Gibraltar laat zich niet in
de Spaanse luren leggen
ONZE PUZZEL
Zon schijnt
ondanks
grens voor
iedereen
SPD.
AANSLAG OP
BRITSE
NASI-LEIDER
Elf gevallen
van polio
in Blackburn
Oud-premier
Ikeda (Japan)
overleden
STEENKLOMP
SMOKKELNEST
KRAAN DICHT
BEDRIEGERIJEN
ZONDER SPAANS
LUILEKKERLAND
ZINGENDE STEEN
de S.P.D. - M.O. Cursus van 1957
6
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1965
(Van een onzer redacteuren)
GIBRALTAR Nog steeds vlooien de apen zich op de Rots van
Gibraltar. By George, er is dus nog hoop. Zolang die grijze,
vale dreutels maar gedwee in het dorre struikgewas blijven zitten
en zich waggelend laten zakken, als de zoveelste taxi zijn lading
klamme toeristen afwerpt, behoeven de 25.000 Gibraltaren de angel
van de Spaanse tse-tse-vlieg niet te vrezen. Laat hem maar zoemen
door de blikken luidsprekers, door de monden van sarrende douane
ambtenaren; laat hem zijn uitwerpselen rustig in de Franco-gezinde
kranten deponeren schreeuwende koppen, verdachtmakingen, kers
verse pesterijen want zolang de apen hoog boven de hoofden hun
vuurrode achterwerken als harten van borstplaat over de rots slepen,
blijft de Britse vlag slap hangen boven de hete appendix van Europa.
Niet voor niets hebben de Engelsen hun „apes" vanaf 1713 als favoriete
zuigelingen vertroeteld en telkens als de nood tot aan de lippen was
gestegen, vertrouwden ze meer op de aanwezigheid van deze dieren
dan op de donderende kracht van hun kanonnen. Had zelfs Churchill
niet op het huiveringwekkende hoogtepunt van de tweede wereldoorlog
triomfantelijk uitgeroepen: „Wanhoop niet vrienden, want zolang er
nog één aap op de rotsen is achtergebleven, zal Engeland de Middel
landse Zee beheersen." En om te bewijzen, dat het hem heilige ernst
was, liet hij regelmatig nieuwe apen per extra bommenwerper naar de
rotsen brengen om de jammerlijk gesneefde symbolen van Britse
suprematie te vervangen.
Voor het weinig kritische toeristen
oog lijkt het, alsof er sinds die boze
veertiger jaren weinig of niets veran
derd is op de Rots. Nog steeds kruipen
de dagjesmensen vanaf de haven langs
de kortste (en enige) weg omhoog ten
einde collectief voor aap te staan en
nog steeds gaan de fototoestellen van
hand tot hand als emmers water voor
een uitslaande brand. Pa met de apen,
Truus met de apen, kleine Willem met
de apen. Je moet „smilen, darling",
die beesten zullen je heus niet opvre
ten.
Op enkele meters volgen de taxi
chauffeurs dit transpirerend fotofestijn
met geeuwende tegenzin. Tien, twaalf
keer per dag zeulen ze een vracht va
kantiegangers de rots op en het is hen
aan te zien, dat ze voor de verandering
best eens witte muizen zouden willen
zien. In de berm staan hun wagens
keurig achter elkaar, alsof het wachten-
alleen nog is op het bruidspaar en de
wederzijdse familie. Sommigen van hen
hebben wat pinda's en kersen meege
nomen, die ze tegen een geringe ver
goeding in hun borstzak verbergen. Als
alles goed gaat, pulkt dan de eerste de
beste aap deze versnapering eruit, wat
weer een aardige plaat oplevert voor
het foto-album. De pijn is alleen, dat
er in Gibraltar tientallen taxichauf
feurs rondlopen, die via hun borstzak
wat extra's willen verdienen met als
resultaat, dat de apen rond tien uur
's morgens al geen pinda of kers meer
kunnen zien.
