Pab!o de geweldenaar brengt spontane volksoplopen op de been alen ....voor kinderen is het een stuk opvoedingofschoon ,als je die laatste zaal ziet... EUVELE MOED GEKKENHUIS MASSASPEL 9 «..e moet soms op je tenen gaan staan om Picasso te begrijpen, maar het 'is de moeite waard. 1 DE WERELD Kan ik soms helpen Picasso kun je alleen op de juiste waarde schatten, als je voldoende arm slag hebt. (Van een onzer verslaggevei*s) AMSTERDAM - Pablo de gewel denaar, de Batman voor kunstmin- nenden, heeft nu ook de benauwde veste van vader Gijsbreght moeite loos in zijn houdgreep. De statistie ken op het zorgvuldig ontruimde bureau van museumdirecteur mr. E. de Wilde bewijzen het32.000 cultuurzoekers zijn sinds de opening van de tentoonstelling „Picasso" gepelgrimeerd naar de koele, witte ballen van het Stedelijk Museum in Amsterdam, waar de scheppings drift van de meester 180 maal heeft gezorgd voor een onbetaalbaar te- ben aan de wand. Dat komt er dus op neer, dat Picasso in de lage lan den voorlopig 1 op 3000 loopt. Drieduizend bezoekers offeren elke dag opnieuw drie gulden entree geld voor zijn tijdelijk walhalla: een absoluut, verbijsterend record, dat een eindresultaat van 200.000 beta lende gasten straks binnen hand bereik brengt. Tronend voor een veelkleurig werk je van favoriet Karei Appel houdt Mr. De Wilde (Eddy voor zijn vrien den) sinds veertien dagen zijn per soonlijke triomf nauwlettend op het kookpunt. Hij was indertijd de eerste Museumdirecteur buiten Frankrijk, die via zijn verklikkers hoorde, dat Parijs de 85-jarige Picasso ging eren met een monsterexpositie van zijn belangrijkste schilderijen. In vlie gende haast reisde hij naar Frank rijk, vanwaar hij terugkeerde met dé schriftelijke verzekering, dat Am sterdam het wierookvat van Parijs zou mogen overnemen. Is hij tevreden over de resul taten tot nog toe? Jurist De Wilde („Ik ben beslist geen kunsthistori cus, maar een liefhebber. In het Rijksmuseum zou ik bijvoorbeeld vol komen misplaatst zijn") zegt: „Een museum-directeur, die met Picasso in zee gaat, kan eenvoudig met ver drinken. De image van die man is van gewapend beton en ik hoef al leen maar te zorgen dat zijn schil derijen er keurig bij hangen. Daarom beschouw ik deze expositie ook niet als een absoluut hoogtepunt in mijn carrière. Het is wel een publiek suc ces dat waarschijnlijk de eerste vijf tig jaar niet meer geëvenaard wordt. In die zin is het een hoogtepunt. Picasso is er domweg, hij is een re volutionair par excellence. Je kunt het rustig eens of oneens met hem zijn mij persoonlijk spreken zijn blauwe en groene perioden ook niet zo aan maar zijn meesterschap moet je wel erkennen. De duizenden, die op datzelfde mo ment in heilig ontzag door zijn mu seum schuifelen, metselen collectief een hecht fundament onder zijn groot gelijk. Met tientallen stofferen ze de Picasso is voor ons eten en drinken hij er weer een uit. „Dat is voor u zeven vijftig mevrouw", en ter zijde: „Ik voel me net een warme bakker, die dingen vliegen weg als brood". Of hij de tentoonstelling al gezien heeft? Hij kijkt getroffen, alsof hem zojuist een oneerbaar voorstel heeft bereikt. Mag hij misschien gezond blijven en een gezegende ouderdom bereiken? Dank u. Begrijp hem goed. Hij heeft niks tegen kunst. Kunst Gogh heeft hangen: stilleven met bloemen en brug bij Arles. Als me neer een kunstkenner is, dan weet hij, welke werkjes hij op het oog heeft. En dan zal hij ook met hem eens zijn, dat het hele andere koek is. Zeker Picasso heeft enige leuke dingen gemaakt, maar wat hij later gebakken heeft. Is meneer al in de laatste zaal geweest? De zaal met het recente werk zal hij maar zeg gen? Het is overigens opmerkelijk hoe snel de opvattingen over een schil der kunnen veranderen. Veertien jaar geleden had ik de euvele moed een werk van Picasso aan te kopen. Ik' zat toen in Eindhoven. De meeste verklaarden me voor gek en er was zelfs sprake van een demonstratie ve optocht. Ik gooide het geld over de balk, riepen ze, ik had geen ver stand van kunst. Ze beriepen zich daarbij op een uitspraak van Picasso zelf, die ooit gezegd heeft, dat hij de wereld voortdurend bij de neus neemt. Achteraf is er niemand die zo'n kreet serieus durft te nemen. marmeren trappen, verdringen ze zich bij de loketten als gold het een pikante Zweedse film. „Een compleet gekkenhuis meneer", rapporteert de hevig transpirerende halportier, die telkens zijn stapel ca talogi telt, „want die dingen kosten drie knaken en ze jatten hier als ra ven". Gelukkig hij heeft