„Zwarte Zee" is uitgediend
Renny van Nes:
Schrobben
in Florence
Slopers verwerken
slepersmonumenten
tot hoop schroot
Toeneming
van Duitse
emigratie
OP 64
VELDEN
m mm
B BI %i
ia
VASTGEROEST
DIPLOMA
ZIEK
RAMMEN
OORLOG
NAJAREN
ANGST VOOR
RECESSIE
„CRISIS"
TIJDELIIK
AANVRAGEN
SUCCES
POSTZEGELVERVALSER UITGEKOCHT
i' rn1
a
Haastje-repje
Gezellig
1
14
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 JANUARI 1967
14
HOLLANDS GLORIE is de
geromantiseerde naam voor de
Nederlandse zeesleepvaart. De
titel is ontleend aan het gelijk
namige verhaal van Jan de Har-
tog. „Hollands Glorie" doet den
ken aan de Jongens van Stavast
verhalen, die heel wat jonge
mannen het hart in de keel heeft
doen kloppen. Eenmaal het be
roep van zeeman gekozen kwa
men ze er achter wat er werke
lijkheid werd van die verre
stranden met wuivende palmen
romantiek: niets. Daarmee zij
niets kwaads van Jan de Har-
tog gezegd. Hij geeft in zijn ro
man een nauwgezette reportage
over ontstaan en eerste grote
periode van onze sleepvaart, die
snel tot een wereldbedrijf uit
groeide. Die internationale faam
is te danken aan het getoonde
vakmanschap. De werkomstan
digheden waren echter vooral in
de beginjaren dikwijls onmen
selijk slecht. De reders hadden
er geen of te weinig oog voor.
„De venters verzuipen
De wjjven verrekken
En de duivel viert
feest van hun geld".
Aldus citeert De Hartog een runners-
rympje. En toch Is men geneigd ro
mantiek aan dat barre leven te ver
binden. Misschien omdat het teveel
tot de verbeelding spreekt. Dat ge
beurde weer dezer dagen toen snij
branders van een bedrijf in Hendrik-
Ido-Ambacht hun sloopwerk begonnen
op het goeie oude vlaggeschip van L.
Smit's en Co Internationale Sleep
dienst, de „Zwarte Zee'».
Dit vulgaire einde - verwerkt wor
den tot oud ijzer - verdiende dit schip
niet. Het had moeten worden „bijge
zet" als eeuwigdurend gedenkteken
voor wat door bemanning en schip in
33 jaar varen is verricht.
Nu is het wel zo, dat de „Zwarte
Zee" op een moment in de vaart
kwam, dat de boven aangehaalde
„rauwe periode" tot het verleden be
hoorde. De „Zwarte Zee" was qua
bouw en comtort voor de oemanning
een modern schip. Wat echter niemand
bevroedde, was de tweede wereldoor
log, die het schip letterlijk voor de
boeg had.
Het was de eerste Nederlandse zee
sleper met dieselmotoren. Die levei-
den niet minder dan 4200 paarde-
krachten op. De Zwarte Zee heeft vele
jaren als de grootste en sterkste sleep
boot ter wereld gegolden.
Het merkwaardigste in de geschie
denis van het schip - en hier komt de
romantiek weer om de hoek kijken -
roept de naam van kapitein Teun Vet
op. Deze uiterst kundige zeeman heeft
het schip gedurende bijna het gehele
bestaan - van 1933 tot 1957 - onder
zijn gezag gehad. In dat jaar overleed
Vet op een leeftijd van 63 jaar.
door mijnenvelden en verschillende
keren aangevallen door vijandelijke
viegtuigen.
Met zijn 45000 paardekrachten (de
Nieuw Amsterdam komt "slechts" aan
32000 p.k.'s!) waren de geallieerden
met het schip natuurlyk in hun nop
jes. Een nog gelukkiger omstandigheid
voor hen was dat het schip een com
plete in dit specifieke vak door dik
en dun getrainde bemanning over
kwam. In de vijf oorlogsjaren, die
volgde, zijn bemanning en schip tot
fenomenale prestaties gekomen. Twee
en vijftig geallieerde schepen in to
taal 230.000 bruto register ton op
een mijn gelopen, getorpedeerd of op
UAnrnM een an^ere manier door de vijand
MO DER beschadigd, werden door de „Zwarte
Zee" in veilige havens binnengebacht.
