Hoofdzaak
is dat man
en vrouw
het eens zijn
Extra lief voor
communisten
GEKNIPT
5.-
COMMENTAAR
MANN
Nieuwe aanpak nodig
Meer inzicht is meer zeggenschap
INSTITUUT VOOR HUWELIJK EN GEZIN WIL DE ZAKEN REËEL ZIEN
L l
DR. CORN. VERHOEVEN
DESKUNDIG EN PROGRESSIEF
14
13
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 13 APRIL 1967
15
GE
Ivoor
OOSTERHOUT
KIESINGER LONKT NAAR ULBRICHT
DUBBELZINNIG
CONCESSIES
Huwelijksvisie
Geen uitspraak
„GEZINSPLANNING
NIET PAS ALS JE
MET RUG TEGEN
DE MUUR STAAT"
Kiekeboe
Advies
Grondhouding
Noodzakelijk
N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENI PEILINGENPEJLJNGENIM£EjyNGIe|| PE'HNGEN PEIUNGEN
EILINGENI PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN..PEILINGEN.PALINGEN PEILINGENI PEILINGEN
;EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN rfclLINOfcN rfcjUNi»tnii
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILLINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
iste badstof,
Jacquardpa-
naat: 50 x 100.
uit fraaie pas-
3 vóór
Het bericht, dat de sluiting van de mijnen in Limburg in versneld tem
po wordt voortgezet, klinkt verontrustender dan het is. In feite is
het goed nieuws. De versnelde sanering van de mijnindustrie is na
melijk mogelijk geworden doordat de opvang van af te voeren mijnwer
kers veel vlotter verloopt dan was voorzien. Zoals de zaken er nu bijstaan
zal de sluiting van de kolenmijnen in Limburg geen noodsituatie doen ont
staan. Een zeer belangrijk deel van degenen, die in de mijnindustrie
gewerkt hebben, kan elders in Limburg emplooi vinden, zij het en het
blijft onplezierig tegen een lager loon, dan in de mijnen werd verdiend.
In Twente is de situatie op dit moment veel minder rooskleurig. Het
aantal werklozen stijgt er met de dag. Insiders beweren, dat dit nog slechts
een begin is en dat vooral in de textielindustrie nog veel ontslagen zullen
volgen. Wij hebben op illusies gebouwd, klaagt men nu in Twente.
Limburg en nu ook weer Twente bewijzen, dat er iets mis is met de zorg
voor de werkgelegenheid in Nederland. Als de regering werkelijk de vin
ger aan de pols had gehouden, zou zij niet overrompeld kunnen zijn door
de bedrijfssluitingen en massale ontslagen in die contreien. De regering
heeft dus gefaald, maar moest zij niet falen?
Naar onze mening wij hebben dit herhaaldelijk betoogd is de be
waking van de werkgelegenheid een kwestie, die veel beter regionaal
geregeld kan worden. Regionale raden voor de werkgelegenheid zullen
veel eerder dan „Den Haag" ongewenste ontwikkelingen voorzien. Uit de
bevindingen van de regionale raden kan dan via een overkoepelende lan
delijke raad een nationaal plan voor de werkgelegenheid ontwikkeld
worden.
Na het NKV heeft nu ook het CNV zich voor deze regionale aanpak uitge
sproken. Het wordt de hoogste tijd, dat er nu ook iets gaat gebeuren. Het
huidige werkgelegenheidsbeleid beperkt zich in feite tof de hulpverle
ning aan noodgebieden. Er wordt onvoldoende aandacht geschonken aan
gebieden als Zuid- en West-Nederland, die ook nationaal-economisch ge
zien een maximale bijdrage voor een goede werkgelegenheidsontwikkeling
kunnen geven.
