„Zwarte Zee" is uitgediend Renny van Nes: Schrobben in Florence Slopers verwerken slepersmonumenten tot hoop schroot Toeneming van Duitse emigratie OP 64 VELDEN m mm B BI %i ia VASTGEROEST DIPLOMA ZIEK RAMMEN OORLOG NAJAREN ANGST VOOR RECESSIE „CRISIS" TIJDELIIK AANVRAGEN SUCCES POSTZEGELVERVALSER UITGEKOCHT i' rn1 a Haastje-repje Gezellig 1 14 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 JANUARI 1967 14 HOLLANDS GLORIE is de geromantiseerde naam voor de Nederlandse zeesleepvaart. De titel is ontleend aan het gelijk namige verhaal van Jan de Har- tog. „Hollands Glorie" doet den ken aan de Jongens van Stavast verhalen, die heel wat jonge mannen het hart in de keel heeft doen kloppen. Eenmaal het be roep van zeeman gekozen kwa men ze er achter wat er werke lijkheid werd van die verre stranden met wuivende palmen romantiek: niets. Daarmee zij niets kwaads van Jan de Har- tog gezegd. Hij geeft in zijn ro man een nauwgezette reportage over ontstaan en eerste grote periode van onze sleepvaart, die snel tot een wereldbedrijf uit groeide. Die internationale faam is te danken aan het getoonde vakmanschap. De werkomstan digheden waren echter vooral in de beginjaren dikwijls onmen selijk slecht. De reders hadden er geen of te weinig oog voor. „De venters verzuipen De wjjven verrekken En de duivel viert feest van hun geld". Aldus citeert De Hartog een runners- rympje. En toch Is men geneigd ro mantiek aan dat barre leven te ver binden. Misschien omdat het teveel tot de verbeelding spreekt. Dat ge beurde weer dezer dagen toen snij branders van een bedrijf in Hendrik- Ido-Ambacht hun sloopwerk begonnen op het goeie oude vlaggeschip van L. Smit's en Co Internationale Sleep dienst, de „Zwarte Zee'». Dit vulgaire einde - verwerkt wor den tot oud ijzer - verdiende dit schip niet. Het had moeten worden „bijge zet" als eeuwigdurend gedenkteken voor wat door bemanning en schip in 33 jaar varen is verricht. Nu is het wel zo, dat de „Zwarte Zee" op een moment in de vaart kwam, dat de boven aangehaalde „rauwe periode" tot het verleden be hoorde. De „Zwarte Zee" was qua bouw en comtort voor de oemanning een modern schip. Wat echter niemand bevroedde, was de tweede wereldoor log, die het schip letterlijk voor de boeg had. Het was de eerste Nederlandse zee sleper met dieselmotoren. Die levei- den niet minder dan 4200 paarde- krachten op. De Zwarte Zee heeft vele jaren als de grootste en sterkste sleep boot ter wereld gegolden. Het merkwaardigste in de geschie denis van het schip - en hier komt de romantiek weer om de hoek kijken - roept de naam van kapitein Teun Vet op. Deze uiterst kundige zeeman heeft het schip gedurende bijna het gehele bestaan - van 1933 tot 1957 - onder zijn gezag gehad. In dat jaar overleed Vet op een leeftijd van 63 jaar. door mijnenvelden en verschillende keren aangevallen door vijandelijke viegtuigen. Met zijn 45000 paardekrachten (de Nieuw Amsterdam komt "slechts" aan 32000 p.k.'s!) waren de geallieerden met het schip natuurlyk in hun nop jes. Een nog gelukkiger omstandigheid voor hen was dat het schip een com plete in dit specifieke vak door dik en dun getrainde bemanning over kwam. In de vijf oorlogsjaren, die volgde, zijn bemanning en schip tot fenomenale prestaties gekomen. Twee en vijftig geallieerde schepen in to