VOORDEEL a\oo£L Lachen om Philip De prinses die alleen maar naar dansfeesten wilde gaan ASPIkIN® BAYER Verdwaald in het bos Een middag in het bos c* Al sinds vele jaren is Aspirin overal ter wereld de meest gebruikte pijnstiller. Waarom denkt u? WMtiM Man gepakt tijdens bezoek paus aan VN Hallo meisjes en jongens De Efteling 17 Troef Voordeel- prijs in gloednieuwe mode if Hendrik lll-plein 39 5GEZIN gevraagd Nieuwe provinciaal voor Salesianen Voelt Uzich moe? Sanatogen Nozems straks te lijf met braakmiddel DOOR MIGNON G.EBERHART. VERA Elvis Ria wint een horloge De poes Een oude heer 4, y,t u* Kik »Hi! j 5 DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 6 OKTOBER 1965 sdagmorgen 9 uur i of per post te bestellen jaar zoeken wij in BREDA ot SN KOST-PLEEGGEZIN. aan de R.-K. Vereniging voor Patronage, Steegoversloot 64 te v,eef^ tacV*1 t LONDEN (UPI) Terwijl in Neder land het boekje „Kinderen schrijven de koningin" voor liefdadige doeleinden wordt verkocht, is in Engeland het boek je „De geestigheid van prins Philip" ver krjjgbaar, waarvan de opbrengst eveneens voor liefdadige doeleinden is bestemd. Uiteraard is de bundel van geestighe den, gedebiteerd door de gemaal van de Britse vorstin, niet altijd voor een verta ling in het Nederlands vatbaar zonder dat de geestigheid verloren gaat. Hieron der volgen enkele grepen uit de door Pe ter Butler verzamelde uitspraken van de prins. Op een tentoonstelling van wasmachines: „En welke is nou de krimpmachine?" Op een tentoonstelling van kunstvezels, wijzend op het schaarse blonde haar op zjjn hoofd: „Vezels maken gaat mij niet erg goed af.'' Tot de Britse industrie: „De. moeilijkheid met oude directieleden is, dat er teveel een-maagzweer-mannen zijn, die twee maagzweer-functies vervullen." Bij het aanvaarden van een eredocto raat van de universiteit van Reading: Het moet wel algemeen hekend zijn, dat ik nooit in mijn leven een eer lijke graad heb behaald Tegen de autoriteiten van Singapore in de dagen, dat het stadeiland naar on afhankelijkheid streefde: „Ik zelf heb zeer weinig persoonlijke ervaring met zelfbestuur opgedaan. Ik ben zelf een van de meest bestuurde mensen, die u ooit zou kunnen hopen te ontmoeten." Na bijna drie uur lang naar wetenschap pelijke films te hebben gekeken: „De röntgenstraal gaat het ene oor in en het andere uit." Tot een groep industriëlen: „Het is niet goed voor de mens zijn toevlucht te zoeken tot Loeniks en raketten en zijn ziel op aarde te laten tussen de tv- toesteÜen en espressobars." Bij de opening van een instituut voor wetenschappelijk onderzoek: „Dames en heren, het doet mij het grootste genoegen dit labora torium geopend te verklaren en als iemand mij een sleutel wil lenen zal ik het nog openen ook." Over het Engels als de taal van het Ge menebest: „Ik wil het pidgin-Engels hierbij insluiten, zelfs al word ik in die prachtige taal aangeduid als „die kerel van mevr. koningin.'' Tegen een man, die vertelt, dat zijn vrouw doctor in de wijsbegeerte is en „veel belangrijker dan ik": „Ja, die moeilijkheid hebben wij bjj ons in de familie ook". Op onafhankelijkheidsdag tegen Jomo Tot een fotograaf in Chili, die hem overal volgt, verzoekt hij heen te gaan en voegt eraan toe: „In onze familie hebben we er al een." Kenyatta, wanneer de Union Jack voor de laatste maal in Kenia zal worden gestreken: „Bent u er heel zeker van, dat u niet van gedachten zult veran deren?" Een bijeenkomst in de ambtswoning van de aartsbisschop van Canterbury noemt hij „een superplie van bisschoppen." DEN HAAG (KNP) Tot inspecteur van