rkershulp A. HERMANS: l„Het zit gewoon in de lucht" ZIT „MUZIEK" IN PICASSO „THUIS SCIENCE FICTION DUITSE POëZIE NOBELE WERKEN GROUPE DES SIK NEUZEN TOEKOMST? IWBOUW itraat 6-8 „DRIJVENDE" STAD IN VEERSE MEER EEN OP ZOOM S-, HEREN- EN RKLED1NG AIR KOSTUUMS obielbedrijf DE BEULE ..Hoofd kan los van romp 1 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 APRIL 1967 mmmm i VAN BI AIQHiTECTIIflt .ultalehtttrr»» ctt wtaurmi lifttorin aiji&nsic'alt jio ningen ,p«.rkerea tovanEansicht balkon galarij woning - afgaecharmd# speel plaats eanlsgstelgar"" geleden heb ik dit plan al uitgewerkt voor nog te bouwen stedenplannen. En het gaat gebeuren (Helmond, A- mersfoort, Asten) De tafel ligt inmiddels vol foto's, plannen (opgebouwd uit Legosteen tjes) van torenhoge terras woningen rond tegengestelde spira altrappen („ontdekt in een waterput in Italië). Loshangende woningen boven elkaar, waarbij het dak van de onderbuur man de tuin is voor de bovenbewo ner. Etcetera, etcetera. Er komt maar één gedachte bij ons op: Jam mer dat zoveel vruchtbare en uit voerbare ideeën van Hermans te veel onder de korenmaat blijven. Er zou enorm veel mee te doen zijn om ons land leefbaar te houden of be ter: te maken. Dat is niet alleen eén kwestie van geld, maar óók van gezonde fantasie. nog even d'it: Ben bezig met een studieproject over de luchtmachtstrategie. Binnenkort ver schijnt deze in de American Avia tion Historical Society Journal. Weet u wel dat de Amerikaanse mission 48 in 1943 in Rotterdam evenveel slachtoffers heeft gemaakt als het Duitse meibombardement van '40. Daar is nog nooit iets gepubliceerd- over deze „vergissing". Dat gebeurt nu. Voor het goede begrip: Ik ben pro-Amerikaans". Mijn oog valt nog even op een: serie politieke prenten. „Die"tekende ik indertijd voor De Maasbode".- Bijschrift: Hermans is een rap vak man en bekwaam stijltekenaar als een Bantzirrger en Doeve. H.Ë. de Moderne Architectuur. Meer een naslagwerk dam het Mozaïek (een leesboek). Het blijkt een uitstekende informatiebron voor allen, die be lang stellen in de ontwikkelingen der architectuur gedurende de laatste eeuw. Het voordeel van deze beide deeltjes is dat ze een schat aan ge-- gevems bevatten, die voor alle geïn teresseerden leesbaar zijn, omd&t men niet is vervallen in een be paald vakjargon. Het is zakelijk ge houden, maar bevat toch zeer boeiende uiteenzettingen. Dertig auteurs uit 16 landen en drie we relddelen hebben bijdragen geleverd voor deze eerste encyclopedie van de moderne architectuur die ooit werd samengesteld, die op naam staat van Gerd Hatje. Het is een vertaling uit het Duits. De oorspron kelijke titel is Knaurs Lexicon der Modernen Architektur. Voor velen zal het begrip „Knaurs. voldoen de garantie zijn voor de degelijkheid van opzet en inhoud. Wolfgang Pehnt schreef een duidelijke inlei ding, die een algemene conceptie geeft, waardoor de volgende gede tailleerde begrippen en namen een décor krijgen. Stijlen, scholen, mate rialen, architecten etc. worden voor een goede oriëntatie voldoende be handeld. Natuurlijk zal men er het een en ander in missen, maar dat moet dan waarschijnlijk meer toege schreven worden aan persoonlijke voorkeuren dan aan eem ontbreken van de grote lijn. Honderden foto's maken deze encyclopedie mede tot een beknopt persoonlijk archjefje. H.E. .AN met of zonderfgarage, zonder garage f 39.500. AAN 2 onder een kap^ ™5o'- erencle goederen, hypul^'k - plichting tonen wij u onze col tenderen wij u op onze onv ;n prima passende goed zitten door het soepfeJ* .nenwerk en de met zor ■erking. kleermakerswerk. k_ leringen worden door ons »ratis verricht. t 'tvoor