taal 230.000 bruto register ton op een mijn gelopen, getorpedeerd of op UAnrnM een an^ere manier door de vijand MO DER beschadigd, werden door de „Zwarte Zee" in veilige havens binnengebacht. Kapitein Teun Vet dood injagen is niet hun werk. Tot zijn laatste werkzaamheden In oorlogstijd behoort het verslepen van onderdelen voor de aanleg van kunst matige havenwerken aan de kust van Normand ië. Kapitein Vet werd voor zijn werk en dat van/zijn bemanning onder scheiden met o.m. het Bronzen Kruis en de „Distinguished Service Cross". Toen had hij er toch al vijftig zee jaren opzitten. Hij was op zijn 12e jaar varensgezel geworden op de ha vensleepboot Daisy van de Interna tionale Sleepdienst Maatschappij. De Internationale ging in 1923 een fusie aan met L. Smit en Co. In deze tijd was Vet al opgeklommen tot schipper op „stadsboten" in Rotterdam. Hdj wilde echter meer en ging op 25-jarige leeftijd - in 1920 - naar de zeevaart school voor het behalen van het di ploma „stuurman grote zeesleepvaart". Na twee jaar was hij stuurman en lut tele jaren later, in 1926 kapitein. In 1933 werd hij dus gezagvoerder van de splinternieuwe Zwarte Zee.' waarna beider geschiedenis verder synchroon loopt. Zijn kwaliteiten op het sleepbaotdek waren al ruim daarvoor opgevallen. Voor de sleepreis met het Singapore- dok van de Tyne naar Singapore in 1928, een der befaamdste staaltjes van ondernemerschap uit de moderne ma ritieme geschiedenis, werd hij aange steld tot runnerkapitein op een der dokhelften, die door vier sleepboten werden gesleept. Eigenhandig heert de bemanning verschillende Keren met de opgestel de mitrailleurs - de getrouwe blauwe band rond de schoorsteen was door oorlogsgrijs bedekt zich de Duitsers van het lijf moeten houden. Teun Vet was in die gevaarlijke pe rioden op de brug „vastgeroest". Zijn commando's hielpen schip en beman ning door alle moeilijkheden heen. Kees Borstlap verhaalt var.- een van die hachelijke avonturen in de Sleep tros", het contactorgaan van L. Smit en Co.: In 1944 is de „Zware Zee naar net Caraïbische gebied gezonden waar het wemelt van Duitse onderzeeboten. Als hij daar probeert op een bescha digd tankschip vaat te maken, valt een vijandelijke onderzeeboot aan. Te vergeefs probeert Vet te rammen. Twee dagen laber gaat de „Zwarte Zee" met Amerikaanse sleepboten op weg naar niet minder dan acht sche pen, dde uit een convooi zijn wegge- torpedeerd maar zijn blijven drijven. De „Zwarte Zee" is met een van de ze schepen, een kreupele tanker in touw als de uitkijk de bellebanen van een torpedo recht op de „Zwar te Zee" ziet afkomen. Na de oonog ging net werk onver droten voort. Het waren trouwens gouden jaren voor de zeesleepvaart. De nasleep van de oorlog zorgde voor een ontzaglijke hoeveelheid werk. Een merkwaardige gebeurtenis was de „terugreis" van het Singaporedok in 1953 naar Engeland. Dat deed Vet met zijn „Zwarte Zee" en de sleper „Thames". Van het dok was in die jaren echter n;et veel meer overge bleven dan een wrak. Men kan het beste met cijfers een Indruk geven van het zware werk dat de „Zwarte Zee" ook in zijn najaren bleef presenteren. Alleen al in het jaar 1956 legde het gelukkige schip 32.204 zeemijlen af. Zijn schroef bleef het water ver morzelen, de messcherpe boeg de gol ven spijten. De robuuste sleper