PAUL SMETS gaat Breda verlaten a. I. m. schröder KEES VAN NIMWEGEN STOPTE Zeeland betaald voetbal en „Neen, daar wil ik liever niet over praten Bezoekers Daden KWESTIE VAN DE OPVOLGING IS IN HANDEN VAN EEN COMMISSIE SINDS 1957 LEIDER KNVB n vroege zestiger, zo op 't eerste gezicht Vijftien jaar administrateur KNVB Zeeland Toch nog wat Voetballen en scheidsrechter GROTE PROBLEMEN BREDA Paul Smets is tweeënveertig jaar oud. Hij is lang (ongeveer 1 meter 90), pezig en hij heeft bruinig dik ingeplant haar met hier en daar een grijze streep. Hij is nu acht jaar in dienst van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond afde ling Brabant. Als administrateur. Dor werk, maar het is zijn hobby. Paul is een van de weinigen, bij wie vrijetijdsbesteding en werkkring samengaan. Zo verknocht is hij aan zyn dagelijkse arbeid, dat nog niet zo lang geleden het werk hem ongemerkt boven het hoofd dreigde te groeien. De dokter schreef drie maanden rust voor. Negentig dagen niets doen. Geen toto, geen afdelings voetbal, geen bezorgde moeders van uit de band gesprongen junioren, geen boze bestuursleden en geen eindeloze zwart op witte rapporten. „Ik ben er doorgekomen, maar het was niet gemakkelijk", zegt hy nu van deze gedwongen rust periode. Paul Smets spreekt met een licht, heel licht Brabants accent. Alleen het „gij" dat in het Algemeen Beschaafd Nederlands langzamerhand wordt verdrongen door het meer onpersoon lijke „U" verraadt een oppervlakkig toehoorder, dat de wie van deze man in het Brabantse land moet hebben ge staan. „Ik ben geboren en getogen in de Kempen. In Riet hoven om precies te zijn. Daar heb ik gewoond totdat de KNVB in 1957 in het bondsorgaan een advertentie plaatste, waarin zij vroeg om een assistent-competitieleider. Waar schijnlijk omdat ik twaalf jaar lang het secretariaat van de plaatselijke voetbalvereniging Riethoven vervulde en omdat ik administratief werkzaam was, nam men mij aan. En dus moest ik verhuizen naar Breda. Een veel te klein huis in de Bredase Loopschansstraat staat tot zijn beschikking. Met zijn personeel, dat bestaat uil zeven dames en een man, werkt hij in twee ineen lopende kamers op de benedenverdieping. Bureau naast bureau, kast naast kast met bijna geen loop ruimte. In de voorkamer, zijn kamer, moest wegens plaats gebrek ook het bureau van zijn secretaresse worden neer gezet en de eiken tafel met het versleten pluche kleed, waar omheen de kleine vergaderingen zich afspelen. De stoelen die erbij staan, met hun kunstleren bekleding en de Spartaanse houten leuningen hebben zichtbaar te lijden gehad onder het temperament van de vele bestuursleden die in de loop der tijden hebben plaatsgenomen. Veront schuldigend kijkt hij ons aan. „In het nieuwe gebouw in Den Bosch zal alles beter en mooier zijn, maar nu moeten we het er nog mee doen". Paul Smets is volkomen geobsedeerd door de nieuwe mogelijkheden, die dit gebouw de afdeling Brabant ran de KNVB schenkt. Ziin oeei schitteren als hij vertelt van de ruimte, die er tot zijn beschikking zal staan. Van de grote commissiekamer beneden die ook als conferentie zaal kan worden gebruikt. Zó gaat hij in dit toekomstbeeld op. dat hij pas veel later vertelt, dat hij met zijn gezin ook in dit huis zal wonen Het is voor hem. dat merken we wel. slechts een niet ter zake doende bijkomstigheid. Veel belangrijker is voor hem het feit dat bijna ai - Dus de KNVB gaat werkelijk binnenkort afscheid nemen van Breda? „Ja, het hoogste punt van ons nieuwe huis dat, vlak naast hel Bossche stadion „De Vlier.t" staat, is al bereikt. Ik schat dat we er medio oktober in kunnen trekken. Het is inderdaad jammer dat we na vijfentwintig jaar onafgebroken in deze stad te hebben gebivakkeerd, moeten vertrekken, maar er is niets aan te doen". Hoe komt