Twistpunt rond wonen buiten werkgemeente nu van de baan (rftnukultee jonge, (Atn* KERSTLIED VOOR Inkomsten belasting V Dr. F. W. Katholiel Aftrekbare kosten Drs. Th. Copp es- directeur bij Volkskrant Amerikaanse verrader krijgt nieuw proces Amsterdamse TRICOT het overhemd met de vele troeven 10 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 23 DECEMBER 1965 19 REUMATISCHE PIJNEN EN TOCH GELUKKIG met jonge jenever is Vacature bij N.K.V. RUSSISCHE HULP. VOOR HO TSJIMINH Kerstvertelling voor onze jonge lezers U! li vragen in Kan over sluiting van meelfabrii k^^p?2o7% Over de kasten van geregeld reizen ia in de loop der jaren heel wat te doen geweest. Vooral na de laatste oorlog toen de woningschaarste steeds grotere afmetingen aannam, was bet schering en Inslag dat iemand buiten zjjn werk gemeente moest wonen- Zocht hij daar serleus een woning dan was de Inspec teur bereid de reiskosten in mindering ▼an zün Inkomen te brengen. Bleet bij evenwel om persoonlijke redenen elders wonen dan geen compensatie voor de reiskosten van een lagere aanslag. Dat deze situatie nogal eens wrijvingen met de fiscale instanties veroorzaakte, laat zich begrijpen. Ontelbare malen moes ten gerechtshoven en hoge raad dan ook uitspraak doen. Gelukkig daarom li dit twistpunt nu grotendeels uit de weg geruimd in de nieuwe wetten in komsten- en loonbelasting. Deze kwes tie ls daarin uitputtend geregeld. Artikel 36 van de Wet Inkomstenbe lasting zegt hieromtrent het volgende: 1. Onze minister kan regelen geven volgens welke ter zake van het regel matig reizen van de belastingplichtige tussen zijn woning of verblijfplaats en de plaats van zijn werkzaamheden uit sluitend een door hem te bepalen be drag tot de aftrekbare kosten wordt ge rekend en vergoedingen ter zake van dat reizen in afwijking van artikel 11, eerste lid, letter f„ van de wet op de loonbelasting 1964 geheel of gedeelte lijk tot het loon worden gerekend. 2. Het in het eerste lid bedoelde be drag wordt, indien de afstand tussen woning of verblijfplaats en plaats van werkzaamheden: a. niet meer dan 10 km beloopt, ge steld op een voor elke belastingplichti ge gelijke som, afgestemd op de kos ten van plaatselijk openbaar vervoer; b. meer dan 10 km beloopt, met in achtneming van de afstand afgestemd op de kosten van interlokaal openbaar vervoer. De in het eerste lid bedoelde regelen gelden niet voor zover de afstand meer beloopt dan 40 km. 3. Het regelmatig reizen van de oe- lastingplichtige tussen zijn woning of verblijfplaats en de plaats van zijn werkzaamheden binnen door onze mi nister aan te wijzen grote woongebie den kan worden gelijkgesteld met rei zen over een afstand van niet meer dan 10 km. De door de minister gegeven richtlij nen zijn vervat in artikel 3 Uitvoerings Beschikking I. B. 1964. Dit zeer belang rijke artikel luidt: 1. Ter zake van het regelmatig rei zen van de belastingplichtige tussen zijn woning of verblijfplaats en de plaats van zijn werkzaamheden wordt uitslui tend tot de aftrekbare kosten gerekend: a. indien de afstand niet meer dan 10 km beloopt 120 gulden per jaar; b. indien de afstand beloopt. meer dan doch niet 5* O XJ ÜL meer dan jaar ver meerderd met 10 km 12 fcm f 145,- 12 km 15 km f 210,- 15 kim 20 km f 320,- 20 km 25 km f 430,- 25 km 30 km f 540,- 30 km 35 km f 650,- 35 km 40 km f 760,- (Advertenties) 2. Ingeval de belastingplichtige de kosten van het reizen geheel of gedeel telijk vergoed krijgt, wordt de vergoe ding tot de inkomsten uit arbeid gere kend tot ten hoogste het ingevolge het eerste lid aftrekbare bedrag, en boven dien tot het bedrag waarmede de ver goeding 150 percent van dat aftrekbare bedrag overtreft. Het tot de inkomsten uit arbeid rekenen blijft evenwel ach terwege inzoverre de vergoeding in het loon is inbegrepen. 