FRÈRE JEAN-MARIE DE NEGER OP DE SOFA DE HELE WERELD AAN HUIS HET PAASFEEST HEEFT GEEN IKOON SHALOM LIXENBERG TE KUIST DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 25 f4,50 per deel ZINSKREDIET MAART 1967 O. L. Vrouw van het Teken. Russische ikoon uit de 17e eeuw. DE afspraak was: om half drie. Het werd half vier. Frère Jean Marie opent de zware kloosterpoort van de St.-Paulusabdij in Oosterhout. Een tengere man met zwarte haardos neemt har telijk afscheid. „Het spijt me, dat ik u liet wachten. Maar deze Griek uit Montreal kwam me onverwacht vanuit Parijs enkele ikonen brengen. Ik kor hem toch moeilijk terugsturen. Op mijn reizen heb ik hem eens in Istanboel ontmoet. Door onze wederzijdse belangstelling voor de ikonografie zijn we bevriend gebleven". Maar niet alleen deze toe" vallige „Canadees" weet de weg naar de Oosterhoutse benedictijnen abdij. Uit alle delen van de wereld komt men naar frère Jean-Marie met zijn internationale faam van een kundig schilderijen-restaurateur; met name van ikonen. „Morgen komt er weer een meneer met een sarcofaag-afbeelding uit Kairo". r>E spreekkamer is donker. Hou- ten luiken. Heb alle tijd om drie ikonen aan de wand te bekijken. Maria boodschap; de geboorte van Christus en de Simeon-scène. Rood, blauw, goud. Niet zo statisch, maar nogal menselijk geschilderd. ,,Hebt u ze gezien?" vraagt de frère. „Zo juist heeft die Griek me de andere drie van dezelfde ikonostase ge bracht. Ze zijn uit het begin van de 18e eeuw; Grieks". We wandelen door de bakstenen westerse kloostergangen, die weinig van een oosterse ikonenmystiek heb ben. Het woTdt anders. Achter de deur: twee ruime kamers, waar tientallen ikonen hangen en staan opgesteld. Tientallen duizenden gul dens aan eeuwenoude kunstschatten. ,,Ik werk zonder geld; alleen op goed vertrouwen, dat anderen me geven. De vorige week ben ik nog naar Barcelona geroepen voor ad vies bij een aankoop. Heb toen daar in een klein winkeltje die St.-Jan, de evangelist, gekocht." Een prachtig Catalaans beeld uit de 15e eeuw kijkt naar de nog ingepakte ikonen op de vloer. „Daar zit een ikonostase- deur in. Juist aangekomen. Mmmm...." In zijn atelier restaureert hij de verknoeide of slecht onderhouden beeltenissen uit de oosterse litur gie. „De hele verflaag moet er dan af. Ik leg deze gewoon naast de plank of het doek. Werk op een duizendste millimeter. Het is als een huidtransplantatie door een chirurg verricht. Hier, dit is het uiterste. Een Moeder Gods van Kasan. Ik kocht twee jaar geleden in Damas cus een tachtig, negentig ikonen en kreeg deze van een jood cadeau". Het lijkt niet meer dan een door de wormen verteerde plank. „Stamt uit de 15e eeuw. Daar begin ik wel eens aan als ik tachtig ben, want ik werk niet voor mezelf. Ik heb gewerkt in Beiroet, Parijs en Vele andere steden. In ons klooster van de Montserat 'in Spanje ben ik tot nu toe alleen geweest als rappor teur. Wat een schatten!Ook uit Zuid-Amerika krijg ik veel opdrach ten. Met Londen, Brussel en Keulen heb ik contacten. Werd al verschil lende keren via Schiphol benaderd door b.v. een Amerikaanse, die tij dens haar vakantie twee schilderijen gerestaureerd wilde hebben of door die Duitse dame, waarvan een schil derij uit de 16e eeuw in Duitsland verknoeid was. XpEN broeder schenkt thee. De sir garettendamp slaat als een pro fanatie tegen de gulden ikonen. „Ja eigenlijk horen deze beeltenissen niet thuis in een museum", zegt frère Jean-Marie. „Het zijn liturgische „se- cramentalen". In het Tretjakowa- museum te Moskou zag ik onlangs bezoekers klandestien een ikoon ver eren. Tijdens de revolutie van 1917 zijn ze met duizenden verbrand of door vluchtelingen naar Europa mee genomen Stalin heeft wagonladingen met ikonen aan Duitsland en Oos tenrijk geruild voor meel. Als je honger hebt. In de 18e eeuw heb ben wij ook heel wat kerkelijke kunstschatten aan Engeland ver kwanseld. In Moskou zag ik de Ver loren Zoon van Rembrandt, die wij naar men mij daar vertelde voor f 1.150.