Alexander, laatste kroonprins Kostbaar „woonmuseum herkrijgt oude glorie BIN? Wol Kroonprins Willem Kroonprins Alexander De dynastie Het einde Nederland en Oranje gaan sinds 1568 samen Stuurgroe Werk vergt twintig jaren 55 Amsterda 11 MOED NEDERLANDERS GEEN MONARCHAAL, MAAR EEN DYNASTIEK VOLK Emma Wilhelmina Juliana Beatrix Het was ruim tachtig jaar ge leden een ander 's-Graven- hage dan dat we het nu kennen. Het was de tijd waarin de vigi lantes door het Noordeinde en over het Voorhout reden; ook uiterlijk was Den Haag de resi dentie des konings en hoofs cen trum van Viands regering. In het Noordeinde resideerde Willem III op de Kneuterdijk woonde de prins van Oranje. Het was in vele opzichten een gezapige tijd; de wereld leefde aan de vooravond van grote omwentelingen. Er heerste de rust die de storm voor af pleegt te gaan- De wereld van toen was moe van gezapigheid, het politieke leven leek stil te staan en de Oranje-familie beleef de een der dieptepunten uit zijn lange historie. Het is ruim tachtig jaar geleden dat Nederland zijn laatste kroonprins ver loor en de toekomst van het Huis van Oranje zag er zeer donker uit. Sinds 1849 regeerde koning Willem III. Hij moet een man met een indrukwekkend voorkomen zijn geweest, begiftigd met een enorm stemgeluid, een grote am bitie en soms onmogelijke manieren. Hij verstond de vreemde kunst om an dere mensen in de kortst mogelijke tijd tegen zich in het harnas te jagen. In het begin van zijn regering sprak men over Willem III als over „koning Go rilla". Een weinig vleiende bijnaam. De koning was gehuwd .met Sophie van Würtenberg, een beminnelijke en kunstzinnige vorstin. Het leek een ge lukkig huwelijk, maar in 1850 toen hun tweede zoon Maurits op zevenjarige leeftijd ernstig ziek werd, ontstond er een hevige twist tussen het ouderpaar over de te volgen behandeling. De prins stierf en de wegen van de ko ning en koningin leken uiteen te gaan. Nochtans werd een jaar later prins Alexander geboren. We hadden het reeds over de mateloze ambitie van koning Willem, die recht op zijn doel placht af te gaan. In de eerste jaren was hij voortdurend op tocht door het land, waarbij hij zich weinig of niets aantrok van het protocol. Later toen zijn vele niet gehonoreerde ambities waren geslonken werd Willem een stille wat teruggetrokken figuur, die weinig van zich liet horen. Staatsstukken ble ven soms weken liggen en meestal was de vorst op het oude jachtslot het Loo. Daar was van „koning Gorilla" nog maar weinig overgebleven en kende men hem als „Willem de Goede". Voor het echter zover was, speelden er zich in de koninklijke familie dieö-menselii- ke drama's af. *s Konings oudste zoon, eveneens een Willem, voerde als kroonprins de traditionele titel van het huis, prins van Oranje. Hij was een briljant mens, be giftigd met vele goede gaven, maar hij was een opstandige zoon. En niet voor niets In 1874 gaf hij zijn vader voor het eerst te kennen dat hij wilde trouwen met een meisje van Neder landse adel: Anna Mathilde gravin van Limburg Stirum. Hoewel het kabi net De Vres-Fransen van de Putte een wetsontwerp wilde indienen wei gerde de koning. En hij bleef weigeren, hardnekkig en om niet nader omschre ven redenen. Later ontstond er zelfs een crisis in het kabinet, toen Fransen van de Putte niet langer in de regering zitting wilde hebben. Niettemin bleef de koning op zijn onduidelijke stand punt staan. Prins Willem is dan ook nooit met de jonge gravin gehuwd. Aan zijn zijde vond hij zijn moeder, konin- ging Sophie, maar ook zij was niet in staat de koning te vermurwen. De