3. Ingeval de belastingplichtige van wege een ander wordt vervoerd, wordt a- in'afwijking van het eerste lid, uit sluitend tot de aftrekbare kosten gere kend 120 gulden per jaar; b. de waarde van het vervoer niet tot de inkomsten uit arbeid gerekend. 4. Ingeval de afstand meer dan 40 km beloopt, blijft de toepassing van de vorige leden beperkt tot een afstand van 40 km. 5. Het regelmatig reizen binnen de navolgende woongebieden wordt gelijk gesteld met reizen over een afstand van niet meer dan 10 km; a. de gemeente Amsterdam; b. de gemeenten Schiedam en Rot- terdam, met uitzondering van de delen van laatstgenoemde gemeente, ge naamd Hoek van Holland, Pernis. Hoog vliet en Kralingse Veer; c. de gemeenten 's-Gravenhage, Rijs wijk en Voorburg; d. de gemeenten Eindhoven en het deel van de gemeente Geldrop, ge naamd Tivoli. 6. De afstand wordt gemeten langs dg meest gebruikelijke weg. I. Ingeval de afstand niet gedurende het gehele kalenderjaar dezelfde is, wordt het eerste lid naar tijdsgelang toegepast. S. Onder regelmatig reizen wordt verstaan het in de regel dagelijks rei zen. Onder plaats van werkzaamheden wordt begrepen de plaats van waaruit de werkzaamheden hoofdzakelijk wor den verricht". Deze artikelen vereisen enige toelich ting. Betreffende regeling heeft uitslui tend betrekking op de kosten van rei zen tussen woning en werk. Het gaat hier om een wat men noemt for faitaire regeling; dit wil zeggen, dat zij de aftrek voor reiskosten bepaalt op 'n gemiddelde dat uitsluitend afhankelijk is van de afstand tussen woning en werk. Dit gemiddelde kan afwijken van de werkelijk gemaakte reiskosten, zo wel naar boven als naar beneden, Iedere werknemer krijgt dus een vaste aftrek van 120 gulden indien de afstand tussen woning en werk niet meer bedraagt dan 10 km. Deze aftrek is evenwel begrepen in de 50 procent aftrek, welke iedere werknemer krijgt en die verwerkt is in de loonbelasting- tabel. Bedraagt de afstand tussen woning en Leef opgewekt. Neem Togal tabletten. Bevrijdt U afdoende van reuma tische pijnen, ischias, spit, hoofd- en zenuwpijn. Morgen reeds mogelijk. Togal werkt snel en afdoend. Bij apoth. en drog. TOGAL 0.95; 2.40; 8.88. Een verrassende, nieuwe long-drink: Almdudfér met jonge jenever. Leuk internationaal en verkwikkend ais ||||f|p berglucht, want Atmdudler's basis is: JBBII bijzondere kruiden van de bloeiende J8imbergweiden in Oosten rijk. Ook puur is Almdudler heerlijk. werk bijvoorbeeld 28 km dan is de af trek dus 120 gulden en 540 gulden is 660 gulden. Deze aftrek wordt genoten of men nu gebruik maakt van een open baar vervoermiddel, rijwiel, brommer of auto, of wegens woningschaarste niet in zijn werkgemeente kan wonen, of dat men elders woont alleen uit persoonlij ke overwegingen. Daarmee laat de wet gever zich niet meer in. Het is hem zelfs onverschillig of men al dan niet deze reiskosten maakt. Wie bijvoor beeld met een vriend die een auto heeft mee rijdt en daarvoor niets behoeft te betalen, mag desondanks de reiskosten in aftrek brengen. De reiskostentabel geldt slechts tot een afstand van 40 km met een maxi male aftrek van 120 en 760 gulden is 880 gulden. Als een gefortuneerde fo rens graag in een dure slee rijdt dan zal hem dit meer kosten dan wanneer hij een kleine wagen gebruikt of met de trein gaat. J3e aftrek wordt evenwel niet hoger. De meerdere kosten liggen dan in de privésfeer. Zou de afstand tussen woning en werk meer dan 40 km bedragen dan geldt voor de eerste 40 km de norm en voor de afstand daarboven de oude regeling. Dit laatste houdt in dat de kilometers boven de 40 alleen mogen worden afge trokken indien ze zakelijk verantwoord zijn. Wie om persoonlijke redenen bui ten zijn werkgemeente blijft wonen en