Livinus houdt met „verantwoord
experiment" de jongeren rustig
MAAR NIET
IN BADPA
B
O
B
D
Y
L
A
N
IHEID
y
y
y
schopt nog steeds heilige huisjes om
l"auto!
nHaag TeI.070-855100
psychedelic
P
s
c
h
o
d
P
s
c
h
o
d
P
s
c
h
d
e
I I I
c c c
psychedelic
Miss Platteland 1967 wil graag
aan andere verkiezingen meedoen
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 18 MAART 1967
Roosendaal:
Zundert
•,dan nodig is...
FONTEINTJES
AFWACHTEN
FASCINEREND
WïMmmm
ien, waar let u dan In de
Kwaliteit? Natuurlijk. Op
ai aanzien? Natuurlijk,
geen betere keus doen
int het nieuwe Hatéma
It speciale tapijtgarens
ischevezels.Enkalon of
i, rijk, komfortabel, blij-
jbaar op kamerbreedte:
r het Hatéma tapijt bij u
igt u een boekje met
oopt dus niet alleen een
ook unieke service en
raag dan fraaie kleuren-
a, Afd. tapijten, postbus
Markt 11
Telefoon 01650-5601
Wildertsedïjk 1
Telefoon 01696-3351
i andere "stads-
bilisten" zoveel keer
dag jaloers
Trabant-rijders
aatje. De eerste auto
pet het meteen: jammer,
ik niet in. De tweede
het tegen beter weten in.
e probeert het grimmig
er, voor hij doorrijdt. In
gel kan hij nog net zien,
met gemak inparkeert:
iant-rijder.
straat. Nr.1 heeft geluk,
oende voor de ingewik-
ooruit - achteruit - vooruit
noeuvre. Nr. 2 wacht ein-
ot het tegemoetkomend
voorbij is. Nr. 3 wacht niet
)t een chaos. Nr. 4 maakt
lik van om in één snelle
ieken behendig te keren,
oant-rijder.
de stads-voordelen_van
ibant-rijder. Maar hij zit
wel bekrompen, nietwaar/
J niet. Bij "grote broer
t vele geld echt niet in
-uimte zitten, maar onde
i neus en in de overbodig
offer. Overigens: is er
die thuis twéé stoelen
om te zitten? Nee? Waar-
imige mensen dan wel in
Worden zij daarduboei-
Ja-figuurlijk wél, helaas.
i mensen is de reële han-
conomische Trabant nie
d.
O
i
i
i
Livinus bereidt de tweeduizend jongeren voor op zyn experiment „beat and beams".
ROTTERDAM De Doelen, Rotterdam, zaterdagavond,
kwart over acht. Een kleine tweeduizend jonge mensen
hebben zich in de comfortabele stoelen van de grote zaal
genesteld en wachten op de dingen die komen gaan.
Een groot deel van hen komt om Boudewijn de Groot te
zien en te horen. Maar een minstens even groot gedeelte
van het publiek komt voor de „beat and beams", aange
trokken door de laatste maanden regelmatig in de pers op
duikende berichten over psychodelic-light.
Want „beat and beams" is een verantwoorde dosering
van psychodelic sound en light, zoals de heer Livinus van
der Bundt, directeur van de Vrije Academie voor beeldende
kunst te Den Haag, die wereldnaam heeft op het gebied
van licht-experimenten, ons voor de voorstelling verklaart.
van Best Jansma, winnaar van de
derde prijs vain het cabaret te Loos-
dredhit, en de show van de Afrikaan
Milto en zijn Beaitgirls worden iets
beter ontvangen. Maar als een twintig
tal jongens en meisjes uit het publiek
in de gelegenheid wordt gesteld om
zich op het podium bij Milto en zijn
girls te voegen om persoonlijk het
dansen op de „beat" in de „beams" té
ervaren étromen de overige toeschou
wers naar de foyer waar de koffie
wacht. Na een nummer besluit de
band te stoppen. De beaitgirls kijken
elkaar vragend, niet begrijpend aan.
De haastig het toneel opsnellende pre
sentator kondigt de (vervroegde) pau
ze aan.
„Vroeger raakte je in vervoering bij
een gedicht. Tegenwoordig heb je
hardere middelen nodig", zegt de wit
behaarde directeur, die door iedereen
aangesproken wordt met Livinus.
Het woord psychodelic valt.
