VOORDEEL
a\oo£L
Lachen om Philip
De prinses die alleen maar
naar dansfeesten wilde gaan
ASPIkIN® BAYER
Verdwaald in het bos
Een middag in het bos
c*
Al sinds vele jaren
is Aspirin overal ter
wereld de meest gebruikte pijnstiller.
Waarom denkt u?
WMtiM
Man gepakt
tijdens bezoek
paus aan VN
Hallo meisjes
en jongens
De Efteling
17
Troef
Voordeel-
prijs
in gloednieuwe mode
if Hendrik lll-plein 39
5GEZIN gevraagd
Nieuwe provinciaal
voor Salesianen
Voelt Uzich moe?
Sanatogen
Nozems straks
te lijf met
braakmiddel
DOOR MIGNON G.EBERHART.
VERA
Elvis
Ria wint
een horloge
De poes
Een oude heer
4, y,t
u* Kik
»Hi! j
5
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 6 OKTOBER 1965
sdagmorgen 9 uur
i of per post te bestellen
jaar zoeken wij in BREDA ot
SN KOST-PLEEGGEZIN.
aan de R.-K. Vereniging voor
Patronage, Steegoversloot 64 te
v,eef^
tacV*1 t
LONDEN (UPI) Terwijl in Neder
land het boekje „Kinderen schrijven de
koningin" voor liefdadige doeleinden
wordt verkocht, is in Engeland het boek
je „De geestigheid van prins Philip" ver
krjjgbaar, waarvan de opbrengst eveneens
voor liefdadige doeleinden is bestemd.
Uiteraard is de bundel van geestighe
den, gedebiteerd door de gemaal van de
Britse vorstin, niet altijd voor een verta
ling in het Nederlands vatbaar zonder
dat de geestigheid verloren gaat. Hieron
der volgen enkele grepen uit de door Pe
ter Butler verzamelde uitspraken van de
prins.
Op een tentoonstelling van wasmachines:
„En welke is nou de krimpmachine?"
Op een tentoonstelling van kunstvezels,
wijzend op het schaarse blonde haar op
zjjn hoofd: „Vezels maken gaat mij niet
erg goed af.''
Tot de Britse industrie: „De. moeilijkheid
met oude directieleden is, dat er teveel
een-maagzweer-mannen zijn, die twee
maagzweer-functies vervullen."
Bij het aanvaarden van een eredocto
raat van de universiteit van Reading:
Het moet wel algemeen hekend zijn,
dat ik nooit in mijn leven een eer
lijke graad heb behaald
Tegen de autoriteiten van Singapore in
de dagen, dat het stadeiland naar on
afhankelijkheid streefde: „Ik zelf heb
zeer weinig persoonlijke ervaring met
zelfbestuur opgedaan. Ik ben zelf een
van de meest bestuurde mensen, die u
ooit zou kunnen hopen te ontmoeten."
Na bijna drie uur lang naar wetenschap
pelijke films te hebben gekeken: „De
röntgenstraal gaat het ene oor in en het
andere uit."
Tot een groep industriëlen: „Het is niet
goed voor de mens zijn toevlucht te
zoeken tot Loeniks en raketten en zijn
ziel op aarde te laten tussen de tv-
toesteÜen en espressobars."
Bij de opening van een instituut
voor wetenschappelijk onderzoek:
„Dames en heren, het doet mij
het grootste genoegen dit labora
torium geopend te verklaren
en als iemand mij een sleutel wil
lenen zal ik het nog openen ook."
Over het Engels als de taal van het Ge
menebest: „Ik wil het pidgin-Engels
hierbij insluiten, zelfs al word ik in
die prachtige taal aangeduid als „die
kerel van mevr. koningin.''
Tegen een man, die vertelt, dat zijn
vrouw doctor in de wijsbegeerte is en
„veel belangrijker dan ik": „Ja, die
moeilijkheid hebben wij bjj ons in de
familie ook".
Op onafhankelijkheidsdag tegen Jomo
Tot een fotograaf in Chili, die hem
overal volgt, verzoekt hij heen te
gaan en voegt eraan toe: „In onze
familie hebben we er al een."
Kenyatta, wanneer de Union Jack voor
de laatste maal in Kenia zal worden
gestreken: „Bent u er heel zeker van,
dat u niet van gedachten zult veran
deren?"
Een bijeenkomst in de ambtswoning van
de aartsbisschop van Canterbury noemt
hij „een superplie van bisschoppen."
