Livinus houdt met „verantwoord experiment" de jongeren rustig MAAR NIET IN BADPA B O B D Y L A N IHEID y y y schopt nog steeds heilige huisjes om l"auto! nHaag TeI.070-855100 psychedelic P s c h o d P s c h o d P s c h d e I I I c c c psychedelic Miss Platteland 1967 wil graag aan andere verkiezingen meedoen DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 18 MAART 1967 Roosendaal: Zundert •,dan nodig is... FONTEINTJES AFWACHTEN FASCINEREND WïMmmm ien, waar let u dan In de Kwaliteit? Natuurlijk. Op ai aanzien? Natuurlijk, geen betere keus doen int het nieuwe Hatéma It speciale tapijtgarens ischevezels.Enkalon of i, rijk, komfortabel, blij- jbaar op kamerbreedte: r het Hatéma tapijt bij u igt u een boekje met oopt dus niet alleen een ook unieke service en raag dan fraaie kleuren- a, Afd. tapijten, postbus Markt 11 Telefoon 01650-5601 Wildertsedïjk 1 Telefoon 01696-3351 i andere "stads- bilisten" zoveel keer dag jaloers Trabant-rijders aatje. De eerste auto pet het meteen: jammer, ik niet in. De tweede het tegen beter weten in. e probeert het grimmig er, voor hij doorrijdt. In gel kan hij nog net zien, met gemak inparkeert: iant-rijder. straat. Nr.1 heeft geluk, oende voor de ingewik- ooruit - achteruit - vooruit noeuvre. Nr. 2 wacht ein- ot het tegemoetkomend voorbij is. Nr. 3 wacht niet )t een chaos. Nr. 4 maakt lik van om in één snelle ieken behendig te keren, oant-rijder. de stads-voordelen_van ibant-rijder. Maar hij zit wel bekrompen, nietwaar/ J niet. Bij "grote broer t vele geld echt niet in -uimte zitten, maar onde i neus en in de overbodig offer. Overigens: is er die thuis twéé stoelen om te zitten? Nee? Waar- imige mensen dan wel in Worden zij daarduboei- Ja-figuurlijk wél, helaas. i mensen is de reële han- conomische Trabant nie d. O i i i Livinus bereidt de tweeduizend jongeren voor op zyn experiment „beat and beams". ROTTERDAM De Doelen, Rotterdam, zaterdagavond, kwart over acht. Een kleine tweeduizend jonge mensen hebben zich in de comfortabele stoelen van de grote zaal genesteld en wachten op de dingen die komen gaan. Een groot deel van hen komt om Boudewijn de Groot te zien en te horen. Maar een minstens even groot gedeelte van het publiek komt voor de „beat and beams", aange trokken door de laatste maanden regelmatig in de pers op duikende berichten over psychodelic-light. Want „beat and beams" is een verantwoorde dosering van psychodelic sound en light, zoals de heer Livinus van der Bundt, directeur van de Vrije Academie voor beeldende kunst te Den Haag, die wereldnaam heeft op het gebied van licht-experimenten, ons voor de voorstelling verklaart. van Best Jansma, winnaar van de derde prijs vain het cabaret te Loos- dredhit, en de show van de Afrikaan Milto en zijn Beaitgirls worden iets beter ontvangen. Maar als een twintig tal jongens en meisjes uit het publiek in de gelegenheid wordt gesteld om zich op het podium bij Milto en zijn girls te voegen om persoonlijk het dansen op de „beat" in de „beams" té ervaren étromen de overige toeschou wers naar de foyer waar de koffie wacht. Na een nummer besluit de band te stoppen. De beaitgirls kijken elkaar vragend, niet begrijpend aan. De haastig het toneel opsnellende pre sentator kondigt de (vervroegde) pau ze aan. „Vroeger raakte je in vervoering bij een gedicht. Tegenwoordig heb je hardere middelen nodig", zegt de wit behaarde directeur, die door iedereen aangesproken wordt met Livinus. Het woord psychodelic valt. „Er is een groot verschil in psycho delic effecten" waarschuwt hij. „Je hebt de grof chemische effecten, die ontstaan door L.S.D.