iets apa TeI- 01140'3179blijvend W- nen u gaarne vryWU mee bezig. De ideeën, die ik verder heb over het bouwen met panelen en verplaatsbare wanden in huis zijn verder niet nieuw. Maar ik sta er achter." OVER mijn Bandstadidee hebt u al eens geschreven. Bouwen in de lengterichting i.p.v. in cirkels. De wijken aan weerszijden van de wijk moeten een loopbaar bereik houden met de liniaire verbinding. Het is ruimtebesparend en het transport systeem wordt functioneler. Maar bestuurlijk schijnt dit voorlopig niet haalbaar, zolang allerlei gemeente besturen met elkaar aan het touw trekken zijn. Het welvaartsplan van de P.P.D. met zijn olievlekontwik keling lijkt er ook niet op. G.S. zouden een dergelijk streekplan moe ten maken en dit voorschrijven. Bij dat ruimtebesparend effect hoort ook mijn plan voor verzonken woon wijken. Pjatiowoningen, waarvan het dak (bedekt met groen) op gelijke hoogte ligt met het landschap. Te keningen laten zien hoe fascinerend en mogelijk! dit is. „Misschien komt het ervan als we nog zuiniger worden op ons landschap Weer een plan: „Verkeerswielen". Het is geïnspireerd op het menselijk bloed vatenstelsel. Mijn vader was chirurg misschien had dit Invloed. Het is een eenrichtingscirculatie, waarbij alle kruispunten vermeden worden, zon der gebruik te maken van tunnels d. Deze vloeiende verkeersvorm werd onlangs door de pers gepubliceerd op naam van ir. Goudappel. „Kan best met hem opschieten, maar drie jaar gij hét verschijnen van deel 1 van Sesams Mozaïek der Muziekge schiedenis wezen we reeds op de aan trekkelijkheid van deze uitgave. Nu is deel 2 verschenen. Otto Glastra van Loon vertelt daarin op dezelfde instructieve, maar vooral anekdoti sche wijze verder. Dit deeltje bevat een hoogtepunt uit onze muziekge schiedenis; n.l. de periode van 1630- 1759. Dat betekent namen en begrip pen als: cantate, opera, oratorium, Monteverdi, Frescobaldi, Schutz, concert, ballet, Lully, Lullisten, vi oolcomponisten, Purcell, Corelli, Couperin, Pergólesi, symfonie, Vi valdi, castraten, Bach, Scarlatti en Handel. Het boekje leest vlot en is aantrekkelijk geïllustreerd. Het is bovendien wel eens prettig niet al leen te lezen over Bachs Mattheus, maar_ ook over zijn salaris of over de minder verkwikkelijke geschiede nis der castraten e.d. Een mozaïek met vele kleuren, „valse" en echte. Aanbevolen. Een andere encyclopedie ln poc ketformaat over schone vormgevin gen is Elseviers Encyclopedie van Den niet in Amsterdam, geweest om met de schare „kerkgan gers" in de Stedelijke Muzentempel een knieval te maken voor groot meester Picasso. Het was een heel bescheiden ontmoeting met Picasso op een zolder. Die van De Beyerd in Breda. Deze is wat opgeknapt en de dertig grafische werken van Pi casso hangen er tot 16 mei in een heerlijke omgeving. De tentoonstel ling, die tot stand kwam in samen werking met de galeries Krikhaar, Amsterdam en Berggruem, Parijs, lijkt me een heel wat verademender toestand dan in Amsterdam. Boven dien hangt er over het algemeen werk, dat de meesten wel kunnen begapen. Een serene Sculpteur te nant une coupe; prachtige'doorwerk te L'étreintes; een vrij „naturalisti sche Béthsab" etc. Er zijn litho's, lino's en etsen. Ze zijn bovendien te koop. Het duurste is Deux femmes accroupies (F 2750), het goedkoopste blad F 750. Maar er zijn ook litho's van Mourlöt (reprodukties gemaakt naar vroege- collages. Het was rond 1912 dat Picasso zich in d.eze vor men verdiepte om daarmee spoedig over het analytisch kubisme heen te groeien). Deze zijn voor F 250 ver krijgbaar. Opvallend was voor ons „Le clown" uit 1964. Het Harlekijn motief hield Picasso