Er zit een knettergek balletje bij verpakt.
Toch is Felix-Quick geen gek produkt.
Hoe de 3 broers
gelukkig werden
PIM EN DE HEKS
Landhuis voor Irene
Dr. Visser 't Hooft krijgt
Deense Sonningprijs
WAAROM?
i iTrh
\m
I J7.
Integendeel.
Felix-Quiek is samengesteld door dood-serieuze, wit-
gejaste mannen.
Met wetenschappelijke precisie hebben zij er alle vlees,
vis, vitaminen, mineralen en graansoorten ingestopt
die van uw poes zo'n lekker glanzend, speels beestje
maken.
En vervolgens hebben zij het zo bereid, dat u er alleen nog maar warm
water of melk aan hoeft toe te voegen, ('n Kolossaal lekker poezenprakje
wordt 't dan.)
Maar waarom dan dat malle balletje? (Dat balletje dat de gekste kanten
oprolt, een dwaas tinkelachtig geluidje geeft en dat poes als een vodje de
lucht in kan slingeren?)
Och, eigenlijk hierom:
U en wij vatten het leven wel serieus op.
Maar dacht u dat uw poes dat ook deed?
En geef hem eens ongelijk
Sr?» - a
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 25 JANUARI 1967
President Chili
voorlopig niet
naar Amerika
Einde opstand
in Nicaragua
ENGELSEN ZIJN ECHTE HUISMUSSEN
Het gekke balletje.
Geen gek produkt.
(10 complete poezenmaaltijden
voor nog geen 9 cent per stuk)
Hij is er gek op.
Henny en
Jenny
Verandering
op school
Schaatsen
Het „engagement" van 4,
2nking van dr. O. Jager i,
RT. Sport en «amenlevtnj,
z voor de jeugd.
m portret van deze va4w
Een 16-jarig meisje uit
korte doch hevige liefde met
leeft ze in onrust. Tenslotte
bij een schuchtere homofiel.
EU VERT. Wekelijks jeugd-
lleton van Philippe Agostlnl
ling van Pauline Hubert. De
anger Graeme Allwright, de
in, Pierre-André Doucet en
e: le Timidité.
DICINE. Medische uitzending
e BARCELONA Dit is het land
huis in het Conde de Orgaz park
in de buurt van Barcelona waar
prinses Irene en haar man prins
Carei Hugo znllcn gaan wonen.
(ADVERTENTIE)
A -n HUN
.Ll'mMTL
ITER
1
HUNTER
25
25 E'
SANTIAGO (AFP) President Frei
van - Chili heeft „voor het ogenblik"
afgezien van zijn reis naar de Verenig
de Staten. Dit is bekendgemaakt in een
communiqué van het Chileense minis
terie van buitenlandse zaken. Ook werd
een boodschap aan president Johnson
gepubliceerd waarin president Frei be
dankt voor de uitnodiging.
In het communiqué wordt de ontevre
denheid van de regering geuit over het
feit dat het Chileense congres niet ak
koord ging met Freis voorgenomen be
zoek aan de Verenigde Staten. Voorts
dankt de regering voor de aanhanke
lijkheidsbetogingen van de afgelopen
dagen door de bevolking.
KOPENHAGEN (AP) De Deense
Sonning-prijs voor 1967 zal worden toe
gekend aan de Nederlandse theoloog dr.
W.A. Visser 't Hooft. Dit meldde de
Berlinkske Tidende gisteren. De prijs
van 125.000 kroon is genoemd naar de
overleden Deense journalist C.J. Son-
ning.
De prijs zal aan de vroegere secreta
ris-generaal van de Wereldraad van
Kerken worden uitgereikt tijdens een
plechtigheid in de universiteit van Ko
penhagen waarschijnlijk op 19 april,
de geboortedag van Sonning.
Sinds de instelling van de prijs is
deze o.a. toegekend aan Winston Chur
chill, Albert Schweitzer, Bertrand Rus
sell, Niels Bohr, Karl Barth en sir
Laurence Oliver.