- aan Rusland hebben verkocht. Ook tijdens de laatste we reldoorlog zijn er heel wat ikonen naar het Westen gegaan. Veelal zak- ikonen, die gevonden werden op de lijken van Russische soldaten. Een Limburgse pastoor b.v., die zo'n soldaat in zijn stervensuur had bij gestaan, kreeg de zijne uit dankbaar heid. Hij zag de waarde niet, maai de pastoorsmeid bood ze hier ten verkoop aan. Ik heb ze nooit ge kocht. En zo is de handel ontstaan. Alle feesten in de orthodoxe litur gie hebben hun eigen ikoon, behalve het Paasfeest, omdat er over Chris- tujs' jdijfelijké-opstaii^ingf.nief' <sin de bijbel geschr'e^n st^at.JjLi^t, dn het wesxen de nadruk -op dé uriensheid van Christus, in het oosten gaat het om de transparante, bovenmenselij ke realiteit van God. Dat is dui delijk te zien bij deze kunstvorm. Historisch zijn ze ontstaan uit de Grieks-Slavische wereld, met Byzan tium als brandpunt. Het werd een volkomen overwining van de drie dimensionale, vergankelijke wereld in Hellas Het waren de monniken, geïnspireerd door de kerkvaders en drijvend op de Slavische zangen, die ze oorspronkelijk maakten. Daarom is ons monnikenbestaan (wij zijn ook getrouwd met de Vaders) zo ideaal om deze geest aan te voelen en van daaruit de restaureren. Hoewel ikonen „in" zijn hebben de meeste mensen hier, opgevoed met een klassiek schoonheidsideaal of beter: schoon-vormelijkheid, daar geen feeling voor. Bij de jongere generatie, die moderne kunst waar deert, ligt dat anders. Ik kan per soonlijk schilderijen van een Appel e.d. waarderen. De moderne kunst heeft namelijk met het abstraheren weer ontdekt dat het in de kunst nooit gaat om gelijkende- afbeeldin gen," maar om verbeeldingen. Dat is ook de kern van het ikonen schilde ren. Die waardering en begrip bij jongeren heb ik b.v. pas nog erva ren toen ik in Breda als monnik in het avant-gardistische Vestzak theater een lezing heb gehouden. Het was een van mijn prettigste lezingen". TVT ONNIK, restaurateur, lezingen, buitenlandse reizen „Vergeet niet, dat ik meestal gebonden ben aan zes uur kloosterleven per dag. Och ik heb een streng noviciaat ge had. De novicenmèester zei altijd: Zorg dat je van binnen goed gemeu bileerd bent. Ik wil niet zeggen dat het bij mij zo is, maar het is toch wel te doen als er bovendien door de kloostergemeenschap begrip voor opgebracht wordt. En dat gebeurt. Ik was door mijn vader bestemd tot leraar. Haalde op de Haagse academie N9. Toen ik in het kloos ter ging, moest ik daar afstand van doen, althans voorlopig. Daarmee heb ik wel geleerd, want het is door lopend afstand doen van werken, waarvan je bent gaan houden bij de restauratie. Toen ik eenmaal de iko nen ontdekt had, ben ik er beze ten van geworden. Maar je komt ook in de handel terecht en dat is een gevaarlijke wereld. Er wordt te genwoordig" zo deskundig vervalst. I- konen uit de 14e en 15e eeuw ma ken ze prima na; een schot hagel erop en je moet wel zeer deskun dig zijn om dit te kunnen zien." Frère Jean-Marie is deskundig in het zien èn het „vervalsen". „In Pa rijs heb ik twee valse Rogier van der Weydens ontdekt. En", vertelt hij, „zelden komen mijn vrienden na hun vakanties met goede dingen terug. Het is meestal mis. Het zien is een kwestie van assimileren. Een voorbeeld. Ik lees geen kranten en op „de grote dag" van Van Mee geren in museum Boymans, liep ik toevallig binnen. Niemand kende nog de geschiedenis van de Emmaüsgan gers. Intuïtief heb ik toen gezegd: prachtig, maar de Christusfiguur is nieuw; ze komt niet voort uit de structuur van de 17e eeuw. Maar geen van de rechters had de „cen sus catholicus" om dat te kunnen ervaren. Overigens ben ik nog steeds bevriend met de 80-jarige weduwe van Van Meegeren. Ik heb vier schilderijen van hem verdoekt". Met gerechtvaardigde trots wijst hij op een zelf geschilderd schilderij aan de wand; een „letterlijke" kopie van een prachtig meisje van Vermeer. „Precies, hè, met craquelé uit de diepte; dat is de kunst. Och, ik ben geen alchimist en heb geen gehei men". "TvE kloosterklok luidt. „Nog even dit. Enkele maanden geleden had ik het geluk de kathedralen van Moskou en Leningrad met hun on volprezen pracht en schittering der orthodoxe liturgie te kunnen bezoe ken. Er waren tijdens de plechtig heid bijna alleen mensen boven de 40 jaar; anders gekleed dan de men sen op de boulevard; slechter. De verschoppelingen. Er werd tegelij kertijd drie uur gepreekt, biechtge- hoord (lopend; handoplegging, 6-7 seconden per persoon), gedoopt en er stonden twee lijken in geopende kisten; de ikoon in de hand. Er was een pontificale eucharistie door de aartsbisschop met assistentie van een achttal bisschoppen. Ik was zo brutaal in mijn westerse monni* kendracht heel vreemd daar voorbij de ikonostase te gaan. Moet je hier doen, dan komt er direct ie mand op je af: Wie bent u?; Wat moet u? Ik maakte een buiging naar de bisschop en ze kwamen me allemaal de broederkus geven. La ter kreeg ik zelfs de communie. Was er kapot van. Stel je voor hoe hier een westers-Latijnse monnik in broe derschap door de orthodoxe kerk te gemoet werd getreden! Daar kunnen we hier nog veel van leren. Bo vendien heb ik de hele dienst van nabij mogen fotograferen. Een K. L.M.-piloot, die over de ikonostase mijn blitzapparaat steeds zag wer ken zei: „Frère Jean-Marie is op de Tabor. Ja, het was een hemels Jeruzalem". Een groen uitgeslagen prehistorisch dodemasker op zijn tafel staart ons aan. Daarnaast ligt een artikel in het Frans; persklaar voor een Cana dees tijdschrift. In een abdij, zegt men, raken de lijnen van hemel en aarde elkaar. Naar het atelier van frère Jean-Marie lopen de lijnen van de menselijke historie en van de he le aardbodem, want hij is een kun dig restaurateur, omdat hij behalve vakman ook monnik is. H.E. iedie waarop u hebt gewacht, 00.000 trefwoorden ire en duidelijke uiteenzettingen iet de nieuwste gegevens 3 literatuuropgave 0 bladzijden illustraties bij de tekst 32 bladzijden kleurenillustraties ande landkaarten 1, helderwit papier >are balacron omslagen makkelijke betaling door 9esPr®'*! ni deel 1, november deel 2 en 3 6 e 2 maanden 2 volgends delen. D) 3 00 12 tel. (04250) 2 30 70_ 4160) 31 18 - tel. (01640) 54 16_ (01100) 53 09 11184)21 86 anten? Binnen vijf tot tiefl geld. Al 40 jaar zijn wij nbtenaren en andere vaste jorg. Uiterst discreet. Desgc schelding bij overlijden. Wettelijke aag inlichtingen bij N.V. NATIONALE VOLKSBANK Rotterdam, Mauritsweg 45, tel-l 3 Tevens in Amsterdam en Den Z DE BANKIER VAN VW GEZIN LETTERS tuimelen dagelijks met