AN
ve
„Werkelijke bewogenheid nodig
met het lot van de medemens..
Juist nu behoefte aan radicale
christelijke politiek
papier
voor
uw
^pen
Harmonie
Voorbeeld
„Als de wereld en ook Nederland ziek
is van materialisme, dan hebben wij
ook in de politiek leiders nodig die
dat durven zeggen"
Welke wegen
Ander gezicht
(VOLVO)
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 15 APRIL 1967
iebureau
r#
Door drs.
P. C W. M.
BOGAERS,
oud-m mister
van
Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening
fc
Goedkoop aardgas
Geen kitsch voor kleuters
Nederlandse katholieken
GARAGE
H. F. v. OOSTERHOUT
Bromfietsen III
Marine XI
Artistiekeli'ng ook
kind van God
LI
11
IQ
ïisch gebied, want
adien nooit meer
monopoliepositie
>e waren er van-
ikkeling van Am-
re steden in Hol-
msen. Een bijzon-
stad te verduren
toen de moeilijk-
k en de ondergang
Indische Compag-
;e van de oorlog
rrankrijkl de ge-
n veranderden in
eveer alle landerij-
moesten worden
inciële positie van
saneren. En het
uird voor Middel-
1 klein maar be
an terug te win-
zeker na de val
1585, door Amster-
in economisch op-
de plan geschoven,
iddelburg was on-
1600 werd vanuit
eid handel gedre-
le door de toevloed
duchtelingen uit het
wolgen. Reeds in
adsuitbreiding ten
am plaats en een
er werd de opper-
1 zelfs verdrievou-
ha). Er was werk
overvloed voor de
;volking, die in het
de 17e eeuw met
punt bereikte.
later. In begin fe-
de Patriotten de
steeds welvarende
iden. En dat bete
tot de tweede val
De stad verloor in
inkrijk tegen Enge-
:veer al haar han-
Het bevolkingsaan-
iruit en er kwam ar-
muren. De graan-
d van redelijke bloei
een zware slag door
leeuwsch-Vlaanderen.
■an het Franse be-
enige ordening maar
jke verbetering. En
lor de bevrijding in
e herstel bleef uit,
[fs de niet geringe re-
of althans te weinig
kwam in 1817_ een
al gereed, Middel-
gentschap van de Ne-
lel Maatschappij, er
gedaan de theehan-
doen herleven, maar
erhoudingen waren zo
,gd, dat al deze maat.
os bleven.
in Middelburg als ha
il af. Er kwamen an-
sen met een veel be«
zij ontnamen Middel-
3r. W. S. linger, tot zijn
ispecteur van de ge-
terschapsarchleven in
rvoor o.m. gemeente-
iddelburg, besloot des-
„Geschiedenis van
imtrek" allerminst op-
doorlog herrees Mid-
i uit haar as, ditmaal
Dat een derde bloei-
an lijkt echter, gezien
zigde omstandigheden,
ik". Maar ook die ver-
iglieden zijn inmiddels
een basiscontributie,
;emene kosten worden
ie verschillende activi-
xtra-bijdragen gegeven,
iingen, die niet of nog
n b. en w. is gevraagd
.ijden van de Stations
kunnen worden, v
ie verbinding van Aura
ïm. De openmgstijden
istgelegd in een tras
om een dependan"
:atiebureau in Auia g
:en zijn voorlopig alg
fwijzende houding
gingen. B. en w. z«n
eventueel een woning
stellen. Het bestuur
anigingen blijft
op de Kruisverenijin
id. De wijkverenigfflg
irgumenten naa!L dan
dat m iets
baby's in Middelburg
eboren. „..«aring
i verrassende e^a is.
onden in Zuid een
eworden. Achtera
elijke verklaring
len waren te g de
ractie (een keer
l wijkverenlïng haar
'^drwijkvereni^
liddels contact op>g
afpunt, de stichting.
erk in Middelburg
ijkvereniging w" til
ing samenwerkden
aanspraak kan het
ijkssubsidie en m
oeve van de l®"fchten
ilp van beroepskr
't
samenwerking uj;evas-
ogelijk nog dit jaar
;r "broeit iets to M/75Ó
g-Zuid. Men
nvader bu eefA,ieden.
iaardag iets a?n0„dei'e
aan een f1^,. gun
de eerste gaSlzdat. de
het dierenpark e.
in rZufd "aangelegd
actief maar ook 'eu
Deze bijdrage zou ik willen beginnen met het op tafel leggen van
de misschien wat provocerend klinkende stelling, dat er nauwelijks
een tijdperk in de moderne tijd is aan te wijzen, waarin meer be
hoefte bestaat aan een door geestelijke overtuiging geïnspireerde
politiek dan de periode, waarin wij thans leven.