d-e Nederlandse provincie der Sale sianen is benoemd pater Q. I. J. Muth. Deze benoeming is het gevolg van het vertrek van pater P. J. ter Schure. die benoemd is in de hoofdraad van de socië teit. BOSTON (UPI) Mannen van de po litie en de FBI hebben in Boston een 36-jarige man gearresteerd toen deze het kantoor van de American Airlines opbelde met de mededeling, dat het vliegtuig van de paus boven de Atlan tische Oceaan zou worden neergeschoten. De man, Arthur Broulland, werd in een telefooncel in het North Station ge arresteerd. Volgens de politie was hij nog in gesprek met John J. McKenzie, van het boekingskantoor van de Ameri can Airlines. Volgens de politie had Broullard Mc Kenzie opgebeld om te zeggen, dat de paus gedood zou worden tijdens zijn thuisvlucht. McKenzie wist hem aan de praat te houden terwijl een andere em- loyé de FBI waarschuwde. De politie ging na vanwaar de man opbelde, waar op de arrestatie kon worden verricht. (Advertentie) Futloos, dag in dag uit? Laat Sanatogen U helpen. Neem het dagelijks en merk hoe Uw oude energie en levenslust terugkeert. Het versterkend middel voor jong en oud KOPENHAGEN (UPI) Een Deen se arts heeft een nieuw wapen in de strijd tegen de jeugddelinquenten voor gesteld: een braakmiddel. Dearts, dr. Arne Nordsted, is van mening, dat de huidige methode van straffen geen indruk maakt op de jeugd. Gevangenisstraf, psychische onderzoe kingen - het doet hen niets. Zelfs de ver boden lijfstraffen zouden nog te zacht moedig zijn, aldus de dokter, die voor stelde de nozems bijvoorbeeld injecties te geven, die een misselijkheidsgevoel opwekken zodat ze zes uur lang achter elkaar moeten overgeven. (Advertentie) Het is fijn weer te leven zonder pijn Aspirin helpt elke dag miljoenen mensen vlug en zeker van hun pijn af. Hoofdpijn? Verkoudheid? Griep? Neem snel Aspirin. Daar knapt u van op! DAAR STAAT ACHTER 2Q1'q voordeel Si" aankoop van gezinsverpakking van 100 tabletten. 62) Dilly veegde een lok van haar voor hoofd en hees zich uit de stoel, haar handen gesteund op de leuning, alsof ze tot op het bot vermoeid was. Ze liep naar de tafel waarop cap tain Case haar tas had omgekeerd. „Hebben jij en Lem het al bngelegd? ,,Nee" zei Martha, even effen als Dilly. Dilly pakte een lippenstift. „Waarom niet? Ik zag dat hij zijn arm om je heen sloeg en met je het podium afliep. In zijn rede zei hij van gedachten veranderd te zijn om dat zijn vrouw hem moed en kracht had geschonken. Je hebt je kans ge had. Wat wil je verder nog?" Mar tha was zo moe, zo helemaal leeg gelopen, dat ze een simpel, direct antwoord gaf. ,,Ik wil zijn liefde". Onverwacht antwoordde Dilly: „Ja, dat weet ik. Ik begrijp het. Ik weet alles van de liefde af." Ze keek naar de dingen die op tafel lagen, hield haar rok op, maakte daar een soort mand van en begon potloden, papier, portefeuille en dergelijke erin te ver zamelen. Er viel een geldstukje uit Dilly's rok, dat rinkelend over de vloer rolde. Weer zei Dilly: ,,Ja, ik weet alles van de liefde af. Het is een andere wijze van leven. Het is ook net - een ziekte; je kunt er niets tegen doen, als die ie eenmaal te pakken heeft en je weet niet hoe of wanneer je die krijgt. Maar alles verandert er door - wordt zinvol. Zelfs kleuren lij ken helderder. Alles wat je doet, be tekent iets. Niets uit je leven tot dan toe lijkt meer van belang. En daar na, daarna zal er niets van belang zijn en dat weet je." Ze wierp de ge havende lippenstift zonder huls in de richting van de bak met houtblokken. De lippenstift kwam er niet in te recht, maar rolde over