COMMENTAAR
LaNGZAAMAAN begint de verkiezingsstrijd op gang te komen. Het
zou wel eens een harde, felle strijd kunnen worden. Want hoe
liggen de kaarten? Geen enkele partij is nog absoluut zeker van zijn
aanhang. Bijna allemaal hebben ze door interne spanningen en conflicten
een deel van hun vroegere achterban van zich vervreemd. De ontevreden
kiezers hebben echter weinig keuze-mogelijkheden. Daardoor is de groep
van politiek daklozen op het ogenblik groter dan ooit tevoren. Op deze
floating vote, op deze grote groep van kiezers, die op dit moment nog
niet weten, op wie ze 15 februari a.s. zullen stemmen, zal zeer waar
schijnlijk de verkiezingsstrijd geconcentreerd worden.
AMERIKAANSE VLIEGERS:
OPDRACHTEN TE MOEILIJK
dialektiek
der onvrede
RHODODENDRON!
Veel politiek daklozen
Geen huwelijk irt liefde
F
Versplintering Is onmaét
D,
DR. CORN. VERHOEVEN:
pCOUNTANTS
Zo
wint
schoon,
vit.
alle
qylon...
»n.
e
as-
ast
Altijd hulzen ln de buurt"
AANVAL
OVERREDING
RESOLUTIE
STRUCTUUR
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 JANUARI 1967
rSDIENST vragen
Jan eontrolewerk-
ntoor
SPD- of NIvA-
pktische ervaring
bezit zijn van het
■en.
LO- of HBS-niveau
van de functie waar-
lian de afdeling Per-
4TRATIEKANTOOR
!-■.V v'-ir ij
jt Amsterdam W
si-
M PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENj,PEIUNGEN
PPII iKincKi DCII ikirrM DCII ikircki DCII PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILI
tri rcmntucn rtiLiiN^tiN rtiLiiN^tiN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN |N£EjyNGIHL .ngEn^
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIUNGtN
Wie verder kijkt dan 15 februari zal de inzet van de stembusslag weinig
bevredigend hebben gevonden. De vijf grote politieke partijen, waaruit
in de Nederlandse verhoudingen (althans vooralsnog) een nieuwe rege
ring gevormd zal moeten worden, zijn begonnen elkaar te lijf te gaan.
De aanval werd ingezet door de PvdA en de VVD die, al willen ze dan
onder geen beding samen in de regering zitten, opvallend eensgezind
de ondergang van de confessionele partijen joeogen.
He) onderling geruzie van de grote vijf zal, verwachten wij, weinig
indruk maken op de floating vote. Waarschijnlijk zullen alleen de splinter
partijtjes er voordeel van hebben. Hoe groter het geharrewar van de grote
vijf onderling, hoe aantrekkelijker de andere voor de kiezers worden.
UEN objectieve analyse van de verrichtingen in hef verleden van de
diverse partijen moet tol de conclusie leiden, dat de PvdA en KVP
eigenlijk op elkaar zijn aangewezen. Beide partijen hebben (met duidelijke
accentverschillen) steeds gestreefd naar een behoorlijk welvaartsniveau
voor de dag van vandaag en daarnaasl bewust gewerkt aan het ook in
de toekomst leefbaar houden van Nederland. Vooral nu er meer inzicht
komt in de enorme taak, die ons nog wacht om de groeiende beroeps
bevolking passende woon- en werkgelegenheid te blijven verschaffen,
is er veel te zeggen voor een hernieuwde samenwerking tussen de twee
grote partijen.
De rooms-rode samenwerking zal wel nooit- een huwelijk uit liefde
worden. Het kan hoogstens een marriage de raison zijn. Maar ook hier
voor geldt, dat een verbintenis alleen tot stand komt c.q. in stand blijft
als beide partijen (verantwoord) weten te geven en te nemen. Dit nu is
niet het geval.
Na alles wat er na de Nacht van Schmelzer" binnen de KVP is ge
beurd, kan men wel stellen, dat de KVP tot een hernieuwd samengaan
met de PvdA bereid is, mils aan die kant geen onredelijke eisen worden
gesteld. De KVP kan die bereidheid niet openlijk uitspreken. Dat weten
de socialisten. De KVP zou zich immers met huid en haar aan de PvdA
overleveren (kabinetsformatie!) als zij zich tevoren aan de socialisten zou
binden.