prins van Oranje vervreemdde door de houding van zijn vader niet alleen van zijn familie, maar ook van het vader land. Meestal verbleef hij in Parijs waar hij zich bezig hield met zijn vor stelijke renstal en een trouw bezoeker was van de talrijke ontvangsten en re cepties. De man. die koning Willem IV der Nederlanden had moeten worden, leidde een leven een prins van Oranje onwaardig. Op 11 juni 1879 stierf hij hij aan een veronachtzaamde longont steking. Van de drie zoons bleef koning Wil lem nu nog slechts Alexander over. Deze was een melancholieke en licha melijk zwakke jongeman. Hij was een kamergeleerde, een vreemde in de wereld, die zich slechts ophield met een klein groepje vrienden, onder wie de Haagse schilder Mesdag; Alexander leefde met de doden; met zijn enkele jaren eerder overleden moeder en broer. Wekelijks ging prins Alexander naar Delft, waar hij soms uren verbleef in de koude kille graf kelder van de Oranjes en dagelijks la gen er verse bloemen op de graven. Ook de nieuwe kroonprins leefde in onmin met de eigenzinnige koning. We1 had hij een grote bewondering voor zijn oudoom, prins Frederik, en 's ko nings broer, prins Hendrik der Neder landen, die o.m, optrad als gouver neur van Luxemburg. Grote bezorgdheid heerste er omtrent de erfopvolging, want van prins A- lexander werd niet verwacht dat hij zou trouwen. Intussen deed prins Hen drik, die reeds zes jaar weduwnaar was, dat met de 23-jarige prinses Maria van Pruisen. Ging het om de voortzet ting van de dynastie? Er kwamen uit dit huwelijk echter geen nakomelin gen; vijf maanden na zijn tweede hu welijk overleed Hendrik. De koning en de zieke Alexander waren de laatste mannelijke telgen uit een huis, dat twintig jaar eerder nog veertien leden telde, In diezelfde maand januari 1879, hertrouwde Willem III zelf: met de jeugdige Emma van Waldeck Pyrmont die zich een onvervangbare plaats in de geschiedenis van ons land zou ver werven. Wonderwel, wist de jonge bruid harmonie tot stand te brengen in het leven van de veel oudere Willem; zij wist te komen tot een harmonieus hu welijk. waarin zij misschien meer ver zorgster dan echtgenote kon zijn. Hoe het ook zij: de koning was ge lukkig. Koningin Emma niet minder, want, zoals zij later zelf getuigde: „Wie geluk weet te geven aan ande ren komt zelf niet te kort." Zij schonk de koning en het land Wilhelmina, die later een der zeer groten zou worden. Zij was de laatste telg uit het stam huis van Oranje-Nassau. voortdurend zenuwlijden en de verhou ding met zijn vader, verhinderden ech ter zijn daadkracht. Op diezelfde 21e juni, zo verhaalt de historicus Bouman in zijn boek „Op en om Oranje's troon" sloeg de blik sem in de eeuwenoude Wilhelmslinde op het stamslot te Dillenburg. Het was dezelfde boom waaronder Willem van Oranje in 1568 de deputatie van de Nederlanden had ontvangen. Eén jaar voor de dood van koningin Wil helmina, de laatste uit het aloude stamhuis, besloot men de boom defini tief om te hakken. i i ,f De controverse tussen vader en zoon leek overigens nog niet voorbij. De koning stelde zijn terugkeer naar het vaderland steeds uit, terwijl in Den Haag vele honderden bezoekers dagen lang defileerden langs het stoffelijk overschot. Pas in zijn dood trok het volk zich het tragische lot van zijn kroonprins aan. Op 15 juli kwam de koning in Den Haag aan; twee dagen later vond de begrafenis plaats. Voor het eerst reed de koning in de glazen koets als enig overgebleven mannelij ke Oranje mee in de droeve stoet. Hij bracht zijn derde en laatste zoon naar Delft. De laatste uit zijn geslacht, Wil