DE PARABELS VAN MAO TSE TOENG Het boekje dat de wereld veranderde geknipt Moreel snobisme COMMENTAREN vaarwater in dichte mist Nog kansen voor confessionele partijen De reformatie vieren BETER WONEH 24 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 18 FEBRUARI 1967 13 I Klompé. n E ZWEMPARTIJ STEEN ELKANDERS LASTEN ZELFKENNIS GOUDKLEURIG REVOLUTIE DR. CORN. VERHOEVEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGENL PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN'IIIN^EjyNGEN PEIUNGEN^ PE^UNG FlUNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN"JLNGEN KIUNGENPEILINGENI PEILINGENt PfclUNfatN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN ,PEIL UGEN .FlUNGEN ...PEILINGENPEIUNGEN PEILINGEN PfclUNtotN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN r clLiNfjtN aken: het bouwen geraamten, die het ig patroon van bijv. lerkenningsmelodiën en een door de be ieren inbouwpakket, van de geraamten eplaatst. de geschetste woningen reau Kuiper, De Ranitz< e en Van Tol. Dit type noet te komen aan ne- gewenste eisen. Het li een meer gezinshuis, 6e- drie woningen per ver- te verdieping heeft een galerij met een gemeen- trap. De ingang ligt tet se galerij. Door deze op- lt de individuele verbin- fce woning met de open- woninghof waarneem- ne grond is een flatuio- ii 125 m2 gedacht m Op de eerste etage W ng van een kleine 100 mi loggia. DaarbovenJW itte. Alle woon- en bijna pmten zijn op de tuin- of zuidgerichtHet mg ade dak maakt een mar- igevlng mogelijk. Dutte" ting door een dak ts een n het wonen, raagt aparte parttcemc en boxen. Opvallend val, dat de indeling w- jk gelegenheid biedt toch d.e verbinding «!e andhaaft. Bovendien \r huis een ruimte ind. Door heel het land klinkt nu de kreet: „Jeile moet maar zien". Uit de perscommentaren bijvoorbeeld treedt Prof. Zijlstra naar voren als lijk de enige figuur, die voldoende gezag en vertrouwen geniet om U t schip van Staat door de dichte mist te loodsen, die door de verkie- •naen van woensdag over het politieke vaarwater is komen hangen. p0e zou (als Prof. Zijlstra bereid is aan te blijven) een kabinet-Zijlsfra ef uit zien? De kern van een dergelijk kabinet zou ongetwijfeld worden «vormd door de KVP, AR en CHU. De drie confessionele partijen heb bel echter geen meerderheid meer. Zij zullen dus een bondgenoot moeren zoeken, de PvdA of wel de VVD. gezien de verkiezingsuitslag zal het wel de VVD worden. De socialisten I hebben misgegokt. Zo vast waren zij er van overtuigd dat op „de nacht van Schmelzer" een stralende rode dageraad zou volgen, dat zij bewust op tegenstellingen hebben aangestuurd, dat zij bewust de brug naar de con fessionele partijen hebben opgeblazen. Nu zitten zij geïsoleerd, de ge- vengenen van „Tien over Rood". Wij constateren dit met spijt. In het begin van de verkiezingsstrijd hebben wij gesteld, dat de KVP en PvdA om een vooruitstrevend beleid te kun nen voeren in feite op elkaar zijn aangewezen. De twee grootste partijen hebben echter niet gezocht naar wat hen samenbindt, maar bij voortduring gehamerd op wat hen scheidt. Het resultaat? Zij hebben vooral de jon geren niet kunnen overtuigen. Die zijn, niet gehinderd door herinneringen jan de strijd van vroeger om een menswaardig bestaan, hun eigen weg gegaan. Hun stemmen was een protest tegen niet meer aansprekende partijvormen en -slogans, geen beleidskeuze voor de toekomst. Die toe komst, en dit is het meest zorgwekkende aspect van deze kamerverkie zingen, schijnt de (jonge) Nederlander van vandaag niet of nauwelijks Ie interesseren. De KVP en PvdA hebben in hun opvoedende taak gefaald. Uit dit falen zal dus wel een kabinet met liberalen resulteren. Dit wordt, lis Prof. Zijlstra er de leiding van krijgt, een kabinet van voorzichtige vooruitgang. De problemen van de dag zullen volgens het boekje worden opgelost. Waardevast geld, exportbevordering