het dat de voetbalbond de voorkeur gaf aan Den Bosch? „Er zijn onderhandelingen geweest met de gemeente Breda, maar die raakten op een dood spoor. Op een gegeven moment kwam toen plotseling de gemeente Den Bosch met dit magnifieke voorstel: een gebouw gelegen op de ter reinen van het stadion. Wij zouden dus gebruik kunnen maken van de prachtige outillage vam De Vliert. Denk eens in wat voor nieuwe mogelijkheden dat allemaal voor ons schept. We kunnen onze trainerscursussen nu in eigen huis houden. En bovendien kunnen wij die adspirant-oefenmeesters twee stappen buiten de deur ook in de praktijk les geven. ►Lkomen geot--J—J JA" vertelt van c gebruikt. Zó Het is voor hem, dat merken we wu ccn BR* vw. - - zijn personeel met hem meegaat naar Den Bosch. Slechts één zal Smets waarschijnlijk niet vergezellen, maar dat is dan ook een getrouwde vrouw, van wie men nu eenmaal niet kan verwachten, dat zij heen en weer gaat reizen. Begrijpt U waarom het mij zo goed deed, dat iedereen mee wilde?" Zonder op het antwoord te wachten gaat hij verder „Het is belangrijk, vooral in dit „bedrijf", dat de mensen plezier in hun werk hebben. Anders is het onmogelijk het bij ons uit te houden. En dit was voor mij het bewijs, dat zij het kennelijk naar hun zin hebben!" Het is inderdaad dor en soms zelfs weinig dankbaar werken op dit afdelingsbureau van de KNVB. Want wat zou U bijvoorbeeld als telefoniste doen als U zonder dat U ook maar van iets weet wordt uitgescholden voor alles wat lelijk is. De meest menselijke reactie zou ongetwijfeld zijn de man of vrouw aan de andere zijde van de lijn goed zijn vet te geven en dan met een breed gebaar de haak op de telefoon te knallen Dat is echter de grootste fout, die de telefoniste kan maken. Zij moet vriendelijk zijn, zelfs voorkomend! Scheldwoorden moet zij beantwoorden met „liefkozingen". En als zij goed haar vak verstaat worden de meest norse mensen als was in haar handen. „Het is normaal," zegt Paul Smets schouderophalend, „dat wij na een competitiezondag circa twintig boze telefoontjes krijgen van clubs die hun verloren twee punten op ons willen wreken. De week daarop zijn het weer twintig andere bestuursleden die hun verdriet over het geleden verlies niet kunnen verkroppen en een zondebok zoeken. Een geluk voor ons is dat de clubs van de week daarvoor op dat mo ment meestal weer goed voor ons zijn. Bijna berustend vertelt hij. dat men hem zelfs beschuldigt van omkoperij van scheidsrechters. Dat overkomt me meestal als ik naar mijn oude club Riethoven ga kijken. (Vanaf 1940 tot 1957 verdedigde liij het doel van het eerste elftal van deze vereniging.) En als mij dan het „ongeluk" treft dat Riethoven wint, dan kan het niet anders of ik, de administrateur van de afdeling, heb het op een akkoordje gegooid met de arbiter. Gelukkig is Paul Smets een van de weinigen, bij wie hobby en werk samengaan MIDDELBURG. Van Wiesba den tot Middelburg en van Gro ningen tot diep in Zuid-Frankrijk is geen inschrijving voor een rally volledig als op de lijsten niet de naam van „Ome Kees" van Nim wegen prijkte. Organisatoren van sterritten wissen zich keer op keer het angstzweet van het voorhoofd als „Ome Kees" enkele uren voor de start van hun rit tenslotte toch nog arriveert, met een brede zwaai zijn „regendruppel" (Messer- schmidt) parkeert, het dak open gooit en zijn kale hoofd hen be groet. Met zijn negenenzestig jaren levert deze „Import-Zeeuw" (hij werd ge boren in het Brabantse Willemstad) nog prestaties waarop menige jongeman trots zou zijn. Zo reed hij nog niet zo lang geleden met een scooter, die hij toen nog bezat, in vier en een halve dag naar Nice en legde in dertien dagen een to tale afstand af van 3121 km. En boven dien en dat is toch wel zijn grootste ver richting, met twee