duizenden langs ons netvlies. Kranten, boeken, tijdschriften, reclameboodschap pen Hoeveel blijft ervan han gen in de cellen van onze herse nen? Lettertekens vormen het beeldkarakter van de boodschap, die ons wordt meegedeeld. De overdracht van bijvoorbeeld krarr teberichten steunt voor een be langrijk deel op de opmaak (let tertypen, lay-out). Maar niet altijd worden letters gebruikt als com municatiemiddel. Dat is prachtig te zien op de expositie Artypo in hel Van Abbemuseum te Eindho ven. Letters, cijfers, drukinkt en druktechnieken zijn niet op de eerste plaats aangewend voor het vormen van woorden, van berich ten en verhalen, maar zijn op tal loze wijzen verwerkt tot een zelf standige kunstvorm. IJet motto bedacht door de or- ganisator Pietei Brattinga wijst op deze samehnang. Ars (kunst) en typografie (drukkunst) zijn tot een huwelijk uitgegroeid: Artypo. Dat wil zeggen, dat de „normale" typografie van krant, boek, gele genheidsgrafiek e.d. geen kunst kan zijn. Bij de tentoongestelde werken is alleen sprake van het gebruiken van verschillende druktechnieken en de daarbij horende materialen, waar mee beelden opgeroepen worden, die soms nauwelijks nog deze oorsprong verraden. Het heeft weinig zin om het voor en tegen van verschillende procédés op deze plaats kritisch te onderzoeken. Vaststaat dat de ten toonstelling zowel voor de leek als de vakman in de typografische we reld interessant is. De heer Knut Yran, president van de Internatio nal Council of Graphic Design As sociations (Icograda) zei bij de ope ning terecht dat deze expositie niet alleen 'n exhibition (tentoonstelling) maar ook een expedition (onderzoe kingstocht) zou zijn. Aanleiding tot deze Artypo was de officiële opening van de Grafi sche school te Eindhoven. Er is daarom een zaaltje ingericht met werkstukken vervaardigd op de Am sterdamse Grafische School, School voor de Grafische vakken Utrecht en het Pratt Institute New York. Met vrije arrangementen leren de leerlingen ook „spelen" met hun ma terialen. Utrecht maakt met letter- composities de „degelijkste" indruk; de Amerikanen met hun speelse" let- terfiguren de grappigste. Waarom is Eindhoven er zelf niet bij? ll/raar het gaat natuurlijk om de 1YA groten in deze materie. Ze ko men uit Japan, Schotland, Neder land, Frankrijk, Zwitserland, Duits land, Engeland, Italië en de Ver enigde Staten. Marinetti, de Itali aanse futurist, heeft in de twintiger jaren met zijn vrienden de wetten voor een vrije typografie uitgedok terd. Een nieuwe tekstbehandeling in de reclame was een van de op vallende resultaten. Ook de dadaïs ten met o.a. hun fonetische ge dichten (Sch witters), maar vooral Lissitsky gaan over deze typogra fische lijn in de geschiedenis. In ons land valt dan direct weer de naam van de Stijl-groep (Van Doesburg) Hendrik Werkman maakte kunstwer ken met typografische technieken, waarvan in Eindhoven fraaie resul taten te zien zijn. Ook Piet Zwart dient genoemd, al is hij niet aan wezig, omdat hij zijn werk niet per se als kunst beschouwt. Deze ver klaring duidt meer op een persoon lijke bescheidenheid, dan op waar heid. Zeefdruk, vlakdruk, hoogdruk, schrijfmachine, matrijzen, cliché's etc., zelfstandig, gemengd of aan gevuld met andere technieken wer den de bouwelementen voor dik wijls verrassende composities. Soms verliest, naar onze smaak, het re sultaat het eigen karakter en leunt teveel aan tegen expressievormen ont staan uit andere technieken. We den ken aan Sigmar Polkes Strand (tech nisch zeer knap) of het Déjeuner van Jacquet. Humors is ook; Jan Begeer weet er alles van. Maar ook van vlak- en compositiegevoel. Bij de schrijfmachine-grapjes (b.v. Ed win Morgan) waren de kerst- en nieuwjaarstelextekeningen van het A.N-P. op hun plaats geweest! /grafisch©: spelletjes, letterty- 'peïr.'