COMMENTAAR LaNGZAAMAAN begint de verkiezingsstrijd op gang te komen. Het zou wel eens een harde, felle strijd kunnen worden. Want hoe liggen de kaarten? Geen enkele partij is nog absoluut zeker van zijn aanhang. Bijna allemaal hebben ze door interne spanningen en conflicten een deel van hun vroegere achterban van zich vervreemd. De ontevreden kiezers hebben echter weinig keuze-mogelijkheden. Daardoor is de groep van politiek daklozen op het ogenblik groter dan ooit tevoren. Op deze floating vote, op deze grote groep van kiezers, die op dit moment nog niet weten, op wie ze 15 februari a.s. zullen stemmen, zal zeer waar schijnlijk de verkiezingsstrijd geconcentreerd worden. AMERIKAANSE VLIEGERS: OPDRACHTEN TE MOEILIJK dialektiek der onvrede RHODODENDRON! Veel politiek daklozen Geen huwelijk irt liefde F Versplintering Is onmaét D, DR. CORN. VERHOEVEN: pCOUNTANTS Zo wint schoon, vit. alle qylon... »n. e as- ast Altijd hulzen ln de buurt" AANVAL OVERREDING RESOLUTIE STRUCTUUR DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 JANUARI 1967 rSDIENST vragen Jan eontrolewerk- ntoor SPD- of NIvA- pktische ervaring bezit zijn van het ■en. LO- of HBS-niveau van de functie waar- lian de afdeling Per- 4TRATIEKANTOOR !-■.V v'-ir ij jt Amsterdam W si- M PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENj,PEIUNGEN PPII iKincKi DCII ikirrM DCII ikircki DCII PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILI tri rcmntucn rtiLiiN^tiN rtiLiiN^tiN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN |N£EjyNGIHL .ngEn^ PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIUNGtN Wie verder kijkt dan 15 februari zal de inzet van de stembusslag weinig bevredigend hebben gevonden. De vijf grote politieke partijen, waaruit in de Nederlandse verhoudingen (althans vooralsnog) een nieuwe rege ring gevormd zal moeten worden, zijn begonnen elkaar te lijf te gaan. De aanval werd ingezet door de PvdA en de VVD die, al willen ze dan onder geen beding samen in de regering zitten, opvallend eensgezind de ondergang van de confessionele partijen joeogen. He) onderling geruzie van de grote vijf zal, verwachten wij, weinig indruk maken op de floating vote. Waarschijnlijk zullen alleen de splinter partijtjes er voordeel van hebben. Hoe groter het geharrewar van de grote vijf onderling, hoe aantrekkelijker de andere voor de kiezers worden. UEN objectieve analyse van de verrichtingen in hef verleden van de diverse partijen moet tol de conclusie leiden, dat de PvdA en KVP eigenlijk op elkaar zijn aangewezen. Beide partijen hebben (met duidelijke accentverschillen) steeds gestreefd naar een behoorlijk welvaartsniveau voor de dag van vandaag en daarnaasl bewust gewerkt aan het ook in de toekomst leefbaar houden van Nederland. Vooral nu er meer inzicht komt in de enorme taak, die ons nog wacht om de groeiende beroeps bevolking passende woon- en werkgelegenheid te blijven verschaffen, is er veel te zeggen voor een hernieuwde samenwerking tussen de twee grote partijen. De rooms-rode samenwerking zal wel nooit- een huwelijk uit liefde worden. Het kan hoogstens een marriage de raison zijn. Maar ook hier voor geldt, dat een verbintenis alleen tot stand komt c.q. in stand blijft als beide partijen (verantwoord) weten te geven en te nemen. Dit nu is niet het geval. Na alles wat er na de Nacht van Schmelzer" binnen de KVP is ge beurd, kan men wel stellen, dat de KVP tot een hernieuwd samengaan met de PvdA bereid is, mils aan die kant geen onredelijke eisen worden gesteld. De KVP kan die bereidheid niet openlijk uitspreken. Dat weten de socialisten. De KVP zou zich immers