de armen gaan soms goed gekleed
Geen gebed in klas
met niet-gelovige
two-seater
Harde" voorlichting
over kanker nodig
VOOR HEM
KLAAR
zo is
JOHNSON
STRIJDT
TEGEN
ARMOEDE
DEKKERS BREDA
de
misdaad
van
giovanni
^enturi
AMERIKA
OOK
Klagende Loencnaren
krijgen kous op kop
17
GERECHTSHOF DEELSTAAT HESSEN:
895.-
Schadelijk
OSRAM
"1
lampen
Leef warmte!
Vooral om de veiligheid.
DOOR HOWARD SHAW
DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 29 OKTOBER 1965
(Speciale correspondentie)
NEW YORK Jawel, Amerika is het land van de massarijkdom. Maar
mag ik daar even de iets minder bekende massa-armoede tegenover stel
len? „Het is niet meer dan billijk dat je daar ook van op de hoogte
komt", zei een Amerikaanse vriendin me. En vanuit haar eigen welvoor
ziene huis, met een vier-persoons vliegtuigje en een azuren zwembad in
de achtertuin, en een garage die berekend is op drie grote wagens, van
uit haar eigen rijkdom nam ze mij drie dagen lang mee op een tocht
naar de armoede. „Opdat", zei ze, „je thuis niet dat eeuwig geïdealiseerde
beeld over Amerika zult ophangen, maar ook iets kunt vertellen over de
noodzaak waaruit president Johnson's Anti Poverty Program vorig jaar
geboren werd".
Mr. Johnson heeft namelijk de oor
log verklaard aan de armoede. En
wel op typisch Amerikaanse manier:
hij wil ée armen zelf de wapens in
handen geven hun vijand te overwin
nen. Er zijn in het huidige Amerika
meer dan 11 miljoen volwassenen die
nog geen zes jaar onderwijs hebben ge
had. Is het logisch dat zij juist dege
nen zijn die in de grootste ellende le
ven? En mag men niet verwachten dat
mensen die iets meer in hun mars heb.
ben, minder snel het slachtoffer zul
len worden van werkeloosheid en
slechtbetaalde baantjes? Vandaar dat
onderwijs en scholing de wapens zijn
waarmee de armoede te lijf wordt ge
gaan. In heel Amerika zijn sinds een
jaar ontelbare programma's aan het
draaien die volwassenen én kinderen
de gelegenheid geven zoveel als tno:
gelijk is op te steken aan algemene
kennis (lezen en schrijven) en beroeps-
training.
„Welnu", zei mijn vriendin, „of je
het geloven wilt of niet, er zijn zelfs
kinderen aan wie het lager onderwijs
verspild is als ze niet van tevoren wor
den opgevangen." En ze vertelde me
van de verwaarloosde jongens en meis.
jes die naar de eerste klas komen zon
der dat ze rood van groen kunnen on
derscheiden. Ieder jaar zijn het er dui
zenden. Ze zijn schuw en vuil en vaak
nauwelijks gekleed en ze spreken maar
een handjevol Engels. Ze hebben nog
nooit een boek gezien en weten niet
aat een boom bladeren heeft. „Wat
«enk ]e dait er gebeurt als zulke kin
aeren in een klas worden gezet met
™ale zesjarigen? Natuurlijk kun
nen ze met mee. Ze kunnen zelfs in de
Pauze niet met hun vork overweg, laat
«aan dat ze een kans hebben iets op
te steken van het onderwijs. En de on-
«wjtadta hebben geen tijd zich
Wu! l met deze trieste gevalletjes
Ta Kr- den- Wat gebeurt er dus?
al v en steeds meer achter, als ze
ai geen afschuwelijke scènes veroorza-
®n. En tenslotte komen ze niet eens
in wn?ar sc^°ol. Hun enige kans om
verlo "Ven iet)S vooruit te komen, is
Om dit zoveel mogelijk te voorko
men. is dit jaar in alle staten van A-
merika het Head Start Program van
start gegaan. De kinderen waarvan
verwacht werd, dat ze moeilijkheden
zouden hebben in de eerste klas, heb
ben acht weken lang voorbereidend
onderwijs gehad. Ze werden gewassen
en netjes aangekleed, ze leerden hoe
ze hun tanden moeten poetsen, ze kre
gen inentingen, ze leerden een karton
netje melk openmaken en drinken met
een rietje. Kortom, zei mijn lieve
vriendin, die veel werk heeft verzet
voor deze misdeelde stakkers, „ze
werden psychisch, fysiek en emotio
neel voorbereid op het schoolleven".