Kapitein Teun Vet
dood injagen is niet hun werk.
Tot zijn laatste werkzaamheden In
oorlogstijd behoort het verslepen van
onderdelen voor de aanleg van kunst
matige havenwerken aan de kust van
Normand ië.
Kapitein Vet werd voor zijn werk
en dat van/zijn bemanning onder
scheiden met o.m. het Bronzen Kruis
en de „Distinguished Service Cross".
Toen had hij er toch al vijftig zee
jaren opzitten. Hij was op zijn 12e
jaar varensgezel geworden op de ha
vensleepboot Daisy van de Interna
tionale Sleepdienst Maatschappij. De
Internationale ging in 1923 een fusie
aan met L. Smit en Co. In deze tijd
was Vet al opgeklommen tot schipper
op „stadsboten" in Rotterdam. Hdj
wilde echter meer en ging op 25-jarige
leeftijd - in 1920 - naar de zeevaart
school voor het behalen van het di
ploma „stuurman grote zeesleepvaart".
Na twee jaar was hij stuurman en lut
tele jaren later, in 1926 kapitein.
In 1933 werd hij dus gezagvoerder
van de splinternieuwe Zwarte Zee.'
waarna beider geschiedenis verder
synchroon loopt.
Zijn kwaliteiten op het sleepbaotdek
waren al ruim daarvoor opgevallen.
Voor de sleepreis met het Singapore-
dok van de Tyne naar Singapore in
1928, een der befaamdste staaltjes van
ondernemerschap uit de moderne ma
ritieme geschiedenis, werd hij aange
steld tot runnerkapitein op een der
dokhelften, die door vier sleepboten
werden gesleept.
Eigenhandig heert de bemanning
verschillende Keren met de opgestel
de mitrailleurs - de getrouwe blauwe
band rond de schoorsteen was door
oorlogsgrijs bedekt zich de Duitsers
van het lijf moeten houden.
Teun Vet was in die gevaarlijke pe
rioden op de brug „vastgeroest". Zijn
commando's hielpen schip en beman
ning door alle moeilijkheden heen.
Kees Borstlap verhaalt var.- een van
die hachelijke avonturen in de Sleep
tros", het contactorgaan van L. Smit
en Co.:
In 1944 is de „Zware Zee naar net
Caraïbische gebied gezonden waar
het wemelt van Duitse onderzeeboten.
Als hij daar probeert op een bescha
digd tankschip vaat te maken, valt
een vijandelijke onderzeeboot aan. Te
vergeefs probeert Vet te rammen.
Twee dagen laber gaat de „Zwarte
Zee" met Amerikaanse sleepboten op
weg naar niet minder dan acht sche
pen, dde uit een convooi zijn wegge-
torpedeerd maar zijn blijven drijven.
De „Zwarte Zee" is met een van de
ze schepen, een kreupele tanker in
touw als de uitkijk de bellebanen
van een torpedo recht op de „Zwar
te Zee" ziet afkomen.
Na de oonog ging net werk onver
droten voort. Het waren trouwens
gouden jaren voor de zeesleepvaart.
De nasleep van de oorlog zorgde voor
een ontzaglijke hoeveelheid werk. Een
merkwaardige gebeurtenis was de
„terugreis" van het Singaporedok in
1953 naar Engeland. Dat deed Vet
met zijn „Zwarte Zee" en de sleper
„Thames". Van het dok was in die
jaren echter n;et veel meer overge
bleven dan een wrak.
Men kan het beste met cijfers een
Indruk geven van het zware werk dat
de „Zwarte Zee" ook in zijn najaren
bleef presenteren. Alleen al in het
jaar 1956 legde het gelukkige schip
32.204 zeemijlen af.
Zijn schroef bleef het water ver
morzelen, de messcherpe boeg de gol
ven spijten. De robuuste sleper kon
onjlanks zijn jaren steeds weer worden
opgelapt. Dat lukte niiet meer met
zijn schipper.