reeds in zijn blauwe periode bezig. Bij deze vier- enzesti-ger moest ik denken aan Jung, die het harlekijnmotief bij P ziet als een van zijn archetypen in het collectieve onderbewustzijn. Er zou nog veel meer te zeggen zijn over deze fraaie collectie. Omdat het binnen dit bestek onmogelijk is kunnen we alleen nog aanraden: Ga er heen. Amsterdam is misschien te ver weg. H.E. 7 en uitstekende doorsnede van zijn grafisch werk -- houtsneden en penseeltekeningen geeft de ex positie van de Duitse, zo nu en dan te Stoppeldijk verblijvende kunste naar Hellmut Lotliar Günther in ga lerie J. te Terneuzen. Dat werk is te rangschikken onder de nabloei van het Duitse expressionisme, of mis schien hoort het ook thuis bij een zeker revival van het expressionis me. Een feit is in ieder geval dat Günther zijn expressionistisch instru ment op een volkomen persoonlijke toon heeft weten af te stemmen Zijn vormen en lijnen zijn mindei hard, zijn zwart-wit tegenstellingen minder scherp dan die van de grote meesters. Het is vooral de mens die Günther telkens opnieuw inspireert Zo ziet men hier bladen met man nen, meisjes en vrouwen in wier re latie onderling of tot elkaar naar het raadsel van het leven gepeild wordt. Of bladen met enkele figuren zoals dat met het meisje dat achterover- W als een diagonaal door het vlak m het gebaar van de eeuwige drang naar bevruchting en vi uchtbaarheid. Ondanks de for- iek f/6 vaste, technisch knappe hand, die dit werk uiterlijk kenmerken Is het aan de „binnenzit de vol verfijnde poëzie; in hun fi- fahfi Z1!V1J du™Üls Polyinterpre tabel en dat onderstreept hun waar de en betekenis eens te meer. Deze expositie die tot 10 mei a s bezoekers bhJft' verdient veel WILLEM ENZINCK FYe Nobelaer in Etten exposeert schilderijen, tekeningen, goua ches, grafiek en beeldhouwwerk. In een prettige omgeving hangen een vijftigtal werken van zes kunste naars. Toen wij er waren was de be langstelling behoorlijk. Er werd ver kocht (met 25 procent rijkssubsidie). Menig voorwerp zal een sieraad zijn in huiskamer of gebouw. De prijzen liggen tussen de 65 en 4500 gulden. Een soort kunstmarkt méér dan expositie van uiteenlopende kun stenaars. Men krijgt een klein beet je de indruk, dat men het tè goed heeft willen doen. Dat men kunste naars naar Etten „gesleurd" heeft, die men toevallig te pakken kon krij gen. Och voorlopig zal men er daar geen indigestie aan over houden; ho- penlijk wel met gelijkmatige dose ringen volhouden goede kunstvoor werpen in De Nobelaer te tonen; en meer.... Lambert Simon trof ons per soonlijk het meest met Abrahams Offer; Hans van Zummeren met Het Koppel en Mens. Netty Dietvorst slaat er geen slecht figuur tussen de anderen. Drijfwerk en plastieken van Fons Bemelmans met wisselen de waarde. Verrukkelijke „stripver halen", als zout-etsen, over het Evangelie van Mattheus door Ar thur van der Pols en tenslotte gips modellen van Arie Teeuwesen, waar van verschillenden in een andere schaalverhouding het als bronzen wel zullen doen. Een goede, maar wat geforceerde, expositie, die een bezoek waard is. Dat kan nog gedu rende dit weekend. H.E. pEN aangename verrassing vier „klassieke" namen, die menigeen zullen afstoten, zo lichtvoetig op één plaat bij elkaar te vinden. De naam van Erik Satie, de ironicus in de muziek rond de eeuwwisseling, springt eruit. Als geestelijke vader van de Franse Groupe des Six heeft hij veel nivloed gehad. Een van zijn be langrijkste werken „Parade" (1917) ballet op een thema van Jean Coc- teau was in die tijd een stuk provocerende muziek door o.m. het gebruik van een claxon, schrijfma chine en revolver. Behalve dat is