met huid en haar aan de PvdA overleveren (kabinetsformatie!) als zij zich tevoren aan de socialisten zou binden. Wat zou nu onder de gegeven omstandigheden van de PvdA verwacht mogen worden? Vóór alles een dusdanig program, een dusdanige positie bepaling, dat samenwerking ook inderdaad mogelijk blijft. De PvdA-leiding heeft evenwel anders beslist. Zij is gezwicht voor de forse links-af-bewe- ping in de eigen gelederen en heeft om de aan PSP en Boerenpartij ver loren stemmen terug te kunnen winnen weer het vaandel van de klassen strijd geheven. Tezelfdertijd mikt de PvdA op dé linkervleugel der KVP. Tussen nu en ,15 februari zal van PvdA-zijde alles in het werk worden ge steld om de arbeid.ers van de KVP los te wrikken. (^SaTUURLIJK streeft iedere partij naar een verkiezingsoverwinning. Een goed politicus kijkt echter verder dan de stembusslag: ^ii| denkt aan de kabinetsformatie, aan de mogelijkheden om zijn maatschap pijbeeld te realiseren. Voor de PvdA is hiervoor vooralsnog maar één ma nier, samenwerking met de KVP. Den Uyl c.s. staren zich echter blind op 15 februari. Het rode tumult zal ongetwijfeld een aantal agrariërs en middenstanders van de Boerenpartij doen terugkeren naar de KVP. Laat de KVP zich daar door naar rechts drukken dan kan zij haar linkervleugel wel meteen af schrijven. Zij zal daarom onverkort aan een voori>tstrevend beleid moeten vasthouden en een reële, dat wil zeggen haalbare en betaalbare pro gressiviteit moeten blijven voorstaan. In tegenstelling tot de andere partijen heeft de KVP niet één man (als landelijk lijstaanvoerder) die de beleidslijn van de partij kan personifi ëren. Dat is een grote handicap. Mede daardoor is het uitermate moei lijk te voorspellen, hoe de KVP straks uit de bus zal komen. Ditzelfde geldt trouwens ook voor een partij als de VVD, die ongetwijfeld zware concurrentie zal krijgen van D '66, de enige nieuwe partij die naar onze mening kans maakt om in de Kamer door te dringen. De andere splinterpartijen, inclusief de Boerenpartij, hebben het econo misch getij tegen. Men moet immers aannemen, dat de kiezer bij de huidige stand van de werkgelegenheid zekerheid wil hebben voor zijn stem en niet een versplintering zal bevorderen die het regering en parle ment onmogelijk maakt de werkgelegenheidsproblematiek krachtig aan te pakken. CHINA (Door dr. S. L. Kwee) Amerikaanse piloten die bombardemeittsvluchten uitvoeren op Noord- Vietnam voelen zich bij hun werk geremd door de beperkingen die hun worden opgelegd door Washington- De vliegers en commandanten begrij pen bijvoorbeeld niet waarom ze geen militaire vliegvelden mogen aan ballen, doelen die volgens hen volkomen militair van aard ijn De beper- mgen gelden zowel ten aanzien van de doelen als ten aanzien van be paalde plaatsen. De beperkingen hebben politieke Washington wil voorkomen at de Sovjet-Unie of communistisch ofstl'hd worden betrokken orden geprovoceerd tot een grote re ondersteunende rol. Ook wil men «L i l'6ke "plnle 111 de «weid niet eioos «-oor het hoofd stoten en het bevnil-■s^ae4|1 etters onder de bui'ger- Na i 5S\een henerken. tiL-ot bublikatie van de serie ar nra Yorl! Tlmos llil Ha" burvi? nd van Harrison Salis- flp van "fidéle Amerikaanse zi- kSeWn da' er bu'-S"s «m om- se S sewond doOT Amenkaan- heefefi1 °P ^oord-V,etnam. Men gegeven cle ve,'7ekerinf> heraamo nf fr Ee'"n aanvaI1en rijn len en dat u)tge™erd °P hurgerdoe- vallen riln slachtoffers zijn ge- aanvalle, n wngelukken of fouten bij allen op militaire doelen. Washing specla'e toestemming van Sïlr? Amerikaanse vlie ren straS van Ta bomhal'd«-™ binnen nen een