de afstand tussen woon- en werkge meente zou 60 km bedragen mag de reiskosten verbonden aan die meerdere 20 km niet op zijn inkomen in minde ring brengen. Gaat het echter om „za kelijke reiskosten'' omdat wegens wo ningschaarste niet verhuisd kan worden en bij de keuze van het vervoermiddel wordt de redelijkheid in acht genomen dan moet ons inziens de Volgende ge dragslijn worden gevolgd. Stel dat de totale reiskosten in een dergelijk geval 1510 gulden bedragen. Na aftrek van de norm bij 40 km ad. 770 gulden, resteert 630 gulden van welk bedrag nog 20-60 deel is 210 gulden hij het normbedrag mag worden geteld. 'Totale aftrek dus 1090 gulden. Krijgt men als werknemer vergoe ding van reiskosten dan wordt de situ atie fiscaal anders, wat heel begrijpelijk is. Zou de werkgever de reiskosten bin nen de 10 km afstand vergoeden dan is de in het tarief verwerkte aftrek van 120 gulden als inkomen ran te merken. Bedraagt de vergoeding minder dan het werkelijk bedrag aanhouden. Een werknemer die aanspraak maakt op een reiskostenaftrek van 550 gulden en 500 gulden vergoeding ontvangt, moet deze als inkomen aangeven. Maar laten we nu eens aannemen dat een werknemer in A woont en in B werkt, een afstand van 30 kilometer. Hij kan dan 660 gulden reiskosten op zijn inkomen in mindering brengen. Zou hij 1000 gulden vergoeding ontvan gen dan krijgen we de volgende situa tie. Allereerst moet die 660 gulden bij het inkomen worden geteld maar boven dien het verschil tussen de ontvangen vergoeding en 150 procent van de for faitaire. aftrek van. 660 gulden. in;casu dus 10 gulden. "Totale bi.itelling derhal ve 670 gulden Belastingplichtige komt er fiscaal dan. nog "heel genadig af. Voor werknemers is even belangrijk de inhoud van artikel 37. Want ook dit artikel houdt bepalingen in tot ver laging van het belastbaar inkomen. We zullen het in extenso laten opnemen, opdat een ieder volledig georiënteerd zij. 1. Het bedrag van de aftrekbare kos ten drukkende op de aan ieder onder worpen loonbelasting, wordt niet lager gesteld dan op 150 gulden. 2. Bij aanwezigheid van inkomsten uit regelmatig verrichte tegenwoordi ge arbeid wordt het bedrag van de af trekbare kosten drukkende inkomsten uit de arbeid niet lager gesteld dan op 5 procent van de eersthedoelde inkom sten, doch op niet minder dan 240 gul den en zonder nader bewijs op niet meer dan 600 gulden, dan wel, indien de be lastingplichtige aannemelijk maakt, dat de aftrekbare kosten 600 golden te boven gaan, zonder nader bewijs op niet meer dan 1000 gulden. 3. Het bedrag dat aftrekbaar is ter zake van het regelmatig reizen van de belastingplichtige tussen zijn woning of verblijfplaats en de plaats van zijn werkzaamheden, blijft, voor zover dit de som, bepaald ingevolge artikel 36 tweede lid, letter a, overtreft, voor de toepassing van het tweede lid buiten beschouwing, doch wordt toegevoegd aan de aftrek ingevolge dat lid. 4. Voor de toepassing van het tweede lid worden inkomsten, genoten wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid, gelijk gesteld met inkomsten uit regelmatig verrichte tegenwoordige arbeid. 5. Het eerste en het tweede lid wor den afzonderlijk toegepast op de in komsten die van de zijde van de echt genote van de belastingplichtige opko. men". UTRECHT (ANP) Tot directeur van de Volkskrant N.V. is per 1 januari be noemd drs. Th. Coppes. De heer Cop- pes was algemeen secretaris van het Nederlands Katholieke Vakverbond (N.K.V.) Het verbondsbestuur van het NKV heeft de heer J. van Dorp tot alge meen secretaris ad interim benoemd. De heer Van Dorp is penningmeester van het NKV en zal beide functies combineren, totdat een nieuwe algeme ne secretaris is gekozen. Het eerste lid ls voornamelijk van toe passing op gepensioneerden