„Men is tot het inzicht gekomen" - aldus citeert Prof. Dr. P. J.
Bouman in zijn boek Vijf stromenland G. F. Kennan - „dat de be
langrijkste problemen van het moderne leven beginnen na het be
reiken van materiële overvloed". Deze problemen zijn voor een groot
deel van geestelijke aard. Aan de oplossing van die problematiek kan
een vanuit een bepaalde levensbeschouwing gevoerde politiek m.i.
een veel belangrijkere bijdrage leveren dan een z.g. doelmatigheids-
politiek. Naast het humanisme en het socialisme zal in het bijzonder
een door de christelijke visie op mens en maatschappij geïnspireerde
politiek van betekenis blijken te zijn.
Ondanks de dikwijls mogelijk
blijkende overeenstemming in het
practische vlak zijn er tussen
christendom en humanisme diep
gaande verschillen. Die moeten wij
niet verdoezelen door allen in één
organisatie te willen persen. Want
door dat te doen op grond van
het argument dat men elkaar op
het praktische vlak zo dikwijls
weet te vinden kan de geestelij
ke inspiratie zélf m.i. de be
langrijkste bron van goed en ef
ficiënt politiek handelen ge
makkelijk opdrogen. Beter: twee
of meer verschillende bronnen
van inspiratie dan geen (groeps)
inspiratie. Waaruit bestaat nu die
specifieke bijdrage van de christe
lijke politiek
Alvorens deze vraag te beantwoor
den, eerst een prelabele vraag:
wat moet het doel zijn van elk po
litiek handelen? In vier woorden
gezegd: bevorderen van menselijk
geluk. Voor de christen-politicus is
dit doel gebaseerd op de hem op
gelegde plicht: de wereld een be
tere afstraling te doen zijn van
de Schepper.
Dit bevorderen van het menselijke
geluk ls voor hem afhankelijk van
het verbeteren van
a) materiële voorwaarden en
b) immateriële voorwaarden.
Ad a. Onder de materiële voor
waarden vallen o.m. het kunnen
verrichten van arbeid tegen re
delijke voorwaarden; het kunnen
bewonen van een huis; het zich
kunnen recreëren; het kunnen
volgen van onderwijs, het zich
kunnen verplaatsen etc.
Ad b. De immateriële voorwaar
den voor het menselijk geiuk zijn
van een geheel andere orde van
grootte. Zij hebben deels betrek
king op het menselijker maken
van de diverse hierboven genoemde
onderdelen van de materiële vooi-
waaraen:
Menswaardige arbeid, hetgeen
Impliceert de mogelijkheid
om in zijn arbeid iemand te
zijn;
Menswaardige woning, net-
geen impliceert dat bij de
constructie van woning en
woonomgeving primair uitge
gaan moet worden van de
vraag: welke eisen stelt de
mens uit hoofde van zijn ge-
iukstreven aan woning en
woonomgeving;
een zodanige ruimtelijke ont
wikkeling in ons land, dat de
mens ook in zijn woonomge
ving de gebieden vindt, waai
hij weer fot zich zelf kan
komen.
Daarnaast is voor 't menselijk ge
luk van minstens evenveel belang
zijn persoonlijke houding tegen
over al het geschapene en zijn
Schepper; het zich realiseren van
een hiernamaals en de consequen
ties die dit meebrengt voor het le
ven op deze wereld.
sen aCUBA
daar in Zuia-
Wellicht verwacht u, dat ik uit
uit onderscheid tussen materiële
en Immateriële voorwaarden de
conclusie trek, dat de christelijke
Politiek zijn specifieke betekenis
ontleent aan het benadrukken van
on het inhoud geven aan deze
tweede categorie voorwaarden.
Hoe belangrijk die ook zijn, het
Hezen van de christelijke politiek
en de opdracht aan de christen-
Politicus zou ik liever willen om
schrijven als het zo goed mogelijk
»et elkaar in harmonie brengen
van de volgende schijnbaar met el
kaar in tegenspraak zijnde taken:
1. zich volledig Inzetten om de ma
teriële voorwaarden voor het
menselijk geluk voor alle men
sen zo goed mogelijk te doen zijn,
daaronder begrepen: het steeds
meer „vermenselijken" van deze
voorwaarden; een en ander op
grond van de hem gegeven op
dracht: de wereld een betere af
straling te laten zijn van zijn
Schepper. (Laatstgenoemde op
dracht moet voor de christen-po-
titicus de bron zijn, die hem
steeds weer opnieuw in staat stelt
wei
aan de zwaarste eisen te vol
doen).