Wat zou nu onder de gegeven omstandigheden van de PvdA verwacht
mogen worden? Vóór alles een dusdanig program, een dusdanige positie
bepaling, dat samenwerking ook inderdaad mogelijk blijft. De PvdA-leiding
heeft evenwel anders beslist. Zij is gezwicht voor de forse links-af-bewe-
ping in de eigen gelederen en heeft om de aan PSP en Boerenpartij ver
loren stemmen terug te kunnen winnen weer het vaandel van de klassen
strijd geheven. Tezelfdertijd mikt de PvdA op dé linkervleugel der KVP.
Tussen nu en ,15 februari zal van PvdA-zijde alles in het werk worden ge
steld om de arbeid.ers van de KVP los te wrikken.
(^SaTUURLIJK streeft iedere partij naar een verkiezingsoverwinning.
Een goed politicus kijkt echter verder dan de stembusslag: ^ii|
denkt aan de kabinetsformatie, aan de mogelijkheden om zijn maatschap
pijbeeld te realiseren. Voor de PvdA is hiervoor vooralsnog maar één ma
nier, samenwerking met de KVP. Den Uyl c.s. staren zich echter blind op
15 februari.
Het rode tumult zal ongetwijfeld een aantal agrariërs en middenstanders
van de Boerenpartij doen terugkeren naar de KVP. Laat de KVP zich daar
door naar rechts drukken dan kan zij haar linkervleugel wel meteen af
schrijven. Zij zal daarom onverkort aan een voori>tstrevend beleid moeten
vasthouden en een reële, dat wil zeggen haalbare en betaalbare pro
gressiviteit moeten blijven voorstaan.
In tegenstelling tot de andere partijen heeft de KVP niet één man (als
landelijk lijstaanvoerder) die de beleidslijn van de partij kan personifi
ëren. Dat is een grote handicap. Mede daardoor is het uitermate moei
lijk te voorspellen, hoe de KVP straks uit de bus zal komen. Ditzelfde
geldt trouwens ook voor een partij als de VVD, die ongetwijfeld zware
concurrentie zal krijgen van D '66, de enige nieuwe partij die naar onze
mening kans maakt om in de Kamer door te dringen.
De andere splinterpartijen, inclusief de Boerenpartij, hebben het econo
misch getij tegen. Men moet immers aannemen, dat de kiezer bij de
huidige stand van de werkgelegenheid zekerheid wil hebben voor zijn
stem en niet een versplintering zal bevorderen die het regering en parle
ment onmogelijk maakt de werkgelegenheidsproblematiek krachtig aan
te pakken.
CHINA
(Door dr. S. L. Kwee)
Amerikaanse piloten die bombardemeittsvluchten uitvoeren op Noord-
Vietnam voelen zich bij hun werk geremd door de beperkingen die hun
worden opgelegd door Washington- De vliegers en commandanten begrij
pen bijvoorbeeld niet waarom ze geen militaire vliegvelden mogen aan
ballen, doelen die volgens hen volkomen militair van aard ijn De beper-
mgen gelden zowel ten aanzien van de doelen als ten aanzien van be
paalde plaatsen.
De beperkingen hebben politieke
Washington wil voorkomen
at de Sovjet-Unie of communistisch
ofstl'hd worden betrokken
orden geprovoceerd tot een grote
re ondersteunende rol. Ook wil men
«L i l'6ke "plnle 111 de «weid niet
eioos «-oor het hoofd stoten en het
bevnil-■s^ae4|1 etters onder de bui'ger-
Na i 5S\een henerken.
tiL-ot bublikatie van de serie ar
nra Yorl! Tlmos llil Ha"
burvi? nd van Harrison Salis-
flp van "fidéle Amerikaanse zi-
kSeWn da' er bu'-S"s «m om-
se S sewond doOT Amenkaan-
heefefi1 °P ^oord-V,etnam. Men
gegeven cle ve,'7ekerinf>
heraamo nf fr Ee'"n aanvaI1en rijn
len en dat u)tge™erd °P hurgerdoe-
vallen riln slachtoffers zijn ge-
aanvalle, n wngelukken of fouten bij
allen op militaire doelen.