die een vas te kostenaftrek hebben van 150 gulden Zou de gepensioneerde naast het pen sioen inkomsten uit regelmatig ver richte arbeid genieten dan alleen 5 pro cent aftrek van deze laatste inkom sten met een minimum van 240 gulden. De z.g. regeling van 5 procent van 1949 ligt nu verankerd in artikel 37. Het touwtrekken tussen fiscus en belasting plichtigen behoort nu grotendeels tot het verleden. Deze nieuwe 5-procent- regeling dient tot dekking van de ge wone aftrekbare kosten en ter tege> moetkoming in de reiskosten tussen woning en werk tot een afstand van niet meer dan 10 kilometer. Als deze afstand groter is, komt de extra-aftrek volgens bovengemeld staatje boven de aftrek wegens verwervingskosten- Iemand die 10.000 verdient en op 15 kilometer van zijn woonplaats werkt, mag dus in mindering brengen 210 gul den voor reiskosten en 500 gulden ver wervingskosten, totaal 710 gulden. Wie 13.000 gulden loon geniet en 2.000 gulden uit bijvoorbeeld publicistische ar beid mag maximaal 600 gulden aftrek ken. Kan hij evenwel aannemelijk ma ken dat hij de beroepskosten hoger lig gen dan aftrekken 5 procent van 15.000 ts 750 gulden. Van belang is nog het vijfde lid, waar bij is bepaald dat deze aftrek afzonder lijk wordt toegepast op inkomsten die van de zijde van de echtgenote opko men. Het maximum aan .verwervings kosten kan dus in het algemeen bedra gen 2 x 600,. resp. 2 x 1000 gulden. Hierboven kan nog de extra-reiskosten aftrek komen voor beide lieden. Wan neer een dergelijke situatie lich voor doet, is het dus wel even uitkijken wat de aftrekkosten betreft. Deze aangelegenheid achten we hier mede in voldoende mate besproken- Ie dereen kan bij aandachtige bestudering nu weten waar hij aan toe is. DENVEE (UPI) Een rechtbank van beroep heeft de veroordeling- tot Ie- venslang wegens het verstrekken van atooomgeheimen aan de Sovjet-Unie van de 29-jarige Amerikaan George J. Gessner, ongedaan gemaakt, en een nieuw proces gelast. Het hof van beroep was van mening dat- Gessners bekentenis ten overstaan van personeel van de contra-spiona gedienst in 1961, w.erd afgedwongen, en dat de federale jury die hem berecht te daarom op onzuivere gronden oor deelde en veroordeelde. Gessner, een deserteur uit de Ame rikaanse landmacht, werd in juni 1964 door een rechtbank in Kansas City schuldig bevonden aan overtreding op vijf punten van de atoomenergiewet, dóór het aan de Russen verstrekken van geheime gegevens over atoomwa pens. Op het ogenblik dat Gessner zijn ge- Russische ambassade in Mexico stad. was hij onderhoudsmonteur van kern wapens in Fort Bliss, Texas. Gessner zou „aan het praten zijn ge bracht" door kapitein Albert Clark, geestelijk verzorger in Fort Hood in Te xas -waar Gessner werd- vastgehouden. Volgens het hof van beroep heeft Clark dit erkend. Vanuit een Amerikaans vliegtuig: werd deze opname gemaakt van het Russl- sche vrachtschip „Fakuriani", dat op korte afstand van het vliegdekschip „Enterprise" opstoomt naar noord Vietnam. Als deklastvoert het schip j bedekte voertuigen men vermoedt militaire met zich mee. ER was eens een klein, dik meisje, dat in een ver schrikkelijk groot, oud huis woonde. Dat huis stond midden in een heel groot park en was gebouwd van allemaal rode steentjes. Omdat het er al zoveel jaren stond hadden kleine plantjes en grasjes zich tussen de steentjes genesteld en boven in de dakgoot woonden de vogeltjes. In dat grote huis iaten natuur lijk ook heel mooie ramen en een deur met donker bruine krullen langs de bovenkant en zes trappen er voor. Het meisje heette Paulientje en woonde daar samen met haar moeder en haar vader. Iedere ochtend stond zij met haar moeder op de bovenste trap voor de deur om te kijken hoe haar vader in zijn grote auto stapte en naar