DE PARABELS VAN MAO TSE TOENG
Het boekje
dat de
wereld
veranderde
geknipt
Moreel snobisme
COMMENTAREN
vaarwater in dichte mist
Nog kansen voor confessionele partijen
De reformatie
vieren
BETER
WONEH
24
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 18 FEBRUARI 1967
13
I Klompé.
n
E
ZWEMPARTIJ
STEEN
ELKANDERS LASTEN
ZELFKENNIS
GOUDKLEURIG
REVOLUTIE
DR. CORN. VERHOEVEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGENL PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN'IIIN^EjyNGEN PEIUNGEN^ PE^UNG
FlUNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN"JLNGEN KIUNGENPEILINGENI PEILINGENt PfclUNfatN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN ,PEIL UGEN .FlUNGEN ...PEILINGENPEIUNGEN PEILINGEN PfclUNtotN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN r clLiNfjtN
aken: het bouwen
geraamten, die het
ig patroon van bijv.
lerkenningsmelodiën
en een door de be
ieren inbouwpakket,
van de geraamten
eplaatst.
de geschetste woningen
reau Kuiper, De Ranitz<
e en Van Tol. Dit type
noet te komen aan ne-
gewenste eisen. Het li
een meer gezinshuis, 6e-
drie woningen per ver-
te verdieping heeft een
galerij met een gemeen-
trap. De ingang ligt tet
se galerij. Door deze op-
lt de individuele verbin-
fce woning met de open-
woninghof waarneem-
ne grond is een flatuio-
ii 125 m2 gedacht m
Op de eerste etage W
ng van een kleine 100 mi
loggia. DaarbovenJW
itte. Alle woon- en bijna
pmten zijn op de tuin-
of zuidgerichtHet mg
ade dak maakt een mar-
igevlng mogelijk. Dutte"
ting door een dak ts een
n het wonen,
raagt aparte parttcemc
en boxen. Opvallend
val, dat de indeling w-
jk gelegenheid biedt
toch d.e verbinding «!e
andhaaft. Bovendien
\r huis een ruimte
ind.
Door heel het land klinkt nu de kreet: „Jeile moet maar zien". Uit de
perscommentaren bijvoorbeeld treedt Prof. Zijlstra naar voren als
lijk de enige figuur, die voldoende gezag en vertrouwen geniet om
U t schip van Staat door de dichte mist te loodsen, die door de verkie-
•naen van woensdag over het politieke vaarwater is komen hangen.
p0e zou (als Prof. Zijlstra bereid is aan te blijven) een kabinet-Zijlsfra
ef uit zien? De kern van een dergelijk kabinet zou ongetwijfeld worden
«vormd door de KVP, AR en CHU. De drie confessionele partijen heb
bel echter geen meerderheid meer. Zij zullen dus een bondgenoot moeren
zoeken, de PvdA of wel de VVD.
gezien de verkiezingsuitslag zal het wel de VVD worden. De socialisten
I hebben misgegokt. Zo vast waren zij er van overtuigd dat op „de nacht
van Schmelzer" een stralende rode dageraad zou volgen, dat zij bewust op
tegenstellingen hebben aangestuurd, dat zij bewust de brug naar de con
fessionele partijen hebben opgeblazen. Nu zitten zij geïsoleerd, de ge-
vengenen van „Tien over Rood".
Wij constateren dit met spijt. In het begin van de verkiezingsstrijd hebben
wij gesteld, dat de KVP en PvdA om een vooruitstrevend beleid te kun
nen voeren in feite op elkaar zijn aangewezen. De twee grootste partijen
hebben echter niet gezocht naar wat hen samenbindt, maar bij voortduring
gehamerd op wat hen scheidt. Het resultaat? Zij hebben vooral de jon
geren niet kunnen overtuigen. Die zijn, niet gehinderd door herinneringen
jan de strijd van vroeger om een menswaardig bestaan, hun eigen weg
gegaan. Hun stemmen was een protest tegen niet meer aansprekende
partijvormen en -slogans, geen beleidskeuze voor de toekomst. Die toe
komst, en dit is het meest zorgwekkende aspect van deze kamerverkie
zingen, schijnt de (jonge) Nederlander van vandaag niet of nauwelijks
Ie interesseren. De KVP en PvdA hebben in hun opvoedende taak gefaald.