Als je de apen gehad hebt, kun je ei
genlijk het beste weer meteen rechts-
omkeerd maken, want voor de rest
heeft Gibraltar bijzonder weinig spec
taculairs in zijn vakantietrommel. Na
tuurlijk, de rots is er nog een grau
we klomp steen, door een reuzenhand in
zee gesmeten maar voor driekwart
is hij voorzien van dreigende borden
met doodskoppen en daaronder „mili
tair terrein verboden voor onbevoeg
den". Wat daarachter ligt, is „top-se-
cret" dat graag onthuld wordt door de
vriendelijke ober, die in Meanstreet je
consumptie brengt. „Wat u hier ziet",
zegt hij glimlachend, „de haven, de hui
zen, die paar onnozele straten is in fei
te slechts een fractie van Gibraltar.
Forget it, want het belangrijkste deel
ligt in de rots. Daar hebben ze een
stad gebouwd compleet met straten,
schouwburg, pakhuizen, kantoren en
pleinen. Je kunt er met een auto rond
dwalen, uren lang, zonder één keer de
zelfde plek te passeren. Het is een
monstrueus mollenrijk, dat onbereik
baar is voor de zwaarste atoombom.
Begrijpt u nu, waarom wij Gibralta
ren niet bang zyn voor de dreigemen
ten van generaal Franco. Laat hem
maar komen met zijn troepen, met zijn
anderhalve man en een paardekop,
want voordat hij goed en wel by La
Linea over de grens is, hebben wij de
haven al ontruimd en ons teruggetrok
ken in de rots. Daar vechten we dan
rustig door, totdat ze er genoeg van
krygen. Zoiets mag wat ons betreft
best lang duren, want de voorraden
munitie en voedsel zyn toereikend voor
jaren".
Het is de derde keer binnen een half
heet uur, dat Spanje als een onverteer
baar spookbeeld de conversatie binnen
sluipt. Dat grote, bruingeblakerde land
achter de grens is sinds kort de boos
doener, die Gibraltar in een wurgende
economische houdgreep klemt. Twee
honderd vijftig jaar is het goed gegaan
en heeft de olifant de Britse mug op
zijn huid geduld Spanjaarden trok
ken in drommen naar de rots om werk
te zoeken, honderdduizenden toeristen
gingen in tegenovergestelde richting
naar de Costa del Sol om haveloze
dorpen als Torremelinos en Marbella
met 't goud van hun welvaart te vergul
den. Vanuit Gibraltar begon de victorie
van het Spaanse toerisme en tot aan
Valencia en Madrid vormden Gibral-
taanse autobussen en taxi's een grom
mend leger, dat de wegen volledig be
heerste. Op een bevolking van 25.000
zielen telde Gibraltar in de onbezorgde
jaren de gay sixties meer taxi's
dan families en in Meanstreet kwamen
metselaars handen en specie te kort om
de voorspoed van het schiereiland in
kostbare steen gestalte te geven. De
toekomst van Gibraltar leek in die da
gen nog even stralend en onbewolkt als
de strakblauwe lucht boven de Rots.
Eind november van het vorig jaar
viel de eerste klap. Spanje had inmid
dels ontdekt, dat de onschuldige mug
zich sinds de verdwijning van de vrij
haven Tanger had getransformeerd tot
een vervaarlijke bloedzuiger, die zijn
angel diep in het dorre vlees van het
zuiden had gedreven. Gibraltar was
een smokkelnest geworden, vanwaar
schepen met transistors, tabak, levens
middelen en verdovende middelen als
dieven in de nacht naar Spanje vlucht
ten; welgedane zakenlieden in Gibral
tar zagen kans om op mysterieuze wij
ze hun kapitaal als kroepoek te laten
uitdijen en van de vette winst uit zee
waardige transacties kochten zij hun
paleizen aan de Spaanse zuidkust.
