Dokters: „Wij hebben geen conflict gezocht!" Huisartsen Fondsen... Praktijken I"% STEM - interview met bezorgde medici I ral la nooit e mist in „Psycho-delic-sounil" voer voor psychologen Verschrikkelijke licht hield mij in de ban iiv kind (welt... landelijke huisartsen vereniging tijdt veilig met melk NOTA ONTVANGEN voor voor GENEESKUNDIGE REHANOELIN CONSULT d.d. Door de knieën Verbod Gered uit grot nder een glas melk: 1 :t gezondste "pepmid- :1" voor scherpe ogen een snel reaktiever» [Ogen. Veilig, verstan- lig, vurrukkulluk m eensVraag dan liet gratis \teem aan het N.Z.B., Post 14530, Rijswijk (Z-H). ...geef het dan dadelijk uckley's Kinderhoest- iroop. Dat helpt verrassend lug, werkt verzachtend op eel en luchtwegen en lost lat benauwende slijm op. 3ovendien bevat Buckley's Kinderhoestsiroop vitamine C voor de zo nodige weer- itands-versterking enhet ;maakt aangenaam. Altijd in buis hebben. Voor volwassenen is er de speciale MIXTURA Bij apothekers en drogisten DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 5 JANUARI 196V v (Van onze redacteuren) BREDA Het gonst van ge sprekken in de wachtkamers der huisartsen. „Moeten we nu con tant betalen voor de visite „Is de dokter in staking „Verdient dokter niet genoeg?" Iemand leest uit de krant de ver wijten voor, die officiële sprekers de huisartsen naar het hoofd heb ben geslingerd. De woordvoerder van het Gezamenlijk Overleg Zie kenfondsen: „De huisartsen vech ten een honorariumgeschil uit over de hoofden van de patiënten heen". Het N.V.V.: „Bijzonder on verantwoordelijk van de artsen". Het N.K.V.: „De artsen schijnen zich niet bewust te zijn van hun verantwoordelijkheid voor de volksgezondheid. De artsen sturen op een conflict aani" Zijn de ver wijten juist? Is de Nederlandse huisarts opeens aangeraakt door de geldzucht Is er een provo geest in hem gevaren Het hoofdbestuur van de artsen organisatie, de Landelijke Huisartsen Vereniging, zwijgt. De Koninklijke Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst, waarvan de L.H.V. deel uitmaakt, zwijgt. Alleen een ad vertentie in de krant, waarin de huis artsen summier laten weten dat zij het conflict niet hebben gezocht Daarmee moet de patiënt het doen. Tegenover ons zitten drie Bredase artsen, wie het zó hoog is komen te zitten dat zij vam allerlei dingen wor den beschuldigd, dat zij willen spre ken. Het zijn dr. H. Houben, met zijn 72 jaar een grijze eminentie onder de Bredase huisartsen; diens collega H. J. Schakel, voorzitter van de plaatse lijke afdeling van de Huisartsenver eniging en de heer B. Q. A. Enne- king, secretaris van deze vereniging. De tafel ligt vol dossiers, kranteknip sels en andere paperassen. „Wij bepleiten een rechtvaardige zaak", stelt het drietal artsen. „Daar om durven wij, met al onze argumen ten open op tafel, voor de publici teit te treden". DE STEM: Hoe Is hef honorarium van de huisarts opgebouwd DOKTERS: Dat bestaat voor het grootste deel uit de vaste bijdrage per verzekerde (fonds)-patiënt, die wij ontvangen van de ziekenfondsen. Tot heden toe is dat iets meer dan ƒ19,- per fondspatiënt per jaar. Verder heeft de huisarts particuliere patiën ten, die voor hun visites ƒ8.- beta len en bij huisbezoek 12,-. Het me rendeel der patiënten is verzekerd. Over heel Nederland zijn het er acht miljoen. DE STEM: Hoe hoog zijn de gemid delde kosten, die de huisarts moet ma ken om een praktijk te kunnen stich ten en in stand! te houden? DOKTERS: Wie zich als huisarts vestigt moet ongeveer twee ton op tafel kunnen leggen. Voor een huis met praktijkruimte ongeveer ƒ100.000 en eenzelfde bedrag om een praktijk te kunnen overnemen. De laatste tijd daalt dit bedrag, waarvoor je een praktijk kunt kopen, echter. DE STEM: Een deel van het hono rarium dient uiteraard voor oude dagsvoorziening, ter aflossing van schulden, hypotheken en dergelijke, die gemaakt zyn by vestiging. DOKTERS: En eventueel ter aflos sing van studievoorschottep, ook als je een studiebeurs hebt gehad. Die aflossingen zijn zwaar. Kinderen uit onbemiddelde gezinnen, die huisarts willen worden, steken zich als ze toch doorzetten in schulden waar ze in jaren niet meer uitkomen. Gaan onze