kon onjlanks zijn jaren steeds weer worden opgelapt. Dat lukte niiet meer met zijn schipper. Het eerste grote karwei, dat Vet met het pronkjuweel van Smit uit voerde was een reis met de Engelse van 14.000 ton olie van Curagao naar tanker „Valverda" die met 'n lading Hamburg werd gesleept. Op het moment, dat Nederland In de oorlog werd betrokken, gelukte het de bemanning het vege lijf van de „Zwarte Zee" te redden. Dat niet alleen trouwens, want en passant werd ook de in afbouw zijnde torpedoboot- jager „Zwarte Zee" vanuit Vlissin- gen naar Engeland meegevoerd, dwars reun Vet iaat zijn schip zo scherp mogelijk van koers veranderen. De torpedo mist de sleepboot maar treft de tanker midscheeps, De Vet laat de tros slippen van de zwaar bran dende tanker en kan twee torpedo's die op hem worden gelanceerd ter nauwernood ontwijken. Als hij ziet, dat op deze manier niet veel te bereiken valt komt dè Duitser boven water en begint een vuurge vecht, dat zo effectief mogelijk met de mitrailleurs (Oerlikons) van de „Zwarte Zee wordt beantwoord. Door onophoudelijk manoeuvreren is de sleepboot de onderzeeboot zo dicht genaderd, dat het eigen vuur over het doel heengaat. Rammen is het enige middel, dat nog overblijft. De Duitser probeert nog onder water te gaan, maar het is te laat. Met een harde klap stoten de twee schepen op elkaar. Om het werk goed af te ma ken laat de bemanning ook nog twee dieptebommen over boord vallen. Tegen net eincre van 1956 werd ka pitein Vet ziek, toen hij zijn onaf scheidelijke „Zwarte Zee" comman deerde tijdens een sleepreis van de Rode Zee naar Baltimore. In Port Said moest hij het commando over dragen. In Nederland onderging hij een zware operatie. Kort nadat hij zijn 50-jarig jubi leum had gevierd overleed hij. Na een halve eeuw varen, een ongeloof lijk lange tijd, had hij het hoofd neer gelegd. De „Zwarte Zee" stoomde onder een andere schipper verder. Een vernederend moment kreeg, het schip in 1963 te doorstaan toen hij zijn roemruchte naam moest afgeven aan een nieuwe 9000 pk sterke sleep boot. De moede ploeger van ontel bare zeemijlen moest het in zijn laat ste dagen doen met de naam „Ierse Zee". Tot de laatste schrdefslag heeft de „Ierse Zee" het zwaarste w.erk ge daan. Eind 1965 was dat nog het ver slepen van Engeland naar Indonesië van de grootste tinbaggermolen ter wereld, de „Bangka I". Het vertrou wen in het schip was ook toen nog ongeschokt. CHARLES SCHETS (Van onze correspondent in Bonn) KEULEN In 1966 zijn on geveer 72.000 Westduitsers ge- emigreerd. Sinds 1962 stijgt het aantal Westduitse emigranten, De cijfers- die het in de dom stad residerende federale bu reau voor emigratie hierover bekend maakte, zien er als volgt uit: 1962: 50.000, 1964 68.500, 1965 70.000 en 1966 ongeveer 72.000. In Keulen hebben ook de meeste immigratielanden o.a. Zuid-Afrika en Australië hun wervingsbureaus. Volgens het federale bureau in Keu len zou de emigratie naar Amerika en Australië in dit jaar nog veel groter zijn geweest, indien niet de mogelijk heid van militaire dienst afschrikwek kend zou hebben gewerkt. Vele aspi rant-emigranten willen nl. de Bonds republiek verlaten om aan de dienst bij de Bundeswehr te ontkomen. Het idee is dan niet erg verlokkend om in Ame rika of in Australië „in hun kraag" te worden gegrepen