Was dat moeilijk? Ik kan u de ver
zekering geven Vc.n wél! Toen ik de
klasjes bezocht (blanken, negertjes en
Indianen) waren de aanpassingslessen
vier weken aan de gang. De kinderen
zagen er (behalve de schuwe, slordige
Indiaantjes) keurig geboend en onder
houden uit, ze konden al gezamenlijk
een liedje zingen en ze demonstreer
den met trots dat ze wisten Wat rood,
blauw en geel was. Maar de onderwij
zers en hun assistenten vertelden me
wilde verhalen uiit de eerste dagen.
Sommige kinderen .lieten zich schreeu
wend op de grond vallen als er tegen
hen gesproken werd. Er waren er die
hun voedsel opschrokten als diertjes.
De negerklndertjes zagen er keurig
geboend uit en demonstreerden met
trots dat ze wisten wat rood, blauw
en 'geel was
Meisjes die poppen en poppezuigfles-
jes kregen om er mee te spelen, sta
ken de flesjes in hun eigen mond. Van
samenspel had niemand het geringste
besef. Er speelden zicfh dan ook hart
verscheurende taferelen af. Maar de
geschoolde krachten, die van tevoren
speciale cursussen volgden, en die bo
vendien tijd en gelegenheid hadden
zich intensief met de moeilijke geval
len bezig te houden, speelden in korte
tijd verrassend veel klaar. Dat was
ook al mogelijk omdat de klasjes klein
waren gehouden.
Dat heeft Amerika deze zomer elf-
eneenhalf miljoen dollar gekost. In de
komende jaren zal er nog meer geld
aan besteed worden, het is namelijk
de bedoeling van Washington om deze
voorbereiding op de lagere school (die
wel een beetje anders is dan de kleu
terschool in Nederland) een heel jaar
te laten duren. In twaalf maanden zul
len de kinderen die ervoor in aanmer
king komen, wat meer gelegenheid
hebben vertrouwd te raken met de
wereld .waarin een fortuinlijker kind
vanaf zijn geboorte, spelenderwijs op
groeit. Zodat het de kans heeft zich,
eenmaal op school, met dat leeftijdge
nootje te meten.
De ouders van de arme schapen,
bijna allemaal analfabeet, zien god
dank de noodzaak van medewerking
over het algemeen wel in. Ze zijn blij
met deze kans voor hun kroost. De
moeders beloven de kleren die de kin
deren krijgen netjes te houden, en de
vaders zeggen dat ze de kleinen elke
dag naar school zullen sturen, ondanks
het in vele staten ontbreken van
de leerplicht.
Zodat Amerika optimistisch licht ziet
in een donkere situatie.
(Advertentie)
vanaf
...ideaal voor het interieur van deze tijd. Cosy
en toch met de rijke sfeer van royale ruimte.
Vorstelijk, maar verrassend bescheiden in de
vierkante-meter-eis. En de warmwollen stof-
bekleding geeft een extra accent van gastvrije
gezelligheid.
Probeert u zo'n stijlvolle tweezitsbank. eens in
r\mn -»^„1. t -
onze zaak I
standing
AN C0°THPLEIN 12 - TEL. 01600-39400
WIESBADE (UPI) Het hoogge
rechtshof van de Westduitse deelstaat
Hessen heeft eergisteren bepaald dat
niet in de klassen van openbare scholen
mag worden gebeden indien ook maar
één van de leerlingen ertegen is. Het
besluit geldt alleen maar voor scholen
in Hessen. Het is de eerste keer dat een
Westduitse rechtbank een dergelijke uit-
spraak heeft gedaan.
De zaak werd door het hooggerechts
hof behandeld op verzoek van Dieter
en Inge Hoffmann, de atheïstische ou
ders van een 9-jarig jongetje, Till. De
jongen bezocht een school in Frank
fort.
Voordat zij zich tot het hof wendden,
hadden Tills1 ouders tevergeefs gepro
beerd de plaatselijke autoriteiten ertoe
te bewegen het opdragen van gebeden
in de klas van hun zoon te verbieden.