.èfeV woój^^aitiattjè^zijn..'1^^ It rijk vertegenwoordigd:Bense, Wie nes, Williams, B-remer, Goeritz. Voor al de Scandinavische en Duitsspre kende landen zijn hier altijd sterk in. Kriwet is op de tentoonstelling daarvan een knap representant. Ook Hansjörg Mayer is met zijn Typoem een voorbeeld van gevoel voor het vlak en dezeggingskracht van de letter bij de boekdrukkunst. Wat een Pol Mara en Samuel Buri b.v. op hangen komt op ons af als kitsche rige uitdagingen. En zo zou ik nog meer persoonlijke reacties kunnen noteren bij Arman, Bocola, Cor net, Van Gasteren, Grieshaber, Know- les, Paolozzi, Ramon, Stankowski. Verdijk, Warhol e.a. Bekijk jhet zelf maar eens. Deze expositie kan u voorbereiden op een ontwikkeling, die zeker nog niet aan haar einde is. Het is goed daarvan kennis te nemen en zo mogelijk te genieten. Na het Van Abbemuseum zal Artypo onder an dere nog in München en Stuttgart te zien zijn. H.E. BIJ boekhandel Van Geyt te Hulst exposeert Shalom Li- xenberg een tweeëntwintig tal schilderijen, tekeningen en mo notypes. Lixenberg is een Engels man van joodse afkomst, die na geruime tijd o.a. in Israël te heb ben vertoefd een jaar of vijf gele den Amsterdam tot zijn domicilie koos. JJet werk van deze kunstenaar omstreeks de middelbare leeftijd toont duidelijk dat de stromingen van deze tijd niet langs hem heen zijn ge gaan en dat geldt zowel in h*M in ternationale als her nationale vlak Met name de exuberante action- jinS yan Karei Appel moet in- ïoed hebben uitgeoefend op Lixen- erg vooral wat betreft zijn kleuren zijn voorkeur voor felle roden- raar deze invloed heeft niets te ma- r?et klakkeloos epigonisme in- -o nu bij alle lijfelijke vreugde ni/1 t* s,childeren als handeling die jt Lixenbergs werk spreekt en die vJof?ngetwijfeld met Appel gemeen I' &raaIt Lixenberg dunkt ons tiotl Jk. dieper; hij heeft een mys- ila!f ui^lss l&n zelfs mythische in- ftS n Jkens werken als Zwarte En- t r\ xlemon' Entrance, Prometheus, sóWim t0veel aetion er ook in de haai ,unst van Lixenberg zicht- 1, resultaat daarvan is altijd dtiuÜv-1 n afgerond beeld dat zich et netvlies prent, een eie minder geslaagde uitzondering daargelaten. Ook dat onderscheidt hem van Appel en andere action- painters, wier dynamiek het schil derij uiteindelijk blijft beheersen zo dat zich een wervelende beweging van kleuren en vormen aan het oog voordoet zo vaak men er naar kijkt. Bij Lixemberg is sprakevan een geestelijke spanning die zich mid dels de schilderende hand heftig en bewogen uit, maar tot doel en be stemming heeft: een rustig, nadruk kelijk beeld. CJn waar de geestelijke spanning te weinig of onvoldoende aanwe zig was en derhalve zich tot lou ter uiterlijke dynamiek verdunde daar signaleert men onmiddellijk een daling van niveau die bij ande ren misschien nog imponeert maai bij Lixenberg als een mislukking werkt, het zij tot -.ijn lof gezegd. Prometheus en nog een paar doe ken zijn daar voorbeelden van. maar daar tegenover staan prachtige schilderijen als Into the sun. Entran ce, Yellow descending en gouaches als Vietnam en De Weerlozen. Li xenberg beschikt over een zeer ge acheveerde techniek of het nu de olieverf, de gouache of de monotype en tekening betreft. Ook