en eventueel dan zelfs nog naar Zuid-Vietnam te wor den gestuurd. Het ligt eigenlijk In de lijn der ver wachtingen, dat in het komende jaar de emigratie nog verder zal toenemen, ondanks de dreiging van militaire dienst in de immigratielanden. Oor zaak hiervan is de economische reces sie in West-Duitsland, die door vele publicisten nog altijd voor een „crisis" wordt uitgekreten, ofschoon naar het inzicht van deskundigen zich niets anders dan een normalisatie voltrekt, die andere industrielanden al achter de rug hebben. Tot dusverre heeft de flauwte in de Bondsrepublikeinse con junctuur op het aantal emigranten nog geen beslissende invloed gehad. In het komende jaar zou dit echter anders kunnen worden. De immigratielanden Canada, Australië en Zuid-Afrika ho pen van deze angst voor de conjunc tuur-flauwte te kunnen profiteren. Onder aspirant-emigranten is altijd een groep would-be-avonturiers. Deze groep blijft constant- Zo ook de groep der „tijdelijke emigranten". Dat zijn Westduitse vaklieden, die voor enige tijd naar het buitenland gaan om daar aan de uitvoering van bepaalde projecten mede te werken, De internationalisatie van de econo mie heeft een stijging van dit aantal „tijdelijke emigranten" bewerkstel ligd. Het Australische emigratiebureau in Keulen meldde aan het einde van het jaar al een toeneming van tussen de 20 en 30 procent van het aantal ge- interesseerden (die overigens nog lang niet allen ook inderdaad gaan emigre ren). Eenzelfde ervaring heeft het Zuidafrikaanse emigratiebureau opge daan. „Het aantal aanvragen is hoger dan in afgelopen jaren". Angst voor een nieuwe oorlog en onbevredigende economische verhou dingen zyn voor Duitsers na de oorlog de twee voornaamste emigratierede nen geweest. De eerste reden speelt nauwelijks nog een rol. De tweede heeft in de jaren van welvaart ook geen al te grote rol gespeeld. Nu be gint zij echter mee te tellen. Het resultaat is ee.i grote olievlek, die komt bovendrijven. In oorlogster zijn er niet zo gelukkig mee. Zij zit- men heet dat een „succes", maar ka pitein Vet en velt' bemanningsleden ten niet op eeu oorlogsschip en zee lieden, ook al zijn het vijanden, de HARRISBURG (PENNSYLVANIA) (AP) - Funktionarissen van de American Philatelic Society hebben een einde gemaakt aan het werk van de „grootste post zegelvervalser van het westelijk halfrond", door de oorspronkelijke tekeningen, gegraveerde platen, correspondentie en boekhouding van een 76 jaar oude Mexi caan op te kopen. Een commissie van vijf man, de „geheime vijf", ging met Raul Charles de Thuin uit Merida (Yucatan) over de transactie onderhandelen. „Binnen negen dagen aanvaardde de Thuin een bedrag aan geld voor z^jn gehele bedrijfje", aldus de voorzitter. „Hjj tekende voorts een verklaring waarin hij bekende zich aan de vervalsing van filatelistisch materiaal schuldig gemaakt te hebben. Tenslotte tekende hy een verklaring, waarmede hy zichzelf verplichtte zyn „zaken" voorgoed te staken". W. J. MUHRING - In Havanna was de veelomstreden maar uiterst begaafde Amerikaanse kam pioen en internationale grootmeester Robert Fischer weer geweldig op dreef. Het is ongelooflijk hoe dit voormalig wonderkind, tegenstanders als Portisch en Gligorie éénvoudig onder de voet loopt. Fischer is onder meer een zeer scherp zinnig analyticus