UNIVERSITEITEN IN DUITSLAND IE GEMAKKELIJKE NAZI-PROOI MEMISA vraagt zondag noodzakelijke bijdrage Caracas heeft voor alles aparte politie NODEN NOG STEEDS TE GROOT pVerleden waarschuwing voor onbehagen Bondsrepubliek ENE KORPS SCHIET OP HET ANDERE... Terreur Hoogverraad Unheimlich eV.T01 natuurlijk de wanke le» i- mzi-d°m over te ha- aehtwo Weri°P 29 oktober 2897 Uitweg Idealisme Twee miljoen moet gehaald worden ZELF BOUWEN NOODKRETEN DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 JANUARI 1967 17 De nazi's zaten aan het begin van hun gouvernementele macht, in tie eerste helft der jaren dertig, bepaald niet dik in de academici. Mocht dat de werkende massa's eerder in gun stige zin aanspreken de intelligentsia had het er in de voorgaande periode niet al te best afgebracht voor de Duitse intellectueel van die jaren lag het toch anders. Die was minder geneigd aan „natuurlijke gaven" te geloven. Een der weinigen aan de nazi-top die op een universitaire vorming kon bogen was doctor in de filosofie Josef Goebbels. In plaats van zijn bul als trekpleister te laten fungeren om hoogleraren, wetenschappe lijke werkers, studenten enz. naar de nationaal-socialistische partij te lokken, probeerde hij eerder die bul te verdonkeremanen. Voor het uitlenen van zijn dissertatie, over de romanticus Wilhelm von Schütz, golden verzwaarde bepalingen. Wat was namelijk het gevalde titel van Goebbels berustte op een dissertatie door Friedrich Gundolf, één van de belangrijkste slachtoffers van de anti-joodse hetze van de twintiger jaren. Hoe dan ook, het intellect moest aan de nationaal - socialistische leiband. Dat zou voor de partij geen al te moeilijke opgave blijken. De meerder heid van hoogleraren en studenten ble ken met tevredenheid het steeds ver der naar rechts zwenken van het Duitse politieke leven gade te slaan. mensch'' deze moord had gepleegd. Schlageter was zelts geen nationaal- socialist. Hij sneuvelde tijdens sabo tagedaden tegen de Franse bezettings troepen in het Roergebied. De universiteiten toonden zich geen geestelijk bolwerk in en voor de de mocratische republiek Weimar. De hoogleraren, die hun carrière gemaakt hadden in het keizerlijke Duitsland dachten overwegend strikt conservatief Of tenminste „nationaal-liberaal" zo als dat in de politieke terminologie van het keizerrijk heette. Links-lib er alen en socialisten waren in de twintiger jaren aan de Duitse universiteiten ver in de minderheid. Wolfgang Kurikei, die in deze en de volgende periode een leerstoel bezette, vertelt hierover in een recente publi catie: ,,De republiek Weimar was, zoal niet een produkt van hoogverraad, dan toch een beschamend gevolg van een verloren oorlog". Dat gevoel heerste ook op de hoge scholen die de nationa al-socialisten als een.rijpe appel in de schoot zouden val len. Die „verovering" ging zo gede gen dat van verzet, uitgezonderd misschien door dé „Weisze Rose", vrij wel geen sprake is geweest. Bij de „Weisze Rose" aan de universiteit van Muenchen, waren hoe zeer hun daad ook te bewonderen was, zegge en schrijve vijf studenten betrokken, die met pamfletten de geestelijke strijd tegen het regime aanbonden. De Ges tapo maakte korte metten met hen. De nationaal-socialisten gingen met een raffinement te werk wanneer nodig overigens gepaard met bruut ge weld dat noch een individuele noch een georganiseerde strijd kans op suc ces gaf. Voor een groot deel van de hoogleraren en studenten was tegen stand gelijk aan verraad. Zij haalden de nieuwe orde met gejuich binnen de universiteitsmuren. Rijksminister voor propaganda Goeb