2. Tegelijkertijd aandacht vragen
voor de relativiteit van alle po
litiek handelen voor het mense
lijk geluk en van de materiële
voorwaarden hiervoor; hij zal de
moed moeten hebben te stellen,
dat ondanks al zijn inspanningen
op het vlak van de materiële
voorwaarden, dat menselijk ge
luk in zijn volledigheid hier op
deze aarde n i e t te bereiken is en
dat, voorzover het wel bereikbaar
is, het minstens in dezelfde zo
niet in meerdere mate afhanke
lijk is van de persoonlijke hou
ding van de individuele mens te
genover Schepper en geschapene
(moreel gedrag, houding in het
arbeidsproces, sociale gezindheid,
zijn instelling t.o.v. het materiële
etc.).
Ik heb in het begin van deze
bijdrage gezegd dat waarschijnlijk
géén tijd meer behoefte heeft aan
een levensbeschouwelijk geïnspi
reerde politiek, waaronder in het
bijzonder echt christelijke politiek
(Evangelische radicaliteit) dan de
tijd waarin wij leven Ik wil dit
aan de bend van de tweeledige
taakstelling voor de christelijke
politiek met enige praktische
voorbeelden trachten te verdul
delijken.
1. Nederland is op het ogenblik
het dichtst bevolkte land ter
wereld. Op het 12e Overijssels
Appèl van de K.V.P. (Maart
'65) heb ik in verband daarme
de gezegd, dat de opdracht
Nederland bewoonbaar te ma
ken en bewoonbaar te houden
een veel moeilijker vraagstuk
ls dan het oplossen van de
woningnood, omdat laatstge
noemde nood met behulp van
expansie van de produktle kan
worden bestreden; bij de ruim
telijke ordening en het leef
baar houden van ons land
gaat het daarentegen om het
steeds weer opnieuw verdelen
van voortdurend schaarser
wordende ruimte over een
aantal ln omvang en intensi
teit stijgende aanspraken
daarop Wil deze problematiek
op menselijke wijze worden
opgelor', dan is niet te ont
komen aan een enorme
krachtsinspanning veelal in
de vorm van investeringen
op het gebied van het wo
nen het werken, het verkeer,
de recreatie, het onderwijs etc.
(Materiële voorwaarden). Deze
taak is niet te vervullen, als
wij niet tegelijkertijd iets
doen aan het niveau van de
besparingen. Dat wil zeggen,
dat wij als het ware de barri
caden op zullen moeten om
het Nederlandse volk er van te
overtuigen, dat de spaarquote
(het aandeel van de besparin
gen in het nationale inkomen)
vergroot zal moeten worden
ten koste van een wat minder
sterke groei van de consump
tieve bestedingen. Hierin zul
len wij niet slagen, als de su
per-materialistische geest van
deze tijd niet wordt omgebo
gen (voorwaarde van imma
teriële aard).
Dit laatste t? tevens van on
schatbaar belang voor een
meer positieve benadering van
het probleem van de ontwik-
kelingshulD. „De wereld ls
ziek van egoïsme", is een van
de conclusies, die men moet
trekken uit de encycliek „Po-
pularum Progressie Ik ben
pr van overtuigci, dat dit
vraagstuk - wellicht het
grootste probleem van deze
tiid niet zal worden opge
lost, als wij ons beperken tot
z g doelmatigheidsargumen
ten. Als aan ons handelen op
dit terrein geen geestelijke in
spiratie ten grondslag ligt,
als wii de ontwikkelingslanden
niet tegelijk met de betere
materiële voorwaarden door
eigen voorbeeld laten zien dat
menselijk welzijn belangrijk
meer omvat, dan zullen wij
2.
niet slagen. Dan zal én de ma
teriële en technische hulp be
langrijk blijven beneden wat
nodig is én de geest van het
super-materialisme overwaai
en naar deze gebieden.
Maar deze verandering van men
taliteit, zo zult u mij tegenwerpen,
is toch niet primair een taak van
de politici. Men zal zelfs geneigd
zijn te stellen, dat de politiek daar
überthaupt weinig aan kan doen. Ik
meen te mogen zeggen, dat dit een
„understatement" is van de taak
van de politici. Als de wereld, als
speciaal de westelijke wereld en
óók Nederland ziek is van materia
lisme, dan hebben wij ook in de po
litiek leiders nodig, die dat durven
zeggen en die daaruit, voorzover
dat op hun terrein ligt, de conse
quenties durven trekken. Dit dur
ven zeggen vanuit hun verantwoor
delijkheid om daarmede o.a. het
klimaat te verbeteren voor de In
stituten, wier primaire taak het Is
de mentaliteit van ons volk op een
hoger plan te brengen.