Washing specla'e toestemming van
Sïlr? Amerikaanse vlie
ren straS van Ta bomhal'd«-™ binnen
nen een stiiai ronc' Hanni. bin-
Phonf en ir van 16 km Hai-
'«ngs de Chine!" ok van 32 km
s ne Chinese grens.
wel wnrtei gee°fmcle Keblerten mag
hombardemenfe, fes, m3ar Vmr
eist van yresMent r S emming ver"
presicient Johnson en van de
militaire leiders ln Washington.
Eveneens verboden als doelgebied
zijn grote krachtcentrales, fabrieken,
dichtbevolkte gebieden, het havenge
bied van Haiphong en de vliegvelden
voor Mig-straaljagers in het gebied
van Hanoi en Haiphong
Amerikaanse piloten zijn van me
ning dat de kleine Noordvietnamese
luchtmacht in een enkele nacht zou
kunnen worden vernietigd door bom-
bardementsvluchten op de vliegvelden.
Naar schatting had de Noordvietna
mese luchtmacht per 1 januari 75
toestellen Tn de eerste week van ja
nuari zijn 9 Migs-21 neergeschoten.
Het verbod op aanvallen op haven
installaties in Baïphong is bedoeld
om te voorkomen dat Russische sche
pen of schepen van andere communis
tische landen worden getroffen, het
geen tot een uitbreiding van de strijd
/.ou kunnen leiden.
De Amerikaanse vliegers vinden ook
dat bun werk bijzonder moeilijk
wordt gemaakt door het feit dat er
altijd burgerwoningen ln de buurt
staan van militaire doelen. Een lioge
officier van de luchtmacht klaagde
erover dat er altijd huizen staan rond
spoorwegknooppunten en geschutstel-
lingen. Hij zei zelfs een geval te we
ten, waar een lanceerplaats voor lucht-
doelraketten naast een meisjesschool
staat. (A*.f
rE BETREKKELIJK schaarse berichten, die we hier over de recente
ontwikkelingen in China ontvangen, meestal via China niet be
paald gunstig gezinde nieuwsagentschappen in Japan, Hongkong, de Sov
jet-Unie, Tsjechosiowakije en Joegoslavië, geven ons een verwarrend te
genstrijdig en soms verbijsterend beeld. Die verwarring heeft tenminste
twee gronden. Ten eerste is onze houding ten opzichte van China zelf
tegenstrijdig. We zijn te gemakkelijk geneigd om China te zien als de grote
politieke en militaire tegenspeler van het „vrije democratische" westen en
zoeken achter wat er momenteel in China plaatsvindt te gauw een vijan
dige bedoeling, een super-slrategie ontsproten uit het meesterbrein van
Mao Tse Toeng of Lin Piao.
We spreken in onze kleuren
blindheid van het gele of rode ge
vaar, van de agressie van het Chi
nese communisme, ofschoon we
weten dat China geen enkele mili
taire basis, zelfs geen enkele Chi
nese soldaat heeft buiten Chinees
grondgebied, in geen enkel mili
tair pact is aangesloten, als enige
atoommogendheid herhaaldelijk
verklaard heeft niet als eerste zijn
kernwapens te zullen gebruiken.
Ten tweede, is er de verwar
ring en onzekerheid in China zelf,
een innerlijke onzekerheid die maar
al te duidelijk blijkt achter de
zelfverzekerdheid van de dogma
tische uitlatingen van de Chinese
leiders. Deze onzekerheid is mede
een gevolg van het volslagen isole
ment waarin China verkeert, ten
dele door de moedwillige uitslui
ting van buiten af, ten dele uit de
angst en het wantrouwen van het
Chinese volk en zijn leiders op
grond van de frustrerende erva
ringen met agressieve buitenlandse
mogendheden gedurende de laatste
eeuw en meer.
Al met al is de situatie er een van
wereldwijde, tragische misverstanden,
objectief gezien is er voor ons in
het westen geen enkele doorslagge
vende reden om China te vrezen.