Zij vonden, dat het bidden in de klas
indruiste tegen de in de grondwet van
Hessen opgenomen bepaling inzake
„vrijheid van religieuze overtuiging".
Tills vader is advocaat.
Dieter Hoffann had het hof in juni
gewezen op het besluit van het Ameri
kaanse hooggerechtshof waarbij het bid
den in klassen van Amerikaanse open
bare scholen werd verboden.
De belangrijkste rechter bij het pro
ces in Hessen, Hans Schneider, bepaalde
gisteren dat „de meerderheid der leer
lingen niet kon staan op (collectieve)
gebeden indien één hunner zich uit
sprak tegen het godsdienstonderwijs en
vond dat zijn gewetensvrijheid werd ge
schonden". Het hof was van mening
dat het Till „psychisch zou schaden" in
dien hij, zelfs zonder eraan deel te ne
men, in de klas zou blijven zitten ter
wijl de gebeden werden opgedragen of
het lokaal tijdelijk zou verlaten. Het
Amerikaanse hof was tot een soortgelij
ke conclusie gekomen.
„Kinderen die willen bidden kunnen
dat elders en op andere tijden doen,
wanneer de rechten van anderen niet
worden geschonden", verklaarde Schnei
der. Hij voegde hieraan echter toe dat
gebeden tijdens het speciale godsdienst
onderwijs dat alleen maar wordt bij
gewoond door kinderen die tot een kerk
behoren en het afleggen van een „al
gemene verklaring met een religieuze
strekking", iedere morgen, niet waren
verboden. Op veel Westduitse scholen
wordt aan het begin van de dag in de
klas gebeden.
(Adivertenitie)
LOENEN A.D. VECHT (ANP) Ge
deputeerde staten van de provincie
Utrecht hebben een terechtwijzing ge
richt aan het adres van een aantal ge
meentenaren van Loenen, die zich in mei
jl. schriftelijk tot dit college hadden ge
wend met een aantal vermeende klach
ten over het beleid van wethouder C. van
den Berg en gemeentesecretaris R. Ver
schuur.
Beiden zouden zich aan misbruik van
gezag hebben schuldig gemaakt. Zo zou
de heer van den Berg van zijn positie
als wethouder misbruik hebben gemaakt
om vergunning te krijgen voor de bouw
van zijn woning'en een ver familielid
hebban bevoordeeld bij de verkoop van
een oud schoolgebouw.
Ook het gemeentelijk beleid met be
trekking tot ligplaatsen voor woonsche
pen was in het klaagschrift in het geding
gebracht.
Het college van G.S. heeft de klagen
de inwoners medegedeeld geen enkele
onregelmatigheid te hebben geconsta
teerd. Het college verklaart het laakbaar
te achten dat klachten zijn geuit die in
duidelijke strijd met de feiten zijn.
(Advertentie)
Moeder ziet er de laatste tijd allesbe
halve florissant uit. Er mankeert beslist
wat aan Als 't maar geen kanker is."
„Die telkens terugkerende maagpijn
van vader staat mij niks aan. Daar kon
wel eens iets ernstigs achter steken!
Als 't maar geen kanker is."
„We maakten ons eerst helemaal niet
ongerust over die heesheid van Piet. We
dachten, dat het een gewone verkoud
heid was, maar het duurt al zo lang!
Als 't maar geen kanker is.'
Wie kent niet bovenstaande ontboeze
mingen van bezorgde familieleden en
vrienden? Ze komen voort uit een on
miskenbare vrees voor de kankervijand,
die de gezondheid (misschien zelfs het
leven) van hun dierbaren belaagt. In
mijn vorige "bijdrage van deze rubriek
heb ik deze vrees in verband gebracht
met de voorlichting over kanker, en
alvorens nader in te gaan op de kanker
als ziekte zou ik nog eens nadrukkelijk
de vraag willen stellen, wat te verkiezen
is: óf een duidelijke (voor mijn part
„harde") vóórlichting met de kans op
het ontstaan van kankervrees (zelfs kan
kervrees-paniek) bij mensen die geen
kanker hebben,
óf een minder duidelijke (,-,weke")
voorlichting, waarvan het gevolg kan
zijn, dat lijders aan een nog geneeslijk
stadium van kanker niet bijtijds met hun
neus op de genezingsmogelijkheid van
hun ziekte worden gedrukt.
