AN ve „Werkelijke bewogenheid nodig met het lot van de medemens.. Juist nu behoefte aan radicale christelijke politiek papier voor uw ^pen Harmonie Voorbeeld „Als de wereld en ook Nederland ziek is van materialisme, dan hebben wij ook in de politiek leiders nodig die dat durven zeggen" Welke wegen Ander gezicht (VOLVO) DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 15 APRIL 1967 iebureau r# Door drs. P. C W. M. BOGAERS, oud-m mister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening fc Goedkoop aardgas Geen kitsch voor kleuters Nederlandse katholieken GARAGE H. F. v. OOSTERHOUT Bromfietsen III Marine XI Artistiekeli'ng ook kind van God LI 11 IQ ïisch gebied, want adien nooit meer monopoliepositie >e waren er van- ikkeling van Am- re steden in Hol- msen. Een bijzon- stad te verduren toen de moeilijk- k en de ondergang Indische Compag- ;e van de oorlog rrankrijkl de ge- n veranderden in eveer alle landerij- moesten worden inciële positie van saneren. En het uird voor Middel- 1 klein maar be an terug te win- zeker na de val 1585, door Amster- in economisch op- de plan geschoven, iddelburg was on- 1600 werd vanuit eid handel gedre- le door de toevloed duchtelingen uit het wolgen. Reeds in adsuitbreiding ten am plaats en een er werd de opper- 1 zelfs verdrievou- ha). Er was werk overvloed voor de ;volking, die in het de 17e eeuw met punt bereikte. later. In begin fe- de Patriotten de steeds welvarende iden. En dat bete tot de tweede val De stad verloor in inkrijk tegen Enge- :veer al haar han- Het bevolkingsaan- iruit en er kwam ar- muren. De graan- d van redelijke bloei een zware slag door leeuwsch-Vlaanderen. ■an het Franse be- enige ordening maar jke verbetering. En lor de bevrijding in e herstel bleef uit, [fs de niet geringe re- of althans te weinig kwam in 1817_ een al gereed, Middel- gentschap van de Ne- lel Maatschappij, er gedaan de theehan- doen herleven, maar erhoudingen waren zo ,gd, dat al deze maat. os bleven. in Middelburg als ha il af. Er kwamen an- sen met een veel be« zij ontnamen Middel- 3r. W. S. linger, tot zijn ispecteur van de ge- terschapsarchleven in rvoor o.m. gemeente- iddelburg, besloot des- „Geschiedenis van imtrek" allerminst op- doorlog herrees Mid- i uit haar as, ditmaal Dat een derde bloei- an lijkt echter, gezien zigde omstandigheden, ik". Maar ook die ver- iglieden zijn inmiddels een basiscontributie, ;emene kosten worden ie verschillende activi- xtra-bijdragen gegeven, iingen, die niet of nog n b. en w. is gevraagd .ijden van de Stations kunnen worden, v ie verbinding van Aura ïm. De openmgstijden istgelegd in een tras om een dependan" :atiebureau in Auia g :en zijn voorlopig alg fwijzende houding gingen. B. en w. z«n eventueel een woning stellen. Het bestuur anigingen blijft op de Kruisverenijin id. De wijkverenigfflg irgumenten naa!L dan dat m iets baby's in Middelburg eboren. „..«aring i verrassende e^a is. onden in Zuid een eworden. Achtera elijke verklaring len waren te g de ractie (een keer l wijkverenlïng haar '^drwijkvereni^ liddels contact op>g afpunt, de stichting. erk in Middelburg ijkvereniging w" til ing samenwerkden aanspraak kan het ijkssubsidie en m oeve van de l®"fchten ilp van beroepskr 't samenwerking uj;evas- ogelijk nog dit jaar ;r "broeit iets to M/75Ó g-Zuid. Men nvader bu eefA,ieden. iaardag iets a?n0„dei'e aan een f1^,. gun de eerste gaSlzdat. de het dierenpark e. in rZufd "aangelegd actief maar ook 'eu Deze bijdrage zou ik willen beginnen met het op tafel leggen van de misschien wat provocerend klinkende stelling, dat er nauwelijks een tijdperk in de moderne tijd is aan te wijzen, waarin meer be hoefte bestaat aan een door geestelijke overtuiging geïnspireerde politiek dan de periode, waarin wij thans leven. „Men is tot het inzicht gekomen" - aldus citeert Prof. Dr. P. J. Bouman in zijn boek Vijf stromenland G. F. Kennan - „dat de