De politiek kan voorts het werk
van de kerken, van jeugdorgani
saties en andere op het gebied
van de geestelijke beïnvloeding
werkzame maatschappelijke instel
lingen vergemakkelijken door haar
subsidiebeleid.
Als in de verhouding tussen con
sumptieve bestedingen en bespa
ringen. Willen de welzijnsinves-
teringen en de hulp van de ont
wikkelingslanden niet in het ge
drang komen een wijziging
moet plaatsvinden ten gunste van
de besparingen, dan kunnen de
politici meer doen dan alleen de
spaarmentaliteit te beïnvloeden.
Het ligt in een dergelijke situatie
ook op de weg van regeringsver
antwoordelijkheid dragende poli
tici cm samen met de bestuurders
van de sociale organisaties prak
tische maatregelen uit te dokteren,
die een verhoging van de spaar
quote tot gevolg zullen hebben
(spaarloon, welzijnsfonds, gedeel
telijke financiering woningwet-
bouw door bewoners, bevordering
eigen woningbezit etc.).
Het ligt dan eveneens op hun weg
reeds lang geleden ln wetten vast
gelegde overheidsuitgaven opnieuw
op hun doelmatigheid in deze tijd
te bekijken en als het niet anders
kan zullen zij de moed moeten
't feit, d'.t na 19 eeuwen Christen
dom er nog teveel „onduldbare
schandalen" op deze wereld wor
den gevonden en de daaruit voort
vloeiende plicht om de mooiste
menselijkheidsleer, die er bestaat
nu doelbewust in praktijk te bren
gen. Als ik daarom pleit voor
handhaving van de christelijke
visie op mens en maatschappij als
een van de bases voor partijvor
ming bij de komende hervorming
van het Nederlandse partijwezen,
dan pleit ik echter tegelijkertijd
voor een ander concreet gezicht
van de christelijke politiek. Dan
pleit ik heel in het bijzonder voor
"het bij elkaar gaan staan van al
degenen, die in hun politieke han
delen gedreven worden of gedre
ven willen worden door de Bergre
de, door Evangelische radicaliteit,
door progressief Christendom of
welk ander begrip men hiervoor
ook wil gebruiken.
En tot degenen, die niet van
christelijke huize zijn, maar
waarmee in de praktijk goed zal
kunnen worden samengewerkt,
zou ik willen zeggen; probeer te
begrijpen, dat voor ons sjouwen
als het moet: óók in de nacht
een noodzakelijke voorwaarde ls
ook al spreken wij dat niet
graag openlijk uit die onuitput
telijke bron, die Evangelie wordt
genoemd; dat voor ons de imma
teriële voorwaarde voor het men
selijk geluk van onschatbare be
tekenis zijn; dat wij elkaar als
progressieve christenen nodig heb
ben om wat deze tijd op het ge
bied van de immateriële voorwaar
den vraagt te concretiseren en te
formuleren en dat wij vanuit dit
eigen huis ons best zullen doen
hebben te verdedigen dat de be
lastingdruk niet lager maar hoger
zal moeten worden.
Men onderschatte ln de strijd
tegen het super-materialisme bo
vendien niet de morele kracht van
het zelf door de overheid gegeven
voorbeeld, terwijl het voorts goed
zou zijn zich eens af te vragen of
ln het licht hiervan in het ver
leden genomen besluiten zoals b.v.
betreffende de reclame op de t.v.
en de kleurentelevisie wel zo'n ge
lukkige besluiten zijn geweest.
Spaarquote verhogen en de groei
van de consumptie wat terugdrin
gen is wel heel erg moeilijk in een
maatschappelijk klimaat, waarin
op velerlei wijzen een steeds ho
gere materiële welvaart nü als het
hoogste goed wordt gepredikt.
Dit is nog maar één uit meerdere
discrepanties tussen leer en maat
schappelijke werkelijkheid, waar
van het moderne leven vol ls en
die de mensheid niet gelukkiger
maakt.
De christelijke visie op mens
en maatschappij zullen wij in de
toekomst waarschijnlijk even
eens dringender nodig hebben
dan in het verleden op de ter
reinen: jeugdpolitiek, onder
wijspolitiek, geestelijke volks
gezondheid, cultuurpolitiek, be
scherming openbare orde en
goede zeden, huwelijk en gezin,
gezag en vrijheid, bescherming
van de persoonlijke levenssfeer
etc.
