de armen gaan soms goed gekleed Geen gebed in klas met niet-gelovige two-seater Harde" voorlichting over kanker nodig VOOR HEM KLAAR zo is JOHNSON STRIJDT TEGEN ARMOEDE DEKKERS BREDA de misdaad van giovanni ^enturi AMERIKA OOK Klagende Loencnaren krijgen kous op kop 17 GERECHTSHOF DEELSTAAT HESSEN: 895.- Schadelijk OSRAM "1 lampen Leef warmte! Vooral om de veiligheid. DOOR HOWARD SHAW DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 29 OKTOBER 1965 (Speciale correspondentie) NEW YORK Jawel, Amerika is het land van de massarijkdom. Maar mag ik daar even de iets minder bekende massa-armoede tegenover stel len? „Het is niet meer dan billijk dat je daar ook van op de hoogte komt", zei een Amerikaanse vriendin me. En vanuit haar eigen welvoor ziene huis, met een vier-persoons vliegtuigje en een azuren zwembad in de achtertuin, en een garage die berekend is op drie grote wagens, van uit haar eigen rijkdom nam ze mij drie dagen lang mee op een tocht naar de armoede. „Opdat", zei ze, „je thuis niet dat eeuwig geïdealiseerde beeld over Amerika zult ophangen, maar ook iets kunt vertellen over de noodzaak waaruit president Johnson's Anti Poverty Program vorig jaar geboren werd". Mr. Johnson heeft namelijk de oor log verklaard aan de armoede. En wel op typisch Amerikaanse manier: hij wil ée armen zelf de wapens in handen geven hun vijand te overwin nen. Er zijn in het huidige Amerika meer dan 11 miljoen volwassenen die nog geen zes jaar onderwijs hebben ge had. Is het logisch dat zij juist dege nen zijn die in de grootste ellende le ven? En mag men niet verwachten dat mensen die iets meer in hun mars heb. ben, minder snel het slachtoffer zul len worden van werkeloosheid en slechtbetaalde baantjes? Vandaar dat onderwijs en scholing de wapens zijn waarmee de armoede te lijf wordt ge gaan. In heel Amerika zijn sinds een jaar ontelbare programma's aan het draaien die volwassenen én kinderen de gelegenheid geven zoveel als tno: gelijk is op te steken aan algemene kennis (lezen en schrijven) en beroeps- training. „Welnu", zei mijn vriendin, „of je het geloven wilt of niet, er zijn zelfs kinderen aan wie het lager onderwijs verspild is als ze niet van tevoren wor den opgevangen." En ze vertelde me van de verwaarloosde jongens en meis. jes die naar de eerste klas komen zon der dat ze rood van groen kunnen on derscheiden. Ieder jaar zijn het er dui zenden. Ze zijn schuw en vuil en vaak nauwelijks gekleed en ze spreken maar een handjevol Engels. Ze hebben nog nooit een boek gezien en weten niet aat een boom bladeren heeft. „Wat «enk ]e dait er gebeurt als zulke kin aeren in een klas worden gezet met ™ale zesjarigen? Natuurlijk kun nen ze met mee. Ze kunnen zelfs in de Pauze niet met hun vork overweg, laat «aan dat ze een kans hebben iets op te steken van het onderwijs. En de on- «wjtadta hebben geen tijd zich Wu! l met deze trieste gevalletjes Ta Kr- den- Wat gebeurt er dus? al v en steeds meer achter, als ze ai geen afschuwelijke scènes veroorza- ®n. En tenslotte komen ze niet eens in wn?ar sc^°ol. Hun enige kans om verlo "Ven iet)S vooruit te komen, is Om dit zoveel mogelijk te voorko men. is dit jaar in alle staten van A- merika het Head Start Program van start gegaan. De kinderen waarvan verwacht werd, dat ze moeilijkheden zouden hebben in de eerste klas, heb ben acht weken lang voorbereidend onderwijs gehad. Ze werden gewassen en netjes aangekleed, ze leerden hoe ze hun tanden moeten poetsen, ze kre gen inentingen, ze leerden een karton netje melk openmaken en drinken met een rietje. Kortom, zei mijn lieve