DEN HAAG (KNP) Tot inspecteur
van d-e Nederlandse provincie der Sale
sianen is benoemd pater Q. I. J. Muth.
Deze benoeming is het gevolg van het
vertrek van pater P. J. ter Schure. die
benoemd is in de hoofdraad van de socië
teit.
BOSTON (UPI) Mannen van de po
litie en de FBI hebben in Boston een
36-jarige man gearresteerd toen deze
het kantoor van de American Airlines
opbelde met de mededeling, dat het
vliegtuig van de paus boven de Atlan
tische Oceaan zou worden neergeschoten.
De man, Arthur Broulland, werd in
een telefooncel in het North Station ge
arresteerd. Volgens de politie was hij
nog in gesprek met John J. McKenzie,
van het boekingskantoor van de Ameri
can Airlines.
Volgens de politie had Broullard Mc
Kenzie opgebeld om te zeggen, dat de
paus gedood zou worden tijdens zijn
thuisvlucht. McKenzie wist hem aan de
praat te houden terwijl een andere em-
loyé de FBI waarschuwde. De politie
ging na vanwaar de man opbelde, waar
op de arrestatie kon worden verricht.
(Advertentie)
Futloos, dag in dag uit?
Laat Sanatogen U helpen.
Neem het dagelijks en
merk hoe Uw oude energie
en levenslust terugkeert.
Het versterkend middel
voor jong en oud
KOPENHAGEN (UPI) Een Deen
se arts heeft een nieuw wapen in de
strijd tegen de jeugddelinquenten voor
gesteld: een braakmiddel.
Dearts, dr. Arne Nordsted, is van
mening, dat de huidige methode van
straffen geen indruk maakt op de jeugd.
Gevangenisstraf, psychische onderzoe
kingen - het doet hen niets. Zelfs de ver
boden lijfstraffen zouden nog te zacht
moedig zijn, aldus de dokter, die voor
stelde de nozems bijvoorbeeld injecties
te geven, die een misselijkheidsgevoel
opwekken zodat ze zes uur lang achter
elkaar moeten overgeven.
(Advertentie)
Het is fijn weer te leven zonder pijn
Aspirin helpt elke dag miljoenen mensen
vlug en zeker van hun pijn af.
Hoofdpijn? Verkoudheid? Griep?
Neem snel Aspirin.
Daar knapt u van op!
DAAR STAAT
ACHTER
2Q1'q voordeel Si" aankoop van gezinsverpakking van 100 tabletten.
62)
Dilly veegde een lok van haar voor
hoofd en hees zich uit de stoel,
haar handen gesteund op de leuning,
alsof ze tot op het bot vermoeid was.
Ze liep naar de tafel waarop cap
tain Case haar tas had omgekeerd.
„Hebben jij en Lem het al bngelegd?
,,Nee" zei Martha, even effen als
Dilly. Dilly pakte een lippenstift.
„Waarom niet? Ik zag dat hij zijn
arm om je heen sloeg en met je het
podium afliep. In zijn rede zei hij
van gedachten veranderd te zijn om
dat zijn vrouw hem moed en kracht
had geschonken. Je hebt je kans ge
had. Wat wil je verder nog?" Mar
tha was zo moe, zo helemaal leeg
gelopen, dat ze een simpel, direct
antwoord gaf. ,,Ik wil zijn liefde".
Onverwacht antwoordde Dilly: „Ja,
dat weet ik. Ik begrijp het. Ik weet
alles van de liefde af." Ze keek naar
de dingen die op tafel lagen, hield
haar rok op, maakte daar een soort
mand van en begon potloden, papier,
portefeuille en dergelijke erin te ver
zamelen.
Er viel een geldstukje uit Dilly's rok,
dat rinkelend over de vloer rolde.
Weer zei Dilly: ,,Ja, ik weet alles
van de liefde af. Het is een andere
wijze van leven. Het is ook net - een
ziekte; je kunt er niets tegen doen,
als die ie eenmaal te pakken heeft
en je weet niet hoe of wanneer je
die krijgt. Maar alles verandert er
door - wordt zinvol. Zelfs kleuren lij
ken helderder. Alles wat je doet, be
tekent iets. Niets uit je leven tot dan
toe lijkt meer van belang. En daar
na, daarna zal er niets van belang
zijn en dat weet je." Ze wierp de ge
havende lippenstift zonder huls in de
richting van de bak met houtblokken.