Niet 't feit, dat christenen be
tere mensen zouden zijn, geeft mij
het recht te pleiten voor het be
houd van christelijke politiek. Wel
een samenwerking met u, die be
houd van uw geestelijke grondslag
als basis voor politiek handelen
op minstens even; veel prijs stelt
als wij de onze, te organiseren en
deze samenwerking een concrete
en als het kan een steeds concre
tere gestalte te geven.
Heb ik mij in het voorgaande
duidelijk uitgesproken voor het
behoud van de christelijke visie
op mens en maatschappij als par
tijgrondslag, even expliciet heb
Ik gesteld dat die grondslag dan
ook moet leiden tot een program
van evangelisch radicalisme. Bo
vendien zal men zich door hét be
wust willen organiseren van sa
menwerking met anderen maxi
maal moeten inzetten voor de rea
lisering van een dergelijk program.
Hetgeen in par. 1 is gesteld, zal
m.i. nooit bereikt worden, zolang
wij wat de K.V.P. betreft te maken
hebben met een party, die (ik geef
een paar voorbeelden):
- het Kabinet-Marijnen verwijt
niet voldoende oog te hebben
voor de grote structurele vraag
stukken van deze tijd, maar het
Kabinet-Cals dat juist hierin zijn
hoofdtaak zag naar huis stuurt.
- ln haar verkiezingsprogramma
terecht weer opnieuw aan de
aanpak van die structurele
vraagstukken een hoge prioriteit
toekent maar vervolgens afkoerst
op een Kabinet, waarvan eerder
vermindering dan vergroting van
aandacht voor deze problematiek
mag worden verwacht.
- in de verkiezingsstrijd onaan
vaardbaar noemt 'n verlangen
van de P.v.d.A. om de ontwikke
lingshulp te laten uitgroeien tot
2 pet. van het nationaal inkomen.
Wil er duidelijkheid in de poli
tiek komen, dan zal men de stel
ling dat Christelijke Politiek per
definitie links van het centrum
staat niet alleen waar moeten ma
ken in het programma, maar ook
in haar daden. Welke weg of beter
gezegd welke wegen hiertoe kun
nen leiden, daarop zullen wij in
gaan in de volgende par.
Wil er duidelijkheid komen ln
de politieke verhoudingen, willen
wij maximale kansen scheppen op
de realisering van een vooruit
strevend en het hart aansprekend
program, dan moeten wij afkoer
sen op een constructie, die een der
gelijke groepering de absolute
meerderheid kan bezorgen.
Een groepering, die
het aandurft: vóór de verkie
zingen een duidelijke partner
keuze te doen;
de verkiezingen ingaat met
een gemeenschappelijke pro
gram, zodat bij het behalen
van de meerderheid de hoofd
lijnen van het Regeringspro
gram vastliggen;
reeds vóór de verkiezingen
niet alleen afspraken maakt
betreffende de kandidaat-Mi
nister-President maar, indien
enigszins mogelijk in die pe
riode ook reeds de namen be
kend maakt van de kandidaat-
Ministers, waardoor het mo
gelijk zou worden, indien die
absolute meerderheid wordt
gehaaid, af te komen van het
vernederende spelletje poli
tieke domino, waarover zo
velen zich gedurende de laat
ste formatie intens geërgerd
hebben. Bovendien zou hier
door kunnen worden bereikt,
dat de zwaarste en de grootste
verantwoordelijkheid vragende
ambten, die ons land kent, be
zet worden door personen, die
zich hierop tijdig kunnen
voorbereiden, en hierover niet
meer behoeven te beslissen in
een onvoorstelbaar korte span
ne tijds en na uitsluitend te
lefonisch contact.
Hit hetgeen in par. 1 Js gesteld
volgt, dat ik deze vooruitstrevende
groepering zou willen zien ont
staan uit samenwerking tussen een
progressief-christelijke beweging
en degenen met wie niettegenstaan
de een geheel andere levensvisie
toch overeenstemming kan worden
bereikt voor een het hart aanspre
kend en het gemoed in beweging
brengend program.
Het Is thans nog te vroeg om over
de weg daar naar toe concrete sug
gesties te uiten. Niet te vroeg daar
entegen - eerder het tegendeel - Is
het om de progressief-christelijke
beweging van de grond te laten ko
men. Hierover zijn onlangs prakti
sche suggesties gedaan door een
groepering, die bestaat uit de spijt
stemmers in de A.R.P. en enige ge
lijkgezinden uit K.V.P. en C.H.U.,
suggesties, die hierop neerkomen,
dat nu actie binnen deze partijen
moeten worden gevoerd om leden
en kiezers mee te krijgen voor een
christelijk radicale politiek.
