BEVREESDE, PASSIEF PROTESTERENDE SIJTJE, Sutfr dac.ht- dat je het tl „We hebben de ouderen niet meer nodig. We knappen het nu zelf wel op" heeft een aantal Amster damse jongeren, die voorname lijk voortkomen uit de gelederen van de NVSH. gedacht. Hun idee heeft gestalte gekregen in de St.- Pieterspoortsteeg te Amsterdam. In een sfeervolle ruimte, een ge zellig zaaltje, waarin afwisselend exposities gehouden worden, met een leestafel vol tijdschriften en ander oriëntatiemateriaal over sex, een bar, leuke tweezit-stoelen en veel muziek, is de sociëteit „Ap peal" ondergebracht. De jongeren zijn van mening, zo als ook in het eerste communiqué stond, dat de huidige samenleving geen gelegenheid biedt waar jeugd en jongeren op ongedwon gen wijze kunnen kennis maken met sexualiteit; dat de huidige maatschappij met haar taboes de sex verminkt. Daarom heeft de sociëteit, die sinds kort draait, haar deuren ver open gezet voor iedereen, ongeacht de sexuele geaardheid. Ook sexuele .min derheden zijn welkom in deze soos. Het „Appeal''-bestuur onderhoudt contacten met Dialoog, de stichting voor homofielen. In deze nieuwe so ciëteit hoeven de homofielen geen ge heim te maken van hun andere ge aardheid. Dat is zelfs voor Amster dam wel iets bijzonders. Het is een doel dat de sociëteit „Appeal" zich ge steld heeft: de misverstanden over ho mofilie uit de wereld ruimen. De scheidingslijn tussen heterofielen en homofielen weg laten vallen en in ie der geval laten vervagen. De initiatiefnemers van de socië teit zijn te werk gegaan met het en thousiasme van idealisten en een sub sidie van de NVSH. Ze zijn bijzonder ernstig. „De mensen moeten niet denken dat het hier een sex-hol is. We willen door te luisteren, te praten, te discus siëren en adviezen te geven ertoe bij dragen, dat de jeugd nieuwe menin gen kan vormen, eigen meningen, die niet ingegeven worden door de voor oordelen van de ouderen. Over een heleboel dingen, homofilie, abortus, pornografie en prostitutie bijvoor beeld. Er moet volledige openheid ge geven worden. Daar heeft de jeugd op dit moment behoefte aan. De meeste ouderen zien dat nog steeds niet in". Dit laatste feit heeft de stoot gege ven tot de oprichting van deze so ciëteit. Dertig bestuurders van „Ap peal" hebben voor de aanvang een stoomcursus gevolgd om beslagen ten ijs te komen en de jeugd goed te kun nen opvangen. Voor dat opvangen werden verschillende commissies in het leven geroepen: commissies voor programma, propaganda, expositie, onderhoud en bewaking. Ja, bewaking ook. De commissie voor bewaking houdt er toezicht op, dat er niet te veel gescharreld wordt. Want dat is werkelijk niet de bedoe ling. De opzet is dat er vrij gepraat wordt, gedronken of gedanst. Maar vooral gepraat. In de toekomst staan ook verschillende discussie-avonden, films en lezingen op het programma. De jongeren krijgen tevens gele genheid om hun kennis over sex in de de uitgebreide bibliotheek aan te vul len. Er moet ook nog een spreekuur komen van deskundigen, die feeling hebben voor de jeugd. Niet helemaal doordacht echter is het plan om aan jongeren vanaf zes tien jaar voorbehoedsmiddelen, o.a. de pil, te verschaffen. De bestuurders van de soos zijn grotendeels van me ning, dat de jongeren hierover zelf moeten beslissen, en zelf verantwoor ding moeten dragen. Op dit punt trek ken ze hun handen terug van de jeugd. De jonge bestuursleden geven zelf wel toe dat ze nog niet helemaal uit het probleem zijn. Voor er defini tief met het verstrekken van middelen gestart «wordt zal er nog een heleboel doorgepraat moeten worden. „De ouders zijn de eersten, die de jongeren moeten helpen. Als ze dat niet doen komt de jeugd naar ons toe. Als iemand vindt, dat hij of zij rijp is voor sexuele omgang kun je ze toch miet wegsturen met de woorden, dat ze nog maar een paar jaartjes moeten wachten.Ze zijn gek. Doen gaan ze het toch, met misschien hele nare consequenties. Dus