helmina,was drie jaar oud. Een jaar later werd zij onder regentschap van haar moeder koningin der Nederlan den en zij zou het vijftig jaar bliiven. Intussen was de prins van Oranje in Den Haag of hij kuurde in het bui tenland. Tijdens een van zijn buiten landse reizen het was in 1882 verkocht Willem III buiten medeweten van zijn zoon diens woning, het paleis Kneuterdijk, waar nu het ministerie van financiën gevestigd is aan de gemeente Den Haag. De verbolgen Alexander kocht het prompt terug. De ze scène onderstreepte nog eens pu bliekelijk de slechte familieverhou dingen. Toen het koninklijk paar mot de klei ne Wilhelmina in mei 1883 naar Duits land vertrok, viel de schaduw van de dood over prins Alexander. Aan de deur van het paleis aan de Kneuterdijk kwam het gevreesde bordje „typhus" te hangen. Verontrustende telegram men werden er naar de koning, de Luxemburgse regering en verwanten gezonden. De koning, die kuurde in Karlsbad, mocht van de geneesheren niet terugkeren naar de residentie. De Haagse doktoren Van Wieringhen Bors- ki en Vinkhuysen deden al het mo gelijke om de kwaal te keren. Maar het zieke lichaam had geen weerstand genoeg en ondanks de oplevingen ging de kroonprins langzaam maar zeker achteruit. Op 10 juni leek het weer be ter te gaan en was er opnieuw hoop. Het was de sterfdatum van Willem en Alexander liet zich op het bed van zijn broer leggen. Op 18 juni verdween het bordje van de deur en de hoge pa tiënt leek vooruit te gaan. Op 21 juni 1883 stierf hij echter toch nog onver wacht. IJlend riep hij om zijn trouwe dienaren „Help mij, help mij." Toen bracht een hartverlamming het einde van een 32-jarig leven. De korte levens geschiedenis van kroonprins Alexander prins van Oranje was vol van tragiek en zwaar van melancholie. Hij wilde vurig een goed Oranje zijn en hij had hoge opvattingen over de roeping van zijn huis. Zijn zwakke lichaam, het Na de dood van onze laatste koning waren de gevaren voor de dynastie nog zeer concreet. Immers de kleine Wilhelmina was jong en het zou nog lang duren voordat er uit haar even tuele huwelijk kinderen zouden worden geboren. Het aanzien van de kroon was in de tijd van Willem III geschaad en bet is ongetwijfeld het werk van ko ningin Emma geweest dat dit snel werd hersteld. Zij, van geboorte een Duitse, vereenvoudigde de hofhouding en voerde definitief het Nederlands in plaats van Franse taal aan het hof in. Met grote plichtsbetrachting vervul de zij haar moeilijke taak als vorstin en moeder en zij bleef dat op een geheel andere vvyze doen tot op zeer hoge leeftijd. In 1898 werd de 18-jarige Wilhelmi na ingehuldigd en al snel kon zij la ten blijken wie zij was: een Oranje. Zij haalde de belaagde Paul Kruger naar ons land en vestigde de aan dacht van de hele wereld op zich. In tussen vroeg de natie zich nog steeds ongerust af hoe het met de opvol ging zou moeten gaan. In feite was de 70-jarige groot-hertoging Sophie van Saksen-Weimar onze „kroon-prinses"'. Zij, de jongste dochter van Willem II, is 44 jaar lang de populaire landsvrou we van Saksen geweest. Zij verbleef veelvuldig in Den Haag en was een uitstekend adviseuse van haar veel jon gere schoonzuster. Op het Noordeinde, het Loo en Soestdijk werd ze door Wil helmina kortweg „Tante Holland" ge noemd. Toen zij stierf ontstonden er dadelijk nieuwe en heftige discussies over wie de nieuwe nretendent zou zijn. Intussen leerde koningin Wilhelmina in Arolsen hertog Hendrik van Meck lenburg - Schwerin kennen. Het werd een verloving en gebruikleijk in die tijd na vele zakelijke onderhande lingen o.m. over