Mijn keuze mag bekend verondersteld
worden. Kanker is nu eenmaal een zéér
ernstige ziekte, die (omdat de oorzaak
niet bekend is) moeilijk te bestrijden is.
Harde maatregelen zijn daarom zeer ze
ker verantwoord.
Gelukkig is er bij de kankerbestrijding
een ze#er belangrijk lichtpunt. We mogen
dan dê oorzaak van kanker niet kennen,
we weten wel wat kanker is. De vijand
is dus bekend, doch we weten niet waar
hij vandaan komt. Het is dus van 't
grootste belang, dat we die vijand zo
gauw mogelijk in de gaten krijgen; we
moeten de omstandigheden leren ken
nen, waaronder hij zich 't eerst mani
festeert (voorboden, „waarschuwings
tekens"); we moeten op de hoogte zijn
van zijn sterkste troeven (om doeltref
fend tegenspel te kunnen geven) en van
zijn zwakke plekken (om daar met suc
ces te kunnen toeslaan). Daarvoor is no
dig, dat we weten wat kanker eigenlijk
is.
Om deze vraag te beantwoorden, moe
ten we terug naar het begin van ieder
mensenleven, n.l. naar de eicel. Als deze
eicel bevrucht wordt (door een zaadcel)
komt de „wording" van een nieuw men
senkind op gang. De bevruchte eicel
gaat zich 'namelijk delen: uit één eicel
(„moedercel") ontstaan door deze deling
twee „dochtercellen". Deze dochtercel
len gaan optreden als moedercellen en
delen zich ieder ook weer. Zo ontstaan
uit twee cellen door deling vier cellen,
uit deze vier weer acht en zo verder
(8-16-32-64-128 enz.) tot miljoenën cel
len zijn gevormd, waaruit het menselijk
lichaam is opgebouwd. Op een bepaald
ogenblik in deze ontwikkeling ontstaat er
een differentiatie, d.w.z. uit één cel met
bepaalde eigenschappen ontstaan er twee
cellen met andere eigenschappen, dus
cellen van een ander soort. Iedere groep
cellen van een bepaalde soort noemen we
Foto Plet Keyser
Mevrouw H. Kramers, huisvrouw
Frans Halsplein, Haarlem
Toen wij vorig jaar in dit bovenhuis kwamen, was
hier alleen centrale verwarming. We hebben er toen
meteen een kolenhaard bij genomen, want anders zou
het niet genoeg zijn hier. En doods bovendien. Maar
waarom juist een kolenhaard op een bovenhuis? Ach -
ik ben on-technisch, maar ik vind het gewoon een
rustgevend idee. Hij sist niet en bromt niet en blaast
niet. Hij kan niet omgestoten worden, niet plotseling
5/81820A
haperen, niet opeens kuren. Hij doet alleen wat-ïe
doen moet. Stilletjes zorgen voor fijne warmte en
gezelligheid. En dat geeft een veilig gevoel, 't Is echt
een vertrouwde huisgenoot. Waar je zeker van bent.
En dat vind ik een heel ding. Vooral met het oog op
onze kleine Madelon... als die straks groter wordt.
Daarom voor ons leefwarmte. En anders niet!*
Alleen kolen geven leefwarmte
8)
Zijn zware lichaam was klam van
het zweet. Hij wreef met zijn harige
rechterarm over zijn voorhoofd en
liet daar een brede grijze veeg ach
ter- Hij kreunde pijnlijk en richtte
zich op. Toen bond hij de zak met
een touw dicht en hees die op zijn
schouder. De zak was gevuld met
ruim dertig kilo puin. Hij wendde
zich om en liep naar de treden aan
het begin van de tunnel. Elekrti-
sche lampjes aan het plafond van de
tunnel schenen op zijn naakte rug en
wierpen lange schaduwen op de plek
ken waar zware stutbalken tegen de
grauwe wanden oprezen.
Halfweg de uitgehakte treden stond
hij even stil om te hoesten. Zijn
longen zaten vol met vochtig stof van
de losgekapte tufsteen. Hij zocht in
zijn zak naar 'een stoffige zakdoek.
Hij bedekte hiermee zijn gezicht en
haalde een ogenblik adem door het
katoenen weefsel Met lome passen
liep hij verder naar de trap.