vriendin, die veel werk heeft verzet voor deze misdeelde stakkers, „ze werden psychisch, fysiek en emotio neel voorbereid op het schoolleven". Was dat moeilijk? Ik kan u de ver zekering geven Vc.n wél! Toen ik de klasjes bezocht (blanken, negertjes en Indianen) waren de aanpassingslessen vier weken aan de gang. De kinderen zagen er (behalve de schuwe, slordige Indiaantjes) keurig geboend en onder houden uit, ze konden al gezamenlijk een liedje zingen en ze demonstreer den met trots dat ze wisten Wat rood, blauw en geel was. Maar de onderwij zers en hun assistenten vertelden me wilde verhalen uiit de eerste dagen. Sommige kinderen .lieten zich schreeu wend op de grond vallen als er tegen hen gesproken werd. Er waren er die hun voedsel opschrokten als diertjes. De negerklndertjes zagen er keurig geboend uit en demonstreerden met trots dat ze wisten wat rood, blauw en 'geel was Meisjes die poppen en poppezuigfles- jes kregen om er mee te spelen, sta ken de flesjes in hun eigen mond. Van samenspel had niemand het geringste besef. Er speelden zicfh dan ook hart verscheurende taferelen af. Maar de geschoolde krachten, die van tevoren speciale cursussen volgden, en die bo vendien tijd en gelegenheid hadden zich intensief met de moeilijke geval len bezig te houden, speelden in korte tijd verrassend veel klaar. Dat was ook al mogelijk omdat de klasjes klein waren gehouden. Dat heeft Amerika deze zomer elf- eneenhalf miljoen dollar gekost. In de komende jaren zal er nog meer geld aan besteed worden, het is namelijk de bedoeling van Washington om deze voorbereiding op de lagere school (die wel een beetje anders is dan de kleu terschool in Nederland) een heel jaar te laten duren. In twaalf maanden zul len de kinderen die ervoor in aanmer king komen, wat meer gelegenheid hebben vertrouwd te raken met de wereld .waarin een fortuinlijker kind vanaf zijn geboorte, spelenderwijs op groeit. Zodat het de kans heeft zich, eenmaal op school, met dat leeftijdge nootje te meten. De ouders van de arme schapen, bijna allemaal analfabeet, zien god dank de noodzaak van medewerking over het algemeen wel in. Ze zijn blij met deze kans voor hun kroost. De moeders beloven de kleren die de kin deren krijgen netjes te houden, en de vaders zeggen dat ze de kleinen elke dag naar school zullen sturen, ondanks het in vele staten ontbreken van de leerplicht. Zodat Amerika optimistisch licht ziet in een donkere situatie. (Advertentie) vanaf ...ideaal voor het interieur van deze tijd. Cosy en toch met de rijke sfeer van royale ruimte. Vorstelijk, maar verrassend bescheiden in de vierkante-meter-eis. En de warmwollen stof- bekleding geeft een extra accent van gastvrije gezelligheid. Probeert u zo'n stijlvolle tweezitsbank. eens in r\mn -»^„1. t - onze zaak I standing AN C0°THPLEIN 12 - TEL. 01600-39400 WIESBADE (UPI) Het hoogge rechtshof van de Westduitse deelstaat Hessen heeft eergisteren bepaald dat niet in de klassen van openbare scholen mag worden gebeden indien ook maar één van de leerlingen ertegen is. Het besluit geldt alleen maar voor scholen in Hessen. Het is de eerste keer dat een Westduitse rechtbank een dergelijke uit- spraak heeft gedaan. De zaak werd door het hooggerechts hof behandeld op verzoek van Dieter en Inge Hoffmann, de atheïstische ou ders van een 9-jarig jongetje, Till. De jongen bezocht een school in Frank fort. Voordat zij zich tot het hof wendden, hadden Tills1 ouders tevergeefs gepro beerd de plaatselijke autoriteiten ertoe te bewegen het opdragen van gebeden in de klas van hun zoon te verbieden. Zij vonden, dat