rkershulp
A. HERMANS:
l„Het zit gewoon
in de lucht"
ZIT „MUZIEK" IN
PICASSO „THUIS
SCIENCE FICTION
DUITSE POëZIE
NOBELE WERKEN
GROUPE DES SIK
NEUZEN
TOEKOMST?
IWBOUW
itraat 6-8
„DRIJVENDE" STAD IN VEERSE MEER
EEN OP ZOOM
S-, HEREN- EN
RKLED1NG
AIR KOSTUUMS
obielbedrijf
DE BEULE
..Hoofd kan los
van romp 1
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 APRIL 1967
mmmm i
VAN BI
AIQHiTECTIIflt
.ultalehtttrr»» ctt wtaurmi
lifttorin
aiji&nsic'alt
jio ningen
,p«.rkerea
tovanEansicht
balkon
galarij
woning -
afgaecharmd# speel
plaats
eanlsgstelgar""
geleden heb ik dit plan al uitgewerkt
voor nog te bouwen stedenplannen.
En het gaat gebeuren (Helmond, A-
mersfoort, Asten)
De tafel ligt inmiddels vol foto's,
plannen (opgebouwd uit Legosteen
tjes) van torenhoge terras woningen
rond tegengestelde spira altrappen
(„ontdekt in een waterput in Italië).
Loshangende woningen boven elkaar,
waarbij het dak van de onderbuur
man de tuin is voor de bovenbewo
ner. Etcetera, etcetera. Er komt
maar één gedachte bij ons op: Jam
mer dat zoveel vruchtbare en uit
voerbare ideeën van Hermans te veel
onder de korenmaat blijven. Er zou
enorm veel mee te doen zijn om
ons land leefbaar te houden of be
ter: te maken. Dat is niet alleen
eén kwestie van geld, maar óók van
gezonde fantasie.
nog even d'it: Ben bezig
met een studieproject over de
luchtmachtstrategie. Binnenkort ver
schijnt deze in de American Avia
tion Historical Society Journal. Weet
u wel dat de Amerikaanse mission
48 in 1943 in Rotterdam evenveel
slachtoffers heeft gemaakt als het
Duitse meibombardement van '40.
Daar is nog nooit iets gepubliceerd-
over deze „vergissing". Dat gebeurt
nu. Voor het goede begrip: Ik ben
pro-Amerikaans".
Mijn oog valt nog even op een:
serie politieke prenten. „Die"tekende
ik indertijd voor De Maasbode".-
Bijschrift: Hermans is een rap vak
man en bekwaam stijltekenaar als
een Bantzirrger en Doeve. H.Ë.
de Moderne Architectuur. Meer een
naslagwerk dam het Mozaïek (een
leesboek). Het blijkt een uitstekende
informatiebron voor allen, die be
lang stellen in de ontwikkelingen der
architectuur gedurende de laatste
eeuw. Het voordeel van deze beide
deeltjes is dat ze een schat aan ge--
gevems bevatten, die voor alle geïn
teresseerden leesbaar zijn, omd&t
men niet is vervallen in een be
paald vakjargon. Het is zakelijk ge
houden, maar bevat toch zeer
boeiende uiteenzettingen. Dertig
auteurs uit 16 landen en drie we
relddelen hebben bijdragen geleverd
voor deze eerste encyclopedie van
de moderne architectuur die ooit
werd samengesteld, die op naam
staat van Gerd Hatje. Het is een
vertaling uit het Duits. De oorspron
kelijke titel is Knaurs Lexicon der
Modernen Architektur. Voor velen
zal het begrip „Knaurs. voldoen
de garantie zijn voor de degelijkheid
van opzet en inhoud. Wolfgang
Pehnt schreef een duidelijke inlei
ding, die een algemene conceptie
geeft, waardoor de volgende gede
tailleerde begrippen en namen een
décor krijgen. Stijlen, scholen, mate
rialen, architecten etc. worden voor
een goede oriëntatie voldoende be
handeld. Natuurlijk zal men er het
een en ander in missen, maar dat
moet dan waarschijnlijk meer toege
schreven worden aan persoonlijke
voorkeuren dan aan eem ontbreken
van de grote lijn. Honderden foto's
maken deze encyclopedie mede tot
een beknopt persoonlijk archjefje.