bels stelde de studenten twee heroï sche voorbeelden in de strijd voor volk en partij: Horst Wessel en Leo Schla geter. De mythe Wessel werd tot in het krankzinnige doorgevoerd. Hij was stu dent, strijder en dichter. Van dat alles was niets waar. Student was hij, toen Goebbels' ogen op hem vielen, al jaren niet meer. Hij was, wat wij nu zou den noemen een agressieve nozem. Vooral bij knokpartijen in zalen was hij als S-A-leider altijd op zijn „best". Hy kwam om het leven door de hand van een prostituee, maai Goebbels schreeuwde van alle daken, dat een lafhartige communistische .Unter- De ontevredenheid over vooral de nasleep van de eerste wereldoorlog speelde de nazi's bij hun „gelijkschake ling" van de universiteiten in de kaart. De genoemde Wolfgang Kunkel zegt, dat de terroristische methoden en het programma van de nationaal-socialis ten niet helemaal ernstig werd geno men. Men vertrouwde vooral ook op de coalitie van dezen met de Duits- natiionalen, een coaliffe die evenwel in het geheel niet bleek te kunnen wer ken. Zeer vele studenten werden met vreugde lid van de partij omdat ze een krachtiger bewind wensten en hoop ten eigen ideeën verwezenlijkt te kun nen zien. Eigenlijk beslissend, en heden ten da ge nog als beschamend gevoeld, was het gebeuren op de vergadering van vertegenwoordigers der juridische faculteiten in Duitsland. Weinige da gen daarvoor, in de laatste januarida gen van 1933, had Hitier de volledige machtsovername geproclameerd. De S.A. had alle openbare gebouwen be zet. Op de vergadering werd een voor stel gedaan om een adres aan Hitier te richten, waarin de verwachting werd uitgesproken, dat hij de rechtsstaat zou respecteren. Het voorstel werd echter verworpen omdat ..een dergelijke im pulsieve daad zeer ernstige gevolgen zou kunnen hebben. „Men moest de ontwikkeling maar afwachten". Natuurlek zou Hitier zich door een dergelijke actie niet in het minst heb ben laten beïnvloeden, maar vooral voor de thans recht docerenden en stu derenden in Duitsland zou het prettig zijn geweest wanneer Hitier deze vin gerwijzingen toch had gekregen. In 1933 lieten zij zich door de gebeurte nissen doodeenvoudig „overspoelen". Professor Kunkel, ofschoon kritisch tegenover het nieuwe bewind, vooral op het punt van het anti-semitisme, boog eveneens stilzwijgend het hoofd. D>'. Joseph Keu ''-'Propaganda Was het Goebbels Minister '""w™ - minister - J?et.S'ftige brein van de nazi- vmij, die het gelukte de Duitsers °P, '""i mouw te spelden l etterhjk vooral het hakenkruis) Nnl T nJn kraam te Pa<i kwam. redenaarstaient om de gro- massa in beweging te bren- 'rfn ?esc^l^e hij ook over vol- doende vernuft om intellectue- lan Z 'l eydtMet behw]P Bonn Fre tUrS studeerde hij in menu W e^urg' Würzburg, nog- <ielbernreiryrï en tenslotte Hei- dichter ambities voor en toneelschrijver. Dit ïukkinn T1 volkomen mis ken on e m "kundi9heden" ble- gen. er terrein te lig- De bewijzen, dat het rechtse ex tremisme in de Bondsrepubliek nog niet is uitgedoofd maar inte gendeel verse voedingsbodem blijkt te vinden, hebben allerwegen een gevoel van onbehagen gewekt. Moeilijk kan worden aangenomen, dat de National-Demokratische Partei Deutschlands zich tevreden stelt met de recente stembussuc cessen in Hessen en Beieren. Haar activiteiten en die van andere rechtse groeperingen breiden zich gestadig uit. Alleen de publieke opinie in de Bondsrepubliek kan de ontwikke ling naar een nieuwe rechtse machtsfactor, die gemakkelijk in neo-nazisme kan ontaarden, een halt toeroepen. In het verleden heeft die opinie al meer dan eens gefaald. Belang