JAPONNEN AFDELING EERSTE ETAGE Vierde 2 van co] geopt OPNIEUW B, iijnmoiic geïnstall greep uit duizenden exclusieve aanbiedingen voor C&A Breda Wollen wevenit japon. Voorpand v. kostb. quipurekant. 42-48 79.50 Gekleed camaïeux deux-pièces. 42 t/m 48 Zuiver wollen wevenit deux-pièces. 38 t/m 46 Twenniejapon in krijtstreep. Met kantgarnering. 9 t/m 17 Jeugdige japon in camaïeux. Warme kleuren. 34 t/m 42 (VERVOLG VAN Tot zover de meer van de openingsrede toespraak was gewijc ne beschouwing over concilie moet bezieler laatste zitting nog eer zal moeten komen. H VI tot zijn broeders gen: laten we niet n menselijke fouten die gen wellicht zijn beg£ eens opnieuw beginne laatste maal zo goec Zelf begint hij met he te geven: hij onthou uitspraak over welk cd ook, teneinde aan de vrijheid van gedachten slissing te laten. Ook duidt hü nergf om op kritieke momej tussenbeide te komen, in zijn encycliek Eccl evenveel woorden heel hij tijdens de vorige zi velen bekritiseerde wjj bruikt. Kennelük wil de zitting met een sch en alles achterwege lat geest zou kunnen bedei Het leidmotief dat hi voorhield, was de eva: de liefde tot God, de lit en de liefde tot de were] of we de betreurde pai| hoorden spreken. Zekel zijn figuur en het wal zijn stem. Maar het I ideeën. Het concilie, all VI, moet helemaal staJ van de liefde. „Wannl later zullen vragen, wl tholieke Kerk in deze J geschiedenis?, dan zall moeten luiden: zij heefi Paus Johannes had I kunnen zeggen. De paus legde er biizo op, dat in de Katholiek bijzonder in het concilie! kelijkt is wat de werell zoekt en tot nog toe niJ vinden: de echte gemel echte onderlinge liefde, I die dan door menselijJ overschaduwd. En wannl wereld overschouwt, darn één ding te doen: de mei] woordig, wie en waar zl te hebben: „Waar andt zich baseren op macht, r schap, strijd, eigenbelan ook, verkondigt de Kerk concilie is de plechtige c voor heel de mensheid, ons bij, opdat het ook wl ge zijn". Heel de rede nog e moeten wij concluderen geeft op een herleving van paus Johannes XXI sommige critici reeds lan was en dood verklaard, gezegde dan toch bewas dat ieder concilie drie f fase waarin de menselijk» heerst, een fase van de fase van God? Dat de eerste twee k| hebben wij intussen aan dervonden. Nu is het laatste en beslissende fas< rede heeft ons werkelijk dat zij zal kunnen wor( als een fase van God.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 12