Dokters: „Wij hebben geen conflict gezocht!"
Huisartsen
Fondsen...
Praktijken
I"%
STEM - interview met
bezorgde medici
I
ral
la nooit
e mist in
„Psycho-delic-sounil" voer voor psychologen
Verschrikkelijke licht
hield mij in de ban
iiv kind
(welt...
landelijke huisartsen vereniging
tijdt veilig met melk
NOTA ONTVANGEN
voor voor
GENEESKUNDIGE REHANOELIN
CONSULT d.d.
Door de knieën
Verbod
Gered uit grot
nder een glas melk:
1 :t gezondste "pepmid-
:1" voor scherpe ogen
een snel reaktiever»
[Ogen. Veilig, verstan-
lig, vurrukkulluk
m eensVraag dan liet gratis
\teem aan het N.Z.B., Post
14530, Rijswijk (Z-H).
...geef het dan dadelijk
uckley's Kinderhoest-
iroop. Dat helpt verrassend
lug, werkt verzachtend op
eel en luchtwegen en lost
lat benauwende slijm op.
3ovendien bevat Buckley's
Kinderhoestsiroop vitamine
C voor de zo nodige weer-
itands-versterking enhet
;maakt aangenaam. Altijd in
buis hebben.
Voor volwassenen is
er de speciale
MIXTURA
Bij apothekers en drogisten
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 5 JANUARI 196V
v
(Van onze redacteuren)
BREDA Het gonst van ge
sprekken in de wachtkamers der
huisartsen. „Moeten we nu con
tant betalen voor de visite
„Is de dokter in staking
„Verdient dokter niet genoeg?"
Iemand leest uit de krant de ver
wijten voor, die officiële sprekers
de huisartsen naar het hoofd heb
ben geslingerd. De woordvoerder
van het Gezamenlijk Overleg Zie
kenfondsen: „De huisartsen vech
ten een honorariumgeschil uit over
de hoofden van de patiënten
heen". Het N.V.V.: „Bijzonder on
verantwoordelijk van de artsen".
Het N.K.V.: „De artsen schijnen
zich niet bewust te zijn van hun
verantwoordelijkheid voor de
volksgezondheid. De artsen sturen
op een conflict aani" Zijn de ver
wijten juist? Is de Nederlandse
huisarts opeens aangeraakt door
de geldzucht Is er een provo
geest in hem gevaren
Het hoofdbestuur van de artsen
organisatie, de Landelijke Huisartsen
Vereniging, zwijgt. De Koninklijke
Maatschappij tot Bevordering van de
Geneeskunst, waarvan de L.H.V. deel
uitmaakt, zwijgt. Alleen een ad
vertentie in de krant, waarin de huis
artsen summier laten weten dat zij
het conflict niet hebben gezocht
Daarmee moet de patiënt het doen.
Tegenover ons zitten drie Bredase
artsen, wie het zó hoog is komen te
zitten dat zij vam allerlei dingen wor
den beschuldigd, dat zij willen spre
ken. Het zijn dr. H. Houben, met zijn
72 jaar een grijze eminentie onder de
Bredase huisartsen; diens collega H.
J. Schakel, voorzitter van de plaatse
lijke afdeling van de Huisartsenver
eniging en de heer B. Q. A. Enne-
king, secretaris van deze vereniging.
De tafel ligt vol dossiers, kranteknip
sels en andere paperassen.
„Wij bepleiten een rechtvaardige
zaak", stelt het drietal artsen. „Daar
om durven wij, met al onze argumen
ten open op tafel, voor de publici
teit te treden".
DE STEM: Hoe Is hef honorarium
van de huisarts opgebouwd
DOKTERS: Dat bestaat voor het
grootste deel uit de vaste bijdrage per
verzekerde (fonds)-patiënt, die wij
ontvangen van de ziekenfondsen. Tot
heden toe is dat iets meer dan ƒ19,-
per fondspatiënt per jaar. Verder
heeft de huisarts particuliere patiën
ten, die voor hun visites ƒ8.- beta
len en bij huisbezoek 12,-. Het me
rendeel der patiënten is verzekerd.
Over heel Nederland zijn het er acht
miljoen.
DE STEM: Hoe hoog zijn de gemid
delde kosten, die de huisarts moet ma
ken om een praktijk te kunnen stich
ten en in stand! te houden?
DOKTERS: Wie zich als huisarts
vestigt moet ongeveer twee ton op
tafel kunnen leggen. Voor een huis
met praktijkruimte ongeveer ƒ100.000
en eenzelfde bedrag om een praktijk
te kunnen overnemen. De laatste tijd
daalt dit bedrag, waarvoor je een
praktijk kunt kopen, echter.
DE STEM: Een deel van het hono
rarium dient uiteraard voor oude
dagsvoorziening, ter aflossing van
schulden, hypotheken en dergelijke,
die gemaakt zyn by vestiging.
DOKTERS: En eventueel ter aflos
sing van studievoorschottep, ook als
je een studiebeurs hebt gehad. Die
aflossingen zijn zwaar. Kinderen uit
onbemiddelde gezinnen, die huisarts
willen worden, steken zich als ze
toch doorzetten in schulden waar
ze in jaren niet meer uitkomen. Gaan
onze honoraria niet omhoog, dan is
het voor hen helemaal onmogelijk.