de grond. In de nachtelijke stilte leek eerlijk heid tussen de twee eenzame vrou wen een vereiste. Langzaam zei Mar tha: ,,Ik heb je geloofd toen je zei dat er niets tussen jullie was. Maar ik wist ook dat - dat er in werkelijk heid een heel sterke band bestond. Ik benijd je Dilly." Dilly keek zelfs niet naar haar. Ze veegde met haar arm de tafel schoon. .Benijd me niet! O, ja, ik heb goed met Lem gewerkt - tot nu toe, maar dat is ook alles...Je wilt wat w.eten over die man. Je zou geen hoge dunk over hem gehad heb ben. In zekere zin had ik dat v.ok niet. In mijn hart wist ik steeds dat hij in mijn geld geinteresserd was. En ik wist dat hij - onder de indruk was van de mensen die ik kende - namen. Maar het was nu eenmaal zo. Wil jij sluiten, Martha „Dilly." Dilly stak haar tas onder de arm. Ze hield haar rok bij elkaar. Haar prachtige, iet kant afgezette onder jurk was te zien. Ze schuifelde lang zaam naar de trap en keek niet meer om. Martha staarde haar na. nog lang nadat ze Dilly's deur had horen dichtgaan. Het was een onge lukkige liefde geweest. Daarom was Dilly met Zeke getrouwd. Van de Weeromstuiit, omdat, zoals ze had gezegd, daarna niets in het leven meer telde. Ze voelde zich dichter bij Dilly dan ze zich ooit had gevoeld en tegelij kertijd verder weg. Na een poosje stond ze op. Als een automaat verrichtte ze de karwei tjes voor de nacht; het vuurscherm, de openslaande deuren, de voordeur. Die opende ze in een opwelling en keek naar buiten. Een politieauto stond halverwege de oprijlaan. Ze dacht dat Brown waarschijnlijk niet meer in de buurt van het huis of het meer zou komen. Zelfs niet in de buurt van het stadje. Toch was de politieauto een geruststellend ge zicht. Ze deed de deur op slot, draai de alle lichten uit op één na, voor het geval Lem nog zou thuis komen, en ging naar Lems kamer. Op haar tenen liep ze langs de gesloten deur van ma Bascoms kamer en die van Dilly, ofschoon ze dacht dat geen van beiden nog zou slapen. Ze was moe. Zo moe dat ze dwars op haar bed neerviel. Ze zou zich later wel uitkleden, maar eerst wilde ze wat rusten. Als Lem verstandig was, zoals zijn moeder had gezegd, zou hij in een hotel gaan slapen en mor gen thuiskomen. Hij was de hele voorgaande nacht opgebleven; hij had onder spanning gestaan, de'span ning van redevoeringen, reizen en besprekingen, wekenlang. Ja, hij zou vast en zeker in de stad blijven en morgen thuiskomen op tijd om te stemmen. De Dag van de Verkiezingen. Ze had er geen idee van hoe hij dacht over haar optreden van deze avond. Maar in de ogen van de kie zers Had haar verklaring toch zeker Lem wel gezuiverd van de- blaam dat hij erbij betrokken was geweest. Ze zouden nu tenminste weten dat er niets vergoelijkt zou worden, dat ze niet zou proberen de straf voor haar misdrijf te ontlopen. Maar kon ze daar zeker van zijn? Kon ze van iets zeker zijn? Lem was van gedachten veranderd en had zich niet teruggetrokken als kandidaat. Hij had dus gemeend wat hij van haar gezegd had: ,,Mijn vrouw heeft me kracht en moed ge geven." Ze hadden hem het podium opge duwd. Hij had geen kans gehad on der vier ogen met haar te spreken; zelfs een blik, het kleinste maar op rechte gebaar zou genoeg geweest zijn. Het huis was stil, maar het leek toch te leven. Ergens kraakte een traptrede. Ze hoorde het maar half en dacht vaag dat alle oude huizen 's nachts tot leven schenen te komen Ze verbeeldde zich dat ze heimelijk hoorde ritselen, oud hout hoorde kra ken, een tak tegen een raam hoorde schuren. Het was echter een rustige nacht, zonder wind of