China vormt, noch militair noch po
litiek, een bedreiging voor het wes
ten. In het ideologische conflict met
Moskou heeft, het .altijd het stand-
ï/punt verdedigd, dat de communis-
tische partijen ih ,de onderontwikkel
de landen zelf, via een nationaal
volksfront en zonder directe steun
van de communistische grootmachten,
de revolutionaire hervormingen in
die landen moeten zien te verwerke
lijken. Er vechten wel anti-commu
nistische Amerikanen, Australiërs,
Koreanen, Formosanen, Philippijnen
in Vietnam, maar beslist geen com
munistische troepen afkomstig van
buiten Vietnam. Secretaris-generaal
Oe Thant is met wijlen premier
Nehroe en de huidige premier me
vrouw Ghandi overtuigd, dat een
verenigd communistisch Vietnam de
grootste hinderpaal zal vormen voor
een verspreiding van de invloed van
het Chinese communisme naar Zuid-
oost-Azië. De escalatie in Zuidoost-
Azië komt duidelijk niet van com
munistische maar van Amerikaanse
zijde. Het is eerder de toenemende
militaire en politieke bedreiging te
gen China, die dit land verder en
verder dwingt tot een wanhopige en
verbitterde krachtsinspanning, die de
interne verhoudingen binnen het eco
nomisch naar verhouding toch al niet
welvarende land en binnen de waar
schijnlijk meer dan 700 miljoen tel
lende bevolking vrijwel onhoudbaar
maken. In dit licht zullen we de re
cente ontwikkelingen moeten bezien.
De ideologische tegenstellingen bin
nen de top van de Chinese commu
nistische partij zijn verscherpt, waar
schijnlijk doordat de noodzaak van
een radicale koers wordt aangevoeld
zonder dat er duidelijke overeenstem
ming bestaat over de keus tussen
verschillende, op zichzelf nadelige,
alternatieven.
De schrijver van nevens Laand
artikel, dr. Kwee, is een erkend
China-specialist. Dat betekent niet,
dat zijn interpretatie en conclusies
over hetgeen thans in China gaan*
de is door -ons zonder meer als
juist wordén..-aanvaard. Het is ons
•bij voorbeeld opgevallen, dat' dr.
Kwee niet rept over de Chinese
annexatie van Tibet en de Chinese
agressie tegenover India. Wij me
nen echter, dat het voor een ob
jectieve oordeelvorming nuttig kan
zijn ook iemand aan het woord te
laten, die niet uit het westerse
kamp en de westerse denkwereld
afkomstig is.
Dr. Kwee Swan-Liat is in 1922
in Indonesië uit Chinese ouders ge
boren. Hij studeerde van 1947 tot
1952 in Leiden en promoveerde op
een dissertatie over methoden der
vergelijkende wijsbegeerte. Thans
is hij werkzaam aan het Filosofisch
Instituut van de Rijksuniversiteit
van Leiden. Hij publiceerde o.a.
„China, 700.000.000 mensen in be
weging" (Amsterdam 1962), „Den
ken met de rechterhand" (1966).
Dr. Kwee werkt voorts weer aan
de cursus ontwikkelingsproblema
tiek en communisme van de werk
groep 2000 en aan de grpte Winkler
Prins over China.
onder vele Chinese jongeren, die na
de eerste min of meer spontane uit
barstingen door sommige partijlei
ders is aangegrepen en aangemoedigd,
in een poging om deze jongeren te
mobiliseren tot een nieuw instrument
in de ideologische machtsstrijd.
Onder ueze umsiaiicugiieueu is een
miemë machtsstrijd oumen de
partij onvermijdelijk. Dat die machts
strijd Lot nu toe heelt kunnen plaats
vinden zonder de massale eliminaties
zoals in de Sovjet-Unie onder üta-
lin, is een aanwijzing dat de Chinese
communisten in de lijn overigens
van de Confuciaanse traditie aan
overreding de voorkeur geven boven
geweld. Misschien voor ons een reden
om in deze zigzag-vorm van de cul
turele revolutie meer te letten op het
tactische geduld en het inzicht van
premier Tsjoe en Lai dan op de stra
tegische acties van de minister van
defensie Lin Piao. In tegenstelling
tot de laatste is Tsjoe namelijk wel
doelwit geweest van felle kritiek op
muur kranten en affiches, maar heeft
hij deze dank zij het algemeen ver
trouwen in zijn reputatie glansrijk
doorstaan. Kritiek is eveneens gele
verd op Soeng Tjing Ling, vice-pre-
sidente van de Chinese volksrepu
bliek, weduwe van wijlen dr. Soen
Jat-Sen. vader van de Chinese na
tionale revolutie, die eind 1966 nog
op grootse wijze i. herdacht. Dat die
herdenking onder deze omstandig
heden heeft kunnen plaatsvinden
toont op z'n minst aan dat patriot
tische gevoelens een even grote rol
spelen als ideologische motieven. Bii
die herdenking hebben Tsjoe en Lai
en Soeng Tjing Ling zuster van
mevrouw Tsjiang Kai-Sjek grote
redevoeringen gehouden.