be langrijkste problemen van het moderne leven beginnen na het be reiken van materiële overvloed". Deze problemen zijn voor een groot deel van geestelijke aard. Aan de oplossing van die problematiek kan een vanuit een bepaalde levensbeschouwing gevoerde politiek m.i. een veel belangrijkere bijdrage leveren dan een z.g. doelmatigheids- politiek. Naast het humanisme en het socialisme zal in het bijzonder een door de christelijke visie op mens en maatschappij geïnspireerde politiek van betekenis blijken te zijn. Ondanks de dikwijls mogelijk blijkende overeenstemming in het practische vlak zijn er tussen christendom en humanisme diep gaande verschillen. Die moeten wij niet verdoezelen door allen in één organisatie te willen persen. Want door dat te doen op grond van het argument dat men elkaar op het praktische vlak zo dikwijls weet te vinden kan de geestelij ke inspiratie zélf m.i. de be langrijkste bron van goed en ef ficiënt politiek handelen ge makkelijk opdrogen. Beter: twee of meer verschillende bronnen van inspiratie dan geen (groeps) inspiratie. Waaruit bestaat nu die specifieke bijdrage van de christe lijke politiek Alvorens deze vraag te beantwoor den, eerst een prelabele vraag: wat moet het doel zijn van elk po litiek handelen? In vier woorden gezegd: bevorderen van menselijk geluk. Voor de christen-politicus is dit doel gebaseerd op de hem op gelegde plicht: de wereld een be tere afstraling te doen zijn van de Schepper. Dit bevorderen van het menselijke geluk ls voor hem afhankelijk van het verbeteren van a) materiële voorwaarden en b) immateriële voorwaarden. Ad a. Onder de materiële voor waarden vallen o.m. het kunnen verrichten van arbeid tegen re delijke voorwaarden; het kunnen bewonen van een huis; het zich kunnen recreëren; het kunnen volgen van onderwijs, het zich kunnen verplaatsen etc. Ad b. De immateriële voorwaar den voor het menselijk geiuk zijn van een geheel andere orde van grootte. Zij hebben deels betrek king op het menselijker maken van de diverse hierboven genoemde onderdelen van de materiële vooi- waaraen: Menswaardige arbeid, hetgeen Impliceert de mogelijkheid om in zijn arbeid iemand te zijn; Menswaardige woning, net- geen impliceert dat bij de constructie van woning en woonomgeving primair uitge gaan moet worden van de vraag: welke eisen stelt de mens uit hoofde van zijn ge- iukstreven aan woning en woonomgeving; een zodanige ruimtelijke ont wikkeling in ons land, dat de mens ook in zijn woonomge ving de gebieden vindt, waai hij weer fot zich zelf kan komen. Daarnaast is voor 't menselijk ge luk van minstens evenveel belang zijn persoonlijke houding tegen over al het geschapene en zijn Schepper; het zich realiseren van een hiernamaals en de consequen ties die dit meebrengt voor het le ven op deze wereld. sen aCUBA daar in Zuia- Wellicht verwacht u, dat ik uit uit onderscheid tussen materiële en Immateriële voorwaarden de conclusie trek, dat de christelijke Politiek zijn specifieke betekenis ontleent aan het benadrukken van on het inhoud geven aan deze tweede categorie voorwaarden. Hoe belangrijk die ook zijn, het Hezen van de christelijke politiek en de opdracht aan de christen- Politicus zou ik liever willen om schrijven als het zo goed mogelijk »et elkaar in harmonie brengen van de volgende schijnbaar met el kaar in tegenspraak zijnde taken: 1. zich volledig Inzetten om de ma teriële voorwaarden voor het menselijk geluk voor alle men sen zo goed mogelijk te doen zijn, daaronder begrepen: het steeds meer „vermenselijken" van deze voorwaarden; een en ander op grond van de hem gegeven op dracht: de wereld een betere af straling te laten zijn van zijn Schepper. (Laatstgenoemde op dracht moet voor de christen-po- titicus de bron zijn, die hem steeds weer opnieuw in staat stelt wei aan de zwaarste eisen te vol doen). 