regen. De lucht was zwaar bewolkt. Plat op haar bed liggend, met een arm onder haar hoofd en half in slaap, verbeeldde ze zich dat ze er gens een deur hoorde open. of dicht gaan. Chrissy, dacht ze uitgeput. Chrissy of mrs. Bascom of Dilly, die naar beneden ging voor wat war me melk of een sandwich. Ze luis terde maar half en hoorde verder niets meer. Ze voelde dat ze ging slapen. Het was net een verdoving. Ze zei tot zichzelf dat ze moest opstaan, zich moest uitkleden en in bed gaan. toen hoorde ze buiten een geluidje, ge jank Het leek wel van een kat, dacht ze als in een droom. Maar plotseling was ze klaar wakker, toen ze weer hoorde janken. Het geluid kwam van buiten, van on der haar raam. Het was Stinky na tuurlijk. Die zou wel naar buiten ge gaan zijn toen de sheriff en de cap tain vertrokken waren. En niemand had het dier gezien. Toen ze sloot, had ze niet gekeken waar hij was. En nu liep hij miauwend langs de ramen om binnengelaten te worden. Er was eens een prinses die verschrik kelijk veel van dansen hield. Elke dag wilde zij dansen en zjj zeurde haar va der en moeder dol om jonge mannen uit te nodigen met wie zij dansen kon. Maar regeren is een ernstige bezigheid en in een paleis kan niet elke dag ge danst worden. Er waren bovendien niet genoeg jonge mannen om maar weer tel kens opnieuw een danspartij mee te houden. Maar elke dag die voorbijging zonder dat zij dansen kon, had de prin ses kwade zin. De koningin probeerde haar af te lei den: „Ga eens wait borduren", raadide zij aan. Maar de prinses zei: „Ik wil alleen-maar een japon borduren om in te gaan dansen. Anders heb ik in bor duren geen zin". „Ga eens wat tuinieren", stelde de koningin .voor. Maar de prinses zei: „Ik wil alleen maar rozen plukken om in mijn haar te dragen als ik kan dan sen. Anders heb ilk in tuinieren geen zin". Ga eens een eindje met de koeits uit rijderi", probeerde de koningin. Maar de prinses zei: „Ik wil wel met de koets naar een dansfeest rijden. Anders heb ik in rijden geen zin". En zo bleef de prinses maar in heit paleis met haar kwade humeur. Op een dag hoorde ze hoe de kok aan de keukenmeid vroeg: „Ga je vanavond mee dansen op de kermis?" En de keu kenmeid reip: „Fijn, dat doen we!" De prinses wilde al van afgunst gaan hui len, maar ze bedacht zich gauw: Was er kermis in het dorp?? Welwel. En kon iedereen daar zo maar gaan dansen?? welwel. De prinses ging met een lief gezicht naar de koningin en vroeg: „Mag ik van middag met de koets een eindje uit rijden gaan?" Verheugd riep de ko ningin haar kamervrouw om de prinses te vergezellen, maar het slimme meisje vleide: „Hè nee, laat mij liever alleen gaan". De koningin vond dat niet zo geschikt, maar zij was zó blij dat haar dochter nu eindelijk eens afleiding zocht dat ze toestemming gaf. En zo gebeurde het dat de koets voorreed met een koet sier en een palfrenier. Maar de prinses wist haar moeder eerst nog over te ha llen ook de palfrenier thuis te laten. En toen reed ze weg. Nauwelijks was het paleis door een kromming van de weg aan het gezicht onttrokken, of de prinses liet de koetsier halt houden. „Nu moet je eens goed naar me luisteren", zei ze. „Je rijdt me naar het dorp waar kermis is. Voor de poort stap ik uit, en jij wacht op me achter een bosje, net zo lang tot ik weer terugkom". De boswachter liep in 't bos. Hij hoorde huilen. Eerst dacht hij dat hij droomde Maar nee hoor, hij hoorde 't goed. Hij dacht: „Ik ga eens kijken". Hij zag een klein huilend meisje. De boswachter vroeg: „Wat is er meisje, waarorp. huil je zo?". M'n voetje zit vast. Help