DE STEM: Hoe hoog is het gemid
delde inkomen van de Nederlandse
huisarts en wat zyn zijn gemiddelde
uitgaven
DOKTERS: Zo kunt u het niet
stellen. Een zuiver gemiddelde is bij
na met te bepalen en we moeten dan
ook een voorbeeld nemen, dat gelden
mag voor de meerderheid der huis
artsen in ons land. De huisarts ont
vangt voor elke fon-dspatiënt die hij
heeft een vast bedrag per jaar van
de ziekenfondsen. Daarnaast heeft hij
een variërend aantal particuliere pa
tiënten, al zijn die verreweg in de
minderheid.
Een huisarts die drieduizend
Patiënten heeft, kan van hetgeen de
fondsen hem daarvoor uitkeren, re
delijk bestaan. Echter: hij is helaas
niet in staat om J drieduizend
Patiënten zodanig te verzorgen dat
het tegenover hen verantwoord is,
als hij er niet zijn vrije tijd aan op
offert en, zoals gebeurt, tot in de
hacht werkt.
Dat komt omdat de behandèlings-
duur per patiënt langer is geworden
in de loop der jaren. Wij krijgen in
zicht in de psychosomatische facto
ren, die bij vele ziekten een rol spe
len. Wij moeten de patiënt in zijn mi
lieus verkennen, we praten met hem
en bepalen ons niet tot het vlot voor
schrijven van één of ander medicijn.
Dit betekent dat een normatieve
Praktijk volgens betrouwbare bere
keningen uit 2500 patiënten, fondspa
tiënten en particulieren te zamen, mag
bestaan. Dan krijgt elk van hen de
zorg waarop hij recht heeft en de arts
houdt nog wat tijd over voor zijn ge
zin, zijn studies en eventuele hobby's
over. Minister Veldkamp heeft in zijn
Volksgezondheidsnota 2200 patiënten
«'Sgiwwsgjjjjy TO,,.
per praktijk wenselijk genoemd. De
ziekenfondsen houden het op 2800
patiënten en de commissie-Van der
Ven op 2600. Een praktijk met
zegge 2600 patiënten is, wat de
medische kant aangaat, onder de hui
dige omstandigheden gezond, maar in
financieel opzicht ongezond.
Daarom willen wij de uitkering
per fondspatiënt omhoog brengen.
Het honorarium dat wij van parti
culiere patiënten ontvangen, moet
dan in de totaalopbrengst van een
praktijk worden meegerekend. In
een normatieve praktijk (2500 pa
tiënten) ontvangt de arts onge
veer 53.000 gulden per jaar. Na
aftrek van zijn vaste lasten, zijn
bedrijfskosten eigenlijk, houdt hij
23.000 gulden over. Sluit hij eèn
ouedagsverzekering, dan betaalt
hij aan premies voor sociale voor
zieningen ongeveer 12.000.— per
jaar. Daar gaan belasting af, waar
door er elf mille overblijft. Daar
van leeft de arts met zijn gezin,
doch daarvan moet hij ook de hy
potheek op het woongedeelte van
zijn huis aflossen.
In de praktijk wordt de praktijk
rendabel gemaakt door de premies
voor een oudedagsvoorziening bij het
huishoudbudget te voegen De arts
eet dus nu op wat hij als hij 65 is
hard nodig heeft. In sommige ge
vallen bezuinigen artsen zelfs op hun
praktijk, omdat zij nu eenmaal niet
van de wind kunnen leven.
Artsen die nu met pensioen gaan
kunnen misschien hun praktijk nog
tegen een redelijke prijs verkopen,
maar de waarde van de praktijken
(een appeltje voor de dorst, tenminste
vroeger) daalt sterk, omdat zoals
gezegd het huisartsenberoep min
der aantrekkelijk wordt gevonden.
DE STEM: Welk bedrag per fonds
patiënt acht u economisch noodzake
lijk?
DOKTERS: Wij hebben de zaak nooit
bliceerd. Wij achten 31 gulden per
het bedrijfsleven of in overheidsdiensi
aanvaard. Dit waren zij verplicht te
genover hun gezin! Het ging hun niet
alleen om de beter betaalde betrek
king, maar vooral om gewaarborgde
pensioenrechten. Die mensen zijn- niet
uit het vak gestapt wegens gebrek
aan idealisme, maar ook omdat zij
hun patiënten, gezien hun eigen fi
nanciële situatie, geen behoorlijke me
dische zorg meer konden geven. In
Breda alleen zijn het laatste jaar drif
huisartsen uit hun praktijk gestapt
Hier hebt u het artsenblad. Hel
bedrijfsleven en de overheid sme
ken om artsen. De salarissen zijn
naar onze begrippen, zeer hoog. Er
is een schatting dat er in ons land
plm. 3000 artsenvacatures zijn. Al
leen al bij invoering van de arbeids
ongeschiktheidsverzekering, dit jaar,
zullen er 83 controle-artsen nodig
zijn. Er zijn ongeveer 4400 huisart
sen in Nederland. Als het deze
huisartsen werkelijk alleen om het
gewin te doen was. dan zouden zij
bijna allen naar beter betaalde art
senbetrekkingen kunnen overstap
pen, maar tegelijkertijd zou Neder
land bijna geen huisarts meer over
houden!