het een stuk verrukkelijke muziek, dat een heel circus niet alleen hoor baar, maar ook voelbaar maakt. Het zit vol grapjes, verpakt in een rijke klankenharmonie. Ook Darius Mil- haud sloot zich aan bij Les Six. Zijn ballet (Cocteau) „Le boeuf sur le toit" werd door hemzelf als „ci- néma-symphonie" gekenschetst. Zij indrukken van bezoek aan Zuid-Ame- rika heeft hij in de muziek uitge drukt door de ritmen van de Haba nera, Cakwalk, de tango en de sam ba oorspronkelijk te verwerken. Het werkje, dat de vorm van een rondo heeft, is geestig versierd met „dis sonanten" (verminderde octaven; dubbelgrepen). De geschiedenis van dit ballet speelt zich af in een bar. De muziek is er een tastbaar decor van. Hij steekt in uitbundigheid en genialiteit uit boven de anderen. Dat zijn dan bovendien nog Jean Fran cais met een wat meer gemani- reerd concertino in g dur voor pia no en orkest en George Auric de jongste van Les Six —met een ou verture, die ook niet gespeend is van humor, maar van een oppervlakkiger soort. Het Londens Symfonie Orkest o.l.v. Antal Dorati en Claude Fran cais achter de piano speelt de werk jes met het juiste gevoel voor de joyeuse inhoud. Behalve tijdsdocu ment is deze plaat een heerlijke brok muziek zonder zwaarwichtige preten ties. Zelfs zij, die niet zo gebrand zijn op „klassiek" zullen er veel ple zier aan beleven. (Philips 838 434 LY) IS enz. in de prijs vam |[JAS NAAR KEUZE uur en 1—6 uur Austin 1800 Balanza: f 12.225,- i met vioelstofverlng, voorwie?- aandrijving, en inclusief verwarmfaj) en ruitesproelere over hebben. Maar u wilt eolc bben. Paradoxaal? Sinds de Austin et meer. Dank zij de beproefde dwars voorin voorwielaandrij- tofvering wielen op de uitersts genlengte beschikbaar voor lang forti f 79 KAPELLEBREG N - TEL. 01140—2097 MCIALE HENSTEN in Zeeland rats te Vlissingen, alsmede tden aan boord der sche- irden een i (poetser) In 1946, op zeventienjarige leeftijd, zat ik in Rotterdam op een dak in de zon- Plotseling kwam er een beeld in mün geest van een groot gebouw met lange gangen vol nissen waarin hersenen van „overleden" mensen, verpakt in kunsthoofden. De vraag kwam toen bij me op of het in de toe komst mogelijk zou zijn hersenen na de dood te laten voortleven door kunstmatige bloedsomloop. Door mid del van een apparatuur zouden dan de gedachten in deze hersenen kun nen worden „vertaald". Kontakt tus sen „doden" onderling en met nabe staanden zou dan mogelijk zijn. Met dit tekeningetje is toen door mij met deze gedachte een loopje genomen. Dat was in 1946 In december 1966 twintig jaar later trof mij het onderstaand kranteberlcht: i (Wl B0NX. 3-9 8»ï. hl ihn mseeUsk (maaselijk) "las van ïwt UrttAii» I* latoii •üfewr ets» apptoWl 4e teak ve» tef is.te.as» «ver te late» «state». Dit heeft sla Émtfor '«safest#*' IfifcMKft ||i(P ytsftereft® va» MïUa&ü» op eeö .«y« m ®4s»»y«tï> j&mt Welllicht is het echter nog te vroeg om in onze steden reeds jau plaatsen te reserveren voor derge lijke hersengebouwen. Aldus de heer Hermans. litend schriftelijk te rich- -teur van de voornoemde idrikweg 10 te Vlissingen. asivwi nmmt o Fje Trapkes te Breda heeJBb deze Keer weer een expositie, die de moeite van het zien dubbel en dwars waard is. Gouaches van Maliang- kay. De kunstenaar is niet de eerste üe beste. Hij hoorde dit jaar bij de selectie Jonge Nederlandse Kunste naars (onder 30 jaar), waarvan een expositie door het land trekt. Hij is docent aan de academie voor beel dende kunsten in Rotterdam. Vooral de science fiction boeit hem, hetgeen doorwerkt in zijn produkten. De gou aches in De Trapkes hebben vooral de mens als onderwerp. Overheer send