meisjes preseert hij het ieder jaar weer de administratie van de afdeling Zeeland van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond rond te krij gen! Na vijftien- jaar trad van Nimwegen af als administrateur van de afdeling Zeeland. Een jongere man zal een ge deelte van zijn werk overnemen. Een gedeelte, want geheel en al afstand doen van de voetbalsport kan hij niet na vijftig jaar „King Soccer" gediend te hebben. Hij zal de toto geheel op zijn eentje blijven verzorgen. „Je moet im mers wat te doen hebben.." Kees van Nimwegen (Iedereen zegt „Ome Kees" tegen me ofschoon ik al overgrootvader ben) werd dus niet in Zeeland geboren. En toch zullen weini gen in Nieuw en St. Joosland, het dorpje op Walcheren waar Kees woont, weten dat hij geen Zeeuw is. Ach ja de oudjes misschien wel. Die zullen zich waar schijnlijk nog wel herinneren, dat Kees met zijn vrouw in 1935 in hun dorp kwam wonen. Ze zullen u ook wel kun nen vertellen dat de vrouw van Kees wel een Zeeuwse is on zelfs een Nieuw en St. J ooslandse. Daarom werd Ome Kees gedwongen in het eilandenrijk te gaan wonen. ,,De vrouw hield het niet uit in Delft en ook niet in Bussum" ze wilde weer naar Zeeland", zegt hij En dan volgt onvermijdelijk het ver haal van zijn leven. Toen de jonge Kees van Nimwegen nog in Willemstad woonde had hij grote plannen. Hij wilde onderwijzer worden. Om dat doel te be reiken mocht Kees van zijn vader, die fortwachter was, de Rijks Normaal School te Dinteloord bezoeken. Helaas Kees zakte voor het derde leerjaar. Hij moest van school af en zijn handen gaan gebruiken. Hij heeft er nooit spijt van gehad. Staande vertelt hij daarna met een wat eentonige stem, dat de enige weg die voor hem nog open leek te staan het leger was. Kees werd vrijwilliger. Hij tekende bij het vierde regiment ves tingartillerie, dat later werd omgedoopt in kustartillerie. Van hoornblazer werd hij korporaal en zelfs onderofficier. Hij was toen 22 jaar. Langzaam schuiven de beelden uit het verleden voor onze geest. De imposante forten vol met stukken geschut en sol daten met kepi's. Een oude sergeant majoor met stentor sem en het jonge sergeant je Kees van Nimwegen; jong en enthousiast voor de voetbalsport. Na zyn diensttyd werd h(j evenals zyn vader burger fortwachter. De namen van fort De Hel en Sabina rollen over zijn lippen. In 1925 verhuist hij met zijn gezin van fort Karnemelk- sloot bij Bussum naar Delft, waar hij het beheer krijgt over het magazijn van waaruit de tuigen van de paarden van de artillerie worden gedistribueerd. In Delft meldt hy zich aan als lid van de voetbalvereniging HMS dat later wordt omgedoopt in HSB. Hy wordt se cretaris en aanvoerder van het tweede elftal. „Een grote voetballer ben ik nooit geweest. Ik herinner me nog als de dag van gisteren, dat ik in een een voor ons elftal zeer belangryke wedstryd een droomkans kreeg. Ik kanjerde de bal hoog over de lat Kees van Nimwegen kent zijn eigen capaciteiten, hij geeft niet hoog op over zichzelf. Neen, hij is eerder bescheiden. Daarom ook vertelt hij zijn levensver haal zonder enige opsmuk. Het zou bijna eentonig worden als de man niet zo bij zonder veel in zijn leven had gepres teerd. Scheidsrechter is één van de vele functies, die hij in zijn leven heeft ver vuld. Hij werd zelfs arbiter in de „echte oude" eerste klasse. Hij vertelt het sober. En als we vragen of hij ooit wel eens moeilijkheden heeft gehad zegt hij: „Neen natuurlijk niet want je bent als scheidsrechter toch de baas in het veld!" Op 1 augustus nam Kees dus afscheid van een deel van zyn werk. Hy zelf vindt het eigenlyk helemaal niet belang- ryk. Hy heeft bij de KNVB evenals hy in zyn diensttijd altijd zyn plicht ver vuld. En dat is volgens Kees normaal. Even gewoon als het feit dat je als scheidsrechter