Uit dit falen zal dus wel een kabinet met liberalen resulteren. Dit wordt,
lis Prof. Zijlstra er de leiding van krijgt, een kabinet van voorzichtige
vooruitgang. De problemen van de dag zullen volgens het boekje worden
opgelost. Waardevast geld, exportbevordering en belastingverlaging zul-
J ion „in" zijn; de man die over een wezenlijke hervorming van de maat-
I schappij praat is „out". Hulpverlening aan minder ontwikkelde gebieden
wordt verder een kwestie van een dubbeltje extra op de collecteschaal.
Om heei eerlijk te zijn er is een kans dat we ons vergissen. Als dat zo
zou zijn komt dat niet op de eerste plaats door Prof. Zijlstra. Hij is een
I uiterst bekwaam manager maar niet een man om met het gereedschap
der politiek driftig aan een nieuwe wereld te gaan bouwen. Onze homo-
i economicus moet die richting wat worden opgedrongen. Dat kan. Maar
dan moet het kabinet een sterk ontwikkeld sociaal geweten hebben, zoals
in het overganskabinet bijvoorbeeld in de figuur van minister Marga
In het nieuwe kabinet-Zijlstra zou dat sociale geweten gevormd kunnen
worden door de AR. Eerder reeds hebben wij gewezen op een opmer-
elijke ontwikkeling binnen de AR-gelederen, een herbezinning op de
gevolgen, die een radicale interpreatie van het christendom voor de poli-
tiek zou moeten hebben: met z'n allen aan de slag om voor allen een
j betere wereld tot stand te brengen en dit via een rechtlijnig, radicaal beleid.
Deze beweging wordt krachtig gesteund door de AR-jongeren. Die groep
heeft ook hier de fakkel overgenomen van de in klein-burgerlijkheid
teruggevallen KVP-jongeren. De KVP-jongeren zullen zich nu eindelijk eens
moeten ont-Gerritsen. Zij zullen weer het geweten van de KVP moeten
.worden, zoals D'66 nu op het stuk van de hervorming van ons staatsbestel
het geweten is geworden van de „Grote vijf". In de meteoor-achtige op-
Ikomstvan D'66 ligt een uitdaging voor de jongeren van de confessionele
1 partijen. Als zij gezamenlijk de handschoen opnemen is er een kans, dat
de noodzakelijke hervorming van ons staatsbestel met inbegrip van de
j nieuwe partijstructuren hand in hand gaat met een herbezinning op pro-
j gramma's en beginselen. Daaruit kan een herboren KVP voortkomen, een
ilgemeen christelijke volkspartij, of een algemene volkspartij, in alle
gevallen van een reeël progressieve signatuur.
Hoe die keuze zal uitvallen dient nu nog een open vraag te zijn. Naar
onze mening is het onjuist er bijvoorbaat van uit te gaan, dat de con-
ssionele partijen nu hebben afgedaan.. Het verkiezingssucces van de
AR leert anders. Het toont aan dat, wat de confessionele partijen voor-
slaan, de kiezers aansrpeekt, mits hun program duidelijk is en de partij
""'d wordt door mannen, die vertrouwen wekken.
r#
Onder de slogan „Wittenberg nog steeds actueel" viert de ver-
eniging „Protestants Nederland" het jubileumjaar van de reformatie,
met is dit jaar 450 jaar geleden, dat Luther zijn 95 stellingen tegen de af-
«athandel in Wittenberg aansloeg.