stiiai ronc' Hanni. bin- Phonf en ir van 16 km Hai- '«ngs de Chine!" ok van 32 km s ne Chinese grens. wel wnrtei gee°fmcle Keblerten mag hombardemenfe, fes, m3ar Vmr eist van yresMent r S emming ver" presicient Johnson en van de militaire leiders ln Washington. Eveneens verboden als doelgebied zijn grote krachtcentrales, fabrieken, dichtbevolkte gebieden, het havenge bied van Haiphong en de vliegvelden voor Mig-straaljagers in het gebied van Hanoi en Haiphong Amerikaanse piloten zijn van me ning dat de kleine Noordvietnamese luchtmacht in een enkele nacht zou kunnen worden vernietigd door bom- bardementsvluchten op de vliegvelden. Naar schatting had de Noordvietna mese luchtmacht per 1 januari 75 toestellen Tn de eerste week van ja nuari zijn 9 Migs-21 neergeschoten. Het verbod op aanvallen op haven installaties in Baïphong is bedoeld om te voorkomen dat Russische sche pen of schepen van andere communis tische landen worden getroffen, het geen tot een uitbreiding van de strijd /.ou kunnen leiden. De Amerikaanse vliegers vinden ook dat bun werk bijzonder moeilijk wordt gemaakt door het feit dat er altijd burgerwoningen ln de buurt staan van militaire doelen. Een lioge officier van de luchtmacht klaagde erover dat er altijd huizen staan rond spoorwegknooppunten en geschutstel- lingen. Hij zei zelfs een geval te we ten, waar een lanceerplaats voor lucht- doelraketten naast een meisjesschool staat. (A*.f rE BETREKKELIJK schaarse berichten, die we hier over de recente ontwikkelingen in China ontvangen, meestal via China niet be paald gunstig gezinde nieuwsagentschappen in Japan, Hongkong, de Sov jet-Unie, Tsjechosiowakije en Joegoslavië, geven ons een verwarrend te genstrijdig en soms verbijsterend beeld. Die verwarring heeft tenminste twee gronden. Ten eerste is onze houding ten opzichte van China zelf tegenstrijdig. We zijn te gemakkelijk geneigd om China te zien als de grote politieke en militaire tegenspeler van het „vrije democratische" westen en zoeken achter wat er momenteel in China plaatsvindt te gauw een vijan dige bedoeling, een super-slrategie ontsproten uit het meesterbrein van Mao Tse Toeng of Lin Piao. We spreken in onze kleuren blindheid van het gele of rode ge vaar, van de agressie van het Chi nese communisme, ofschoon we weten dat China geen enkele mili taire basis, zelfs geen enkele Chi nese soldaat heeft buiten Chinees grondgebied, in geen enkel mili tair pact is aangesloten, als enige atoommogendheid herhaaldelijk verklaard heeft niet als eerste zijn kernwapens te zullen gebruiken. Ten tweede, is er de verwar ring en onzekerheid in China zelf, een innerlijke onzekerheid die maar al te duidelijk blijkt achter de zelfverzekerdheid van de dogma tische uitlatingen van de Chinese leiders. Deze onzekerheid is mede een gevolg van het volslagen isole ment waarin China verkeert, ten dele door de moedwillige uitslui ting van buiten af, ten dele uit de angst en het wantrouwen van het Chinese volk en zijn leiders op grond van de frustrerende erva ringen met agressieve buitenlandse mogendheden gedurende de laatste eeuw en meer. Al met al is de situatie er een van wereldwijde, tragische misverstanden, objectief gezien is er voor ons in het westen geen enkele doorslagge vende reden om China te vrezen. China vormt, noch militair noch po litiek, een bedreiging voor het wes ten. In het ideologische conflict met Moskou heeft, het .altijd het stand- ï/punt verdedigd, dat de communis- tische partijen ih ,de onderontwikkel de landen zelf, via een nationaal volksfront en zonder directe steun van de communistische grootmachten, de revolutionaire