„Er is een groot verschil in psycho
delic effecten" waarschuwt hij. „Je
hebt de grof chemische effecten, die
ontstaan door L.S.D.-gebruik. Maar
je hebt ook zintuiglijke effecten, die
gevolg kunnen rijn van geluid en
licht. Deze laatste psychodelic
(geestverruimende) toestand is voor mij
het belangrijkste. Ik wil bewijzen dat
je ook met psychedelic light kunt
werken zónder dat het schadelijk is.
Daarom heb ik vanavond ook men
sen van „de Inspectie voor de Volks
gezondheid uitgenodigd".
„Beait and beams" is ontstaan uit zijn
experimenten in samenwerking met een
groep jongeren van zijn academie.
In tegenstelling tot het repeteren van
irriterende lichten zoals enkele bands-
toepassen wordt het licht door Livi
nus in een uitgekiende dosering en
ritme gebracht. De uitvoering in de
grote Doelenzaal is een nieuw experi
ment: „Het is gemakkelijk om in een
beatkeldertje door een bepaalde mood-
engineering (een woord, dat ik graag
gebruik) een stemming te kweken,
maar in zo'n grote zaal is het gewoon
afwachten".
Dat „afwachtten" geldt ook voor de
bezoekers van de Arkashow, geor
ganiseerd door de Stichting Wereld-
handreiking. Om kwart over acht
neemt rechts voor het grote filmdoek,
dat de achterwand van het podium
over de hele breedte in beslag neemt,
de Tilburgse beatband BZZZ plaats.
Op de eerste beait-tonen speelt wat rood,
blauw en groen licht over het doek,
wisselt en vloeit samen, werpt grillig
gekleurde schaduwen naar achteren.
De zaal wacht verder. Het licht
flikkert in het aluminium van drums
en gitaren. Is het dat nou? Nee.
Rond half negen neemt de beamer
plaats achter de regelkast van waar
uit hij de schijnwerpers bedient. Hij
is gekleed in uniform en torst meer
medailles dan minister Luns ooit
gekregen heeft. Zijn hoofd gaat schuil
achter een enorme papieren steek.
Dn beamer is een belangrijke man.
Èen mede-b earner kan - licht toevoe-.
gen, soms synchroom, soms tegen het
ritme in zoals in de beait met „breaks".
Tijdens een drumsolo van de drummers
van BZZZ en de andere Tilburgse
groep „The Skemps", geven ze eerst
een minuut blauw licht.
Een fotograaf flitst het publiek. De
foto is al bij voorbaat een misluk
king. Niemand reageert nog. Dan
barst het licht uit over de drummers.
Naarmate het ritme toeneemt worden
de kleurwisseiingen sneller en ver
springen de schaduwen op het doek
in rood en groen tot een warrelend,
filmisch geheel. Het publiek kijkt wat
verbaasd. Zoekt de zaal af waar het
licht overal vandaan komt. Ze kijken
elkaar aan: Is het dat nou De mees
te zijn meer overdonderd dooi het don
derend geluid dan door het lichtspel,
dat ze „wel aardig" vinden.
Het optreden van het zangeresje
Annette van Schaijk uit Geffen is
een plotselinge kouie dou-
ze in de afgelopen drie
jaar zevenduizend gulden bij elkaar
gezongen heeft voor invalidenwagentjes,
wordt haar optreden vriendelijk ont
vangen. Dat duurt echter niet zo lang.
Het meisje heeft een aardige stem,
maar ze gebruikt hem verkeerd en
zingt 'de verkeerde liedjes. Bij het
tweede liedje klinkt onderdrukt ge-
gnuif en gelach. Het geroezemoes
stijgt. Bij het derde liedje wordt ge
floten. Anetite blijkt over een grote
bühne-ervaring te beschikken..
Ze zingt onverstoorbaar door. Na het
ried je „He's got the whore world in
his haind" wordt flink geapplaudisseerd
dank zij de reddende stem van de
presentator: ,,'t Is wel geen beat,
maar 't is toch stééngoed".
Het cabaretprogramma onder leiding
In de pauze zijn gratis nummers van
een Nederlands muziekblad te
krijgen. Februarinummers, die ieder
een al gelezen heeft. Als de
tweeduizend zich weer de zaal in
begeven blijven een aantal bladen op
de vloer van de foyer achter. De an
dere worden mee naar binnen geno
men. Er is veel meer mee te doen dan
de uitgevers hadden gedacht. Meit een
frequentie van enkele minuten spui
ten in heit gedeelte na de pauze enor
me veelkleurige snipperfonteinen
in de keurige Doelenzaal omhoog.