U ziet dus dit ene aspect: de sterke
zuigkracht van buitenaf op de huis
artsenstand. Maar er is een ander
veel belangrijker aspect. De huisart
senstand zelf is aan het vergrijzen en
dusaan het uitsterven.
Er zijn in ons land 91 huisartsen
van onder de dertig. Tussen 30 en 40
zijn het er 1471, tussen 40 en 50 1319
en boven de vijftig: 523. Ruim 5 pro
cent werkt na zijn pensionering door.
Sommigen uit oprechte liefde tot het
beroep, anderen uit bittere noodzaak.
Maar waar het om gaat is dit: door
de leeftijdstabel heen loopt een golf
top. die het hoogste is bij de middel
bare leeftijd. Er komt niet genoeg
jor.g bloed in de huisartsenstand En
waarom? Omdat het perspectief van
de huisarts is: hard werken en meer
financiële zorgen hebben dan menige
jaar per fondspatiënt redelijk. Wij
volgen daarbij het advies van de
commissie Van der Ven, die door mi
nister Velkamp is ingesteld om de
zaak te bestuderen. Een onverdachte
bron.
DE STEM: Wenst u dat deze uitke
ring onmiddellijk wordt verhoogd?
DOKTERS: Wij hebben de zaak nooit
scherp gezet. Als 1967 en zelfs 1968
zulke moeilijke jaren voor 's lands
economie zijn, dan willen wij best
geduld hebben. Wij zijn zelfs bereid
om ten bewijze dat wij óp fair
play uit zijn toe te laten dat de
gelden die met verhoogde fondsuitke
ringen gemoeid zijn, in een fonds wor
den gereserveerd. Dat kunnen wij, om
dat het ons hoofdzakelijk om dekking
van de hoge uitgaven voor onze oude
dagsvoorziening te doen is. Maar wat
wij wel móéten eisen is, dat ons een
garantie voor de toekomst wordt ge
geven, en dat niet ieder jaar weer,
zoals in het verleden gebeurd is, de
honorariumkwestie wordt verschoven
naar een volgend jaar! Bovendien is
dat wat wij willen, het inlopen van
een al jaren bestaande achterstand.
DE STEM: Waarom komt u opeens
met deze achterstand voor de dag in
een jaar waarin de regering het loon-
front koste wat het kost in bedwang
wil houden? Is dat tactisch? maakt
de indruk door de muur te willen.
DOKTERS: Men heeft ons verwe
ten, u hebt het geciteerd, dat wij de
belangen van de volksgezondheid met
voeten treden. Dit zijn infame be
schuldigingen. Ik weet dat wij laat
zijn met onze argumenten, tè laat.
Wij hebben het nooit gepast gevonden
om met honorariumwensen voor het
grote publiek te treden, en zijn dit
ook niet gewend, maar eens raakt de
maat vol. Wat wij op het oog hebben,
dat is juist het dienen van de
volksgezondheid! Juist het veilig stel
len van alles wat er in ons land op
het gebied van de volksgezondheid is
bereikt!
Sinds enkele jaren is de huisartsen-
stand in Nederland in afbraak. Het
huisartsenkorps in ons land telt 380
leden minder dan enkele jaren gele
den. Veel huisartsen hebben een veel
beter betaalde, vaste betrekking in
niamstimpèi huisarts
3H|
U™1
woiHimmer 5
8.'
De heer/Mevs^uw/Mejufrcmw.
Bange vraag in de wachtkamer: Wat scheelt dokter nou? Het antwoord kan
men lezen op de kaart: Uw arts breekt met de ziekenfondsen.
De nieuwe nota's, die elke huisarts thans naast de receptenbriefjes heeft
tvF,?ien; ®€11 consult by de dokter kost f 8.Een visite van de dokter by u
rüü i4 12.—. By nachtdienst en tydens de weekends wordt f 18.— voor een
consult en f 24.— voor huisbezoek gerekend. De ziekenfondsen betalen een nog
vastgesteld gedeelte, tegfen vertoon van de betalingsbewyzen terug.
ondernemer, zonder dat daar een
reëel inkomen en de garantie van een
verzorgde oude dag tegenover staan.
Daarom trekt het huisartsenberoep
niet meer aan.
Maar wij willen de huisarts juist be
houden! Hij is de spil waarom de
volksgezondheidszorg draait! Wij gru
wen bij het idee van een genationali
seerde gezondheidszorg, zoals hier en
daar in het buitenland bestaat, waar
iedere patiënt zich, als hij een dokter
nodig heeft, tot een anonieme man in
een ziekenhuis of kliniek moet wen
den. Als Nederland de gezinsarts
kwijtraakt, als men hem opoffert, dan
is er een authentiek stuk volksgezond
heid voor altijd verloren. Dat willen
we voorkomen. Wij willen daarom:
Hanteerbare praktijken, waar
door wij elke patiënt meer tijd
kunnen geven, dus gemiddeld
2600 patiënten.