hervormingen in die landen moeten zien te verwerke lijken. Er vechten wel anti-commu nistische Amerikanen, Australiërs, Koreanen, Formosanen, Philippijnen in Vietnam, maar beslist geen com munistische troepen afkomstig van buiten Vietnam. Secretaris-generaal Oe Thant is met wijlen premier Nehroe en de huidige premier me vrouw Ghandi overtuigd, dat een verenigd communistisch Vietnam de grootste hinderpaal zal vormen voor een verspreiding van de invloed van het Chinese communisme naar Zuid- oost-Azië. De escalatie in Zuidoost- Azië komt duidelijk niet van com munistische maar van Amerikaanse zijde. Het is eerder de toenemende militaire en politieke bedreiging te gen China, die dit land verder en verder dwingt tot een wanhopige en verbitterde krachtsinspanning, die de interne verhoudingen binnen het eco nomisch naar verhouding toch al niet welvarende land en binnen de waar schijnlijk meer dan 700 miljoen tel lende bevolking vrijwel onhoudbaar maken. In dit licht zullen we de re cente ontwikkelingen moeten bezien. De ideologische tegenstellingen bin nen de top van de Chinese commu nistische partij zijn verscherpt, waar schijnlijk doordat de noodzaak van een radicale koers wordt aangevoeld zonder dat er duidelijke overeenstem ming bestaat over de keus tussen verschillende, op zichzelf nadelige, alternatieven. De schrijver van nevens Laand artikel, dr. Kwee, is een erkend China-specialist. Dat betekent niet, dat zijn interpretatie en conclusies over hetgeen thans in China gaan* de is door -ons zonder meer als juist wordén..-aanvaard. Het is ons •bij voorbeeld opgevallen, dat' dr. Kwee niet rept over de Chinese annexatie van Tibet en de Chinese agressie tegenover India. Wij me nen echter, dat het voor een ob jectieve oordeelvorming nuttig kan zijn ook iemand aan het woord te laten, die niet uit het westerse kamp en de westerse denkwereld afkomstig is. Dr. Kwee Swan-Liat is in 1922 in Indonesië uit Chinese ouders ge boren. Hij studeerde van 1947 tot 1952 in Leiden en promoveerde op een dissertatie over methoden der vergelijkende wijsbegeerte. Thans is hij werkzaam aan het Filosofisch Instituut van de Rijksuniversiteit van Leiden. Hij publiceerde o.a. „China, 700.000.000 mensen in be weging" (Amsterdam 1962), „Den ken met de rechterhand" (1966). Dr. Kwee werkt voorts weer aan de cursus ontwikkelingsproblema tiek en communisme van de werk groep 2000 en aan de grpte Winkler Prins over China. onder vele Chinese jongeren, die na de eerste min of meer spontane uit barstingen door sommige partijlei ders is aangegrepen en aangemoedigd, in een poging om deze jongeren te mobiliseren tot een nieuw instrument in de ideologische machtsstrijd. Onder ueze umsiaiicugiieueu is een miemë machtsstrijd oumen de partij onvermijdelijk. Dat die machts strijd Lot nu toe heelt kunnen plaats vinden zonder de massale eliminaties zoals in de Sovjet-Unie onder üta- lin, is een aanwijzing dat de Chinese communisten in de lijn overigens van de Confuciaanse traditie aan overreding de voorkeur geven boven geweld. Misschien voor ons een reden om in deze zigzag-vorm van de cul turele revolutie meer te letten op het tactische geduld en het inzicht van premier Tsjoe en Lai dan op de stra tegische acties van de minister van defensie Lin Piao. In tegenstelling tot de laatste is Tsjoe namelijk wel doelwit geweest van felle kritiek op muur kranten en affiches, maar heeft hij deze dank zij het algemeen ver trouwen in zijn reputatie glansrijk doorstaan. Kritiek is eveneens gele verd op Soeng Tjing Ling, vice-pre- sidente van de Chinese volksrepu bliek, weduwe van wijlen dr. Soen