2. Tegelijkertijd aandacht vragen voor de relativiteit van alle po litiek handelen voor het mense lijk geluk en van de materiële voorwaarden hiervoor; hij zal de moed moeten hebben te stellen, dat ondanks al zijn inspanningen op het vlak van de materiële voorwaarden, dat menselijk ge luk in zijn volledigheid hier op deze aarde n i e t te bereiken is en dat, voorzover het wel bereikbaar is, het minstens in dezelfde zo niet in meerdere mate afhanke lijk is van de persoonlijke hou ding van de individuele mens te genover Schepper en geschapene (moreel gedrag, houding in het arbeidsproces, sociale gezindheid, zijn instelling t.o.v. het materiële etc.). Ik heb in het begin van deze bijdrage gezegd dat waarschijnlijk géén tijd meer behoefte heeft aan een levensbeschouwelijk geïnspi reerde politiek, waaronder in het bijzonder echt christelijke politiek (Evangelische radicaliteit) dan de tijd waarin wij leven Ik wil dit aan de bend van de tweeledige taakstelling voor de christelijke politiek met enige praktische voorbeelden trachten te verdul delijken. 1. Nederland is op het ogenblik het dichtst bevolkte land ter wereld. Op het 12e Overijssels Appèl van de K.V.P. (Maart '65) heb ik in verband daarme de gezegd, dat de opdracht Nederland bewoonbaar te ma ken en bewoonbaar te houden een veel moeilijker vraagstuk ls dan het oplossen van de woningnood, omdat laatstge noemde nood met behulp van expansie van de produktle kan worden bestreden; bij de ruim telijke ordening en het leef baar houden van ons land gaat het daarentegen om het steeds weer opnieuw verdelen van voortdurend schaarser wordende ruimte over een aantal ln omvang en intensi teit stijgende aanspraken daarop Wil deze problematiek op menselijke wijze worden opgelor', dan is niet te ont komen aan een enorme krachtsinspanning veelal in de vorm van investeringen op het gebied van het wo nen het werken, het verkeer, de recreatie, het onderwijs etc. (Materiële voorwaarden). Deze taak is niet te vervullen, als wij niet tegelijkertijd iets doen aan het niveau van de besparingen. Dat wil zeggen, dat wij als het ware de barri caden op zullen moeten om het Nederlandse volk er van te overtuigen, dat de spaarquote (het aandeel van de besparin gen in het nationale inkomen) vergroot zal moeten worden ten koste van een wat minder sterke groei van de consump tieve bestedingen. Hierin zul len wij niet slagen, als de su per-materialistische geest van deze tijd niet wordt omgebo gen (voorwaarde van imma teriële aard). Dit laatste t? tevens van on schatbaar belang voor een meer positieve benadering van het probleem van de ontwik- kelingshulD. „De wereld ls ziek van egoïsme", is een van de conclusies, die men moet trekken uit de encycliek „Po- pularum Progressie Ik ben pr van overtuigci, dat dit vraagstuk - wellicht het grootste probleem van deze tiid niet zal worden opge lost, als wij ons beperken tot z g doelmatigheidsargumen ten. Als aan ons handelen op dit terrein geen geestelijke in spiratie ten grondslag ligt, als wii de ontwikkelingslanden niet tegelijk met de betere materiële voorwaarden door eigen voorbeeld laten zien dat menselijk welzijn belangrijk meer omvat, dan zullen wij 2. niet slagen. Dan zal én de ma teriële en technische hulp be langrijk blijven beneden wat nodig is én de geest van het super-materialisme overwaai en naar deze gebieden. Maar deze verandering van men taliteit, zo zult u mij tegenwerpen, is toch niet primair een taak van de politici. Men zal zelfs geneigd zijn te stellen, dat de politiek daar überthaupt weinig aan kan doen. Ik meen te mogen zeggen, dat dit een „understatement" is van de taak van de politici. Als de wereld, als speciaal de westelijke wereld en óók Nederland ziek is van materia lisme, dan hebben wij ook in de po litiek leiders nodig, die dat durven zeggen en die daaruit, voorzover dat op hun terrein ligt, de conse quenties durven trekken. Dit dur ven zeggen vanuit hun verantwoor delijkheid