moet The British Museum SCHATKAMER DER OUDHEID IN MODERNE WERELDSTAD A A, L t Boekenliefh ebber raakt nooit uitgei keken in de imponeren de leeszaal SLETEN mencan in ome Aanschaf pand uit opbrengst van loterij 4 AFLATEN VERGEVING 1 en niet in waarom het ^gewik. »nderscheid tussen vasten en on* moet worden gehandtiaatd' 31 voor moraaltheologen en W gewone mens begrijpt er hei et van. Bovendien zouden zii dé hting op zware zonde will™ gen door een dwingend evanep ppel, dat naar hun oordeeloot e huidige mens zal worden ■n ingevolgd. Concreet zouden ve len voorstellen om de twee eroté iden van het kerkelijk jaar dé en de advent, geheel in het te n de boete te stellen, haar te be voor een indringende prediking t motief en voor een hernieuwing ;t eveneens aan slijtage onder sacrament van de boete. tweede document waarover het 1 van de bisschoppenconferenties aagd, handelt over de leer en de k der aflaten. Dat wij ook hier •11 vernieuwing toe zijn, behoeft etoog. :t een groep, die nog in aflaten it" en die ze nog een plaats in stelijke leven weet te geven zijn izen, die ze minstens in de prak- ook dikwijls in de theorie heb- geschreven. Omdat ze er absoluut iveg meer mee weten. Ook al het nog ergens in hun hoofd dat r over de aflaten zoiets als oen punt is, dat je niet zonder meer loord zou mogen zetten. moeilijkheid met onze gangbare iraktijk is, dat zij formeel nog is in het kader van de oude ker- boetepraesis, welke echter reeds eeft opgehouden te bestaan. Nie- begrijpt meer wat zeggen wil een te krijgen van zeven jaren en quadragenen. Heel weinigen zien rrband tussen een aflaat en het lent van de boete. En wijd ver is de ergernis om de schijn van aker automatisme, waarmee het verdienen veelal omgeven is: 1 we maar aan het in- en uitlopen kerk op Allerzielen, teneinde mogelijk volle aflaten voor de ge zielen van het vagevuur bijeen zamelen. voorstel waarover de bisschop- ïferentie haar oordeel moet ge- oet een verdienstelijke poging om i aflaat weer haar volle zin en be- s te geven. Kort gezegd komt zijn lier op neer. De zondaar, die zich od bekeert, krijgt weliswaar de ring van zijn schuld, maar niet het volledige herstel van zijn iteit als christen, zal de gevolgen van zyn zonden lersoonlijke inzet onder hulp van genade moeten proberen kwijt te Daarbij staat hy niet alleen, j wordt hy gesteund en geholpen iet gebed en de boetewerken van le kerkgemeenschap, hiërarchie kan hem zelfs toezeg- ïat hij wanneer hij een bepaald ^erk in de juiste geest verricht, rkgemeenschap achter zich vindt n biddende steun in de rug. Het lij het verdienen van een .aflaat iet om het mechanisch verrichten it of dat werk, waaraan een soort :he kracht moet worden toege- het gaat om het boetvaardig stel- an een teken, waardoor de per- jke boete binnen het verband van de kerkgemeenschap wordt g* t en aldus een intensiteit en een mg krijgt, welke bij* het Per^"' >oete doen nooit bereikt zou Kun- orden. r concreet stelt het document de ide veranderingen voor. BU .telijke aflaat zal elke kwanta vermelding (zoveel dagen en aren) worden weggelaten, aui il worden onderstreept, dat ae wen groot zal zijn als de hetoe lee het voorgeschreven we verricht. De volle aflaten n ere herstellen, door ze si en op grond van vnj zw^ |cen te verlenen. En tensiouc illes vermijden, wat de semjn >kere magie zou kunnen w door een aflaat niet te aan een kruisbeeld of een n tar aan het gelovig bezien 1 het vereren van het oeeia van die medaille. rzien a een mijn dochter :ante van de genademiddelen I langdurig doch ge™1 dierbare echtgenote en er, zuster, schoondocb en nicht K EULALIA DUMEZ tgenote van Emile de Boeije, ,e 6 maart 1931 en overleden