mij a.u.b. Ik heet Vera en ik moest voor mama naar Oma, want die is ziek. De boswachter deed haar voetje los. Het meisje bedankte en ging weer ver der. Jenny Westdorp Burg. v. Horsighstraat 13 's-Heerenhoek. Wie wil er met mij corresponderen? Ik ben 12 jaar. „Maar Hoogheid", stamelde de ver schrikte koetsier, „wat zullen de ko ning en de- koningin, daar wel van zeg gen?!". „Die zullen er niets van zeggen, want die weten er niets van. Maar pas op als je niet doet wat ik je beveel. Want dan zal ik mijn vader en moeder vertellen dat je in slaap gevallen ben't en dat de paarden daardoor bijna van de weg zijn geraakt en dat mijn leven in gevaar is geweest. Je zult eens horen wat ze dan zeggen!". Er stond de koetsier niets an ders te doen dan te gehoorzamen. Bij het dorp gekomen stapte de prin ses uit. Al dadelijk snoof ze de geur van oliebollen en wafels op. Ze hoorde de schoten uit de schiettent en de sla gen op de kop van Jut. Maar boven alles uit klonk de harmonikamuziek uit de danstent. De prinses liep er regel recht op af, slipte naar binnen en greep de eerste de beste boerenzoon bij de hand, trok hem naar de dansvloer en danste dat het een lust was: Nauwelijks hield de muziek op of zij klapte in de handen ep wenkte een andere jongen en zwierde al weer in het rond. Zij danste een uur lang aan één stuk. Toen snelde ze de danstent uit, holde door de poort naar het bosje en klom in de koets. Op de terugrit bracht ze haar haren weer op orde, streek de japon glad en zette haar zoetste gezicht. „Wat heeft het ritje je goed gedaan!" riep de koningin blij. En de volgende dag mocht ze weer uit rijden gaan en natuurlijk gebeurde alles weer precies zoals de vorige dag.' Als de kermis in het ene dorp was afgelopen, begon hij in het volgende dorp en de prinses danste alle kermissen af. En niemand herkende naar. Maar de koetsier had geen leven meer. Hij zat voortdurend in angst dat de koningin zou merken wat er aan de hand was. En om een eind hieraan te maken ging hij naar de schoenmaker die alle schoenen voor de koninklijke familie maakte en onderhield. „Kun je een geheim bewaren, schoen maker?" vroeg de koetsier. „Wat dacht je!" was het antwoord. „Anders zou iedereen immers weten dat de koning eksterogen heeft!". „Daar heb je gelijk in," zei de koetsier en hij vertelde alles aan de schoenma ker. „Doe iets aan de schoenen van de prinses zodat ze niet meer dansen kan", smeqkte hij. „Goed vriend, ik vind dat ik in het belang van het land moet doen wat je vraagt',, zei de schoenmaker en ging dadelijk aan het werk. Hij maakte vlug een paar beeldige dans schoentjes maar legde onder de bin nenzool een klein kiezelsteentje. Toen de prinses die middag in haar koets stapte, gaf de koetsier haar de schoen tjes, zeggend: „De schoenmaker heeft mij zojuist dit nieuwe paar voor u ge bracht". De prinses vond de schoen tjes allerliefst en trok ze onmiddellijk aan. Maar ze zat en daarom voelde ze niets van het steentje. Die middag op de kermis werd een verschrikkelijke middag. Ze kon niet langer dan vijf minuten dansen. Toen deden haar voeten al zo'n pijn dat ze alleen nog maar met moeite de poort uit kon strompelen om huilend in de koets neer te vallen. „U hebt vast en zeker te veel ge danst", jammerde de koetsier. „Dat zou geen mens kunnen volhouden, zelfs geen prinses. Neemt u toch een poos rust, anders zult u misschien van uw leven niet meer kunnen dansen!". Intussen had de schoenmaker in alle schoentjes van 'de prinses kiezelsteentjes verborgen. Toen het meisje thuiskwam en een ander paar wilde aantrekken, bleek