het bidden in de klas indruiste tegen de in de grondwet van Hessen opgenomen bepaling inzake „vrijheid van religieuze overtuiging". Tills vader is advocaat. Dieter Hoffann had het hof in juni gewezen op het besluit van het Ameri kaanse hooggerechtshof waarbij het bid den in klassen van Amerikaanse open bare scholen werd verboden. De belangrijkste rechter bij het pro ces in Hessen, Hans Schneider, bepaalde gisteren dat „de meerderheid der leer lingen niet kon staan op (collectieve) gebeden indien één hunner zich uit sprak tegen het godsdienstonderwijs en vond dat zijn gewetensvrijheid werd ge schonden". Het hof was van mening dat het Till „psychisch zou schaden" in dien hij, zelfs zonder eraan deel te ne men, in de klas zou blijven zitten ter wijl de gebeden werden opgedragen of het lokaal tijdelijk zou verlaten. Het Amerikaanse hof was tot een soortgelij ke conclusie gekomen. „Kinderen die willen bidden kunnen dat elders en op andere tijden doen, wanneer de rechten van anderen niet worden geschonden", verklaarde Schnei der. Hij voegde hieraan echter toe dat gebeden tijdens het speciale godsdienst onderwijs dat alleen maar wordt bij gewoond door kinderen die tot een kerk behoren en het afleggen van een „al gemene verklaring met een religieuze strekking", iedere morgen, niet waren verboden. Op veel Westduitse scholen wordt aan het begin van de dag in de klas gebeden. (Adivertenitie) LOENEN A.D. VECHT (ANP) Ge deputeerde staten van de provincie Utrecht hebben een terechtwijzing ge richt aan het adres van een aantal ge meentenaren van Loenen, die zich in mei jl. schriftelijk tot dit college hadden ge wend met een aantal vermeende klach ten over het beleid van wethouder C. van den Berg en gemeentesecretaris R. Ver schuur. Beiden zouden zich aan misbruik van gezag hebben schuldig gemaakt. Zo zou de heer van den Berg van zijn positie als wethouder misbruik hebben gemaakt om vergunning te krijgen voor de bouw van zijn woning'en een ver familielid hebban bevoordeeld bij de verkoop van een oud schoolgebouw. Ook het gemeentelijk beleid met be trekking tot ligplaatsen voor woonsche pen was in het klaagschrift in het geding gebracht. Het college van G.S. heeft de klagen de inwoners medegedeeld geen enkele onregelmatigheid te hebben geconsta teerd. Het college verklaart het laakbaar te achten dat klachten zijn geuit die in duidelijke strijd met de feiten zijn. (Advertentie) Moeder ziet er de laatste tijd allesbe halve florissant uit. Er mankeert beslist wat aan Als 't maar geen kanker is." „Die telkens terugkerende maagpijn van vader staat mij niks aan. Daar kon wel eens iets ernstigs achter steken! Als 't maar geen kanker is." „We maakten ons eerst helemaal niet ongerust over die heesheid van Piet. We dachten, dat het een gewone verkoud heid was, maar het duurt al zo lang! Als 't maar geen kanker is.' Wie kent niet bovenstaande ontboeze mingen van bezorgde familieleden en vrienden? Ze komen voort uit een on miskenbare vrees voor de kankervijand, die de gezondheid (misschien zelfs het leven) van hun dierbaren belaagt. In mijn vorige "bijdrage van deze rubriek heb ik deze vrees in verband gebracht met de voorlichting over kanker, en alvorens nader in te gaan op de kanker als ziekte zou ik nog eens nadrukkelijk de vraag willen stellen, wat te verkiezen is: óf een duidelijke (voor mijn part „harde") vóórlichting met de kans op het ontstaan van kankervrees (zelfs kan kervrees-paniek) bij mensen die geen kanker hebben, óf een minder duidelijke (,-,weke") voorlichting, waarvan het gevolg kan zijn, dat lijders aan een