Het eerste grote karwei, dat Vet
met het pronkjuweel van Smit uit
voerde was een reis met de Engelse
van 14.000 ton olie van Curagao naar
tanker „Valverda" die met 'n lading
Hamburg werd gesleept.
Op het moment, dat Nederland In
de oorlog werd betrokken, gelukte
het de bemanning het vege lijf van
de „Zwarte Zee" te redden. Dat niet
alleen trouwens, want en passant werd
ook de in afbouw zijnde torpedoboot-
jager „Zwarte Zee" vanuit Vlissin-
gen naar Engeland meegevoerd, dwars
reun Vet iaat zijn schip zo scherp
mogelijk van koers veranderen. De
torpedo mist de sleepboot maar treft
de tanker midscheeps, De Vet laat
de tros slippen van de zwaar bran
dende tanker en kan twee torpedo's
die op hem worden gelanceerd ter
nauwernood ontwijken.
Als hij ziet, dat op deze manier niet
veel te bereiken valt komt dè Duitser
boven water en begint een vuurge
vecht, dat zo effectief mogelijk met
de mitrailleurs (Oerlikons) van de
„Zwarte Zee wordt beantwoord.
Door onophoudelijk manoeuvreren
is de sleepboot de onderzeeboot zo
dicht genaderd, dat het eigen vuur
over het doel heengaat. Rammen is
het enige middel, dat nog overblijft.
De Duitser probeert nog onder water
te gaan, maar het is te laat. Met een
harde klap stoten de twee schepen op
elkaar. Om het werk goed af te ma
ken laat de bemanning ook nog twee
dieptebommen over boord vallen.
Tegen net eincre van 1956 werd ka
pitein Vet ziek, toen hij zijn onaf
scheidelijke „Zwarte Zee" comman
deerde tijdens een sleepreis van de
Rode Zee naar Baltimore. In Port
Said moest hij het commando over
dragen. In Nederland onderging hij
een zware operatie.
Kort nadat hij zijn 50-jarig jubi
leum had gevierd overleed hij. Na
een halve eeuw varen, een ongeloof
lijk lange tijd, had hij het hoofd neer
gelegd. De „Zwarte Zee" stoomde
onder een andere schipper verder.
Een vernederend moment kreeg, het
schip in 1963 te doorstaan toen hij
zijn roemruchte naam moest afgeven
aan een nieuwe 9000 pk sterke sleep
boot. De moede ploeger van ontel
bare zeemijlen moest het in zijn laat
ste dagen doen met de naam „Ierse
Zee".
Tot de laatste schrdefslag heeft de
„Ierse Zee" het zwaarste w.erk ge
daan. Eind 1965 was dat nog het ver
slepen van Engeland naar Indonesië
van de grootste tinbaggermolen ter
wereld, de „Bangka I". Het vertrou
wen in het schip was ook toen nog
ongeschokt.
CHARLES SCHETS
(Van onze correspondent
in Bonn)
KEULEN In 1966 zijn on
geveer 72.000 Westduitsers ge-
emigreerd. Sinds 1962 stijgt het
aantal Westduitse emigranten,
De cijfers- die het in de dom
stad residerende federale bu
reau voor emigratie hierover
bekend maakte, zien er als
volgt uit:
1962: 50.000, 1964 68.500, 1965
70.000 en 1966 ongeveer 72.000.
In Keulen hebben ook de meeste
immigratielanden o.a. Zuid-Afrika
en Australië hun wervingsbureaus.
Volgens het federale bureau in Keu
len zou de emigratie naar Amerika en
Australië in dit jaar nog veel groter
zijn geweest, indien niet de mogelijk
heid van militaire dienst afschrikwek
kend zou hebben gewerkt. Vele aspi
rant-emigranten willen nl. de Bonds
republiek verlaten om aan de dienst bij
de Bundeswehr te ontkomen. Het idee
is dan niet erg verlokkend om in Ame
rika of in Australië „in hun kraag"
te worden gegrepen en eventueel dan
zelfs nog naar Zuid-Vietnam te wor
den gestuurd.