zij al even veel pijn te lijden. Zij schopte alle schoenen uit en trok pan toffels aan. De volgende dag giing zij niet uit rij den. En de daaropvolgende dag ook niet. „Ik zal maar eens wat gaan bor duren", zei de prinses tegen haar moe der. En zij borduurde een lint voor de hals van de poes. De schoenmaker maakte nu een paar aardige tuinschoentjes zónder steentjes en bracht ze bij de prinses. Ze zaten heerlijk. „Ik zal maar eens naar de rozentuin gaan", zei het meisje tegen haar moe der en zij plukte rozen om die in een vaas te zetten op de tafel van de ko ningin. Langzamerhand kon zij ook weer haar andere schoentjes dragen. Ze deden haar geen pijn meer, want de schoenmaker haalde telkens een paar steentjes weg. Zij zeurde natuurlijk niet meer over dansen, want ze was al dolgelukkig dat ze weer normale voeten had om gewoon op te lopen. De koningin was zó blij met de omkeer van haar dochter, dat ze voorstelde: „Willen we weer eens een danspartij geven?". Maar de prinses antwoordde: „Ik wil graag weer eens dansen, maar haast u niet. Misschien over een paar weken, vindt U dat goed?" „Uitstekend," lachte de koningin verheugd en zij dacht: mijn dochter is geen kind meer, maar een verstandige jonge vrouw. Ik heb haar toch goed opgevoed. En zij heeft nooit geweten dat de ge lukkige ommekeer te danken was aan de koetsier. En zijn jullie erg nieuwsgierig naar onze prijsvraag? Ja zeker. Maar ik ga jullie nog niet de hele prijsvraag onthullen. Ik ga wel weer een ander klein stukje van het geheim vertellen. Onze prijs vraag, die volgende week gaat beginnen, zal gaan over je lie velingsdieren, je lievelingsboe ken, de hobby's die je het fijnste vindt, de mensen die je het meest bewondert. Over al deze dingen en mensen moeten jullie gaan tekenen en schrijven. Hoe dat moet gebeuren houd ik nog even geheim. Tot volgende week. Groetjes. José. Het was woensdag, al bijna 12 uur. Ria zat nog in de schoolbanken. Ze moest vanmiddag wedstrijdzwemmen in natuurbad Het Ei. Ze had 2 diplo» ma's. De badmeester had wel eens ge zegd dat ze heel erg snel kon zwem men. HéHé, de bel ging. Het was 12 uur. Ria liep zo hard ze kon naar huis. Vlug deed ze haar badpak aan. Toen at ze haastig haar boterhammen op, die moe der haar voorzette. Toen ze klaar was, pakte ze wat snoep en 5 minuten later za+ ze al op de fiets met haar badtas aan het stuur. Ze fietste zo hard ze kon. Hé, gelukkig, ze was er. Vlug zette ze haar fiets weg en ging zich verkle den. In een wip was ze klaar. Ria was wel wat zenuwachtig. Hé, hoorde ze haar naam niet noemen? Ja, het was zo! Vlug ging Ria naar de wed strijdplaats. O, leuk, haar vriendin was er ook al. Maar ze moest nu opletten. „Zijn jullie er" riep een man. Ja ze waren er allemaal. „Op de plaatsen", riep de man. Af! Ineens een harde plons enRia was in het water. Ze zwom uit alle macht. Hé, het water was lek ker koel. Ria werd een beetje moe. Ha, ze was al bijna bij het einde, nog even, ja ze was er. Toen ze omkeek zag ze dat ze de eerste was. „Ria de Bruyn heeft de eerste prijs", zei de man. Hoi, hoi, hoi riep haar vriendin. Alle mensen juich ten. Ja, Ria had zeker het mooie hor loge gewonnen. Toen zé het horloge vast had voelde ze zich erg gelukkig. Ja, Ria zal die mooie middag nooit ver geten. Annemieke van Gurp, Wolvenring 17, Breda. Elvis is voor mij alles Ik wil hem best En vooral in zijn liedjes is hij goed Ik zou zo graag hem eens echt in leven de lijve willen zien. Maar dat kan helaas niet. Ik hou zelf ook heel veel van zingen. Nu zou ik een oproep willen doen aan alle jongens