honoraria niet omhoog, dan is het voor hen helemaal onmogelijk. DE STEM: Hoe hoog is het gemid delde inkomen van de Nederlandse huisarts en wat zyn zijn gemiddelde uitgaven DOKTERS: Zo kunt u het niet stellen. Een zuiver gemiddelde is bij na met te bepalen en we moeten dan ook een voorbeeld nemen, dat gelden mag voor de meerderheid der huis artsen in ons land. De huisarts ont vangt voor elke fon-dspatiënt die hij heeft een vast bedrag per jaar van de ziekenfondsen. Daarnaast heeft hij een variërend aantal particuliere pa tiënten, al zijn die verreweg in de minderheid. Een huisarts die drieduizend Patiënten heeft, kan van hetgeen de fondsen hem daarvoor uitkeren, re delijk bestaan. Echter: hij is helaas niet in staat om J drieduizend Patiënten zodanig te verzorgen dat het tegenover hen verantwoord is, als hij er niet zijn vrije tijd aan op offert en, zoals gebeurt, tot in de hacht werkt. Dat komt omdat de behandèlings- duur per patiënt langer is geworden in de loop der jaren. Wij krijgen in zicht in de psychosomatische facto ren, die bij vele ziekten een rol spe len. Wij moeten de patiënt in zijn mi lieus verkennen, we praten met hem en bepalen ons niet tot het vlot voor schrijven van één of ander medicijn. Dit betekent dat een normatieve Praktijk volgens betrouwbare bere keningen uit 2500 patiënten, fondspa tiënten en particulieren te zamen, mag bestaan. Dan krijgt elk van hen de zorg waarop hij recht heeft en de arts houdt nog wat tijd over voor zijn ge zin, zijn studies en eventuele hobby's over. Minister Veldkamp heeft in zijn Volksgezondheidsnota 2200 patiënten «'Sgiwwsgjjjjy TO,,. per praktijk wenselijk genoemd. De ziekenfondsen houden het op 2800 patiënten en de commissie-Van der Ven op 2600. Een praktijk met zegge 2600 patiënten is, wat de medische kant aangaat, onder de hui dige omstandigheden gezond, maar in financieel opzicht ongezond. Daarom willen wij de uitkering per fondspatiënt omhoog brengen. Het honorarium dat wij van parti culiere patiënten ontvangen, moet dan in de totaalopbrengst van een praktijk worden meegerekend. In een normatieve praktijk (2500 pa tiënten) ontvangt de arts onge veer 53.000 gulden per jaar. Na aftrek van zijn vaste lasten, zijn bedrijfskosten eigenlijk, houdt hij 23.000 gulden over. Sluit hij eèn ouedagsverzekering, dan betaalt hij aan premies voor sociale voor zieningen ongeveer 12.000.— per jaar. Daar gaan belasting af, waar door er elf mille overblijft. Daar van leeft de arts met zijn gezin, doch daarvan moet hij ook de hy potheek op het woongedeelte van zijn huis aflossen. In de praktijk wordt de praktijk rendabel gemaakt door de premies voor een oudedagsvoorziening bij het huishoudbudget te voegen De arts eet dus nu op wat hij als hij 65 is hard nodig heeft. In sommige ge vallen bezuinigen artsen zelfs op hun praktijk, omdat zij nu eenmaal niet van de wind kunnen leven. Artsen die nu met pensioen gaan kunnen misschien hun praktijk nog tegen een redelijke prijs verkopen, maar de waarde van de praktijken (een appeltje voor de dorst, tenminste vroeger) daalt sterk, omdat zoals gezegd het huisartsenberoep min der aantrekkelijk wordt gevonden. DE STEM: Welk bedrag per fonds patiënt acht u economisch noodzake lijk? DOKTERS: Wij hebben de zaak nooit bliceerd. Wij achten 31 gulden per het bedrijfsleven of in overheidsdiensi aanvaard. Dit waren zij verplicht te genover hun gezin! Het ging hun niet alleen om de beter betaalde betrek king, maar vooral om gewaarborgde pensioenrechten. Die mensen zijn- niet uit het vak gestapt wegens gebrek aan idealisme, maar ook omdat zij hun patiënten, gezien hun eigen fi nanciële situatie, geen behoorlijke me dische zorg meer konden geven. In Breda alleen zijn het laatste jaar drif huisartsen uit hun praktijk gestapt Hier hebt u het artsenblad. Hel bedrijfsleven en de overheid sme ken om artsen. De salarissen zijn naar onze begrippen, zeer hoog. Er is een schatting dat er in ons land plm. 3000 artsenvacatures zijn. Al leen al bij invoering van de arbeids ongeschiktheidsverzekering, dit jaar, zullen er 83 controle-artsen nodig zijn. Er zijn ongeveer 4400 huisart sen in Nederland. Als het deze huisartsen