nog geneeslijk stadium van kanker niet bijtijds met hun neus op de genezingsmogelijkheid van hun ziekte worden gedrukt. Mijn keuze mag bekend verondersteld worden. Kanker is nu eenmaal een zéér ernstige ziekte, die (omdat de oorzaak niet bekend is) moeilijk te bestrijden is. Harde maatregelen zijn daarom zeer ze ker verantwoord. Gelukkig is er bij de kankerbestrijding een ze#er belangrijk lichtpunt. We mogen dan dê oorzaak van kanker niet kennen, we weten wel wat kanker is. De vijand is dus bekend, doch we weten niet waar hij vandaan komt. Het is dus van 't grootste belang, dat we die vijand zo gauw mogelijk in de gaten krijgen; we moeten de omstandigheden leren ken nen, waaronder hij zich 't eerst mani festeert (voorboden, „waarschuwings tekens"); we moeten op de hoogte zijn van zijn sterkste troeven (om doeltref fend tegenspel te kunnen geven) en van zijn zwakke plekken (om daar met suc ces te kunnen toeslaan). Daarvoor is no dig, dat we weten wat kanker eigenlijk is. Om deze vraag te beantwoorden, moe ten we terug naar het begin van ieder mensenleven, n.l. naar de eicel. Als deze eicel bevrucht wordt (door een zaadcel) komt de „wording" van een nieuw men senkind op gang. De bevruchte eicel gaat zich 'namelijk delen: uit één eicel („moedercel") ontstaan door deze deling twee „dochtercellen". Deze dochtercel len gaan optreden als moedercellen en delen zich ieder ook weer. Zo ontstaan uit twee cellen door deling vier cellen, uit deze vier weer acht en zo verder (8-16-32-64-128 enz.) tot miljoenën cel len zijn gevormd, waaruit het menselijk lichaam is opgebouwd. Op een bepaald ogenblik in deze ontwikkeling ontstaat er een differentiatie, d.w.z. uit één cel met bepaalde eigenschappen ontstaan er twee cellen met andere eigenschappen, dus cellen van een ander soort. Iedere groep cellen van een bepaalde soort noemen we Foto Plet Keyser Mevrouw H. Kramers, huisvrouw Frans Halsplein, Haarlem Toen wij vorig jaar in dit bovenhuis kwamen, was hier alleen centrale verwarming. We hebben er toen meteen een kolenhaard bij genomen, want anders zou het niet genoeg zijn hier. En doods bovendien. Maar waarom juist een kolenhaard op een bovenhuis? Ach - ik ben on-technisch, maar ik vind het gewoon een rustgevend idee. Hij sist niet en bromt niet en blaast niet. Hij kan niet omgestoten worden, niet plotseling 5/81820A haperen, niet opeens kuren. Hij doet alleen wat-ïe doen moet. Stilletjes zorgen voor fijne warmte en gezelligheid. En dat geeft een veilig gevoel, 't Is echt een vertrouwde huisgenoot. Waar je zeker van bent. En dat vind ik een heel ding. Vooral met het oog op onze kleine Madelon... als die straks groter wordt. Daarom voor ons leefwarmte. En anders niet!* Alleen kolen geven leefwarmte 8) Zijn zware lichaam was klam van het zweet. Hij wreef met zijn harige rechterarm over zijn voorhoofd en liet daar een brede grijze veeg ach ter- Hij kreunde pijnlijk en richtte zich op. Toen bond hij de zak met een touw dicht en hees die op zijn schouder. De zak was gevuld met ruim dertig kilo puin. Hij wendde zich om en liep naar de treden aan het begin van de tunnel. Elekrti- sche lampjes aan het plafond van de tunnel schenen op zijn naakte rug en wierpen lange schaduwen op de plek ken waar zware stutbalken tegen de grauwe wanden oprezen. Halfweg de uitgehakte treden stond hij even stil om te hoesten. Zijn longen zaten vol met vochtig stof van de losgekapte tufsteen. Hij zocht in zijn zak naar 'een stoffige zakdoek. Hij bedekte hiermee zijn gezicht en haalde een ogenblik adem door het katoenen weefsel Met lome passen