H.E.
.AN met of zonderfgarage,
zonder garage f 39.500.
AAN 2 onder een kap^ ™5o'-
erencle goederen, hypul^'k -
plichting tonen wij u onze col
tenderen wij u op onze onv
;n prima passende
goed zitten door het soepfeJ*
.nenwerk en de met zor
■erking.
kleermakerswerk. k_
leringen worden door ons
»ratis verricht.
t 'tvoor iets apa
TeI- 01140'3179blijvend W-
nen u gaarne vryWU
mee bezig. De ideeën, die ik verder
heb over het bouwen met panelen
en verplaatsbare wanden in huis zijn
verder niet nieuw. Maar ik sta er
achter."
OVER mijn Bandstadidee hebt u
al eens geschreven. Bouwen in
de lengterichting i.p.v. in cirkels. De
wijken aan weerszijden van de wijk
moeten een loopbaar bereik houden
met de liniaire verbinding. Het is
ruimtebesparend en het transport
systeem wordt functioneler. Maar
bestuurlijk schijnt dit voorlopig niet
haalbaar, zolang allerlei gemeente
besturen met elkaar aan het touw
trekken zijn. Het welvaartsplan van
de P.P.D. met zijn olievlekontwik
keling lijkt er ook niet op. G.S.
zouden een dergelijk streekplan moe
ten maken en dit voorschrijven.
Bij dat ruimtebesparend effect hoort
ook mijn plan voor verzonken woon
wijken. Pjatiowoningen, waarvan het
dak (bedekt met groen) op gelijke
hoogte ligt met het landschap. Te
keningen laten zien hoe fascinerend
en mogelijk! dit is. „Misschien
komt het ervan als we nog zuiniger
worden op ons landschap Weer
een plan: „Verkeerswielen". Het is
geïnspireerd op het menselijk bloed
vatenstelsel. Mijn vader was chirurg
misschien had dit Invloed. Het is een
eenrichtingscirculatie, waarbij alle
kruispunten vermeden worden, zon
der gebruik te maken van tunnels
d. Deze vloeiende verkeersvorm werd
onlangs door de pers gepubliceerd op
naam van ir. Goudappel. „Kan best
met hem opschieten, maar drie jaar
gij hét verschijnen van deel 1 van
Sesams Mozaïek der Muziekge
schiedenis wezen we reeds op de aan
trekkelijkheid van deze uitgave. Nu
is deel 2 verschenen. Otto Glastra
van Loon vertelt daarin op dezelfde
instructieve, maar vooral anekdoti
sche wijze verder. Dit deeltje bevat
een hoogtepunt uit onze muziekge
schiedenis; n.l. de periode van 1630-
1759. Dat betekent namen en begrip
pen als: cantate, opera, oratorium,
Monteverdi, Frescobaldi, Schutz,
concert, ballet, Lully, Lullisten, vi
oolcomponisten, Purcell, Corelli,
Couperin, Pergólesi, symfonie, Vi
valdi, castraten, Bach, Scarlatti en
Handel. Het boekje leest vlot en is
aantrekkelijk geïllustreerd. Het is
bovendien wel eens prettig niet al
leen te lezen over Bachs Mattheus,
maar_ ook over zijn salaris of over
de minder verkwikkelijke geschiede
nis der castraten e.d. Een mozaïek
met vele kleuren, „valse" en echte.
Aanbevolen.