waar om ze niet helpen? De ouders? Ja die zullen natuurlijk wel bezwaren heb ben. Maar het is niet onze taak om ze te vertellen dat hun zoon of doch ter voorbehoedsmiddelen gebruikt". Tot nu toe blijkt de sociëteit in een grote behoefte te voorzien. De soos-avonden worden zeer druk be zocht. De onwennigheid van de eer ste dagen is verdwenen. „De jongeren kunnen bij ons ant woord krijgen op alle vragen die ze thuis niet mogen stellen" zegt het AppeaF'-bestuur. „Het is ook heel normaal dat ze eerder naar ons ko men dan naar de NVSH. De drempel vrees is nu niet zo groot. De weg naar onze sociëteit is gemakkelijker te vinden". De „Appeal"-jongeren doen het al lemaal zelf. Ouderen worden er zo veel mogelijk buiten gelaten. „Die hebben in het verleden al te vaak gefaald" zeggen de bestuurders. Ze gaan ervan uit, dat de jongeren het best benaderd kunnen worden door jongeren. Zonder de taboes en frustra ties die hun oorsprong vinden in een verkeerde opvoeding. Het standpunt is begrijpelijk. Maar het is tevens een duidelijk voorbijzien aan de taak die de volwassenenen in deze maatschap pij wel degelijk hebben. Het is daar om niet helemaal juist om in dit ini tiatief geen ouderen, zelfs niet direct de ouderen van de NVSH, te be trekken. Ongetwijfeld zullen er in ons land heel wat ouderen zyn die, als ze 's avonds voor het kykkastje zitten niet gestoord wensen te worden en elke poging van hun opgroeiende kin deren om tot oen gesprek te komen verstoord afwijzen. Maar het is niet nodig alle volwassenen over een kam te scheren. Er zijn ook wel ouderen die graag bereid zijn tijd voor de jon ge mensen beschikbaar te stellen, en die ook het vermogen bezitten om zich in de problemen van deze jeugd in te leven. De „Appeal"-jongeren hebben gelijk als ze zeggen dat er in deze tijd een grote kloof bestaat tussen jongeren en ouderen. Maar zij heb ben er blijkbaar niet aan gedacht, dat hun ouderen-afwijzende houding deze kloof nog kan verbreden. JOSé TOIRKENS uit Bergen op Zoom is van de party als de Rolling Stones weer eens Nederland aandoen. HU was een van de negendui zend, die de „Happening" in de Haagse Houtrusthallen mee maakte. Hy heeft meegegild, ge klapt, gezweet, gekreund, ge krijst op deze beat-orgie. Hij is getrapt en gestompt zonder het te merken. Hy heeft het punt bereikt dat beat-extase heet. En het drong niet eens meer tot hem door waarom hy er eigen lijk stond. werd hy weer iets eerder mens dan de duizenden anderen. Dat was toen hy tot de ontdekking kwam dat hij byna een op de grond liggend meisje met zyn zwaaiende benen vermorzelde. Als hy het nu in „nuchtere' toestand vertelt klinkt het hem zelf al weer onbelangryk in de ogen. Maar toen schrok hy. Hy zag de dranghekken, de potige ordebewaarders, de vyf jongens, wier enige opzet was het pu bliek zo wild mogelijk te ma ken. hoefde het voor hem niet meer. De Stones hebben in Europa 'n merkwaardig visitekaartje ach tergelaten: door politieknup- pels blauw geslagen jongeren, duizenden voor de stook gereed gemaakte stoelen, flauwgevallen en vertrapte meisjes. Datzelfde is in Nederland niet voorge vallen. Tenminste niet in die mate. Manager Paul Acket kon na afloop trots de pers te woord staan. Hy had het tienervee rustig gehouden. Wat nog nie mand gelukte was hem wel ge lukt. Het is ook niet zo moeilyk om vee kalm te houden, Paul. Vooral niet als je dranghekken gebruikt. I methode was in dit geval waar- schynlyk een van de weinige doeltreffende, maar ze heeft me wel aan het denken gezet. Ik moet toegeven dat in de eerste plaats de intenties van de Sto nes my niet liggen. Hun enige doel was de jeugd tot een ver nielende hysterie op te hitsen, niet om fyne muziek te bren gen. Zowel hun houding als jouw antwoord hierop, Paul, zyn echter typerend voor de manier waarop de jeugd van vandaag benaderd wordt: als een groep die zich alles aan laat leunen; die het gemakelijkst te beïnvloeden