op het terrein van de openingen. Telkenmale verrast hij zijn tegenstanders met nieuwtjes in schijn baar üitgeanalyseerde openingen, Hij is een verbeten vechter met grote cofnbi- natoire kwaliteiten en hij heeft een spe ciaal zintuig voor het eindspel. Botwin- nik is er aan ook van overtuigd, dat de Russen een harde dobber zullen heb ben om de wereldtitel, die zij sinds 1948 bezitten, te behouden. In de nu volgen de partijen hanteert Fischer met veel succes de ruilvariant van het Spaans, die volgens de theoreticus niet aan te bevelen is. Fischer bewijst 'het tegendeel! Wit: Fischer (Verenigde Staten) Zwart: Portisch (Hongarije) Gespeeld in de landenwedstrijd te Ha vanna 1966 Spaans 1. e2-e'4, e7-e5, 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3. Lfl- b5, a7-a6 4. Lb5xc6, d7xc6 5. 0-0, f7-f6 6. d2-d4, eoxd4 7. Pf3xd4, c6-c5 8. Pd4- b3, Dd8xdl 9. Tflxdl, Lf8-d6 (Door de ruilvariant verkrijgt zwart weliswaar het loperpaar, maar wits pionnenconstellatie is wel gunstiger dan de zwarte) 10. Pb3-a5!, b7-b5 11. c2-c4, Pg8- e7 12. Lcl-e3, f6-f5 13. Pbl-c3, f5-f4 14. e4-e5! (Wonderijk mooi gecombineerd, zoals uit het vervolg blijkt) 14Ld6xe5 15. Le3xc5, Le5xc3 16. b2xc3, Pe7-g6 17. Pa5-c6, Lc8-e6 18. c4xb5, a6xb5 19. Pc6-a7, Ta8-b8 20. Tdl-bl, Ke8-f7 21. Pa7xb5, Th8-d8 22. Tbl-b4!, Le6xa2 (Het wordt nu zeer spannend, nemen op a2 faalt uiteraard wegens 23.Tdl mat) 23. Pb5xc7, Tb8-c8 24. h2-h4! (Nu volgt op 24.Tc7: 25. Lb6 met kwaliteitswinst) 24.Td8-d2 25. Lc5-b6 (Nu dreigt 26. h5 met verovering van de f-pion) 25. f4-f3 26 Lb6-e3, Td2-e2 27. Pc7- b5, Tc8-a8 28. h4-h5, Pg6-e5 29. Tb4-f4+. Kf7-e7 30. Tal-dl! (Dreigt mat in twee zetten) lil m m m 1 i m mm if wm Stelling na 30. Tal-dl! 30. Ta8-"C8 31. Tf4-e4, Ke7-f6 32. Tdl- d6 Kf6-f5 33. Te4-f4-j-, Kf5-g5 34. Tf4xf3-M en'zwart gaf zich gewonnen. Wit: Fischer (Verenigde Staten) Zwart: Gligorie (Joegoslavië) Gespeeld in de landenwedstrijd te Ha- vanna 1966 Spaans 1. e2-e4, e7-e5 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3. Lfl- b5, a7-a6 4. Lb5xc6, d7xc6 5. 0-0, f7-f6 6. d2-d4, Lc8-g4 (De meer moderne bestrijdingswijze, maar ook deze wordt door Fischer weer legd) 7, c2-c3!, e5xd4 8. c3xd4, Dd8-d7 9. h2-h3, Lg4-e6 (Na 9Lf3: 10. Df3:, Dd4: komt wit door 1-. Tdl in het voordeel) 10. Pbl-c3, 0-0-0 11, Lel-f4, Pg8-e7 12. Tal-cl, Pe7-g6 13. Lf4-g3, Lf8-d6 4. Pc3-a4! (De aanval wordt ingezet) 14 Ld6xg3 15. f2xg3( Kc8-b8 16. Pa4- c5, Dd7-d6 (Juist was 16. Dc8) 17. Ddl-a4, Kb8-a7 (De beslissende fout. Er volgt nu een fraaie combinatie) 18. Pc5xa6! (Op 18.ba6 volgt uiteraard 19. Tc6: en de zwarte positie is hopeloos) 18.Le6xh3 (Wanhoop) 19. e4-e5!, Pg6xe5 20. d4xeö, f6xe5 21 Pa6-c5 Ka7-b8 22. g2xh3, e5-e4 23. Pc5xe4, Dd6-e7 24. Tcl-c3, b7-b5 25. Da4-c2 en zwart zag eindelijk het vol strekt nutteloze van verdere tegenstand in. SCHAAKRAADSEL Grandioos is de witte winstcombinatie in onderstaande schaakraadsel. Ondanks de sterkst mogelijke verdediging kan de witspeler door kostelijk spel of de vijan delijke dame winnen dan wel een mat afdwingen. Een juweel van een combi natie! Wit aan zet en wint Oplossing: Wit wint als volgt: 1. Dd6-f6+, Ke5-e4 2. Df6-c3ü (Een stille zet van een won derlijke kracht. Er dreigt namelijk niets minder dan 3. Pf6 mat) 2... h7-h6+ (Uiteraard faalde 2. De8: op 