De harde, ritmische klanken, die de
Tilburgge „Skemps" voortbrengen,
spatten onverstoorbaar tegen het witte
liimén doek en dè zaal in.
Vanaf de balkonnen zeilen vliegtuig
jes naar beneden (toch ligt de ge
middelde leeftijd ronld de twintig).
Een paar maken een noodlanding op
het podium voor de voeten van de
niet gearriveerde Boudewijn de Groot.
Nu wordt het spel ernst en begint het
verantwoorde experiment met de
psychodelic sound and light pas goed.
Eindelijk voelen de aanwezigen dat
ze waar voor hun geld krijgen. Wamt
al worden de f. 3,75 die ze neergeteld
hebben, dan besteed om een leermid-
delen-ruil-actie mat Afrikaanse lan
den mogelijk te maken, ze willen toch
ook wel graag wat beleven. Alle
schijnwerpers, ook die op de zaal
zijn gericht, worden ingeschakeld.
„Er komen andere tijden" breekt
zich een weg door een wervelende
warreling van bonte stralen.
De figuur van die zanger is helemaal
naar de achtergrond gedrongen, een
kleine in de snelle flitsen langzaam
bewegende zwarte schaduw. Het op
zwepende ritme van muziek en licht
beïnvloedt het publiek. De zaal gaat
meeklappen. „Mijnheer de president"
begint stemmig met blaiuw en groen.
pierfonteintje mislukken. Dan blijft
alleen de aandacht voor Boudewijn
de Groot over, die inmiddels zingt
over de 46 doden gehuld in een snel
flikkerend rood licht. De hele zaal
wenst de president luid brullend een
goede nachtrust mee.
De tweeduizend jongens en meisjes zijn
eindelijk volledig in de bam van dit
spel met licht. Tijdens „Beneden alle
peil" in .het duister komen ze even
op adem. Dan blijkt wel nodig te
zijn, want het slotlied, ,,Het land vari
Maas en Waal" wordt een groot
bewegend, bont vierdimensionaal
kleurenscbilderij, zo passend bij ritzme
en inhoud van het lied, dat de toeschou-
wees niet anders dain enthousiast
kunnen zijn.
Bij een herhaling van dit „Land"
stromen de toeschouwers naar het to
neel. Fotografen, die haastig toesnellen
in de hoop de foto's te kunnen schie
ten, waarvoor ze hierheen gekomen
zijn op him vrije zaterdagavond, wor
den teleurgesteld Ook nu geen hyste
rische jeugd. Het experiment van. Li
vinus, bedoeld om het sensationele en
geheimzinnige, dat jeugdige muziek
bands door ondeskundig gebruik van
lichteffecten om het psychodelic-light
verschijnsel hebben heen gesponnen tot
normale proporties terug te brengen,
is gelukt. De jeugd houdt zich rus
tig. Fotografen en journalisten bege
ven zich naar de garderobe. Het „wil
de" verhaal" zit er niet in.
Livinus van der Bundt,
directeur van de Vrije
Academie voor beeldendie
kunsten te Den Haag, houdt
zich reeds een tiental jaren
bezig met licht-experi-
menten. Nog voor de term
psychodelic-light genoemd
werd trachtte hij zijn toe
schouwers met licht-
schilderijen in vervoering
te brengen.
Oorspronkelijk was hij
schilder, maar hij stapte
over naar zwart-wit wat een
grotere spankracht voor
hem had. Daarna greep hy
echter terug naar de kleu
ren, in de vorm van
gekleurd licht.
Met zijn lichtschilderljen,
waarvan de compositie
verandert door een kleui-
licht verandering, is hij
wereldbekend geworden.
„Mijn licht-werk ligt steeds
in de sfeer van het kunst
zinnig gebruik van de stra
len, misschien om te „hig
browen", zegt hij zelf.
Zijn „beat and beams" la
gebaseerd op een simpele*
gebruik van licht. Licht la
voor hem belangrijk, omdat
het de gehele beeldende
kunst, naar zijn mening,
een extra dimensie erbij
geeft. Naast de straling
(derde dimensie) introdu
ceerde hij het gebruik van
de tijd (vierde).