er 1965. F. E. de Boeije Dumez DumezBuijsse Dumez Dumez—Dehulsters kindercB R. de Boeije—van Da» Boeije BoeijeCoone -de Boeije en kind duwe Je de iijnesaelde I Sijnesael Dumez De Boeije de dierbare overleden aan. M gevolgdl door e Ued. beleefd ^°hiekerk in -de Par0 m 10 u. Sif29 oktober at;. omfl yur mderdagavond om 120 om half tien. A 120- familie familie van gebeden tdienst, rtoe Ue ihebben jdag (Bijzondere medewerking) Veel musea danken hun bestaan aan particuliere verzamelingen en par ticulier initiatief. Zo ook het beroemde Britse Museum in Londen. Het begon met een schenking aan het Engelse volk, in 1700. De schenker heette Sir John Cotton. De schenking bestond uit een aantal zeer belangrijke en kostbare handschriften, verzameld door een van Sir Johns voorzaten, Sir Robert Cotton. In juli 1753 besloot het Britse par lement een kwart miljoen gulden ter be schikking te stellen voor de aankoop van een verzameling zeldzame boeken, de nalatenschap van Sir Hans Sloane, in leven lijfarts van koning George II. Ongeveer tezelfdertijd kocht de Engelse staat nóg een collectie, afkomstig van Harley aan. Hoewel beide verzamelingen veel meer Waard waren dan de betaalde prijs, toon de het Parlement zich zuinig. De mid delen tot aankoop zo wilde het Par lement het moesten zo veel mogelijk gevonden worden door het organiseren van een loterij. Zouden de baten van die loterij groter zijn dan de prijs van de collecties, dan kon het restant worden gebruikt om een pand aan te kopen, waarin de verzamelingen konden wor den ondergebracht. Later schonk het Engelse koninklijk huis een zeer waar devolle bibliotheek aan de staat. Die vier collecties vormden de kern van de verzamelingen van het thans zo beroem de Britse Museum, dat formeel het le venslicht aanschouwde toen het Parle ment in juli 1753 zijn goedkeuring hecht te aan de British Museum Act. De keuze voor het eerste gebouw viel °P het Montague House. In die tijd lag het aan de noordelijke buitenrand van honden, thans nagenoetg in het hart dier wereldstad. Eerst benoemde men een college van curatoren, die werden be- kst met het beheer van de verzameün- Spn, Pas in 1759 \nerd het Montague onse voor het publiek opengesteld- Heeds in de loop der negentiende eeuw iet museum in een veel te nauw te steken Ter plaatse van het Mon- «gue House gebouw zijn de afdelingen Oudheidkun de, Volkenkunde en Kunst ondergebracht De afdelingen die op het gebied van de natuurlijke historie liggen, hebben tegen woordig onderdak in het British Mu seum of Natural History in South Ken sington (Londen). Het behoeft wel nauwelijks befoog, waarom er voor het behoud der kost bare en merkwaardige dingen speciale maatregelen zijn getroffen. Brand, dief stal en de invloed van het klimaat zijn vijanden van ieder museum. Nacht en dag patrouilleren er behalve de sup poosten bewakers en brandweerlieden in de gebouwen. Een staf van deskun digen en technisch geschoolden is voort durend in de weer om oud materiaal in goede staat te houden, alsmede met de bestudering en verzorging van nieuw verworven schatten. Dit is stellig nodig, want met de collecties in New Yorkse, Berlijnse, Parijse en andere musea beho- mensen er naarstig hebben gestudeerd, maar ook, en vooral, omdat er duizenden zijn geweest, die nooit naam of faam verwierven. Zeer veel politieke vluchte lingen brachten (en brengen er hun halve leven zoek om materiaal te ver zamelen voor boeken, die nooit zijn ver schenen of zullen verschijnen. De bibliotheek bevat tal van beroem de, deels unieke boeken en handschrif ten. Te noemen zijn by voorbeeld de „Historia Rerum Prussicamm" (samen gesteld door Schultz), de werken van Luther in zeven