onder de laatste haast non-figuratieve vallen voortreffelijke bladen als de serie Space scape op. Een woord van bij zondere waardering komt boekhandel van Geyt toe dat hij de bewoners der Zeeuwse gewesten in staat stelt kennis te maken met dit zuivere mo derne werk dat tot 28 maart a.s. te zien blijft. WILLEM ENZINCK DE WEERLOZEN TONE BRULIN is niet alleen bekend door de toneelspe len die hij schreef. Wie ge regeld de tijdschriften las, kent hem ook als verteller. Het is ech ter voor 't eerst dat Brulin vertel lingen in boekvorm presenteert, en wie de tijdschriften niet gere geld las, zal tot ontdekking ko men, dat hij iets gemist heeft tot dusver. De vertellingen van deze Vlaming, die intussen 40 jaar is geworden, zijn nl. zeer aparte ver tellingen. De bundel ervan, die bij Nijgh en Van Ditmar te Den Haag verscheen, is verdeeld in drie ge deelten: autobiografische verha len, fantastische verhalen en Zuid- afrikaanse verhalen. Tn bepaalde zin zijn ze echter al- lemaai autobiografisch, omdat Tone Brulin er zich in vertoont, ook al handelen ze over een ander heer. Er is nog een bijzondere merkwaardigheid. Alle verhalen, zo wel de autobiografische als de Zuld- afrikaanse, die verzonnen zijn. en de fantastische, die natuurlijk ook ver zonnen zijn, blijken fantastisch. Als Tone Brulin in het titelverhaal: „De neger op de sofa", in het mistige Londen is en de neger op de sofa hoort zuchten, is hij natuurlijk in Londen, maar hij is ook in een an dere wereld, namelijk de wereld van Tone Brulin, die dan met Londen tal van trekken gemeen heeft; die Lon den zelfs zeer feitelijk en zakelijk weergeeft, evenals de neger daar op dc sofa, maar die toch tenslotte, uitsluitend van Tone Brulin is. In de vertellingen van Nescio wordt het "landschappelijk schoon van Ne derland vermeld zoals nergens an ders, het wordt niet zozeer beschre ven als medegedeeld, maar die me dedeling overtreft iedere beschrij ving. Maar Nederland is er in be paalde zin een vreemd land, het is strikt van Nescio. Zo is dit even eens met de verschillende landen het geval, waar de, in tegenstelling met Nescio, veelbereisde Tone Brulin t ns brengt. Hel is heel anders dan Nes cio, al doen zijn verhalen aan Nes- cio's verhalen denken. Hij heeft ech ter onbetwist datzelfde autochtone dat onvervreemdbaar eigene. TJij kan, naar het omslag ver- meldt, onder surrealistische in vloeden hebben gestaan, maar men kan beter zeggen dat hij het sur- realisme gebruikt ten eigen bate Dat is meer een gril van hem. Tone Brulin is een grillig man, al heeft hij. hier op papier, zijn grilligheid volkomen in de hand. Zijn fantas tische vertellingen, zijn ook zeer reëel, zoals men zien kan aan de ervaring van Janus, die voor een vijfde molenwiek is en tenslotte een aal blijkt. „Maar wié had het in middels nodig geacht de stabilitei- ten te activeren? Waarom slinger den de tramrails? Waarom neigden de huizen de hoofden? Waarom weef den de telefoondraden van talloze gesprekken een dwangbuis voor krank zinnigen? En waarom waggelden de vuilbakken van de overzijde op hem toe met slogans als: „Wij zijn de uitgevers Janus, die geen notie had van verstandige taal, dacht dat hij met taxi's te doen had Hij schudde er een leeg en kroop erin, terwijl hij riep: ..Parkstraat 13". Maar dat was zijn adres niet, doch de naam van een toneelstuk. De vuil bak in kwestie zei: „Grapjas", en hij ging op in rook". De vertelling waaruit wij dit ci teerden, handelt over een aal en nog wel een dronken aal; de meeste ver tellingen