De lippenstift kwam er niet in te
recht, maar rolde over de grond.
In de nachtelijke stilte leek eerlijk
heid tussen de twee eenzame vrou
wen een vereiste. Langzaam zei Mar
tha: ,,Ik heb je geloofd toen je zei
dat er niets tussen jullie was. Maar
ik wist ook dat - dat er in werkelijk
heid een heel sterke band bestond.
Ik benijd je Dilly."
Dilly keek zelfs niet naar haar.
Ze veegde met haar arm de tafel
schoon. .Benijd me niet! O, ja, ik
heb goed met Lem gewerkt - tot nu
toe, maar dat is ook alles...Je wilt
wat w.eten over die man. Je zou
geen hoge dunk over hem gehad heb
ben. In zekere zin had ik dat v.ok
niet. In mijn hart wist ik steeds dat
hij in mijn geld geinteresserd was.
En ik wist dat hij - onder de indruk
was van de mensen die ik kende -
namen. Maar het was nu eenmaal
zo. Wil jij sluiten, Martha
„Dilly."
Dilly stak haar tas onder de arm.
Ze hield haar rok bij elkaar. Haar
prachtige, iet kant afgezette onder
jurk was te zien. Ze schuifelde lang
zaam naar de trap en keek niet
meer om. Martha staarde haar na.
nog lang nadat ze Dilly's deur had
horen dichtgaan. Het was een onge
lukkige liefde geweest. Daarom was
Dilly met Zeke getrouwd. Van de
Weeromstuiit, omdat, zoals ze had
gezegd, daarna niets in het leven
meer telde.
Ze voelde zich dichter bij Dilly dan
ze zich ooit had gevoeld en tegelij
kertijd verder weg.
Na een poosje stond ze op. Als een
automaat verrichtte ze de karwei
tjes voor de nacht; het vuurscherm,
de openslaande deuren, de voordeur.
Die opende ze in een opwelling en
keek naar buiten. Een politieauto
stond halverwege de oprijlaan. Ze
dacht dat Brown waarschijnlijk niet
meer in de buurt van het huis of het
meer zou komen. Zelfs niet in de
buurt van het stadje. Toch was de
politieauto een geruststellend ge
zicht. Ze deed de deur op slot, draai
de alle lichten uit op één na, voor
het geval Lem nog zou thuis komen,
en ging naar Lems kamer. Op haar
tenen liep ze langs de gesloten deur
van ma Bascoms kamer en die van
Dilly, ofschoon ze dacht dat geen
van beiden nog zou slapen.
Ze was moe. Zo moe dat ze dwars op
haar bed neerviel. Ze zou zich later
wel uitkleden, maar eerst wilde ze
wat rusten. Als Lem verstandig was,
zoals zijn moeder had gezegd, zou
hij in een hotel gaan slapen en mor
gen thuiskomen. Hij was de hele
voorgaande nacht opgebleven; hij
had onder spanning gestaan, de'span
ning van redevoeringen, reizen en
besprekingen, wekenlang. Ja, hij zou
vast en zeker in de stad blijven en
morgen thuiskomen op tijd om te
stemmen.
De Dag van de Verkiezingen.
Ze had er geen idee van hoe hij
dacht over haar optreden van deze
avond. Maar in de ogen van de kie
zers Had haar verklaring toch zeker
Lem wel gezuiverd van de- blaam
dat hij erbij betrokken was geweest.
Ze zouden nu tenminste weten dat er
niets vergoelijkt zou worden, dat ze
niet zou proberen de straf voor haar
misdrijf te ontlopen. Maar kon ze
daar zeker van zijn? Kon ze van
iets zeker zijn?
Lem was van gedachten veranderd
en had zich niet teruggetrokken als
kandidaat. Hij had dus gemeend wat
hij van haar gezegd had: ,,Mijn
vrouw heeft me kracht en moed ge
geven."
Ze hadden hem het podium opge
duwd. Hij had geen kans gehad on
der vier ogen met haar te spreken;
zelfs een blik, het kleinste maar op
rechte gebaar zou genoeg geweest
zijn.
Het huis was stil, maar het leek
toch te leven. Ergens kraakte een
traptrede. Ze hoorde het maar half
en dacht vaag dat alle oude huizen
's nachts tot leven schenen te komen
Ze verbeeldde zich dat ze heimelijk
hoorde ritselen, oud hout hoorde kra
ken, een tak tegen een raam hoorde
schuren. Het was echter een rustige
nacht, zonder wind of regen. De
lucht was zwaar bewolkt.
