Duizend brieven per week van supporters The. voor „Voor versleten renner is 42 zeges veel" „Ik was altijd alleen voor mijn ploeg" IK ZOU LIEVER EEN VOETBALLER ALS PUSKAS WILLEN ZIJN „Het metier heeft vaak pijn gedaan' Parijs- Roubaix mooiste zege Nieuwe DAGBLAD DE STEM =a WIELERKEIZER RIK VAN LOOY Stervoetballer zou ik willen zijn Ik was altijd alleen voor mijn ploeg, de rest telde niet. Als ge in Herenthals op het adres Lantaarnpad nummer 10 aanbelt, klinkt het bescheiden geluid van een gong. De fraaie deur in de chique voorgevel van glas en aluminium zwaait open. Een dienstbode laat u bin. nen in een mooie ruime hal van waaruit in 't midden een zwart gelakte wenteltrap draaiend zijn weg naar boven vindt. Als ge onhoorbaar door de kost bare, dikke tapijten, op de eer ste verdieping van het „paleis" van de wielerkeizer bent geko men, onderweg een aantal gro te schilderijen hebt gezien als. mede één levensechte foto van Rik zelf, gaat de deur van de grote salon voor u open en zit Rik van Looy breeduit lachend op een gemakkelijke rustbank. Terwijl charmante Nini koffie, bier, whisky en wat al niet meer, laat serveren, praat Rik van Looy gezellig en volkomen ontspannen over de sport die hem groot maak te. Hij maakt een sympathieke in druk, lacht veel en graag en zijn Kempisch taaltje is vol geestige opmerkingen. Het is de „keizer" niet aan te zien dat hij een zwaar seizoen achter de rug heeft. Hij ziet ar gezond uit en is monter. Voor de deur van zijn villa staat een Chevrolet van rond 35.000 gulden; in de villa zelf is het een en al weelde. De eigenaar van dit alles blijkt echter een eenvoudig man te zijn. Hij zegt: „Ik heb dit alles met m'n el- gen benen verdiend. Ik heb er veel zweet voor gelaten en dikwijls heeft het metier me pijn gedaan. Gek hè, vroeger óók toen ik al successen als wielrenner boek te heb ik altijd een stervoetballer wil len worden. En eerlijk gezegd, als ik achteraf nog zou moeten kiezen tussen Rik van Looy en bijv. Ferenc Puskas, dan wilde ik liever Puskas zijn. Niet om de centen, ach, die heb ik genoeg, maar gewoon om de vreugde van het spel." Niettemin, Rik van Looy is de wieler sport dankbaar. Hij weet dat hij alles, maar dan ook alles, daaraan te danken heeft. Zij bracht hem van de armelijke woning van zijn ouders in dit paleis. Zelfs zijn vader (61) woont thans in een prachtige villa. Rik van Looy is uiterst tevreden over het seizoen 1965. „Voor mij was het jaar al goed toen ik de klas sieker Parijs-Roubaix won", bekent hij, „want het winnen van één klassieker is elk jaar mijn doel. Ja, natuurlijk, ik had graag wereldkampioen willen worden, maar dat kan er maar één zijn. De kans is dus niet groot. Ik heb verder twee etappes in de Tour de France op mijn naam gebracht, acht ritten in de Ronde van Spanje gewonnen en in totaal 42 ze ges geboekt. Dat is toch veel voor een coureur die versleten is." „Versleten?" vraag ik. „Ja", antwoordt hij, „dat zeggen ze toch. Als ik hier in België aan de start van een wedstrijd kom dan zeggen mijn concurrenten: Ha, oude, hoe gaat het!" Hy lacht weer, maar Rik wordt ern stig als hy spreekt over zyn tegenstan ders: ,Die heb ik misschien te danken aan mijn karakter. Ik ben nogal gesloten en sluit niet zo vlug vriendschap. Als ik bijv. met iemand naar een wedstrijd reis, dan is hy nog geen vriend van me. Ik vergeet hem weer. Ik was altijd alleen voor mijn ploeg, de rest telde niet. Dat is misschien ook verkeerd geweest? Van de week belde me de Zwitserse televisie. Ze wilden een reportage van mij maken. Ik heb gezegd dat ik geen interesse had. Ik had er een voudig geen zin in om een tijd voor de camera's te poseren. Kijk, zulke lui vin den dat natuurlijk niet prettig. Zo is het ook vaak met persmensen gegaan. Ik kan nu eenmaal niet iedereen tevre den stellen. Dan zou ik helemaal geen vrije tijd voor mezelf overhouden. Maar of ik daarmee vrienden maak? Of het wel verstandig is? Men legt het zo vaak verkeerd uil Hij is verwaand» zegden se dan en in de pers krijg ik dan ook vaak vinnige artikelen tegen mij." De dienstbode komt binnen en zegt dat er mensen zijn om de „keizer" te spreken. Van Looy laat zich verontschul digen, maar de dienstbode komt terug met de mededeling, dat de bezoekers een reis van Torhout naar Herenthals (180 km) hebben gemaakt om hem te zien en dat ze foto-albums bij zich hebben, die ze graag door Rik wilden laten signe ren. Rik zwicht voor zoveel „opofferin gen" en gedurende tien minuten zet