Madrid begreep, dat een expeditielc-
ger met vliegende vaandels en slaande
trom de tanden op de rots zou stukbij
ten en daarom stuurde Franco zijn boy-
cotbeul om het vonnis over Gibraltar
te voltrekken. Spaanse arbeiders kre
gen opeens geen vergunning meer om
op de rots te werken en het gevolg was,
dat duizenden het bijltje er bij neer
gooiden en thuis bij moeders armelijke
pappot een repeterende siësta gingen
houden. In 1964 werkten er nog 15.000
Spanjaarden in Gibraltar, maar dit .aan
tal is sinds de boycot geslonken tot en
kele duizenden. Maanden daarvoor wa
ren 300 Engelse onderdanen, die zon
der verblijfsvergunning in de Spaanse
havenstad Algeciras woonden reeds zon
der pardon over de grens gezet; zij le
ven nu in armelijke barakken, die het
Engelse leger als schamel souvenir op
de rots heeft achtergelaten.
Ook bij de grenspost La Linea heb
ben de Spanjaarden de kraan bijna ge
heel dichtgedraaid: vorig jaar, toen al
les nog koek en ei was, passeerden hier
dagelijks 1500 auto's, maar nu laten de
douaneambtenaren nog slechts één wa
gen per drie uur door. Het gevolg van
deze tergende langzaam-aan-actie is,
dat het toerisme op de Rots met 60 pro
cent is gekelderd en de economische be
drijvigheid met 40 procent is afgeno
men. In de gouden jaren brachten sche
pen en vliegtuigen elk jaar 350.000 toe
risten uit Engeland, Duitsland, Frank
rijk en de Benelux naar Gibraltar en
konden de winkeliers in Meanstreet re
kenen op de klandizie van tienduizen
den Spanjaarden. In recordtijd werden
drie luxe hotels uit de grond gestampt,
maar toen ze met feestelijk vlagvertoon
hun deuren openden, bleven de gasten
weg; Gibraltar is nu de enige plek op
het Iberisch schiereiland, waar in deze
zomermaanden de meeste hotelbedden
ombeslapen blijven en de kelners in de
primerend lege eetzalen de tijd doden
met een lome jacht op passerende in-
sekten. De vliegtuigen van de BEA ver
trekken ondertussen al maanden half
leeg uit Gibraltar en dat ondanks de
forse reducties, die op deze dienst van
Londen naar de Rots gegeven worden.
Ook de veerdienst van Gibraltar naar
Tanger, die eens een zilte goudmijn
was, deelt in de algehele malaise; de
afvaarten zijn voor het eerst in de ge
schiedenis van de rederij ingekrompen
en tweemaal in de week blijft do boot
zelfs in de baai voor anker liggen. Oor
zaak ook hier: gebrek aan klanten.
Alleen de veerboot naar de Spaanse
havenstad Algericas haalt een bevre
digende bezettingsgraad: voor Gibral
taren en toeristen is deze ferrydienst
de enige kans om ongehinderd Spanje
binnen te komen, want in Algericas
dragen de douaneambtenaren nog steeds
de milde kant van het Janusgezicht.
Met opzet heeft Franco deze achter
deur wijd opengezet voor alle Engelsen,
die uit traditie hun Spaanse vakantie-
avontuur in Gibraltar willen beginnen.
De meeste Britten echter kunnen die
vaderlandsliefde al lang niet meer op
brengen en vliegen regelrecht naar Ma
laga en Sevilla. Ondanks de opwekking
van de regering in Londen om niet lan
ger bij Franco op schoot te gaan zitten,
zullen dit jaar naar schatting 2 miljoen
Engelsen hun vakantie in Spanje door
brengen en daarmee en passant het
geld offreren, waarmee Madrid de eco
nomische blokkade tegen Gibraltar in
stand houdt. „De rots hoort by Span
je", schreeuwen de radiocommentato
ren, „de rots is van ons. Wy hebben
lang genoeg gewacht en ons laten ver
nederen. Nu is ons geduld op en zien
wjj reikhalzend uit naar de dag, waar
op wij onze vlag op Europa's zuidpunt
kunnen planten".