„Kijk maar naar licht
reclames" zegt hij, „ze
trekken meer aandacht als
er beweging in zit". Het
lichtspel kan echter ook
gevaarlijk worden, zoals het
spel van ondeskundige
bandjes, die lichtflitsen
combineren met hun mu
ziek, gevaarlijk kan zijn.
„Er dreigt een chaos"
waarschuwt hij, „als nlet-
kunstzinnigen zich hiermee
gaan bezighouden. Men
moet wel degelijk werken
uit een bepaald kleur- en
verantwoordelijkheids
gevoel. Hier in Nederland
zijn we op het ogenblik op
het gebied van de licht
effecten echt wel op ander#
landen voor. In Engeland
en Amerika wordt wel
licht gebruikt in nachtclub»,
maar dat gebeurt nog zeer
dilettantistisch.
De beat is een versimpeling.
Daarom is het nuttig om
je hierbij in het begin nog
met een simpel gebruik
van licht bezig te houden.
Met de „beat and beams"
(en beams moet je hier
letterlijk verstaan als
stralen) zijn we twee Jaar
geleden gestart met een
aantal jongens van de vrije
academie en de technische
school. We hebben er zelfs
een speciale band voor
opgericht om te ervaren
wat er allemaal met beat-
muziek en licht kon worden
gedaan. Anderhalf jaar
geleden zijn we voor het
eerst besloten opgetreden.
Er zijn nu ongeveer negen
voorstellingen geweest.
Ons ideaal is om het pu
bliek er nog meer bij te
betrekken. Daarom gaan
we natuurlijk verder
experimenteren."
De kleurige snipperfomteintjes be
ginnen in aantal af te nemen.
Het ,,Als je het nog eens doet verlies
je twee tanden" van een besnorde
mijnheer (kennelijk de twienerleef-
tijd al te boven), tegen drie jongelui
die hem, met nog ieder minstens tien
bladen op hun knieën, voor de
zoveelste keer in die snippervreugde
willen laten delen, laat het laatste pa-
Leerlingen van de Vrye Academie te Den Haag spelen, terwijl Livinus de
nieuwe mogelijkheden van het werken met licht laat zien, op het toneel met een
oude projector. „Times are changing".
Het huis is moeilijk te vinden. Als
je niet precies weet waar je zijn
moet, kan het gebeuren dat je een
half uur ronddoolt. Het adres is
Heusdenhoutsestraat 61 in Heus-
denhout. Maar als je de Heusden
houtsestraat inrijdt kom je ner
gens huizen tegen. Pas als de weg
steeds smaller wordt en de door
dringende geur van zuivere koei-
enmest tot je doordringt, zie je in
de verte enkele huisjes staan, die
een beetje boerderij-achtig aan
doen. Nummer 61 staat verscholen
achter enkele oude boompjes. Er
staat geen naam op de deur. Als
de bel is gegaan en de deur even
daarna geopend wordt, weet je
voor het eerst zeker dat je op het
juiste adres bent. Een zachte stem,
met een wat Limburgs aandoende
zangerigheid, nodigt je uit binnen
te komen. Het is de stem van Ger-
da Biemans, het achttienjarige
kapstertje, dat vorige week werd
uitgeroepen tot Miss Platteland
1967.
„Eigenlijk had ik helemaal niet mee
willen doen", zegt ze. „Ik durfde
niet goed. Dat komt omdat ik vorig
jaar een akelige ervaring heb
gehad. Toen ben ik uitgeroepen tot
Miss Beat van Breda, maar de
reacties waren achteraf zo vervelend
dat ik met mezelf had afgesproken
nooit meer aan een miss-verkiezing
deel te nemen. Ik kan er helemaal
niet tegen dat de mensen afgunstig
zijn. Uiterlijk laat ik dat niet direct
zo merken, maar innerlijk vreet
het me op. Daarom wilde ik het niet
meer. Maar iedereen zei, dat ik
me niets moest aantrekken van wat
anderen zeggert en toen heb ik
een paar dagen van tevoren toch
nog maar gevraagd of ik nog
mee kon doen."
Ze kijkt, het hoofd gesteund in de
handen, naar het tafelkleed. Achter
haar staat op een kleiner tafeltje
de beker. Ook het missen-lint ligt
er. Gerda Biemans heeft even moeite
om haar verhaal verder te doen-
„Weet je wat ik zo moeilijk
vond, een opstel maken over wat
Brabantse boer dacht. Dat moest
in ongeveer tweehonderd woorden
En nou vond ik dat schrijven op
zich niet zo erg, maar het feit dat
ik op geen stukken na wist hoeveel
tweehonderd woorden eigenlijk zijn.