de baas in het veld bent! ZAL HIJ BLIJVEN? VLISSINGEN. Terwyi de rest van Nederland zich druk maakt over de over gang van DWS en Feyenoord naar een nieuwe fase in het vaderlandse voetbal en men twist wie de juiste methode ge bruikt, de Amsterdammers of de Rotter dammers. (De een DWS gaat en bloc over tot het profvoetbal en de ander Feyenoord bewandelt de weg van de geleideiykheid.) trekken in de provin cie Zeeland het zaterdagvoetbal en de zondagamateurs nog altyd de aandacht. Enkele malen reeds heeft het Zeeuwse „Benfica" de voetbalvereniging Vlissin- gen doordat het 't kampioenschap van Nederland der amateurs veroverde, de kans gehad over te stappen naar het be taalde voetbal. Even zo vele malen wei gerde echter het bestuur van Vlissingen en zyn volgelingen de grote stap in het ongewisse te maken. Waarom wilden de Vlissingers deze kans, om welke bijvoorbeeld het Rotter damse Xerxes twee jaar heeft moeten smeken, niet grijpen? Terwijl toch, en dat ligt voor de hand, de Koninklyke Voetbal Bond in haar sas zou zijn met een betaalde club in de provincie Zeeland. een heerlijk makkelijke bureaustoel had gewezen, waarin we mochten plaats ne men en zelf twijfelde tussen een hard krukje en een leunstoel uit de zaak. De leunstoel won. „We hebben echter in de jaren, dat deze raad nu functioneert, op de meest vreem de gebieden moeten bijspringen. Zo heb- ren wij (o.a. een directeur van het voor naamste Vlissingse bedrijf de werf De Schelde en de commissaris van politie) ervoor moeten zorgen, dat Vlissingen een nieuwe voorzitter en secretaris kreeg, na dat de vorigen overhaast waren vertrok ken. Maar zoals ik reeds zei, de finan ciële problemen vormen toch de hoofd schotel van ons „menu"... Zeeland en Vlissingen, de club die er het meest voor in aanmerking komt, in het byzonder hebben echter, zo zegt men, redenen te over niet tot de ryen van dc semi-profs toe te treden. Oorzaken, die in feite alle neerkomen op één groot probleem: te weinig bezoekers Niet dat de gemiddelde Zeeuw geen belangstelling heeft voor Koning Voet bal, voor wie toch geheel Nederland op zyn knieën ligt. Neen, de "bottle-neck" moet elders worden gezocht. In het ver voersprobleem bijvoorbeeld', maar nog meer in het geloof. Immers, de protes tantse Zeeuw is een fervent aanhanger van het voetbal op zaterdag. De heer Goedvolk, eigenaar van een modemagazijn in Vlissingen, bevestigde ons deze zienswijze enige tijd geleden. In een kantoortje achter zijn zaak, met uit zicht door drie smalle raampjes op een binnenplaats, vertelde hij ons uitvoerig over de problemen waarmee zijn vereni ging Vlissingen moet worstelen wil hei mijn hoofd boven water houden. De heer J. Goedvolk, Rotterdammer van geboorte maar sinds de dertiger jaren woonachtig in Vlissingen, is lid van de adviesraad, die het béstuur en de leden van de voet balclub op vele gebieden bijstaat. „De hoofdzaak vormen natuurlijk de finan- De voetbalclub Vlissingen trekt gemid deld per wedstrijd ongeveer 2500 toe schouwers. Van de inkomsten die deze bezoekers binnenbrengen trekt de ge meente Vlissingen een vyftien procent af als huur voor het terrein. Vervolgens komt dan de vermakelijk heidsbelasting, die ook nog eens zijn deel eist (20%). Als u dan weet dat een goede trainer in het jaar toch ook een tiendui zend gulden vraagt en dat de junioren een zeer zware last betekenen, eten zóu er zonder steun van buitenaf bijzondei weinig overblijven voor de verdere vaste lasten. Een betaalde club zou dus in Zeeland geen enkel bestaansrecht hebben? Neen, onder deze omstandigheden niet. En toch blijft er als de KNVB zou wil len een uitweg over. Er is, dat staat vast, voldoende belangstelling voor voetbal in Zeeland. De zaterdagclubs trekken dui zenden toeschouwers. De zondagamateurs zoals Vlissingen