9 vereniging „Protestants Nederland" is geen kerkgenootschap. Het is
99n vereniging die zich interkerkelijk noemt en die met name opvalt
09r een houding van onverzettelijkheid tegen alles waf rooms-katho-
is. Wie regelmatig in de gelegenheid is om het maandblad van de
vereniging door te lezen weet daar alles van.
^oor „Protestants Nederland" heeft al wat zich momenteel afspeelt bin-
j9n de katholieke kerk en ten opzichte van hef rooms-katholicisme ook
n 9 kerken van de reformatie geen enkele betekenis,
protestants Nederland kan haar verzet tegen Rome en tegen het katho
de alleen nog maar op de been houden door voortdurend wantrouwen
"ien. Geen enkel standpunt, geen enkele uitspraak van r.k.-zijde wordt
-a genomen. Steeds weet „Protestants Nederland" de „ware achter
enden" te vinden.
Z''n er' a','lans 'n Zuid-Nederland, maar weinig protestanten,
van d '1 m'''eu ^u's voe'en en de bereidheid om het jubileumjaar
la,, ,e ^formatie mee te vieren is miniem. In Breda met name is vorig
,„.e Herdenking van 31 oktober achterwege gelaten als een gebaar te-
de r.k. mede-christenen. Historisch gezien blijft 31 oktober 1517
üsnover
een
l -«v viiiioicmcii. n isiui iogi I yez.ien uii|ii 01 UMüuei ui/
'anten" anprii'<e "dag en naarmate het wederzijds begrip tussen protes-
hitiati f" °''eken groeit zullen de laatsten dit ook duidelijker zien. Het
krinaen "Protestants Nederland" echter heeft zelfs in protestantse
waarin ,r! te verduren. Het is een daad die niet past in deze tijd,
christenen proberen elkander te verstaan.
(Van een onzer redacteuren)
en klein, rood boekje van 10 bij 14 centimeter is bezig de wereld te
veranderen. Het is gedrukt in een oplage van tientallen miljoenen
waarmee het 's werelds grootste bestseller, de bijbel, naar de kroon steekt.
Het heet „Stellingen van voorzitter Mao Tse Toeng". Het bezit van dit
boekje, gebonden in een slappe plastic band, betekent voor een com
munistische Chinees dat hij rechtzinnig in de leer is. Het is voor hem wat
„De navolging van Christus" voor de christenen van vorig eeuwen was.
Hij zwaait ermee, zoals middeleeuwse martelaren met hun scapulier
zwaaiden. Hij koestert het alsof het een relikwie was.
Geen massabetoging van Chinezen in oost en west, of het rode hoekje
oefent er zijn bijna magische werking bij uit. De lange volzinnen uit „Stel
lingen" opdreunend, gaan communistische Chinezen hun weg door het we
reldnieuws. Zij laten zich met het boekje in westerse gevangenissen opslui
ten, na te hebben deelgenomen aan verboden betogingen. Zij putten er moed
en hoop uit, als zij - bij sluiting van één hunner legaties in het buitenland -
worden uitgewezen. Zij ontlenen er het recht aan om hun mede-Chinezen te
onderwerpen aan verwijt en straf.
Heit rode boekje werkt als zoutzuur
in hun samenleving, die 650 miljoen
zielen telt. Het bezielt, speciaal de jon
geren sterker dan de koran of de bij
bel het ooit in zo korte tijd heeft kun
nen doen- De 312 pagina's tekst be
vatten kennelijk zoveel revolutionair
élan, dat China's binnenlandse politiek
al maandenlang wereldnieuws is.
Het rode boekje is „in" sinds het voor
jaar van 1966, toen Mao Tse Toeng,
luide toegejuicht door duizenden men
sen, in de Jangtze zwom. Een bijna
clowneske vertoning, die echter op
voor ons onverklaarbare wijze het
startsein werd voor een interne ver
nieuwingsbeweging in de Chinese com
munistische beweging. Stoottroep van
de vernieuwing was de zogenaamde
Rode Garde. Zij keerde zich aanvan
kelijk tegen alles wat „westelijk-ver-
diorven" was in de Chinese maat
schappij. Tempels en moskeeën werden
gesloten mammoetbetogingen ont
wrichtten het verkeer.