-gebruik. Maar je hebt ook zintuiglijke effecten, die gevolg kunnen rijn van geluid en licht. Deze laatste psychodelic (geestverruimende) toestand is voor mij het belangrijkste. Ik wil bewijzen dat je ook met psychedelic light kunt werken zónder dat het schadelijk is. Daarom heb ik vanavond ook men sen van „de Inspectie voor de Volks gezondheid uitgenodigd". „Beait and beams" is ontstaan uit zijn experimenten in samenwerking met een groep jongeren van zijn academie. In tegenstelling tot het repeteren van irriterende lichten zoals enkele bands- toepassen wordt het licht door Livi nus in een uitgekiende dosering en ritme gebracht. De uitvoering in de grote Doelenzaal is een nieuw experi ment: „Het is gemakkelijk om in een beatkeldertje door een bepaalde mood- engineering (een woord, dat ik graag gebruik) een stemming te kweken, maar in zo'n grote zaal is het gewoon afwachten". Dat „afwachtten" geldt ook voor de bezoekers van de Arkashow, geor ganiseerd door de Stichting Wereld- handreiking. Om kwart over acht neemt rechts voor het grote filmdoek, dat de achterwand van het podium over de hele breedte in beslag neemt, de Tilburgse beatband BZZZ plaats. Op de eerste beait-tonen speelt wat rood, blauw en groen licht over het doek, wisselt en vloeit samen, werpt grillig gekleurde schaduwen naar achteren. De zaal wacht verder. Het licht flikkert in het aluminium van drums en gitaren. Is het dat nou? Nee. Rond half negen neemt de beamer plaats achter de regelkast van waar uit hij de schijnwerpers bedient. Hij is gekleed in uniform en torst meer medailles dan minister Luns ooit gekregen heeft. Zijn hoofd gaat schuil achter een enorme papieren steek. Dn beamer is een belangrijke man. Èen mede-b earner kan - licht toevoe-. gen, soms synchroom, soms tegen het ritme in zoals in de beait met „breaks". Tijdens een drumsolo van de drummers van BZZZ en de andere Tilburgse groep „The Skemps", geven ze eerst een minuut blauw licht. Een fotograaf flitst het publiek. De foto is al bij voorbaat een misluk king. Niemand reageert nog. Dan barst het licht uit over de drummers. Naarmate het ritme toeneemt worden de kleurwisseiingen sneller en ver springen de schaduwen op het doek in rood en groen tot een warrelend, filmisch geheel. Het publiek kijkt wat verbaasd. Zoekt de zaal af waar het licht overal vandaan komt. Ze kijken elkaar aan: Is het dat nou De mees te zijn meer overdonderd dooi het don derend geluid dan door het lichtspel, dat ze „wel aardig" vinden. Het optreden van het zangeresje Annette van Schaijk uit Geffen is een plotselinge kouie dou- ze in de afgelopen drie jaar zevenduizend gulden bij elkaar gezongen heeft voor invalidenwagentjes, wordt haar optreden vriendelijk ont vangen. Dat duurt echter niet zo lang. Het meisje heeft een aardige stem, maar ze gebruikt hem verkeerd en zingt 'de verkeerde liedjes. Bij het tweede liedje klinkt onderdrukt ge- gnuif en gelach. Het geroezemoes stijgt. Bij het derde liedje wordt ge floten. Anetite blijkt over een grote bühne-ervaring te beschikken.. Ze zingt onverstoorbaar door. Na het ried je „He's got the whore world in his haind" wordt flink geapplaudisseerd dank zij de reddende stem van de presentator: ,,'t Is wel geen beat, maar 't is toch stééngoed". Het cabaretprogramma onder leiding In de pauze zijn gratis nummers van een Nederlands muziekblad te krijgen. Februarinummers, die ieder een al gelezen heeft. Als de tweeduizend zich weer de zaal in begeven blijven een aantal bladen op de vloer van de foyer achter. De an dere worden mee naar binnen geno men. Er is veel meer mee te doen dan de uitgevers hadden gedacht. Meit een frequentie van enkele minuten spui ten in heit gedeelte na de pauze enor me veelkleurige snipperfonteinen