ze nog steeds allemaal op een rij. Glimlachend vent an Sich dan, maar wel graag alles op zijn plaats. Niet te hooi en te gras een oog hier en een scheve mond daar. Waar is dat voor nodig. Hij weet best dat er een hoop lelijke vrouwen op de wereld rondlopen. Zijn eigen omgeving is er al mee vergeven, maar zulke wangedroch ten als er nou boven hangen, is hij toch nog nooit tegengekomen. Dat kan geen toeval zijn. Voor suppoost Krook hoeft ook niet alles. Hij is een règelrechte liefheb ber, die thuis in de goede kamer enige fraaie reprodukties van Van „Ik vind dat schilderij van jou veel leuker, Guus". Hij haalt de geüniformeerde schou ders op en vervolgt: „Dan zal meneer ook het liggend naakt niet zijn ontgaan. Nou, voor Krook hoeft het niet. Al thans niet zo. Mevrouw, mag ik uw toegangsbewijs effe zien?" Terwijl hij spreekt, gaat zijn ge oefend wakersoog voortdurend langs de deinende processie. Hij licht het toe: „Je hebt met zulke dure ten toonstellingen altijd figuren, die voor niks naar binnen willen. Wel voor vijf piek bij de Chinees eten, maar drie gulden voor een brok kunst, ho maar. Ik pik ze er zo uit. Als ze van die zuinige smoeltjes hebben, tien tegen een, dat ze geen geldig toegangsbewijs hebben. Van kinderen kan ik dat hebben, voor die is het een stuk opvoeding nietwaar. Of schoon, als je de laatste zaal ziet..." Peinzend kijkt hij naar een klasje, dat net aan de kubistische periode van Picasso toe is. Een jongen met provokrullen roept enthousiast: .Meester, zo'n ding heb ik vorige week ook gemaakt, maar dan in het blauw". Hij spreekt blauw uit op een manier, alsof het hem hevige pijn doet. De meester knikt. Het is hem ook niet ontgaan dat zijn leerlin gen de meeste werkjes van Picasso reeds in klasseverband vervaardigd hebben en naar zijn smaak nog aar diger ook. „In het abstracte werk", zegt hij troostend, „kan Picasso nog wat van het lager onderwijs in Ne derland opsteken. Mijn jongens heb ben de grootste moeite om een vent te tekenen met twee benen en twee handen, maar als het niet meer hoeft te kloppen, maken ze de geweldigste dingen". Zijn leerlingen vallen hem bij. Ze vinden Picasso een jofele schilder, maar bij elk werk, waarmee ze ge confronteerd worden, roept er wel een: „Ik vond die van jou veel leu ker, Guus". De meester worstelt on dertussen met het loodzwaar pro bleem, hoe hij zijn schare straks zon der paniek langs het liggend naakt kan loodsen. Hij heeft de tentoon stelling reeds bezocht en geconsta teerd dat er slechts een uitgang is, die men alleen via het gewraakte werk kan bereiken. Vlak voor de laatste zaal, roept hp opeens enthousiast: „Jongens, kpk daar eens" en als een Indianenopperhoofd stormt hij dwars door de zaal naar de uitgang. Achter hem volgt de klas in ganzepas, totdat er een „bloot" roept. „Ik heb het u gezegd", mompelt sup poost Krook, „de laatste zaal". Aan de andere kant van het mu seum marcheren de verse troepen de expositie binnen. Voor elk schilderij vormt zich een spontane volksop loop van grijsaards, huisvrouwen, tieners en onbestemde kunstenaars. Er wordt niet gelachen, nauwelijks gesproken. Alleen de officiële mu- seumgidsen wagen het de mond te openen, maar zelfs zij voeren het woord op de monkelende toon van radioreporters, die een biljartwed strijd verslaan. Directeur De Wilde heeft niet ovei dreven: uit Friesland, Limburg, uit verre Duitse provincies en Engelse gewesten zijn de vrouwenverenigin gen, plattelandsjongeren en natuur- bonden gerecruteerd om op deze wil. lekeurige, doordeweekse middag te figureren in het massaspel der toe gewijde zieners. De waardering schommelt tussen intense vervoering en totaal onbe grip. Binnen een minuut ontwaart men een gebaarde Duitser, dip met gevouwen handen in aanbidding ligt voor „Stilleven met gitaar" en een oude dame. die stappend met haar stok mompelt „Waarom heeft hij al die vrouwen zulke wanstaltige voe ten gegeven. Moet dat nou?" Tussen die menigte duwt suppoost Van Es- veld tevreden zijn wagen met ca talogussen voort. „Je moet blijven rijden", zegt hij in het voorbijgaan, „als je stilstaat, verkoop je niks. De directeur heeft er net weer 20.000 bijbesteld. Een pracht tentoonstel ling". En Picasso, hij schildert voort. DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 25 MAART 1967 Mr. E. de Wilde: „Een museum directeur, die met Picasso in zee gaat kan niet verdrinken". Suppoost Van Esveld: „Als je stil staat, verkoop je niks. Een pracht ten toonstelling."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 25