Het ligt eigenlijk In de lijn der ver
wachtingen, dat in het komende jaar
de emigratie nog verder zal toenemen,
ondanks de dreiging van militaire
dienst in de immigratielanden. Oor
zaak hiervan is de economische reces
sie in West-Duitsland, die door vele
publicisten nog altijd voor een „crisis"
wordt uitgekreten, ofschoon naar het
inzicht van deskundigen zich niets
anders dan een normalisatie voltrekt,
die andere industrielanden al achter
de rug hebben. Tot dusverre heeft de
flauwte in de Bondsrepublikeinse con
junctuur op het aantal emigranten nog
geen beslissende invloed gehad. In het
komende jaar zou dit echter anders
kunnen worden. De immigratielanden
Canada, Australië en Zuid-Afrika ho
pen van deze angst voor de conjunc
tuur-flauwte te kunnen profiteren.
Onder aspirant-emigranten is altijd
een groep would-be-avonturiers. Deze
groep blijft constant- Zo ook de groep
der „tijdelijke emigranten".
Dat zijn Westduitse vaklieden, die
voor enige tijd naar het buitenland
gaan om daar aan de uitvoering van
bepaalde projecten mede te werken,
De internationalisatie van de econo
mie heeft een stijging van dit aantal
„tijdelijke emigranten" bewerkstel
ligd.
Het Australische emigratiebureau in
Keulen meldde aan het einde van het
jaar al een toeneming van tussen de
20 en 30 procent van het aantal ge-
interesseerden (die overigens nog lang
niet allen ook inderdaad gaan emigre
ren). Eenzelfde ervaring heeft het
Zuidafrikaanse emigratiebureau opge
daan.
„Het aantal aanvragen is hoger dan
in afgelopen jaren".
Angst voor een nieuwe oorlog en
onbevredigende economische verhou
dingen zyn voor Duitsers na de oorlog
de twee voornaamste emigratierede
nen geweest. De eerste reden speelt
nauwelijks nog een rol. De tweede
heeft in de jaren van welvaart ook
geen al te grote rol gespeeld. Nu be
gint zij echter mee te tellen.
Het resultaat is ee.i grote olievlek,
die komt bovendrijven. In oorlogster
zijn er niet zo gelukkig mee. Zij zit-
men heet dat een „succes", maar ka
pitein Vet en velt' bemanningsleden
ten niet op eeu oorlogsschip en zee
lieden, ook al zijn het vijanden, de
HARRISBURG (PENNSYLVANIA) (AP) - Funktionarissen van de American
Philatelic Society hebben een einde gemaakt aan het werk van de „grootste post
zegelvervalser van het westelijk halfrond", door de oorspronkelijke tekeningen,
gegraveerde platen, correspondentie en boekhouding van een 76 jaar oude Mexi
caan op te kopen.
Een commissie van vijf man, de „geheime vijf", ging met Raul Charles de Thuin
uit Merida (Yucatan) over de transactie onderhandelen.
„Binnen negen dagen aanvaardde de Thuin een bedrag aan geld voor z^jn
gehele bedrijfje", aldus de voorzitter. „Hjj tekende voorts een verklaring waarin
hij bekende zich aan de vervalsing van filatelistisch materiaal schuldig gemaakt
te hebben. Tenslotte tekende hy een verklaring, waarmede hy zichzelf verplichtte
zyn „zaken" voorgoed te staken".
W. J. MUHRING -
In Havanna was de veelomstreden
maar uiterst begaafde Amerikaanse kam
pioen en internationale grootmeester
Robert Fischer weer geweldig op dreef.
Het is ongelooflijk hoe dit voormalig
wonderkind, tegenstanders als Portisch
en Gligorie éénvoudig onder de voet
loopt.
Fischer is onder meer een zeer scherp
zinnig analyticus op het terrein van de
openingen. Telkenmale verrast hij zijn
tegenstanders met nieuwtjes in schijn
baar üitgeanalyseerde openingen, Hij is
een verbeten vechter met grote cofnbi-
natoire kwaliteiten en hij heeft een spe
ciaal zintuig voor het eindspel. Botwin-
nik is er aan ook van overtuigd, dat
de Russen een harde dobber zullen heb
ben om de wereldtitel, die zij sinds 1948
bezitten, te behouden. In de nu volgen
de partijen hanteert Fischer met veel
succes de ruilvariant van het Spaans,
die volgens de theoreticus niet aan te
bevelen is. Fischer bewijst 'het tegendeel!