Een andere encyclopedie ln poc
ketformaat over schone vormgevin
gen is Elseviers Encyclopedie van
Den niet in Amsterdam, geweest
om met de schare „kerkgan
gers" in de Stedelijke Muzentempel
een knieval te maken voor groot
meester Picasso. Het was een heel
bescheiden ontmoeting met Picasso
op een zolder. Die van De Beyerd
in Breda. Deze is wat opgeknapt en
de dertig grafische werken van Pi
casso hangen er tot 16 mei in een
heerlijke omgeving. De tentoonstel
ling, die tot stand kwam in samen
werking met de galeries Krikhaar,
Amsterdam en Berggruem, Parijs,
lijkt me een heel wat verademender
toestand dan in Amsterdam. Boven
dien hangt er over het algemeen
werk, dat de meesten wel kunnen
begapen. Een serene Sculpteur te
nant une coupe; prachtige'doorwerk
te L'étreintes; een vrij „naturalisti
sche Béthsab" etc. Er zijn litho's,
lino's en etsen. Ze zijn bovendien te
koop. Het duurste is Deux femmes
accroupies (F 2750), het goedkoopste
blad F 750. Maar er zijn ook litho's
van Mourlöt (reprodukties gemaakt
naar vroege- collages. Het was rond
1912 dat Picasso zich in d.eze vor
men verdiepte om daarmee spoedig
over het analytisch kubisme heen te
groeien). Deze zijn voor F 250 ver
krijgbaar. Opvallend was voor ons
„Le clown" uit 1964. Het Harlekijn
motief hield Picasso reeds in zijn
blauwe periode bezig. Bij deze vier-
enzesti-ger moest ik denken aan
Jung, die het harlekijnmotief bij P
ziet als een van zijn archetypen in
het collectieve onderbewustzijn. Er
zou nog veel meer te zeggen zijn
over deze fraaie collectie. Omdat
het binnen dit bestek onmogelijk is
kunnen we alleen nog aanraden: Ga
er heen. Amsterdam is misschien te
ver weg.
H.E.
7 en uitstekende doorsnede van
zijn grafisch werk -- houtsneden
en penseeltekeningen geeft de ex
positie van de Duitse, zo nu en dan
te Stoppeldijk verblijvende kunste
naar Hellmut Lotliar Günther in ga
lerie J. te Terneuzen. Dat werk is te
rangschikken onder de nabloei van
het Duitse expressionisme, of mis
schien hoort het ook thuis bij een
zeker revival van het expressionis
me. Een feit is in ieder geval dat
Günther zijn expressionistisch instru
ment op een volkomen persoonlijke
toon heeft weten af te stemmen
Zijn vormen en lijnen zijn mindei
hard, zijn zwart-wit tegenstellingen
minder scherp dan die van de grote
meesters. Het is vooral de mens die
Günther telkens opnieuw inspireert
Zo ziet men hier bladen met man
nen, meisjes en vrouwen in wier re
latie onderling of tot elkaar naar het
raadsel van het leven gepeild wordt.
Of bladen met enkele figuren zoals
dat met het meisje dat achterover-
W als een diagonaal
door het vlak m het gebaar van
de eeuwige drang naar bevruchting
en vi uchtbaarheid. Ondanks de for-
iek f/6 vaste, technisch
knappe hand, die dit werk uiterlijk
kenmerken Is het aan de „binnenzit
de vol verfijnde poëzie; in hun fi-
fahfi Z1!V1J du™Üls Polyinterpre
tabel en dat onderstreept hun waar
de en betekenis eens te meer.
Deze expositie die tot 10 mei a s
bezoekers bhJft' verdient veel
WILLEM ENZINCK
FYe Nobelaer in Etten exposeert
schilderijen, tekeningen, goua
ches, grafiek en beeldhouwwerk. In
een prettige omgeving hangen een
vijftigtal werken van zes kunste
naars. Toen wij er waren was de be
langstelling behoorlijk. Er werd ver
kocht (met 25 procent rijkssubsidie).