Plat op haar bed liggend, met een
arm onder haar hoofd en half in
slaap, verbeeldde ze zich dat ze er
gens een deur hoorde open. of dicht
gaan. Chrissy, dacht ze uitgeput.
Chrissy of mrs. Bascom of Dilly,
die naar beneden ging voor wat war
me melk of een sandwich. Ze luis
terde maar half en hoorde verder
niets meer.
Ze voelde dat ze ging slapen. Het
was net een verdoving. Ze zei tot
zichzelf dat ze moest opstaan, zich
moest uitkleden en in bed gaan. toen
hoorde ze buiten een geluidje, ge
jank Het leek wel van een kat,
dacht ze als in een droom. Maar
plotseling was ze klaar wakker, toen
ze weer hoorde janken.
Het geluid kwam van buiten, van on
der haar raam. Het was Stinky na
tuurlijk. Die zou wel naar buiten ge
gaan zijn toen de sheriff en de cap
tain vertrokken waren. En niemand
had het dier gezien. Toen ze sloot,
had ze niet gekeken waar hij was.
En nu liep hij miauwend langs de
ramen om binnengelaten te worden.
Er was eens een prinses die verschrik
kelijk veel van dansen hield. Elke dag
wilde zij dansen en zjj zeurde haar va
der en moeder dol om jonge mannen
uit te nodigen met wie zij dansen kon.
Maar regeren is een ernstige bezigheid
en in een paleis kan niet elke dag ge
danst worden. Er waren bovendien niet
genoeg jonge mannen om maar weer tel
kens opnieuw een danspartij mee te
houden. Maar elke dag die voorbijging
zonder dat zij dansen kon, had de prin
ses kwade zin.
De koningin probeerde haar af te lei
den: „Ga eens wait borduren", raadide
zij aan. Maar de prinses zei: „Ik wil
alleen-maar een japon borduren om in
te gaan dansen. Anders heb ik in bor
duren geen zin".
„Ga eens wat tuinieren", stelde de
koningin .voor. Maar de prinses zei:
„Ik wil alleen maar rozen plukken om
in mijn haar te dragen als ik kan dan
sen. Anders heb ilk in tuinieren geen
zin".
Ga eens een eindje met de koeits uit
rijderi", probeerde de koningin. Maar de
prinses zei: „Ik wil wel met de koets
naar een dansfeest rijden. Anders heb
ik in rijden geen zin". En zo bleef de
prinses maar in heit paleis met haar
kwade humeur.
Op een dag hoorde ze hoe de kok aan
de keukenmeid vroeg: „Ga je vanavond
mee dansen op de kermis?" En de keu
kenmeid reip: „Fijn, dat doen we!" De
prinses wilde al van afgunst gaan hui
len, maar ze bedacht zich gauw: Was er
kermis in het dorp?? Welwel. En kon
iedereen daar zo maar gaan dansen??
welwel.
De prinses ging met een lief gezicht
naar de koningin en vroeg: „Mag ik van
middag met de koets een eindje uit
rijden gaan?" Verheugd riep de ko
ningin haar kamervrouw om de prinses
te vergezellen, maar het slimme meisje
vleide: „Hè nee, laat mij liever alleen
gaan". De koningin vond dat niet zo
geschikt, maar zij was zó blij dat haar
dochter nu eindelijk eens afleiding zocht
dat ze toestemming gaf. En zo gebeurde
het dat de koets voorreed met een koet
sier en een palfrenier. Maar de prinses
wist haar moeder eerst nog over te ha
llen ook de palfrenier thuis te laten. En
toen reed ze weg.
Nauwelijks was het paleis door een
kromming van de weg aan het gezicht
onttrokken, of de prinses liet de koetsier
halt houden. „Nu moet je eens goed
naar me luisteren", zei ze. „Je rijdt me
naar het dorp waar kermis is. Voor de
poort stap ik uit, en jij wacht op me
achter een bosje, net zo lang tot ik
weer terugkom".
De boswachter liep in 't bos. Hij hoorde
huilen. Eerst dacht hij dat hij droomde
Maar nee hoor, hij hoorde 't goed.
Hij dacht: „Ik ga eens kijken".
Hij zag een klein huilend meisje.
De boswachter vroeg: „Wat is er meisje,
waarorp. huil je zo?".
M'n voetje zit vast. Help mij a.u.b. Ik
heet Vera en ik moest voor mama naar
Oma, want die is ziek.