handelen over mensen waar onder veel buitenlanders, speciaal negers. In de eerste vertelling ligt een neger ziek op de sofa, Brulin is zo met hem begaan, dat hij wijn voor hem gaat halen; de neger lijkt immers de dood nabij. Als Brulin terugkomt is de neger echter vro lijk en gezond aan het dansen in gezelschap van een meisje, een „Haagse sierduif" om precies te zijn. In de tweede vertelling „De neger op het dak", worden we geconfron teerd met een neger op het dak die de hele wereld haat en niets doet dan vloeken en tieren. In ..Portea's voor Doris"'noemt de hoofdpersoon van het verhaal een neger die hem nieuwjaar wil wensen, een clown. Een heel argeloze lezer zou dit als rassendiscriminatie kunnen zien. JJet tegendeel is het geval. Tone Brulin vermijdt alleen de ras sendiscriminatie die bestaat in het lief zijn voor negers, dat door ne gers meestal niet bijzonder wordt geapprecieerd. Tone Brulin behan delt de negers naar ze zijn- Als een neger vervelend of onredelijk is, toont hij dat hij met rassendiscri minatie niets van doen heeft. Hij staat tegenover een neger als tegen over ieder ander. Hij behandelt hen als een mens, die als iedere mens in bepaald opzicht anders is dan ieder ander. Nadat in Protea's voor Doris een neger voor een clown wordt uitgemaakt, wat hij in dat ver haal is. worden de rasverschillen in bepaalde zin onbetekenend. „Er ^ijn vannacht slechts men sen, ongelukkige witte, bruine en zwarte mensen, die eenzaam op zoek gaan naar een glimlach in de nacht. Tussen de villa's van de onweten den, onzeker doezelend in hun eerste slaap. Hij voelt lust om op een van deze deuren te kloppen en de be woners op te schrikken. Op de deur van een wetenschapsman, een le raar van Stellenbosch. Om hem een traan te kunnen aanbieden. Je weet wel. een van die tranen die dringend moeten onderzocht worden. Ik wou dat de professor hët dan onderzocht, denkt de man- Hij moet het ding noemen. De authentieke Afrikaanse traan. De Kaffertraan. Zonder aan haar belangrijkheid te geloven zou hij mij naar het departement van Bantoe-administratie verwijzen. De slag aan de Vaal Lgt als een ver koudheid in hun voorkop. Zij slapen nog met de grote trek onder het oorkussen". protea's voor Doris is een van de meest tragische verhalen in de bundel. Humoristen wezenlijke hu moristen. niet alleen maar geestig- aards, hebben meestal een zeld zaam zu ver gevoel voor het tragi sche. Tone Brulin heeft dat. Dat maakt zijn rijke humor steeds waar achtig. zelfs in de meest dolle, on verwachte buitelingen van de geest, die men. deze verhalen lezend, met verwondering en vooral ook met be wondering volgt. Hij heeft het over mensen, ongelukkige mensen, en tij delijk gelukkige mensen, over verve lende mensen en de vermakelijke mensen, met pregnante kenmerken, als de predikant in de Deense ge vangenis, als de controleur die ver stekelingen in een trein in Noorwe gen koffie brengt en dan de deur van de wagon sluit, want de trein is uitgerangeerd en zal dadelijk ver trekken. Het zijn mensen zoals Tone Brulin ze ziet, maar hij ziet goed en vooral onbevangen en onbevan gen scherpzinnig. Hij schrijft er over Jn een meesterlijke en meesterlijk beheerste taal, niet te veel, niet te weinig, net genoeg. Wie zijn verhalen niet leest, weet niet wat zij of hij zich onthoudt. Jos Panliuijsen. Christus pantocrator. Russische zakikoon uit de 16e eeuw. Aartsengel Michael, Russische ikoon uit de 16e eeuw; jragment van ikonostase.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 17