is. reclamejongens, fabrikanten, managers de jeugd van rond de twintig ontdekt hebben, wordt op alle mogelyke manieren na gegaan hoe zy deze belangryke groep potentiële afnemers vast aan zich kunnen ketenen. En wy laten alles maar over ons heen gaan. We hebben er geen erg in dat ons enthousiasme kunstmatig wordt opgepept. Dat de vervoering by een beatcon- cert afhankelijk is van de sterkte van de loadspeaker. Dat wy in advertenties vaak wor den aangesproken in een raar taaltje, dat ons de indruk geeft enerzyds onmondige kinderen te zyn, en anderzyds een machtige groep waarvan voor een fabri kant of impressario het succes van zyn zaken kan afhangen. was tieners" de benaming van een bepaalde leeftijdsgroep. Te genwoordig is het de naam voor een nieuw soort stamboek-koop vee. God heeft de mensen ge schapen. De buslness-mensen de tieners. Laat er nu eindelijk eens iemand komen die ons weer ons gevoel van menselijke eigenwaarde teruggeeft. SIJTJE Bijna drie jaar staat zij nu in Nederland op het toneel. In die nog korte periode heeft zij zich van een nietszeggend en onbeduidend zangeresje weten op te werken tot een van de meest gevraagde en meest aanbeden Nederlandse chansonnières. Zij, Liesbeth List, het meisje dat 25 jaar geleden in een klein plaatsje bij Bandoeng in het voormalig Nederlands Indië werd geboren, is nu een ster. Wanneer zij het podium opkomt en begint te zingen, is het doodstil in de zaal. Het publiek kan niets anders doen dan geboeid luisteren en kijken. Toch is Liesbeth List niet wat men doorgaans voor een „schoonheid" houdt. Zij is niet echt knap. Maar zij heeft iets. Iets ondefinieerbaars dat aanspreekt en waardoor zij op het eerste gezicht volkomen ongenaakbaar lijkt. Vanuit een stoel in de zaal gezien lijkt Liesbeth List een artieste, ver verheven boven iedereen en alles. Wanneer men een gesprek met haar heeft blijkt het echter een jonge vrouw te zijn, die weet wat zij wil. Die een eigen visie op haar vak heeft en die bovendien een persoonlijkheid is. Sterailures zijn haar vreemd. Liesbeth List is gewoon. Zij praat gewoon en denkt gewoon. „U bent nu bijna drie jaar als zangeres in Nederland en in het buitenland werkzaam. Bevalt het u of bent u al van plan er binnen afzienbare tijd mee op te houden?" „Ik zal net zo lang met zingen doorgaan als mogelijk is. Het werk dat ik nu doe is geweldig. Het is enorm afwisselend en dat spreekt mij bijzonder aan. Ik beschouw het ook niet als een echt vak. Het is een soort hobby, die geen beroep is. Een vak dat geen vak is. Als je een kantoorbaan hebt heb je een echte job. Dat is vervelend. Dit niet. Dit is iets dat blijft boeien". „U treedt altijd op in witte kleren. Is daar een speciale reden voor aan te voeren?" „Ja. De witte jurken die ik draag zijn een onderdeel van mijn „imago". Ik ben van mening dat je niet met allerlei prachtige gewaden op het toneel moet komen. Je hebt van die zangeressen die bij ieder lied een andere jurk aantrekken. Ik geloof dat door die afwisseling de aandacht veel te veel op de zangeres gericht wordt en dat men dan minder op het lied gaat letten En daar gaat het tenslotte toch op de eerste plaats om. Ik heb nu toevallig wit als mijn kleur gekozen, omdat er zoveel mensen in het zwart optreden." „Vindt u dat een zangeres zich moet kleden naar de eisen van de heersende mode?" „Natuurlijk moet je er voor zorgen dat je in jurken optreedt die aardig zijn en die niet in een vroeger tijdperk thuishoren. Neem nu bijvoorbeeld de mini-mode eens. Dat is geweldig. Die moet je gewoon dragen. Het moet je natuurlijk wel staan, hé," Gelooft u dat u zelf mini-mode kunt dragen „Ja, dat vindt ik van wel." „Momenteel werkt u al geruime tijd samen met Ramses Shaffy. Hoe u ertoe gekomen bent met hem te gaan werken is bekend, maar hoe bevalt het werken met Ramses eigenlijk „Heerlijk. Ik zou niets liever willen dan verder mijn hele leven met hem samen op het toneel staan. Er bestaat