Oppositieleider Seruya: „Sa
menwerking met Spanje is onze
enige redding
„Ze liegen, die Spanjaarden," roept
een voorlichtingsambtenaar van het Gi-
braltaanse gouvernement, „ze liegen en
ze bedriegen. Ze ruien iedereen op en
verdraaien de feiten. Wij Gibraltaren
willen geen Spanjaarden worden. Wij
horen bij Engeland, wij spreken En
gels, wij voelen Engels. Is dat soms
een schande? Mogen wij asjeblieft zelf
bepalen, bij welk land we willen beho
ren?"
Hij spreekt fel en geëmotioneerd en bij
elke hoofdbeweging spatten de zweet
druppels van zijn borstelsnor. Zijn jas
je heeft hij al een kwartier gele
den met een demonstratief gebaar uit
getrokken en over de stoelleuning ge
hangen, maar deze miniatuur-strip-tea-
se heeft hem nauwelijks enige verkoe
ling gebracht. In de raamkozijnen voe
ren twee ventilatoren een hopeloze
strijd met de verschroeiende lucht, die
van de straat als lava naar binnen
stroomt, maar meer dan hete haver
mout kunnen de snorrende vinnen er
ook niet van maken. Buiten trilt de he
mel met het hoge geluid van 'n vuur
vlinder: 36 graden in de schaduw en dat
zonder de genade van een verkoelende
wind of een wolk, die even als een
waaier voor de zon schuift. Zwijgend
wordt er geluisterd naar de voorlich
tingsambtenaar, die voor geen prijs
zijn naam wil noemen. Misschien be
grijpen de heren het: hij heeft een klei
ne cottage in Spanje. Zodoende. Hij
kauwt het Engels als zoethout cn gooit
er af en toe een sterk gepeperde kreet
tussendoor, die hij van buurman Olé
heeft geleend. Maar Spanjaard worden:
dat nooit.
„Franco", zegt hij, ..doet nu net of
hij een heilige is en wij de duivel: al
les wat we doen en wat we zeggen,
wordt verdraaid tot smerige propaganda
voor radio Madrid. We zouden hier in
Gibraltar zelfs Spanjaarden moleste
ren. Toe maar. Op onze beurt zeggen
we: „Kom naar ons toe en kijk. Wij
hebben geen geheimen, geen verborgen
concentratiekampen. Wij zouden met
de waarheid al dik tevreden zijn".
Terwijl hij zijn ivoorden korzelig op
de ronde tafel werpt, is zijn gezicht
langzaam gaan glimmen, alsof hij
net onder de douche is geweest en
vergeten heeft zich af te drogen.
Driftig pakt hij telkens de telefoon
hoorn om nieuw bewijsmateriaal
voor Gibraltars onschuld uit de ar
chieven los te wekenHet tafelblad
sneeuwt langzaam onder: boeken
brochureskrantendie almaar het
zelfde vertellen. De Rotsdie tijdens
de Spaanse successie-oorlog in 1704
door admiraal RooJce werd veroverd
en bij het verdrag van Utrecht in
1713 voor altijd aan Engeland toe
gewezen werdis al 250 jaar Brits
eigendom en moet dat in de toe
komst ook blijven
,.En reken erop. dat het 20 gebeurt",
zegt mister A. W. Serfaty, die sinds
kort in Gibraltar minister voor Haven,
Handel en Toerisme is, „reken erop,
dat Gibraltar het ook zonder Spanje
kan stellen. Wij zullen ons natuurlijk
moeten heroriënteren en nieuwe wel
vaartsbronnen moeten aanboren. Wij
Gibraltaren hebben de Costa del Sol
groot gemaakt, wij hebben die armoe
dige vissersdorpen met ons geld omgeto
verd tot riante badplaatsen. Nu wordt 't
tijd dat wij Gibraltar zelf groot gaan
maken. Wat Franco momenteel op
voert is een erbarmelijke show, die in
1965 volkomen misplaatst is. Maar zelfs
een begenadigd dictator als hij kan de
zon bij de grens niet tegenhouden en
daarom schijnt hij bij ons dan ook even
stralend en helder als in Spanje. Dat
voordeel zullen wij in de toekomst beter
gaan uitbuiten: nu beschikken we al
over twee stranden, maar ze zijn al
leen te klein voor massaal toerisme.