MANAGUE (AP) Aan een bloe
dige opstand tegen het politieke ap
paraat van Somoza is een einde geko
men na de vrijlating van een vijftigtal
Noordamerikaanse gijzelaars door de
anti-regeringsstrijdmaeht.
De gijzelaars werden vastgehouden in
een hotel, waarvan de rebellen een ves
ting hadden gemaakt.
Volgens zegslieden voor de Ameri
kaanse ambassade stemden de opposi
tieleiders toe in een vrijlating van de
Noordamerikanen indien de anti-rege
ringsstrijdmacht toestemming kreeg het
hotel vrijelijk te verlaten. De regering
ging daarmee akkoord.
De Amerikaanse ambassade deelde
verder mede telefonisch vernomen te
hebben, dat de Noordamerikanen -gou
den worden doodgeschoten indien de
rebellen ook maar een haar zou wor
den gekrenkt.
In het hotel beleefden circa 1000 men
sen de belegering. Velen hunner behoor
den tot de anti-regeringsstrijdmacht,
maar ook waren er tal van gasten en
passanten, die het hotel waren binnen
gevlucht toen de gevechten uitbraken.
De rebellie, welke zondagavond uit
brak na een politieke bijeenkomst, heeft
21 doden geëist, onder wie drie leden
van de nationale garde.
Onder de doden en ruim 100 gewon
den bevinden zich geen buitenlanders.
De betogers wilden uitstel van de voor
volgende maand vastgestelde presi
dentsverkiezingen en eisten waarbor
gen voor een eerlijke verkiezing. De
regering heeft de gevraagde waarborgen
toegezegd.
LONDEN (AP) Zeven van de acht volwassen Engelsen zitten vrijwel elke
avond thuis, waar zij naar de televisie kijken en verstelwerk doen. Dit wordt
gezegd in „Britain 1967" een naslagwerk van 558 bladzijden, dat samengesteld
is door het Centrale Staatsbureau van Voorlichting.
Uit het boek blijkt, dat de gemiddelde Engelsman veel grotere belangstelling
heeft voor tuin en kamerbreed tapijt dan voor peppillen en Carnaby Street.
In vier van de vijf huiskamers staat een televisietoestel. En vier van de
vijf Engelsen richten zelf hun huis in. Ruim de helft van de Engelsen heeft
een tuin, die uitstekend verzorgd wordt.
Het aantal huisdieren is groot 4.750.000 parkieten, 4.200.000 katten en
4.100.000 honden. Het populairste blikvoedsel is nog steeds witte bonen in
tomatensaus.
ADVERTENTIE)
Er was eens een vader die drie zonen
had. De oudste heette Jan. Naar zyn
vader genoemd. De tweede heette Kór-
heel, en de jongste heette Bert. De va
der was al oud en lag al twee maan
den op bed. Hij had iets aan de benen,
en kon daardoor niet lopen. De dokter
was al een paar keer geweest en had
pillen voorgeschreven. De vader nam
rustenaa^ daags PiBen in en SinS dan
Omdat de vader niet rijk was, moes-
fén de drie zoons op het land werken,
o zouden ze nog wat geld verdienen,
ue maïs die ze op het land verbouw
den ging de oudste zoon eenmaal per
week in de stad verkopen. De tweede
2°n, Sing ook eenmaal per week naar
we stad, om sla en andijvie te verko
pen. Zo verdienden ze hun brood. Ter-
Jan en Korneel naar de stad wia-
i. ging Bert naar zijn.vaidier en ging
vsfLv wat, Praten- Hij vertelde zijn
knpfaM °veri het land' over de twee
S twee varken?- Bella de koe
ppn zloek geworden, en als er niet gauw
Rpi?a ^0aü J kwam> zau ze sterven.