rijk in deze is de positie die de jeugd inneemt, vooral de jeugd op de universiteiten, die morgen lei dende posities in de staat gaan in nemen. In de dertiger Jaren zijn hoog leraren en studenten de nazis als een rijpe appel in de schoot ge vallen. Aan de Duitse universiteiten zijn dit jaar een aantal lezingen ge houden over het thema: „De uni versiteiten in het Derde Rijk". Aan de universiteit van Miinchen kwa men hierbij mannen aan het woord, die de „gelijkschakeling" van do cent en student aan de ideologie van het nationaal-socialisme aan den lijve hebben ondervonden. In bijgaand artikel vertellen Otto B. Koegele, destjjds student en nu professor in de perswetenschap pen aan de universiteit van Miin chen en Wolfgang Kunkel, teen professor in Romeins recht, van hun ervaringen in deze periode waarin de „Ungeist" in Duitsland regeerde. De lezingen van beide hoogleraren werden uitgegeven door de centrale voor politieke vorming van de Bondsrepubliek. Professor Otto B. Roegele, thans pro fessor aan de universiteit van Muen chen, destijds student, deed hetzelfde. Nu, in 1966, zegt hij daarover: Wie eenmaal zelf in de molen van de Gestapo was geraaktof er zelfs maar zijdelings mee te maken heeft gehad, wie in de oorlog de unheim- liche" militaire kracht van het Derde Rijk heeft kunnen vaststel len, weet dat een ommekeer slechts tot stand zou kunnen worden ge bracht door geweld: door de over macht der geallieerdeneen mili taire nederlaag dus, of een staats greep door de bewapende macht een actie van de legerleiding." De nationaal-socialisten lieten er geen gras over groeien. Al einde 1933 was de kans op een algemene actie van hoogleraren verkeken. In plaats van zelf te kiezen kregen de universi teiten nl. hun rector toegewezen door de Reichskulturminister; de rector stond op zijn beurt onder controle van de nationaal-socialistische docenten- bond. De ingezette zuivering had na tuurlijk op de eerste plaats betrek king op de leraren van joodsen bloede Overigens trof het Derde Rijk met de ze zuivering op de eerste plaats zich zelf omdat de slachtoffer niet alleen kwantitatief een belangrijk percenta ge uitmaakten maar in 't algemeen tot de kwalitatief meest vooraanstaande geleerden behoorden, niet in het minst in de fysica. Veel steun hebben zij van hun colle ga's, op welke manier dan ook, niet genoten. Professor Kunkel geeft dit met zekere schaamte toe: er heerste aan de meeste universiteiten al voor de machtsovername een „sluimerend" anti-semitisme. Slechts een gering aantal van de hoogleraren, dat zich met het regime niet kon verenigen, emigreerde op dat moment. Men vreesde de sprong in het ..ongewisse", aldus Kunkel. Men heeft berekend, dat het totale percentage van wetenschappelijke werkers, dat Duitsland na 1933 heeft verlaten, uiteindelijk tot vijftien pro cent is opgelopen- meen zij, die hun taak overnamen: een plank. Het gezin voedde zich, zo dat waren degenen, die zich geroepen voelden de nieuwe orde nuchter en zakelijk in te leiden. Hier was geen sprake van opportunisme maar idea lisme, vrijwillig ter beschikking ge steld van de Ungeist". Toch is geble ken dat het regime de universiteiten noodt helemaal heeft vertrouwd. Onider de assistenten en zelfs onder de stu denten zaten spionnen, die uitdrukke lijk de opdracht van de nationaal-so cialistische studentenbond ook die bestond in Berlijn hadden gekregen om gedrag, en uitingen van wie dan ook op betrouwbaarheid te controle ren. Zelfs de S.A. had niet graag perso nen uit de universiteitswereld onder zijn leden (ofschoon velen vrijwillig toe traden) omdat zij ervan verdacht wer den te vrij te denken en zodoende de onaantastbare partijlijn in gevaar *e brengen. De rechtsgeleerden brachten even wel de „leer", die het anti-semitisme insloot trouw aan de studenten over. Het excuus? Kritiek op de anti-Semi tische wetgeving zou uitzetting uit het leerambt hebben betekend! Ter verdere verduidelijking voegt Wolfgang Kunkel hieraan toe: „Wie onder Hitier nog niet een leerstoel be zette, en toch leraar .of professor wil de worden, kon zich niet aan de S.A.