tussen ons een geweldige harmonie. Ik weet niet hoe dat komt. Waarschijnlijk is hierop ook van invloed dat dat Ramses mij eigenlijk heeft gemaakt. Als hij bij het toneel was gebleven, was ik er nooit ingekomen. Hij heeft mij geholpen. Zonder hem zou ik niet goed weten welke kant ik op moet. De gedachte dat er ooit eên dag zal komen dat die heerlijke samenwerking niet meer zal kunnen bestaan, bezorgt mij rillingen. Dat zal een vreselijke dag zijn." /,Toch komt dat moment eens. Weet u al wat u dan zult gaan doen?" „Eigenlijk nog niet. Misschien zou ik wat kunnen gaan filmen. Dat zou ik bijzonder leuk vinden. Ik heb een rol gekregen in de film „To crab the ring" van Nicölai van der Heyde, die in juni zal worden uitgebracht. Dat is me bijzonder goed bevallen. Het was wel erg vermoeiend omdat je tijdens de opnamen altijd zolang moet wachten, maar he. is interessant. Als ik van het toneel af kom, na een avond gezongen te hebben, ben ik nog vermoeider, maar dat komt omdat je dan met mensen te maken hebt, die je moet bespelen. Bij de film is dat contact niet zo direct en het vergt dus eigenlijk minder van je." „Geeft het geen moeilijkheden om in een film te spelen als je geen achtergrond hebt als toneelspeler of als je geen opleiding hetb gehad op dat speciale gebied?" „Volgens mij hoef je als filmacteur niet te weten wat acteren is. Ik bedoel, je hebt geen ondergrond nodig. De regisseur moet in staat zijn zijn gevoélens zo te kunnen overbrengen dat je aanvoelt wat hij wil. Dat kun j£ niet leren.v Dat is een kwestie van Jezelf helemaal geven. Jezelf totaal 'openstellen voor wat de regisseur zegt, denkt en bedoelt. Nicolai van der Heyde kon dat. Hij wist mij te bespelen. Frans Weiss zou dat ook kunnen. Hij is ook zo'n man, die weet wat hij wil en die dat kan overbrengen. Overigens zal ik nooit een rol aannemen die mij niet aanstaat. Als ze me nog eens vragen voor een film, zal ik eerst zelf het scenario willen lezen. Naar aanleiding daarvan zal ik dan bepalen of ik het doe of niet." t,U bent op verschillende manieren in de publiciteit geweest. Een daarvan is het feit dat u dikwijls het etiket „dochter van de vuurtorenwachter van Vlieland" op uw voorhoofd geplakt heeft gekregen. Vindt u dat vervelend of heeft het u niets gedaan?" „Ach, journalisten zijn mensen die erop uit zijn op een of andere manier iets geks te verzinnen bij iemand. Bij mij hadden ze dit gevonden. Ik heb het niet vervelend gevonden. Het is een gratis reclamebordje geweest. Niemand wilde het aanvankelijk geloven. Toen echter bleek dat het wel waar was, vond men het interessant. Ik heb er alleen maar voordeel van gehad." „Ook op een andere wijze bent u de laatste tijd enorm bij het publiek bekend geworden. Ik bedoel de rel die is ontstaan naar aanleiding van hetgeen Jan Cremer over u en Cees Nooteboom heeft geschreven. Hoe hebt u dat aangevoeld?" vWij, Cees en ik, hebben nooit begrepen waarom Jan Cremer die roddelpraatjes over ons verkocht heeft. Wij hebben samen met hem een cruise naar Amerika gemaakt, hij heeft ons huis in Amsterdam regelmatig bezocht en wij hebben altijd de indruk gehad dat Jan een schuchtere jongen was. Dat geloven we nu ook nog. Hij is eigenlijk zo zacht als een poes. Hij zal niemand opzettelijk kwaad doen. Toch heeft die jongen iets onbegrijpelijks, maar dan in de letterlijke zin van het woord: hij is niet te begrijpen. Hij is anders. Wij zijn bang dat Jan zo extreem is dat als er een hand naar hem wordt uitgestoken hij in staat zou zijn om meteen te beginnen met slaan, zonder dat hij weet wat er eigenlijk gaat gebeuren." „17 bent nog niet getrouwd?" „Nee." Bent u van plan met Cees Nooteboom te gaan trouwen of met iemand anders „Dat is iets waarop ik geen antwoord zal geven. Het huwelijk of alles wat daar wel of niet mee te maken heeft, als u mij begrijpt, acht ik zuiver privé". „Momenteel wordt er door iedereen gegist naar uw gedragingen op dat gebied. Dat