en Middelburg eveneens. Als dus de voetbalbond, evenals in Enge land het geval is, over zou willen gaan tot zaterdagvoetbal, dan zou waarschijn lijk blijken dat er in Zeeland wel ruimte bestaat voor het betaalde voetbal. Te meer daar bijvoorbeeld in Vlissingen de industrie (de Schelde) blijk heeft ge geven een open oog te hebben voor de problemen van een voetbalclub én het belang ziet van passieve recreatie voor zijn personeel. Bovendien is de gemeente Vlissingen ook niet afkerig van topvoet bal. Wethouder Charles Johan Gillese Verschagen is een voorstander van be taald voetbal. „Want," zo zegt hij, „top sport inspireert. Dat is duidelijk geble ken in de judosport nadat Anton Geesink wereldkampioen werd." BREDA. Wie zal A. L. M. (Toon) Schröder, de praeses van da KNVB, opvolgen? Zal het Coler worden, de voorzitter van de sectie betaald voetbal van de KNVB of Brinckman, de felle voorvechter van het amateurisme? Of zullen de tegenstellingen van deze twee richtin gen (de linker- en de rechtervleugel van de voetbalbond) te groot blij ken te zijn? Zal er dus een tussenpaus moeten komen; een overgangs figuur? Of, en dat is waarschijnlijk fluistert men in de bond, zal Toon Schröder weer voor een aantal jaren bijtekenen? Hy Is niet lang deze 48-jarige wet houder. „Maar zyn daden benne", even als die vair Piet Hein, „groot". Sinds 1958 zit hy nu op die grote stoel achter het nog grotere bureau op het gemeentehuis en in die tyd is er op sportgebied in Vlissingen heel wat gepresteerd. De „Stichting Sportbelangen" bijvoor beeld, waar de kleine wethouder voor zitter van is, heeft het plan van een eigen sporthal, dat al vele jaren leefde onder de Vlissingers. nieuw leven inge blazen. Nadat het Vlissings Zomershow Comité zesendertighonderd gulden op de gemeentelijke tafel deponeerde is men Deze vragen beheersen de laatste tyd de voetbalwereld. Voorstanders van ver schillende personen en richtingen ver kondigen luidkeels hun meningen en keuze. Zo fel laaien de vuren op dat enkelen zelfs spreken over een niet te overbruggen kloof; over een ophanden zynde scheuring in de machtige KNVB. In de bijna te rustige „hut" van de oude kapitein Toon Schröder wordt echter niet over deze discussies en gis singen in de bond gesproken. Beide han den van de kleine man gaan in een af werend gebaar omhoog wanneer wij enigszins schuchter de op komst zijnde bondsvergadering ter sprake brengen waarin een nieuwe „ouwe" zal moeten worden gekozen. Vol afschuw blikken die felle ogen achter de randloze brille- glazen ons aan. Hoe durven wij het de corum te overtreden? Heeft de hofmaar schalk, een ook al schuchtere kantoorbe diende van ongeveer achtttien jaren, ons dan niet van tevoren ingelicht? Heeft hij ons niet verteld, dat hij, Schröder, de fabrikant van vele duizenden zeem lederen lappen met filialen in diverse landen en oppermachtig voorzitter van de K.N.V.B. niet over deze zaak wil spreken? Neen, dat deed de jongeman niet. Met de nodige reserve vroeg hij wel wie we waren. Met het vereiste decorum werden we enige tijd daarna door de korte gang geleid en op fluistertoon aangediend, maar verderniets. Achter één van de twee grijsstalen bu reaus zat hij: Toon Schröder, tweeën zeventig jaar oud. Energiek met veer krachtige passen komt hij ons tegemoet. Een vroege zestiger, zo op het eerste ge zicht. De ogen achter de bril met zijn randloze montuur vallen het eerst op. Niet de kleur maar wel de felheid. Vol interesse en vuur kijken zij het leven in. Met een geroutineerd gebaar vliegen ze over de te taxeren persoon. En schatten met een precisie <zo lijkt het tenminste) van te verwaarloze milligrammen de te genstander op zijn juiste gewicht. In een binnen afzienbare tijd met de bouw van de hal te kunnen beginnen. Verder be zorgde hij de