in de keurige Doelenzaal omhoog. De harde, ritmische klanken, die de Tilburgge „Skemps" voortbrengen, spatten onverstoorbaar tegen het witte liimén doek en dè zaal in. Vanaf de balkonnen zeilen vliegtuig jes naar beneden (toch ligt de ge middelde leeftijd ronld de twintig). Een paar maken een noodlanding op het podium voor de voeten van de niet gearriveerde Boudewijn de Groot. Nu wordt het spel ernst en begint het verantwoorde experiment met de psychodelic sound and light pas goed. Eindelijk voelen de aanwezigen dat ze waar voor hun geld krijgen. Wamt al worden de f. 3,75 die ze neergeteld hebben, dan besteed om een leermid- delen-ruil-actie mat Afrikaanse lan den mogelijk te maken, ze willen toch ook wel graag wat beleven. Alle schijnwerpers, ook die op de zaal zijn gericht, worden ingeschakeld. „Er komen andere tijden" breekt zich een weg door een wervelende warreling van bonte stralen. De figuur van die zanger is helemaal naar de achtergrond gedrongen, een kleine in de snelle flitsen langzaam bewegende zwarte schaduw. Het op zwepende ritme van muziek en licht beïnvloedt het publiek. De zaal gaat meeklappen. „Mijnheer de president" begint stemmig met blaiuw en groen. pierfonteintje mislukken. Dan blijft alleen de aandacht voor Boudewijn de Groot over, die inmiddels zingt over de 46 doden gehuld in een snel flikkerend rood licht. De hele zaal wenst de president luid brullend een goede nachtrust mee. De tweeduizend jongens en meisjes zijn eindelijk volledig in de bam van dit spel met licht. Tijdens „Beneden alle peil" in .het duister komen ze even op adem. Dan blijkt wel nodig te zijn, want het slotlied, ,,Het land vari Maas en Waal" wordt een groot bewegend, bont vierdimensionaal kleurenscbilderij, zo passend bij ritzme en inhoud van het lied, dat de toeschou- wees niet anders dain enthousiast kunnen zijn. Bij een herhaling van dit „Land" stromen de toeschouwers naar het to neel. Fotografen, die haastig toesnellen in de hoop de foto's te kunnen schie ten, waarvoor ze hierheen gekomen zijn op him vrije zaterdagavond, wor den teleurgesteld Ook nu geen hyste rische jeugd. Het experiment van. Li vinus, bedoeld om het sensationele en geheimzinnige, dat jeugdige muziek bands door ondeskundig gebruik van lichteffecten om het psychodelic-light verschijnsel hebben heen gesponnen tot normale proporties terug te brengen, is gelukt. De jeugd houdt zich rus tig. Fotografen en journalisten bege ven zich naar de garderobe. Het „wil de" verhaal" zit er niet in. Livinus van der Bundt, directeur van de Vrije Academie voor beeldendie kunsten te Den Haag, houdt zich reeds een tiental jaren bezig met licht-experi- menten. Nog voor de term psychodelic-light genoemd werd trachtte hij zijn toe schouwers met licht- schilderijen in vervoering te brengen. Oorspronkelijk was hij schilder, maar hij stapte over naar zwart-wit wat een grotere spankracht voor hem had. Daarna greep hy echter terug naar de kleu ren, in de vorm van gekleurd licht. Met zijn lichtschilderljen, waarvan de compositie verandert door een kleui- licht verandering, is hij wereldbekend geworden. „Mijn licht-werk ligt steeds in de sfeer van het kunst zinnig gebruik van de stra len, misschien om te „hig browen", zegt hij zelf. Zijn „beat and beams" la gebaseerd op een simpele* gebruik van licht. Licht la voor hem belangrijk, omdat het de gehele beeldende kunst, naar zijn mening, een extra dimensie erbij geeft. Naast de straling (derde dimensie) introdu ceerde hij het gebruik van de tijd (vierde). „Kijk maar naar licht reclames" zegt hij, „ze trekken meer aandacht als er beweging in zit". Het lichtspel kan echter ook gevaarlijk worden, zoals