hij zijn handtekeningen in zes dikke albums. Nini van Looy vertelt, dat ze zo'n 1000 brieven per week krijgt, dat elke dag zeker honderd keer door allerlei mensen aangebeld wordt met verzoeken om fo to's, handtekeningen enz. Zij is er ver trouwd mee geworden en zij heeft de handtekening van Rik geleerd, zodat ze al die supporters tevreden kan stellen, ook al is Rik er niet. Rik van Looy nipt aan z'n koffie en zegt dat hij nog één doel heeft: twee klassiekers, Bordeaux-Parijs en de Waal- Proost op het nieuwe seizoen De keizer ontwapent niet se Pyl winnen. Heeft hij deze op zijn ere lijst staan, dan ontbreekt hem geen en kele klassieke wegwedstrijd meer. „In de herfst van mijn carrière wil ik die per se winnen", zegt hij beslist, „hoewel ik wil nog zeker drie jaar fietsen. Zodra ik ech ter merk dat ik niet meer één van de sterksten ben, dan stop ik onmiddellijk, al is het morgen." „En daarna, Rik?" vraag ik. „Ach, daarna, dan ga ik een rustig le ventje leiden. Ik zal geen grote zaak be ginnen. Ze hebben me al zo vaak een goede zaak aangeboden, maar dat wil ik niet. Ik wil geen zorgen hebben over personeel enz. Ik wil ook geen directeur van een wielerploeg worden. Mijn vrouw zegt: „Dan ben je nog steeds van huis weg". Neen, geen zaken. Ik zie me al elke dag met m'n personeel discussiëren, en dat van m'n eigen, verdiende geld. Hè mama, dat wil jij toch ook niet?" Nini van Looy knikt ontkennend. Als Van Looy over de wielersport praat geraakt hij in vuur en vlam. „Je moet eens weten", zegt hij, „hoeveel plezier mij elke overwinning doet. Vooral hier in België. Dan steek ik mijn borst voor uit en dan geniet ik. Dat is geen snoe ven, ik voel me dan gewoon gelukkig. Na mijn overwinning in Parijs-Rou baix van dit jaar kon ik gewoon niet slapen. Aan die zege heb ik 't meeste plezier beleefd. Het is ook wel eens an ders geweest. Ik heb klassiekers met banddikte verloren, en daarvoor had je je gedurende uren afgebeuld. Kun je je voorstellen wat dat betekent? In de klassiekers heb ik nooit geen betere dan ik gezien. Ik heb ze allemaal gekend, Coppi, Bobet, Bartali, v. Steenbergen, Magni, Koblet, Kübler. Grote renners, maar Jacq. Anquetil vind ik toch de al lergrootste. Die houdt zijn plaats aan de top al twaalf jaar. De Bruyne heeft ook eens goed gereden, maar dat was slechts voor korte tijd." De wielerkeizer zegt dan: „Het vol gend seizoen zul je zien, ik doe weer mee!" Zijn ogen schitteren. De keizer zwaait nog niet af. Oh neen! Men zal het in 1966 opnieuw ervaren! (SLOT) AMSTERDAM H seum te Amsterdam h ting getrouw, dat hc taak is, nieuwe vorme de kunst te tonen vyftal zalen ingeruimd Nederlandse pottenbak! deze beroepsaanduiding letterlijk, want potten expositie niet of nauw van de tentoongesteld! van Loes", „magisch „versteend traject 11"| trollen", om maar ee spreken in dit verbanc] zijn geen ambachtsli woord, die theekopje kerstbeeldjes maken, naars met een void van hun status. Wan zoekende handen al e< komt, is het, omdat zij vveest door de vorm en dat zij het assortiment terij wilden verryken om bloemen in te doe ook meestal. De associaties, die langs de 142 geëxposeeil opdoet, zijn: totempaal, chaamsvorm zeeschi kiezelsteen, bolder, accu naatappel. U ziet: er bij. Bewust zijn de mal van het min of meer bruikagoed om, met bel van de specifiek ker| schappen, te zoeken vormen. Bij een deel van de p» tekende dit een nieuwe k hun werk, ontstaan als noodzakelijke routine inl gen van gebruiksgoed. I creaties van Johnny R(| der Vaart architectonisif vormen, die in niets o j maar nog wel als zodarl nen doen. Marianne Fra:I Rooden daarentegen gel I ronde volumes, die k voor de traditionele pot maar hun keramiek heelL re functie meer dan het In het werk van de ant moet men meer een nieT van een toch al uitsluitei richte belangstelling. Bij Johan van Loon el weer herkent men mc plantenwereld terwijl Li Hans de Jong in hun die ren associaties wekken cn toneel. Vrije kerami| tenslotte ziet men bij H Leon van der Heyden Renssen. De afstand tot 11 kunst wordt bij deze laa en is vooral bepaald dol net materiaal, dat een ol le vormen vereist. Hun tieve werkstukken zijn J een meter groot en doenl ruimte, maar voor een f ne kinderen is het, gezi& van het materiaal, nietsi „Wachter" in groen van Hans de Jong. Dit alles héb ik met eigen benei verdiend lk ben de wielersport dankbaar lk versleten? Wie wint tweeën veertig wedstrijden?

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 6