Aan deze chaos was echter iets voor
afgegaan. Dat was een soort massale
retraite van het miljoenenleger der stu
denten en scholieren. Zij stuurden him
leraren en professoren naar huis en
gingen in de vrijkomende schoolgebou
wen aan inwendige zending doen. Zij
vonden dat het tijd werd, het evan
gelie van Mao Tse Toeng eens grondig
te bestuderen om te zien of de re
volutie niet de verkeerde kant op ging.
Toen zij hun retraite achter de rug
hadden, begrepen zij (zonder te be
seffen dat zij konden worden ge
bruikt door elkaar bestrijdende figuren
in de top van de communistische par
tij), dat de revolutie bedreigd werd.
Het voorwoord van Lin Piao in
het Rode Boekje.
een kanonloop groeit. De vuurmonden
van de Russische communistische par
tij hebben het socialisme geschapen".
Een staaltje van dogmatisme vindt
men in het volgende citaat: „De ge
schiedenis kent twee soorten oorlog.
Rechtvaardige en onrechtvaardige- Alle
oorlogen die de vooruitgang dienen zijn
rechtvaardig. Ooidogen die de vooruit
gang remmen zijn onrechtvaardig."
Daarna wordt het de lezer gemak
kelijk gemaakt, de keuze te maken.
„Wij communisten zijn tegen alle on
rechtvaardige oorlogen, die de vooruit
gang tegenhouden. Maar wij zijn vóór
progressieve, rechtvaardige oorlogen.
Wij geven zulke oorlogen niet alleen
onze morele steun wij nemen er ook
daadwerkelijk aan deeL
Êen voorbeeld van een -onrechtvaar
dige oorlog is de Eerste Wereldoorlog.
Daarbij vochten beide partijen voor
imperalistisohe idealen. De communis
ten in de gehele wereld waren daar
om tegen die oorlog.
Over de psychologie van de revolutie:
„Reactionairen zijn dwazen. Zij tillen
een zware steen op, doch deze valt
en verplettert hun eigen voeten. Hun
strijd tegen de revolutionairen leidt al
leen maar tot versnelling, verbreding
en verdieping van de volks revoluties.
Mao ontkent niet, dat er in het re
volutionaire volk verschil van inzicht
kan bestaan. Maar de louterende
kracht van de revolutie, haar bijna
goddelijke roeping, is zó groot dat
zelfs de tegenstellingen vruchtdragend
zijn.
„Laat honderd bloemen bloeien. Laat
honderd denkrichtingen wedijveren
Dat is het geheim voor de vooruit
gang van kunst en wetenschap."
In talloze passages Is Mao als dich
ter aan het woord. Hij beschikt over
een beeldspraak, die verrassend werkt.
Wereldberoemd is zijn kenschets van
de imperialisten. „Papderen tijgers".
Over de weifelende, politiek onbewus
te communist zegt hij: „Zij .weerstaan
de geweren van de vijand. Maar zij
gaan op de knieën voor kogels met een
suikerlaagje er omheen.
Als overweging voor zelfonderzoek
geeft Mao deze stelling: Ek zijn lichte
en zware lasten. Sommige dragen lie
ver een lichte dan een zware last. Zij
pakken de lichte en schuiven de zwa
re op een andermans schouders. Som
mige kameraden zijn anders. Zij la
ten een ander gemak en comfort, doch
dragen zelf het zwaarste deel. Van hen
moeten wij leren".
Opnieuw vallen ons frappante over
eenkomsten op met parabels in het
evangelie.