en belastingverlaging zul- J ion „in" zijn; de man die over een wezenlijke hervorming van de maat- I schappij praat is „out". Hulpverlening aan minder ontwikkelde gebieden wordt verder een kwestie van een dubbeltje extra op de collecteschaal. Om heei eerlijk te zijn er is een kans dat we ons vergissen. Als dat zo zou zijn komt dat niet op de eerste plaats door Prof. Zijlstra. Hij is een I uiterst bekwaam manager maar niet een man om met het gereedschap der politiek driftig aan een nieuwe wereld te gaan bouwen. Onze homo- i economicus moet die richting wat worden opgedrongen. Dat kan. Maar dan moet het kabinet een sterk ontwikkeld sociaal geweten hebben, zoals in het overganskabinet bijvoorbeeld in de figuur van minister Marga In het nieuwe kabinet-Zijlstra zou dat sociale geweten gevormd kunnen worden door de AR. Eerder reeds hebben wij gewezen op een opmer- elijke ontwikkeling binnen de AR-gelederen, een herbezinning op de gevolgen, die een radicale interpreatie van het christendom voor de poli- tiek zou moeten hebben: met z'n allen aan de slag om voor allen een j betere wereld tot stand te brengen en dit via een rechtlijnig, radicaal beleid. Deze beweging wordt krachtig gesteund door de AR-jongeren. Die groep heeft ook hier de fakkel overgenomen van de in klein-burgerlijkheid teruggevallen KVP-jongeren. De KVP-jongeren zullen zich nu eindelijk eens moeten ont-Gerritsen. Zij zullen weer het geweten van de KVP moeten .worden, zoals D'66 nu op het stuk van de hervorming van ons staatsbestel het geweten is geworden van de „Grote vijf". In de meteoor-achtige op- Ikomstvan D'66 ligt een uitdaging voor de jongeren van de confessionele 1 partijen. Als zij gezamenlijk de handschoen opnemen is er een kans, dat de noodzakelijke hervorming van ons staatsbestel met inbegrip van de j nieuwe partijstructuren hand in hand gaat met een herbezinning op pro- j gramma's en beginselen. Daaruit kan een herboren KVP voortkomen, een ilgemeen christelijke volkspartij, of een algemene volkspartij, in alle gevallen van een reeël progressieve signatuur. Hoe die keuze zal uitvallen dient nu nog een open vraag te zijn. Naar onze mening is het onjuist er bijvoorbaat van uit te gaan, dat de con- ssionele partijen nu hebben afgedaan.. Het verkiezingssucces van de AR leert anders. Het toont aan dat, wat de confessionele partijen voor- slaan, de kiezers aansrpeekt, mits hun program duidelijk is en de partij ""'d wordt door mannen, die vertrouwen wekken. r# Onder de slogan „Wittenberg nog steeds actueel" viert de ver- eniging „Protestants Nederland" het jubileumjaar van de reformatie, met is dit jaar 450 jaar geleden, dat Luther zijn 95 stellingen tegen de af- «athandel in Wittenberg aansloeg. 9 vereniging „Protestants Nederland" is geen kerkgenootschap. Het is 99n vereniging die zich interkerkelijk noemt en die met name opvalt 09r een houding van onverzettelijkheid tegen alles waf rooms-katho- is. Wie regelmatig in de gelegenheid is om het maandblad van de vereniging door te lezen weet daar alles van. ^oor „Protestants Nederland" heeft al wat zich momenteel afspeelt bin- j9n de katholieke kerk en ten opzichte van hef rooms-katholicisme ook n 9 kerken van de reformatie geen enkele betekenis, protestants Nederland kan haar verzet tegen Rome en tegen het katho de alleen nog maar op de been houden door voortdurend wantrouwen "ien. Geen enkel standpunt, geen enkele uitspraak van r.k.