werkelijk alleen om het gewin te doen was. dan zouden zij bijna allen naar beter betaalde art senbetrekkingen kunnen overstap pen, maar tegelijkertijd zou Neder land bijna geen huisarts meer over houden! U ziet dus dit ene aspect: de sterke zuigkracht van buitenaf op de huis artsenstand. Maar er is een ander veel belangrijker aspect. De huisart senstand zelf is aan het vergrijzen en dusaan het uitsterven. Er zijn in ons land 91 huisartsen van onder de dertig. Tussen 30 en 40 zijn het er 1471, tussen 40 en 50 1319 en boven de vijftig: 523. Ruim 5 pro cent werkt na zijn pensionering door. Sommigen uit oprechte liefde tot het beroep, anderen uit bittere noodzaak. Maar waar het om gaat is dit: door de leeftijdstabel heen loopt een golf top. die het hoogste is bij de middel bare leeftijd. Er komt niet genoeg jor.g bloed in de huisartsenstand En waarom? Omdat het perspectief van de huisarts is: hard werken en meer financiële zorgen hebben dan menige jaar per fondspatiënt redelijk. Wij volgen daarbij het advies van de commissie Van der Ven, die door mi nister Velkamp is ingesteld om de zaak te bestuderen. Een onverdachte bron. DE STEM: Wenst u dat deze uitke ring onmiddellijk wordt verhoogd? DOKTERS: Wij hebben de zaak nooit scherp gezet. Als 1967 en zelfs 1968 zulke moeilijke jaren voor 's lands economie zijn, dan willen wij best geduld hebben. Wij zijn zelfs bereid om ten bewijze dat wij óp fair play uit zijn toe te laten dat de gelden die met verhoogde fondsuitke ringen gemoeid zijn, in een fonds wor den gereserveerd. Dat kunnen wij, om dat het ons hoofdzakelijk om dekking van de hoge uitgaven voor onze oude dagsvoorziening te doen is. Maar wat wij wel móéten eisen is, dat ons een garantie voor de toekomst wordt ge geven, en dat niet ieder jaar weer, zoals in het verleden gebeurd is, de honorariumkwestie wordt verschoven naar een volgend jaar! Bovendien is dat wat wij willen, het inlopen van een al jaren bestaande achterstand. DE STEM: Waarom komt u opeens met deze achterstand voor de dag in een jaar waarin de regering het loon- front koste wat het kost in bedwang wil houden? Is dat tactisch? maakt de indruk door de muur te willen. DOKTERS: Men heeft ons verwe ten, u hebt het geciteerd, dat wij de belangen van de volksgezondheid met voeten treden. Dit zijn infame be schuldigingen. Ik weet dat wij laat zijn met onze argumenten, tè laat. Wij hebben het nooit gepast gevonden om met honorariumwensen voor het grote publiek te treden, en zijn dit ook niet gewend, maar eens raakt de maat vol. Wat wij op het oog hebben, dat is juist het dienen van de volksgezondheid! Juist het veilig stel len van alles wat er in ons land op het gebied van de volksgezondheid is bereikt! Sinds enkele jaren is de huisartsen- stand in Nederland in afbraak. Het huisartsenkorps in ons land telt 380 leden minder dan enkele jaren gele den. Veel huisartsen hebben een veel beter betaalde, vaste betrekking in niamstimpèi huisarts 3H| U™1 woiHimmer 5 8.' De heer/Mevs^uw/Mejufrcmw. Bange vraag in de wachtkamer: Wat scheelt dokter nou? Het antwoord kan men lezen op de kaart: Uw arts breekt met de ziekenfondsen. De nieuwe nota's, die elke huisarts thans naast de receptenbriefjes heeft tvF,?ien; ®€11 consult by de dokter kost f 8.Een visite van de dokter by u rüü i4 12.—. By nachtdienst en tydens de weekends wordt f 18.— voor een consult en f 24.— voor huisbezoek gerekend. De ziekenfondsen betalen een nog vastgesteld gedeelte, tegfen vertoon van de betalingsbewyzen terug. ondernemer, zonder dat daar een reëel inkomen en de garantie van een verzorgde oude dag tegenover staan. Daarom trekt het huisartsenberoep niet meer aan. Maar wij willen de huisarts juist be houden! Hij is de spil waarom de volksgezondheidszorg draait! Wij gru wen bij het idee van een genationali seerde gezondheidszorg, zoals hier en daar in het buitenland bestaat, waar iedere patiënt zich, als hij een dokter nodig heeft, tot een anonieme man in een ziekenhuis of kliniek moet wen den. Als Nederland de gezinsarts kwijtraakt, als men hem opoffert, dan is er een authentiek stuk volksgezond heid voor altijd verloren. Dat willen we voorkomen. Wij willen