De boekhandelaar zat op de on
derste van de in de tufsteen uitge
hakte treden die van de tunnel naar
de kelder van de Trattoria Di Giovan
ni leidden. Hij stortte cement in een
grote kuip tussen zijn benen. Giovan
ni liet de zak van zijn schouder glij
den en ging zwaar ademhalend naast
zijn vriend zitten.
,,Die tufsteen is opvallend los," hijg
de hij. „Achtèntwintig jaar heb ik
hier gewoond, zonder te weten' dat
de grond onder mijn trattoria zo zacht
was dat je die met je vingers kon
verkruimelen" „Dat is zo," knikte
de boekhandelaar. Hij bestudeerde het
mengsel in de kuip en deed er nog
wat zand in- „Maar ondanks het feit
dat die steen buitengewoon poreus is,
is zijn weerstand tegen druk bijzon
der groot."
„Twee nachten geleden," grinnikte
Giovanni, „dacht ik, dat ik ieder mo
ment de vloer van je winkel met
♦minstens tienduizend boeken op mijn
hoofd kon krijgen." Hij begon zijn
rechter dij te masseren waarin hij
"een lichte kramp voelde.
De boekhandelaar zag dit met een
droevige blik aan. „Het spijt me dat
we moesten afzien van ons plan om
een luchtdrukboor te gebruiken. Zo
als wij het nu doen, is het tamelijk
primitief, maar het lawaai van een
machine.
„Non importa," zei Giovanni. „Het
doet er niet toe Het eigenlijke gra
ven is niet zo zwaar. Wat mij het
meest uitput is dat puin in die zak
ken te stoppen en naar mijn kelder
te slepen. Oef..." Hij stond moeizaam
op en bukte naar de zak. Deze bonk
te tegen de vochtige wand toen hij de
treden opklom. „Dit is de zesennegen-
tigste die ik naar boven gedragen
heb," constateerde hij bii zijn terug
komst.
De boekhandelaar keek hem onge-
rust aan. „Ik hoop, dat er genoeg
bergruimte is
„Ik denk, dat er nog wel plaats voor
duizend zakken is," zei Giovanni. „Ik
stapel ze twaalf-hoog op, tot tegen be
balken." Hij reikte boven zijn hoofd
en tikte tegen een zware eiken balk
die de boekhandelaar onder het pla
fond van de tunnel had aangebracht.
„Dit is een stevig stuk werk," prees
hij.
„Dank je." Zijn vriend was druk be
zig in het beton te roeren. „Als
timmerman ben ik beter dan als met
selaar, dat moet ik eerlijk bekennen.
Maar toch vind ik deze combinatie
van cement, zand en kalksteen een
zeer bruikbaar mengsel:"
„In ieder geval droogt het snel,"
zei Giovanni ,,Je hebt deze treden
pas de vorige nacht afgewerkt en
nu zijn ze al hard." Hij tikte met
zijn knokkels op het beton. „Weet je."
zei hij. „dat deze tunnel het zeker
wel vijfhonderd jaar kan uithouden?"
Een paar minuten ging hij zitten om
zijn stijve dijspieren te wrijven. Dan
nam hij de meetband op en dook weg
in het grijze stof aan het einde van
de uitgraving. Langzaam liep hij te
rug naar de onderste tree ep las
de maat af. „Bijna zes meter. Waar
brengt ons dit?"
Zijn kameraad droogde zorgvuldig
zijn handen af en spreidde de kaart
voor hen uit. Hij wees de tunnel in.
„Kun je de laatste stut zien die ik
geplaatst heb? Die staat precies on
der de muur tussen mijn winkel en de
woning van signora Pandolfi."
„Nog niet verder?!" Giovanni was
teleurgesteld. Zijn botten deden pijn
en alle zenuwen van zijn lichaam
waren in opstand- „We hadden het
vverk ook kunnen bespoedigen door een
transportband te gebruiken," zei de
boekhandelaar, „maar dat had ook
gevaarlijk kunnen zijn. We moeten
voorzichtig te werk gaan en bovenal
in stilte. Daarom kunnen we ook pas
na middernacht aan de gang gaan.
En daarom ook heb ik erop aange
drongen dat we eerst diep omlaag
groeven, voor we in de richting van
de Iniro gingen. En dat is ook de
reden waarom ik signora Pandolfi
het hof ga maken."