-zijde wordt -a genomen. Steeds weet „Protestants Nederland" de „ware achter enden" te vinden. Z''n er' a','lans 'n Zuid-Nederland, maar weinig protestanten, van d '1 m'''eu ^u's voe'en en de bereidheid om het jubileumjaar la,, ,e ^formatie mee te vieren is miniem. In Breda met name is vorig ,„.e Herdenking van 31 oktober achterwege gelaten als een gebaar te- de r.k. mede-christenen. Historisch gezien blijft 31 oktober 1517 üsnover een l -«v viiiioicmcii. n isiui iogi I yez.ien uii|ii 01 UMüuei ui/ 'anten" anprii'<e "dag en naarmate het wederzijds begrip tussen protes- hitiati f" °''eken groeit zullen de laatsten dit ook duidelijker zien. Het krinaen "Protestants Nederland" echter heeft zelfs in protestantse waarin ,r! te verduren. Het is een daad die niet past in deze tijd, christenen proberen elkander te verstaan. (Van een onzer redacteuren) en klein, rood boekje van 10 bij 14 centimeter is bezig de wereld te veranderen. Het is gedrukt in een oplage van tientallen miljoenen waarmee het 's werelds grootste bestseller, de bijbel, naar de kroon steekt. Het heet „Stellingen van voorzitter Mao Tse Toeng". Het bezit van dit boekje, gebonden in een slappe plastic band, betekent voor een com munistische Chinees dat hij rechtzinnig in de leer is. Het is voor hem wat „De navolging van Christus" voor de christenen van vorig eeuwen was. Hij zwaait ermee, zoals middeleeuwse martelaren met hun scapulier zwaaiden. Hij koestert het alsof het een relikwie was. Geen massabetoging van Chinezen in oost en west, of het rode hoekje oefent er zijn bijna magische werking bij uit. De lange volzinnen uit „Stel lingen" opdreunend, gaan communistische Chinezen hun weg door het we reldnieuws. Zij laten zich met het boekje in westerse gevangenissen opslui ten, na te hebben deelgenomen aan verboden betogingen. Zij putten er moed en hoop uit, als zij - bij sluiting van één hunner legaties in het buitenland - worden uitgewezen. Zij ontlenen er het recht aan om hun mede-Chinezen te onderwerpen aan verwijt en straf. Heit rode boekje werkt als zoutzuur in hun samenleving, die 650 miljoen zielen telt. Het bezielt, speciaal de jon geren sterker dan de koran of de bij bel het ooit in zo korte tijd heeft kun nen doen- De 312 pagina's tekst be vatten kennelijk zoveel revolutionair élan, dat China's binnenlandse politiek al maandenlang wereldnieuws is. Het rode boekje is „in" sinds het voor jaar van 1966, toen Mao Tse Toeng, luide toegejuicht door duizenden men sen, in de Jangtze zwom. Een bijna clowneske vertoning, die echter op voor ons onverklaarbare wijze het startsein werd voor een interne ver nieuwingsbeweging in de Chinese com munistische beweging. Stoottroep van de vernieuwing was de zogenaamde Rode Garde. Zij keerde zich aanvan kelijk tegen alles wat „westelijk-ver- diorven" was in de Chinese maat schappij. Tempels en moskeeën werden gesloten mammoetbetogingen ont wrichtten het verkeer. Aan deze chaos was echter iets voor afgegaan. Dat was een soort massale retraite van het miljoenenleger der stu denten en scholieren. Zij stuurden him leraren en professoren naar huis en gingen in de vrijkomende schoolgebou wen aan inwendige zending doen. Zij vonden dat het tijd werd, het evan gelie van Mao Tse Toeng eens grondig te bestuderen om te zien of de re volutie niet de verkeerde kant op ging. Toen zij hun retraite achter de rug hadden, begrepen zij (zonder te be seffen dat zij konden worden ge bruikt door elkaar bestrijdende figuren in de top van de communistische par tij), dat de revolutie bedreigd werd. Het voorwoord van Lin Piao in het Rode Boekje. een kanonloop groeit. De vuurmonden van de Russische communistische par tij hebben het socialisme geschapen". Een staaltje van dogmatisme vindt men in het volgende citaat: „De ge schiedenis kent twee soorten oorlog. Rechtvaardige en onrechtvaardige- Alle oorlogen die de vooruitgang dienen zijn rechtvaardig. Ooidogen die de vooruit gang remmen zijn onrechtvaardig." Daarna wordt het de lezer gemak kelijk gemaakt, de keuze te maken. „Wij communisten zijn tegen alle on rechtvaardige oorlogen, die de vooruit gang tegenhouden. Maar wij zijn vóór progressieve, rechtvaardige oorlogen. Wij geven zulke oorlogen niet alleen onze morele steun wij nemen er ook daadwerkelijk aan deeL Êen voorbeeld van