Jat-Sen. vader van de Chinese na tionale revolutie, die eind 1966 nog op grootse wijze i. herdacht. Dat die herdenking onder deze omstandig heden heeft kunnen plaatsvinden toont op z'n minst aan dat patriot tische gevoelens een even grote rol spelen als ideologische motieven. Bii die herdenking hebben Tsjoe en Lai en Soeng Tjing Ling zuster van mevrouw Tsjiang Kai-Sjek grote redevoeringen gehouden. Een voorzichtige conclusie die we mogen trekken is misschien, dat de •«grote proletarische culturele revo lutie" in in haar huidige vorm eerder een uitschietend partieel verschijnsel is dan een consequente fase in de centrale ontwikkelingslijn. De wen ding die de beweging in de zomer 1966 genomen heeft, is waarschijnlijk niet welberaden en bewust gepland. Ze is eerder ontstaan uit een alge meen gevoelde innerlijke onvrede Liet voorspel begon met een felle aanval op 29 november. 1965 in het legerblad in Sjanghai'op de to neelschrijver Woe Han, 30 november overgenomen door het volksdagblad in Peking. Van februari tot begin april 1966 breidde de kritiek zich uit over andere schrijvers. In april werd een aanval gelanceerd tegen Peng Tsjen, burgemeester van Peking en vooraanstaand partijman met grote invloed in kringen van geleerden en kunstenaars. In juni werd P'eng af gezet. Later richtte de kritiek zich op meer belangrijke partijfunctionaris sen, o.m. tegen president Lioe Sjao Tsji en partijsecretaris Teng Siau- P'ing. Door de beweging aangesto ken beginnen scholieren en studenten in Peking zich te roeren. In bewogen discussies eisen ze verdergaande' her vormingen van het onderwijs, af schaffing van de in hun ogen voor de sociaal lagere klassen discrimine rende toelatingsexamens, verkorting van de studieduur, meer op de pro- duktie, de sociale praktijk en de po litiek gericht onderwijs, politiek meer betrouwbare leraren. In de lijn van de op gang gebrachte ontwikkeling vonden deze „wensen" gehoor. Het normale middelbare en hogere onderwijs is sinds de zomer van 1966 opgeschort, naar het heette om radicale hervormingen voor te bereiden. De schoolgebouwen zelf werden waarschijnlijk niet gesloten. Scholieren en studenten en hun ieraren kregen het consigne om zich in politieke studies te verdiepen, met name zich bezig te houden met de bestudering van de werken van Mao Tse-Toeng. Voor dat doel wer den de uitspraken van Mao opnieuw in een miljoenenoplage uitgegeven, in de sindsdien bekend geworden rode omslag, met een portret van „de gro te leraar, de grote leider, de grote opperbevelhebber, de grote stuur man". Gewapend met de gedachten van Mao Tse-Toeng gingen de scho lieren en studenten op stap, discus sieerden in het openbaar, 'leverden kritiek op „reactionaire en revisionis tische elementen" in regering en partij, onder intellectuelen en kunste naars, bedrijfsleiders en ambtenaren. Ze gingen ook massaal demonstre ren. nielden parades op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking, in aan wezigheid van Mao Tse-Toeng en Lin Piao, schreeuwden „lang leve Mao", zwaaiden met de rode boekjes, droe gen leuzen mee en plakten muur kranten met ki'itiek. Mao zelf liet zich een rode band om de mouw spelden met het opschrift „Rode Garde" sinds dien een officieel insigne geworden voor de beweging. Met speciale bus sen en spoortreinen werden de rode gardisten gratis vervoerd naar Pe king. Ook in andere grote steden werden soortgelijke betogingen ge houden. Twaalf a achttien miljoen jongeren hoofdzakelijk scholieren en studenten met buitengewoon stu dieverlof zijn in actie gekomen. Hier en daar bleven botsingen met de politie, met plaatselijke