Nederland is het dichtst bevolkte land ter wereld. Dit feit en onze (on
danks gezinsplanning) nog steeds onstuimige bevolkingsgroei verplichten
tot een nieuwe aanpak van de werkgelegenheidsproblematiek.
ff\ rij Nederland" van deze week gewaagt van veelvuldig wordende
\f verhalen over de wijze, waarop werknemers, die vaak een leven
Y aan een bedrijf hebben gegeven, gewoon door hun bazen zijn
„bedonderd" Vóór alles moet er nu, roept „Vrij Nederland" een hervor
ming van de onderneming tot stand komen. Als de werknemers meer in
zicht en zeggenschap hebben in de onderneming kunnen hun belangen
zo is de redenering' veel beter beschermd worden.
Op zichzelf is deze redenering juist. De vraag is: moet de medezeggen
schap via juridische constructies van bovenaf worden opgelegd? En zal
zij dan functioneren? Naar onze fmening wordt het entwoord op deze vra
gen uiteindelijk bepaald door de kwaliteit van de vakbeweging, door de
bekwaamheid dus van het kader en door de mate, waarin de werkzaam
heden zijn georganiseerd. Er ligt een aanwijsbaar verband, tussen het feit
dat er in Limburg zozeer op de belangen van de werknemers wordt gelet
en de omstandigheid, dat het mijnpersoneel, ook de beambten, voor het
grootste deel is georganiseerd.
Een goede ondernemer is een keihard onderhandelaar. Zo'n man is
echter bereid anders zou hij geen goed leider zijn naar anderen te
luisteren. De anderen moeten dan echter wel wat te zeggen hebben. Op
het ogenblik is het zo, vrezen wij, dat de vakbeweging nog onvoldoende
te zeggen heeft omdat te veel van het (lagere) kader te weinig eigen in
breng heeft.
De vakbeweging kent dit probleem ook zelf wel. De oplossing ervan zal
vergemakkelijkt worden naarmate meer werknemers zich emanciperen
Medezegenschap berust op macht en kennis.
(Van een onzer redacteuren)
DrEDA „Hoofdzaak is, dat man en vrouw het samen eens zijn". Dat
is een zinnetje dat je bij blijft uit een gesprek met pater drs J. M.
Roof, directeur van het Instituut voor Huwelijk en Gezin in het bisdom
Breda. Hef blijft je bij, zo'n zinnetje, omdat het op bijna iedere willekeu
rige plaats in het betoog van pater Roof zou kunnen worden ingepast.
Het gesprek ging over zijn instituut, nu ruim anderhalf jaar oud. Hoewel
het actief genoeg is, timmert het niet bepaald aan de weg. Maar van de
andere kant kan men toch ook niet zeggen, dat het zijn licht onder de
korenmaat houdt. De kritiek die het inmiddels te verduren heeft gehad
is daar een bewijs voor.
Pater Roof wist dat hij aan een delicate taak begon, toen hij in 1965 zijn
baan ais aardrijkskundeleraar in Goes opgaf en naar Breda kwam om er de
leiding van „Huwelijk en Gezin" op zich te nemen. Hij deed het op verzoek
van de bisschop van Breda, mgr. De Vet. Voor zijn congregatie, de paters
van de H.H. Harten in Bavel, was deze vorm van apostolaat niet nieuw. In
diocesaan verband was er wel van een noviteit sprake, hoewel het aposto
laat voor huwelijk en gezin al eerder onderwerp was van een diocesane
studiecommissie en ook het Stedelijk Pastoraal Comité had zich al langer
over de pastorale zorg voor huwelijk en gezin beraden.
(Van onze redactie buitenland)
JJe Westduitse regering van bondskanselier Kurt Kiesinger is een nieuwe
politieke koers ingeslagen, die kan worden samengevat als „extra lief zijn
voor de communische meesters van de 17 miljoen Duitsers ten oosten van de
Elbe". Men zal moeten afwachten, of deze politiek op korte termijn belang
rijke resultaten zal opleveren. De nieuwe Westduitse regeringscoalitie van
5 Christen-Democraten en Socialisten koestert niet meer liefde voor de Oostduit-
se leider Walter Ulbricht dan haar voorgangers. Zijn Leninbaardje, zijn stali-
J nistische politiek en zijn verantwoordelijkheid voor de Berlijnse muur hebben
hem al lang gemaakt tot de man die de Westduitse politici met liefde haten.