3. Del met damewinst) 3. Kg5-h4 (Nu dreigt 3. Pf6+, Kf4 4. Dg3 mat) 3.f5-f4 (Op 3.... Kf4 volgt 4. Dg3-h Ke4 5. Dg2-f met damewinst) 4. Pe8-d6-f; Ke4-d5 5. Dc3-f3-f met damewinst (Troitzky) §*r - 'fsQfy u v als ik volgende ween mocht, ging ik weer (Van een onzer verslaggevers) UTRECHT Rennny van Nes, vyfdejaars studente kunst geschiedenis en sinds september kandidaats, is weer thuis, maar haar gedachten zitten nog steeds vijftienhonderd kilometer ver. Bij het geteisterde Florence, waar ze met nog een aantal Utrechtse studenten gedurende drie weken de helpende hand uitstak naar de vaak door water en blubber aangetaste kunst schatten. Ze zegt ervan: „We Rebben daar nuttig werk kunnen doen, maar er moet nog steeds een boel aangepakt worden. Als ik er volgende week weer heen zou kunnen, zou ik het doen. Graag." Het was op 4 november j-1., dat de dwars door Florence stromende Ar no op onstuimige wijze buiten zijn boekje ging en een groot deel van de stad onder water en modder zette waarbij de kunstschatten met name moesten ontgelden. Renny van Nes las erover in de kranten zag er iets van op dë televisie en sprak er over met medestudenten. Zoals bij alle studenten kunstgeschiedenis ligt Flo rence ook haar na aan het hart. In het eerste studiejaar brengen zij er allen een aantal weken door in het Instituto universitario ollandese d'his- "boria dell'arte. Er werd op het kunst- historisch instituut geld ingezameld en er waren plannen om daadwer kelijke hulp te bieiden. Verder kwam men niet. Het zelf meehelpen kreeg een se rieuzer karakter toen er vanuit Flo rence een verzoek kwam van me vr. Bramanti, die is belast met de leiding van het kunsthistorisch insti tuut aldaar en die zich vanaf het eerste moment enorm inzette voor het herstel van de bedreigde kunst schatten. Zij schreef alle Nederland se universiteitssteden een brief, waarin werd verzocht om mensen, die zouden' kunnen assisteren bij de vele werkzaamheden die verricht moesten worden om nog iets van de Florentijnse kunstschatten te redden De Utrechtse universiteit was de eerste, die voor de uitzending van een aantal studenten geld beschik baar stelde. Dat gebeurde eind no vember. Renny van Nes: „Er was na tuurlijk erg veel belangstelling bij de kunstgeschiedenisstudenten, maar lang niet iedereen kon weg in ver band met colleges, tentamens en der gelijke. Er bleven uiteindelijk zes tien mensen over, die in de gelegen heid waren er een paar weken voor uiit te trekken. Er was geld voor vijf mensen, dus er moest worden geloot Ik had geluk, maar het was wel baastje-rep-je. 'met de trein zijn we gegaan. Een geweldige tocht. Vooral door Zwitserland. In Florence was het niog steeds een sombere nare zaak. Grauw, veel regen en de stad maakte een platgeslagen Indruk. De eerste dag zijn we er met de bus doorheen gereden. De ergste beroer digheid was opgeruimd maar overal kon je toch wel zien, dat er een overstroming was geweest. Op alle gebouwen stond een olierand van het met olie vermengde water op zijn hoogste stand. In de buurt van de Santa Croce, praktisch aan de oe ver van de Arno, was het verreweg het ergste. Daasr was het water zelfs wel tot zes meter hoog gekomen. Verscheidenen huizen stonden daar op instorten. Een vreselijk trooste loos gezicht. Behalve de mensen dan. Daar heb ik veel