Hogere vergoedingen per fonds
patiënt, zoals gezegd: f 31,per
jaar.
Daardoor wordt het perspectief
voor jonge mensen om huisarts
te worden, verbeterd en kan wat
er reeds verloren is gegaan
worden teruggewonnen.
DE STEM: De gemiddelde huisarts
moet, zoals u straks hebt gezegd, drie
duizend patiënten hebben om van de
huidige fondsuitkeringen te kunnen
bestaan. U zegt echter ook: De huis
arts kan maar 2500 patiënten behoor
lijk verzorgen. Neemt hij er 2500, dus
schrijft hy er 500 af, dan moet hij
door dit patiëntenverlies een hoge
re ziekenfondsuitkering hebben. Te
gelijkertijd becijfert u het reeds be
staande en nog groeiende artsente
kort. Met andere woorden: de huisart
sen moeten patiënten afstoten, terwijl
er voor die losgelaten patiënten (in
totaal gaat dat om zo'n twee miljoen
mensen) geen huisartsen meer zouden
zyn! Als u zich verantwoordelijk voelt
voor de volksgezondheid, kunnen die
twee miljoen mensen u dan niets
schelen? En hoelang zal het duren eer
het tekort aan huisartsen is ingelo
pen?
DOKTERS: Het zal zeker tien jaar
duren eer het tekort is ingelopen.
Misschien iets minder. Maar die twee
miljoen patiënten kunnen ons natuur
lijk heel véél schelen! Wij zullen
enorm hard moeten werken, ook in de
avonduren, zoals reeds gezegd. We zijn
bereid om dat te doen.
DE STEM: Waarom zoveel eisen te
gelijk? U brengt zoveel argumenten
tegelijk ter tafel, dat het lykt alsof
u het erop aan wilt laten komen. Bo
vendien voert u argumenten aan
zoals over de uitstervende huisartsen
stand die u twee jaar geleden al
als een bazuinstoot had moeten laten
klinken. Dat maakt de indruk alsof
u alles onder elkaar fondsen en
artsen tezamen hebt willen oplos
sen. Of ook: dat u op dit moment
aan het rationaliseren bent. Alsof u
de feiten in overeenstemming wilt
brengen met een achteraf gevormde
mening.
DOKTERS: Wij zullen u de gang
van zaken tijdens het overleg precies
schetsen, dan zal alles wel duidelijker
worden.
Ieder jaar gaan vertegenwoordigers
van de huisartsen en de ziekenfondsen
een contract aan, op basis waarvan de
ziekenfondsvergoedingen per patiënt
worden bepaald. Al jarenlang, ik
meen sinds I960, zeggen de huisartsen
dat de vergoedingen weliswaar wor
den aangepast aan de trend, aan de
loonontwikkeling in ons land, maar
dat er nog altijd een reële, nooit weg
gewerkte achterstand bestaat van
tussen de 50 en 100 procent! Ieder
jaar weer antwoorden de ziekenfond
sen ons: Dat zullen we volgend jaar
bespreken. Voor dit jaar is nu een
maal de ziekenfondspremie al vastge
steld en omdat de vergoedingen aan
de artsen uit de premies van de fonds
leden moeten worden betaald, kun
nen we nu niet meer uit de pot halen
dan erin zit.
mum»
De fout is dus, dat de zieken
fondsraad aan de minister advies
geeft over de hoogte van de premie,
voordat de onderhandelingen met
de huisartsen afgelopen zijn. Daar
door blijft de honorariumverhoging
ieder jaar uit, aangezien ze niet in
de premieberekening verdisconteerd
kon worden. Zo staan wij altijd
klem.
De premieverhoging, nodig om
de honoraria op te trekken bedraagt
slechts enkele dubbeltjes voor de
verzekerden per week. Ook voor de
werkgevers gaat het om enkele
dubbeltjes, maar daar hakt het na
tuurlijk toch door, omdat zy voor
heel veel verzekerden tegelijk die
bijdrage moeten btalen.
Wij hebben de indruk dat de ver
zekerden die paar dubbeltjes per
week graag voor hun huisarts wil
len opbrengen
DE STEM: Dat was, volgens onze
documentatie, voor de oorlog ook al
zo. Toen erkenden de fondsen trou
wens zelf ook, dat het huisartsenho
norarium te laag was.
DOKTERS: Met het verleden heb
ben we ons nooit bezig kunnen hou
den. Bondszaken liggen ons niet. We
hebben onze energie aan onze patiën
ten gewijd, ten koste soms van ons
eigen belang. Om op de huidige si
tuatie terug te komen: Vorig jaar
juli liep de laatste contractperiode af.
De huisartsen waren op dat moment
vrij om als zij dwars wilden zijn
prompt contante betaling voor ver
leende hulp aan de fondspatiënten in
rekening te brengen. De fondspatiën
ten zouden het geld dan van het
fonds moeten terugvorderen. Wij heb
ben echter die stap toen niet gezet,
al biedt de Ziekenfondswet ons daar
toe de mogelijkheid!