Waarom een nieuwe politieke koers?
De regering van Kiesinger heeft begre
pen, dat de hereniging van Duitsland
onmogelijk te verkrijgen is via een
„harde politiek" ten opzichte van de
Oostbloklanden. Duitsland wil voor
goed af van de irrealiteiten, die de kou-1
de oorlog geschapen heeft en die ach
teraf bezien een sta-in de-weg zijn ge
weest voor een normaal diplomatiek
contact met de landen achter het ijze
ren gordijn. West-Duitsland is nu ern
stig bezig vriendschapsverdragen te
sluiten en diplomatieke betrekkingen
I aan te knopen met de Oostelijke lan
den. Dat is voor Duitsland niet alleen
een economische, maar in de nieuwe
politieke verhoudingen van Europa ook
een politieke noodzaak.
Naar het schijnt heeft de regering
van Kiesinger voor zichzelf al uitge
maakt, hoe zij de zaak zal aanpakken.
maar zij is nog niet bereid de nieuwe
plannen wereldkundig te maken. In re
cente redevoeringen treft men daarom
ook heel wat politieke dubbelzinnighe-
I den aan.
Een Westduitse journalist schreef,
dat de Duitsers hem het gevoel gaven
van het kleine meisje, dat ongeduldig
werd, toen de biologielerares maar
bleef kletsen over bijen en bloemen
en haar onderbrak met: „Wil u nou
eindelijk eens tot de feiten komen, juf
frouw en er niet langer omheen
draaien
Redacteuren van het weekblad „Der
Spiegel" hebben Kiesinger in een pers-
gesprek ervan beschuldigd, dat hij „een
sfinxachtig amtwoord" over de zaak had
gegeven.
Kiesinger antwoordde: „Men moet in
de politiek heel wat mogelijkheden open
laten".
Een van de journalisten merkte rond
uit op, dat een meerderheid in de
bondsdag in het geheim officiële er-
xerming van Ulbrichts regering en de
Oder-Neisse-grens met Polen voorstaat.
Dat zijn de voornaamste eisen, die de
communisten aan West-Duitsland stel
len en vele Duitsers beschouwen het als
verraad, eraan toe te geven.
Kiesinger ontkende ijlings, dat die
meerderheid besbaat.
Ofschoon Kiesinger niet zo ver zou
willen gaan, de regering van Ulbricht
te erkennen, biedt hij enkele concessies
aan. Een ervan, die niet veel om het lijf
lijkt te hebben, maar in Duitsland is
belast met vele emotionele aspecten,
is het feit, dat hij soms Oost-Duitsland
de „D.D.R." noemt. Deze letters zijn de
afkorting van „Deutsche Democratische
Republiek", de officiële naam van het
gebied. Enkele maanden geleden brand
merkte ieder, die deze afkorting zonder
aanhalingstekens gebruikte, zichzelf
voor vele Westduitsers als een meelo
per van de communisten.
De in Bonn erkende officiële afkor
ting is „S.B.Z" welke letters „door de
Sovjet-Unie bezet gebied" betekenen,
Deze terminologie ergert de Oostduit
sers, communisten of niet.
De reactie van Ulbricht op de nieu
we politiek is negatief geweest. Hij
heeft Oost-Europa rondgereisd en ge
tracht, andere communistische regerin
gen ervan af te brengen, het voorbeeld
van Roemenië te volgen en diplomatie
ke betrekkingen met Bonn aan te kno-
pen. Zijn regering heeft een Oostduits
staatsburgerschap ingesteld dat een er
gernis is voor de Westduitsers, die het
standpunt innemen, dat er maar een
staatsburgerschap voor alle Duitsers
bestaat. Zij heeft ook een poging van
protestantse kerken in West-Duitsland
om de oude banden met de kerk in haar
gebied weer aan te knopen het tegen
deel van belangstelling getoond.