De boswachter deed haar voetje los.
Het meisje bedankte en ging weer ver
der.
Jenny Westdorp
Burg. v. Horsighstraat 13
's-Heerenhoek.
Wie wil er met mij corresponderen?
Ik ben 12 jaar.
„Maar Hoogheid", stamelde de ver
schrikte koetsier, „wat zullen de ko
ning en de- koningin, daar wel van zeg
gen?!".
„Die zullen er niets van zeggen, want
die weten er niets van. Maar pas op als
je niet doet wat ik je beveel. Want dan
zal ik mijn vader en moeder vertellen
dat je in slaap gevallen ben't en dat de
paarden daardoor bijna van de weg zijn
geraakt en dat mijn leven in gevaar is
geweest. Je zult eens horen wat ze dan
zeggen!". Er stond de koetsier niets an
ders te doen dan te gehoorzamen.
Bij het dorp gekomen stapte de prin
ses uit. Al dadelijk snoof ze de geur
van oliebollen en wafels op. Ze hoorde
de schoten uit de schiettent en de sla
gen op de kop van Jut. Maar boven
alles uit klonk de harmonikamuziek uit
de danstent. De prinses liep er regel
recht op af, slipte naar binnen en greep
de eerste de beste boerenzoon bij de
hand, trok hem naar de dansvloer en
danste dat het een lust was: Nauwelijks
hield de muziek op of zij klapte in de
handen ep wenkte een andere jongen
en zwierde al weer in het rond.
Zij danste een uur lang aan één stuk.
Toen snelde ze de danstent uit, holde
door de poort naar het bosje en klom
in de koets. Op de terugrit bracht ze
haar haren weer op orde, streek de
japon glad en zette haar zoetste gezicht.
„Wat heeft het ritje je goed gedaan!"
riep de koningin blij. En de volgende
dag mocht ze weer uit rijden gaan en
natuurlijk gebeurde alles weer precies
zoals de vorige dag.' Als de kermis in
het ene dorp was afgelopen, begon hij
in het volgende dorp en de prinses
danste alle kermissen af. En niemand
herkende naar.
Maar de koetsier had geen leven
meer. Hij zat voortdurend in angst dat
de koningin zou merken wat er aan de
hand was. En om een eind hieraan te
maken ging hij naar de schoenmaker
die alle schoenen voor de koninklijke
familie maakte en onderhield.
„Kun je een geheim bewaren, schoen
maker?" vroeg de koetsier.
„Wat dacht je!" was het antwoord.
„Anders zou iedereen immers weten dat
de koning eksterogen heeft!".
„Daar heb je gelijk in," zei de koetsier
en hij vertelde alles aan de schoenma
ker. „Doe iets aan de schoenen van de
prinses zodat ze niet meer dansen kan",
smeqkte hij. „Goed vriend, ik vind dat
ik in het belang van het land moet doen
wat je vraagt',, zei de schoenmaker en
ging dadelijk aan het werk.
Hij maakte vlug een paar beeldige dans
schoentjes maar legde onder de bin
nenzool een klein kiezelsteentje. Toen
de prinses die middag in haar koets
stapte, gaf de koetsier haar de schoen
tjes, zeggend: „De schoenmaker heeft
mij zojuist dit nieuwe paar voor u ge
bracht". De prinses vond de schoen
tjes allerliefst en trok ze onmiddellijk
aan. Maar ze zat en daarom voelde ze
niets van het steentje.
Die middag op de kermis werd een
verschrikkelijke middag. Ze kon niet
langer dan vijf minuten dansen. Toen
deden haar voeten al zo'n pijn dat ze
alleen nog maar met moeite de poort
uit kon strompelen om huilend in de
koets neer te vallen.
„U hebt vast en zeker te veel ge
danst", jammerde de koetsier. „Dat zou
geen mens kunnen volhouden, zelfs geen
prinses. Neemt u toch een poos rust,
anders zult u misschien van uw leven
niet meer kunnen dansen!".
Intussen had de schoenmaker in alle
schoentjes van 'de prinses kiezelsteentjes
verborgen. Toen het meisje thuiskwam
en een ander paar wilde aantrekken,
bleek zij al even veel pijn te lijden. Zij
schopte alle schoenen uit en trok pan
toffels aan.