- dienst, de zogenaamde wereldbe schouwelijke scholing in de docenten kampen en in het algemeen aan be treden tot de partij, onttrekken." En dat terwijl velen, vroeg of laat, inzagen dat een theoretische fundering van deze staats- en maatschappijorde tot het onmogelijke behoorde. Het is alles bij elkaar geen roemrijk hoofdstuk uit de geschiedenis van de Duitse geest. Alle docenten hebben de eed op Hitier afgelegd, deels uit op portunistische maar toch veelal uit idealistische overwegingen. w ue S.A. marcheert. In de eer ste gelederen liepen vele „over tuigde" studenten mee. Dit alles blijft haast ongeloofwaardig, ook als men steeds weer ver wijst naar de vervallen democratie van Weimar, de onderlinge haat van de partijen, de stilstand in het weten schappelijke werk, de zes miljoen werklozen en het ontbreken van welke toeKomstverwachtingen dan ook. Een identiek verschijnsel treffen wij aan bij de studenten. Een zeer groot deel geloofde fanatiek in Hitler en zijn nieuwe orde. Typerend voor wat kornén ging waren de „Germaanse" uitlatin gen van Hitier onder de studenten in 1927: Midden in de geweldige ring van ons volk zien wij de jeugd van de Duitse intelligentsia volkomen doel en planloos rondrennen of zich op een platform verzamelen, dat bij hun vaders tot verderf voerde.... de voorstelling van de huidige tijd wordt niet meer bevredigd door de „soos"doelt veel meer door de man wiens persoon klopt met de beschrijving: slank als een wind hond, taai als leer en hard als Kruppstahl In die broeierige dagen waarin steeds meer om wraak om de smaad van Versailles werd geroepen zal deze onzinnige taal veel jonge heet hoofden hebben aangegrepen. Te laat zullen zij hebben begrepen waar aan zij zich overgaven. Het „gelijk schakelen" van de studentenorganisa ties kostte weinig moeite, de „S.A.- studenten" en met hen sympathiseren- den hadden al voor 1930 de meerder heid in de studentenparlementen. Bij wetten van half 1933 en begin 1934 werd de student dan ook binnen het totale systeem geïncorporeerd. Het betekende, zoals dat tegelijkertijd met het perswezen geschiedde, een totale onderwerping. Het gejuich bij de boekverbrandingen in 1933 tegen de onduitse geest" (Heine, Mann, Marx, Freud enz.) klinkt ons nu nog na in de oren bewijs van de instemming met deze nieuwe „geest". De studenten ver plichtten zich tot „S.A.-dienst" en „Ar- beitsdienst", die in hoofdzaak in spe ciale kampen werd verricht. Doel daarvan was hen tot vurige nationaal- socialisten op te kweken. Professor Roegele roept in herinne ring dit tijdsbeeld wel bijzonder sterk op als hij vertelt: „Daar ik als volkomen onge schoold werd beschouwd, ging ik eerst naar een voorbereidingskamp. Op de omvangrijke lijst van mee te brengen zaken stond ook het woord „werklaars". De S.A. kon zich Wehr sportnoch indoctrinatie zonder laars voorstellen. Nog min der kon zij zich indenken dat iemand het zonder laarzen ivaagde te stu deren Ch. Schets „Onze laatste hoop: HITLER". De misère van de Republiek van Weimar vormde een vruchtbare voedingsbodem voor het nazisme. Zoals