het spel van ondeskundige bandjes, die lichtflitsen combineren met hun mu ziek, gevaarlijk kan zijn. „Er dreigt een chaos" waarschuwt hij, „als nlet- kunstzinnigen zich hiermee gaan bezighouden. Men moet wel degelijk werken uit een bepaald kleur- en verantwoordelijkheids gevoel. Hier in Nederland zijn we op het ogenblik op het gebied van de licht effecten echt wel op ander# landen voor. In Engeland en Amerika wordt wel licht gebruikt in nachtclub», maar dat gebeurt nog zeer dilettantistisch. De beat is een versimpeling. Daarom is het nuttig om je hierbij in het begin nog met een simpel gebruik van licht bezig te houden. Met de „beat and beams" (en beams moet je hier letterlijk verstaan als stralen) zijn we twee Jaar geleden gestart met een aantal jongens van de vrije academie en de technische school. We hebben er zelfs een speciale band voor opgericht om te ervaren wat er allemaal met beat- muziek en licht kon worden gedaan. Anderhalf jaar geleden zijn we voor het eerst besloten opgetreden. Er zijn nu ongeveer negen voorstellingen geweest. Ons ideaal is om het pu bliek er nog meer bij te betrekken. Daarom gaan we natuurlijk verder experimenteren." De kleurige snipperfomteintjes be ginnen in aantal af te nemen. Het ,,Als je het nog eens doet verlies je twee tanden" van een besnorde mijnheer (kennelijk de twienerleef- tijd al te boven), tegen drie jongelui die hem, met nog ieder minstens tien bladen op hun knieën, voor de zoveelste keer in die snippervreugde willen laten delen, laat het laatste pa- Leerlingen van de Vrye Academie te Den Haag spelen, terwijl Livinus de nieuwe mogelijkheden van het werken met licht laat zien, op het toneel met een oude projector. „Times are changing". Het huis is moeilijk te vinden. Als je niet precies weet waar je zijn moet, kan het gebeuren dat je een half uur ronddoolt. Het adres is Heusdenhoutsestraat 61 in Heus- denhout. Maar als je de Heusden houtsestraat inrijdt kom je ner gens huizen tegen. Pas als de weg steeds smaller wordt en de door dringende geur van zuivere koei- enmest tot je doordringt, zie je in de verte enkele huisjes staan, die een beetje boerderij-achtig aan doen. Nummer 61 staat verscholen achter enkele oude boompjes. Er staat geen naam op de deur. Als de bel is gegaan en de deur even daarna geopend wordt, weet je voor het eerst zeker dat je op het juiste adres bent. Een zachte stem, met een wat Limburgs aandoende zangerigheid, nodigt je uit binnen te komen. Het is de stem van Ger- da Biemans, het achttienjarige kapstertje, dat vorige week werd uitgeroepen tot Miss Platteland 1967. „Eigenlijk had ik helemaal niet mee willen doen", zegt ze. „Ik durfde niet goed. Dat komt omdat ik vorig jaar een akelige ervaring heb gehad. Toen ben ik uitgeroepen tot Miss Beat van Breda, maar de reacties waren achteraf zo vervelend dat ik met mezelf had afgesproken nooit meer aan een miss-verkiezing deel te nemen. Ik kan er helemaal niet tegen dat de mensen afgunstig zijn. Uiterlijk laat ik dat niet direct zo merken, maar innerlijk vreet het me op. Daarom wilde ik het niet meer. Maar iedereen zei, dat ik me niets moest aantrekken van wat anderen zeggert en toen heb ik een paar dagen van tevoren toch nog maar gevraagd of ik nog mee kon doen." Ze kijkt, het hoofd gesteund in de handen, naar het tafelkleed. Achter haar staat op een kleiner tafeltje de beker. Ook het missen-lint ligt er. Gerda Biemans heeft even moeite om haar verhaal verder te doen- „Weet je wat ik zo moeilijk vond, een opstel maken over wat Brabantse boer dacht. Dat moest in ongeveer tweehonderd woorden En nou vond ik dat schrijven op zich niet zo erg, maar het feit dat ik op geen stukken