De volgende dag giing zij niet uit rij
den. En de daaropvolgende dag ook
niet. „Ik zal maar eens wat gaan bor
duren", zei de prinses tegen haar moe
der. En zij borduurde een lint voor de
hals van de poes.
De schoenmaker maakte nu een paar
aardige tuinschoentjes zónder steentjes
en bracht ze bij de prinses. Ze zaten
heerlijk.
„Ik zal maar eens naar de rozentuin
gaan", zei het meisje tegen haar moe
der en zij plukte rozen om die in een
vaas te zetten op de tafel van de ko
ningin.
Langzamerhand kon zij ook weer haar
andere schoentjes dragen. Ze deden haar
geen pijn meer, want de schoenmaker
haalde telkens een paar steentjes weg.
Zij zeurde natuurlijk niet meer over
dansen, want ze was al dolgelukkig
dat ze weer normale voeten had om
gewoon op te lopen. De koningin was zó
blij met de omkeer van haar dochter,
dat ze voorstelde: „Willen we weer eens
een danspartij geven?". Maar de prinses
antwoordde: „Ik wil graag weer eens
dansen, maar haast u niet. Misschien
over een paar weken, vindt U dat
goed?" „Uitstekend," lachte de koningin
verheugd en zij dacht: mijn dochter is
geen kind meer, maar een verstandige
jonge vrouw. Ik heb haar toch goed
opgevoed.
En zij heeft nooit geweten dat de ge
lukkige ommekeer te danken was aan
de koetsier.
En zijn jullie erg nieuwsgierig
naar onze prijsvraag? Ja zeker.
Maar ik ga jullie nog niet de hele
prijsvraag onthullen. Ik ga wel
weer een ander klein stukje van
het geheim vertellen. Onze prijs
vraag, die volgende week gaat
beginnen, zal gaan over je lie
velingsdieren, je lievelingsboe
ken, de hobby's die je het fijnste
vindt, de mensen die je het
meest bewondert. Over al deze
dingen en mensen moeten jullie
gaan tekenen en schrijven. Hoe
dat moet gebeuren houd ik nog
even geheim. Tot volgende week.
Groetjes. José.
Het was woensdag, al bijna 12 uur.
Ria zat nog in de schoolbanken. Ze
moest vanmiddag wedstrijdzwemmen
in natuurbad Het Ei. Ze had 2 diplo»
ma's. De badmeester had wel eens ge
zegd dat ze heel erg snel kon zwem
men.
HéHé, de bel ging. Het was 12 uur. Ria
liep zo hard ze kon naar huis. Vlug
deed ze haar badpak aan. Toen at ze
haastig haar boterhammen op, die moe
der haar voorzette. Toen ze klaar was,
pakte ze wat snoep en 5 minuten later
za+ ze al op de fiets met haar badtas
aan het stuur. Ze fietste zo hard ze
kon. Hé, gelukkig, ze was er. Vlug zette
ze haar fiets weg en ging zich verkle
den. In een wip was ze klaar.
Ria was wel wat zenuwachtig. Hé,
hoorde ze haar naam niet noemen? Ja,
het was zo! Vlug ging Ria naar de wed
strijdplaats. O, leuk, haar vriendin was
er ook al. Maar ze moest nu opletten.
„Zijn jullie er" riep een man. Ja ze
waren er allemaal. „Op de plaatsen",
riep de man. Af! Ineens een harde plons
enRia was in het water. Ze zwom
uit alle macht. Hé, het water was lek
ker koel. Ria werd een beetje moe.
Ha, ze was al bijna bij het einde, nog
even, ja ze was er.
Toen ze omkeek zag ze dat ze de
eerste was. „Ria de Bruyn heeft de
eerste prijs", zei de man. Hoi, hoi, hoi
riep haar vriendin. Alle mensen juich
ten. Ja, Ria had zeker het mooie hor
loge gewonnen. Toen zé het horloge
vast had voelde ze zich erg gelukkig.
Ja, Ria zal die mooie middag nooit ver
geten.
Annemieke van Gurp,
Wolvenring 17, Breda.
Elvis is voor mij alles
Ik wil hem best
En vooral in zijn liedjes is hij goed
Ik zou zo graag hem eens echt in leven
de lijve willen zien. Maar dat kan helaas
niet.
Ik hou zelf ook heel veel van zingen.
Nu zou ik een oproep willen doen aan
alle jongens en meisjes van Nederland.
Ik zal ze allemaal terug schrijven. Ik
zou zo graag teksten en liedjes van Elvis
willen hebben.