Ons eerste werk zal dan ook zijn pie
ren in zee te bouwen om zo de aan
slibbing te bevorderen. Over drie, vier
jaar zal Gibraltar een strand hebben,
dat zich kan meten met die van Torre
melinos en Malaga. Daarnaast hebben
wij nog andere grote projecten op ons
programma: het internationale Casino
met restaurant en nachtclub in de
openlucht is inmiddels gereed geko
men en aan een grandioze wandelbou
levard boven op de rots wordt druk ge
werkt. Wij stellen ons voor een espla
nade te bouwen, die bereikbaar is via
'n 600 meter lange kabelbaan. Op deze
boulevard komen allerlei attracties, die
de reis naar boven volkomen zullen
rechtvaardigen.
De Rots zelf wordt door Philips in
floodlight gezet en als het hele project
gerealiseerd is, zullen wij de grootste
illuminatie van de gehele wereld heb
ben. Voorts proberen wij meer Engel
sen naar de rots te krijgen. Wij stellen
grond beschikbaar en geven voordeige
kredieten bij de bouw van flats en
bungalows. Als ik eind augustus naar
Londen ga, zal ik bewijzen bij me heb
ben van Gibraltars onafhankelijkheid".
Hij glimlacht zuinig en knijpt zijn
kleine ogen achter de brïlleglazen
voorzichtig dicht. De kleine dribbe
laar Serfaty is op de rots een won
derlijke verschijning, die telkens als
een kameleon van kleur verschiet.
Hij is eigenlijk architect, maar daar
naast heeft hij nog een drukbeklant
financieringskantoor, een bouwon
derneming en goedlopende Red Hou.
seivinkels in Meanstreet. Wordt er nu
een nieuw bouwproject in Gibraltar
onderhanden genomen, dan vraagt
minister Serfaty aan de architect
Serfaty een klein, schalks ontwerp
te tekenen. Vervolgens gaat hij naar
financier Serfaty, die op zijn beurt
aan minister Serfaty een vriendelijke
subsidie vraagt. De bouwer Serfaty
begeeft zich tenslotte kwiek naar
winkelier Serfaty teneinde de in
stallatie van het pand naar ieders
volle tevredenheid te regelen. Op die
manier is de heer Serfaty niet. al
leen de lachende derde, maar hij
kan blijven lachen tot het bitter
zoete einde.
Hij vertelt dit zakelijk schelmenver
haal persoonlijk op het terras van het
bijna uitgestorven Caleta Palace hotel.
Elke avond dekken de obers hier de
tafels voor imaginaire gasten en snij
den koks het taaie vlees dat de volgen
de dag naar het ziekenhuis wordt ge
bracht. Zo gaat het al vele maanden:
het sprookje van luilekkerland zonder
betalende bezoekers.
Denk echter niet, dat minister Serfa
ty zich door de Spaanse boycot laat
ontmoedigen, want hij heeft zoveel
ijzers in het vuur, dat hij er op één of
andere manier toch warmpjes bij kan
zitten. Hij stuurt zijn logge Humber
van de noordpunt naar de zuidkant en
spreekt de Gibraltaren voortdurend
moed in. „De Spanjaarden zullen onze
gevoelens moeten respecteren", zegt hij,
„wij zijn in vrijheid en democratie op
gegroeid en wensen ons niet te buigen
onder het juk van een verstikkende
dictatuur. Wij houden van het Spaanse
volk en werken graag samen. Jarenlang
hebben wij ons drinkwater in Spanje
gekocht, maar Franco moet niet gaan
denken, dat wij zonder hem van dorst
zullen omkomen. Wij kopen het water
nu in Engeland en Nederland. Zo los
sen wij onze problemen op".