De ziekenfondsen vroegen ons na
melijk om te willen mededelen hoe
groot de reële achterstand in het
huisartsenhonorarium was. Wij heb
ben twee economen aan het werk
gezet, die zeiden: „Er moet 99 pro
cent bij, wil de achterstand worden
weggewerkt".
Dit cijfer was serieus berekend.
Men nodigde ons uit voor een ge
sprek, doch bij telegram vernamen
wij dat de ziekenfondsen maar van
het gesprek afzagen, omdat er toch
niets uit kon komen. Bijna honderd
procent méér vond men te dol om
over te praten.
Daarna stond de zaak kiem. Minis
ter Veldkamp riep toen een commis
sie in het leven, de commissie-Van
der Ven, die een advies moest uit
brengen, dat een nieuw gesprek mo
gelijk moest maken.
De commissie ging de huisartsen
inkomens precies na, vergeleek ons
inkomen met dat van artsen in over
heidsdienst, en kwam tot de slotsom
dat een honorariumverhoging van 51
procent billijk was, hetgeen zou neer
komen op een premieverhoging voor
fondsverzekerden van nog geen der
de procent! Een nauwelijks voelbare
verhoging dus.
Maar minister Veldkamp meende,
dat de economie die „aderlating" niet
zou verdragen 'en hij kwam met een
verdere temporisering (vertraging
van de verhoging, om met Wim Kan
te spreken) dan de commissie-v. d.
Ven had voorgesteld.
De commlssie-v. d. Ven zei: Die 51
procent smeren wij uit over drie ja
ren. In 1967 wordt er nog niets meer
dan nu uitgekeerd; in 1968 krijgen de
artsen 25 procent meer en in 1969
nog eens 25 procent, waarmee de
kwestie de wereld uit is.
Veldkamp vond dit nog te ver
gaand. Hij wilde de verhoging voor
1967 èn die voor 1968 achterwege la
ten en pas in 1969 een eerste ronde
toestaan van 17 procent, gevolgd door
gelijke verhogingen (17 pet.) in 1970
en 1971. Voor 1967 zou alleen de
trend verhoging worden berekend,
mits de vaderlandse economie
het zou gedogen en zonder een vol
gend kabinet op dit punt te binden.
Dit konden de huisartsen eenvou
dig niet nemen. De minister weigert
niet alleen om het advies van zijn
eigen commissie op te volgen, hij laat
bovendien de hele zaak op losse
schroeven staan. Hij biedt geen en
kele garantie, dat wij dan vanaf 1968
kunnen beginnen met het wegwerken
van de achterstand! Als hij zo'n ga
rantie wèl had gegeven, zouden de
huisartsen tevreden zijn geweest en
was er absoluut Êeen conflict ont
staan.
Juist omdat wij omze oudedags
voorziening veilig willen stellen, han
gen wij zo aan die garanties voor de
toekomst. Het gaat ons niet om con
tant geld, nu en hier, maar om de ze
kerheid né onze pensioengerechtigde
leeftijd.
En, zoals gezegd, om het verkrijgen
van gunstiger voorwaarden, waardoor
het huisartsenberoep minder beoefe
naren zal verliezen.
Is dat spelen met het belang van
een goede volksgezondheid?
Het spreekt toch wel aan dat de
commissie-Van der Ven overwegin
gen liet gelden, die wij zelf in onze
argumenten nooit hebben gebruikt,
namelijk het recht van de huisarts
op vrije tijd om zich te ontspan
nen! Er zijn talloze huisartsen, die
tot 12 uur 's nachts werken. Be
halve hun praktijk hebben zij al
lerlei charitatieve taken, die uren
verslinden maar waarvoor geen en
kele vergoeding wordt gevraagd.
DE STEM: Wat is volgens w de reden
dat minister Veldkamp het heen styf
houdt?
DOKTERS: Hij streeft naar één
grote volksverzekering, zoals hij zelf
bij herhaling op congressen heeft be
toogd, naar een nationale gezond
heidsdienst, zoals in Engeland. Daarin
kunnen de huisartsen gemist worden.
Zoals zij nu al onvoldoende inspraak
hebben in de besturen van de zieken
fondsen.
DE STEM: Als minister Veldkamp
de prijzenstop voor medische verrich
tingen afkondigt, wat doet u dan?
DOKTERS: Moeilijk te zeggen
In elk geval zou het geen oplossing
van het probleem vormen.
DE STEM: Zou u ooit tot staking
kunnen komen?
DOKTERS: Laat men één ding heel
goed onthouden: Wij hebben dit con
flict niet gezocht. We hebben onze
onderhandelingspartner zelfs een half
jaar uit.itel gegeven om te trachten
aan een oplossing mee te werken. Die
oplossing is er nu niet. Desondanks:
Wat er ook gebeurt, de huisartsen
zullen hun patiënten altijd hun hulp
blijven geven. Dat hebben zij steeds
gedaan en dat blijft zo. Daarvoor zijn
zij huisarts!