grijs, met rode en blauwe ac centen, vatten de mens in zijn vech tende hulpeloosheid in deze wereld. Het lijnenspel maakt een bijna gra fische indruk. Fraai werk, waarvan hierbij afgedrukt: „Zwemmend over de grenslijn". H.E. Suraau voor St«d«bowArch* A.J.A.Hermans. Breda, augustus '65 TEDEIjtEEN praat tegenwoordig A over leefbaarheid. Maar nieuwe ideeën krijgen nog weinig kans. We bouwen nog als tweeduizend jaar ge leden. Er is te veel wantrouwen en men redeneert: Wat goed is, is niet spectaculair en wat spectaculair is is niet goed. Inderdaad, je hebt een grote verantwoordelijkheid als je iets nieuws doet. Je bent werkzaam voor mensen, die moeten wonen en niet omdat je het zelf zo leuk vindt- Je kunt de mens niet als proefkonijn ge bruiken, maar in Nederland moeten ze overal zeker van zijn. Het gevaar lijke is natuurlijk dat het bewijs pas te lever.en is als er gebouwd is. Maar ik geloof in mijn eigen werk en dan is de rest mij geen zorg; zelfs niet mijn eigen naam. Je werkt niet voor je naam, maar het liefst als anonieme medewerker aan een wereld in wording. LIET is begonnen op de academie 1 1 in Rotterdam-. Ik werd kunst schilder. Een paar jaar Parijs. Dat hoorde er zo bij. „Wie zijn (knappe) schilderijen uit die tijd ziet, kan zich voorstellen dat stedebouwer ir. De Ranitz tegen hem zei: „Man je werk is stedebouwkundig. Het toont verwantschap met Corneille. Land schappen in het platte vlak. Een te rug naar de natuur van bovenaf. Schilderkunstige cartografie. Her mans: „Ik zat kaarten te maken. Kan dit niet drie-dimensionaal? dacht ik. Ja, dat betekende eigenlijk vooraf aan beginnen. De plastische uitdruk kingen, die ik beheerste vroegen een nieuwe technische kennis erbij. Was ook niet meer tevreden met zo'n dingetje aan de wand". Ze hangen nog boven *zijn hoofd, die „dinge tjes". Uitgebalanceerde plastische vor men, die als het ware de alfa en de bèta der expressievormen samen voegen. Tussendoor tekende en foto grafeerde hij nog dat het een lieve lust was. Bemoeide zich met grafi sche technieken. De plakboeken ver tellen van de talloze eerste prijzen, die hij behaalde. Binnenkort komt er een boek uit met zijn „grafische" foto's, zodat iedereen zich kan over tuigen, dat het raak geschoten en knappe prenten zijn. LIET is begrijpelijk dat Hermans 1 1 langs deze weg uitgroeide tot een oorspronkelijk stedebouwkundi- ge. Toch is hij huiverig voor felle uitspraken, die ook maar "de indruk zouden wekken, dat hij de wijs heid in pacht heeft. Zijn „uitspra ken" (tekenkundig) op papier liegen er echter niet om. Omgezet in en kele woorden komt er bijvoorbeeld dit: „We bouwen alles in een saaie gelijkvo2-migheid. Je ziet het verschil tussen stad en land niet meer; dor pen bouwen flats. Contrast moet weer duidelijk worden. Onze nieuwe wij ken zijn geen stad, geen dorp. Ne derlanders zijn bang voor de stad. Stedelijke cultuur hebben we niet. Groenstrookjes langs de huizen her- - inneren aan het landschap, maar hebben geen functie. Wil sculpturen (a la Bloc), waarin we KUNNEN wonen Ik wil mezelf niet op de borst slaan. Als Bakema de stad van de toekomst (Pampus) niet ont worpen had, zou een ander het ge daan hebben. Het zit gewoon in de lucht. Zo zie ik plotseling ideeën, die ik jaren geleden al verkondigd ^eb ineens als nieuws in de krant. Kan me niet schelen. Het is toch niet meer te houden. De idee- en over nieuwe woonvormen breken op den duur toch door, al wordt er op dit moment nog veel verknoeid en te vast gelegd voor de naaste toekomst. We moeten een keuze doen uit zijn ideeën. Ze liggen opgesta peld. HfIJN idee Bandstdasplan (van Helmond tot Bergen op Zoom) heeft