7ii ze niet graag missen, want
Is „e beite melkkoe die ze hadden,
vadpr wn B?lla maar laten sterven
veeaJïwf ^bl?en geen geld om de
Pillen v bet?len. Jan zou vandaag
we knnn°r l meebrengen". „Maar..
ven „nen Bella toch niet laten ster-
Ha'J JSJonze beste melkkoe". „Maar
DiW Sü hebben we geen geld om
daarom u te koP?n"- -0b. is het
..kussens" V zuchtend in z'n
naleiiging, naar heneden en giing
z'n osei iVJ n' kreeS tranen in
eens mn*^ -e hlln lieve Bella nu
wel ?r ni-SSen' Nce' dat was toc'h
zou hiig"^ U ÏP nu Gens Ja, dat
de veeart^A3" Z„'? zak?eld zou h«
Hij belde aai1 veearts was thuis,
even ml en vroeg of de veearts
Coorn^de r°U komelv Meneer Van
roden mafCd» ,Smg m6teen hiee.
van Bert v! de a'llt,° ,laar het huisie
en daar K,£et SChUUr«e bilz"
teen leTprik'Bel) B?Ua «i
.Het 7ni F Bella loeide van pijn
art?,maarVdarPiÏÏ d0en"' zei de
den". Hnovppi lu ze, ^eer beter wor-
ter?" "och dat bosten dok-
Prihje'A^h m?alLzltU!n- Eén z0'n
maar 'zitten vi, t0Ch I?'lets' Nee' laat
«Dag dokter »n v lk maar> dag!"
dank"enHh?rtebjk bedankt. Dal",
dank Hy stak z'n hand op In
reed toen weg. „Meneer Van Doorn is
toch een fijne kerel", dacht hij. Bert
keek nog even naar Bella en ging toen
maar het land. Hij werkte nog een uur
en ging toen drie borden op de wankele
tafel zetten. Drie kroezen kwamen er
ook bij te staan. Daar kwamen Jan en
Korneel al aan. Als ze nu maar goede
zaken hadden gedaan. Het was waar
schijnlijk het geval. Ze keken zo blij.
Jan en Korneel gingen aan tafel zitten
en vertelden over hun zaïken. Ze had
den alles kunnen verkopen en ze had
den goed verdiend. Jan had ook pillen
meegebracht en bracht ze naar vader.
Jan vertelde over de zaken en over
het geld. Toen gingen ze eten. Het was
wel niet veel maar ze aten toch. Ineens
hoorden ze gekreun op de „slaapkamer"
van vader. Ze liepen er meteen naar
toe Daar lag vader. Hij was rood
gloeiend en kreunde van pijn. Toen viel
hij in de „kussens" bewusteloos neer.
Bert liep meteen naar de dokitei. Die
kwam meteen. Hij onderzocht vader en
zei dat het een hartverlamming was ge
weest. Hij moest veel rusten, niet lezen,
niet te veel praten en als het nodig was
moest hij andere pillen slikken. Toen
de dokter weg was moesten Jan, Kor
neel en Bert bij vader komen. Hij zei:
„Ik zal nu gauw sterven en dan moe
ten jullie voor het land en de dieren
zorgen. Bella zal ook spoedig sterven".
„Nee vader. Bella zal niet sterven. De
veearts' is vanmiddag geweest en die
heeft Bella een prik gegeven, en ik
hoefde niets te betalen". „Goddank".
„Echt waar". „Ja, echt waar". „Gaan
jullie nu even naar achteren Korneel
en Bert. Ik moet nu Jan'even spreken.
Over je erfenis. Jouw erfenis is het huis
met twee stoelen en een tafel. Ga nu
m'n zoon". Korneel kwam binnen. „Jij
erft de schuur, twee stoelen, een tafel,
een varken en een koe. Jij en Jan moe
ten de dieren verdelen. Ga nu m'n
zoon". Nu kwam de jongste binnen.
„Jij erft iets, waar je misschien van
denkt: wat moet ik daarmee doen? Maar
als je het eens gebruikt hebt, zul je
zien wat je er mee kam dóen; Jij moet
bij Jan inwonen. Het „ding" dat je van"
mij krijgt ligt in de kelder. Als ik be
graven ben mag je het paikken. Ga nu
m'n zoen. Ik moet nu even rusten".
Bert ging maar de „keuken" terug. Daar
zat hij stil op een stoel. Hij staarde
naar buiten. Na een uurtje gingen de
drie broers naar hun vader. Voor de
laatste keer pakten ze vaders hand
beet. „God moge jullie zegenen. Maak
geen ruzie en wees goed voor elkaar.