gezegd, het universitaire leven bleek de nazi's in het algemeen als een rijpe vrucht in de «ehoot te vallen. Men zag in Hitier en de zijnen de enige uitweg naar een stabiel bewmd Zelfs prominente figuren aan de uni versiteiten lieten zich meeslepen door de roes van begeestering, die de „nieu we orde" inluidde. De redevoeringen, die bijvoorbeeld werden gehouden bij de boekverbran ding op 10 mei 1933, gaven blijk van een voor geleerden onthutsende poli tieke verblinding. Veel van hen kwamen later, toen het onhei1 evenwel al was geschied, tot bezinning en probeerden de partij zoveel mogelijk te laten voor wat het was. Gevaailijker waren in het alge- (Van een onzer verslaggevers) BREDA Komende zondag zul len aan alle kerkdeuren in Ne derland weer mannen en vrouwen staan met een collectebus voor de MEMISA, de Medische Missie Ac tie, die al ruim veertig jaar alles in het werk stelt om de hygiëni sche toestand en verzorging in een aantal missiegebieden in ontwik kelingslanden op een hoger peil te brengen, de ergste noden te ver lichten en jongens en meisjes uit de eigen bevolking voor arts en verpleegster te laten studeren. Vorig jaar bracht deze collecte anderhalf miljoen gulden op, dit jaar doet de MEMISA alles om de twee miljoen te overschrijden. Om in landen te werken waar de meest elementaire verzorgingsmidde len vaak nog ontbreken, zijn gespe cialiseerde mensen en goede medica menten nodig. De Memisa moet de ze medicamenten en de kleding en ver zorging van haar werkers voor een deel betalen uit giften. Daarom doet de Memisa dit jaar opnieuw weer een beroep op Nederland. Omdat de ontwikkelingslanden zelf altijd een tekort aan geld heb&en komt het er in de praktijk op neer, dat de missienarissen, de doktoren en ver plegers zelf ziekenhuizen en kraam klinieken moeten bouwen. Daarvoor is ontstellend veel geld nodig. Ook dat geld moet er komen via collectes. De Memisa-gelden vormen een drup pel op een gloeiende plaat, omdat de nood helaas altijd groter is dan de goedgeefsheid van de welvarende vol keren in de wereld. Als er niets wordt gegeven, kan er helemaal niets wor den gedaan, dan is alle hoop verloren: zullen weer pieer kinderen sterven aan ziekten, die bij ons met eenvoudi ge geneesmiddelen doeltreffend kun nen worden bestreden. Om een indruk te geven van de nood, waarvoor de Memisa zondag geld aan u zal vragen, laten wy hier enkele brieven volgen, noodkreten, van missionarissen. „In mijn diocees heb ik 38.000 vluch telingen; deze brengen alleen lege buiken en veel ziekten mee". ,.De medische voorzieningen in mijn missie drie maal Nederland zijn zeer slecht. Door gebrek aan dokters en moet ik meer preken over hygiëne dan over het „eeuwige leven". „In ons belangrijke streekziekenhuis werken twee paters en twaalf dok ters. Alle operaties geschieden bij een Aladin petroleumlamp. Hebt u niet een goede operatielamp voor ons?" „Hier stromen de laatste weken de baby's binnen; veel daarvan met een gewicht beneden de drie kilo. Hoe moeten we ze groot krijgen? Zou het mogelijk zijn, dat we van de Memisa babyvoeding krijgen?" „Er is hier aan alles gebrek: medi cijnen, verband, instrumenten. Er is niet eens meer een luier of wat dan ook in de linnenkast van ons ziekenhuisje. Wij rekenen op de Me misa, die ons nooit in de steek liet" .Zeker 90 procent van de kinderen hier hebben wormen of dysentrie. Op tournee heb ik in vier kampongs 38 kinderen gedoopt; nu drie maanden Dit kan worden genezen. Maar dan moet er geld zijn. later zijn er nog maar 22 in leven. De anderen stierven, omdat wij ze niet konden helpen bij gebrék aan hulpmiddelen. Het zijn feiten, die mij zeker niet zo maar onverschil lig mag laten. Kan Memisa mij hel pen aan een verbandtrommel en medicijnen op mijn trektochten?" Zo zijn er talloze brieven, iedere week opnieuw. De Memisa doet zon dag een beroep op ons, op u. Laat haar niet in de steek. Giften kunnen worden gestort op giro 1089366 t.n.v. rector Van den Donk, Wilhelminasin- gel 33, Breda. 