Westduitse autoriteiten verklaren dat
zij niet ontmoedigd zijn. Velen zijn van
mening, dart zij thans in het offensief
zijn gegaan en begonnen zijn iets con
creets te doen om dit land te herenigen,
zelfs al is het maar de rondborstige er-
kenni-ne, dat het proces van de hereni
ging veel langzamer en ingewikkelder
zal verlopen dan velen plachten te den
ken.
Het werk van pater Roof en zijn
instituut samen met zijn confra
ter pater drs. J. A- Zuidgeest vormt
hij de uitvoerende staf begon in een
tijd, waarin het huwelijk en de hu
welijksbeleving letterlijk in het brand
punt van de belangstelling stonden.
In de afgelopen anderhalf jaar is die
belangstelling niet minder gewor
den. Integendeel, ze is nog toegespitst
en vooral in katholieke kring ui
teraard het eerste terrein waarop het
diocesaan instituut werkt klinkt
steeds dringender de vraag naar een
duidelijk standpunt van de kerk over
huwelijk en huwelijksbeleving.
Wie een taak als die van het Insti
tuut voor Huwelijk en Gezin op zich
neemt daagt als het ware iedereen
uit om hèm die vraag naar duide
lijkheid te stellen. Pater Roof weet
dat en het curatorium weet dat ook-
Het curatorium is een groep van wij
ze mannen, diie de werkzaamheden van
het instituut begeleidt. Mgr. H. Ernst,
na de dood van mgr. De Vet kapit
tel-vicaris, is er de voorzitter van- Hij
is moraaltheoloog. Met hem hebben
er enkele priesters en een aantal le
ken zitting in. o.a. een socioloog, een
pedagoog, een zenuwarts-psycholoog en
een gezinssocioloog.
Bij hun apostolaatswerk gaan zij
dankbaar uit van de nieuwe visie op
huwelijk en gezin, zoals het concilie
die gegeven heeft bij de vaststelling
van het veelbesproken schema 13 over
,,De Kerk in de wereld van deze tijd".
Daar zitten enkele rijke aanwinsten
in- Duidelijk is er de waarde van de
menselijke persoonlijkheid in het hu
welijk in getekend. Het huwelijk wordt
er in gezien als een verbintenis van
twee mensen, waarin het gevende, het
zich wegschenken aan de ander het
meest wezenlijke is. Duidelijk wordt
in die nieuwe visie ook het element
van vruchtbaarheid van de huwelijks
liefde onderstreept en het kind wórdt
de kroon op die liefde genoemd. Maar
anders dan in het vroegere standpunt
van de kerk zie de encycliek Casti
Connubii, geschreven door Pius XI
en vooral gericht tegen de huwelijks
ontrouw wordt de voortplanting niet
meer het eerste en voornaamste doel
van het huwelijk genoemd. Eerder
wordt ze gezien als een wezenlijk ele
ment van het eenmakend karakter van
het huwelijk.
Bij de vaststelling van schema 13
hebben de concilievaders geen onduide
lijkheid laten bestaan over hun ge
dachten ten aanzien van de gezins
planning Sprekend over het kinder
tal hebben ze gezegd: ,,De echtgeno
ten zelf moeten tenslotte voor God dit
oordeel vellen".