liep hij verder naar de trap. De boekhandelaar zat op de on derste van de in de tufsteen uitge hakte treden die van de tunnel naar de kelder van de Trattoria Di Giovan ni leidden. Hij stortte cement in een grote kuip tussen zijn benen. Giovan ni liet de zak van zijn schouder glij den en ging zwaar ademhalend naast zijn vriend zitten. ,,Die tufsteen is opvallend los," hijg de hij. „Achtèntwintig jaar heb ik hier gewoond, zonder te weten' dat de grond onder mijn trattoria zo zacht was dat je die met je vingers kon verkruimelen" „Dat is zo," knikte de boekhandelaar. Hij bestudeerde het mengsel in de kuip en deed er nog wat zand in- „Maar ondanks het feit dat die steen buitengewoon poreus is, is zijn weerstand tegen druk bijzon der groot." „Twee nachten geleden," grinnikte Giovanni, „dacht ik, dat ik ieder mo ment de vloer van je winkel met ♦minstens tienduizend boeken op mijn hoofd kon krijgen." Hij begon zijn rechter dij te masseren waarin hij "een lichte kramp voelde. De boekhandelaar zag dit met een droevige blik aan. „Het spijt me dat we moesten afzien van ons plan om een luchtdrukboor te gebruiken. Zo als wij het nu doen, is het tamelijk primitief, maar het lawaai van een machine. „Non importa," zei Giovanni. „Het doet er niet toe Het eigenlijke gra ven is niet zo zwaar. Wat mij het meest uitput is dat puin in die zak ken te stoppen en naar mijn kelder te slepen. Oef..." Hij stond moeizaam op en bukte naar de zak. Deze bonk te tegen de vochtige wand toen hij de treden opklom. „Dit is de zesennegen- tigste die ik naar boven gedragen heb," constateerde hij bii zijn terug komst. De boekhandelaar keek hem onge- rust aan. „Ik hoop, dat er genoeg bergruimte is „Ik denk, dat er nog wel plaats voor duizend zakken is," zei Giovanni. „Ik stapel ze twaalf-hoog op, tot tegen be balken." Hij reikte boven zijn hoofd en tikte tegen een zware eiken balk die de boekhandelaar onder het pla fond van de tunnel had aangebracht. „Dit is een stevig stuk werk," prees hij. „Dank je." Zijn vriend was druk be zig in het beton te roeren. „Als timmerman ben ik beter dan als met selaar, dat moet ik eerlijk bekennen. Maar toch vind ik deze combinatie van cement, zand en kalksteen een zeer bruikbaar mengsel:" „In ieder geval droogt het snel," zei Giovanni ,,Je hebt deze treden pas de vorige nacht afgewerkt en nu zijn ze al hard." Hij tikte met zijn knokkels op het beton. „Weet je." zei hij. „dat deze tunnel het zeker wel vijfhonderd jaar kan uithouden?" Een paar minuten ging hij zitten om zijn stijve dijspieren te wrijven. Dan nam hij de meetband op en dook weg in het grijze stof aan het einde van de uitgraving. Langzaam liep hij te rug naar de onderste tree ep las de maat af. „Bijna zes meter. Waar brengt ons dit?" Zijn kameraad droogde zorgvuldig zijn handen af en spreidde de kaart voor hen uit. Hij wees de tunnel in. „Kun je de laatste stut zien die ik geplaatst heb? Die staat precies on der de muur tussen mijn winkel en de woning van signora Pandolfi." „Nog niet verder?!" Giovanni was teleurgesteld. Zijn botten deden pijn en alle zenuwen van zijn lichaam waren in opstand- „We hadden het vverk ook kunnen bespoedigen door een transportband te gebruiken," zei de boekhandelaar, „maar dat had ook gevaarlijk kunnen zijn. We moeten voorzichtig te werk gaan en bovenal in stilte. Daarom kunnen we ook pas na middernacht aan de gang gaan. En daarom ook heb ik erop aange drongen dat we eerst diep omlaag groeven, voor we in de richting van de Iniro gingen. En dat is ook de reden waarom ik signora Pandolfi het hof ga maken." „Ohe cosa? Wat