delen, alsmede het „Corpus Iuris Feodalis Germanici" in drie delen. Deze werken stammen uit het bezit van het Huis Hannover, het thans regerende vorstenhuis dus, dat zich sedert het uitbreken van de eerste wereldoorlog Huis Windsor noemt. Zeer kostbaar en zeldzaam zijn ook twee der oudste Bij beMi and schriften, na dat verrees een nieuw gebouw, ren die in het Brits Museum tot de melijk de Codex Alexandrinus en de Co- grootste en beroemdste ter wereld. Voor veel, misschien wel voor de meeste bezoekers is de grote leeszaal de belangrijkste afdeling van het mu seum. U kunt er alle na 1750 in Enge land verschenen boeken vinden omdat alle Britse uitgevers op grond van een wettelyk voorschrift verplicht zijn een exemplaar van ieder by hen verschij nend boek aan de bibliotheek van het Brits Museum te schenken. De boekerij omvat thans ruim drie miljoen banden. Zij zyn opgetast op planken ter lengte- van 72 km. U zoudt dus twee dagmar sen van zeven uur moeten maken (zon der rust) om die afstand af te leggen. Niet iedereen mag de leeszaal betre den. Men moet een lezerskaart kunnen overleggen- Zo'n kaart wordt alleen ver strekt aan hen die kunnen aantonen, gegronde reden te hebben voor hun aan vraag. Als de muren van de leeszaal zouden spreken, zouden er schokkende verhalen komen. Niet slechts, omdat tal ln gereed kwam. In dit nieuwevan bekende schrijvers en wetenschaps- dex Sinaiticus. Dit laatste handschrift kochten de Engelsen in 1933 van de Russische regering, die toen weinig be langstelling had voor Bijbelmanuscripten De bekendste stukken van het Britse Museum zijn de beeldhouwwerken, die af komstig zijn van het (Griekse) Parthe non. Die antieke kunstprodukten zijn in de letterlijke zin des woord-s uniek. Hun waarde is niet in gelid uit te drukken. In 1816 kocht de Britse staat ze van de graaf van Elgin voor f 400.000,- Niet iedereen was toen van oordeel, dat het beeldhouwwerk zo'n hoge prijs waard -a „i+ gmg van nieuwe schatten aan zijn reeds was. Daarom vroeg een commissie uit het Lagerhuis alle schilders en beeld- zo zeldzame en omvangrijke collecties, houwers van naam naar hun mening. Allen of bijna allen spraken zich uit ten gunste van de aankoop. Een andere vraag is het em die werd reeds in 1816 gesteld;, en kwam se dertdien herhaaldelijk aan de orde of men wel het recht had om het uit historisch oogpunt zo belangrijke Parthe pon dusdanig te verminken. Lord Elgin. de leverancier dus (hij was in het be gin der vorige eeuw Brits gezant in Constantinopel)verdedigde de verwer ving van het beeldhouwwerk door er op te wijzen, dat Griekenland toen onder Turkse heerschappij stond. De Turk se soldaten (zeiden Elgin en zijn mede standers) hadden helemaal geen eerbied voor antieke Griekse kunstwerken. Zij schoten zelfs hun geweren leeg op de goden- en godinnenbeelden. Ware het beeldhouwwerk niet naar elders ge bracht (aldus Elgin's motivering), dan had het niet lang meer geduurd of er waren helemaal geen beelden meer ge weest op het fronton van het Parthenon Hoe dit zij thans behoren de Elgin Marbles" (zoals men die beelden gewoon lijk noemt) tot de pronkstukken van hel Brits Museum Het Brits Museum bevat uiteraard tal van belangwekkende dingen, die nauw verband houden met de Britse geschie denis- Doch er zijn tevens tal van voor- werpen, die voor de beschavingsgeschie denis van gans het mensdom van grote betekenis zyn. Zo bevinden er zich twee exemplaren van de Magna Charta, die dateren uit de tyd, waarin dat staats stuk tot stand kwam. Dan is er de be roemde, in 1799 nabij Alexandrië gevon den, Steen van Rosette, die dateert uit ongeveer 200 v. C. en die de sleutel was voor de ontcijfering der Egyptische