Maar daarmee was het laatste woord
niet gesproken. De hele kwestie van
tiirtóócL, van gezinsplanning bleef
tijdens het concilie onuitgesproken. En
de speciale pauselijke commissie, die
d" rht 1?r"C0ï?c re Pefiode de op
dracht kreeg een advies over geboor-
enbeperking uit te brengen, is, zoals
onrrtPi.wS. met tot een eenstemmig
snraak laift dmen' >Een Pausel«ke uit
tenNoi, dan,00k nog op zich wach
ten. Nog maar kort geleden heeft Pau-
seliik? ,rwTn naar v>oegere pau-
encycliek Pnnf? en zelfs de 'onSste
Jjlr, ..Populorum progressio"
geeft geen nieuw kerkelijk standpunt,
kunnenniezenn,SOmmigen dat erin te
dinffi" Ah,ï? hangijzer", noemde kar-
hfü»v? de kwestie van de ge-
faatsÊnng ng« t0en hij er Wens de
v;oor 1161 begin lemen,
ïaa Concilie over sprak. Er kunnen tal van overwegingen zijn
Drs. J. M. Roof
homogeen inzicht
die gezinsplanning gewenst maken- Dat
kunnen, om er enkele te noemen, de
gezondheid of de huisvesting zijn, het
kunnen evengoed economische motie
ven zijn. Maar in een christelijke hu
welijksopvatting kan het nooit gemak
zucht zijn, die een echtpaar tot het
besluit brengt dat het geen of niet
meer kinderen wenst- In de nieuwe
katechismus wordt zelfs geschreven,
dat een huwelijk, waarin de echtgeno
ten van het begin af uit gemakzucht
geen kinderen wensen, in feite geen
geldig huwelijk is.
Liggen er echter andere motieven,
zoals er hierboven enkele genoemd, aan
de beslissing ten grondlaag, dan is er
volgens de pastorale inzichten van het
Instituut voor Huwelijk en Gezin niet
van onmenswaardigheid van geboorten-
regelende methoden sprake.
„De methode is tenslotte niet
eens belangrijk meer", aldus pa
ter Roof. „De mentaliteit van
waaruit de beslissing genomen
wordt, daar gaat het om. Hoofd
zaak is, dat man en vrouw het sa
men eens zijn. Zowel over de be
slissing op zich als over de te ge
bruiken methode".
Twintig eeuwen zijn de predi
kanten bezig geweest het evange
lie aan de man te brengen, tot het
besef kwam dat een paar goede
copywriters goede diensten zou
den kunnen bewijzen. Het is dui
delijk dat die niet meteen inge
werkt zijn en eerst nog eens ter
catechesatie moeten. Maar een
maal op dreef zullen goede copy
writers geen twintig eeuwen no
dig hebben om weer gewoon het
evangelie van Lucas te produce
ren.
(Vrij Nederland)
Ontwikkelingshulp Is een verzeke
ringspremie.
ProfTinbergen in de Volkskrant
„We dienen ons in de toekomst
dus niet meer af te vragen, waar
om de neuroticus neurotisch is;
we dienen ons te verbazen over
de niet-neuroticus. Hoe is hij toch
aan zijn oogkleppen? Wat scheelt
deze laatste patiënt?
Boek van Karen Horney
besproken in De Groena
Bibeb aan mr. Berkhouwer: „Op
prinsjesdag komt u als kamerlid in
uniform. Waarom?"
Berkhouwer: „Ja. Dat heb ik over
genomen van een gewezen kamerlid,
die had het van een man uit Twente.
Ik ben echt niet conformistisch,
maar ik heb bezwaar tegen lieden,
die bij elke gelegenheid in een sport
jasje lópen. Zelf doe ik niets liever
dan zwemmen in een bikiniIk
ga niet in jacket op het strand lopen
of in een zeilboot. Als we zeggen:
we schaffen het uniform af, dan zal
ik de eerste zijn, die zegt, dat moet
je doen. Maar prinsjesdag is een
sprookje. Ik vind. het spel moet je
meespelen." Vrij Nederland.
,.Aan zulke hete hangijzers moeten
we het concilie niet ophangen", zei
hij. Maar het zou een spelletje kieke
boe zijn om te beweren dat het geen
levend en zich steeds meer opdrin
gend vraagstuk is.
Voor pater Roof past ook hierop
zoals op de hele problematiek van
het huwelijk het adagium waar
mee dit artikel is begonnen: Hoofd
zaak is, dat man en vrouw het samen
eens zijn". Dat loopt als een rode
draad door heel de visie op huwelijk
en gezin die het instituut ontwikkeld
heeft.