het jaargeld dat door Wilhelmina zelf werd betaald, volgde in 1901 het vorstelijk huwelijk. De eerste huwelijksjaren zijn niet zonder zorgen verlopen. Verschillende malen bleek de vorstin in blijde ver wachting te zijn, waaraan echter een voortijdig einde kwam. In 1908 werd een kleinzoon van wijlen groothertogin Sophie, prins Hendrik XXXIII van Reuss, met grote luister ontvangen. Was het de nadrukkelijke presentatie van de nieuwe kroonprins? Ook de vorst en vorstin van Lippe- Detmold, een oom en tante van prins Bernhard, werden genoemd en veel vuldig ontvangen. Wat er in die tijd over de Nederlandse troonopvolging met name' in de Franse bladen werd geschreven en verzonnen, grenst aan het ongelooflijke. Maar liefst veertig troonpretendenten werden door de bui tenlandse pers beschreven. Het was gelukkig allemaal niet nodig op 30 april 1909 werd prinses Juliana geboren en de donkere wolken om de toekomst van de Oranje-dynastie dre ven over. Reeds vóór de nieuwe vermoedelijke opvolgster van de troon was geboren had do gewijzigde grondwet bepaald FOTO LINKSBOVEN: V.ï.n.r. prins Hendrikbijge naamd „de zeevaarder", broer van de koning; prins Frederik, oom van de koning; diens schoonzoon vorst Willem van Wied; Frederiks doch ter, prinses Marie der Nederlanden, vorstin van Wied met haar zoontje Frederik; koning Willem III; ko ningin Sophie, geboren prinses van Würtenberg; prins Alexander en de prins van Oranje, kroonprins Willem(Copyright: Conografisch bureaus-Gravèrthage dat zij de titel prinses van Oranje zou voeren vóór de namen tran haar va der. Zo is het bepaald met betrekking tot de kinderen van koningin Juliana en zal ongetwijfeld geschieden ten aan zien van de nakomelingen van prinses Beatrix. Nederland heeft een nationaal ko ningschap en meer dan in andere ge vallen kan gezegd worden dat ,,de vele generaties Oranjes op de beslissende momenten van onze bewogen historie beslissende daden hebben gesteld." Koningin Wilhelmina heeft het in het recente verleden nog eens overtuigend bewezen. Het is met het koningschap als met vele zaken in moeilijke tij den komt de zin en de betekenis er van pas goed in de volle openbaarheid* In de persoon van de soeverein wordt onze nationale eenheid en vrije zelf standigheid niét alleen gesymboliseerd, maar ook gewaarborgd. Nederland heeft een koningschap dat meege groeid is met de tijd; meegegaan in de groei van ons volk, waaraan Oran je meer dan welke andere Nederlandse familie heeft bijgedragen. THEO PALSTRA HET verbond tussen de Nederlandse gewesten en Oranje bestaat al bijna vier eeuwen, want in 1568 trok een delegatie uit deze gewesten naar Dil lenburg om Willem van Oranje de lei ding aan te bieden van de vrijheids strijd tegen de Spanjaarden. De prins stemde toe, al was hij eens de belang rijkste raadsman van keizer Karei V geweest. Zo werd de prins van Oran je de veldheer die op vele fronten streed; hij werd ook de staatsman die de Nederlanden wist te bundelen en onze gewesten met vooruitziende blik een plaats gaf in het woelige Europa van die dagen. Zijn zoons Maurits en Frederik-Hendrik zetten zyn werk voort en het tijdperk van de Oranje stadhouders nam een aanvang. Deze stadhouders voelden zich niet langer de vertegenwoordigers van de Spaanse koning Philips, die in onze gewesten plechtig werd afgezworen. Zij waren de hoge ambtenaren van de staten van Holland. Later werd het stadhouder schap van de Oranjes erfelyk ver klaard, eerst in mannelijke en ten slotte ook in vrouwelijke lijn. Mei prins Willem IV konden de Oranjes het ambt in alle gewesten uitoefenen. De