En je moet toch een begin en een
eind aan een verhaal kunnen
maken. Dus dat ging in het begin
niet zo goed. Maar toen ik de slag
eenmaal te pa>kken had was het zo
gebeurd. Ik heb er mijn best op
gedaan en ik geloof wel dat het een
beetje gelukt is."
Gerda Bieman's is werkzaam lm een
kapsalon in Breda. Twee avonden
in de week gaat zij naar school om
het patroonsdiploma dameskapsters
te halen. Zij wil lerares worden aan
een kappersvakschool en moet daar
om nog al hard studeren. Het the
oretische gedeelte en het examen
voor parfumeur heeft zij al achter
de rug. Over enkele weken volgt
het praktische gedeelte. Ze doet het
graag. Kappen is haar lust en Haar
leven. „Ik zal nooit uitscheiden met
kapsels maken" zegt ze. „Als het.
zo is dat ik meer geld zou kunnen
verdienen door als mannequin of
fotomodel te gaan werken zou ik dat
misschien doen, maar dan zou ik
toch iedere week ook een paar da
gen „in de haren" willen zitten.
Bovendien moet ik echt eerst nog
wel goed bekijken of ik me ten
minste als er iemand zou zijn die
dat vragen zou als fotomodel zou
verhuren, In een goed blad zou ik
wel willen, maar als ze van B'e
Lach zouden komen, doe ik het
beslist niet. Dan kun je niet meer
gewoon over straat lopen. Dan zeg
gen ze van je: „Kijk daar gaat de
Ster van de Week" en dat vind ik
niet leuk. Publiciteit op zich is
zalig. Als je boven op de hoogste
tree van het schavotje staat bij een
missverkiezing voel je je gewoon
heerlijk. Maar het moet wel netjes
zijn. Aan andere miss-verkiezin-
gen wil ik ook nog wel eens mee
doen. Maar dan niet in badpak.
Dat durf ik niet. Ik bedoel, dat
wil ik niet. Wel in gewone jurken,
In mini-jurken of in avondjaponnen.
Maar anders niiet."
H. v. R.
„And I'll tell it and speak it and think it and breed it,
And reflect from the mountain so all souls can see it,
And I'll stand on the ocean untill I'll start sinking,
But I'll know my song well before I'll start singing,
And it's a hard rain's a-gonna fall".
(„En ik zal het zeggen, erover praten, erover denken en het uitdragen.
En het van de bergen schreeuwen zodat iedereen me kan zien.
En ik zal op de oceaan gaan staan tot ik begin te zinken.
Maar ik zal zorgen dat ik mijn lied goed ken voor ik het zing.
En geloof maar dat het hard aan zal komen".)
Deze woorden zijn typerend voor Bob
Dylan, de jonge Amerikaanse zanger-
dichter. die zoveel vragen rond zijn
persoon heeft opgeroepen. Vragen die
allen teruggebracht zijn kunnen wor
den tot die ene: „Wie is Dylan"
Hij heeft een grote invloed gehad
op de ontwikkeling van de Ameri
kaanse volksmuziek. Hij heeft echter
dit muziekgenre de rug toegekeerd
en wijdt zich op dit moment met hart
en ziel aan de rock and roll. Toch kun
je hem geen rock and roll-zanger
noemen. Hij gebruikt dit ritme uit
sluitend om zijn poëtische teksten
meer kracht bij te zetten.
Geen folk- of rock en roll-zanger
dus. Is Dylan dan misschien de „pro
testzanger", welk etiket muziekbladen
en platenmaatschappijen hem uit com
merciële overwegingen zo graag op
willen plakken? Dylam protesteert in
zijn songs tegen alles en iedereen (ook
tegen zichzelf), maar hij ontkent, dat
protesteren voor hem doel is: „Het
woord protest is een amusementpark-
woord. Een normaal mens krijgt de
hik ais hij het uitspreekt. Schoolkrant
redacteuren en kinderen onder de
veertien hebben er mischien tijd voor".
Met deze uitspraak distancieert Dy
lan zich van hen, die in hem zo graag
de vertolker willen zien van datgene,
wat ze zelf niet durven zeggen. Hij
distancieert zich ook van de groep
zangers, die zonodig op de plaat hun
misgenoegen over bepaalde toestan
den moeten uitschreeuwen alleen
maar, omdat dat zo „lekker" verkoopt.