Men spreekt daarbij van vrijmoedig
heid. Voor pater Roof is vrijmoedigheid
hier een kwestie van de zaken reëel
zien. Wie spreekt over gezinsplan
ning en geboortenregeling, en er zijn
fiat aan geeft, kan zich niet onttrek
ken aan een uitspraak over de metho
den die daarvoor zijn. Het diocesaan
instituut heeft zich daar dan ook niet
aan onttrokken.
Pater Roof: Helemaal passend in
de taak en de doelstelling van ons in
stituut proberen wij een homogeen in
zicht te brengen in kringen van men
sen, die op het gebied van huwelijk
en gezin leiding hebben te geven. Die
homogeniteit is een groot goed. Om
dat te bereiken geven wij publikaties
uit, die wij verspreiden onder zielzor
gers, maatschappelijk werkers, artsen,
enzovoorts".
Het eerste cahier dat het instituut
uitgaf was een uiteenzetting van de
huwelijks visie zoals die door het Twee
de Vaticaans Concilie was ontwikkeld.
Stukken uit de concilietekst worden
daarin van commentaar voorzien.
Een tweede cahier hield een beschou
wing in over de menswaardigheid van
de geboortenregeling en haar methoden.
Pater Roof zegt ervan: „We hebben
hierin vooropgesteld, en dat moet u
steeds in de gaten houden, dat het
in alles wat het huwelijk betreft om
een goede grondhouding gaat. Om het
uitgangspunt. Twee mensen die trou
wen, moeten de intentie hebben om
een goed, gezond gezin op te bouwen.
Wanneer je Ieders persoonlijke verant
woordelijkheid benadrukt, wanneer je
een beroep doet op het geweten, dan
moet je ervan uitgaan, dat een be
slissing genomen wordt vanuit een ge
zonde kijk op de zaken. Ook in het
huwelijk".
De onmenswaardigheid van een of
andere methode van geboortenregeling
wordt dan ook een betrekkelijke zaak,
die men en dan in eerste instantie
het ouderpaar met ja of neen kan
beantwoorden, als men de achtergron
den kent die tot een beslissing moeten
leiden.
Wat dit laatste betreft oordeelt pa
ter Roof, dat behalve het liefdevolle
overleg van de echtgenoten samen,
een deskundig advies van een arts
of een zielzorger of van beiden ge
wenst is. Zo'n advies kan van invloed
zijn op de beslissing, waarin men
weer de echtelijke liefde van de echt
genoten voor elkander, het gevende
karakter van hun huwelijk en het res
pect voor elkanders mens-zijn moet
kunnen terugvinden.
Juist omdat zo'n deskundig advies
van zo grote betekenis kan zijn vindt 't
Instituut voor Huwelijk en Gezin een
homogene opvatting onder zielzorgers
en andere raadgevers op dit terrein
zo belangrijk. Het uitgeven van advie
zen in de vorm van cahiers en werk
mappen beschouwt het dan ook als
een voornaam deel van zijn taak-
Het ziet het als een onderdeel van
zijn totale doel: een service- en studie
instituut te zijn ten behoeve van allen
die binnen het bisdom Breda ten aan
zien van huwelijk en gezin een taak
te vervullen hebben.
Uit de taak die het Instituut zich
gesteld heeft is o-a. ook voortgeko
men het gesprek vóór het huwelijk,
dat momenteel in enkele parochies in
het bisdom Breda de plaats inneemt
van de traditionele huwelijksinstructie
op de pastorie.
De gesprekken vóór het huwelijk
worden gevoerd door een beperkt groep
je a.s. echtparen, daarin geleid door
een mentor-echtpaar. Er worden twee
of drie avonden aan besteed en ook
via deze gesprekken probeert het In
stituut voor Huwelijk en Gezin de ech
te christelijke visie op het huwelijk
door te geven. Er blijkt overigens uit,
dat de meeste jonge paren een huwe
lijk willen, dat niet een overdruk is
van het huwelijk zoals hun ouders het
beleefden. Juist het benadrukken van
de waarde van de persoon is duide
lijk iets van deze tijd. En de erken
ning dat het noodzakelijk is. dat men
(man en vrouw) het samen over het
plan voor het huwelijk eens is even
eens. Een eensgezindheid die het hele
terrein van het huwelijk bestrijkt, zon
der invloed van anderen. Vanaf de in
richting van het huis tot en met de
gezinsplanning. Pater Roof zegt van dat
laatste: „Gezinsplanning moet niet ge
beuren als je met je rug tegen de
muur staat. Ze hoort bij de blauw
druk van het huwelijk".