daarom: Hanteerbare praktijken, waar door wij elke patiënt meer tijd kunnen geven, dus gemiddeld 2600 patiënten. Hogere vergoedingen per fonds patiënt, zoals gezegd: f 31,per jaar. Daardoor wordt het perspectief voor jonge mensen om huisarts te worden, verbeterd en kan wat er reeds verloren is gegaan worden teruggewonnen. DE STEM: De gemiddelde huisarts moet, zoals u straks hebt gezegd, drie duizend patiënten hebben om van de huidige fondsuitkeringen te kunnen bestaan. U zegt echter ook: De huis arts kan maar 2500 patiënten behoor lijk verzorgen. Neemt hij er 2500, dus schrijft hy er 500 af, dan moet hij door dit patiëntenverlies een hoge re ziekenfondsuitkering hebben. Te gelijkertijd becijfert u het reeds be staande en nog groeiende artsente kort. Met andere woorden: de huisart sen moeten patiënten afstoten, terwijl er voor die losgelaten patiënten (in totaal gaat dat om zo'n twee miljoen mensen) geen huisartsen meer zouden zyn! Als u zich verantwoordelijk voelt voor de volksgezondheid, kunnen die twee miljoen mensen u dan niets schelen? En hoelang zal het duren eer het tekort aan huisartsen is ingelo pen? DOKTERS: Het zal zeker tien jaar duren eer het tekort is ingelopen. Misschien iets minder. Maar die twee miljoen patiënten kunnen ons natuur lijk heel véél schelen! Wij zullen enorm hard moeten werken, ook in de avonduren, zoals reeds gezegd. We zijn bereid om dat te doen. DE STEM: Waarom zoveel eisen te gelijk? U brengt zoveel argumenten tegelijk ter tafel, dat het lykt alsof u het erop aan wilt laten komen. Bo vendien voert u argumenten aan zoals over de uitstervende huisartsen stand die u twee jaar geleden al als een bazuinstoot had moeten laten klinken. Dat maakt de indruk alsof u alles onder elkaar fondsen en artsen tezamen hebt willen oplos sen. Of ook: dat u op dit moment aan het rationaliseren bent. Alsof u de feiten in overeenstemming wilt brengen met een achteraf gevormde mening. DOKTERS: Wij zullen u de gang van zaken tijdens het overleg precies schetsen, dan zal alles wel duidelijker worden. Ieder jaar gaan vertegenwoordigers van de huisartsen en de ziekenfondsen een contract aan, op basis waarvan de ziekenfondsvergoedingen per patiënt worden bepaald. Al jarenlang, ik meen sinds I960, zeggen de huisartsen dat de vergoedingen weliswaar wor den aangepast aan de trend, aan de loonontwikkeling in ons land, maar dat er nog altijd een reële, nooit weg gewerkte achterstand bestaat van tussen de 50 en 100 procent! Ieder jaar weer antwoorden de ziekenfond sen ons: Dat zullen we volgend jaar bespreken. Voor dit jaar is nu een maal de ziekenfondspremie al vastge steld en omdat de vergoedingen aan de artsen uit de premies van de fonds leden moeten worden betaald, kun nen we nu niet meer uit de pot halen dan erin zit. mum» De fout is dus, dat de zieken fondsraad aan de minister advies geeft over de hoogte van de premie, voordat de onderhandelingen met de huisartsen afgelopen zijn. Daar door blijft de honorariumverhoging ieder jaar uit, aangezien ze niet in de premieberekening verdisconteerd kon worden. Zo staan wij altijd klem. De premieverhoging, nodig om de honoraria op te trekken bedraagt slechts enkele dubbeltjes voor de verzekerden per week. Ook voor de werkgevers gaat het om enkele dubbeltjes, maar daar hakt het na tuurlijk toch door, omdat zy voor heel veel verzekerden tegelijk die bijdrage moeten btalen. Wij hebben de indruk dat de ver zekerden die paar dubbeltjes per week graag voor hun huisarts wil len opbrengen DE STEM: Dat was, volgens onze documentatie, voor de oorlog ook al zo. Toen erkenden de fondsen trou wens zelf ook, dat het huisartsenho norarium te laag was. DOKTERS: Met het verleden heb ben we ons nooit bezig kunnen hou den. Bondszaken liggen ons niet. We hebben onze energie aan onze patiën ten gewijd, ten koste soms van ons eigen belang. Om op de huidige si tuatie terug te komen: Vorig jaar juli liep de laatste contractperiode af. De huisartsen waren op dat moment vrij om als zij dwars wilden zijn prompt contante betaling voor ver leende hulp aan de fondspatiënten in rekening te brengen. De fondspatiën ten zouden het geld dan van het fonds moeten