De zangers die in interviews alleen
over hun „idealen" praten maar zwij
gen over het geld, dat zij hiermee ver
dienen. Bob Dylan daarentegen ver
klaart onomwonden, dat hij miljo
nair is. Hij weigert in interviews
over zijn songs en de daarin misschien
verwoorde idealen te praten.
„Je moet naar me luisteren, maar
interpreteer me niet en vraag me ook
niet wat ik bedoel", zegt hij
Bob Dylan werd ais Robert Zim
merman op 24 mei 1941 in Duluth
Minnesota geboren Zijn leven werd
echter sterker beïnvloed door de la
ter# woonplaats van zijn ouders, Hib-
bing, een mijnstadje (ijzererts) van -
18.000 Inwoners op ongeveer 110 km
van de Canadese grens. Op zijn twaalf
de jaar schrijft hij honderden gedich
ten. De ongebondenheid, die hem nu
kenmerkt, manifesteert zich reeds
in zijn jeugd. Tussen zijn tiende en
achttiende jaar loopt hij zeven maal
van huis weg. Telkens wordt hij ge
pakt en teruggebraoht. Na zijn school
tijd (Highschool en een scholarship
aan de University Minnesota) verlaat
Bob het ouderlijk huis en gaat optre
den.
Dan wordt Bob Zimmerman de
finitief Bob Dylan. Velen zeggen dat
de naamsverandering beïnvloed werd
door zijn bewondering voor de dich
ter Dyian Thomas. Dylan zelf noemt
het een fabeltje, maar voegt eraan
toe dat hij dankzij dit fabeltje meer
voor Dylan Thomas heeft gedaan dan
deze voor hem. „De poëzie van Tho
mas wordt nu door meer mensen gele
zen dan voorheen", aldus Dylan.
Zijn weg naar de top gaat niet over
rozen, ledereen lacht om zijn Chap-
linachtige verschijning. Hij weet lang
zamerhand door zijn songs te over
tuigen. In 1963 komt de volledige er
kenning op het Newport Folk Fes
tival. Begeleid door gerenommeerde
folksingers als Fete Seeger en Joan
Beaz zingt hij voor een zaal met
36.000 mensen zijn vermaarde „Blo-
win in the wind".
Het wordt onmiddellijk door alle
bekende folksingers op het program
ma genomen. De reden? „Ik kan be
paalde .dingen voelen, maar Dylan
kan ze onder woorden brengen Hij
is fenomenaal", zegt Joan Baez.
Eylfb voelt zich niet gebonden aan
de folkmuziek. Meer en meer komt
hij al zoekende terecht bij de rock
en roll. Op zijn elpee „Bringing it
all back home" introduceert hij de
electrische gitaar in de folkmuziek.
Als hij op het Newport Folk Festival
in 1965 na de pauze zijn nieuwe
„sound" brengt, wordt hij uitgejoeld.
Zijn teksten blijven echter de oude
Dylan weerspiegelen, die zich niet
meer als vroeger rechtstreeks tot de
persoon richtte, maar die zijn luis
teraars een brok tekst geeft en zegt:
„Denk daar allemaal eens over na",
die de mens probeert te helpen bij
het zoeken naar zichzelf, hem daar
bij onbarmhartig de spiegel voor
houdt.
Overigens is het niet de beat, die
Dylan beïnvloed heeft. Het proces ver
loopt in omgekeerde richting, Een
voorbeeld van deze beïnvloeding is de
laatste elpee „Between the buttons"
van de Rolling Stones.
Op het ritme van de beat vertelt
Dylan, wat hij waarneemt. Hij praat
erover, denkt erover na en koestert
de gedachte tot die rijp is om door
hem vanaf zijn „berg" zichtbaar en
hoorbaar voor alle mensen uitge
schreeuwd te worden. Hij is bereid de
golven van de tijd te weerstaan, voor
dat hij erin onder gaat.
Hij weet heel goed wat hij zingt en
probeert dit op de mensen over te
dragen, ook al zullen ze dat vaak
niet zo erg op prijs stellen.
Nog steeds zingt hij hen toe: „Come
gather round people whereéver you
roam and admit that the waters
around you have grown".
Schop die heilige huisje omver
en denk aan die zondvloed, die je bo
ven het hoofd hangt, want „It's hard
rain's a-gonna fail".
F. v. M.