„Ohe cosa? Wat nou?!"
De boekhandelaar knikte. „Ja, ik
heb de signora een uitnodiging ge
zonden voor een laat concert en een
daarop aansluitend souper, ongeveer
achttien uur na dit ogenblik." Hij
stak zijn pijp op en staarde de tunnel
in. „Het lijkt me tamelijk donker
daar aan het einde. Nog een meter
verder en ik zal de elektrische kabel
weer moeten verlengen."
„Maar wat zit er achter je plan om
signora Pandolfi het hof te gaan ma
ken?"
De boekhandelaar wreef langs zijn
kin. Zijn tanden tikten tegen de steel
van zijn pijp. „Misschien ben ik
overdreven voorzichtig,'.' zei hij. „We
hebben weloverwogen diep gegraven,
voor we in de richting van ons doel
gingen. Het is dus hoogst onwaar
schijnlijk dat het geluid van ons
werk boven gehóórd kan worden,
maar.." hij schudde nadenkend zijn
hoofd, „er is altijd een kleine mo
gelijkheid van een misrekening. Het
huis van signora Pandolfi wordt des
nachts bewoond, maar gelukkig is er
slechts één bewoonster. Ik ben dus
van plan die bewoonster uit het huis
te lokken gedurende onze werkuren
of beter gezegd: gedurende jouw
werkuren als we eenmaal zonder
ongelukken onder haar woning gepas
seerd zijn, zal ik niet langer de nei
ging voelen op de tijd van die dame
beslag te leggen. Zowel de winkel
van de groentehandelaar als die van
de zilversmid zijn 's nachts gesloten
en verlaten; er dreigt dus geen ge
vaar van boven meer voor onze on
derneming, als we eenmaal voorbij
het huis van de signora zijn. Intus
sen vind ik het echter aanbevelens
waardig de dame in kwestie over te
halen om 's avonds andere wijken
van de stad te bezoeken en laat in
de nacht zo vermoeid thuis te komen
dat ze onmiddellijk haar hoofd op
haar kussen legt en volkomen doof
is voor welk geluid ook."
een weefsel en het zal zonder meer dir
delijk zijn, dat het menselijk lichaai
dus opgebouwd is uit verschillende wees
seis. De cellen, van die weefsels dele
zich voortdurend, hetgeen nodig is voc
de opbouw van het lichaam en voor c.
vervanging van o.a. door slijtage besch
digde weefselcellen. Nu zijn we waar v.
wezen willen: als deze cellenvorming i
een bepaald weefsel niet in het norma
tempo verloopt, doch abnormale afro
tingen gaat aannemen, zodat er dus a
normaal-grote aantallen van deze cellc
ontstaan (we spreken van celwoekerin;
dan ontwikkelen zich z.g. gezwellen, d.
we als verdikkingen (knobbels) kunne
waarnemen. Naar de oorzaak van de
abnormale celwoekering wordt naarsti
(tot nu toe zonder resultaat) gezocht.
Sommige van bovengenoemde gezwe
len zijn goedaardig (b.v. in bindweefsel;
maar er zijn ook kwaadaardige gezwe
len (b.v. de celwoekeringen in klierweei
sel) en deze kwaadaardige gezwelle
noemen we kanker.
Waaraan hebben deze kwaadaardig
gezwellen 'hun slechte naam te danken
Op de eerste plaats door de wel bijzon
der sterke (stormachtige) celwoekerin
gen, waardoor een zodanig grote opeen
hoping van cellen ontstaat, dat deze niet
alleen de omgevende weefsels „wegdruk
ken", maar ook in die weefsels binnen-
groeien en aldaar de weefselcellen tot
verval brengen. Dit ingroeien is ook nog
daarom zo funest, omdat het niet gelijk
matig gaat, maar door „het uitsteker,
van poten". Door deze vorm van uil-
groeiing ontstaat er gelijkenis met eer.
kreeft, zoals op de propaganda-biljette:
voor de kankerbestrijding duidelijk is tc
zien. Het Duitse woord voor kanker
dan ook „Krebs"). Op de tweede plaa'
oefent de kwaadaardige celwoekerin
een vernietigende invloed uit op het g
hele gestel van de patiënt, hetgeen ter
slotte tot een algehele uitputting voer
En en derde heeft 't kwaadaardige g<
zwel de alleronaangenaamste eigen
schap, dat de woekerende cellen zie
(o.a. via de bloedbaan) kunnen verspre:
den door het gehele lichaam, zich dai.