Een voorzichtige conclusie die we
mogen trekken is misschien, dat de
•«grote proletarische culturele revo
lutie" in in haar huidige vorm eerder
een uitschietend partieel verschijnsel
is dan een consequente fase in de
centrale ontwikkelingslijn. De wen
ding die de beweging in de zomer
1966 genomen heeft, is waarschijnlijk
niet welberaden en bewust gepland.
Ze is eerder ontstaan uit een alge
meen gevoelde innerlijke onvrede
Liet voorspel begon met een felle
aanval op 29 november. 1965 in
het legerblad in Sjanghai'op de to
neelschrijver Woe Han, 30 november
overgenomen door het volksdagblad
in Peking. Van februari tot begin
april 1966 breidde de kritiek zich uit
over andere schrijvers. In april werd
een aanval gelanceerd tegen Peng
Tsjen, burgemeester van Peking en
vooraanstaand partijman met grote
invloed in kringen van geleerden en
kunstenaars. In juni werd P'eng af
gezet. Later richtte de kritiek zich op
meer belangrijke partijfunctionaris
sen, o.m. tegen president Lioe Sjao
Tsji en partijsecretaris Teng Siau-
P'ing. Door de beweging aangesto
ken beginnen scholieren en studenten
in Peking zich te roeren. In bewogen
discussies eisen ze verdergaande' her
vormingen van het onderwijs, af
schaffing van de in hun ogen voor
de sociaal lagere klassen discrimine
rende toelatingsexamens, verkorting
van de studieduur, meer op de pro-
duktie, de sociale praktijk en de po
litiek gericht onderwijs, politiek meer
betrouwbare leraren.
In de lijn van de op gang gebrachte
ontwikkeling vonden deze „wensen"
gehoor. Het normale middelbare en
hogere onderwijs is sinds de zomer
van 1966 opgeschort, naar het heette
om radicale hervormingen voor te
bereiden. De schoolgebouwen zelf
werden waarschijnlijk niet gesloten.
Scholieren en studenten en hun
ieraren kregen het consigne om
zich in politieke studies te verdiepen,
met name zich bezig te houden met
de bestudering van de werken van
Mao Tse-Toeng. Voor dat doel wer
den de uitspraken van Mao opnieuw
in een miljoenenoplage uitgegeven, in
de sindsdien bekend geworden rode
omslag, met een portret van „de gro
te leraar, de grote leider, de grote
opperbevelhebber, de grote stuur
man". Gewapend met de gedachten
van Mao Tse-Toeng gingen de scho
lieren en studenten op stap, discus
sieerden in het openbaar, 'leverden
kritiek op „reactionaire en revisionis
tische elementen" in regering en
partij, onder intellectuelen en kunste
naars, bedrijfsleiders en ambtenaren.
Ze gingen ook massaal demonstre
ren. nielden parades op het Plein van
de Hemelse Vrede in Peking, in aan
wezigheid van Mao Tse-Toeng en Lin
Piao, schreeuwden „lang leve Mao",
zwaaiden met de rode boekjes, droe
gen leuzen mee en plakten muur
kranten met ki'itiek. Mao zelf liet zich
een rode band om de mouw spelden
met het opschrift „Rode Garde" sinds
dien een officieel insigne geworden
voor de beweging. Met speciale bus
sen en spoortreinen werden de rode
gardisten gratis vervoerd naar Pe
king. Ook in andere grote steden
werden soortgelijke betogingen ge
houden. Twaalf a achttien miljoen
jongeren hoofdzakelijk scholieren
en studenten met buitengewoon stu
dieverlof zijn in actie gekomen.