Bij voorbaat mijn hartelijke dank.
Elvis Elvis Elvis
Hoogachtend,
Tonny Verhagen
Koningstraat 35
Raamsdonksveer (N.Br.)
Nederland.
Er was eens een oude heer
Die had wel honderdduizend piek
En hij kreeg steeds maar meer
Hij bewaarde zijn geld in een oude kist
Met zeven nieuwe sloten
En niemand die de sleutel wist
Behalve de dief Piet de Grote
De heer lag te bibberen in bed
En kauwde op zijn kussen
En greep maar telkens naar zijn mes
Maar dan ging zijn vrouw hem sussen
En als het dan weer morgen was
Voordat hij het ochtendblad dan las
Telde hij zijn geld, maar telkens weer
Had hij iets minder of iets meer?
Toen hij op een morgen
Barstend van de zorgen
De kist opende
Was er duizend gulden weg
Wat was die heer toen kwaad zeg
Toen riep hij de politie, vlug
Die kwam met veertig mannen terug
Ze gingen allemaal zoeken, want
Dat was het bevel van de commandant
Maar de commandant kon het niet laten
Even met de heer te praten
Hij zei; „Ik heb een heel goed plan
Weet u dat huis daarginds wel man"
„Dat weet ik", sprak de oude heer
„En hebt u nu nog meer"?
Brengt u uw geld nu naar de bank
Dan krijgt u ook nog rente
En voor die raad, gaf de heer hem als
dank
Zeventigduizend centen.
Zelf verzonnen door: José v. Gils Bur
gerhof 18, Breda (N.B.)
Ik zou graag willen corresponderen met
een meisje van 11—12 jaar. Ik ben zelf
11 jaar. (R.-K.)
Er was eens een poes
Die was pikzwart
Die poes heette Moortje
Hij woonde bij de bakker
Ze zat op eèn dag niet voor het raam
Want ze had 3 jonge poesjes gekregen
Twee waren er zwart
En de ander was wit.
Stef Gooskens
Veilingkade 9, Breda.
7 jaar.
Aan de rand van een groot bos staat
een huisje. Er wonen acht kinderen met
vader en moeder. Vader is houthakker
en werkt elke dag in het bos. Thea,
een meisje van acht jaar, had vrij en
mocht met vader mee, zij mocht het
eten dragen. Toen ze eenmaal op weg
waren, riep Thea: „Oo, wat een mooie
paddestoel". „Het is een eekhoorntj es-
brood", zei vader. Ze gingen steeds die
per het bos in. Toen ze op de plaats wa
ren, waar ze moesten zijn, gingen ze
eerst een boterham eten. Een kwartier
daarna was vader aan het hakken. „Va
der", zei Thea, „mag ik paddestoelen
zoeken?" „Als je maar in de buurt blijft,
anders verdwaal je nog". Thea was al
weg. Ze vond veel paddestoelen, maar
toen het al middag was, wist ze de weg
niet meer. Ze volgde gewoon het paad-
Het was woensdagmiddag. Jantje en
zijn vriendje mochten met moeder en de
baby naar het bos. De pick-nickmand
stond al klaar.
Moeder vroeg: „Hoe laat komt Hennie?
„Ik weet het niet moe, als ik gegeten
heb zal ik wel eens 'gaan vragen of hij
mee naar ons mag".
„Maar je eet eerst je buikje rond hoor,
eerder mag je niet van tafel".
„Ja moe", antwoordde Jan.
Als ze dat gedaan hebben gaat Jan
Hennie halen.
Die mag gelukkig al gauw mee.
Heeft je moeder op Hennie gerekend
Jan? Anders maak ik eten voor hem
klaar".
„Ik weet het niet mevrouw", antwoord
de Jan.
„Wacht ik zal je moeder wel even
bellen".
Tring, tring, hoort mevrouw Verstraa-
ten, dat is een onverwacht telefoontje.
„Hallo, met mevrouw Verstraaten".
,,Ja, met mevrouw Jansveld.
„Ja hoor, ik heb op hem gerekend. U
hoeft hem geen eten mee te geven.
Daag".
„Nou dat is gebeurd", zegt de moeder
van Hennie.
„Ik hoef je niets mee te geven.
„Dus maar gauw je jas aan".
„Dag moe", ,,Dag Hennie".