Het geld Van de hele week moeten
jullie 's zondags delen. Ik had ook
graag dat je je geld niet voor domme
dingen verknoeit. Leef goed voor elk
ander". Toen viel hij voor eeuwig in
slaap. „Vader", riep Bert. „Oh vader,
waarom was je toch niet langer bij ons
gebleven". Hij barstte in snikken uit.
„Hou nu toch op", riep Jan. „Van nu
af aan ben ik baas des huizes. Jullie
hebben naar mij te luisteren". „En als
jullie in de schuur komen moeten jullie
nlaar mij luisteren", zei Korneel.
Bert haid niets te zeggen. Toen vader
Jos van Bussel (8), Breda.
begraven was, liep Bert de kelder in
en vond enkel een knuppel. Een houten
knuppel. Het was waar wat vader had
gezegd. Wat moest hij daarmee doen?
Een paar weken ging het goed met
de drie broers. Bert ging geregeld naar
het graf van z'n vader, en legde iedere
keer van z'n weekgeld een bosje bloe
men meer. Jan en Korneel kwamen er
heel zelden. Op een zekere dag zei Jan
tot Bert: „Het spijt me maar ik kan
je niet langer in huis houden. Volgende
week ga ik trouwen en dan heb ik geen
plaats meer voor jou. Dus hoepel maar
gauw op. Mét je knuppel. Ha, ha, ha,
ha. Mét je knuppel. Hier! Een pakje
brood om onderweg van te leven. Hier
ook een kruik water. Tabé. Je komt
nog maar 'ns kijken hé". Daar stond
ie nou. Mét z'n knuppel. Hij liep in de
richting van het bos. Midden in het
bos ging hij op een boomstronk zitten
en begon te eten. Het was veel te gauw
op. Oh, wat had hij nog een honger.
„Oh, nare knuppel, wist ik maar wat
ik met je moest doen, dan zou het an-
dèrs zijn. Ik gooi je weg. Daar!" Hij
wou de knuppel weggooien, maar met
een was de knuppel veranderd in een
kaboutertje. „Wan wenst u?" vroeg het.
„Wat moet ik vragen?" „Nou iets. Je
hebt me geroepen en dan„Ik heb.
jou niet geroepen". „Dat heb je wel.
Als deze knuppel valt roepen ze me.
Nou en jij gooide, dus ik kwam. Doe nu
vlug een wens, want ik heb het nog
druk". „Nou eh, vooruit dan maar. Ik
wens ik wens een mooi huis dat
mooi ingericht is". Floep! Daar stond
een pracht van een huis. Hij ging bin
nen en alles was prachtig ingericht.
„Nu moet ik ook nog mooie kleren
hebben", dacht Bert. Hij gooide de
knuppel op de grond, deed zijn wens
en meteen had hij prachtige kleren
voor zich ligigen. Hij deed ze aan en
ging maar zijn kasten die ook vol
hingen met kleren.
Nu wens ik nog tien zakken goud,
een vrouw, een kamermeisje, een werk
ster, een kok en lekker eten. Hij gooide
nog zesmaal met de knuppel en de zes
wensen werden vervuld. De laatste
wens was een lieve, blonde vrouw.
Ook die wens werd vervuld.
Hij kreeg een lieve, blonde vrouw,
die Agnes heette. Ze wilden pieteen
met elkaar troouwen en het trouwfeest
zou de volgende week plaatshebben.
De twee broers van Bert mochten ook
komen. Bert leende ze zolang nette
zwarte pakken en ze kregen ook een
zak goud. Toen moest je de verbaasde
gezichten eens zien. Ze hadden nog
niooit één goudstuk gezien of gehad en
nu kregen ze zomaar een zak goud.
Tsjonge, tsjonge, déar konden ze heel
wat mee doen. Een nieuw huis bouwen,
niéuwe meubels en bedden.
Het werd een heerlijk feest. Om nooit
te vergeten. Na het feest, gingen Bert
en Agnes op huwelijksreis maar Italië
voor twee weken. De knuppel nam hij
mee. De broers van Bert waren wel
wat jaloers op hem én op de knuppel.