Mr. Erik Jurgens een van de
K.V.P.-leden van deze groepering
heeft dit uit de doeken gedaan
in een artikel in de Tijd van 30
maart 1967. Met grote instemming
heb ik in dit artikel o.m. de vol
gende passage gelezen
„De vernieuwing zal moeten be
staan in het zich bewust worden
dat politiek 'bedrijven vanuit een
christelijke levensvisie niet vrij
blijvend kan zijn; dat het christen-
zijn dwingt tot een radicaliteit, tot
een werkelijke bewogenheid met
het lot van de medemens en van
de volkerengemeenschap als ge
heel."
Mr. Jurgens c.s. willen die ver
nieuwing bereiken door middel
van een interpartij-lijke werkgroep,
(ADVERTENTIE)
In Oosterhout moeten we de gas-
rekening en de rekening van het elec-
tra voortaan op de post betalen, maar
de kosten iedere maand 25 cent voor
storting moeten w» zelf betalen.
De directeur van het gaskantoor
schreef in een brief, dat tegen de
stortingskosten wel geen bezwaar zal
zijn omdat we straks goedkoop aardgas
krijgen, maar hoe is het mogelijk dat
zo'n directeur zulke waanzin uit kan
kramen?
Alles wordt maar duurder en wij
moeten als A.O.W.-er toch al veel
moeite doen om rond te kunnen komen.
Nou moeten we de gasfabriek achterna
lopen en dat is voor veel mensen toch
al een groot ongemak en het kost nog
geld om je geld kwijt te raken. Mag
dat nou allemaal zo maar en is daar
nou niemandal aan te dóen?
OOSTERHOUT B. L. van W.
In Dagblad „De Stem" van zaterdag
7 april jl. las ik een artikel over de
momenteel in het cultureel centrum
„De Beyerd" geëxposeerde kunstwer
ken. Zoals daar vermeld staat, worden
deze werken uitgeleend aan Bredase
onderwijsinstellingen met uitzondering
van het kleuteronderwijs.
Deze uitzondering wordt niet met
redenen omkleed, zodat ik als kleuter
leidster concludeer, dat het kleuter
onderwijs wéér (zoals dikwijls het ge
val is) van de andere takken van on
derwijs wordt gediscrimineerd. Dit,
terwijl er in principe alleen sprake is
van een gedifferentieerdheid.
Vanuit de kinderpsychologie weet
men, dat een kleuter in een emotionele
periode verkeert. Hetgeen betekent, dat
het kind op deze leeftijd zijn „Umwelt"
emotioneel benadert, waarneemt en be
leeft. In deze ontwikkelingsfase dient
het kind met goede, verantwoorde (dus
ook kunstzinnig verantwoorde) voor
werpen in aanraking gebracht te wor
den. De basis voor de ontwikkeling van
de schoonheidservaring wordt nu ge
legd.
Dus: een cliché-tekening die door de
leidster op het schoolbord gezet wordt
moet vervangen worden door een kunst
werk. Als wij kleuters kitsch geven
met de gedachte: „Och, het is maar
een kleuter", staat het schoolkind, de
puber enz. minder open voor het goe
de, het ware en het schone. In de
kleuterperiode moet dit ontsloten wor-
den.
Wat met bovenstaande gezegd wil
zijn is, dat het mij een genoegen zal
zijn indien aangetoond kan worden
waarom dit onderscheid is gemaakt.
BREDA Mevr. J. H. Sips-Veurink
Met verbazing heb ik de kritische be
spreking in uw blad d.d. 24 maart
1967 van mijn artikel „Nederlandse
katholieker denken anders" in het
kwartaalblad „Nieuw Wereldnieuws"
gelezen. Hiermee beoogde ik een bij
drage tot de dialoog over de hoogno
dige vernieuwing in onze wereldkerk.
Uw reactie getuigde van onverdraag
zaamheid ten aanzier van wat afwykt
van het in Nederland bij pers, radio
en tv geldende geluid. Blijkbaar is men
nog niet toe aan een waarlijk democra
tische gedachtenwisseiing. De pas ge
opende gettopoorten van het Nederl.
kath. volksdeel gaan toe zodra iemand
de mening van zich ten onrechte pro
gressief noemende publicisten aan durft
te vallen.
Ik stel er prijs op mij uitdrukkelijk te
distantiëren van de conservatieven-tot-
elke-prijs. Vaak zijn in Rome artikelen
aangevallen of zelfs geweigerd omdat
ik voor echte vernieuwing pleitte.