en meisjes van Nederland. Ik zal ze allemaal terug schrijven. Ik zou zo graag teksten en liedjes van Elvis willen hebben. Bij voorbaat mijn hartelijke dank. Elvis Elvis Elvis Hoogachtend, Tonny Verhagen Koningstraat 35 Raamsdonksveer (N.Br.) Nederland. Er was eens een oude heer Die had wel honderdduizend piek En hij kreeg steeds maar meer Hij bewaarde zijn geld in een oude kist Met zeven nieuwe sloten En niemand die de sleutel wist Behalve de dief Piet de Grote De heer lag te bibberen in bed En kauwde op zijn kussen En greep maar telkens naar zijn mes Maar dan ging zijn vrouw hem sussen En als het dan weer morgen was Voordat hij het ochtendblad dan las Telde hij zijn geld, maar telkens weer Had hij iets minder of iets meer? Toen hij op een morgen Barstend van de zorgen De kist opende Was er duizend gulden weg Wat was die heer toen kwaad zeg Toen riep hij de politie, vlug Die kwam met veertig mannen terug Ze gingen allemaal zoeken, want Dat was het bevel van de commandant Maar de commandant kon het niet laten Even met de heer te praten Hij zei; „Ik heb een heel goed plan Weet u dat huis daarginds wel man" „Dat weet ik", sprak de oude heer „En hebt u nu nog meer"? Brengt u uw geld nu naar de bank Dan krijgt u ook nog rente En voor die raad, gaf de heer hem als dank Zeventigduizend centen. Zelf verzonnen door: José v. Gils Bur gerhof 18, Breda (N.B.) Ik zou graag willen corresponderen met een meisje van 11—12 jaar. Ik ben zelf 11 jaar. (R.-K.) Er was eens een poes Die was pikzwart Die poes heette Moortje Hij woonde bij de bakker Ze zat op eèn dag niet voor het raam Want ze had 3 jonge poesjes gekregen Twee waren er zwart En de ander was wit. Stef Gooskens Veilingkade 9, Breda. 7 jaar. Aan de rand van een groot bos staat een huisje. Er wonen acht kinderen met vader en moeder. Vader is houthakker en werkt elke dag in het bos. Thea, een meisje van acht jaar, had vrij en mocht met vader mee, zij mocht het eten dragen. Toen ze eenmaal op weg waren, riep Thea: „Oo, wat een mooie paddestoel". „Het is een eekhoorntj es- brood", zei vader. Ze gingen steeds die per het bos in. Toen ze op de plaats wa ren, waar ze moesten zijn, gingen ze eerst een boterham eten. Een kwartier daarna was vader aan het hakken. „Va der", zei Thea, „mag ik paddestoelen zoeken?" „Als je maar in de buurt blijft, anders verdwaal je nog". Thea was al weg. Ze vond veel paddestoelen, maar toen het al middag was, wist ze de weg niet meer. Ze volgde gewoon het paad- Het was woensdagmiddag. Jantje en zijn vriendje mochten met moeder en de baby naar het bos. De pick-nickmand stond al klaar. Moeder vroeg: „Hoe laat komt Hennie? „Ik weet het niet moe, als ik gegeten heb zal ik wel eens 'gaan vragen of hij mee naar ons mag". „Maar je eet eerst je buikje rond hoor, eerder mag je niet van tafel". „Ja moe", antwoordde Jan. Als ze dat gedaan hebben gaat Jan Hennie halen. Die mag gelukkig al gauw mee. Heeft je moeder op Hennie gerekend Jan? Anders maak ik eten voor hem klaar". „Ik weet het niet mevrouw", antwoord de Jan. „Wacht ik zal je moeder wel even bellen". Tring, tring, hoort mevrouw Verstraa- ten, dat is een onverwacht telefoontje. „Hallo, met mevrouw Verstraaten". ,,Ja, met mevrouw Jansveld. „Ja hoor, ik heb op hem gerekend. U hoeft hem geen eten mee te geven. Daag". „Nou dat is gebeurd", zegt de moeder van Hennie. „Ik hoef je niets mee te geven. „Dus maar gauw je jas aan". „Dag moe", ,,Dag Hennie". Toen ze naar Jantje zijn huis gingen zei Hennie tegen Jan: „Zeg Jan, het is nu al herfst. We zijn in ons natuurkundeschrift ook bij de