nou?!" De boekhandelaar knikte. „Ja, ik heb de signora een uitnodiging ge zonden voor een laat concert en een daarop aansluitend souper, ongeveer achttien uur na dit ogenblik." Hij stak zijn pijp op en staarde de tunnel in. „Het lijkt me tamelijk donker daar aan het einde. Nog een meter verder en ik zal de elektrische kabel weer moeten verlengen." „Maar wat zit er achter je plan om signora Pandolfi het hof te gaan ma ken?" De boekhandelaar wreef langs zijn kin. Zijn tanden tikten tegen de steel van zijn pijp. „Misschien ben ik overdreven voorzichtig,'.' zei hij. „We hebben weloverwogen diep gegraven, voor we in de richting van ons doel gingen. Het is dus hoogst onwaar schijnlijk dat het geluid van ons werk boven gehóórd kan worden, maar.." hij schudde nadenkend zijn hoofd, „er is altijd een kleine mo gelijkheid van een misrekening. Het huis van signora Pandolfi wordt des nachts bewoond, maar gelukkig is er slechts één bewoonster. Ik ben dus van plan die bewoonster uit het huis te lokken gedurende onze werkuren of beter gezegd: gedurende jouw werkuren als we eenmaal zonder ongelukken onder haar woning gepas seerd zijn, zal ik niet langer de nei ging voelen op de tijd van die dame beslag te leggen. Zowel de winkel van de groentehandelaar als die van de zilversmid zijn 's nachts gesloten en verlaten; er dreigt dus geen ge vaar van boven meer voor onze on derneming, als we eenmaal voorbij het huis van de signora zijn. Intus sen vind ik het echter aanbevelens waardig de dame in kwestie over te halen om 's avonds andere wijken van de stad te bezoeken en laat in de nacht zo vermoeid thuis te komen dat ze onmiddellijk haar hoofd op haar kussen legt en volkomen doof is voor welk geluid ook." een weefsel en het zal zonder meer dir delijk zijn, dat het menselijk lichaai dus opgebouwd is uit verschillende wees seis. De cellen, van die weefsels dele zich voortdurend, hetgeen nodig is voc de opbouw van het lichaam en voor c. vervanging van o.a. door slijtage besch digde weefselcellen. Nu zijn we waar v. wezen willen: als deze cellenvorming i een bepaald weefsel niet in het norma tempo verloopt, doch abnormale afro tingen gaat aannemen, zodat er dus a normaal-grote aantallen van deze cellc ontstaan (we spreken van celwoekerin; dan ontwikkelen zich z.g. gezwellen, d. we als verdikkingen (knobbels) kunne waarnemen. Naar de oorzaak van de abnormale celwoekering wordt naarsti (tot nu toe zonder resultaat) gezocht. Sommige van bovengenoemde gezwe len zijn goedaardig (b.v. in bindweefsel; maar er zijn ook kwaadaardige gezwe len (b.v. de celwoekeringen in klierweei sel) en deze kwaadaardige gezwelle noemen we kanker. Waaraan hebben deze kwaadaardig gezwellen 'hun slechte naam te danken Op de eerste plaats door de wel bijzon der sterke (stormachtige) celwoekerin gen, waardoor een zodanig grote opeen hoping van cellen ontstaat, dat deze niet alleen de omgevende weefsels „wegdruk ken", maar ook in die weefsels binnen- groeien en aldaar de weefselcellen tot verval brengen. Dit ingroeien is ook nog daarom zo funest, omdat het niet gelijk matig gaat, maar door „het uitsteker, van poten". Door deze vorm van uil- groeiing ontstaat er gelijkenis met eer. kreeft, zoals op de propaganda-biljette: voor de kankerbestrijding duidelijk is tc zien. Het Duitse woord voor kanker dan ook „Krebs"). Op de tweede plaa' oefent de kwaadaardige celwoekerin een vernietigende invloed uit op het g hele gestel van de patiënt, hetgeen ter slotte tot een algehele uitputting voer En en derde heeft 't kwaadaardige g< zwel de alleronaangenaamste