Het Instituut voor Huwelijk en Ge
zin kan geen tastbare resultaten van
zijn werk aanwijzen. Het kan hoog
stens gevoelsmatig vaststellen dat die
resultaten er wel zijn. Maar de nood
zakelijkheid van zijn bestaan is wèl
aan te tonen. Daar is tenslotte de
verhoogde belangstelling voor het hu
welijk en het geziD goed voor. En ze-
k?r1,ook d® Publiciteit die daar van
niet-kathoüeke zijde op gebaseerd is
Kloet
^1 heel lang geleden, toen de
Vooruitgang ontdekt werd, is
„conservatief" een scheldwoord
geworden; en „progressief" kreeg
op hetzelfde moment een gunsti
ge betekenis. Die keuze is merk
waardig in twee opzichten. Op de
eerste plaats het feit Van de keu
ze zelf. Blkbaar is er met de te
genstelling zo gemanoeuvreerd,
dat er geen verzoening of gelijk
tijdigheid meer mogelijk is. Je
moet kiezen en dan moet je of
conservatief zijn of progressief.
Samen vormen die tegenstellin
gen een volledig programma; zij
zijn beide zo absoluut en totaal
geworden, dat een soepele over
gang of combinatie niet meer mo
gelijk schijnt, dat het dilemma on
vermijdelijk is en dat elke keuze
een hele levenshouding vertegen
woordigt. Wie conservatief is in
een bepaald opzicht, is meteen
helemaal conservatief, dus in al
le opzichten. Terwille van de zo
zeer begeerde duidelijkheid is niet
alleen de middenweg geblokkeerd,
maar is ook de mogelijkheid uit
gesloten nu eenr, progressief dan
weer conservatief, in een bepaal
de aangelegenheid conservatief
en in een andere progressief te
zijn of helemaal geen keus te
doen. Dat 's maar nodeloos ge
compliceerd en eten van twee
walletjes. Wie zo doet, wil straks
bij de onthulling van het Grote
Gelijk of bij de tirannie van een
nieuwe mode in elk geval met
één been aan de goede kant
aan, zoals ik me ook bij die con
servatieve schrijvers aansluit. Nu
kunnen we natuurlijk wel gauw
gaan zeggen, dat die onderwijs
mensen allemaal maar duffe fi
guren zijn, een stelletje uitgeblus.
te krentenkakkers, vooruit maar.
Ook die conclusie is dan meer hip
dan juist. Nog een ander voor
beeld. Kan iemand zich een mees
terkok voorstellen, die van harte
groente uit blik aanbeveelt of die
een cafetaria, een drive-in-restau-
rant of een snackbar met formi
ca meubeltjes als ideale eetgele-
genheden beschouwt? Verstaat
ook deze lomperd dan de Teke
nen des Tijds niet? Wil hij niet
weten van snel, efficiënt, hygi
ënisch en toch goedkoop eten of
misgunt hij de z.g. „gewone man"
het nietbestaande troetelkind van
conservatieve en progressieve
heethoofden, geen welverzorgde
maaltijd tegen een civiele prijs?