Menig voorwerp zal een sieraad zijn
in huiskamer of gebouw. De prijzen
liggen tussen de 65 en 4500 gulden.
Een soort kunstmarkt méér dan
expositie van uiteenlopende kun
stenaars. Men krijgt een klein beet
je de indruk, dat men het tè goed
heeft willen doen. Dat men kunste
naars naar Etten „gesleurd" heeft,
die men toevallig te pakken kon krij
gen. Och voorlopig zal men er daar
geen indigestie aan over houden; ho-
penlijk wel met gelijkmatige dose
ringen volhouden goede kunstvoor
werpen in De Nobelaer te tonen; en
meer.... Lambert Simon trof ons per
soonlijk het meest met Abrahams
Offer; Hans van Zummeren met Het
Koppel en Mens. Netty Dietvorst
slaat er geen slecht figuur tussen de
anderen. Drijfwerk en plastieken
van Fons Bemelmans met wisselen
de waarde. Verrukkelijke „stripver
halen", als zout-etsen, over het
Evangelie van Mattheus door Ar
thur van der Pols en tenslotte gips
modellen van Arie Teeuwesen, waar
van verschillenden in een andere
schaalverhouding het als bronzen
wel zullen doen. Een goede, maar
wat geforceerde, expositie, die een
bezoek waard is. Dat kan nog gedu
rende dit weekend.
H.E.
pEN aangename verrassing vier
„klassieke" namen, die menigeen
zullen afstoten, zo lichtvoetig op één
plaat bij elkaar te vinden. De naam
van Erik Satie, de ironicus in de
muziek rond de eeuwwisseling, springt
eruit. Als geestelijke vader van de
Franse Groupe des Six heeft hij
veel nivloed gehad. Een van zijn be
langrijkste werken „Parade" (1917)
ballet op een thema van Jean Coc-
teau was in die tijd een stuk
provocerende muziek door o.m. het
gebruik van een claxon, schrijfma
chine en revolver. Behalve dat is
het een stuk verrukkelijke muziek,
dat een heel circus niet alleen hoor
baar, maar ook voelbaar maakt. Het
zit vol grapjes, verpakt in een rijke
klankenharmonie. Ook Darius Mil-
haud sloot zich aan bij Les Six.
Zijn ballet (Cocteau) „Le boeuf sur
le toit" werd door hemzelf als „ci-
néma-symphonie" gekenschetst. Zij
indrukken van bezoek aan Zuid-Ame-
rika heeft hij in de muziek uitge
drukt door de ritmen van de Haba
nera, Cakwalk, de tango en de sam
ba oorspronkelijk te verwerken. Het
werkje, dat de vorm van een rondo
heeft, is geestig versierd met „dis
sonanten" (verminderde octaven;
dubbelgrepen). De geschiedenis van
dit ballet speelt zich af in een bar.