(Van een onzer verslaggevers)
AMERSFOORT „Ik zou het best
nog eens willen meemaken. Ook als
ik daarbij weer bewusteloos zou ra
ken. Maar dan wel onder medisch
toezicht, bijvoorbeeld ten behoeve
van onderzoekingen. Als proefkonijn
dus". Nuchtertjes schuift Amersfoor
ter Bernard Bakker (19) terug naar
de eerste dag van dit jaar, die hij
voortijdig afsloot met een onzacht
zinnige kennismaking met de psycho-
delic-sound. Als eerste Nederlander
onderging Bernard op die dag (niet
geheel zyns ondanks) de invloed van
het nieuwe snufje, dat Amerika als
producent van bewustzijnsverruimers
(L.S.D.) via voorpost Engeland, ook
naar de oude beschavingslanden deed
overwaaien. Maar anders dan „hip"
of helder te worden, raakte Bernard
zijn bewustzijn helemaal kwijt.
Een uur nadat zijr. knieën in on
macht op de stenen vloer van de
markthal waren geklapt, wist een
neuroloog in het Elisabethziekenhuis
hem op te lappen. Nu heeft de psycho-
delic-sound ook geen doel, dat ver
gelijkbaar is met dat van L.S.D. of
trepanatie. In Amerika hanteren beat-
groepen de „sound" als machtsmiddel
om hun gehoor zo snel mogelijk in
vervoering te brengen. Dat is theore
tisch de uitwerking van een verlich
ting van twee sterke rode of paarse
schijnwerpers, die met een frequentie
van 12 maal per seconde aanflitsen.
In de praktijk lykt de invloed van
de „psycho-delic-sound" begeleiding
verder te gaan, getuige de ervaringen
van Bernard.
Als leider van de Amersfoortse
provo's (Provo Amersfoort houdt
zich in het jongerenparlemenfc voor
al bezig met het in stand houden en
bevorderen van de pop- of beatcul
tuur) toog Bernhard zondagavond
naar de Amersfoortse markthal, waar
de beatgroep Duff de „sound" kwam
introduceren. Na twee nummertjes
meegedanst te hebben, ging Bernard
al door de knieën. „Nu had ik me er
ook helemaal voor open gesteld", zegt
hij, „ik hen een mannetje dat alles
wil onderzoeken. Ik had van de „psy-
cho-delic-sound" gehoord en wilde
het wel eens proberen. Ik bleef in
zo'n schijnwerper kijken. Op een ge
geven moment had dat licht me he
lemaal in de ban. Ik merkte niets
meer van myn omgeving, en zag al
leen maar dat vreselijke licht. Toen
moet ik bewusteloos zyi. geraakt".
Kort nadat Bernard op de grond
viel, kwam hij meteen weer bij.
Strompelend verliet hij de dansvloer:
„Toen ik aan de kant koffie kreeg,
moet ik als een barbaar zijn tekeer
gegaan, hoe dat weet ik niet meer.
Buiten gekomen gilde ik tegen mijn
begeleiders: „Is dat licht nou nog niet
uit?". Want ik zag nog steeds niet
anders dan die felle lichtbron. Het
waren vooral die kleuren en dat aan-
en uitflitsen, waar het om ging. Ik
heb nog geprobeerd om mijn ogen
uit te rukken of met mijn hoofd te
gen de grond te slaan, maar dan kon
den mijn begeleiders verhoeden".
Bernhard was nog maar net bul
ten de markthal, of hij raakte weer
buiter bewustzijn. In die tweede pe
riode van onmacht deden zich halluci
naties voor, die hij meent te kunnen
vergelijken met de waanvoorstellin
gen bij L.S.D.-dope. „Ik kreeg van die
merkwaardige dromen, weet je wel.
Nogal realistisch en te persoonlyk
om ze na te vertellen".
Terwijl Bernard dromen beleefde,
bracht een ambulancewagen van de
G.G. en G.D. hem naar het zieken
huis, waar neuroloog B. Kools hem
bij zinnen.bracht. Het ouderpaar Bak?
ker wist van dit alles niets, totdat
twee agenten hen uit bed belden.
Zeer ontdaan zochten de heer en
mevrouw Bakker hun zoon op, maar
toen ze in het ziekenhuis kwamen,
was Bernard alweer thuis, in bed.
Hij sliep, toen mevrouw Bakker op
zyn kamer kwam. ,,Ik maakte hem
wakker en vroeg hem wat er gebeurd
was. Hij draaide zich alleen maar
om, maakte zo'n gebaar (een manuaal
voor knipperende lichten) en sliep
meteen weer".
Mevrouw Bakker vraagt zich af, of
Bernard's ervaringen nog gevolgen
zullen hebben. Gisteren zag hy er
wel wat heter uit maar had nog wel
rode ogen.
Haar zoon meent, veel minder on
gerust, dat zyn „geval" geneeskundige
belangstelling zal wekken. Hij ver
wacht psychiaters aan zyn deur.