Hier en daar bleven botsingen met de
politie, met plaatselijke autoriteiten,
met partijfunctionarissen, met geor-
ganiseerd'e arbeiders niet uit.
Tn eon resolutie van het centrale co
mité van de Chinese communisti
sche partij op 8 augustus 1-966 werd
„de grote proletarische culturele re
volutie" als „nieuwe fase in de socia
listische revolutie" erkend en daar
mee de beweging officieel gesanctio
neerd. In deze resolutie heette het:
„de enige methode is voor de massa's
om zichzelf te bevrijden. Vertrouw op
de massa's en eerbiedig hun initia
tief. Wees niet bevreesd voor wan
orde. De revolutie kan niet zo erg
verfijnd, zo zachtzinnig, zo gematigd,
mild, hoffelijk, gedisciplineerd en
groothartig toegaan. De massa's moe
ten door de grote culturele revolutie
zichzelf opvoeden en leren onder
scheiden tussen juiste en onjuiste me
thoden".
En verderop „vele nieuwe vormen
duiken op in de grote proletarische
revolutie. De culturele revolutionaire
groepen, comités, congressen, gevormd
in vele scholen zijn nieuw en van
grote historische importantie de
ze cultureel revolutionaire groepen,
comités, congressen moeten zich con
solideren tot blijvende massa-organi
saties, geschikt voor scholen en uni
versiteiten, voor fabrieken, mijnen en
andere bedrijven, voor stadswijken
en dorpen".
Wil dit zeggen, dat „spontaan" uit
de massa opuuikende nieuwe organi
satievormen zich naast de bestaande
economiseh-technisch functionerende
organisaties gaan plaatsen en zelfs
deze laatste gedeeltelijk of geheel
zuuen gaan vervangen? Erg waar
schijnlijk is dit niet, al zien sommige
buitenlandse „waarnemers" in de
ontomding van het algemene ver
enigde Chinese vakverbond eind 1966
een neiging in die richting.
VY/el zien we hoe de fundamentele
tegenstelling binnen de partijlei
ding tussen ,,technokralen" enerzijds
en „ideologen" anderzijds duidelijker
in de openoaarheid is getreden. De
gedwongen militair-economische in
spanning vereist een organisatievorm,
waarbij de „technokraten" de boven
toon voeren. De ontwikkeling van de
vliegtuigindustrie, onderzeeboten,
elektronica, luchtverdediging, kern
wapens betekende een drastische ver
hoging .van de militair-economische
beateaingen. Tegelijk werd aan de
andere kant de nadruk versterkt op
het samengaan van „rood en deskun
dig". Gezien de overweldigende ach
terstand in militair-technisch poten
tieel van de onderontwikkelde lan
den, zullen deze het veel meer moe
ten hebben van de „ideologische wa
pens", van de guerrilla-methoden en
van .het zelfvertrouwen in het eigen
ideologisch gelijk. Het Chinese com
munisme is bij uitstek voluntaristisch:
„de houding van de mens kan de we
reldgeschiedenis wijzigen". Het mil
joenen ongeduld van zwoegende Chi
nese boeren, ploeterende arbeiders,
geïndoctrineerde scholieren en stu
denten, wordt verwoord in de poëti
sche uitspraak van Mao Tse-Toeng
„De tijd dringt. Tienduizend jaar is te
lang". Anderen, met meer weten
schappelijke zelfdiscipline en techni
sche volharding, brengen geduld op,
combineren vernuft en intuïtie met
specialistische kennis en ervaring.
Waar de functionerende organisatie
vormen doelmatig blijken, zullen ze
zich kunnen handhaven tegen de
improvisorische vernieuwingen die
„spontaan" uit de massa opduiken.