hië roglyfen. U kunt in het Brits Museum voorts het dagelijks leven bestuderen van de mensen in Assyrië, Babyion, China, Mexico en vele andere landen. Er zijn Egyptische mummies en handschriften op papyrus. Er zijn prachtige staaltjes van Romeinse zilversmeedkunst. E<r zijn curiosa en kostbaarheden uit alle lan den en alle tijden. Wie belangstelling koestert voor de geschiedenis van welk land of tijdvak ook, kan er zeker van zijn, dat hij in het Brits Museum veel van zijn gading zal vinden. En ieder jaar breidt het museum zich uit door toevoe- FOTO LINKSBOVEN: De indrukwekkende voorgevel van het British Museum. RECHTSBOVENEen van de vele werkzaamheden, die worden verricht door het laboratorium: het onderhoud van bronzen kunstwerken, die door bronsziekte" zijn aangetast. Bronsziekte is een soort erosie, die van binnenuit het metaal langzaam doet oxyderen. Op de foto is een laborant bezig met het verwijderen van de groene plekken, die bij het optreden van bronsziekte aan de buitendzije zichtbaar worden. LINKS ONDER: In de studiezaal kunnen manuscripten worden bestudeerd, die zijn opgeborgen in glazen vitrines. De deksels mogen in sommige geval-0 len worden verwijderd, mits men bij de bestudering geen gebruik maakt van potlood, pen of andere schrijfmaterialen. RECHTS ONDER: Er is veel te weinig ruimte beschikbaar om het gehele museumbezit te kunnen exposeren. Daarom zijn speciale magazijnen ingericht, waarin zeer om vangrijke reserve-collecties zijn ondergebracht, waaronder ook een grote verzameling Chinees porcelein. (Van onze Rpmeinse correspondent Jan Dijkgraaf.) Er kan geen twijfel aan bestaan dat de (Noord-) Amerikaanse toeristen, die tijdens een omvangrijke trip door good old Europe ook enkele dagen Rome ko men doen, de meest amusante en als geheel de gemakkelijkste zijn. Als iets misloopt, dan leggen ze er zich ge moedelijk bij neer Als er wolkbreuken zijn in plaats van het hun beslist beloof de traditionele „Romeinse najaar"» well, let's have a drink. Ja zelfs als ze zichtbaar worden bedrogen, dan lachen ze er om en maken een snelle berekening. En dan blijkt altijd weer, dat zij toch beter en goedkoper Uit zijn en gun die opnepper dus zijn voordeel tje en zijn lolletje. Het is dat intense beleven van op reis te zijn van thuis-weg en nou alsjeblieft eens een tijdje geen zorgen en geen ge tob. En zo worden ze dan door de vele voortreffelijke 'busdiensten door Rome gerold: een lange morgen, een vermoei ende middag, en als men dat wenst ook nog „Rome by night" (misschien wel de grootste nep van alles, omdat Rome nu eenmaal geen nachtleven kent in de ons zo bekende zin van het woord). Maar hun reactie op wat ze zien is goud waard. Ik heb dezer dagen eens als zwijgende scherts-toerist zo'n hele dag met een groot gezelschap Amerika nen mogen mee rijden in een enorme bus. Het is dan wel steeds uit- en in stappen. maar de opgevangen commen taren zijn goud waard. We geven enkele voorbeelden, die ons aan dat gezelschap hebben verknocht om de eerlijke en voir maakt ongeposeerde aard ervan- Van wege het Concilie begint de tour niet meer op het Sint Pietersplein, maar op het Kapitool. Ha, een alom-vertrouwde klank voor elke Amerikaan. De gids ver telt, terwijl de lange bus de zigzag-weg omhoog hijgt, dat dit plein een van de meesterwerken is van Michelangelo. „We komen nu op dat plein, hier werd Rome gesticht, van hier werd het keizerrijk bestuurd het Kapitool....". Men stijgt ongeduldig uit. Kijkt om zich heen: de gevels, de bronzen Marcus Aurelius, de enorme Griekse tweelingen Castor en Pollux. Maar niks hoor...... „Waar is de koepel?" „Koepel, wat koepel?" „Well, de koepCl-van-het-Kapitool, wat