Het rode boekje wemelt van dit soort,
gemakkelijk te begrijpen opwekkingen
en voorbeelden. Een citaat over de
eenheid.
|»9riiêsP2aIs,dc KVP heeft haa,
|S die van d jn,fen Beleden
"Heralen f BvdA en van ae
J"» D'66 En BoerenPartij en
tnt6n al\ m r n°9 veel meer
4R en' Cf. op de cijfers van de
De KVP n 4 ZUiden let-
^veertig ijl n.°B wel met twee-
te zalfach m e Kamer- Maar
j001, te volaen0" t.e.v.oren 3°ed over
denken. Andlr, polltlek na moeten
een boek 0Z ?°Tdt ,de titel
KVP: 9eschiedenis van
"fcf als oiuWAfn ~an Schmelzer"
«inde". (Trouw) Weg naar het
die in kloostercongregatie
de^P^enin Brabant
bet vrijdagmenu heeft
verplaatst naar een andere dag,
zijn de Fraters van Tilburg. Zij
hebben van oudsher tijdens de
vasten nog een onthoudingsdag op
zaterdag, wat tot gevolg had dat
de fraters in deze periode twee
dagen achter elkaar vis op tafel
kregen.
(De Volkskrant)
We hebben de laatste tijd zeker
heden aan de lopende band verloren.
God is dood, de pil, hij leve, voor
huwelijk, sexueel verkeer zijn „in",
het kerkgebouw diene de utiliteit, de
maagdelijke conceptie van de Gods-
zoon is „fraglich" en dan het ge
beier van de kerkklokken is aftands
gemeier. Alles wat boven de flat
uitsteekt aan religieuze belijdenis is
triomfalisme: (De Gelderlander-):
Massale aanvallen richtten zien op
de Chinese intellectuelen, de technische
mandarijnen van het moderne Chi
na, wier opzienbarende scheppingen,
tot de atoombom toe, de idealen van
de reine boerenstaal d'ie Mao voor
ogen had gezweefd toen hij zijn revo
lutie begon, bespotten en verminkten.
Niet de revolutionaire volkskracht,
ma-ar de macht van de techniek
zo scheen het de Rode Garde dreig
de China's toekomst te bepalen.
Het rode boekje was oorzaak van die
plotselinge zelfkennis. Het was ook ie
gids voor de plannen van daarna. De
verheerlijking van het rode leger als
wieg van de revolutie en model van
rein leven is gevolg van een dog
ma uit Ma-o's rode boekje. De Indivi
duele en collectieve acties van boeren
en arbeiders worden als had het
boekje wonderkracht toegeschreven
uan de bezieling die van Mao's „Stel
lingen" uitgaat.
Wij bezitten zo'n zakbijbel van de roae
garde. Het lijkt on-s na lezing on
voorstelbaar dat Mao's stellingen zo
veel teweeg kunnen brengen. Maar wij
leven niet in China
Het boekje telt 33 hoofdstukken
een korte inleiding, geschreven door
Lin Piao, de Chinese minister van de
fensie. Hij roept de lezer toe: „Ver
diep u in de geschriften van voorzit
ter Mao, volg zijn leringen en handel
naar zijn voorschriften".
Deze woorden zouden in het nieuwe
testament kunn=n staan. In feite staan
ze er ookAlleen heet Mao daar an
ders.
Een goudkleurige foto van Mao. be
dekt door een stukje zacht zijdepapier
voor in het boekje, geeft het een soon
mystiek karakter.
Het rode boeke bevat uitsluitend ei
taten van Mao Tse Toeng, gekozen ui'
redevoeringen en geschriften sinds 1931'
Veel „stellingen" spreken ons niet
aan. Anders is dit met de spreuken
d-ie onverbloemd de revolutie prediken
Het zijn deze spreuken, die de Rode
Garde het meest inspireren.
„Een revolutie is geen noenmaal. Zij
is geen gedicht, geen schilderij of een
borduurwerk. Een revolutie is niet ver
fijnd, gezellig, hoffelijk of grootmoe
dig. Zij is een opstand, een daad van
geweld, waarbij de ene Klasse de an
dere vernietigt".