Wit: Fischer (Verenigde Staten)
Zwart: Portisch (Hongarije)
Gespeeld in de landenwedstrijd te Ha
vanna 1966
Spaans
1. e2-e'4, e7-e5, 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3. Lfl-
b5, a7-a6 4. Lb5xc6, d7xc6 5. 0-0, f7-f6
6. d2-d4, eoxd4 7. Pf3xd4, c6-c5 8. Pd4-
b3, Dd8xdl 9. Tflxdl, Lf8-d6
(Door de ruilvariant verkrijgt zwart
weliswaar het loperpaar, maar wits
pionnenconstellatie is wel gunstiger dan
de zwarte)
10. Pb3-a5!, b7-b5 11. c2-c4, Pg8- e7 12.
Lcl-e3, f6-f5 13. Pbl-c3, f5-f4 14. e4-e5!
(Wonderijk mooi gecombineerd, zoals
uit het vervolg blijkt)
14Ld6xe5 15. Le3xc5, Le5xc3 16.
b2xc3, Pe7-g6 17. Pa5-c6, Lc8-e6 18.
c4xb5, a6xb5 19. Pc6-a7, Ta8-b8 20.
Tdl-bl, Ke8-f7 21. Pa7xb5, Th8-d8 22.
Tbl-b4!, Le6xa2
(Het wordt nu zeer spannend, nemen op
a2 faalt uiteraard wegens 23.Tdl mat)
23. Pb5xc7, Tb8-c8 24. h2-h4!
(Nu volgt op 24.Tc7: 25. Lb6 met
kwaliteitswinst)
24.Td8-d2 25. Lc5-b6
(Nu dreigt 26. h5 met verovering van
de f-pion)
25. f4-f3 26 Lb6-e3, Td2-e2 27. Pc7-
b5, Tc8-a8 28. h4-h5, Pg6-e5 29. Tb4-f4+.
Kf7-e7 30. Tal-dl!
(Dreigt mat in twee zetten)
lil
m m m 1
i m mm
if wm
Stelling na 30. Tal-dl!
30. Ta8-"C8 31. Tf4-e4, Ke7-f6 32. Tdl-
d6 Kf6-f5 33. Te4-f4-j-, Kf5-g5 34.
Tf4xf3-M en'zwart gaf zich gewonnen.
Wit: Fischer (Verenigde Staten)
Zwart: Gligorie (Joegoslavië)
Gespeeld in de landenwedstrijd te Ha-
vanna 1966
Spaans
1. e2-e4, e7-e5 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3. Lfl-
b5, a7-a6 4. Lb5xc6, d7xc6 5. 0-0, f7-f6
6. d2-d4, Lc8-g4
(De meer moderne bestrijdingswijze,
maar ook deze wordt door Fischer weer
legd)
7, c2-c3!, e5xd4 8. c3xd4, Dd8-d7 9. h2-h3,
Lg4-e6
(Na 9Lf3: 10. Df3:, Dd4: komt wit
door 1-. Tdl in het voordeel)
10. Pbl-c3, 0-0-0 11, Lel-f4, Pg8-e7 12.
Tal-cl, Pe7-g6 13. Lf4-g3, Lf8-d6 4.
Pc3-a4!
(De aanval wordt ingezet)
14 Ld6xg3 15. f2xg3( Kc8-b8 16. Pa4-
c5, Dd7-d6
(Juist was 16. Dc8)
17. Ddl-a4, Kb8-a7
(De beslissende fout. Er volgt nu een
fraaie combinatie)
18. Pc5xa6!
(Op 18.ba6 volgt uiteraard 19. Tc6:
en de zwarte positie is hopeloos)
18.Le6xh3
(Wanhoop)
19. e4-e5!, Pg6xe5 20. d4xeö, f6xe5 21
Pa6-c5 Ka7-b8 22. g2xh3, e5-e4 23.
Pc5xe4, Dd6-e7 24. Tcl-c3, b7-b5 25.
Da4-c2 en zwart zag eindelijk het vol
strekt nutteloze van verdere tegenstand
in.