Niemand heeft nog kennis gemaakt
met dit verscynsel. Over L.S.D. zyn
heel wat boeken volgeschreven, maar
wie kan er nu een zinnig woord over
de „psycho-delic-sound" zeggen". De
directeur van de gemeentelijke ge
neeskundige dienst, de heer W. J.
van de Hooft, is er zonder meer in
ieder geval van overtuigd, dat de
„psycho-delic-sound" gevaarlijk is.
Op'zijn advies zal de Amersfoortse
politie in de toekomst aan vergunnin
gen voor beatavonden een clausule
toevoegen, die de „psycho-delic-
sound" verbiedt.
EEN krachtige aardbeving van 10 secon
den heeft gistermorgen een deel van
Midden-Griekenland en de Peloponeses
getroffen. Zeven personen zijn gewond.
Een 68-jarige vrouw verkeert in levens
gevaar.
HET Russische persbureau Tass heeft
over de dood van Jack Ruby de
moordenaar van Lee Harvey Oswald
gezegd, dat de belangrijkste getuige
rond de moord op Kennedy thans is
overleden. Het korte bericht van Tass
had de kop: „Dood kwam op tijd".
ANNECY. (AP). De zes jeugdige
grotonderzoekers, die sinds zondag in de
Diaugirot vermist werden zijn in veilig
heid. Reddingsploegen vonden de 6
Fransen doornat en uitgeput op een,
richel achter een ijskoude waterval.
De jongens waren in de grot afge
daald met proviand voor slechts 1 dag
en onvoldoende uitrusting, toen de on
dergrondse rivieren plotseling stegen,
waardoor de uitgang werd afgesloten.
(ADVERTENTIE)
„Ja, ik.. grote hemelDe oude politicus
veegde zenuwachtig met, zijn zakdoek over de sche
del. ,,Ik had hem - o helemaal a l'improviste - opge
zocht. Ik had geen afspraak gemaakt. Om een paar
dingen met hem dooi- te praten - eh - de verkiezings
campagne en zo. En - hemel, John, kijk me niet zo
aan! - toen vond ik hem dood, net zoals jij hem nu
ziet liggen"
Hume staarde Rufus Co-bton even heel gespannen en
verbeten aan en toen mompelde hij: „Het is goed Rufe.
Ik zal me nu niet in persoonlijke aangelegenheden
verdiepen. Hoe laat was het toen je hem vond?"
„Alsjeblieft John, geloof nou niet
„Hoe laat was het toen je hem vond?"
„Kwart voor twaalf, John. Het huis was helemaal
verlaten. Natuurlijk belde ik onmiddellijk Kenyon
op
„Hebt u Iets aangeraakt?" vroeg vader.
„Nee, niets". De oude man scheen geheel van streek.
Hij was zijn zelfverzekerdheid kwijt, leunde met zijn
hele gewicht tegen het bureau en vermeed John Hut
mes blik.
Mr. Drury Lane, wiens ogen elke spleet in de kamer
hadden onderzocht, liep nu rustig naar dr. Buil en
zich naar hem toebuigend, zei hij: „U heeft de lijk
schouwing verricht. Hoe lang is deze man dood dok
ter?"
Dr. Bull grijnsde. „Weer een hè? Sinds enkele minu
ten over elf, ongeveer tien minuten over elf".
„Is hij onmiddellijk gestorven?"
Dr. Buil keek nadenkend omhoog. „Laat 's kijken -
dat is moeilijk te zeggen. Hij kan nog wel even in
leven zijn gebleven"
De oude heer staarde. „Dank u". Toen richtte hij zich
weer op en liep terug naar het bureau waar hij de
voorwerpen met een onverschillig gezicht bekeek.
Kenyon baste: „Ik heb met het personeel gesproken,
Hume. Dr. Fawcett stuurde ze allemaal vroeg in de
avond het huis uit. Gek, hè? Net als zijn broer".
Dr. Buil stond op en sloot zijn zwarte tas. „Wel, zei.
hij resoluut, „er is hier niets geheimzinnigs aan. Eeh
doodgewoon geval van moord. Het wapen is een lan
cet, in de medische taal opereermes of bistouri ge
naamd. Het wordt voor kleinere insnijdingen ge
bruikt".
„Het lag op dit blad op het bureau", zei Lane naden
kend.
Dr. Buil haalde zijn schouders op. Dat lag inderdaad
voor de hand. Op het bureau bevond zich een met
rubber bedekt blad, waar slordig door elkaar een aan
tal vreemd uitziende chirurgische instrumenten lag.
Het was duidelijk dat dr. Fawcett van plan wias ge
weest deze te steriliseren in een sterilisator die op een
tafeltje stond. Er kwam nog stoom uit de kookpan
en dr. Buil haastte zich hem af te zetten. De kamer
begon vastere vorm v4jor me aan te nemen: ik zag
dat het een goed uitgeruste behandelkamer was met
aan één kant een onderzoektafel, een reusachtige TL-
DOOS ELLERY QUEÜN
buis, een róntgenapparaat en diverse onderdelen van
de apparatuur die mij niets zeiden. Op het bureau
lag naasit het blad een open zwarte dokterstas die veel
op die van dr. Buil leek. Het opschrift: „Ira Fawcett,
M.D.". stond netjes op de tas gedrukt.