de stad reed om te werken. Als hij het park was uitgereden en om de bocht van de weg was ver dwenen, bleven moeder en Paulientje helemaal alleen achter in het grote huis. Want Paulientje had geen broertjes en zusjes. Nu ja, helemaal alleen was niet waar,, want in de grote keuken met de koperen pan netjes en het grote fornuis woonde Mientje, de oude. vriendelijke huishoudster,. ALS het zomer was speelde Paulientje met de bloe men in het park, of keek naar de vogeltjes of naar de dikke kikkers en de eenden in de vijver. Soms ook klom ze naar de zolder en bekeek de plaat jes van de grote, oude stoffige boeken, die daar opge stapeld lagen, of ze luisterde naar de mussen, die hun nestjes in de goot onder de dakpannen hadden ge bouwd. Soms, als het regende of het te koud was om in het park te spelen, liep ze naar de keuken, kroop op een klein rood krukje dicht naast het fornuis en keek hoe Mientje pannekoeken voor haar bakte, die ze heel hoog de lucht in kon gooien en dan weer keu rig opving ih de koekepan. Nu was het winter geworden en Paulientje speelde nooit meer in de tuin, want er lag sneeuw op de bo men en het gras, de vogeltjes waren diep in hun nestjes gekropen en op de vijver lag ijs. Bijna iedere dag zat Paulientje dan naast het grote fornuis en speelde met de prachtige rode appels, die ze aan het einde van de zomer onder de appelboom had gevonden, terwijl ze ondertussen naar de prach tige verhalen luisterde, die Mientje haar vertelde. Over vreemde verre landen en kabouters en feeën. En over beesten die konden praten. OP een ochtend, waarop het verschrikkelijk koud was en er een dik pak sneeuw op de trappen voor de deur lag, zat Paulientje op haar rode krukje in de keuken. Mientje, vroeg ze met een lief klein stemmetje, vertel jij me nog een verhaaltje? Och, och, zuchtte de oude huishoudster lachend, ik heb je ondertussen alle verhaaltjes, die ik ken, al drie keer verteld. Maar weet jij eigenlijk wel dat het over een paar dagen bij alle mensen op de hele wereld groot feest is? Nee, nee, daar weet ik helemaal niets van, zei Paulientje. Toe, vertel het mij alsjeblieft heel vlug. Nou, vooruit dan maar, antwoordde Mientje, en ter wijl ze eieren in een kom deed voor pannekoeken- beslag, vertelde ze het verhaal over het Kerstkindje, dat geboren werd midden in sneeuw in een klein, koud stalletje. En over de herders; die het kwamen opzoeken en de koningen met hun ster. Met een kleur als vuur luisterde Paulientje naar het prachtige ver haal en toen Mientje alles verteld had wat er maar over te vertellen viel en naar het opgewonden ge zichtje van het kleine meisje keek, lachte ze: Ja, ja, je moet niet denken dat dit zomaar een sprookje is. Alles wat ik verteld heb is echt gebeurd. En daar zijn alle mensen zo blij om, dat het daarom ieder jaar heel groot feest is met een stalletje kaarsjes en een denneboom. VAN opwinding klapte het kleine meisje in haar handjes en riep: Duurt dat nog lang? En -hebben wij dan ook een stalletje en een kerstboom? En is het bij ons dan ook feest, met een heleboel kaarsjes? Ja, ja, ja, ja, ja, lachte de huishoudster, dat zul je allemaal nog wel zien. Ga nu maar met je boeken spelen en met je poppen. Opgewonden liep Paulientje de keuken uit en klom langs de grote trappen naar de zolder, waar ze tussen de grote stapels boeken zocht naar plaatjes over sterren en koningen en herders. Totdat ze haar moeder hoorde roepen: Paulientje, Paulientje, waar zit je toch? Je moet eten. Met een diepe zucht legde ze de boeken opzij en klom alle trappen weer af. Toen ze beneden aankwam vroeg ze haar moeder honderduit over het kerstfeest. Maar moeder lachte' alleen maar geheimzinnig, waardoor Paulientje alleen nog maar nieuwsgieriger werd. Iedere nacht droomde het kleine