ïAe Chinese maatschappij is beslist
niet de monolithische structuur,
volkomen door de communistische
partij beheerst, waarvoor sommige
buitenstaanders haar houden. Het kei
zerlijke China dankte zijn culturele
continuïteit mede aan de grote mate
van bewust georganiseerde bestuur
lijke en maatschappelijke decentra
lisatie. Het oude China was geen een
heidsstaat maar een oecumenische
confederatie. Bepaalde organisatori
sche scheidingen en onderscheidin
gen zijn gebleven. Zo is er in het
huidige China een merkwaardig
scherpe scheiding tussen hoger onder
wijs en technisch-wetenschappelijke
research. De universiteiten zijn sinds
4 mei 1919 vaak broedplaatsen van
revolutionaire vernieuwingsdrang en
roerige ideologische activiteit. De
research-laboratoria en instituten van
de Academia Siniea daarentegen zijn
rustige werkplaatsen met een grote
mate van autonomie. China kon eind
1966, ondanks de beroeringen van de
proletarische culturele revolutie,
zulke successen melden als de syn
these van benzol en insuline, weten
schappelijk theoretisch en technisch
grote prestaties. Ook het. project aan
de ontwikkeling van eigen kernwa
penen zal waarschijnlijk weinig door
de beroeringen worden aangetast, al
zullen de politieke vijanden van Chi
na juist dit moeilijk kunnen aan
vaarden.
Maar nogmaals, van menselijk
standpunt uit bezien, zfln de kramp
achtige uitbarstingen van ideologi
sche spanning, waartoe de grote
proletarische culturele revolutie" ge-
HHmI ks
rekend moet worden, om de mense
lijke schade die ze berokkenen alleen
te betreuren. Het is mede onze ver
antwoordelijkheid om de Chinese
mens te verlossen uit het geestelyke
en ideologische isolement, dat de
tragiek van wereldhistorische om
vang lieeft .voortgebracht. De agoni-
sche en spastische ontwikkeling in
China zijn een gevolg van een we
reldwijde dialektiek van de onvrede.
LIOE SJAO TSJI
Lr kwam een man op het scherm
gezeten aan een tafeltje bij nati
onale, begrijpende gastvrouw Mies,
priesteres van onze gezellige middel
matigheid. Zijn naam ben ik verge
ten, maar zijn nobele trekken zullen
mij altijd bijblijven. Hij zat daar dan
ook nobel te zijn namens de bond te
gen vloeken, die maar liefst duizen
den leden telt. En het moet gezegd
zijn, dat hij zijn boodschap mooi en
nobel bracht. En Mies maar begrij
pend knikken, totdat haar namens het
miljoenenpubliek de vraag inviel,
wat een antivloeker dan wel zegt, als
er een hamer op zijn tenen valt.
De vloekbestrijder had daarop ge
rekend, maar wi de 't spannend hou
den en wachtte dus even heel guitig.
Tussen de vraag en het antwoord in
had ik mijzelf voorspeld, dat het an
tiseptische - vloeksurroigaat zou zijn:
potverkoffie. Dat hebben namelijk
brave mensen ons vroeger bijgebracht
en deze man was van die generatie
die zoveel vergeefse moeite heeft ge
daan de mijne mores te leren. Ik ver
giste mij. Ook in het antivloekwezen
heeft de evolutie kennelijk niet stil
gezeten; ook daar heeft een frisse
wind gewaaid. Het is nu geworden:
rhododendron, een krachtig woord,
naar de man verzekerde en Mies gre-
mand die in boosheid vlekt denkt
aan Gd.
Vloeken is helemaal niet meer het
ou testamentische vervloekingen de
zin van: groot kwaad afroepen over
anderen of zich zelf. De spankracht
van een bastaardvloek wordt niet
ontleend aan de religieuze verwach
ting van een wrekend of straffend
goddelijk ingrijpen, maar aan het
verbod van b:pïalde krachttermen.
Het maatschappelijk verbodene wordt
in reserve gehouden voor extreme
situaties.
Het mag vreemd klinken, maar het
is een waarheid: de .nobele mensen
van de antivloekbond dragen bij tot
de aantrekkelijkheid van het vloeken.
Z.ij houden met hun actie de spanning
erin. Zij laden de accu weer op. Hoe
méér een woord verboden is, des fce
aantrekkelijker wordt het juist naar
dat woord te grijpen. Wie verschrik
kelijk boos wordt, voelt zich tegelijk
verschrikkelijk machteloos, juist in
een situatie waarin hij zo graag een
grote daad z,ou verrichten. Hij wil
iets geweldigs doen, een enorme kras
over de hemel trekken, de aarde laten
openspleiten. de zon naar benden
laten donderen. Niet bij machte deze
dinamische ramp ontketenen, grijpt
hij nasr een selecte voorraad verbo
den en door dat verbod met kracht
tig snapte. Inderdaad: een stevig
woord, maar wel een beetje dichter
lijk.