stadhouders hadden grote macht als eerste dienaren van de staten. Het „verbond van Dillenburg" tussen de Nederlandse gewesten en Oranje werd niet verbroken tijdens de ver banning in 1787, toen Napoleon Bona parte Europa in brand begon te zet ten. De contacten bleven en gewerkt werd er aan de restauratie van de Oranjes, hetgeen echter niet gepaard zou gaan met een herstel van het stadhouderschap. U kent het drieman schap dat tijdens de Franse overheer sing een nieuwe grondwet voorbe reidde: Gijsbert Karei van Hogendorp, Van der Duyn van Maasdam en Van Limburg Stirum. De erfprins vader Willem V was inmiddels in Fulda overleden had zelfs getracht met een Engels bevrijdingslegioen in Noord-Holland binnen te vallen waar bij hij nog enkele dagen in Alkmaar kwartier maakte. En toen werd het oktober 1813: Napoleon werd bij Leipzig verslagen en een maand later keerde de erfprins in Scheveningen terug. Het volk be groette hem met een „leve de koning" Men besloot echter daarin voor zag de eerste grondwet om erfprins Willem Frederik als souverein vorst in te huldigen. Er is geen twijfel aan mogelijk dat èn het werk van het driemanschap èn de aanvaarding en krachtige leiding van Willem, onze nieuwe staatkundige eenheid vorm hebben gegeven. In de chaotische dagen na de ondergang van Napoleon had- - den de grote Europese mogendheden reeds een begerige blik geworpen op de Nederlandse gewesten. Op het We ner congres werden echter ook onze grenzen definitief vastgesteld, nadat in 1814 de vorst de koningstitel had aanvaard. Het koninkrijk der Neder landen was geboren. Eerst hadden de Oranjes in de republiek der Verenigde Nederlanden in feite de positie van partijleider gehad; nu waren zij door het volk en hun leiders geroepen om de souvereiniteit op zich te nemen en boven de partijen te staan. De Oranjes hebben dat moeten leren; met name Willem I was een krachtige figuur die veel voor de ontwikkeling van land en volk heeft gedaan. Niet altijd wa ren strubbelingen tussen koning, kabi net en volksvertegenwoordiging te voorkomen en niet steeds werd het koningschap door het hele volk aan vaard Maar in tijden van partijstrijd en crisis was het steeds Oranje dat pal stond en verheven bleef boven de woe lingen. Ons staatshoofd kon buiten de partijstrijd blijven en, zoals prof. dr. R. Kranenburg het eens zei: het con stitutionele koningschap heeft een sta biliserende werking, de verplichting tot rechtvaardiging voor de staats man tegenover een orgaan buiten par tijverband en de gezagsordening in een complex van historische herinne ringen. Dit heeft zeker voor de drie laatste vorstinnen gegolden koningin regentes Emma, koningin Wilhelmina en koningin Juliana en er is geen reden om aan te nemen dat dit ook nietvoor de toekomst gewaarborgd blijft. Intégendeei. Inderdaad. Schaepman had gelijk: het Nederlandse volk is niet monar chaal, bijvoorbeeld in de zin zoals het Engelse volk dat is. Wij zijn een dynastiek volk, zolang het om de dy nastie van Oranje gaat. Keizer Napo leon heeft dat ondervonden toen hij het koninkrijk Holland stichtte en zijn broer Lodewijk Napoleon naar ons land stuurde. Mocht de kleine keizer gedacht hebben dat door de Nederlan den een koning te geven hij de noor delijke gewesten wel voor zich zou winnen dan heeft hij Spoedig ontdekt dat hij zich vergiste. Er kwam dan ook gauw een einde aan Lodewijks koningschap, te meer omdat hij niet zoveel voor de politiek van zijn broer voelde, en Nederland werd „vanzelfsprekend" bij het Franse rijk ingelijfd. Toen kwam de vrij heidsstrijd pas goed op gang: onze voorouders