om daarmede o.a. het klimaat te verbeteren voor de In stituten, wier primaire taak het Is de mentaliteit van ons volk op een hoger plan te brengen. De politiek kan voorts het werk van de kerken, van jeugdorgani saties en andere op het gebied van de geestelijke beïnvloeding werkzame maatschappelijke instel lingen vergemakkelijken door haar subsidiebeleid. Als in de verhouding tussen con sumptieve bestedingen en bespa ringen. Willen de welzijnsinves- teringen en de hulp van de ont wikkelingslanden niet in het ge drang komen een wijziging moet plaatsvinden ten gunste van de besparingen, dan kunnen de politici meer doen dan alleen de spaarmentaliteit te beïnvloeden. Het ligt in een dergelijke situatie ook op de weg van regeringsver antwoordelijkheid dragende poli tici cm samen met de bestuurders van de sociale organisaties prak tische maatregelen uit te dokteren, die een verhoging van de spaar quote tot gevolg zullen hebben (spaarloon, welzijnsfonds, gedeel telijke financiering woningwet- bouw door bewoners, bevordering eigen woningbezit etc.). Het ligt dan eveneens op hun weg reeds lang geleden ln wetten vast gelegde overheidsuitgaven opnieuw op hun doelmatigheid in deze tijd te bekijken en als het niet anders kan zullen zij de moed moeten 't feit, d'.t na 19 eeuwen Christen dom er nog teveel „onduldbare schandalen" op deze wereld wor den gevonden en de daaruit voort vloeiende plicht om de mooiste menselijkheidsleer, die er bestaat nu doelbewust in praktijk te bren gen. Als ik daarom pleit voor handhaving van de christelijke visie op mens en maatschappij als een van de bases voor partijvor ming bij de komende hervorming van het Nederlandse partijwezen, dan pleit ik echter tegelijkertijd voor een ander concreet gezicht van de christelijke politiek. Dan pleit ik heel in het bijzonder voor "het bij elkaar gaan staan van al degenen, die in hun politieke han delen gedreven worden of gedre ven willen worden door de Bergre de, door Evangelische radicaliteit, door progressief Christendom of welk ander begrip men hiervoor ook wil gebruiken. En tot degenen, die niet van christelijke huize zijn, maar waarmee in de praktijk goed zal kunnen worden samengewerkt, zou ik willen zeggen; probeer te begrijpen, dat voor ons sjouwen als het moet: óók in de nacht een noodzakelijke voorwaarde ls ook al spreken wij dat niet graag openlijk uit die onuitput telijke bron, die Evangelie wordt genoemd; dat voor ons de imma teriële voorwaarde voor het men selijk geluk van onschatbare be tekenis zijn; dat wij elkaar als progressieve christenen nodig heb ben om wat deze tijd op het ge bied van de immateriële voorwaar den vraagt te concretiseren en te formuleren en dat wij vanuit dit eigen huis ons best zullen doen hebben te verdedigen dat de be lastingdruk niet lager maar hoger zal moeten worden. Men onderschatte ln de strijd tegen het super-materialisme bo vendien niet de morele kracht van het zelf door de overheid gegeven voorbeeld, terwijl het voorts goed zou zijn zich eens af te vragen of ln het licht hiervan in het ver leden genomen besluiten zoals b.v. betreffende de reclame op de t.v. en de kleurentelevisie wel zo'n ge lukkige besluiten zijn geweest. Spaarquote verhogen en de groei van de consumptie wat terugdrin gen is wel heel erg moeilijk in een maatschappelijk klimaat, waarin op velerlei wijzen een steeds ho gere materiële welvaart nü als het hoogste goed wordt gepredikt. Dit is nog maar één uit meerdere discrepanties tussen leer en maat schappelijke werkelijkheid, waar van het moderne leven vol ls en die de mensheid niet gelukkiger maakt. De christelijke visie op mens en maatschappij zullen wij in de toekomst waarschijnlijk even eens dringender nodig hebben dan in het verleden op de ter reinen: jeugdpolitiek, onder wijspolitiek, geestelijke volks gezondheid, cultuurpolitiek, be scherming openbare orde en goede zeden, huwelijk