meisje van her ders en koningen en ze kon» de dag haast niet af wachten waarop het Kerstmis zou zijn. Eindelijk toen ze op een dag Mientje in de grote keuken zag staan achter een heleboel potten en pannen en een paar grote mannen binnen zag komen met slingers en kaar sen, begreep Paulientje dat morgen het Kerstkindje geboren zou worden. Rood van opwinding rende ze naar de keuken. Mientje, ik weet dat het morgen Kerstmis is. Toe, vertel me alsjeblieft nog een keertje het verhaal van het Kindje in dat stalletje? Met een vuurrood hoofd keek de dikke huishoudster op van haar pannetjes en potjes. Niks daarvan, bromde ze. Ik heb het vandaag veel te druk. Je mag de hele dag niet op je krukje komen zitten, want ik moet nog zoveel dingen doen, dat er geen tijd overblijft voor verhaaltjes. Ga van daag maar met je poppen spelen. O, zei Paulientje heel verdrietig, en toen ze zag dat Mientje het werkelijk meende, sloop ze stilletjes de keuken uit, naar boven, waar ze haar liefste pop Hajo op ging zoeken, aan wie ze alles vertelde. Maar Hajo had het die ochtend ook veel te druk met andere dingen, want het was net of hij niet luisterde. Hij zat slap en stil in zijn hoekje en wilde niet eens met zijn oogje knipperen. Boos gaf Paulientje de lappenpop een duw, zpdat hij in elkaar gezakt in zijn hoekje bleef liggen. Met het boek, waar de prachtige platen in. stonden, liep ze. allé trappen weer af. Zachtjes kwam ze de .grote huiskamer binnen-. Maar toen ze zag. hoe druk haar moeder daar aan het werk was en ook geen tijd had om haar iets over het kerstfeest te verteilen, dribbelde het kleine meisje de kamer uit, liep de grote hal door en een andere deur in. Boos keek ze rond. Hier was ook al niemand met wie ze zou kunnen praten. Maar het grote haardvuur brandde en de grote stoel van grootvader stond er vlak ..voor. Paulientje liep er met het boek onder haar arm heen en met veel moeite klom ze boven op de dikke kussens. Tjonge, wat brandde het haardvuur heerlijk. Lusteloos sloeg ze de bladen van het boek om en keek naar de prachtige gekleurde kerstprenten, die erin stonden. Maar ze had al zo vaak in het boek gekeken dat ze alle herders, kerstbomen, koningen en sterren helemaal uit haar hoofd kende. PLOTSELING liet Paulientje van verbazing het boek zakken. Wat hoorde ze toch voor een gek geluid? Het leek wel of het uit de open haard kwam. Ze tuurde naar de kleine gele vlammetjes, die begerig aan het hout likten. Maar nee, dat kon toch niet waar zijn? Het leek wel of het vuur veel helderder brandde dan zoëven. En hé, daar hoorde,ze het geluid weer! Ze wist heel zeker dat het uit de open hdard kwam. Was was dat toch? Opeens zag het meisje dat de vlammetjes niet alléén in de haard zaten, want mid den tussen het hout zat een klein, leuk sterretje, dat een helder licht uitstraalde. Ja, ja, tinkelde het met een klein helder stemmetje, ik ben een kerstster en ik kom jou gezelschap houden. Paulientje knikte verrast. Ja, ik ken jou wel, jij staat op een plaatje in mijn prentenboek. Precies geraden, lachte het sterretje, en meteen tjoepte het de haard uit en kwam naast .Paulientje in de stoel zitten. Ik hoor bij het verhaal van de drie koningen, babbelde het verder, en ik ben uit mijn verhaaltje gestapt om jou gezelschap te houden. Ik zag jou hier helemaal alleen in die grote stoel zitten op de dag voor Kerst mis en. Het kleine sterretje kon zijn zin niet afmaken, want opeens hoorden zij een prachtig gefluit uit de hoek van de kamer komen. Plotseling hield het op en een vrolijke stem zong: Goedendag, ik ben herder Jan. Ja, ja, riep Paulientje opgewonden, jij bent de herder die de hele dag op zijn fluit blies. Precies geraden, lachte de herder, en meteen begon hij een vrolijk deuntje te fluiten, terwijl