Hy neemt een duik in zijn binnenzak
en vist een fletse kleurenfoto op, waar
op zyn zomerhuis aan de Costa del Sol
staat. Vorig jaar is hij er voor 't laatst
geweest en sindsdien is hy voor de
Spaanse autoriteiten een ongewenste
vreemdeling. Zijn paspoort wordt niet
langer geaccepteerd en aan de grens
sturen de douane-ambtenaren hem zon
der pardon terug naar de hete Rots.
„Oké", roept minister Serfaty grim
mig, „de Spanjaarden moeten vooral
doen, wat ze niet laten kunnen, maar
wij vechten op onze heurt door en zul
len nooit capituleren".
„Serfaty kletst", zegt oppositieleider
Seruya, die vorig jaar door diezelfde
Serfaty als minister voor Haven, Han
del en Toerisme gewipt is, „hij preekt 'n
onwezenlijk geloof en durft niet te er
kennen, dat wij zonder Spanje niets
beginnen. Hij houdt een constructieve
samenwerking alsmaar tegen, omdat
hij bliksems goed begrijpt, dat dan zijn
rol volledig is uitgespeeld".
Wij ontmoeten de gepassioneerde Se
ruya in de bar van het Casino, waar
we samen broederlijk onder één van de
kokers van de air-conditioning staan.
Zijn Spaanse vrouw heeft hij naar huis
gestuurd om de brochure te halen met
zijn vlammend protest tegen de huidige
gang van zaken. Als ze terugkomt, be
gint hij er als een passiespeler met
stemverheffing uit voor te dragen.
Buiten heeft de nacht Gibraltar on
dertussen met dampende teer dichtge-
walsd. De taxichauffeurs zitten beneden
bij de haven, waar ze morgen bij leven
en welzijn weer de verdwaalde toeris
ten zullen oppikken.
Hoog boven hun gelooide hoofden
jammeren de apen hartverscheurend.
By George, zou er dan toch nog
hoop zijn?
Nog steeds gaan de fototoe
stellen van hand tot handpa
met de apen, moeder met de
apenTruus met de apen9 Wil
lem met de apen.
(Advertentie)
In september 1965 beginnen onze nieuwe opleidingen in ROOSENDAAL
In de jaren 1961 t.m. 1964 noteerden wij 23 geslaagden op de examens voor
liet Staatspraktijkdiploma voor Bedrijfsadministratie.
Inlichtingen worden verstrekt door:
o.l.v. drs. L. L. M. Martens, Stationsplein 12, tel. 01650—5385, Roosendaal,;
LONDEN (RTR) Vanuit een auto
zijn zes schoten gelost op de Britse na
zi-leider John Tyndall- De kogels vlogen
door de ruit van de kamer boven het
Londen se hoofdkwartier van de nazisti
sche „Groter EWgëland"-beweging. Tyn-
daal, die aan een bureau zat, wierp zich
op de grond. Hij werd niet getroffen.
BLACKBURN (UPI) In de Engelse
industriestad Blackburn in Lancashire
zijn elf gevallen van kinderverlamming
geconstateerd. Tot dusverre is hieraan,
een slachtoffer, een achttienjarig meis
je, overleden. Het jongste geval is dat
van een moeder van twee jonge kinde
ren in OLitheroe, 16 km van Blackburn.
De thans heersende hoge temperaturen,
26 graden celsius, hadden niet op een
ongelukkiger tijdstip kunnnen komen, de
condities, waaronder poliovirus tiert,
worden er aanzienlijk door bevorderd.
Men houdt er rekening mee, dat het
aantal officiële gevallen van polio tot
20 zou kunnen stijgen. Zouden heti er
meer worden dan zou er sprake zijn van
een epidemie.