U ontzegt mij deskundigheid over de
Ned. kath. kerk omdat ik te Rome
woon en werk. Mag ik u erop wijzen
dat ik elke week de Nederlandse dag
en weekbladpers doorneem, tijdens het
concilie ontelbare gesprekken met Ne
derlandse prelaten en persmensen heb
gehad, verschillende malen per jaar
voor langere tijd in Nederland verblijf
en deskundig genoeg inzake de Ne
derlandse situatie geacht werd om
daarover voor de Italiaanse TV ie
spreken? In ieder geval ben ik heei
wat deskundiger inzake het Nederland
se katholicisme dan vele Nederlandse
journalisten, vaak niet eens belijden Ie
katholieken, die scherp oordelen over
allerlei verschijnselen in onze kerk
buiten de Nederlandse grenzen.
U zegt dat ik in onwetendheid zou
die moet proberen een gemeen
schappelijk program-in-grote-lijnen
te formuleren. „Door dat program
in elk der partijen ingang te doen
vinden zou aan die partijen een
nieuw élan, een voor de kiezer
herkenbare en onmisbare bewo
genheid kunnen worden gegeven."
Met deze suggestie wordt inge
haakt op een van de conclusies
van het rapport van het Centrum
voor Staatkundige Vorming:
„Beeld van 1966 poging tot in
zicht en uitzicht"
Mijns inziens een uiterst waar
devolle suggesth als startpunt
voor de partij vernieuwing; een
suggestie die ais zij slaagt ook van
betekenis kan zijn voor de organi
satie van de samenwerking met de
groeperingen, die weliswaar op
grond van een andere levensvisie
toch tot eenzelfde radicaliteit be
reid zouden blijken te zijn.
Of wat de christelijke partijen
betreft met dit gemeenschappelijk
program-in-grote-lijnen kan wor
den volstaan is voor mij de vraag.
Detaillering van het program, her
ziening van de structuur van de
partijen, de samenstelling van de
besturen, fusie van of federatieve
samenwerking tussen aldus her
vormde christelijke partijen, al de
ze zaken zullen als het program-
in-grote-lijnen aan zijn doel wil
beantwoorden ongetwijfeld mede
op tafel moeten komen.
Dit neemt niet weg, dat de aan
pak door deze groepering van
spijt- en niet-spijtstemmers be
pleit „zuurdesem zijn" m.i.
ideëel realistisch genoemd mag
worden, dat voortvarendheid ge
wenst is en dat een zo breed mo
gelijke steun van gelijkgezinden
zou moeten worden toegejuicht.
TERNEUZEN TEL. 01150 - 2395
HULST TEL. 01140 - 3191
hebben gedwaald bij het schrijven van
mijn artikel, dat de werkelijke schuld
de Morele Herbewapening treft, die
uitgeefster is van bovengenoemd blad.
DU is absurd. Ik ben overtuigd voor
vechter van Morele Herbewapening en
draag zelf volledige verantwoordelijk
heid. Als alle mogelijke bladen in Ne
derland allerlei katholieke hoogwaar
digheidsbekleders zonder enige scrupu
les op de hak nemen, dan staat het
Nieuw Wereldnieuws vrij om mijn ar
tikel te pliatsen dat niet uit breeklust,
doch uit grote bezorgdheid is geschre
ven. Overigens is opvallend dat men
nergens mijn beweringen tracht te
v.eerleggen, alléén van hun overtui
gingskracht tracht te beroven door mij
en Morele Herbewapening te discredi
teren.
ROME F. LARDENIUS
De kritiek van de heer Lardenïus
betreft ons commentaar, niet
onze weergave van zijn artikel
over veranderingen binnen de ka
tholieke kerk in Nederland. Het
artikel was generaliserend en daar
op was onze kritiek gericht. (Re
dactie)
In antwoord op de reactie van de
heer Schutte uit Chaam d-d. 1 april j.l.