Op de knuppel waar zij eerst zo om
gelachen hadden.
De twee weken waren al om. Toen
Bert en Agnes thuiskwamen, lag er
rondom hun huis een prachtige tuin.
Ze vroegen zich af wie dat gedaan zou
hebben? Na een dag wisten ze het. Het
waren Jan en Korneel die het gedaan
hadden. „Waarom hebben jullie dat
toch gedaan?" vroeg Bert. „Omdat we
je vroeger zo uitlachten voor die knup
pel". Toen begonnen ze te lachen. „Ach
dat is verleden tijd", zei Bert, „daar
over moet je niet meer praten. We
hebben het nu goed en dat is maar fijn.
Dit had vader eigenlijk mee moeten
maken", zei hij op ietwat minder vro
lijke toon. Toen was het even stil.
„Maar ja! Vader zal wel vanuit de he
mel kijken". „Ja, dat denk ik ook".
De volgende dag hielden ze een feestje.
Toen dat voorbij was, hielden ze een
tijd op met feesten. Na een jaar kregen
ze een zoon die ze maar Berts vader
noemde. Die dochter noemde ze naar
de vrouw van Bert. Ze kregen nog een
zoon en een dochter later.
Toen leefden ze fijn en gelukkig. Of
ze lang leefden weet ik niet, maar ik
denk zo van wel.
Zelf verzonnen door:
Lianne Willemse,
Lange Wagenstraat 14,
Gilze, (11 jaarj
In de kranten lees je vaak over
rassenscheiding,
verhalen rond Soekarno, Vietnam en
Luther King,
over vallende mensen die nooit meer
opstaan,
die voor eens en voor altijd naar boven
Pim was een kabouter. Hij woonde
met alle andere kabouters in een holle
boom in een grooit bos. Ook woonde
er een zékere Fantamoer in het bos.
Fantamoer was een heks. En als de
kabouters niet braaf en beleefd tegen
haar waren betoverde ze de kabouters
direct. Daarom zei de kabouterkoning
altijd: „Pas op dat je beleefd en aardig
bent voor Fantamoer".
Maar Pim was een losbol. Hij luister
de nooit naar de waarschuwingen.
Op een keer moest Pim naar de bak
ker om een taart te gaan besbellen. Dus
opgewekt ging Pim op weg.
Maar o, als hij geweten had dat Fan
tamoer juist haar ochtendwandeling
ging maken, dam was hij wel thuisge
bleven, want hij had zo'n grote mond.
Maar o, als hij in nood was, dan was
hij poeslief tegen de anderen. En Pim
was op de helft van z'n weg of hij
hoorde gekraak in het bos. Pimmetjes
hart begon smeller te kloppen en vlug
.sprong hij achter een bosje met gras.
Maar Fantamoer was paddestoelen
aan het plukken anders had haar wan
deling geen nut.
Bij het bosje gras waar Pim zat ston-
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
waarom, weet ik niet, maar ik besef 't,
zij doen elkander veel verdriet.
De Heer van Boven, ziet dit aan met
pijn en spijt,
zorgt dat u beter wordt, blijft of zijt,
het heeft voor hen veel, véél te
betekenen,
je moet die negers ook meerekenen,
zijn zij dan niet door God ter wereld
gebracht?
Wees voor hen lief, hulpvaardig, goed
en zacht!
Waar vinden zij hun onderdak voor de
komende nacht?
Is 't bij hen, zoals bij ons, dat 't leven
hen toelacht?
Waarom, weet ik niet, maar ik besef 't,
zij doen elkander veel verdriet.
Een Afrikaans kind, man of vrouw, is
óók een mens,
zij hebben één grote wens,
weg met rassenscheiding en verdriet!
Ach, mensen begrijpt u dit dan niet?
Waarom, weet ik niet, maar ik besef 't,
?ii doen eikander veel verdriet.
Monique Plasschaer,
Rijksweg V25,
Oostburg, (Zeeland).