terugvorderen. Wij heb ben echter die stap toen niet gezet, al biedt de Ziekenfondswet ons daar toe de mogelijkheid! De ziekenfondsen vroegen ons na melijk om te willen mededelen hoe groot de reële achterstand in het huisartsenhonorarium was. Wij heb ben twee economen aan het werk gezet, die zeiden: „Er moet 99 pro cent bij, wil de achterstand worden weggewerkt". Dit cijfer was serieus berekend. Men nodigde ons uit voor een ge sprek, doch bij telegram vernamen wij dat de ziekenfondsen maar van het gesprek afzagen, omdat er toch niets uit kon komen. Bijna honderd procent méér vond men te dol om over te praten. Daarna stond de zaak kiem. Minis ter Veldkamp riep toen een commis sie in het leven, de commissie-Van der Ven, die een advies moest uit brengen, dat een nieuw gesprek mo gelijk moest maken. De commissie ging de huisartsen inkomens precies na, vergeleek ons inkomen met dat van artsen in over heidsdienst, en kwam tot de slotsom dat een honorariumverhoging van 51 procent billijk was, hetgeen zou neer komen op een premieverhoging voor fondsverzekerden van nog geen der de procent! Een nauwelijks voelbare verhoging dus. Maar minister Veldkamp meende, dat de economie die „aderlating" niet zou verdragen 'en hij kwam met een verdere temporisering (vertraging van de verhoging, om met Wim Kan te spreken) dan de commissie-v. d. Ven had voorgesteld. De commlssie-v. d. Ven zei: Die 51 procent smeren wij uit over drie ja ren. In 1967 wordt er nog niets meer dan nu uitgekeerd; in 1968 krijgen de artsen 25 procent meer en in 1969 nog eens 25 procent, waarmee de kwestie de wereld uit is. Veldkamp vond dit nog te ver gaand. Hij wilde de verhoging voor 1967 èn die voor 1968 achterwege la ten en pas in 1969 een eerste ronde toestaan van 17 procent, gevolgd door gelijke verhogingen (17 pet.) in 1970 en 1971. Voor 1967 zou alleen de trend verhoging worden berekend, mits de vaderlandse economie het zou gedogen en zonder een vol gend kabinet op dit punt te binden. Dit konden de huisartsen eenvou dig niet nemen. De minister weigert niet alleen om het advies van zijn eigen commissie op te volgen, hij laat bovendien de hele zaak op losse schroeven staan. Hij biedt geen en kele garantie, dat wij dan vanaf 1968 kunnen beginnen met het wegwerken van de achterstand! Als hij zo'n ga rantie wèl had gegeven, zouden de huisartsen tevreden zijn geweest en was er absoluut Êeen conflict ont staan. Juist omdat wij omze oudedags voorziening veilig willen stellen, han gen wij zo aan die garanties voor de toekomst. Het gaat ons niet om con tant geld, nu en hier, maar om de ze kerheid né onze pensioengerechtigde leeftijd. En, zoals gezegd, om het verkrijgen van gunstiger voorwaarden, waardoor het huisartsenberoep minder beoefe naren zal verliezen. Is dat spelen met het belang van een goede volksgezondheid? Het spreekt toch wel aan dat de commissie-Van der Ven overwegin gen liet gelden, die wij zelf in onze argumenten nooit hebben gebruikt, namelijk het recht van de huisarts op vrije tijd om zich te ontspan nen! Er zijn talloze huisartsen, die tot 12 uur 's nachts werken. Be halve hun praktijk hebben zij al lerlei charitatieve taken, die uren verslinden maar waarvoor geen en kele vergoeding wordt gevraagd. DE STEM: Wat is volgens w de reden dat minister Veldkamp het heen styf houdt? DOKTERS: Hij streeft naar één grote volksverzekering, zoals hij zelf bij herhaling op congressen heeft be toogd, naar een nationale gezond heidsdienst, zoals in Engeland. Daarin kunnen de huisartsen gemist worden. Zoals zij nu al onvoldoende inspraak hebben in de besturen van de zieken fondsen. DE STEM: Als minister Veldkamp de prijzenstop voor medische verrich tingen afkondigt, wat doet u dan? DOKTERS: Moeilijk te zeggen In elk geval zou het geen oplossing van het probleem vormen. DE STEM: Zou u ooit tot staking kunnen komen? DOKTERS: Laat men één ding heel goed onthouden: Wij hebben dit con flict niet gezocht. We hebben onze onderhandelingspartner zelfs een half jaar uit.itel gegeven om te trachten aan een oplossing mee te werken. Die oplossing is er nu niet. Desondanks: Wat er ook gebeurt, de huisartsen zullen hun patiënten