en gezin, gezag en vrijheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer etc. Niet 't feit, dat christenen be tere mensen zouden zijn, geeft mij het recht te pleiten voor het be houd van christelijke politiek. Wel een samenwerking met u, die be houd van uw geestelijke grondslag als basis voor politiek handelen op minstens even; veel prijs stelt als wij de onze, te organiseren en deze samenwerking een concrete en als het kan een steeds concre tere gestalte te geven. Heb ik mij in het voorgaande duidelijk uitgesproken voor het behoud van de christelijke visie op mens en maatschappij als par tijgrondslag, even expliciet heb Ik gesteld dat die grondslag dan ook moet leiden tot een program van evangelisch radicalisme. Bo vendien zal men zich door hét be wust willen organiseren van sa menwerking met anderen maxi maal moeten inzetten voor de rea lisering van een dergelijk program. Hetgeen in par. 1 is gesteld, zal m.i. nooit bereikt worden, zolang wij wat de K.V.P. betreft te maken hebben met een party, die (ik geef een paar voorbeelden): - het Kabinet-Marijnen verwijt niet voldoende oog te hebben voor de grote structurele vraag stukken van deze tijd, maar het Kabinet-Cals dat juist hierin zijn hoofdtaak zag naar huis stuurt. - ln haar verkiezingsprogramma terecht weer opnieuw aan de aanpak van die structurele vraagstukken een hoge prioriteit toekent maar vervolgens afkoerst op een Kabinet, waarvan eerder vermindering dan vergroting van aandacht voor deze problematiek mag worden verwacht. - in de verkiezingsstrijd onaan vaardbaar noemt 'n verlangen van de P.v.d.A. om de ontwikke lingshulp te laten uitgroeien tot 2 pet. van het nationaal inkomen. Wil er duidelijkheid in de poli tiek komen, dan zal men de stel ling dat Christelijke Politiek per definitie links van het centrum staat niet alleen waar moeten ma ken in het programma, maar ook in haar daden. Welke weg of beter gezegd welke wegen hiertoe kun nen leiden, daarop zullen wij in gaan in de volgende par. Wil er duidelijkheid komen ln de politieke verhoudingen, willen wij maximale kansen scheppen op de realisering van een vooruit strevend en het hart aansprekend program, dan moeten wij afkoer sen op een constructie, die een der gelijke groepering de absolute meerderheid kan bezorgen. Een groepering, die het aandurft: vóór de verkie zingen een duidelijke partner keuze te doen; de verkiezingen ingaat met een gemeenschappelijke pro gram, zodat bij het behalen van de meerderheid de hoofd lijnen van het Regeringspro gram vastliggen; reeds vóór de verkiezingen niet alleen afspraken maakt betreffende de kandidaat-Mi nister-President maar, indien enigszins mogelijk in die pe riode ook reeds de namen be kend maakt van de kandidaat- Ministers, waardoor het mo gelijk zou worden, indien die absolute meerderheid wordt gehaaid, af te komen van het vernederende spelletje poli tieke domino, waarover zo velen zich gedurende de laat ste formatie intens geërgerd hebben. Bovendien zou hier door kunnen worden bereikt, dat de zwaarste en de grootste verantwoordelijkheid vragende ambten, die ons land kent, be zet worden door personen, die zich hierop tijdig kunnen voorbereiden, en hierover niet meer behoeven te beslissen in een onvoorstelbaar korte span ne tijds en na uitsluitend te lefonisch contact. Hit hetgeen in par. 1 Js gesteld volgt, dat ik deze vooruitstrevende groepering zou willen zien ont staan uit samenwerking tussen een progressief-christelijke beweging en degenen met wie niettegenstaan de een geheel andere levensvisie toch overeenstemming kan worden bereikt voor een het hart aanspre kend en het gemoed in beweging brengend program. Het Is thans nog te vroeg om over de weg daar naar toe concrete sug gesties te uiten. Niet te vroeg daar entegen - eerder het tegendeel - Is het om de progressief-christelijke beweging van de grond te laten ko men. Hierover zijn onlangs prakti sche suggesties gedaan door een groepering, die bestaat uit de spijt stemmers in de A.R.P. en enige ge lijkgezinden uit K.V.P. en C.H.U., suggesties, die hierop neerkomen, dat nu actie binnen deze partijen moeten worden gevoerd om leden en kiezers mee te krijgen voor een christelijk radicale politiek. Mr. Erik Jurgens een van de K.V.P.