De muziek is er een tastbaar decor
van. Hij steekt in uitbundigheid en
genialiteit uit boven de anderen. Dat
zijn dan bovendien nog Jean Fran
cais met een wat meer gemani-
reerd concertino in g dur voor pia
no en orkest en George Auric de
jongste van Les Six —met een ou
verture, die ook niet gespeend is van
humor, maar van een oppervlakkiger
soort. Het Londens Symfonie Orkest
o.l.v. Antal Dorati en Claude Fran
cais achter de piano speelt de werk
jes met het juiste gevoel voor de
joyeuse inhoud. Behalve tijdsdocu
ment is deze plaat een heerlijke brok
muziek zonder zwaarwichtige preten
ties. Zelfs zij, die niet zo gebrand
zijn op „klassiek" zullen er veel ple
zier aan beleven. (Philips 838 434 LY)
IS
enz. in de prijs vam
|[JAS NAAR KEUZE
uur
en 1—6 uur
Austin 1800 Balanza:
f 12.225,- i
met vioelstofverlng, voorwie?-
aandrijving, en inclusief verwarmfaj)
en ruitesproelere
over hebben. Maar u wilt eolc
bben. Paradoxaal? Sinds de Austin
et meer. Dank zij de beproefde
dwars voorin voorwielaandrij-
tofvering wielen op de uitersts
genlengte beschikbaar voor lang
forti
f 79 KAPELLEBREG
N - TEL. 01140—2097
MCIALE
HENSTEN in Zeeland
rats te Vlissingen, alsmede
tden aan boord der sche-
irden een i
(poetser)
In 1946, op zeventienjarige leeftijd,
zat ik in Rotterdam op een dak in
de zon- Plotseling kwam er een beeld
in mün geest van een groot gebouw
met lange gangen vol nissen waarin
hersenen van „overleden" mensen,
verpakt in kunsthoofden. De vraag
kwam toen bij me op of het in de toe
komst mogelijk zou zijn hersenen
na de dood te laten voortleven door
kunstmatige bloedsomloop. Door mid
del van een apparatuur zouden dan
de gedachten in deze hersenen kun
nen worden „vertaald". Kontakt tus
sen „doden" onderling en met nabe
staanden zou dan mogelijk zijn. Met
dit tekeningetje is toen door mij met
deze gedachte een loopje genomen.
Dat was in 1946 In december 1966
twintig jaar later trof mij het
onderstaand kranteberlcht:
i (Wl
B0NX. 3-9 8ȕ. hl
ihn mseeUsk (maaselijk)
"las van ïwt UrttAii» I* latoii
•üfewr ets» apptoWl 4e teak ve» tef
is.te.as» «ver te late» «state».
Dit heeft sla Émtfor
'«safest#*' IfifcMKft ||i(P
ytsftereft® va» MïUa&ü» op eeö
.«y« m ®4s»»y«tï> j&mt
Welllicht is het echter nog te
vroeg om in onze steden reeds jau
plaatsen te reserveren voor derge
lijke hersengebouwen. Aldus de heer
Hermans.
litend schriftelijk te rich-
-teur van de voornoemde
idrikweg 10 te Vlissingen.
asivwi
nmmt
o
Fje Trapkes te Breda heeJBb deze
Keer weer een expositie, die de
moeite van het zien dubbel en dwars
waard is. Gouaches van Maliang-
kay. De kunstenaar is niet de eerste
üe beste. Hij hoorde dit jaar bij de
selectie Jonge Nederlandse Kunste
naars (onder 30 jaar), waarvan een
expositie door het land trekt. Hij is
docent aan de academie voor beel
dende kunsten in Rotterdam. Vooral
de science fiction boeit hem, hetgeen
doorwerkt in zijn produkten. De gou
aches in De Trapkes hebben vooral
de mens als onderwerp. Overheer
send grijs, met rode en blauwe ac
centen, vatten de mens in zijn vech
tende hulpeloosheid in deze wereld.
Het lijnenspel maakt een bijna gra
fische indruk. Fraai werk, waarvan
hierbij afgedrukt: „Zwemmend over
de grenslijn".
H.E.
Suraau voor St«d«bowArch*
A.J.A.Hermans. Breda,
augustus '65
TEDEIjtEEN praat tegenwoordig
A over leefbaarheid. Maar nieuwe
ideeën krijgen nog weinig kans. We
bouwen nog als tweeduizend jaar ge
leden. Er is te veel wantrouwen en
men redeneert: Wat goed is, is niet
spectaculair en wat spectaculair is
is niet goed. Inderdaad, je hebt een
grote verantwoordelijkheid als je iets
nieuws doet. Je bent werkzaam voor
mensen, die moeten wonen en niet
omdat je het zelf zo leuk vindt- Je
kunt de mens niet als proefkonijn ge
bruiken, maar in Nederland moeten
ze overal zeker van zijn. Het gevaar
lijke is natuurlijk dat het bewijs pas
te lever.en is als er gebouwd is.