hij blij door de kamer danste. Weer ging de deur op een -kiertje open en wat kwam daar naar binnen? Een heel klein kerstboompje, met nog een paar sneeuwvlokken op zijn takken. Dag, fluister de het verlegen. Ik wist dat het morgen Kerstmis zou zijn en niemand wil mij gebruiken om in de kamer te zetten en mooi te versiéren met slingers en kerst ballen en daarom kom ik naar jou toe. O, wat lief van je, fluisterde Paulientje. Maar je bent helemaal koud en nat. Kom maar dicht bij het vuur staan, dat is lekker warm. JA, tinkelde het sterretje, en ik kom op je bovenste tak zitten, dan ben je het mooist versierd van alle kerstbomen op de hele wereld. Want zelfs de grootste kerstboom heeft nog nooit een echt sterretje in zijn takken gehad. Het kleine sterretje wilde nog meer zeggen, maar het kreeg daar de tijd niet voor, want Paulientje riep uit: O, o, kijk eens naar het schilderij, dat naast de haard hangt! En wat zagen zij? Midden in het schilderij ,ging een klein deurtje open en een heel lief klein engeltje kwam door het deurtje gekropen. Dag allemaal, zong-het. Ach, jij komt oók uit een van mijn kerstverhalen, juichte Paulientje I met een kleur van opwinding. Ja, antwoordde het engeltje, het sterretje, dat in hetzelfde verhaaltje staat als ik, vertelde mij dat het van plan was jou op te komen zoeken en dus dacht ik: nou, dan ga ik maar mee. En ik heb het ook nog aan de drie koningen verteld en ze hebben mij beloofd dat ze ook zouden komen. Komen er dan echt drie koningen op bezoek? fluister, de Paulientje een beetje verlegen. O, maar je hoeft helemaal niet verlegen te zijn, piepte het kleine ster* i retje vanuit de kerstboom, want ze zijn heel erg aar. dig, vooral de zwarte koning. En per slot van reke- ning heb ik ze de weg naar het Kerstkindje gewezen, j eindigde het bijdehand. Als ik er niet geweest was J dan waren ze helemaal verdwaald en hadden ze het I Kerstkindje nooit kunnen vinden. Vol spanning keek Paulientje naar de deur en ja hoor, heel langzaam ging die open en langzaam en statig kwamen de drie koningen naar binnen. "Plechtig lie* ..pen ze naar het meisje en gavén haar een hand,(«r* wijl zij iets. zeiden, dat Paulientje niet kon verstaan, j orridat het eén vreemde taal was. Maar het sterretje, dat blijkbaar alles wist, vertelde haar, dat ze goeden- dag zeiden en daarom zei Paulientje heel beleefd goe dendag terug. Langzaam schreden ze naar een hoek' van de kamer, waar ze vlak naast de kerstboom gin gen staan. Het was heel stil in de kamer. EEN vrolijk geblaf verstoorde plotseling de plech tige stemming. O, riep Paulientje, dat is Bello,de hond, die buiten in het grote hok woont. Het rm vloog open en met een grote sprong stond.de grote hond midden in de kamer. O Bello, wat lief van jou, r juichte het meisje. Kom. maar gauw. Er is nog eer. plaatsje voor je bij de haard. Met een grote blaf spron? j| Bello op het zachte, warme kleed en hij vond dat hij 1 het beste plaatsje van de hele kamer gevonden had .j Met zijn kop op zijn voorpoten keek hij nieuwsgien? de kamer rond. O ja, dat is waar ook, ik heb de kippen en de haar verteld dat ik naar jou toe ging, blafte hij opeen; Misschien komen die ook nog wel. Ja, maar dan ben I ik toch eerst, piepte een klein stemmetje. Verbaas! i j keek Paulientje om en wat zag ze uit de deur van na |j kast .komen, die op een kier stond? Een klein ju- boutertje met zo'n verschrikkelijk lange baard, M hij er bijna op trapte. Dag alemaal, riep hij laches! uit. I Ik ken je, ik ken je, juichte Paulientje, jij staats? bladzijde tien van mijn leesboek. Jij bent die kers.