-leden van deze groepering heeft dit uit de doeken gedaan in een artikel in de Tijd van 30 maart 1967. Met grote instemming heb ik in dit artikel o.m. de vol gende passage gelezen „De vernieuwing zal moeten be staan in het zich bewust worden dat politiek 'bedrijven vanuit een christelijke levensvisie niet vrij blijvend kan zijn; dat het christen- zijn dwingt tot een radicaliteit, tot een werkelijke bewogenheid met het lot van de medemens en van de volkerengemeenschap als ge heel." Mr. Jurgens c.s. willen die ver nieuwing bereiken door middel van een interpartij-lijke werkgroep, (ADVERTENTIE) In Oosterhout moeten we de gas- rekening en de rekening van het elec- tra voortaan op de post betalen, maar de kosten iedere maand 25 cent voor storting moeten w» zelf betalen. De directeur van het gaskantoor schreef in een brief, dat tegen de stortingskosten wel geen bezwaar zal zijn omdat we straks goedkoop aardgas krijgen, maar hoe is het mogelijk dat zo'n directeur zulke waanzin uit kan kramen? Alles wordt maar duurder en wij moeten als A.O.W.-er toch al veel moeite doen om rond te kunnen komen. Nou moeten we de gasfabriek achterna lopen en dat is voor veel mensen toch al een groot ongemak en het kost nog geld om je geld kwijt te raken. Mag dat nou allemaal zo maar en is daar nou niemandal aan te dóen? OOSTERHOUT B. L. van W. In Dagblad „De Stem" van zaterdag 7 april jl. las ik een artikel over de momenteel in het cultureel centrum „De Beyerd" geëxposeerde kunstwer ken. Zoals daar vermeld staat, worden deze werken uitgeleend aan Bredase onderwijsinstellingen met uitzondering van het kleuteronderwijs. Deze uitzondering wordt niet met redenen omkleed, zodat ik als kleuter leidster concludeer, dat het kleuter onderwijs wéér (zoals dikwijls het ge val is) van de andere takken van on derwijs wordt gediscrimineerd. Dit, terwijl er in principe alleen sprake is van een gedifferentieerdheid. Vanuit de kinderpsychologie weet men, dat een kleuter in een emotionele periode verkeert. Hetgeen betekent, dat het kind op deze leeftijd zijn „Umwelt" emotioneel benadert, waarneemt en be leeft. In deze ontwikkelingsfase dient het kind met goede, verantwoorde (dus ook kunstzinnig verantwoorde) voor werpen in aanraking gebracht te wor den. De basis voor de ontwikkeling van de schoonheidservaring wordt nu ge legd. Dus: een cliché-tekening die door de leidster op het schoolbord gezet wordt moet vervangen worden door een kunst werk. Als wij kleuters kitsch geven met de gedachte: „Och, het is maar een kleuter", staat het schoolkind, de puber enz. minder open voor het goe de, het ware en het schone. In de kleuterperiode moet dit ontsloten wor- den. Wat met bovenstaande gezegd wil zijn is, dat het mij een genoegen zal zijn indien aangetoond kan worden waarom dit onderscheid is gemaakt. BREDA Mevr. J. H. Sips-Veurink Met verbazing heb ik de kritische be spreking in uw blad d.d. 24 maart 1967 van mijn artikel „Nederlandse katholieker denken anders" in het kwartaalblad „Nieuw Wereldnieuws" gelezen. Hiermee beoogde ik een bij drage tot de dialoog over de hoogno dige vernieuwing in onze wereldkerk. Uw reactie getuigde van onverdraag zaamheid ten aanzier van wat afwykt van het in Nederland bij pers, radio en tv geldende geluid. Blijkbaar is men nog niet toe aan een waarlijk democra tische gedachtenwisseiing. De pas ge opende gettopoorten van het Nederl. kath. volksdeel gaan toe zodra iemand de mening van zich ten onrechte pro gressief noemende publicisten aan durft te vallen. Ik stel er prijs op mij