kunnen nestelen in de verschillende 1
chaamsorganen en ook daar weer hm
woekeringslust kunnen gaan botvierei
Als men ai deze feiten nuchter bezie
dan zal niemand durven ontkennen, dc
het hier gaat om een zeer belangrijk a
peet van de volksgezondheid en iedc:
een zal moeten toegeven dat de vree
voor een zo ernstige ziekte volkomen gc
grond en daardoor verklaarbaar is. A
men mij dan voor de voeten werpt, da
bovenstaande voorlichting die vrees nu.
aanwakkert, dan stel ik daar tegenove;
dat ik hoop met deze uiteenzetting tf
zullen bereiken, dat de lezers van dezt
rubriek een impuls gekregen hebben on.
■hun eigen inbreng te gaan leveren in d.
verbitterde strijd tegen het kankermoi.
ster. Vanzelfsprekend worden de wapen,
in deze strijd op de allereerste plaats gt
hanteerd door de medische instantie,
(operatieve verwijdering van .het kanker
gezwei röntgeii-bestraling, radium-bc
eling, enz.) maar bij' het gebruik
van het belangrijkste het meest doeltref
fende van deze wapens hebben de me
dische instanties de medewerking nodig
van „het grote publiek". Dit allesbeslis
sende wapen is namelijk de „vroeg-diag-
nose", d.w.z. het constateren van de
kankeraanwezigheid in een zo vroeg sta
dium, dat medische hulp nog tot een
blijvend goed resultaat kan leiden. Hier
voor is nodig dat ieder mens die klach
ten heeft, welke in de richting van kan
ker wijzen, zich zonder uitstel tot zijn
huisarts wendt. Doet hij (of zij) dat niet.
dan is de kans groot, dat het kankerge
zwel niet meer in zijn geheel (tot en met
de uiterste punten van de kreeftepoten
weggenomen kan worden, terwijl de mo
gelijkheid van 'een uitzaaiing is toegeno
men.
Eigenlijk zou ieder mens periodiek
(b.v. ieder half jaar) onderzocht moeten
worden op de aanwezigheid van een be
ginnend kankergezwel. Het is begrijpe
lijk, dat een dergelijk uitgebreid en tijd
rovend werk (dat zich over alle organên
zou moeten uitstrekken met röntgen
foto's, bloed-onderzoek enz)om prakti
sche redenen niet uitgevoerd kan wor
den, In dit verband wijs ik op het regel
matig plaatshebbend bevolkingson
derzoek op long-tuberculose, bij welk on
derzoek ook een beginnende longkanker
ontdekt kan worden. Overigens is er nog
een vorm van kanker, namelijk de borst
kanker bij vrouwen, die door een zeer
eenvoudig onderzoek in het beginstadium
te herkennen is. Een halfjaarlijkse con
trole door de huisarts lijkt mij voor de
vroeg-diagnose van deze kanker (die in
1963 nog 1819 slachtoffers eiste,) zeker
aan te bevelen.
In verreweg de meeste gevallen zijn
we toch voor het stellen vaii de vroeg-
diagnose aangewezen op de „waarschu
wingstekens", die ik in mijn vorig arti
kel uit dr. Meinsma's boekje „Kankerfei
ten" overnam en die ik (om het grote
belang van de zaak) nogmaals wil neer
schrijven.
Deze „waarschuwingstekens" zijn:
1. abnormale bloeding of etterige af
scheiding,
iedere knobbel in de borst of elders,
3. een zweer, die niet spoedig geneest,
4. blijvende verandering in de stoelgang,
5. blijvende heesheid of hoest,
blijvende stoornissen van de spijsver
tering, of moeilijkheden bij het slikken,
7. veranderingen in een wrat of een moe
dervlek.
De bij de malariabestrijding gebruikte
leuze:
„Ziet ge muggen, lang van poot:
aarzelt niet, maar sla zé dood",
zou ik willen vervangen door'de bij
kankerbestrijding toepasselijke leuze:
„Hebt ge klachten, lang van duur:
Roep uw huisarts, wacht geen uur."
de
HUISARTS.
(Advertentie)