altijd hun hulp blijven geven. Dat hebben zij steeds gedaan en dat blijft zo. Daarvoor zijn zij huisarts! (Van een onzer verslaggevers) AMERSFOORT „Ik zou het best nog eens willen meemaken. Ook als ik daarbij weer bewusteloos zou ra ken. Maar dan wel onder medisch toezicht, bijvoorbeeld ten behoeve van onderzoekingen. Als proefkonijn dus". Nuchtertjes schuift Amersfoor ter Bernard Bakker (19) terug naar de eerste dag van dit jaar, die hij voortijdig afsloot met een onzacht zinnige kennismaking met de psycho- delic-sound. Als eerste Nederlander onderging Bernard op die dag (niet geheel zyns ondanks) de invloed van het nieuwe snufje, dat Amerika als producent van bewustzijnsverruimers (L.S.D.) via voorpost Engeland, ook naar de oude beschavingslanden deed overwaaien. Maar anders dan „hip" of helder te worden, raakte Bernard zijn bewustzijn helemaal kwijt. Een uur nadat zijr. knieën in on macht op de stenen vloer van de markthal waren geklapt, wist een neuroloog in het Elisabethziekenhuis hem op te lappen. Nu heeft de psycho- delic-sound ook geen doel, dat ver gelijkbaar is met dat van L.S.D. of trepanatie. In Amerika hanteren beat- groepen de „sound" als machtsmiddel om hun gehoor zo snel mogelijk in vervoering te brengen. Dat is theore tisch de uitwerking van een verlich ting van twee sterke rode of paarse schijnwerpers, die met een frequentie van 12 maal per seconde aanflitsen. In de praktijk lykt de invloed van de „psycho-delic-sound" begeleiding verder te gaan, getuige de ervaringen van Bernard. Als leider van de Amersfoortse provo's (Provo Amersfoort houdt zich in het jongerenparlemenfc voor al bezig met het in stand houden en bevorderen van de pop- of beatcul tuur) toog Bernhard zondagavond naar de Amersfoortse markthal, waar de beatgroep Duff de „sound" kwam introduceren. Na twee nummertjes meegedanst te hebben, ging Bernard al door de knieën. „Nu had ik me er ook helemaal voor open gesteld", zegt hij, „ik hen een mannetje dat alles wil onderzoeken. Ik had van de „psy- cho-delic-sound" gehoord en wilde het wel eens proberen. Ik bleef in zo'n schijnwerper kijken. Op een ge geven moment had dat licht me he lemaal in de ban. Ik merkte niets meer van myn omgeving, en zag al leen maar dat vreselijke licht. Toen moet ik bewusteloos zyi. geraakt". Kort nadat Bernard op de grond viel, kwam hij meteen weer bij. Strompelend verliet hij de dansvloer: „Toen ik aan de kant koffie kreeg, moet ik als een barbaar zijn tekeer gegaan, hoe dat weet ik niet meer. Buiten gekomen gilde ik tegen mijn begeleiders: „Is dat licht nou nog niet uit?". Want ik zag nog steeds niet anders dan die felle lichtbron. Het waren vooral die kleuren en dat aan- en uitflitsen, waar het om ging. Ik heb nog geprobeerd om mijn ogen uit te rukken of met mijn hoofd te gen de grond te slaan, maar dan kon den mijn begeleiders verhoeden". Bernhard was nog maar net bul ten de markthal, of hij raakte weer buiter bewustzijn. In die tweede pe riode van onmacht deden zich halluci naties voor, die hij meent te kunnen vergelijken met de waanvoorstellin gen bij L.S.D.-dope. „Ik kreeg van die merkwaardige dromen, weet je wel. Nogal realistisch en te persoonlyk om ze na te vertellen". Terwijl Bernard dromen beleefde, bracht een ambulancewagen van de G.G. en G.D. hem naar het zieken huis, waar neuroloog B. Kools hem bij zinnen.bracht. Het ouderpaar Bak? ker wist van dit alles niets, totdat twee agenten hen uit bed belden. Zeer ontdaan zochten de heer en mevrouw Bakker hun zoon op, maar toen ze in het ziekenhuis kwamen, was Bernard alweer thuis, in bed. Hij sliep, toen mevrouw Bakker op zyn kamer kwam. ,,Ik maakte hem wakker en vroeg hem wat er gebeurd was. Hij draaide zich alleen maar om, maakte zo'n gebaar (een manuaal voor knipperende lichten) en sliep meteen weer". Mevrouw Bakker vraagt zich af, of Bernard's ervaringen nog gevolgen zullen hebben. Gisteren zag hy er wel wat heter uit maar had nog wel rode ogen. Haar zoon meent, veel minder on gerust, dat zyn „geval" geneeskundige belangstelling zal wekken. Hij ver wacht psychiaters aan zyn deur. Niemand heeft nog kennis gemaakt met dit verscynsel. Over L.S.D. zyn heel wat