uitdrukkelijk te distantiëren van de conservatieven-tot- elke-prijs. Vaak zijn in Rome artikelen aangevallen of zelfs geweigerd omdat ik voor echte vernieuwing pleitte. U ontzegt mij deskundigheid over de Ned. kath. kerk omdat ik te Rome woon en werk. Mag ik u erop wijzen dat ik elke week de Nederlandse dag en weekbladpers doorneem, tijdens het concilie ontelbare gesprekken met Ne derlandse prelaten en persmensen heb gehad, verschillende malen per jaar voor langere tijd in Nederland verblijf en deskundig genoeg inzake de Ne derlandse situatie geacht werd om daarover voor de Italiaanse TV ie spreken? In ieder geval ben ik heei wat deskundiger inzake het Nederland se katholicisme dan vele Nederlandse journalisten, vaak niet eens belijden Ie katholieken, die scherp oordelen over allerlei verschijnselen in onze kerk buiten de Nederlandse grenzen. U zegt dat ik in onwetendheid zou die moet proberen een gemeen schappelijk program-in-grote-lijnen te formuleren. „Door dat program in elk der partijen ingang te doen vinden zou aan die partijen een nieuw élan, een voor de kiezer herkenbare en onmisbare bewo genheid kunnen worden gegeven." Met deze suggestie wordt inge haakt op een van de conclusies van het rapport van het Centrum voor Staatkundige Vorming: „Beeld van 1966 poging tot in zicht en uitzicht" Mijns inziens een uiterst waar devolle suggesth als startpunt voor de partij vernieuwing; een suggestie die ais zij slaagt ook van betekenis kan zijn voor de organi satie van de samenwerking met de groeperingen, die weliswaar op grond van een andere levensvisie toch tot eenzelfde radicaliteit be reid zouden blijken te zijn. Of wat de christelijke partijen betreft met dit gemeenschappelijk program-in-grote-lijnen kan wor den volstaan is voor mij de vraag. Detaillering van het program, her ziening van de structuur van de partijen, de samenstelling van de besturen, fusie van of federatieve samenwerking tussen aldus her vormde christelijke partijen, al de ze zaken zullen als het program- in-grote-lijnen aan zijn doel wil beantwoorden ongetwijfeld mede op tafel moeten komen. Dit neemt niet weg, dat de aan pak door deze groepering van spijt- en niet-spijtstemmers be pleit „zuurdesem zijn" m.i. ideëel realistisch genoemd mag worden, dat voortvarendheid ge wenst is en dat een zo breed mo gelijke steun van gelijkgezinden zou moeten worden toegejuicht. TERNEUZEN TEL. 01150 - 2395 HULST TEL. 01140 - 3191 hebben gedwaald bij het schrijven van mijn artikel, dat de werkelijke schuld de Morele Herbewapening treft, die uitgeefster is van bovengenoemd blad. DU is absurd. Ik ben overtuigd voor vechter van Morele Herbewapening en draag zelf volledige verantwoordelijk heid. Als alle mogelijke bladen in Ne derland allerlei katholieke hoogwaar digheidsbekleders zonder enige scrupu les op de hak nemen, dan staat het Nieuw Wereldnieuws vrij om mijn ar tikel te pliatsen dat niet uit breeklust, doch uit grote bezorgdheid is geschre ven. Overigens is opvallend dat men nergens mijn beweringen tracht te v.eerleggen, alléén van hun overtui gingskracht tracht te beroven door mij en Morele Herbewapening te discredi teren. ROME F. LARDENIUS De kritiek van de heer Lardenïus betreft ons commentaar, niet onze weergave van zijn artikel over veranderingen binnen de ka tholieke kerk in Nederland. Het artikel was generaliserend en daar op was onze kritiek gericht. (Re dactie) In antwoord op de reactie van de heer Schutte uit Chaam d-d. 1 april j.l. het volgende: de door de Rijkspolitie gebruikte DKW-motorrijwielen zijn in derdaad geen bromfietsen, daar trap pers, gele plaat en bel ontbreken. Het komt mij echter lang niet zo vreemd voor als de heer Schutte, dat het pu bliek deze ultralichte motorfietsjes met het uiterlijk van een bromfiets die van fabriekswege zijn opgevoerd en uitge rust met kickstarter, voetrusten, rem pedaal, claxon en kentekenplaat, aan ziet voor gewone bromfietsen vooral daar men met deze motoren herhaalde lijk op de rijwielpaden rijdt; dit is voorwaar geen normale en wettelijk toegestane handelwijze voor een motor rijder. Ook in een ander opzicht doen de desbetreffende Rijkspolitiemensen eerder aan doodgewone bromfietsers denken, namelijk wat betreft het -feit, dat deze agenten, die vroeger vnl. op Berin!