voetbalclub Vlissingen een overdekte tribune. En hoewel voetballend Vlissingen graag wat minder vermake lijkheidsbelasting zou betalen en men het niet helemaal eens is met de wijze waar op de terreinhuur wordt verrekend, is men over het algemeen bijzonder tevre den met Gillese Verschagen. Deze man, die blijk heeft gegeven een gezonde kijk op het Vlissingse sportleven te hebben, geeft als zijn persoonlijke mening te ken nen dat semi-profvoetbal in Zeeland mo gelijk moet zijn. „Bij de kampioenswed strijden van Vlissingen bezochten per wedstrijd 7000 betalende toeschouwers deze voetbalclub. En veronderstel nu eens, zo zegt hij, dat het in de toekomst mogelijk zou zijn op zaterdag te voet ballen dan zouden er beslist nog een j -j i-v - j uuutu uaii wuucu cr uwiisi iwj ciele problemen, zegt hy, nadat hij onshard aan het werk gegaan en men hoopt paar duizend man bijkomen gesprek verlaten die ogen de bezoeker niet meer. Hij spreekt gemakkelijk. Echter niet over onderwerpen die hij niet wil aansnijden. Als een vertegen woordiger zo kwiek omzeilt hij de nare rotsen waaraan hij zich kan snijden en als het dan niet anders meer kan gaat het vizier open en de handen afwerend omhoog. „Neen, daar wil ik liever niet over praten. De kwestie van de opvol ging is op het ogenblik in handen van een commissie, die haar bevindingen in een rapport zal vastleggen. En ik loop daar niet op vooruit!" „Wilt U misschien wel vertellen of U interesse heeft voor een nieuwe ambts periode?" Ook nu stuiten onze vragen af op een ondoordringbaar pantser. Dus tochDe vraag wondt tenslotte niet ontkennend beantwoord. Zouden de ge ruchten toch waar zijn, die verhalen van een bezorgde Toon Schröder, die de bond door de moeilijke jaren wil heen loodsen. Haar, de KNVB, wil behoeden voor een dreigende scheuring. Dat hij de tegenstellingen, die bestaan tussen profs en amateurs wil verzachten. Weliswaar is hij daar al ten dele in geslaagd! Er zijn geen rumoerige vergaderingen meer waarin de geachte afgevaardigden elkaar alles wat maar lelijk is naar het hoofd gooien. En ook Jos Coler of Cohen zoals Schröder de voorzitter van de sectie be taald voetbal soms nog wel noemt ligt niet meer in de clinch met journalisten. Maar toch, aldus onze zegslieden, zou Toon Schröder niet helemaal gerust zijn op een goede afloop. Hij wil zekerheid hebben. En dus daarom bijtekenen! Niet voor niets heeft ir. H. F. Hopster. (de vorige voorzitter van de KNVB) in dertijd hemel en aarde bewogen om Toon Schröder, een felle tegenstander van het betaalde voetbal, voor de bond te behouden. Wie van de ouderen herin nert zich niet meer 't moment waarop in november 1954 Toon tijdens de gerucht makende bondsvergadering waarin het betaalde voetbal werd geaccepteerd, het spreekgestoelte beklom. En. die indruk wekkende woorden volgden van een van emotie trillende amateur in hart en nie ren. „Nu de sport geen dienen meer is, maar verdienen, nu doe ik er niet meer aan mee". En toch Hopster kreeg hem zo ver. Omdat hij Schröder begreep. Van zijn jeugd af had Schröder de voetballerij gediend. Zonder er behalve, zijn vreugde ook maar iets voor terug te eisen had hij in talloze functies zijn offers van geld, tijd en energie gebracht, had hy rechter moeten zijn in tientallen gevallen waar in de amateurbepalingen werden over treden. Het was dus zo begrijpelijk dat hij met tientallen bestuurders zoals Blom en Bergvelt, Pannis en Meijer deze overgang niet kon verwerken. De toenmalige voorzitter speelde ech ter zyn troefkaart uit. Hy appelleerde aan het verantwoordelykheidsgevoel van Schröder: Juist nu kunnen we mannen als jy niet missen". En het typeert Schröder dat zyn hart zich liet overre den door de redeiykheld van het ver stand.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 9