herfst. De meester zei toch, dat we pad destoelen in een doos mee mochten brengen en allerlei bladeren mochten drogen. Ze zijn al gauw op pad naar het bos. Ze hebben allebei 'n lege schoenendoos. Het mos hebben ze er al in gedaan. De eerste paddestoelen komen al. De vliegenzwam. Het eekhoornbrood en weet ik allemaal niet wat nog meer. Ook hebben ze een heleboel bladeren bijeen. Verder bele ven ze nog een fijne middag en als ze 's avonds thuis zijn gaan ze gauw naar bed. Zelf verzonnen door: Nettie Schoenmakers Ginderdoorstraat 4 Chaam (N.Br.) - 11 jaar. je. Vader werd al ongerust en riep Thea. Thea hoorde het piet, want ze was steeds dieper en dieper het bos inge lopen. Zou ze alleen naar huis zijn ge lopen? Nee, ze weet de weg toch niet Ondertussen was Thea tegen een boom gaan zitten en gaan huilen. Vader ging verder en liep door. Even daarna zag hij een grote diepe vijver. Zal ze daar ingevallen zijn en verdronken, daar kon hij niet aan deniken. Hij wou naar huis, maar wat zal moeder zeggen als Thea er niet bij was. Toch ging vader. Toen hij thuis kwam vroeg moeder: „Waar is Thea?" Vader zei niets en dacht aan de middag dat Thea zo vrolijk mee ging. Zou ze haar dochter nooit weer zien, hij kon het niet vertellen. „Toe vader, waar is Thea, zeg het dan. Is er iets gebeurd?" Even aarzelt vader, dan vertelt hij het. „Thea isalleen verder gegaan om paddestoelen te zoe ken en ik zei nog dat ze niet te ver weg moest lopen, anders verdwaal je nog". „En is ze nu verdwaald?" „Ja moeder". Vader daclbt alsmaar aan de grote diepe vijver en kon zijn gedachten er niet af houden. Het was al avond en Thea was nog niet thuis. Vader pakte zijn fiets en reed zo vlug hij kon naar het politiebureau om de politie te waarschuwen. Vader vertelde alles. Er waren speurhonden gebracht en 5 politiemannen. Élk van hen kreeg een speurhond. De speurtocht begon. Ze kwamen bij de diepe grote vijver en voort ging de speurtocht Het was al stilletjesaan doniker. De politiemannen hadden een zaklantaarn aangedaan. De honden snuffelden zo goed ze konden steeds dieper het bos in. Ze vonden een doosje met paddestoelen en het haar lintje van Thea. „Nu zijn we goed op spoor", zei een agent. Ze zochten tus sen bomen en struiken en een half uur daarna zagen ze een klein meisje met blonde krullen tegen een boom slapen met behuilde ogen. Vader was blij en pakte Thea op. Oo, wat was hij blij toen hij zijn kleine meisje weer terug had. Toen vader thuis kwam, kregen de politiemannen een dikke sigaar en een kopje koffie, en een heerlijke wa fel en de honden een lekker koekje. Dat hadden ze wel verdiend. „Plicht is plicht", zei een agent. Thea was wakker geworden en dacht, dat het maar een droom was, maar vader vertelde alles aan Thea. Thea beloofde als ze met vader mee mocht, bij vader te blijven en niet weg te lopen en geen padde stoelen te zoeken, dat vond ze te eng. Zelf verzonnen door: TOOS BOUWENS Xapelstraat 22, Chaam Ik spaar sigarebandjes, luci- fermerken en postzegels. Ik heb naar de Efteling geweest. Daar heb ik naar Hans en Grietje wisten kijken en naar de boze heks- Naar de dansende dolfijn. En naar de dansende schoentjes. Ook naar de reus met de lange nek. Weet je wat ik het mooiste vond? Doorneroosje haar kasteel. En Roodkapje en de bo ze wolf. Dan heb ik nog in een bootje gezeten met ons viertjes. Ik heb nog naar de ezel wisten kijken. En naar het kip wisten kijken. En na een uur tje gingen we rustig naar huis met de auto. Ronny van Hooye Tragel 15, Koewacht Zeeland.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 5