autoriteiten, met partijfunctionarissen, met geor- ganiseerd'e arbeiders niet uit. Tn eon resolutie van het centrale co mité van de Chinese communisti sche partij op 8 augustus 1-966 werd „de grote proletarische culturele re volutie" als „nieuwe fase in de socia listische revolutie" erkend en daar mee de beweging officieel gesanctio neerd. In deze resolutie heette het: „de enige methode is voor de massa's om zichzelf te bevrijden. Vertrouw op de massa's en eerbiedig hun initia tief. Wees niet bevreesd voor wan orde. De revolutie kan niet zo erg verfijnd, zo zachtzinnig, zo gematigd, mild, hoffelijk, gedisciplineerd en groothartig toegaan. De massa's moe ten door de grote culturele revolutie zichzelf opvoeden en leren onder scheiden tussen juiste en onjuiste me thoden". En verderop „vele nieuwe vormen duiken op in de grote proletarische revolutie. De culturele revolutionaire groepen, comités, congressen, gevormd in vele scholen zijn nieuw en van grote historische importantie de ze cultureel revolutionaire groepen, comités, congressen moeten zich con solideren tot blijvende massa-organi saties, geschikt voor scholen en uni versiteiten, voor fabrieken, mijnen en andere bedrijven, voor stadswijken en dorpen". Wil dit zeggen, dat „spontaan" uit de massa opuuikende nieuwe organi satievormen zich naast de bestaande economiseh-technisch functionerende organisaties gaan plaatsen en zelfs deze laatste gedeeltelijk of geheel zuuen gaan vervangen? Erg waar schijnlijk is dit niet, al zien sommige buitenlandse „waarnemers" in de ontomding van het algemene ver enigde Chinese vakverbond eind 1966 een neiging in die richting. VY/el zien we hoe de fundamentele tegenstelling binnen de partijlei ding tussen ,,technokralen" enerzijds en „ideologen" anderzijds duidelijker in de openoaarheid is getreden. De gedwongen militair-economische in spanning vereist een organisatievorm, waarbij de „technokraten" de boven toon voeren. De ontwikkeling van de vliegtuigindustrie, onderzeeboten, elektronica, luchtverdediging, kern wapens betekende een drastische ver hoging .van de militair-economische beateaingen. Tegelijk werd aan de andere kant de nadruk versterkt op het samengaan van „rood en deskun dig". Gezien de overweldigende ach terstand in militair-technisch poten tieel van de onderontwikkelde lan den, zullen deze het veel meer moe ten hebben van de „ideologische wa pens", van de guerrilla-methoden en van .het zelfvertrouwen in het eigen ideologisch gelijk. Het Chinese com munisme is bij uitstek voluntaristisch: „de houding van de mens kan de we reldgeschiedenis wijzigen". Het mil joenen ongeduld van zwoegende Chi nese boeren, ploeterende arbeiders, geïndoctrineerde scholieren en stu denten, wordt verwoord in de poëti sche uitspraak van Mao Tse-Toeng „De tijd dringt. Tienduizend jaar is te lang". Anderen, met meer weten schappelijke zelfdiscipline en techni sche volharding, brengen geduld op, combineren vernuft en intuïtie met specialistische kennis en ervaring. Waar de functionerende organisatie vormen doelmatig blijken, zullen ze zich kunnen handhaven tegen de improvisorische vernieuwingen die „spontaan" uit de massa opduiken. ïAe Chinese maatschappij is beslist niet de monolithische structuur, volkomen door de communistische partij beheerst, waarvoor sommige buitenstaanders haar houden. Het kei zerlijke China dankte zijn culturele continuïteit mede aan de grote mate van bewust georganiseerde bestuur lijke en maatschappelijke decentra lisatie. Het oude China was geen een heidsstaat maar een oecumenische confederatie. Bepaalde organisatori sche scheidingen en