SCHAAKRAADSEL
Grandioos is de witte winstcombinatie
in onderstaande schaakraadsel. Ondanks
de sterkst mogelijke verdediging kan de
witspeler door kostelijk spel of de vijan
delijke dame winnen dan wel een mat
afdwingen. Een juweel van een combi
natie!
Wit aan zet en wint
Oplossing:
Wit wint als volgt: 1. Dd6-f6+, Ke5-e4
2. Df6-c3ü (Een stille zet van een won
derlijke kracht. Er dreigt namelijk niets
minder dan 3. Pf6 mat) 2... h7-h6+
(Uiteraard faalde 2. De8: op 3. Del
met damewinst) 3. Kg5-h4 (Nu dreigt
3. Pf6+, Kf4 4. Dg3 mat) 3.f5-f4 (Op
3.... Kf4 volgt 4. Dg3-h Ke4 5. Dg2-f
met damewinst) 4. Pe8-d6-f; Ke4-d5 5.
Dc3-f3-f met damewinst (Troitzky)
§*r
-
'fsQfy u v
als ik volgende ween mocht, ging ik weer
(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT Rennny van Nes, vyfdejaars studente kunst
geschiedenis en sinds september kandidaats, is weer thuis, maar
haar gedachten zitten nog steeds vijftienhonderd kilometer ver.
Bij het geteisterde Florence, waar ze met nog een aantal
Utrechtse studenten gedurende drie weken de helpende hand
uitstak naar de vaak door water en blubber aangetaste kunst
schatten. Ze zegt ervan: „We Rebben daar nuttig werk kunnen
doen, maar er moet nog steeds een boel aangepakt worden. Als
ik er volgende week weer heen zou kunnen, zou ik het doen.
Graag."
Het was op 4 november j-1., dat de
dwars door Florence stromende Ar
no op onstuimige wijze buiten zijn
boekje ging en een groot deel van
de stad onder water en modder zette
waarbij de kunstschatten met name
moesten ontgelden. Renny van Nes
las erover in de kranten zag er iets
van op dë televisie en sprak er over
met medestudenten. Zoals bij alle
studenten kunstgeschiedenis ligt Flo
rence ook haar na aan het hart. In
het eerste studiejaar brengen zij er
allen een aantal weken door in het
Instituto universitario ollandese d'his-
"boria dell'arte. Er werd op het kunst-
historisch instituut geld ingezameld
en er waren plannen om daadwer
kelijke hulp te bieiden. Verder kwam
men niet.
Het zelf meehelpen kreeg een se
rieuzer karakter toen er vanuit Flo
rence een verzoek kwam van me
vr. Bramanti, die is belast met de
leiding van het kunsthistorisch insti
tuut aldaar en die zich vanaf het
eerste moment enorm inzette voor
het herstel van de bedreigde kunst
schatten. Zij schreef alle Nederland
se universiteitssteden een brief,
waarin werd verzocht om mensen,
die zouden' kunnen assisteren bij de
vele werkzaamheden die verricht
moesten worden om nog iets van de
Florentijnse kunstschatten te redden
De Utrechtse universiteit was de
eerste, die voor de uitzending van
een aantal studenten geld beschik
baar stelde. Dat gebeurde eind no
vember.
Renny van Nes: „Er was na
tuurlijk erg veel belangstelling bij
de kunstgeschiedenisstudenten, maar
lang niet iedereen kon weg in ver
band met colleges, tentamens en der
gelijke. Er bleven uiteindelijk zes
tien mensen over, die in de gelegen
heid waren er een paar weken voor
uiit te trekken. Er was geld voor vijf
mensen, dus er moest worden geloot
Ik had geluk, maar het was wel
baastje-rep-je. 'met de trein zijn we
gegaan. Een geweldige tocht. Vooral
door Zwitserland. In Florence was
het niog steeds een sombere nare
zaak. Grauw, veel regen en de stad
maakte een platgeslagen Indruk. De
eerste dag zijn we er met de bus
doorheen gereden. De ergste beroer
digheid was opgeruimd maar overal
kon je toch wel zien, dat er een
overstroming was geweest. Op alle
gebouwen stond een olierand van
het met olie vermengde water op zijn
hoogste stand. In de buurt van de
Santa Croce, praktisch aan de oe
ver van de Arno, was het verreweg
het ergste. Daasr was het water zelfs
wel tot zes meter hoog gekomen.