Henny en Jenny zaten allebei in de
vijfde klas. Het was woensdag, dus
hadden ze 's middags vrij. De juffrouw
had 's morgens in de natuurkundeles
over paddestoelen gesproken. En dus
zouden Henny en Jenny 's middags
paddestoelen gaan zoeken. Ze namen
ieder een doos mee. Ze liepen hoe lan
ger hoe verder. Opeens zei Jenny:
„Henny kijk eens, het is al donker.'
Ze gingen gauw terug, maar ze kon
den de weg niet meer vinden. Even
later hoorden ze hun vader roepen. Ze
riepen terug naar hun vader. En zo
kwamen ze dan toch nog thuis. Maar
ze beloofden nooit meer alleen het bos
in te gaan.
Zelf verzonnen door
José Wouters,
Ninovestraat 19,
Breda.
den ook paddestoelen. Fantamoer pluk
te de paddestoelen en pakte Pim mee.
Pim belandde bij de paddestoelen in
het 2Tiandje. Fantamoer begon terug
naar huis te gaan. En toen ze thuis
kwam zette ze de paddestoelen op de
tafel, want ze moest eerst kruiden heb
ben om de paddestoelen klaar te maken.
En Pimmetje zat nog steeds in de mand.
De heks was inmiddels teruggekomen.
Dus Pimmetje riep: „Help, help".
De heks hoorde het. Ze zei: „Waar
komt die stem varudiaan?" „Hier, hier",
riep Pim. De heks pakte hem uit de
mand en riep: „Wat doe jij tussen mijn
paddestoelen?" Pimmetje vertelde haar,
da;t ze hem meegepakt had en hij zo tus
sen de paddestoelen terechtgekomen
was. De heks betoverde hem niet want
hij was erg aardig. De heks zette Pim
op de bezem en zijzelf achter hem. Zo
vlogen ze naar de bakker. De \V)lgende
dag was het groot feest, want de koning
was jarig. Alle elfjes kwamen ook de
elfenkoningin. Ook de heks kwam op
het feest. Zo feestten ze drie dagen
lang.
Marij Stuck,
Doorndijk 3,
Post Walsoorden, Zeeland.
(Ik zou graag willen corresponderen
met een meisje van 13 of 14 jaar).
Ik zit op de O. L. Vr. van Goede
Raad-school, in de derde klas. Wij heb
ben een leuke juffrouw en een gezel
lige school.
■Maar iets vind ik niet zo fijn. Na
nieuwjaar kwamen wij op school en
toen zeiden ze, dat de juffrouw van de
eerste klas wegging en dat de juffrouw
van de derde en vierde klas in de
eerste klas ging staan. Maar toen zat
de derde en vierde klas zonder juf
frouw. Maar toen moest de derde bij
de tweede en de vierde bij de vijfde.
Maar de kinderen van de vijfde die niet
doorleren moesten bij de zesde en dat
vond ik niet zo fijn, want als je met
twee klassen bent dan kun je nooit
doorschrijven als de juffrouw in de an
dere klas les geeft en ik zou willen dat
er weer meer kinderen komen anders
moet er weer een juffrouw weg. Maar
nu ga ik eindigen.
Vele groeten van,
Maria Bruyns,
Oosterhoutseweg 37, Breda
Hans van Cuilenburg (10),
Wilhelminastraat 42,
Breda.
Het w&é op een morgen, dat Jan, een
jongen van 9, jubelend naar buiten
liep.
Er lag sneeuw, hij dacht er moet na
tuurlijk ook ijs zijn. Dat was dom. Hij
gooide eerst enkele sneeuwballen en
daarna stapte hij naar de sloot. Er lag
een klein laagje ijs met sneeuw.
Jan riep: „Ik ga mijn schaatsen ha
len". Toen hij terugkwam met zijn
schaatsen in zijn arm deed hij ze aan
en stapte langzaam en schuivend op
de sloot.
Ineens krak Kinderen die stonden
te kijken begonnen te gillen. Direct was
er een man, die de arm van Jan nog
net kon grijpen. Men bracht hem direct
naar huis en toen de dokter geweest
was had Jan een zware longont
steking. Dat kwam er van. Jan zei: „lk
ga nooit meer op het ijs.
Zelf verzonnen door
Marianne Peeters,
Ellestraat 33, St. Jansteen