een -onrechtvaar dige oorlog is de Eerste Wereldoorlog. Daarbij vochten beide partijen voor imperalistisohe idealen. De communis ten in de gehele wereld waren daar om tegen die oorlog. Over de psychologie van de revolutie: „Reactionairen zijn dwazen. Zij tillen een zware steen op, doch deze valt en verplettert hun eigen voeten. Hun strijd tegen de revolutionairen leidt al leen maar tot versnelling, verbreding en verdieping van de volks revoluties. Mao ontkent niet, dat er in het re volutionaire volk verschil van inzicht kan bestaan. Maar de louterende kracht van de revolutie, haar bijna goddelijke roeping, is zó groot dat zelfs de tegenstellingen vruchtdragend zijn. „Laat honderd bloemen bloeien. Laat honderd denkrichtingen wedijveren Dat is het geheim voor de vooruit gang van kunst en wetenschap." In talloze passages Is Mao als dich ter aan het woord. Hij beschikt over een beeldspraak, die verrassend werkt. Wereldberoemd is zijn kenschets van de imperialisten. „Papderen tijgers". Over de weifelende, politiek onbewus te communist zegt hij: „Zij .weerstaan de geweren van de vijand. Maar zij gaan op de knieën voor kogels met een suikerlaagje er omheen. Als overweging voor zelfonderzoek geeft Mao deze stelling: Ek zijn lichte en zware lasten. Sommige dragen lie ver een lichte dan een zware last. Zij pakken de lichte en schuiven de zwa re op een andermans schouders. Som mige kameraden zijn anders. Zij la ten een ander gemak en comfort, doch dragen zelf het zwaarste deel. Van hen moeten wij leren". Opnieuw vallen ons frappante over eenkomsten op met parabels in het evangelie. Het rode boekje wemelt van dit soort, gemakkelijk te begrijpen opwekkingen en voorbeelden. Een citaat over de eenheid. |»9riiêsP2aIs,dc KVP heeft haa, |S die van d jn,fen Beleden "Heralen f BvdA en van ae J"» D'66 En BoerenPartij en tnt6n al\ m r n°9 veel meer 4R en' Cf. op de cijfers van de De KVP n 4 ZUiden let- ^veertig ijl n.°B wel met twee- te zalfach m e Kamer- Maar j001, te volaen0" t.e.v.oren 3°ed over denken. Andlr, polltlek na moeten een boek 0Z ?°Tdt ,de titel KVP: 9eschiedenis van "fcf als oiuWAfn ~an Schmelzer" «inde". (Trouw) Weg naar het die in kloostercongregatie de^P^enin Brabant bet vrijdagmenu heeft verplaatst naar een andere dag, zijn de Fraters van Tilburg. Zij hebben van oudsher tijdens de vasten nog een onthoudingsdag op zaterdag, wat tot gevolg had dat de fraters in deze periode twee dagen achter elkaar vis op tafel kregen. (De Volkskrant) We hebben de laatste tijd zeker heden aan de lopende band verloren. God is dood, de pil, hij leve, voor huwelijk, sexueel verkeer zijn „in", het kerkgebouw diene de utiliteit, de maagdelijke conceptie van de Gods- zoon is „fraglich" en dan het ge beier van de kerkklokken is aftands gemeier. Alles wat boven de flat uitsteekt aan religieuze belijdenis is triomfalisme: (De Gelderlander-): Massale aanvallen richtten zien op de Chinese intellectuelen, de technische mandarijnen van het moderne Chi na, wier opzienbarende scheppingen, tot de atoombom toe, de idealen van de reine boerenstaal d'ie Mao voor ogen had gezweefd toen hij zijn revo lutie begon, bespotten en verminkten. Niet de revolutionaire volkskracht, ma-ar de macht van de techniek zo scheen het de Rode Garde dreig de China's toekomst te bepalen. Het rode boekje was oorzaak van die plotselinge zelfkennis. Het was ook ie gids voor de plannen van daarna. De verheerlijking van het rode leger als wieg van de revolutie en model van rein leven is gevolg van een dog ma uit Ma-o's rode boekje. De Indivi duele en collectieve acties van boeren en arbeiders worden als had het boekje wonderkracht toegeschreven uan de bezieling die van Mao's „Stel lingen" uitgaat. Wij bezitten zo'n zakbijbel van de roae garde. Het lijkt on-s na lezing on voorstelbaar dat Mao's stellingen zo veel teweeg kunnen brengen. Maar