boeken volgeschreven, maar wie kan er nu een zinnig woord over de „psycho-delic-sound" zeggen". De directeur van de gemeentelijke ge neeskundige dienst, de heer W. J. van de Hooft, is er zonder meer in ieder geval van overtuigd, dat de „psycho-delic-sound" gevaarlijk is. Op'zijn advies zal de Amersfoortse politie in de toekomst aan vergunnin gen voor beatavonden een clausule toevoegen, die de „psycho-delic- sound" verbiedt. EEN krachtige aardbeving van 10 secon den heeft gistermorgen een deel van Midden-Griekenland en de Peloponeses getroffen. Zeven personen zijn gewond. Een 68-jarige vrouw verkeert in levens gevaar. HET Russische persbureau Tass heeft over de dood van Jack Ruby de moordenaar van Lee Harvey Oswald gezegd, dat de belangrijkste getuige rond de moord op Kennedy thans is overleden. Het korte bericht van Tass had de kop: „Dood kwam op tijd". ANNECY. (AP). De zes jeugdige grotonderzoekers, die sinds zondag in de Diaugirot vermist werden zijn in veilig heid. Reddingsploegen vonden de 6 Fransen doornat en uitgeput op een, richel achter een ijskoude waterval. De jongens waren in de grot afge daald met proviand voor slechts 1 dag en onvoldoende uitrusting, toen de on dergrondse rivieren plotseling stegen, waardoor de uitgang werd afgesloten. (ADVERTENTIE) „Ja, ik.. grote hemelDe oude politicus veegde zenuwachtig met, zijn zakdoek over de sche del. ,,Ik had hem - o helemaal a l'improviste - opge zocht. Ik had geen afspraak gemaakt. Om een paar dingen met hem dooi- te praten - eh - de verkiezings campagne en zo. En - hemel, John, kijk me niet zo aan! - toen vond ik hem dood, net zoals jij hem nu ziet liggen" Hume staarde Rufus Co-bton even heel gespannen en verbeten aan en toen mompelde hij: „Het is goed Rufe. Ik zal me nu niet in persoonlijke aangelegenheden verdiepen. Hoe laat was het toen je hem vond?" „Alsjeblieft John, geloof nou niet „Hoe laat was het toen je hem vond?" „Kwart voor twaalf, John. Het huis was helemaal verlaten. Natuurlijk belde ik onmiddellijk Kenyon op „Hebt u Iets aangeraakt?" vroeg vader. „Nee, niets". De oude man scheen geheel van streek. Hij was zijn zelfverzekerdheid kwijt, leunde met zijn hele gewicht tegen het bureau en vermeed John Hut mes blik. Mr. Drury Lane, wiens ogen elke spleet in de kamer hadden onderzocht, liep nu rustig naar dr. Buil en zich naar hem toebuigend, zei hij: „U heeft de lijk schouwing verricht. Hoe lang is deze man dood dok ter?" Dr. Bull grijnsde. „Weer een hè? Sinds enkele minu ten over elf, ongeveer tien minuten over elf". „Is hij onmiddellijk gestorven?" Dr. Buil keek nadenkend omhoog. „Laat 's kijken - dat is moeilijk te zeggen. Hij kan nog wel even in leven zijn gebleven" De oude heer staarde. „Dank u". Toen richtte hij zich weer op en liep terug naar het bureau waar hij de voorwerpen met een onverschillig gezicht bekeek. Kenyon baste: „Ik heb met het personeel gesproken, Hume. Dr. Fawcett stuurde ze allemaal vroeg in de avond het huis uit. Gek, hè? Net als zijn broer". Dr. Buil stond op en sloot zijn zwarte tas. „Wel, zei. hij resoluut, „er is hier niets geheimzinnigs aan. Eeh doodgewoon geval van moord. Het wapen is een lan cet, in de medische taal opereermes of bistouri ge naamd. Het wordt voor kleinere insnijdingen ge bruikt". „Het lag op dit blad op het bureau", zei Lane naden kend. Dr. Buil haalde zijn schouders op. Dat lag inderdaad voor de hand. Op het bureau bevond zich een met rubber bedekt blad, waar slordig door elkaar een aan tal vreemd uitziende chirurgische instrumenten lag. Het was duidelijk dat dr. Fawcett van plan wias ge weest deze te steriliseren in een sterilisator die op een tafeltje stond. Er kwam nog stoom uit de kookpan en dr. Buil haastte zich hem af te zetten. De kamer begon vastere vorm v4jor me aan te nemen: ik zag dat het een goed uitgeruste behandelkamer was met aan één kant een onderzoektafel, een reusachtige TL- DOOS ELLERY QUEÜN buis, een róntgenapparaat en diverse onderdelen van de apparatuur die mij niets zeiden. Op het bureau lag naasit het blad een open zwarte dokterstas die veel op die van dr. Buil leek. Het opschrift: „Ira Fawcett, M.D.". stond netjes op de tas gedrukt. „Er