bewondering voor gehad. Ze liepen er allemaal in laarzen rond en werkten van de vroe ge morgen tot de late avond. Het meest trof mij een bord op een win kel die helemaal in de puin lag. Er stond op gekladderd: „De Arno heeft ons alles afgenomen behalve de moed, de energie en het optimisme Een moedig volk. We hebben daar gelogeerd in het kunsthistorisch instituut. Dat was gespaard gebleven, want het ligt aan de hoge kant van de Arno. Erg fijn daar. We konden er koken, er was een fijne bibliotheek en 's avoiidi kon je er gezellig zitten en een beetje kletsen. Er waren trouwens veel studenten in Florence, Uit En geland en Duitsland vooral. Na de ramp waren ze eigener beweging naar Florence getrokken om van de kunstschatten te redden wat er te redden was. Evemls zij werden w(j ook ingeschakeld bij het schoonma ken van beroemde gebou wen en het weer op orde stellen van :e boek werken. Dat laatste heb'-: we ge daan in de Ospedale d l n acenti een uit de vijftiende eeuw 'pminend weeshuis, in de Opera c'rj duomo, waar o.a. een beroemde cantoria van Donatello te vinden is, in het Palozzo Serrestori. waar koning Jo zef, de broer van Napoleon zijn laat ste dagen sleet en in de Santa Croce. Het was overwegend boekenwerk, dus het schoonmaken ervan en het leggen van vloeibladen tussen alle bladzijden. Niet zulk interessant werk, maar het moet gebeuren, om dat er kostbare zaken bij zijn. In de In de Santa Croce was het meer het schoonmaakwerk. Ik heb daar over op een geweldig Christus-beeld zitten schrobben. Gekke ervaring, als je daar achteraf aan denkt, maar ik vind het fijn, dat ik het heb moge» doen". Midden door Florence stroomt lieflijk of wreed de Arno Ad Nijkamp weet wat c inillllB ■IIIIHIIIIlBIIIIIBIIIIimnillllUIIHIIII! iiniiiiBiiiiniiiinimmiiiWiiiu De Man van het Jaar 1966 b' i Tenminste niet in de letterlijke zin van het woord gens het Amerikaanse weekblai De Man van het Jaar aldus een artikel in dit tijdschrifj de man die de mijl liep in 3.51.i en onder mortiervuur stierf in Lao. De man die een studiebeu veroverde, een filmdocumentair maakte in een getto in Manha; en het Gemini rendez-vous in d; ruimte leidde. De man die dei tigduizend gulden per jaar kri als ingenieur bij de Fordfabriek cn 600 are land bebouwt in Da De man die aanvalt met een flitsende linkse, wiens rechter] vergroeid is met zijn geweer. Dj man die een campagne voerde y.001' Reagan, George Wallace floot en vocht voor rassengelijkl ff© man die de hele nacht dooi i? 5ansed en als hy het n 7e" doet in leder geval we iemand kent die verdovende m len gebruikt. De man die Playb vfrstopt in zijn programmaboel hij luistert naar het Bos Philharmonisch Orkest. De mar ontgoocheld is over Johnson, ju dver zijn blinde verafgoding va Kennedy heen is en ééns zelf i een gooi naar het presidentsc zal doen. Want de Man van het Jaar 19 een generatie: de man en v van 25 jaar en jonger. „D,7ze generatie, die de laatste sneller in aantal is toegenome JS1 "e meest pessimistische w scnappehjke prognoses konden ïo7nS? n' zal volrens Tim< LliiL meerderheid van de be vowing vormen, «in. 's tijdsennft pen nieuwe generatie, «u, euw soort generatie, die 2wblai?ge.r gebukt gaat onder HikWij. v?n honger en ste "JKheid, die bijvoorbeeld Moza

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 6