onderscheidin gen zijn gebleven. Zo is er in het huidige China een merkwaardig scherpe scheiding tussen hoger onder wijs en technisch-wetenschappelijke research. De universiteiten zijn sinds 4 mei 1919 vaak broedplaatsen van revolutionaire vernieuwingsdrang en roerige ideologische activiteit. De research-laboratoria en instituten van de Academia Siniea daarentegen zijn rustige werkplaatsen met een grote mate van autonomie. China kon eind 1966, ondanks de beroeringen van de proletarische culturele revolutie, zulke successen melden als de syn these van benzol en insuline, weten schappelijk theoretisch en technisch grote prestaties. Ook het. project aan de ontwikkeling van eigen kernwa penen zal waarschijnlijk weinig door de beroeringen worden aangetast, al zullen de politieke vijanden van Chi na juist dit moeilijk kunnen aan vaarden. Maar nogmaals, van menselijk standpunt uit bezien, zfln de kramp achtige uitbarstingen van ideologi sche spanning, waartoe de grote proletarische culturele revolutie" ge- HHmI ks rekend moet worden, om de mense lijke schade die ze berokkenen alleen te betreuren. Het is mede onze ver antwoordelijkheid om de Chinese mens te verlossen uit het geestelyke en ideologische isolement, dat de tragiek van wereldhistorische om vang lieeft .voortgebracht. De agoni- sche en spastische ontwikkeling in China zijn een gevolg van een we reldwijde dialektiek van de onvrede. LIOE SJAO TSJI Lr kwam een man op het scherm gezeten aan een tafeltje bij nati onale, begrijpende gastvrouw Mies, priesteres van onze gezellige middel matigheid. Zijn naam ben ik verge ten, maar zijn nobele trekken zullen mij altijd bijblijven. Hij zat daar dan ook nobel te zijn namens de bond te gen vloeken, die maar liefst duizen den leden telt. En het moet gezegd zijn, dat hij zijn boodschap mooi en nobel bracht. En Mies maar begrij pend knikken, totdat haar namens het miljoenenpubliek de vraag inviel, wat een antivloeker dan wel zegt, als er een hamer op zijn tenen valt. De vloekbestrijder had daarop ge rekend, maar wi de 't spannend hou den en wachtte dus even heel guitig. Tussen de vraag en het antwoord in had ik mijzelf voorspeld, dat het an tiseptische - vloeksurroigaat zou zijn: potverkoffie. Dat hebben namelijk brave mensen ons vroeger bijgebracht en deze man was van die generatie die zoveel vergeefse moeite heeft ge daan de mijne mores te leren. Ik ver giste mij. Ook in het antivloekwezen heeft de evolutie kennelijk niet stil gezeten; ook daar heeft een frisse wind gewaaid. Het is nu geworden: rhododendron, een krachtig woord, naar de man verzekerde en Mies gre- mand die in boosheid vlekt denkt aan Gd. Vloeken is helemaal niet meer het ou testamentische vervloekingen de zin van: groot kwaad afroepen over anderen of zich zelf. De spankracht van een bastaardvloek wordt niet ontleend aan de religieuze verwach ting van een wrekend of straffend goddelijk ingrijpen, maar aan het verbod van b:pïalde krachttermen. Het maatschappelijk verbodene wordt in reserve gehouden voor extreme situaties. Het mag vreemd klinken, maar het is een waarheid: de .nobele mensen van de antivloekbond dragen bij tot de aantrekkelijkheid van het vloeken. Z.ij houden met hun actie de spanning erin. Zij laden de accu weer op. Hoe méér een woord verboden is, des fce aantrekkelijker wordt het juist naar dat woord te grijpen. Wie verschrik kelijk boos wordt, voelt zich tegelijk verschrikkelijk machteloos, juist in een situatie waarin hij zo graag een grote daad z,ou verrichten. Hij wil iets geweldigs doen, een enorme kras over de hemel trekken, de aarde laten openspleiten. de zon