9 zy heeft geluk gehad, een goe de verzorging. Maar er zyn er zo veel die die kans mislopen, omdat de Memisa niet alles kan doen» CARACAS (Ass. Press) In Ca racas is, evenals in elke andere stad ter wereld, politie en als je in moei lijkheden komt kun je dus de politie roepen. En dat is goed. De moeilijk heid is alleen, dat je in Caracas uit zoveel soorten politie kiezen kunt en dat je in eik geval dat zich voordoet, precies moet weten, welk soort je hebben moet. „We hebben hier een verschillende soort politie voor elke nood", zei een inwoner van Caracas, die geleerd heeft met de verwarring te leven. Bijvoorbeeld: Als je wordt aangevallen door ter roristen, moet je de Digepol (politieke politie) te hulp roepen. Heb je een auto-ongeluk gehad, dan moet je by de verkeerspolitie zijn.... tenzij je de stad binnenrijdt langs een rijksweg. In dat geval moet de nationale garde worden ingeschakeld. Ben je lastig gevallen door een mili tair, wend Je tot de militaire politie. Is er ingebroken in jc woning, bel de crimineel-technische politie (P.T.J.) op. Ben je echter op straat beroora, waarschuw dan onmiddellijk de ge meentepolitie. Maar informeer dan eerst in welk deel var de stad je bent, want als dat het westen van Caracas is, dan moet je een agent onder juris dictie van het federale district heb ben, ben je daarentegen in de ooste lijke sector, dan moet eer» agent uit het suikerdistrict je helpen. Zelfs als je dit allemaal goed doet, kan de zaak ingewikkeld worden na dat je de politie hebt gewaarschuwd, want elke soort politie staat tenslotte onder een andere minister. De Digepol ressorteerd onder fle minister van Binnenlandse Zaken. De P.T.J. is verantwoording schul dig aan de minister van Justitie. De verkeerspolitie staat onder de minister van Verkeer. De nationale garde en ue militaire politie ressorteren onder de minister van Landsverdediging. De gemeentepolitie ln net federale district is verantwoording schuldig aan de federale districtgouverneur, die in het suikerdistrict aan de ge meenteraad van dat district. De verschillende korpsen waken zorgvuldig over hun invloedssfeer. Bij meer dan één gelegenheid heeft de politie van het ene korps een „be ginselkwestie" op de revolver uitge vochten met de politie van een an der korps. Meer dan eén incident van deze aard moest op ministerieel ni veau worden „gladgestreken". Daarom zou volgens de plaatselijke spotvogels het meest verbijsterende probleem van wetshandhaving ont staan als een bende terroristen (Dige pol) zou inbreken in een huis in het federale district (gemeentepolitie D.F.), zou vluchten naar het suiker district (gemeentepolitie D.S.) langs een ryksweg (nationale garde) die zij zouden bereiken via een gemeente lijke snelweg (verkeerspolitie) waar bij zij een legerauto zouden aanrijden (militaire politie) om vervolgens hun auto onbeheerd achter te laten als ob ject voor de vingerafdrukdeskundigen van de P.T.J. Deze situatie kan reden zijn, waar om de Venezolaanse president, Raul Leoni,. toen hij kort geleden nood maatregelen afkondigde, boven aan de lijst een „eenhoofdige leiding van de politie" plaatste.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 15