„Er is slechts één wond", vervolgde dr. Buil, aan
dachtig het wapen bekijkend dat hij tijdens het on
derzoek uit het lichaam had gehaald. Het had een
lang, dun lemmet waarvan de punt aan één kant een
beetje aan een vishaak deed denken. Over de hele
lengte was het staal donkerrood gekleurd. „Een on
handig, maar doeltreffend steekwapen, Hume. Zoals
je kunt zien, heeft het een overvloedige bloeding
veroorzaakt". Hij gaf met zijn voet een duwtje tegen
het lijk en we zagen een grote, onregelmatige vlek
op het bruingrijze vloerkleed aan de linkerzijde vam
de vermoorde man. Het zag eruit of het bloed uit de
wond was gespoten en toen langs zijn kleren op de
grond was gedruppeld. „Inderdaad schuurde het mes
langs een van de ribben. Een beroerde wond, hoe dan
ook".
„Maar.begon Humane ongeduldig, toen Drury
Lane bij het lijk neerknielde. Voorzichtig tilde deze
de rechterarm op en onderzocht die nauwkeurig.
Hij keek op. „Wat is dat?" vroeg hij. „Heeft u dat ge
zien, dokter?"
De lijkschouwer blikte onverschillig omlaag. „O, dat?
Dat is niets belangrijks. Het is geen wond, als u dat be
doelt". We zagen aan die onderkant van dr. Fawcetts
rechterpols drie bloederige vegen, min of meer ovaal
van vorm en diéhit bij elkaar. „Let wel, boven de
slagader".
„Ja, dat heb ik gezien", antwoordde mr. Lane droog
jes. „Wel, belangrijk, dokter - uw deskundige mening
ten spijt".
Ik raakte de arm van de oude heer even aan. Mr.
Lane", riep ik uit, *het lijkt wel of de moordenaar
met zijn vingers die bloederig waren van de zojuist
toegebrachte doodsteek, de pols van zijn slachtoffer
voelde".
„Uitstekend, Patience". Hij glimlachte flauwtjes. „Dat
is precies waar ik aan dacht. Waarom deed hij dat?"
„Om zich te overtuigen dat dr. Fawcett dood was",
opperde ik voorzichtig.
„O, natuurlijk", zei de officier van justitie bits, „maar
wat helpt u dat' Kom, laten we liever aan het werk
gaan, Kenyon. Dr. Bull, u verricht de lijkschouwing?
We moeten zeker zijn dat we niets over het hoofd
zien".
Ik wierp een laatste blik op dr. Fawcetts gezicht,
voordat dr. Buil een laken over het lijk spreidde, in
afwachting van de auto van de geneeskundige dienst.
Dat gezicht drukte geen angst uit; het was eerder
ernstig en ook lichtelijk verbaasd.
De mannen die de taak hadden vingerafdrukken te
nemen, gingen aan het werk. Kenyon stapte rond en
deelde bevelen uit, John Hume namen Rufus Cotton
terzijn. Plotseling deed een zachte uitroep van Drury
Lane iedereen opkijken. Hij stond weer bij het bu
reau en hield nu iets in zijn hand dat hij blijkbaar
tussen de stapel papieren had gevonden. Het was het
stuk van het kistje, dat ik dr. Fawcett de vorige
avond zo woedend had zien bekijken.
„Ha!" zei hij. „Dat is geweldig. Ik was zeker dat het
hier zou zijn. Nu, Patience, wat maak je hieruit op?'*
Evenals het eerste stuk dat we hadden gevonden,
was ook dit een afgezaagd stuk. Dit was echter aan
beide kanten afgezaagd en het was dan ook heel dui
delijk het middenstuk v'an het kistje. En net als bij
het andere stuk, stonden er aan de voorkant twee
vergulde hoofdletters geschilderd. Maar dit keer
stond er ja.
„Eerst HE", mo-mpelde ik, „en nu JA. Ik moet erken
nen, mr. Lane, dat dit me volkomen onbegrijpelijk is".
„Het is gewoon belachelijk", riep Hume uit, terwijl
hij over vaders schouder toekeek. „Wie is in 's he
melsnaam „he"? En „ja"..
„Dat betekent in het Duits „yes", mompelde ik, niet
al te hoopvol.
Hume snoof minachtend. „Ja en wat dan nog? Wordt
u daar wijzer van?"
„Patience, mijn kind", zei de oude heer. „Dit is vol
gens mij een aanwijzing van essentieel belang. Eigen
aardig, eigenaardig!" Hij keek snel de kamer rond;
blijkbaar zocht hij iets. Toen lichtten zijn ogen op en
hij liep haastig naar een hoek van de kamer waar op
een tafeltje een dik boekwerk lag. Het was een woor
denboek. Hume en vader staarden hem aan, maar üc
begreep wat zijn bedoeling was. Ik liet mijn gedach
ten snel werkenH-E-J-A.. Dat moest het
zijn, want ik kon voor de twee groepen letters afzon
derlijk geen betekenis bedenken. Het moest dus één
woord zijn H-e-j-aMaar ik wdst wel zeker dat
zo'n woord niet bestond.