Maar ik geloof in mijn eigen werk
en dan is de rest mij geen zorg;
zelfs niet mijn eigen naam. Je werkt
niet voor je naam, maar het liefst
als anonieme medewerker aan een
wereld in wording.
LIET is begonnen op de academie
1 1 in Rotterdam-. Ik werd kunst
schilder. Een paar jaar Parijs. Dat
hoorde er zo bij. „Wie zijn (knappe)
schilderijen uit die tijd ziet, kan
zich voorstellen dat stedebouwer ir.
De Ranitz tegen hem zei: „Man je
werk is stedebouwkundig. Het toont
verwantschap met Corneille. Land
schappen in het platte vlak. Een te
rug naar de natuur van bovenaf.
Schilderkunstige cartografie. Her
mans: „Ik zat kaarten te maken.
Kan dit niet drie-dimensionaal? dacht
ik. Ja, dat betekende eigenlijk vooraf
aan beginnen. De plastische uitdruk
kingen, die ik beheerste vroegen een
nieuwe technische kennis erbij. Was
ook niet meer tevreden met zo'n
dingetje aan de wand". Ze hangen
nog boven *zijn hoofd, die „dinge
tjes". Uitgebalanceerde plastische vor
men, die als het ware de alfa en
de bèta der expressievormen samen
voegen. Tussendoor tekende en foto
grafeerde hij nog dat het een lieve
lust was. Bemoeide zich met grafi
sche technieken. De plakboeken ver
tellen van de talloze eerste prijzen,
die hij behaalde. Binnenkort komt er
een boek uit met zijn „grafische"
foto's, zodat iedereen zich kan over
tuigen, dat het raak geschoten en
knappe prenten zijn.
LIET is begrijpelijk dat Hermans
1 1 langs deze weg uitgroeide tot
een oorspronkelijk stedebouwkundi-
ge. Toch is hij huiverig voor felle
uitspraken, die ook maar "de indruk
zouden wekken, dat hij de wijs
heid in pacht heeft. Zijn „uitspra
ken" (tekenkundig) op papier liegen
er echter niet om. Omgezet in en
kele woorden komt er bijvoorbeeld
dit: „We bouwen alles in een saaie
gelijkvo2-migheid. Je ziet het verschil
tussen stad en land niet meer; dor
pen bouwen flats. Contrast moet weer
duidelijk worden. Onze nieuwe wij
ken zijn geen stad, geen dorp. Ne
derlanders zijn bang voor de stad.
Stedelijke cultuur hebben we niet.
Groenstrookjes langs de huizen her- -
inneren aan het landschap, maar
hebben geen functie. Wil sculpturen
(a la Bloc), waarin we KUNNEN
wonen Ik wil mezelf niet op de
borst slaan. Als Bakema de stad
van de toekomst (Pampus) niet ont
worpen had, zou een ander het ge
daan hebben. Het zit gewoon in de
lucht. Zo zie ik plotseling ideeën,
die ik jaren geleden al verkondigd
^eb ineens als nieuws in de
krant. Kan me niet schelen. Het is
toch niet meer te houden. De idee-
en over nieuwe woonvormen breken
op den duur toch door, al wordt er
op dit moment nog veel verknoeid
en te vast gelegd voor de naaste
toekomst. We moeten een keuze doen
uit zijn ideeën. Ze liggen opgesta
peld.