wilden hun vrije zelfstan digheid èn Oranje. Deze geschiedenis heeft zich in 19401945 herhaald. „Het verbond van Dillenburg" werd in de geschiedenis vele malen her nieuwd; het bestaat nog steeds. Onze tijd kenmerkt zich door een zoeken naar meer ruimte voor de fameuze „privacy" van de eerste familie van het land. Deze ontwikkeling schept weliswaar wederzijdse problemen, maar ze zullen niet onoverkomelijk doch tijdelijk blijken te zijn. (Bijzondere correspondentie) MUNCHEN De „Residenz" in Mün- chen, het slot van de koningen van Beieren, zal binnen afzienbare tijd weer in zijn oude glans schitteren. Nadat in de afgelopen tien jaar reeds een groot deel volgens oude plannen, tekeningen en foto's in de oorspronkelijke vorm op gebouwd werd, wordt dank zij een groots programma ook in de toekomst aan dit bijzondere voorbeeld van monumenten zorg verder gewerkt. Aan de talrijke vleugels, die op het ogenblik als „Re- sedenzmuseum voor het publiek zijn opengesteld, zullen reeds het komende jaar 28 vertrekken uit de 18e eeuw wor den toegevoegd, waaronder alle zoge naamde „Reiche Zimmer", één van de belangrijkste scheppingen van de Duitse rococo. Daarna zullen zowel de zalen als de galerijen uit de 16e en 17e eeuw volgen waarvan vele reeds zijn voltooid als ook de vertrekken uiit de 19e eeuw in de „Konigsbau". Het restauratiewerk zal tot de voltooiing echter nog wel on geveer tien jaar in beslag nemen. Zwaar getroffen in de tweede wereld oorlog, scheen dit kostbaarste woonmu seum van Duitsland, dat een uniek over zicht van vorstelijke representatie en voorname wooncultuur van de renaissan ce tot het jaar 1900 bood, voor altijd verloren. Weliswaar had men op tijd het grootste gedeeelte van de expositiestuk ken, zoals meubels, schilderijen, porse lein, zilver, gobelins en wandbetimme- ringen, in veiligheid gebracht in to taal werden meer dan 40.000 kunstwer ken geëvacueerd maar het reusach- ige, rond zes binnenpleinen gegroepeer de bouwwerk zelf met zijn niet te ver vangen interieurdecoraties was nog slechts een ruïne. Van de 25.000 vier kante meter dakoppervlak bleven er slechts 50 intact: regen en wind kon den ongehinderd het vernietigingswerk voortzetten. Er was, met de grote puinhopen voor ogen, veel moed voor nodig, aan een wederopbouw te denken. Maar actuele gebeurtenissen in München bevorderden de werkzaamheden: in 1953 ontstond op de plaats van de volledig verwoeste troonzaal van koning Lodewijk I, de nieuwe concertzaal, in 1958 kon in de destijds nog onversierde vleugels rond de „Brunnenhof" de internationale rococotentoonstelling van de Raad van Europa plaatsvinden. Deze omsloot als inleiding het gerestaureerde „Alte Re- sedenz-Theater", de rococodroom van Francois Cuvilliés uit de jaren 1750-53. Ter gelegenheid van de viering van het 800-jarig bestaan van de stad München- in 1958 tenslotte werden residentiemu seum en schatkamer heropend. ner „Residenz" is voor de Westduitse restaurateurs, zoals de directeur Hans Thoma van de Beierse „Schlösserver- waltung" nadrukkelijk opmerkt, van het allergrootste belang, eerlijk te zijn: als iets gerestaureerd wordt, gebeurt dat slechts in een absoluut oorspronkelijke vorm, om de ruimtefantasieën van lang vervlogen tijden exact te doen herleven. Vooral echter ook omdat de geredde kunstwerken alleen volledig tot hun recht kunnen komen in een onveranderd gereproduceerde omgeving, waarvoor zij ontworpen en bestemd waren. Om de ze origineelgetrouwe wederopbouw mo gelijk te maken, werden eigen „residen- tiewerkplaatsen" ingericht, waarin ge specialiseerde houtbewerkers, stuka doors, vergulders, schilders, metselaars, timmerlieden en metaalbewerkers vol gens oude technieken restauratiewerk verrichten. Niet alle vertrekken in de .