Toen ze naar Jantje zijn huis gingen zei
Hennie tegen Jan:
„Zeg Jan, het is nu al herfst. We zijn in
ons natuurkundeschrift ook bij de
herfst. De meester zei toch, dat we pad
destoelen in een doos mee mochten
brengen en allerlei bladeren mochten
drogen.
Ze zijn al gauw op pad naar het bos.
Ze hebben allebei 'n lege schoenendoos.
Het mos hebben ze er al in gedaan.
De eerste paddestoelen komen al.
De vliegenzwam.
Het eekhoornbrood en weet ik allemaal
niet wat nog meer. Ook hebben ze een
heleboel bladeren bijeen. Verder bele
ven ze nog een fijne middag en als ze
's avonds thuis zijn gaan ze gauw naar
bed.
Zelf verzonnen door:
Nettie Schoenmakers
Ginderdoorstraat 4
Chaam (N.Br.) - 11 jaar.
je. Vader werd al ongerust en riep Thea.
Thea hoorde het piet, want ze was
steeds dieper en dieper het bos inge
lopen. Zou ze alleen naar huis zijn ge
lopen? Nee, ze weet de weg toch niet
Ondertussen was Thea tegen een boom
gaan zitten en gaan huilen. Vader ging
verder en liep door. Even daarna zag
hij een grote diepe vijver. Zal ze daar
ingevallen zijn en verdronken, daar kon
hij niet aan deniken. Hij wou naar huis,
maar wat zal moeder zeggen als Thea
er niet bij was. Toch ging vader. Toen
hij thuis kwam vroeg moeder: „Waar
is Thea?" Vader zei niets en dacht aan
de middag dat Thea zo vrolijk mee
ging. Zou ze haar dochter nooit weer
zien, hij kon het niet vertellen. „Toe
vader, waar is Thea, zeg het dan. Is er
iets gebeurd?" Even aarzelt vader, dan
vertelt hij het. „Thea isalleen
verder gegaan om paddestoelen te zoe
ken en ik zei nog dat ze niet te ver
weg moest lopen, anders verdwaal je
nog".
„En is ze nu verdwaald?"
„Ja moeder". Vader daclbt alsmaar
aan de grote diepe vijver en kon zijn
gedachten er niet af houden. Het was al
avond en Thea was nog niet thuis.
Vader pakte zijn fiets en reed zo vlug
hij kon naar het politiebureau om de
politie te waarschuwen. Vader vertelde
alles. Er waren speurhonden gebracht en
5 politiemannen. Élk van hen kreeg een
speurhond. De speurtocht begon. Ze
kwamen bij de diepe grote vijver en
voort ging de speurtocht Het was al
stilletjesaan doniker. De politiemannen
hadden een zaklantaarn aangedaan. De
honden snuffelden zo goed ze konden
steeds dieper het bos in. Ze vonden een
doosje met paddestoelen en het haar
lintje van Thea. „Nu zijn we goed op
spoor", zei een agent. Ze zochten tus
sen bomen en struiken en een half uur
daarna zagen ze een klein meisje met
blonde krullen tegen een boom slapen
met behuilde ogen. Vader was blij en
pakte Thea op. Oo, wat was hij blij
toen hij zijn kleine meisje weer terug
had. Toen vader thuis kwam, kregen
de politiemannen een dikke sigaar en
een kopje koffie, en een heerlijke wa
fel en de honden een lekker koekje. Dat
hadden ze wel verdiend. „Plicht is
plicht", zei een agent. Thea was wakker
geworden en dacht, dat het maar een
droom was, maar vader vertelde alles
aan Thea. Thea beloofde als ze met
vader mee mocht, bij vader te blijven
en niet weg te lopen en geen padde
stoelen te zoeken, dat vond ze te eng.
Zelf verzonnen door:
TOOS BOUWENS
Xapelstraat 22, Chaam
Ik spaar sigarebandjes, luci-
fermerken en postzegels.
Ik heb naar de Efteling geweest.
Daar heb ik naar Hans en Grietje
wisten kijken en naar de boze heks-
Naar de dansende dolfijn. En naar de
dansende schoentjes. Ook naar de
reus met de lange nek. Weet je wat
ik het mooiste vond? Doorneroosje
haar kasteel. En Roodkapje en de bo
ze wolf. Dan heb ik nog in een bootje
gezeten met ons viertjes. Ik heb nog
naar de ezel wisten kijken. En naar
het kip wisten kijken. En na een uur
tje gingen we rustig naar huis met
de auto.
Ronny van Hooye
Tragel 15, Koewacht
Zeeland.