En verder: „Iedere communist moet
ri-h Tpa-l-teerrrv, dat politieke macht «i*
„De eenwording van onze natie, de
eenheid van on® volk en de eenheid
van ome® verschillende nationaliteiten
zijn de basisgaranties voor de absolute
triomf van onze zaak.
En tenslotte één over de disci
pline: „Het individu is onderge
schikt aan de organisatie. De min
derheid is ondergeschikt aan de
meerderheid. Het lager kader in
de partij is ondergeschikt aan het
Chinese studenten worden in Pa
rijs, omdat zij te krachtig gedemon
streerd hebben, gevangen gezet. Hun
troost in de cel: het rode boekje.
hogere en het collectief lidmaat-:
schap is ondergeschikt aan het
centraal partijcomité
Tom Koopman
Fanatieke Rode Gardisten
JTr zal wel niemand, meer te vin
den zijn die discriminatie op
grond van afkomst, ras of religie
in deze tijd nog bewust en open
lijk zou willen verdedigen. Ieder
een is overtuigd van de walgelijk
heid daarvan. Althans, zo lijkt
het. Want helaas heeft onze ver
draagzaamheid zich zodanig toe
gespitst op een paar opvallende
terreinen, dat er voor de rest wei
nig aandacht overblijft. Wie
nauwlettend toeziet, zou op het
idee kunnen komen, dat juist die
paar terreinen voor de tolerantie
worden uitgekozen om op andere
terreinen de handen vrij te hou
den, en dat die beperkte ver
draagzaamheid al zoveel energie
eist, dat er buiten een zorgvuldig
afgebakend gebied geen ruimte
meer overblijft voor de toepassing
van met zoveel passie verkondig
de edele beginselen. Concreter ge
zegd: het lijkt wel of we tegen
de discriminatie van de joden in
het verleden en de negers in het
heden zijn om hiermee alles wat
we aan verdraagzaamheid kun
nen opbrengen te investeren; dat
kost ons dan kennelijk zoveel mo
rele inspanning, dat we blind
worden voor elke andere discri
minatie. Er is geen sprake van
een blinde vlek, maar van een
hele blinde wereld om een lichte
vlek heen. Om maar een voor
beeld te noemen: vergeleken by
de jeugd wordt de ouderdom te
genwoordig op allerlei manieren
gediscrimineerd en zelfs een goed
troosten met de gedachte dat er
altyd nog grotere hufters zijn dan
zyzelf, namelijk de boeren.
Uier ligt een kolossale blinde
vlek, die zich zelfs aan de ju
ridische reflexie weet te onttrek
ken. Want enige tyd geleden is
iemand veroordeeld, omdat hy
een ander voor „boerenlul" had
uitgescholden. Nu is dat een grof
woord, maar volgens de beslissing
van de rechter zat de grofheid
alleen in het laatste deel van de
samenstelling. Het kwam ter zit
ting naar voren, dat het woord
„boerenpummel" in dit geval veel
minder zwaar zou zyn opgevat.
Het is dus bij wyze van spreken
een toegestaan scheldwoord.
Toch lijkt mij de gevoelswaarde
van beide woorden, die hier in het
geding zijn, en die beide met
„boer" zyn samengesteld, onge
veer dezelfde. Wat is dus de be
tekenis van deze rechteriyke uit
spraak? Deze: scheldt elkaar rus
tig uit voor boerenkinkel, boeren
pummel of gewoon boer, maar
gebruikt daarby geen seksuele
aanduidingen, want dan wordt
het beledigend. De eerbied voor de
geslachtsdelen hoort dus aanzien-
ïyk groter te zyn dan die voor
het agrarische deel van de bevol
king. Wie er een speld tussen kan
kryg'en, mag het zeggen. En wie
meent dat hier niet officieel en
met alle nadruk en pampa, om
niet te zeggen heisa, waarmee de
deel van de bejaardenzorg kan
als een soort apartheidspolitiek
ontmaskerd worden. Zulke din
gen ontgaan ons gemakkeiyk om
dat we het te druk hebben met
onze verontwaardiging over de
apartheidspolitiek elders. Juist
door de aandacht die ze op het
ene gebied krygt, kan de discri
minatie op alle andere gebieden
welig tieren. Dat is het gevaar
van een tolerantie die niet een
werkelijke morele verworvenheid
is, maar alleen uit moreel snobis
me en dus ongenuanceerd beoe
fend wordt bv op onverdraagza
me manier. Zij wordt een soort
van zelfbescherming tegen de
onverdraagzaamheid van ande
ren.