-brommers patrouilleerden niet beschikken over een normaal rijbewijs A toch een eerste vereiste voor een motorrijder. Naar alle waarschijnlijk heid is de Rijkspolitie de mening toe gedaan het 't doel i.e. 't zo veelzijdig en veelvuldig mogelijk patrouilleren alle middelen heiligt, ook als hierdoor zowel het snelverkeer door de 49 cc-motortjes, die nauwelijks 65 km per uur kunnen halen, wordt opgehouden als het lang zaam verkeer op de toch al veel te smalle rijwielpaden door relatief snel voorbij stuivende motorfietsjes in ge vaar wordt gebracht. Breda. H. HERMANS Naschrift redactie: Het is inderdaad juist dat rijkspolitiemannen zonder in het bezit te zijn van een rijbe wijs A gebruik maken van lichte motorrijwielen. Daarvbor is echter aan de rijkspolitie ministeriële ont heffing verleend, evenals voor het mogen berijden van rijwielpaden met dergelijke motoren, indien de dienst dat noodzakelijk maakt. Hierbij maak ik bezwaar tegen een aantal stellingen door de heer van Eersel in marine VIII naar voren ge bracht. Allereerst geloof ik niet, dat zeden misdrijven in de meerderheid door jon geren gepleegd worden. Verder vind ik het heel bezwaarlijk dat nozems en provo's gelijk gesteld worden. De Stem bedrijft ook al die vreemde vermenging van twee geheel verschillende zaken. In het bericht over de rel C.S. Amsterdam werd het woord provo herhaaldelijk gebruikt. Onjuist, want het waren geen provo's. Er was sprake van een mes en een fietsketting die gebruikt waren als wapen. Nu we ten we dat provo's slechts woorden, shocking levensfilosofie en op zijn hoogst rookbommetjes gebruiken als wapen. Hebben de provo's zich ooit gedistans^ cïeerd van de nozem's? (Redactie). Onlangs ontmoette ik een man, die beweerde zijn leven in de dienst des Heren gesteld te hebben. Maar al spoe dig bleek, dat deze broeder in Christus een ontzettende haat koesterde tegen de artistieke groepering van de mens heid. En ook ten opzichten van mij, daar ik ook een baard cn middellang haar heb. Ik ben ervan overtuigd dat er legio christenen zijn (voor mij met de kleine c,) die de artistiek geklede jongelui en ook ouderen om deze wijze van vrijheidsbesef negeren en zelfs ha ten. En zelfs durven veroordelen. Dan zeg ik tot dezulken: leest u Godswoord eens aandachtiger waar staat geschre ven: wie een ander oordeelt of ver oordeelt, veroordeelt zichzelve. En daar komt notabene bij, dat de baard en het haar een schepping Gods zijn. En de mens tot een sieraad werd gegeven Zou God zich dan vergist hebben in Zijn schepping? Ik geloof het niet, Hij maakte een volmaakte mens met baard en haar op het hoofd. Toen de meisjes een hele tijd kort haar droegen hadden deze zelfde lie den commentaar. Nu de meisjes lang haar dragen zegt men ,,die grieten met dat vieze lange haar" Maar door mijn ontmoetingen met deze langharige mannen en vrouwen jongens en meisjes, heb ik geleerd om deze mensen anders te bekijken. Daar er onder hen legio waarachtige Christenen zijn en dan met een grote C. Tot allen die dus zoveel kritiek rPnd°en ht Z6g !k dan °0k: Sa tot God en bid om verlossing van de sa tanische geest der kritiek. En verwijdert eerst de balk uit uw ter bi°zdnaof°hens de ander op de splin- ter in zijn of haar oog te wijzen. baard b" g®tuigen ondanks mjjn baard en lang haar; ik geloof Jezus en Z1JB bloed maakt mij en een h^S«eand Wltt®r dan sneeuw'. En hij heeft ieder schepsel rechthartelijk lief m-tistfekeün^en. Breda Br. J. H. Cru]

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 11