hij doorgetrokken tot IN het Veerse Meer. Deze „waterstad" be staat uit een serie kuipen, onder ling verbonden door bruggen en met de oeverweg (zie tekening). De kui pen staan op poten, maar het is mogelijk na verloop van tijd bijvoor beeld tot een hergroepering over te gaan. Op deze „booreilanden" (zo zien ze eruit) worden woningen op pijlers gebouwd, zodat het verkeer er onderdoor kan en groenaanleg mogelijk wordt. Ook zijn er aanleg steigers gepland, ideaal voor de wa tersport. „Nee, dit plan is nog nooit gepubliceerd. Mijn ontwerp is uit au gustus '65. En zie: juni '66 zag ik in uw krant een berichtje: De Britse architect Clark Slater heeft plannen opgesteld om een. stad voor 20.000 mensen op stelten -in zee te bouwen voor de kust van Durham, Noordoost- Engeland. Dit plan lag toen al een jaar op mijn werktafel, kant en klaar. Heb Verolme gepolst. Die zag nog te veel moeilijkhèden in verband met de metaallegeringen van de kui pen. De Nederlandse Dok- en Scheeps- bouwmij. voelde er meer voor. Waar om ik het niet gepubliceerd heb en die Engelsman wel? Och, vergeten. ER IS werk genoeg. Hermans ver leent stedebouwkundige adviezen aan o.a. Bakel, Stiphout, Aarle-Rix- tel, Boxtel, St.-Michielsgestel en As ten. „Het ellendige is dat we nog niet aan het kwalitatieve bouwen toe zijn." Ideeën genoeg. „Voor huizen in Bavel had ik hobby-boxen ge pland. Onmiddellijke ractie van b. en w.: Waar is dat te zien, dan kunnen we er een excursie heen houden. Antwoord: Dat is nog ner gens te zien. Conclusie: is te raden. Dan mijn plan: Wegen over de achtererven. Gooi de wegen langs de achterkant van de huizen (die moe ten dan wèl twee gave kanten heb ben). Alleen om bij de woningen te komen. De situaties zijn nu: gevel - groenstrook]e - trottoir - straat. De groenstroken hebben geen juiste func tie op deze wijze, dienen alleen voor schaalvergroting, bovendien staan de wagens er dan nog voor. Wanneer d« wegen achterlangs lopen (inclusief garages) krijgt het groen, met voet paden, aan de voorzijde een meer landschappelijk effect. Maar ja, de woning verliest dan aan statusgevoel (en dat wil hier wat zeggen): je komt aan de achterzijde binnen. In Hoogeveen is dit systeem nu even wel toegepast. Het zit trouwens in de lucht. In Zweden is men er ook ontwerp voor "drl.jvnds" woonasnheflsn onderzoek blad 35 We wefen allemaal dat slechts een zeer klein gedeelte van het pu bliek werkelijk gevoelig is voor kunst. De meeste mensen zien de taak van bijvoorbeeld de kunstschilder beperkt tot het vervaardi gen van al of niet acceptabele „wandversieringen". Dat hij met zijn werk, direct en indirect, grote invloed kan uitoefenen op de vormen, waaruit onze samenleving is opgebouwd, ontgaat de meesten. Maar ik vind het gevaarlijk daarover te spreken", zegt stedenbouwkundige kunstschilder-graficus-fotograaf-schrijver A. Hermans (47) („toevallig woon ik in Breda"), want men denkt zo gauw; de man wil in het nieuws; de man wil opdrachten. Desondanks komt hij af en toe toch in het nieuws. Voor ons ligt b.v. een Zweeds tijdschrift met een publicatie^Van zijn bekende idee „Verkeerswielen". Desondanks oefent hij, zowel direct als indirect, invloed uit op de vormgeving van ons toekomstige woonklimaat. Zijn ideeën zijn niet zo utopistisch als ze eruit zien. Het kan allemaal. Zelfs zijn ontwerpen voor drijvende wooneenheden in het Veerse Meer; een konsequent doorgetrokken gedachte van zijn ontwerp Bandstad Bra bant. Het kan allemaal, omdat we bij Hermans nog iets proeven van een Homo Universalis; een uitzondering in deze doorgespecialiseerde wereld.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 15