- kabouter, die in de kerstboom van een klein jonge)]2 een heleboel mooie slingers had gehangen. W lachte het kaboutertje tevreden, en ik heb dat jonge* tje gevraagd of ik alles van hem mocht lenen. Kl!J j maar. Ongelovig draaide Paulientje zich om en toen ze oe kerstboom zag kon ze haar ogen nauwelijks geloven- Van onder tot boven was hij prachtig versierd niet mooiste slingers en kerstklokjes, die allemaal vrolj* tingelden. En heeltrots straalde bovenin het kersi* sterretje. Och, och, wat was Paulientje blij. Opgewonden dan- ze in haar stoel op en neer. Maar het werd alienist nog veel mooier. De kippen en de haan, de veldmuisjes en een pt'; eenden kwamen naarbinnen gestapt. Paulientje j niet meer waar ze kijken moest. Toen het laatste ve muisje naarbinnen was gestapt, was de kamer WJ maal vol. En een herrie dat er was. Herder Jan SPjj' de op zijn fluit, de eenden kwaakten, het eng™ zong en Bello 'blafte. PLOTSELING hield herder Jan op met fluiten. J# moeten, allemaal heel stil zijn, riep hij- Toent'* lawaai bedaard was ging hij midden in de kamersv en zei: Ik vind, dat we allemaal samen een heeiro^j kerstliedje moesten zingen. Dat vonden ze all™8 en zelfs de koningen knikten. l{ Rood van opwinding zat het kleine meisje in de g>. stoel én even later klonk er een kerstlied door de mer, zo mooi, dat Paulientje er de traantjes vanw ogen kreeg. (r Maar, wat was dat? Hoorde ze daar moeders^ Ja hoor, daar ging de deur open en moeder K j binnen. Ze vroeg verbaasd: Paulientje, waar^j] tóch? Ik loop je overal te zoeken. Je had allan" ten eten. En opeens waren alle beesten, het engeltje, de J de koningen en herder Jan verdwenen. Verbaasd Paulientje om zich heen. Ze zat heel gewoon ia®1 vaders stoel bij het houtvuur. 9 Maar kindje toch. Waarom zit je hier zo alleen, maar vlug mee. Heb je soms geslapen? m Maar Paulientje knikte van nee. En omdat ze van was dat de grote mensen toch niet zouden JjL; pen \yat ze gezien had, hield ze stijf haar ff dicht. Maar toen ze 's avonds 'naar haar bedje «'^..1 nog even naar het kleine denneboompje keek, J weer helemaal alleen in de koude sneeuw stoM j; zè dat ze dit mooie kerstverhaal nooit meer zou geten. DR. KRIELLAARS ...econoom... DEN HAAG (ANP) Het T Kamerlid de heer Schoenmaker i heeft de minister van economise ken gevraagd, of de voorgenomei ting van de meelfabriek Van en van der Lande te Devent huidige benodigde capaciteit i meelproduktie, en In de toekoms tast. Voorts wil hij weten, wat hc deel van de minister is omtre geruchten, dat deze voorgenomer ting mede het gevolg zou zijn vs ter zake gevoerde prijsbeleid. 1 ten deze geruchten een grond juistheid bevatten, is de ministe bereid na te gaan, Of er maatr kunnen worden genomen ter v ming van soortgelijke situaties andere bedrijven. Indien de sluiti stand komt, is de minister dan nemens de sociale en economiscl volgen voor de werknemers, noodzakelijk in overleg met de i ter van sociale zaken, zodanig gelen, dat voornoemde werknem weinig mogelijk nadeel hiervan vinden?. Zekerheid met ee 21/12 22/ aTemleleningen Nederland 65 534 Ned. 65 II 5$4 64 6% Ned. Ned. Ned. Ned. Ned. i Ned. Ned. Ned. Ned. 97 92 90% 89% 88H 87% 87% 84% 84% 82% 76 64 S 68 4% 59 4% 60/2 4% 59 «V, 60 4% 62 4 Ned. Staff. 47 3% Ned. so/1-2 3% Ned. 54/1-2 3y. Ned. 65/1 31/, Ned. 65/2 3% Nederland 37 3 Ned.Grootb 46 3 Ned. DoU. 47 3 Ned. Invest, indie 37a Bank- en kredietweien B. Ned. Gem. 57 6 on Me 30 J. 58/50 4 86A I<L 25 j. 60/3-5 4^ gg Culture» A'dam Rubber nc HVA My en ver. 74% 78 77V4 80%* 82% 82% 87% 96A 88% 35 101 V makkelijk 4 nooit kreuken ventilerend 4 lang meegaan 41 zo droog 4 nooit strijken 4 snel gewassen 4 gecontroleerd alom verkrijgbaar 138% Industriële ondernemingen rü^f.cen. TC Uoogov. norx.VA. uïinJ? '09.50 109.8 SïïXÏK: 111 Scheepvaar en Luchtvaart 8.41. Java-China Pag. K.LM. t, eert. K.N.SM n.b. stv. My Ned. Nievelt Goudr.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 10