zullen we nou gaan beleven?" De gids (begrijpend met die vage glimlach die iedereen heeft voor men sen, die het minder goed weten): „Het Kapitool van'Rome heeft geen koepel.. Michelangelo bouwde zijn koepel boven de Sint Pieter, begrijpt u?". Dan na de eerste ontzetting komen de tongen los. Ze dachten dat die Michel angelo zo'n genie was geweest Wat moet dat nou? Kapitool hier en koepel aan de andere kant van de stad. De man heeft er indertijd niets van ge snapt: hij had de Sint-Pieter hier moeten bouwen met koepel-en-al, om dat immers Sint-Petrus Rome hier heeft gesticht? Nee, geef ons dan maar Washington (D.C.) Ze hebben het bij ons tenslotte begrepen, zelfs zonder Sint-Pieter. Enfin'je kunt wel zien dat „St.-Peter" nooit in de States is ge weest. Zal wel beter worden nu the Pope bij ons komt Hij zal. na terug keer dan wel een koepel op het Kapi tool van Rome laten zetten. Instappen en verder. Het Pantheon. We gaan er binnen als een kudde. De nimmer-missende sfeer valt er -even overheen. Gids legt uit. Geheim van dit bouwwerk: doorsnede van cirkel gelijk aan hoogte; geen vensters, opening in het dak. How extremely interesting, maar hoe lachwekkend onpraktisch want denk je in, die wolkbreuk van gisteren, wat gebeurt er hier dan? Maar de gids is aangeland bij het graf van Rafael: Welja, een hele hoop hoogdravende ver halen over de schilder „met wiens ver scheiden de natuur zelve scheen te ster ven", (grafschrift, vrij weergegeven). Een dame half-hardop tegen een oudere heer- „Who on earth was Raphael? En hij: '„Don't you know: the fellow who wrote The Hell of Dante". Dan komt er nog de absoluut-voor- geschreven rit over de Aventijn alwaar het beroemde sleutelgat van de ridders vhn Maltha doodgewoon sensatie ver wekt: ,,Ye, that's RomeMaar onderweg waren we langs het nogal be denkelijke monument van Mazzini geko men met een overdaad aan reliëfs. Een dame tot de gids: „Zouden we niet het atelier van die Bernini kunnen bezoeken, I'm told he is the greatest of all. En ik zou hem wel eens aan het werk wil len zienDe gids, nu toch wel even van de kaart, herstelt zich snel en vertelt dat Bernini al enkele eeuwen dood is. Geen hoongelach of vrolijk heid. Nee de dame zegt hardop „Oh I must be stupid'.En daarmee gelopen. De Sint-Pieter valt tegen; logisch met deze concilie-inrichting. Er zijn een paar ingenieurs of technici bij, die zich veel meer interesseren voor geluidsinstallatie bouw van de tribunes, antibrand-organi- satie en sanitair dan voor de eigen lijke basiliek. Bij de rondgang wordt Ber nini voortdurend genoemd plus jaartal len en genoemde dame zegt opgelucht „Now I see". De meesten willen de ma ten haarfijn weten en hoe lang de bouw geduurd heeft en wie dit eigenlijk alle maal betaalde en nog betaalt. Een jon ge priester zegt over zijn schouder dat of course the Pope dit alles betaalt. En dan toch weer de gedachten aan the Pope in the States. Nuttig, kan hij iets van leren, let op mijn woorden, maar het is jammer dat hij niet even Washington (D.C.) wil aandoen vanwege die koepel op het Kapitool Welnee hij zou eens even bij ons in Texas moe ten komen, dan zou hij wat zien Oh, en waarom soms niet de westkust, waar om altijd weer (sic) dat New York? We verlaten rommelig de Sint-Pieter De bus staat klaar beneden aan de enorme trappen. Een oudere heer (diê ik nog helemaal niet had gezien) komt met een open gidsje in de hand naar „mijn" dame gesneld. Hij roept Now look here, darling, I found a café:Ber- nini En daar gaan wij vanavond sa men naar toe Bernini for you and ft* brinks f°r me", en zij gearmd achter de anderen aan naar de bua,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 5