wij leven niet in China Het boekje telt 33 hoofdstukken een korte inleiding, geschreven door Lin Piao, de Chinese minister van de fensie. Hij roept de lezer toe: „Ver diep u in de geschriften van voorzit ter Mao, volg zijn leringen en handel naar zijn voorschriften". Deze woorden zouden in het nieuwe testament kunn=n staan. In feite staan ze er ookAlleen heet Mao daar an ders. Een goudkleurige foto van Mao. be dekt door een stukje zacht zijdepapier voor in het boekje, geeft het een soon mystiek karakter. Het rode boeke bevat uitsluitend ei taten van Mao Tse Toeng, gekozen ui' redevoeringen en geschriften sinds 1931' Veel „stellingen" spreken ons niet aan. Anders is dit met de spreuken d-ie onverbloemd de revolutie prediken Het zijn deze spreuken, die de Rode Garde het meest inspireren. „Een revolutie is geen noenmaal. Zij is geen gedicht, geen schilderij of een borduurwerk. Een revolutie is niet ver fijnd, gezellig, hoffelijk of grootmoe dig. Zij is een opstand, een daad van geweld, waarbij de ene Klasse de an dere vernietigt". En verder: „Iedere communist moet ri-h Tpa-l-teerrrv, dat politieke macht «i* „De eenwording van onze natie, de eenheid van on® volk en de eenheid van ome® verschillende nationaliteiten zijn de basisgaranties voor de absolute triomf van onze zaak. En tenslotte één over de disci pline: „Het individu is onderge schikt aan de organisatie. De min derheid is ondergeschikt aan de meerderheid. Het lager kader in de partij is ondergeschikt aan het Chinese studenten worden in Pa rijs, omdat zij te krachtig gedemon streerd hebben, gevangen gezet. Hun troost in de cel: het rode boekje. hogere en het collectief lidmaat-: schap is ondergeschikt aan het centraal partijcomité Tom Koopman Fanatieke Rode Gardisten JTr zal wel niemand, meer te vin den zijn die discriminatie op grond van afkomst, ras of religie in deze tijd nog bewust en open lijk zou willen verdedigen. Ieder een is overtuigd van de walgelijk heid daarvan. Althans, zo lijkt het. Want helaas heeft onze ver draagzaamheid zich zodanig toe gespitst op een paar opvallende terreinen, dat er voor de rest wei nig aandacht overblijft. Wie nauwlettend toeziet, zou op het idee kunnen komen, dat juist die paar terreinen voor de tolerantie worden uitgekozen om op andere terreinen de handen vrij te hou den, en dat die beperkte ver draagzaamheid al zoveel energie eist, dat er buiten een zorgvuldig afgebakend gebied geen ruimte meer overblijft voor de toepassing van met zoveel passie verkondig de edele beginselen. Concreter ge zegd: het lijkt wel of we tegen de discriminatie van de joden in het verleden en de negers in het heden zijn om hiermee alles wat we aan verdraagzaamheid kun nen opbrengen te investeren; dat kost ons dan kennelijk zoveel mo rele inspanning, dat we blind worden voor elke andere discri minatie. Er is geen sprake van een blinde vlek, maar van een hele blinde wereld om een lichte vlek heen. Om maar een voor beeld te noemen: vergeleken by de jeugd wordt de ouderdom te genwoordig op allerlei manieren gediscrimineerd en zelfs een goed troosten met de gedachte dat er altyd nog grotere hufters zijn dan zyzelf, namelijk de boeren. Uier ligt een kolossale blinde vlek, die zich zelfs aan de ju ridische reflexie weet te onttrek ken. Want enige tyd geleden is iemand veroordeeld, omdat hy een ander voor „boerenlul" had uitgescholden. Nu is dat een grof woord, maar volgens de beslissing van de rechter zat de grofheid alleen in het laatste deel van de samenstelling. Het kwam ter zit ting naar voren, dat het woord „boerenpummel" in dit geval veel minder zwaar zou zyn opgevat. Het is dus bij wyze van spreken een toegestaan scheldwoord. Toch lijkt mij de gevoelswaarde van beide woorden, die hier in het geding zijn, en die beide met „boer" zyn samengesteld, onge veer dezelfde. Wat is dus de be tekenis van deze rechteriyke