het volgende: de door de Rijkspolitie
gebruikte DKW-motorrijwielen zijn in
derdaad geen bromfietsen, daar trap
pers, gele plaat en bel ontbreken. Het
komt mij echter lang niet zo vreemd
voor als de heer Schutte, dat het pu
bliek deze ultralichte motorfietsjes met
het uiterlijk van een bromfiets die van
fabriekswege zijn opgevoerd en uitge
rust met kickstarter, voetrusten, rem
pedaal, claxon en kentekenplaat, aan
ziet voor gewone bromfietsen vooral
daar men met deze motoren herhaalde
lijk op de rijwielpaden rijdt; dit is
voorwaar geen normale en wettelijk
toegestane handelwijze voor een motor
rijder. Ook in een ander opzicht doen
de desbetreffende Rijkspolitiemensen
eerder aan doodgewone bromfietsers
denken, namelijk wat betreft het -feit,
dat deze agenten, die vroeger vnl. op
Berin!-brommers patrouilleerden niet
beschikken over een normaal rijbewijs
A toch een eerste vereiste voor een
motorrijder. Naar alle waarschijnlijk
heid is de Rijkspolitie de mening toe
gedaan het 't doel i.e. 't zo veelzijdig en
veelvuldig mogelijk patrouilleren alle
middelen heiligt, ook als hierdoor zowel
het snelverkeer door de 49 cc-motortjes,
die nauwelijks 65 km per uur kunnen
halen, wordt opgehouden als het lang
zaam verkeer op de toch al veel te
smalle rijwielpaden door relatief snel
voorbij stuivende motorfietsjes in ge
vaar wordt gebracht.
Breda.
H. HERMANS
Naschrift redactie: Het is inderdaad
juist dat rijkspolitiemannen zonder
in het bezit te zijn van een rijbe
wijs A gebruik maken van lichte
motorrijwielen. Daarvbor is echter
aan de rijkspolitie ministeriële ont
heffing verleend, evenals voor het
mogen berijden van rijwielpaden
met dergelijke motoren, indien de
dienst dat noodzakelijk maakt.
Hierbij maak ik bezwaar tegen een
aantal stellingen door de heer van
Eersel in marine VIII naar voren ge
bracht.
Allereerst geloof ik niet, dat zeden
misdrijven in de meerderheid door jon
geren gepleegd worden.
Verder vind ik het heel bezwaarlijk
dat nozems en provo's gelijk gesteld
worden. De Stem bedrijft ook al die
vreemde vermenging van twee geheel
verschillende zaken. In het bericht over
de rel C.S. Amsterdam werd het woord
provo herhaaldelijk gebruikt. Onjuist,
want het waren geen provo's. Er was
sprake van een mes en een fietsketting
die gebruikt waren als wapen. Nu we
ten we dat provo's slechts woorden,
shocking levensfilosofie en op zijn
hoogst rookbommetjes gebruiken als
wapen.
Hebben de provo's zich ooit gedistans^
cïeerd van de nozem's? (Redactie).
Onlangs ontmoette ik een man, die
beweerde zijn leven in de dienst des
Heren gesteld te hebben. Maar al spoe
dig bleek, dat deze broeder in Christus
een ontzettende haat koesterde tegen
de artistieke groepering van de mens
heid.
En ook ten opzichten van mij, daar
ik ook een baard cn middellang haar
heb. Ik ben ervan overtuigd dat er
legio christenen zijn (voor mij met de
kleine c,) die de artistiek geklede
jongelui en ook ouderen om deze wijze
van vrijheidsbesef negeren en zelfs ha
ten.
En zelfs durven veroordelen. Dan zeg
ik tot dezulken: leest u Godswoord
eens aandachtiger waar staat geschre
ven: wie een ander oordeelt of ver
oordeelt, veroordeelt zichzelve.
En daar komt notabene bij, dat de
baard en het haar een schepping Gods
zijn. En de mens tot een sieraad
werd gegeven Zou God zich dan vergist
hebben in Zijn schepping? Ik geloof
het niet, Hij maakte een volmaakte
mens met baard en haar op het hoofd.
Toen de meisjes een hele tijd kort
haar droegen hadden deze zelfde lie
den commentaar. Nu de meisjes lang
haar dragen zegt men ,,die grieten met
dat vieze lange haar"
Maar door mijn ontmoetingen met
deze langharige mannen en vrouwen
jongens en meisjes, heb ik geleerd om
deze mensen anders te bekijken.
Daar er onder hen legio waarachtige
Christenen zijn en dan met een grote
C. Tot allen die dus zoveel kritiek
rPnd°en ht Z6g !k dan °0k: Sa tot
God en bid om verlossing van de sa
tanische geest der kritiek.
En verwijdert eerst de balk uit uw
ter bi°zdnaof°hens de ander op de splin-
ter in zijn of haar oog te wijzen.
baard b" g®tuigen ondanks mjjn
baard en lang haar; ik geloof Jezus
en Z1JB bloed maakt mij en een
h^S«eand Wltt®r dan sneeuw'. En hij
heeft ieder schepsel rechthartelijk lief
m-tistfekeün^en.
Breda Br. J. H. Cru]