„Residenz" zullen weer opgebouwd kunnen worden: bij enige was de verwoesting zo gron dig, dat een reconstructie in de origi nele vorm niet te verwezenlijken was. bij andere werd er vanaf gezien, om dat de artistieke of historische betekenis gering was. Deze delen van het slot kre gen een andere bestemming. Zo hebben tot nu toe de „Beierse Academie van Wetenschapppen". de „Staatsmuntenver- zameling" en de ,Max-Planck-Gesell- schaft" hun intrek binnen de eeuwen oude muren genomen. Samen met de concertzaal en het ,Alte Residenz-Thea- ter" zorgen deze instellingen ervoor, dat de „Residenz" geen steriel musuemob- (Van onze finaneii medewer TILBURG. Vi ratie Nederlandse! (FENEWOL), zal wolindustrie over geheel zijn gesanee einde zijn gekome riode van onguns lingen in deze reeds zovele bedrij dwongen te sluiten in andere sterkere Het is echter nof de eerste negen m< jaar is het beeld industrie niet onvei De oorzaak van de tuur" in deze bedi tendeels te verklari passingen van vele nemingen aan niei| standigheden. Dat offers vallen is dit gebleken in Tilbu aantal bedrijven de altijd heeft gesloten ter en Enschede waj grijpende concentr; duktie-eenhedèn is gaan. De berichten die me i van de klok over de N Industrie verschijnen, z vallen tegengesteld aan zen wü ln het Financië 23 december jl. dat in stoffenindustrie momeni tot uitstekende gang va strjjkgarenwevers, die ren in de damesstoffen genre, wordt ervaren, cijfers van de Fenewol k delijk naar voren dat d maar liefst een produkl van 9 procent te zien ge bij de eerste drie kwa vorige jaar. De afzet in was in deze periode tei 12 procent. Blijkens de laatste cor de ontwikkeling van de in de wolindustrie als ge maanden inderdaad op ce gekomen. Het is zelfs zo die damesstoffen produce ber 83 procent meer orde eind oktober 1964; in de sector was op hetzelfde dervoorraad 16 procent rig jaar. Om uit deze meer te concluderen, dal zaken nu uitstekend is tl ons getuigen van té groot Met grote belangstelling de eerste bevindingen v groep Tilburg af die in d jaar is ingesteld om na t de oorzaken van de moei waarmede de damesstrijk kampen heeft en die tegel: regelen zal aanbevelen om situatie enige verbetering De Stuurgroep heeft a; wacht nog niet veel van ren. In Tilburgse textielk- niet zolang geleden bew aantal bedrijven dat zich vaardiging van deze stoft' concurrentie uit het Itali centrum Prato ondervind nog verder zal moeten ver] als bekend is het aantal in de Tilburgse textielbet eind 1963 met ongeveer ve Premieleningen Nederland 65 53^ Ned. 65 II 5% 64 5y4 64 5 58 41& 59 4^ 60/2 4y2 59 4y4 60 4y4 61 4y4 62 4 Ned. Staff. 47 3% Ned. 50/1-2 3y4 Ned. 54/1-2 3y4 Ned. 55/1 3y4 Ned. 55/2 3y4 Nederland 37 3 Ned.Grootb. 46 3 Ned. Doü. 47 3 Ned. Invest. Indië 37a Ned. Ned. Ned. Ned. Ned. Ned. Ned. Ned. Ned. Bank- en kredietwez B.Ned. Gem. 57 6 Id. 30 j. 58/59 41^ Id. 25 j. 60/3-5 4i£ Cultures A'dam Rubber HVA Mijen ver. Industriële onderneir A.K.U. Deli. Mij f. cert. Hoogov. n.r.c.v.a. Philips Gem. Bez Unilever c.v.a. Dortsche Petr. Dortsche Petr. 7% Kon. Petr. ƒ20 Scheepvaart en Luch H.A.L. t Java-China Pak. 1 K.L.M. t. cert. K.N.S.M. n.b, Stv. Mij Ned. 1 Nievelt Goudr. v. Ommeren c.v.a. ject wordt, maar-ook verder een cen trale plaats in het rijke cultuurleven de wederopbouw van de Münche- van de Zuidduitse metropool inneemt De ravage die in 1945 werd t*0*6 troffen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 10