werkt roddel in de hand. Gelooft u niet dat het beter is daaraan een einde te maken door precies te zeggen hoe alles in elkaar zit?" „Dat is een zuivere privé-zaak. Dat zal ik altijd voor mezelf houden. Ik geloof niet dat het publiek daar iets mee te maken heeft en ik wil dan ook niet dat het op een of andere wijze aan hen wordt doorgegeven. HANS VAN REUSEN RINGO STARR, die evenals de andere Beatles op het ogenblik alle publiciteit mijdt, heeft zonder enige ophef doen weten, dat hij voor de tweede maal vader wordt Zijn vrouw Maureen verwacht de baby in augustus. „Wij hebben het vijf maanden geheim gehouden", vertelde hij een verslaggever. Rinigo en Maureen hebben reeds een anderhalf jaar oude zoon, die Zak heet. Zyn geboorte op het hoogtepunt van de Beatlemanie was een internationale ge beurtenis. „Het maakt voor ons niets uit of het een jongen dan wel een meisje wordt", zei de 27 jaar oude drummer. „Maar het zou leuk zijn als het ditmaal een meisje werd". Het moge mij als door jou met „al die ouderen" op één hoop gegooide oude jongeman vergund zijn te rea geren op wat je in je praatpaaltje naai* voren brengt over verdraag zaamheid en protest. Je merkt wel. dat tolerantie al is veranderd in ver draagzaamheid. Dat is opzet, want van verdraagzaamheid naar naasten liefde is maar een heel klein stapje. Ik aarzel om het woord te gebruiken, want naastenliefde zal voor jullie tvel „uit" zijn, maar het moet dan toch maar. Ik wil in dit verband twee voor beelden aanhalen, werkelijk gebeurde geschiedenissen, gelezen in krantebe- richten. Het eerste gaat over een ongehuw de moeder in Frankrijk. Althans, dat was ze bijna geweest. Want het is, zo als jullie denk ik zouden zeggen „goed afgelopen". Tegen dat haar tijd was gekomen ging ze te voet naar het zie kenhuis, samen met een vriendin. Maar ze had het verkeerd getimed: de baby werd geboren op straat. Haar vriendin belde wanhopig aan alle deuren, maar niemand nam haar se rieus en die het wel deden, zeiden niet met de rotzooi van een ander op geknapt te willen worden. Jammer, dat de moeder wanhopig werd: het pasgeboren kind gooide ze in een oven. Het tweede gaat over een driejarig meisje in Engeland. Ze leefde bij haar gescheiden moeder, die aan toevallen leed. Op een zaterdag is het mens er aan bezweken. Het dochtertje begreep het aUemaal niet: ze dacht, dat haar moeder sliep. Na vier dagen kwam eindelijk een buurvrouw eens kijken: ze yond het erg stil, de laatste dagen. Het kind was bij haar moeder onder de dekens gekropen, omdat ze het zo koud had. Ze had voor zich zelf en haar moeder gezorgd; ze had „eten" klaar gemaakt: suiker, poederkoffie en boter. Ze had ook een paar kopjes voor haar moeder klaar gemaakt. Die stonden nog op het nachtkastje. Waar halen jullie, jongeren, in godsnaam de treurige moed vandaan om in een wereld, waar dit mogelijk is, je afzijdig te houden met de op merking, dat protesteren tegen bur gerlijkheid, honger, atoombom, le ger, oorlog, Vietnam bij jullie horen. Wat is dat voor vrijblijvend en tot niets verplichtend geleuter en gewan- del? Protesteer tegen een wereld, waarin dingen mogelijk zijn, waarvan hier twee voorbeelden zijn gegeven en er zijn er honderden meer, in je on middellijke omgeving, die misschien niet zo „spectaculair" zijn (wel even schrijnend). Protesteer van mijn part tegen ons ouderen, die een dergelijke wereld hebben laten ontstaan. Maar protesteer dan ook tegen jezelf, die deze wereld zo laten voortbestaan. Roep in plaats van „Johnson, moor denaar ook eens „Ik, rottige egoïst" en hou dan verder je mond en doe er wat aan. Maak maar waar, dat wii volwassenen het verkeerd hebben ge daan door het goed te doen. Maar als deed door alleen te protesteren, dan zit je er goed naast. Laten we maar hopen, dat jullie heel veel meer tole rantie kunnen opbrengen dan wii Dan is er nog een beetje hoop.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 23