TOKIO (RTK). Op 65-jarige leef
tijd is gisteren in Tokio overleden Haja-
to Ikeda, voormalig eerste-minister van
Japan. Na op 4 augustus aan een ge
zwel in de keel te zijn geopereerd kreeg
Ikeda een longontsteking, die hy niet
meer te boven is gekomen.
Ikeda, dié in juli 1960 eerste-minister
was geworden, trad op 9 november van
het vorig jaar om gezondheidsredenen
af. Hajato Ikeda was de zoon van een
rijk koopman. Hij studeerde rechten aan
de Kioto-universifeit en trad in 1925 in
dienst van het ministerie van financiën.
Naderhand begaf hij zich in de politiek
Hij was medeverantwoordelijk voor de
wonderlijke groei van de Japanse eco
nomie in de jaren zestig en hij was mi
nister voor Internationale Handel eti
Industrie toen hij werd geroepen aar
het hoofd van de regering zijn land te
dienen-
Gelderland; 41. vod; 44. op de wijze van
46. eenh. van druk (afk.); 48. Amerikaan
se boerderij; 49. heldendicht; 50. dwaa>f
52. boom; 53. Chinese maat; 56. zoals
akten getuigen (lat. afk.).
OPLOSSING
Horizontaal.T. crêpe; 5. logger;/
11. eerder; 13. elan; 15. Bonn; W- N
19. va; 20. r.r. 21. sire; 23. mimosa;2o'
26. traan; 28. Irene; 29. tand; 32. cn;
ma; 35. reder; 36. ar; 38. genadig; 41-
42. snaar; 44. o.k46. uk; 47. stil; Jg"
prooi; 50. manna; 53. d.d.; 55. etmaal; J
esse; 58. e.a. 60. ia; 61. l.s.k.; 63. land; g-
Lena; 67. ogelijn; 70. fa; 71. renate;
oksel.
Verticaal: 1. cobra; 2. een; 3.
4. er; 5. Ie; 6. ork; 7. gering; 8. tf*0 r'm
9. ka; 10. ons; 12. dartele; 14. las; lo-
dinantie; 18. oma; 22. er; 24. Arnemuide".
27. afmaken; 30. ade; 31. dr; 34, aa,
r.g.; 37. RAI; 38. gr; 39. no; 40. impasse-
42. s.s.; 43. Alkmaar; 45. mogelijk,
smalen; 51'. ais; 52. ne; 54. dadel; 5b.
59. elf; 62. kot; 64. Ans; 66. e.a.; W.
69. l.o.
Horizontaal: 1. reeds; 3. ter attentie van
(afk.); 5. masker; 7. soort onderwijs
(afk.); 9. beletsel; 11. schortje; 12. ver
siersel; 13. vaartuig; 15. leuk; 17. narig
heid; 18. stuk steen; 19. zangnoot; 20.
kindergroet; 21. Europese vulkaan; 24.
tijdperk; 26. deel van een granaat; 30
gretigheid; 34. breekbaar; 38. sterkte; 42.
eerste vrouw; 43. deel van het gebit; 44.
jongensnaam; 45. rondhout; 47. restau-
rantbediende; 48. bewustzijnsverlies; 50.
beweging; 51. eenh. v. stroomsterkte; 53.
kippeneigenschap; 54. artikel (afk.); 55.
soort steen; 57. pers. voornaamw.; 58. on-
bep. voornaamw.; 59. noodsein; 60. vogel.
Verticaal: 1. wintervoertuig; 2. strem
sel; 3. hoofd (fi\); 4. het kwijtraken; 5.
dag v. d. week; 6. gerucht, bericht; 7
wiskundige term (afk.) 8. voorzetsel; 10.
opgewekt; 12. onbelangrijk; 14. meisjes
naam; 16. meisjesnaam; 18. elasticiteit,
22. oppervlaktemaat; 23. ambtshalve (lat.
afk.); 25. vogel; 27. bloeiwijze; 28. deel v.
d. week; 29. aanzien; 31. meisjesnaam; 32.
artikel (-" 134. mo
degek: 1* lid
woord: oort
zweep; s in