Verscheidenen huizen stonden daar
op instorten. Een vreselijk trooste
loos gezicht. Behalve de mensen
dan. Daar heb ik veel bewondering
voor gehad. Ze liepen er allemaal in
laarzen rond en werkten van de vroe
ge morgen tot de late avond. Het
meest trof mij een bord op een win
kel die helemaal in de puin lag. Er
stond op gekladderd: „De Arno heeft
ons alles afgenomen behalve de
moed, de energie en het optimisme
Een moedig volk.
We hebben daar gelogeerd in het
kunsthistorisch instituut. Dat was
gespaard gebleven, want het ligt aan
de hoge kant van de Arno. Erg fijn
daar. We konden er koken, er was
een fijne bibliotheek en 's avoiidi
kon je er gezellig zitten en een
beetje kletsen. Er waren trouwens
veel studenten in Florence, Uit En
geland en Duitsland vooral. Na de
ramp waren ze eigener beweging
naar Florence getrokken om van de
kunstschatten te redden wat er te
redden was. Evemls zij werden w(j
ook ingeschakeld bij het schoonma
ken van beroemde gebou wen en het
weer op orde stellen van :e boek
werken. Dat laatste heb'-: we ge
daan in de Ospedale d l n acenti
een uit de vijftiende eeuw 'pminend
weeshuis, in de Opera c'rj duomo,
waar o.a. een beroemde cantoria
van Donatello te vinden is, in het
Palozzo Serrestori. waar koning Jo
zef, de broer van Napoleon zijn laat
ste dagen sleet en in de Santa Croce.
Het was overwegend boekenwerk,
dus het schoonmaken ervan en het
leggen van vloeibladen tussen alle
bladzijden. Niet zulk interessant
werk, maar het moet gebeuren, om
dat er kostbare zaken bij zijn. In de
In de Santa Croce was het meer het
schoonmaakwerk. Ik heb daar over
op een geweldig Christus-beeld zitten
schrobben. Gekke ervaring, als je
daar achteraf aan denkt, maar ik
vind het fijn, dat ik het heb moge»
doen".
Midden door Florence stroomt lieflijk of wreed de Arno
Ad Nijkamp weet wat c
inillllB ■IIIIHIIIIlBIIIIIBIIIIimnillllUIIHIIII!
iiniiiiBiiiiniiiinimmiiiWiiiu
De Man van het Jaar 1966 b'
i Tenminste niet in de
letterlijke zin van het woord
gens het Amerikaanse weekblai
De Man van het Jaar
aldus een artikel in dit tijdschrifj
de man die de mijl liep in 3.51.i
en onder mortiervuur stierf in
Lao. De man die een studiebeu
veroverde, een filmdocumentair
maakte in een getto in Manha;
en het Gemini rendez-vous in d;
ruimte leidde. De man die dei
tigduizend gulden per jaar kri
als ingenieur bij de Fordfabriek
cn 600 are land bebouwt in Da
De man die aanvalt met een
flitsende linkse, wiens rechter]
vergroeid is met zijn geweer. Dj
man die een campagne voerde
y.001' Reagan, George Wallace
floot en vocht voor rassengelijkl
ff© man die de hele nacht dooi
i? 5ansed en als hy het n
7e" doet in leder geval we
iemand kent die verdovende m
len gebruikt. De man die Playb
vfrstopt in zijn programmaboel
hij luistert naar het Bos
Philharmonisch Orkest. De mar
ontgoocheld is over Johnson, ju
dver zijn blinde verafgoding va
Kennedy heen is en ééns zelf i
een gooi naar het presidentsc
zal doen.
Want de Man van het Jaar 19
een generatie: de man en v
van 25 jaar en jonger.
„D,7ze generatie, die de laatste
sneller in aantal is toegenome
JS1 "e meest pessimistische w
scnappehjke prognoses konden
ïo7nS? n' zal volrens Tim<
LliiL meerderheid van de be
vowing vormen,
«in. 's tijdsennft
pen nieuwe generatie,
«u, euw soort generatie, die
2wblai?ge.r gebukt gaat onder
HikWij. v?n honger en ste
"JKheid, die bijvoorbeeld Moza