eigen schap, dat de woekerende cellen zie (o.a. via de bloedbaan) kunnen verspre: den door het gehele lichaam, zich dai. kunnen nestelen in de verschillende 1 chaamsorganen en ook daar weer hm woekeringslust kunnen gaan botvierei Als men ai deze feiten nuchter bezie dan zal niemand durven ontkennen, dc het hier gaat om een zeer belangrijk a peet van de volksgezondheid en iedc: een zal moeten toegeven dat de vree voor een zo ernstige ziekte volkomen gc grond en daardoor verklaarbaar is. A men mij dan voor de voeten werpt, da bovenstaande voorlichting die vrees nu. aanwakkert, dan stel ik daar tegenove; dat ik hoop met deze uiteenzetting tf zullen bereiken, dat de lezers van dezt rubriek een impuls gekregen hebben on. ■hun eigen inbreng te gaan leveren in d. verbitterde strijd tegen het kankermoi. ster. Vanzelfsprekend worden de wapen, in deze strijd op de allereerste plaats gt hanteerd door de medische instantie, (operatieve verwijdering van .het kanker gezwei röntgeii-bestraling, radium-bc eling, enz.) maar bij' het gebruik van het belangrijkste het meest doeltref fende van deze wapens hebben de me dische instanties de medewerking nodig van „het grote publiek". Dit allesbeslis sende wapen is namelijk de „vroeg-diag- nose", d.w.z. het constateren van de kankeraanwezigheid in een zo vroeg sta dium, dat medische hulp nog tot een blijvend goed resultaat kan leiden. Hier voor is nodig dat ieder mens die klach ten heeft, welke in de richting van kan ker wijzen, zich zonder uitstel tot zijn huisarts wendt. Doet hij (of zij) dat niet. dan is de kans groot, dat het kankerge zwel niet meer in zijn geheel (tot en met de uiterste punten van de kreeftepoten weggenomen kan worden, terwijl de mo gelijkheid van 'een uitzaaiing is toegeno men. Eigenlijk zou ieder mens periodiek (b.v. ieder half jaar) onderzocht moeten worden op de aanwezigheid van een be ginnend kankergezwel. Het is begrijpe lijk, dat een dergelijk uitgebreid en tijd rovend werk (dat zich over alle organên zou moeten uitstrekken met röntgen foto's, bloed-onderzoek enz)om prakti sche redenen niet uitgevoerd kan wor den, In dit verband wijs ik op het regel matig plaatshebbend bevolkingson derzoek op long-tuberculose, bij welk on derzoek ook een beginnende longkanker ontdekt kan worden. Overigens is er nog een vorm van kanker, namelijk de borst kanker bij vrouwen, die door een zeer eenvoudig onderzoek in het beginstadium te herkennen is. Een halfjaarlijkse con trole door de huisarts lijkt mij voor de vroeg-diagnose van deze kanker (die in 1963 nog 1819 slachtoffers eiste,) zeker aan te bevelen. In verreweg de meeste gevallen zijn we toch voor het stellen vaii de vroeg- diagnose aangewezen op de „waarschu wingstekens", die ik in mijn vorig arti kel uit dr. Meinsma's boekje „Kankerfei ten" overnam en die ik (om het grote belang van de zaak) nogmaals wil neer schrijven. Deze „waarschuwingstekens" zijn: 1. abnormale bloeding of etterige af scheiding, iedere knobbel in de borst of elders, 3. een zweer, die niet spoedig geneest, 4. blijvende verandering in de stoelgang, 5. blijvende heesheid of hoest, blijvende stoornissen van de spijsver tering, of moeilijkheden bij het slikken, 7. veranderingen in een wrat of een moe dervlek. De bij de malariabestrijding gebruikte leuze: „Ziet ge muggen, lang van poot: aarzelt niet, maar sla zé dood", zou ik willen vervangen door'de bij kankerbestrijding toepasselijke leuze: „Hebt ge klachten, lang van duur: Roep uw huisarts, wacht geen uur." de HUISARTS. (Advertentie)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 17