Het heeft wel zo ongeveer de klin
kers van het eigenlijke, maar verbo
den woord, maar daarom kan het
dat woord ndet vervangen. Want die
klinkers zijn de vloek en vloeken zijn
ook niet te vervangen. Wie niet wil
vloeken en dat is aan te bevelen
moet ook geen surrogaatvloeken
gebruiken. De ondervinding leert, dat
je alleen van di schertsvloeken ge
bruik kunt maken, als je helemaal
niet echt boos bent. En dan kun je
ze evengoed achterwege laten. Wat
achterwege zou moeten blijven is dan
niet ozeer de vloek als wel de boos
heid. Maar dat heb je niet in de
hamd. De naïviteit van onze nobele
antivloek er bestaat hierin te veron
derstellen dat dit wel het geval
zijn inconsequentie hierin, dat hij
voorziet in uitzonderingen op die re
gel en voor die uitzondering rho
dodendron" voorschrijft, een woord,
dat helemaal niet bij die uitzondering
past, een krachtterm zonder kracht.
Dit alles uiteraard uit nobele motie
ven, aangegeven in zijn leus: spreek
vrijmoedig over God, maar misbruik
zijn naam niet. Een merkwaardige
stelregel, die ik niet graag op mijn
medemens zou toepassen, omdat ik te
goed weet, wat „vrijmoedig spreken"
in de praktijk betekent. Het is boven
dien zeer de vraag of in de gebrui
kelijke bastaardvloeken die naam
werkelijk ge- en misbruikt wordt en
vervolgens of dat misbruik dioor sur
rogaatvloeken tegen te gaan is. Als
dat het geval was, zou die surrogaat
vloek dezelfde misselijke bedoeling
krijgen als de echte vloek en dus even
slecht zijn. Maar ik meen dat onze
vloeken dermate afgesleten zijn in
hun betekenis, dat daarin geen enkele*
naam meer misbruikt wordt. Nie-
geladen woorden en gaat daarmee
smijten. Uiterst primitief weliswaar,
m-ar het is het enige wat we in deze
situatie kunnen doen om ons een
beetje te ontleden zonder werkelijke
schade aan te richten. Het is zo pri
mitief. dat het ons eerder overkomt
dan dat we het zelf doen als we ten
minste geen ordinaire gewoontevloe
kers zijn. Het is te vergelijken met
een andere vorm van primitiviteit,
fiel haastig neerkrabbelen vsn een
schuttingwoord, '^dereen weet dat
,,boek" en schrift" geen schutting
woorden zijn en ik kan met niet
voorstellen, dat iemand enag succes
zou hebben met een advies alskijk
eens jongen. a|s je dat nou weer
hebt hè, dat van dip wordjes, schrijf
dan maar ..boek" op of voor mijn
part .lol" of ..kat" Daar ib helpmaat
niets aan. Zo ook wanneer iemand
met edele bedoelingen ons surrogaat
leert voor een vloek. Een vloek die
mag, is geen vloek meer. Wie wer
kelijk hel vloeken zou willen afschaf
fen. zou het moeten toestaan. Dat
klinkt weer een beetje vreemd en
het zou misschien aanvankelijk een
raar effect hebben. Maar het is dan
ook een idioot voorstel, precies even
idioot als het formele bestrijden van
de vloek door het toestaan van ..rho
dodendron" Het echte, geprangde
vloeken is iets dat ons met onze woe
de overko-mt. zoals buikpijn en ver
koudheid. Wie de verkoudheid wil
bestrijden door het hoesten te ver
meden. lijkt me een slechte genees
heer. Hieruit volgt niet dat verkoud
heid een normale en verkieslijke toe
stand Ls. evenmin als uit mijn ge-
ringschatting voor de krachtterm
rhododendron volgt dat ik een vurig
voorstander van het vloeken ben-
Ik vind het zelfs sympathiek dat «r
nog mensen zijn. die het willen be
strijden. Maar zij zouden met de
boosheid moeten beginnen.