na wist hoeveel tweehonderd woorden eigenlijk zijn. En je moet toch een begin en een eind aan een verhaal kunnen maken. Dus dat ging in het begin niet zo goed. Maar toen ik de slag eenmaal te pa>kken had was het zo gebeurd. Ik heb er mijn best op gedaan en ik geloof wel dat het een beetje gelukt is." Gerda Bieman's is werkzaam lm een kapsalon in Breda. Twee avonden in de week gaat zij naar school om het patroonsdiploma dameskapsters te halen. Zij wil lerares worden aan een kappersvakschool en moet daar om nog al hard studeren. Het the oretische gedeelte en het examen voor parfumeur heeft zij al achter de rug. Over enkele weken volgt het praktische gedeelte. Ze doet het graag. Kappen is haar lust en Haar leven. „Ik zal nooit uitscheiden met kapsels maken" zegt ze. „Als het. zo is dat ik meer geld zou kunnen verdienen door als mannequin of fotomodel te gaan werken zou ik dat misschien doen, maar dan zou ik toch iedere week ook een paar da gen „in de haren" willen zitten. Bovendien moet ik echt eerst nog wel goed bekijken of ik me ten minste als er iemand zou zijn die dat vragen zou als fotomodel zou verhuren, In een goed blad zou ik wel willen, maar als ze van B'e Lach zouden komen, doe ik het beslist niet. Dan kun je niet meer gewoon over straat lopen. Dan zeg gen ze van je: „Kijk daar gaat de Ster van de Week" en dat vind ik niet leuk. Publiciteit op zich is zalig. Als je boven op de hoogste tree van het schavotje staat bij een missverkiezing voel je je gewoon heerlijk. Maar het moet wel netjes zijn. Aan andere miss-verkiezin- gen wil ik ook nog wel eens mee doen. Maar dan niet in badpak. Dat durf ik niet. Ik bedoel, dat wil ik niet. Wel in gewone jurken, In mini-jurken of in avondjaponnen. Maar anders niiet." H. v. R. „And I'll tell it and speak it and think it and breed it, And reflect from the mountain so all souls can see it, And I'll stand on the ocean untill I'll start sinking, But I'll know my song well before I'll start singing, And it's a hard rain's a-gonna fall". („En ik zal het zeggen, erover praten, erover denken en het uitdragen. En het van de bergen schreeuwen zodat iedereen me kan zien. En ik zal op de oceaan gaan staan tot ik begin te zinken. Maar ik zal zorgen dat ik mijn lied goed ken voor ik het zing. En geloof maar dat het hard aan zal komen".) Deze woorden zijn typerend voor Bob Dylan, de jonge Amerikaanse zanger- dichter. die zoveel vragen rond zijn persoon heeft opgeroepen. Vragen die allen teruggebracht zijn kunnen wor den tot die ene: „Wie is Dylan" Hij heeft een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de Ameri kaanse volksmuziek. Hij heeft echter dit muziekgenre de rug toegekeerd en wijdt zich op dit moment met hart en ziel aan de rock and roll. Toch kun je hem geen rock and roll-zanger noemen. Hij gebruikt dit ritme uit sluitend om zijn poëtische teksten meer kracht bij te zetten. Geen folk- of rock en roll-zanger dus. Is Dylan dan misschien de „pro testzanger", welk etiket muziekbladen en platenmaatschappijen hem uit com merciële overwegingen zo graag op willen plakken? Dylam protesteert in zijn songs tegen alles en iedereen (ook tegen zichzelf), maar hij ontkent, dat protesteren voor hem doel is: „Het woord protest is een amusementpark- woord. Een normaal mens krijgt de hik ais hij het uitspreekt. Schoolkrant redacteuren en kinderen onder de veertien hebben er mischien tijd voor". Met deze uitspraak distancieert Dy lan zich van hen, die in hem zo graag de vertolker willen zien van datgene, wat ze zelf niet durven zeggen. Hij distancieert zich ook van de groep zangers, die zonodig op de plaat hun misgenoegen over bepaalde toestan den moeten