Wie het woord „jood" als
scheldwoord gebruikt en
dat is in het verleden zo vaak ge
beurd, dat we het woord op zich
nauwelijks nog durven gebrui
ken wordt voor een grotere
schurk aangezien dan wie een an
der voor „boer" uitscheldt. Beide
woorden hebben volgens het
woordenboek en het gangbare
spraakgebruik een zekere beteke
nis als scheldwoord, maar in het
eerste geval is het taboe-karak
ter zeer sterk geworden. Dat is
terecht gebeurd, maar datzelfde
recht zou op „boer" toegepast
kunnen worden. En dat gebeurt
niet; niemand denkt eraan. Nog
steeds lachen nette, zich tegen
hun door televisie en krant uit
gelegde vormen van discrimina
tie kantende Nederlanders zich te
barsten als het over boeren gaat.
En een „boerenparty" onder lei
ding van iemand die „Hendrik"
en „Koekoek" heet, is al helemaal
een ryne scherts. Het geheim van
Koekoeks succes was waarschyn-
lijk dan ook, dat hij gelegenheid
geeft tot het discrimineren van
de boeren al is diat dan alleen
met woorden. Hy vertegenwoor
digt een stuk sadistische recrea
tie voor mensen die er kenneiyk
behoefte aan hebben zich te
rechterlijke macht zich omgeeft,
gediscrimineerd wordt, vergist
zich danig.
JTen verwyzing naar het woor
denboek en de gangbare be
tekenis van het woordje „boer"
dat nu eenmaal behalve „land
bouwer" ook „pummel" en ten
overvloede ook nog „oprisping"
betekent, moet met kracht van
de hand gewezen worden.
Het woordenboek constateert al
leen het taalgebruik, maar recht
vaardigt het niet; als dat hetzelf
de was, zouden alle misdaden uit
het verleden grote voorbeelden
voor ons gedrag zijn.
J—J et is zonder meer duidehjk: on
ze fijngevoeligheid is te ge
ring om ze voor beide groepen te-
geiyk en voor talloze andere
te laten gelden. En dat is nu
juist het gevaarlyke van dit soort
ingehamerde edelheid; zy is te
zeer afgedwongen om echt te zyn
en die afgedwongen vriendelijk
heid of liever rechtvaardigheid
tegenover de een leidt tot snau
wen tegenover de ander of lie
ver tot onrecht. Wij hebben de
verdraagzaamheid domweg niet
grondig genoeg geleerd en door
dacht, als wij alleen maar ge
leerd hebben er, knarsend van
heldhaftigheid, één schamel voor
beeldje van in praktyk te bren
gen en dan nog allemaal hetzelf
de. Het doet op pynlyke wyze
aan dressuur denken, wanneer
we grote hoeveelheden mensen zo
aan dit ene kunstje verkleefd
zien als een olifant in een circus
die alleen maar zyn vier poten op
een wit tonnetje kan hysen en
niet op een groen. Het is natuur-
ïyk al iets althans op één punt
de verdraagzaamheid te beoefe
nen, maar 'verdraagzaamheid
zonder enig inzicht, collectief op
gedrongen, is niet vry van ge
vaarlyke by-effecten. In feite
comprimeert zij de onverdraag
zaamheid zonder er ook maar iets
van uit te roeien.
Dr. Corn. Verhoeven