naar benden laten donderen. Niet bij machte deze dinamische ramp ontketenen, grijpt hij nasr een selecte voorraad verbo den en door dat verbod met kracht tig snapte. Inderdaad: een stevig woord, maar wel een beetje dichter lijk. Het heeft wel zo ongeveer de klin kers van het eigenlijke, maar verbo den woord, maar daarom kan het dat woord ndet vervangen. Want die klinkers zijn de vloek en vloeken zijn ook niet te vervangen. Wie niet wil vloeken en dat is aan te bevelen moet ook geen surrogaatvloeken gebruiken. De ondervinding leert, dat je alleen van di schertsvloeken ge bruik kunt maken, als je helemaal niet echt boos bent. En dan kun je ze evengoed achterwege laten. Wat achterwege zou moeten blijven is dan niet ozeer de vloek als wel de boos heid. Maar dat heb je niet in de hamd. De naïviteit van onze nobele antivloek er bestaat hierin te veron derstellen dat dit wel het geval zijn inconsequentie hierin, dat hij voorziet in uitzonderingen op die re gel en voor die uitzondering rho dodendron" voorschrijft, een woord, dat helemaal niet bij die uitzondering past, een krachtterm zonder kracht. Dit alles uiteraard uit nobele motie ven, aangegeven in zijn leus: spreek vrijmoedig over God, maar misbruik zijn naam niet. Een merkwaardige stelregel, die ik niet graag op mijn medemens zou toepassen, omdat ik te goed weet, wat „vrijmoedig spreken" in de praktijk betekent. Het is boven dien zeer de vraag of in de gebrui kelijke bastaardvloeken die naam werkelijk ge- en misbruikt wordt en vervolgens of dat misbruik dioor sur rogaatvloeken tegen te gaan is. Als dat het geval was, zou die surrogaat vloek dezelfde misselijke bedoeling krijgen als de echte vloek en dus even slecht zijn. Maar ik meen dat onze vloeken dermate afgesleten zijn in hun betekenis, dat daarin geen enkele* naam meer misbruikt wordt. Nie- geladen woorden en gaat daarmee smijten. Uiterst primitief weliswaar, m-ar het is het enige wat we in deze situatie kunnen doen om ons een beetje te ontleden zonder werkelijke schade aan te richten. Het is zo pri mitief. dat het ons eerder overkomt dan dat we het zelf doen als we ten minste geen ordinaire gewoontevloe kers zijn. Het is te vergelijken met een andere vorm van primitiviteit, fiel haastig neerkrabbelen vsn een schuttingwoord, '^dereen weet dat ,,boek" en schrift" geen schutting woorden zijn en ik kan met niet voorstellen, dat iemand enag succes zou hebben met een advies alskijk eens jongen. a|s je dat nou weer hebt hè, dat van dip wordjes, schrijf dan maar ..boek" op of voor mijn part .lol" of ..kat" Daar ib helpmaat niets aan. Zo ook wanneer iemand met edele bedoelingen ons surrogaat leert voor een vloek. Een vloek die mag, is geen vloek meer. Wie wer kelijk hel vloeken zou willen afschaf fen. zou het moeten toestaan. Dat klinkt weer een beetje vreemd en het zou misschien aanvankelijk een raar effect hebben. Maar het is dan ook een idioot voorstel, precies even idioot als het formele bestrijden van de vloek door het toestaan van ..rho dodendron" Het echte, geprangde vloeken is iets dat ons met onze woe de overko-mt. zoals buikpijn en ver koudheid. Wie de verkoudheid wil bestrijden door het hoesten te ver meden. lijkt me een slechte genees heer. Hieruit volgt niet dat verkoud heid een normale en verkieslijke toe stand Ls. evenmin als uit mijn ge- ringschatting voor de krachtterm rhododendron volgt dat ik een vurig voorstander van het vloeken ben- Ik vind het zelfs sympathiek dat «r nog mensen zijn. die het willen be strijden. Maar zij zouden met de boosheid moeten beginnen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 19