HfIJN idee Bandstdasplan (van
Helmond tot Bergen op Zoom)
heeft hij doorgetrokken tot IN het
Veerse Meer. Deze „waterstad" be
staat uit een serie kuipen, onder
ling verbonden door bruggen en met
de oeverweg (zie tekening). De kui
pen staan op poten, maar het is
mogelijk na verloop van tijd bijvoor
beeld tot een hergroepering over te
gaan. Op deze „booreilanden" (zo
zien ze eruit) worden woningen op
pijlers gebouwd, zodat het verkeer
er onderdoor kan en groenaanleg
mogelijk wordt. Ook zijn er aanleg
steigers gepland, ideaal voor de wa
tersport. „Nee, dit plan is nog nooit
gepubliceerd. Mijn ontwerp is uit au
gustus '65. En zie: juni '66 zag ik in
uw krant een berichtje: De Britse
architect Clark Slater heeft plannen
opgesteld om een. stad voor 20.000
mensen op stelten -in zee te bouwen
voor de kust van Durham, Noordoost-
Engeland. Dit plan lag toen al een
jaar op mijn werktafel, kant en
klaar. Heb Verolme gepolst. Die zag
nog te veel moeilijkhèden in verband
met de metaallegeringen van de kui
pen. De Nederlandse Dok- en Scheeps-
bouwmij. voelde er meer voor. Waar
om ik het niet gepubliceerd heb en
die Engelsman wel? Och, vergeten.
ER IS werk genoeg. Hermans ver
leent stedebouwkundige adviezen
aan o.a. Bakel, Stiphout, Aarle-Rix-
tel, Boxtel, St.-Michielsgestel en As
ten. „Het ellendige is dat we nog
niet aan het kwalitatieve bouwen toe
zijn." Ideeën genoeg. „Voor huizen
in Bavel had ik hobby-boxen ge
pland. Onmiddellijke ractie van b.
en w.: Waar is dat te zien, dan
kunnen we er een excursie heen
houden. Antwoord: Dat is nog ner
gens te zien. Conclusie: is te raden.
Dan mijn plan: Wegen over de
achtererven. Gooi de wegen langs de
achterkant van de huizen (die moe
ten dan wèl twee gave kanten heb
ben). Alleen om bij de woningen te
komen. De situaties zijn nu: gevel -
groenstrook]e - trottoir - straat. De
groenstroken hebben geen juiste func
tie op deze wijze, dienen alleen voor
schaalvergroting, bovendien staan de
wagens er dan nog voor. Wanneer d«
wegen achterlangs lopen (inclusief
garages) krijgt het groen, met voet
paden, aan de voorzijde een meer
landschappelijk effect. Maar ja, de
woning verliest dan aan statusgevoel
(en dat wil hier wat zeggen): je
komt aan de achterzijde binnen. In
Hoogeveen is dit systeem nu even
wel toegepast. Het zit trouwens in
de lucht. In Zweden is men er ook
ontwerp voor "drl.jvnds" woonasnheflsn
onderzoek
blad 35
We wefen allemaal dat slechts een zeer klein gedeelte van het pu
bliek werkelijk gevoelig is voor kunst. De meeste mensen zien de
taak van bijvoorbeeld de kunstschilder beperkt tot het vervaardi
gen van al of niet acceptabele „wandversieringen". Dat hij met zijn
werk, direct en indirect, grote invloed kan uitoefenen op de vormen,
waaruit onze samenleving is opgebouwd, ontgaat de meesten. Maar ik
vind het gevaarlijk daarover te spreken", zegt stedenbouwkundige
kunstschilder-graficus-fotograaf-schrijver A. Hermans (47) („toevallig woon
ik in Breda"), want men denkt zo gauw; de man wil in het nieuws; de
man wil opdrachten. Desondanks komt hij af en toe toch in het nieuws.
Voor ons ligt b.v. een Zweeds tijdschrift met een publicatie^Van zijn
bekende idee „Verkeerswielen". Desondanks oefent hij, zowel direct als
indirect, invloed uit op de vormgeving van ons toekomstige woonklimaat.
Zijn ideeën zijn niet zo utopistisch als ze eruit zien. Het kan allemaal.
Zelfs zijn ontwerpen voor drijvende wooneenheden in het Veerse Meer;
een konsequent doorgetrokken gedachte van zijn ontwerp Bandstad Bra
bant. Het kan allemaal, omdat we bij Hermans nog iets proeven van een
Homo Universalis; een uitzondering in deze doorgespecialiseerde wereld.