uit spraak? Deze: scheldt elkaar rus tig uit voor boerenkinkel, boeren pummel of gewoon boer, maar gebruikt daarby geen seksuele aanduidingen, want dan wordt het beledigend. De eerbied voor de geslachtsdelen hoort dus aanzien- ïyk groter te zyn dan die voor het agrarische deel van de bevol king. Wie er een speld tussen kan kryg'en, mag het zeggen. En wie meent dat hier niet officieel en met alle nadruk en pampa, om niet te zeggen heisa, waarmee de deel van de bejaardenzorg kan als een soort apartheidspolitiek ontmaskerd worden. Zulke din gen ontgaan ons gemakkeiyk om dat we het te druk hebben met onze verontwaardiging over de apartheidspolitiek elders. Juist door de aandacht die ze op het ene gebied krygt, kan de discri minatie op alle andere gebieden welig tieren. Dat is het gevaar van een tolerantie die niet een werkelijke morele verworvenheid is, maar alleen uit moreel snobis me en dus ongenuanceerd beoe fend wordt bv op onverdraagza me manier. Zij wordt een soort van zelfbescherming tegen de onverdraagzaamheid van ande ren. Wie het woord „jood" als scheldwoord gebruikt en dat is in het verleden zo vaak ge beurd, dat we het woord op zich nauwelijks nog durven gebrui ken wordt voor een grotere schurk aangezien dan wie een an der voor „boer" uitscheldt. Beide woorden hebben volgens het woordenboek en het gangbare spraakgebruik een zekere beteke nis als scheldwoord, maar in het eerste geval is het taboe-karak ter zeer sterk geworden. Dat is terecht gebeurd, maar datzelfde recht zou op „boer" toegepast kunnen worden. En dat gebeurt niet; niemand denkt eraan. Nog steeds lachen nette, zich tegen hun door televisie en krant uit gelegde vormen van discrimina tie kantende Nederlanders zich te barsten als het over boeren gaat. En een „boerenparty" onder lei ding van iemand die „Hendrik" en „Koekoek" heet, is al helemaal een ryne scherts. Het geheim van Koekoeks succes was waarschyn- lijk dan ook, dat hij gelegenheid geeft tot het discrimineren van de boeren al is diat dan alleen met woorden. Hy vertegenwoor digt een stuk sadistische recrea tie voor mensen die er kenneiyk behoefte aan hebben zich te rechterlijke macht zich omgeeft, gediscrimineerd wordt, vergist zich danig. JTen verwyzing naar het woor denboek en de gangbare be tekenis van het woordje „boer" dat nu eenmaal behalve „land bouwer" ook „pummel" en ten overvloede ook nog „oprisping" betekent, moet met kracht van de hand gewezen worden. Het woordenboek constateert al leen het taalgebruik, maar recht vaardigt het niet; als dat hetzelf de was, zouden alle misdaden uit het verleden grote voorbeelden voor ons gedrag zijn. J—J et is zonder meer duidehjk: on ze fijngevoeligheid is te ge ring om ze voor beide groepen te- geiyk en voor talloze andere te laten gelden. En dat is nu juist het gevaarlyke van dit soort ingehamerde edelheid; zy is te zeer afgedwongen om echt te zyn en die afgedwongen vriendelijk heid of liever rechtvaardigheid tegenover de een leidt tot snau wen tegenover de ander of lie ver tot onrecht. Wij hebben de verdraagzaamheid domweg niet grondig genoeg geleerd en door dacht, als wij alleen maar ge leerd hebben er, knarsend van heldhaftigheid, één schamel voor beeldje van in praktyk te bren gen en dan nog allemaal hetzelf de. Het doet op pynlyke wyze aan dressuur denken, wanneer we grote hoeveelheden mensen zo aan dit ene kunstje verkleefd zien als een olifant in een circus die alleen maar zyn vier poten op een wit tonnetje kan hysen en niet op een groen. Het is natuur- ïyk al iets althans op één punt de verdraagzaamheid te beoefe nen, maar 'verdraagzaamheid zonder enig inzicht, collectief op gedrongen, is niet vry van ge vaarlyke by-effecten. In feite comprimeert zij de onverdraag zaamheid zonder er ook maar iets van uit te roeien. Dr. Corn. Verhoeven

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 15