uitschreeuwen alleen maar, omdat dat zo „lekker" verkoopt. De zangers die in interviews alleen over hun „idealen" praten maar zwij gen over het geld, dat zij hiermee ver dienen. Bob Dylan daarentegen ver klaart onomwonden, dat hij miljo nair is. Hij weigert in interviews over zijn songs en de daarin misschien verwoorde idealen te praten. „Je moet naar me luisteren, maar interpreteer me niet en vraag me ook niet wat ik bedoel", zegt hij Bob Dylan werd ais Robert Zim merman op 24 mei 1941 in Duluth Minnesota geboren Zijn leven werd echter sterker beïnvloed door de la ter# woonplaats van zijn ouders, Hib- bing, een mijnstadje (ijzererts) van - 18.000 Inwoners op ongeveer 110 km van de Canadese grens. Op zijn twaalf de jaar schrijft hij honderden gedich ten. De ongebondenheid, die hem nu kenmerkt, manifesteert zich reeds in zijn jeugd. Tussen zijn tiende en achttiende jaar loopt hij zeven maal van huis weg. Telkens wordt hij ge pakt en teruggebraoht. Na zijn school tijd (Highschool en een scholarship aan de University Minnesota) verlaat Bob het ouderlijk huis en gaat optre den. Dan wordt Bob Zimmerman de finitief Bob Dylan. Velen zeggen dat de naamsverandering beïnvloed werd door zijn bewondering voor de dich ter Dyian Thomas. Dylan zelf noemt het een fabeltje, maar voegt eraan toe dat hij dankzij dit fabeltje meer voor Dylan Thomas heeft gedaan dan deze voor hem. „De poëzie van Tho mas wordt nu door meer mensen gele zen dan voorheen", aldus Dylan. Zijn weg naar de top gaat niet over rozen, ledereen lacht om zijn Chap- linachtige verschijning. Hij weet lang zamerhand door zijn songs te over tuigen. In 1963 komt de volledige er kenning op het Newport Folk Fes tival. Begeleid door gerenommeerde folksingers als Fete Seeger en Joan Beaz zingt hij voor een zaal met 36.000 mensen zijn vermaarde „Blo- win in the wind". Het wordt onmiddellijk door alle bekende folksingers op het program ma genomen. De reden? „Ik kan be paalde .dingen voelen, maar Dylan kan ze onder woorden brengen Hij is fenomenaal", zegt Joan Baez. Eylfb voelt zich niet gebonden aan de folkmuziek. Meer en meer komt hij al zoekende terecht bij de rock en roll. Op zijn elpee „Bringing it all back home" introduceert hij de electrische gitaar in de folkmuziek. Als hij op het Newport Folk Festival in 1965 na de pauze zijn nieuwe „sound" brengt, wordt hij uitgejoeld. Zijn teksten blijven echter de oude Dylan weerspiegelen, die zich niet meer als vroeger rechtstreeks tot de persoon richtte, maar die zijn luis teraars een brok tekst geeft en zegt: „Denk daar allemaal eens over na", die de mens probeert te helpen bij het zoeken naar zichzelf, hem daar bij onbarmhartig de spiegel voor houdt. Overigens is het niet de beat, die Dylan beïnvloed heeft. Het proces ver loopt in omgekeerde richting, Een voorbeeld van deze beïnvloeding is de laatste elpee „Between the buttons" van de Rolling Stones. Op het ritme van de beat vertelt Dylan, wat hij waarneemt. Hij praat erover, denkt erover na en koestert de gedachte tot die rijp is om door hem vanaf zijn „berg" zichtbaar en hoorbaar voor alle mensen uitge schreeuwd te worden. Hij is bereid de golven van de tijd te weerstaan, voor dat hij erin onder gaat. Hij weet heel goed wat hij zingt en probeert dit op de mensen over te dragen, ook al zullen ze dat vaak niet zo erg op prijs stellen. Nog steeds zingt hij hen toe: „Come gather round people whereéver you roam and admit that the waters around you have grown". Schop die heilige huisje omver en denk aan die zondvloed, die je bo ven het hoofd hangt, want „It's hard rain's a-gonna fail". F. v. M.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 23