Laatste voorbeeld. Een leerhan
delaar die in zijn zaak ook plastic
heeft, zal liever een leren tas ver
kopen dan een imitatie. Als dat
snobisme is, is het imiteren van
leer in plastic een groter snobis
me. En evenmin is liet noodzake
lijk hierin winstbejag of conser
vatieve deftigheid te zien. De vak
man prefereert het oude, ver
trouwde: hij is op zijn vakgebied
conservatief. Conservatisme en
deskundigheid komen hierin over
een, dat zij berusten op een ver
trouwdheid met het beproefde,
traditionele. De ware ambachts-
staan. De vraag, waarom we dan
twee benen hebben, wordt hierbij
niet gesteld. Men schijnt aan te
nemen, dat we die niet zozeer
hebben om eens rustig te staan,
maar alleen om met pit op pad te
gaan.
TJe dwang van de keuze lijkt dus
het produkt van een simplifi
catie. Het is altijd nuttig ons te
gen dwang en simplificatie te ver
zetten; daar kan alleen geweld
van komen. En daartoe is het goed
eens te overwegen, hoe het mis
schien wel komt, dat we niet al
leen gedwongen worden te kiezen
uit twee tegengestelden die zich
heel goed laten verzoenen, maar
dat ook de keuze voor „conserva
tief" zo ongunstig beoordeeld
wordt. Het woord is een waarde
oordeel geworden. Dat hoort het
niet te zijn. Er zijn voortreffelijke
mensen die enorm conservatief
zijn en er zijn evengoed waarde
loze figuren die zich van louter
progressiviteit geen raad weten.
Hun verschil is een verschil in
niveau dat nauwelijks iets te ma
ken heeft met de grootte en vu
righeid van hun geloof in de voor.
uitgang en in de mogelijkheid die
te bevorderen want dat is vol
strekt niet hetzelfde.
]7n nu valt er iets op te merken,
gewoon te constateren. De
meeste schrijvers blijken tegen
standers van een progressief ge
noemde spellingsvernieuwing te
zijn. Zijn zij dan conservatief
Dat zullen ze nooit toegeven, want
de mode belast dat woord en wie
wenst geacht te worden de Teke
nen des Tijds niet te verstaan?
Een ander voorbeeld. Het aantal
onderwijsmensen dat onverdeeld
enthousiast is over de in te voe
ren vernieuwingen is heel wat
kleiner dan dat van hen die skep
tisch zijn. Ik sluit mij bij hen
man ziet de mechanisatie met le
de ogen aan. Zijn conservatisme
is liefde voor het materiaal dat
hij kent en dat de machine niet
kan kennen. Zijn deskundigheid
is hetzelfde. Deskundigheid is die
graad van vertrouwdheid met de
materie, waarin we er alles van
gedaan kunnen krijgen. Je moet
duizenden bladzijden geschreven
hebben in precies dezelfde taal
om een schrijver te zijn. Je moet
jaren lang volgens dezelfde me
thode les gegeven, flensjes gebak
ken of meubels gemaakt hebben
om leraar, kok of schrijnwerker
te zijn.
yirtuositeit ontwikkelt zich al
leen in een eindeloos gesprek
met allerlei variaties binnen de
zelfde materie. Daarom zijn des
kundigen conservatief en kunnen
zij alleen van hier uit de vooruit
gang dienen, namelijk als varia
tie op een bekend thema, niet als
volstrekte revolutie. En omge
keerd: we zijn gewoonlijk progres
sief en revolutionair in dingen
waar we geen verstand van heb
ben. Progressiviteit is dilettantis
me. Ik bedoel dat niet direct on
gunstig, want van het waardeoor
deel heb ik zojuist plechtig af
stand gedaan. Er zijn dingen,
waarin we het nooit verder dan
dilettantisme kunnen brengen
bijvoorbeeld het leven, om maar
eens een kleinigheid te noemen.
Ik wil er alleen maar op wijzen
dat grote, imponerende bescha
vingen het produkt zijn van con-
servaUsme en beperking van mo
gelijkheden, dat elke vernieuwing
aansluit bij wat er al lang is en
alleen van daaruit vruchtbaar
kan zijn. En ik durf wedden, dat
ik alleen al door dit te constate-
ren mij de naam „conservatief"
op de hals zal halen, wat heel era
is want al heel lang geleden is
«at een scheldwoord geworden.
Enzovoorts. Zie boven.