is slechts één wond", vervolgde dr. Buil, aan dachtig het wapen bekijkend dat hij tijdens het on derzoek uit het lichaam had gehaald. Het had een lang, dun lemmet waarvan de punt aan één kant een beetje aan een vishaak deed denken. Over de hele lengte was het staal donkerrood gekleurd. „Een on handig, maar doeltreffend steekwapen, Hume. Zoals je kunt zien, heeft het een overvloedige bloeding veroorzaakt". Hij gaf met zijn voet een duwtje tegen het lijk en we zagen een grote, onregelmatige vlek op het bruingrijze vloerkleed aan de linkerzijde vam de vermoorde man. Het zag eruit of het bloed uit de wond was gespoten en toen langs zijn kleren op de grond was gedruppeld. „Inderdaad schuurde het mes langs een van de ribben. Een beroerde wond, hoe dan ook". „Maar.begon Humane ongeduldig, toen Drury Lane bij het lijk neerknielde. Voorzichtig tilde deze de rechterarm op en onderzocht die nauwkeurig. Hij keek op. „Wat is dat?" vroeg hij. „Heeft u dat ge zien, dokter?" De lijkschouwer blikte onverschillig omlaag. „O, dat? Dat is niets belangrijks. Het is geen wond, als u dat be doelt". We zagen aan die onderkant van dr. Fawcetts rechterpols drie bloederige vegen, min of meer ovaal van vorm en diéhit bij elkaar. „Let wel, boven de slagader". „Ja, dat heb ik gezien", antwoordde mr. Lane droog jes. „Wel, belangrijk, dokter - uw deskundige mening ten spijt". Ik raakte de arm van de oude heer even aan. Mr. Lane", riep ik uit, *het lijkt wel of de moordenaar met zijn vingers die bloederig waren van de zojuist toegebrachte doodsteek, de pols van zijn slachtoffer voelde". „Uitstekend, Patience". Hij glimlachte flauwtjes. „Dat is precies waar ik aan dacht. Waarom deed hij dat?" „Om zich te overtuigen dat dr. Fawcett dood was", opperde ik voorzichtig. „O, natuurlijk", zei de officier van justitie bits, „maar wat helpt u dat' Kom, laten we liever aan het werk gaan, Kenyon. Dr. Bull, u verricht de lijkschouwing? We moeten zeker zijn dat we niets over het hoofd zien". Ik wierp een laatste blik op dr. Fawcetts gezicht, voordat dr. Buil een laken over het lijk spreidde, in afwachting van de auto van de geneeskundige dienst. Dat gezicht drukte geen angst uit; het was eerder ernstig en ook lichtelijk verbaasd. De mannen die de taak hadden vingerafdrukken te nemen, gingen aan het werk. Kenyon stapte rond en deelde bevelen uit, John Hume namen Rufus Cotton terzijn. Plotseling deed een zachte uitroep van Drury Lane iedereen opkijken. Hij stond weer bij het bu reau en hield nu iets in zijn hand dat hij blijkbaar tussen de stapel papieren had gevonden. Het was het stuk van het kistje, dat ik dr. Fawcett de vorige avond zo woedend had zien bekijken. „Ha!" zei hij. „Dat is geweldig. Ik was zeker dat het hier zou zijn. Nu, Patience, wat maak je hieruit op?'* Evenals het eerste stuk dat we hadden gevonden, was ook dit een afgezaagd stuk. Dit was echter aan beide kanten afgezaagd en het was dan ook heel dui delijk het middenstuk v'an het kistje. En net als bij het andere stuk, stonden er aan de voorkant twee vergulde hoofdletters geschilderd. Maar dit keer stond er ja. „Eerst HE", mo-mpelde ik, „en nu JA. Ik moet erken nen, mr. Lane, dat dit me volkomen onbegrijpelijk is". „Het is gewoon belachelijk", riep Hume uit, terwijl hij over vaders schouder toekeek. „Wie is in 's he melsnaam „he"? En „ja".. „Dat betekent in het Duits „yes", mompelde ik, niet al te hoopvol. Hume snoof minachtend. „Ja en wat dan nog? Wordt u daar wijzer van?" „Patience, mijn kind", zei de oude heer. „Dit is vol gens mij een aanwijzing van essentieel belang. Eigen aardig, eigenaardig!" Hij keek snel de kamer rond; blijkbaar zocht hij iets. Toen lichtten zijn ogen op en hij liep haastig naar een hoek van de kamer waar op een tafeltje een dik boekwerk lag. Het was een woor denboek. Hume en vader staarden hem aan, maar üc begreep wat zijn bedoeling was. Ik liet mijn gedach ten snel werkenH-E-J-A.. Dat moest het zijn, want ik kon voor de twee groepen letters afzon derlijk geen betekenis bedenken. Het moest dus één woord zijn H-e-j-aMaar ik wdst wel zeker dat zo'n woord niet bestond.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 7