Gibraltar laat zich niet in de Spaanse luren leggen ONZE PUZZEL Zon schijnt ondanks grens voor iedereen SPD. AANSLAG OP BRITSE NASI-LEIDER Elf gevallen van polio in Blackburn Oud-premier Ikeda (Japan) overleden STEENKLOMP SMOKKELNEST KRAAN DICHT BEDRIEGERIJEN ZONDER SPAANS LUILEKKERLAND ZINGENDE STEEN de S.P.D. - M.O. Cursus van 1957 6 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1965 (Van een onzer redacteuren) GIBRALTAR Nog steeds vlooien de apen zich op de Rots van Gibraltar. By George, er is dus nog hoop. Zolang die grijze, vale dreutels maar gedwee in het dorre struikgewas blijven zitten en zich waggelend laten zakken, als de zoveelste taxi zijn lading klamme toeristen afwerpt, behoeven de 25.000 Gibraltaren de angel van de Spaanse tse-tse-vlieg niet te vrezen. Laat hem maar zoemen door de blikken luidsprekers, door de monden van sarrende douane ambtenaren; laat hem zijn uitwerpselen rustig in de Franco-gezinde kranten deponeren schreeuwende koppen, verdachtmakingen, kers verse pesterijen want zolang de apen hoog boven de hoofden hun vuurrode achterwerken als harten van borstplaat over de rots slepen, blijft de Britse vlag slap hangen boven de hete appendix van Europa. Niet voor niets hebben de Engelsen hun „apes" vanaf 1713 als favoriete zuigelingen vertroeteld en telkens als de nood tot aan de lippen was gestegen, vertrouwden ze meer op de aanwezigheid van deze dieren dan op de donderende kracht van hun kanonnen. Had zelfs Churchill niet op het huiveringwekkende hoogtepunt van de tweede wereldoorlog triomfantelijk uitgeroepen: „Wanhoop niet vrienden, want zolang er nog één aap op de rotsen is achtergebleven, zal Engeland de Middel landse Zee beheersen." En om te bewijzen, dat het hem heilige ernst was, liet hij regelmatig nieuwe apen per extra bommenwerper naar de rotsen brengen om de jammerlijk gesneefde symbolen van Britse suprematie te vervangen. Voor het weinig kritische toeristen oog lijkt het, alsof er sinds die boze veertiger jaren weinig of niets veran derd is op de Rots. Nog steeds kruipen de dagjesmensen vanaf de haven langs de kortste (en enige) weg omhoog ten einde collectief voor aap te staan en nog steeds gaan de fototoestellen van hand tot hand als emmers water voor een uitslaande brand. Pa met de apen, Truus met de apen, kleine Willem met de apen. Je moet „smilen, darling", die beesten zullen je heus niet opvre ten. Op enkele meters volgen de taxi chauffeurs dit transpirerend fotofestijn met geeuwende tegenzin. Tien, twaalf keer per dag zeulen ze een vracht va kantiegangers de rots op en het is hen aan te zien, dat ze voor de verandering best eens witte muizen zouden willen zien. In de berm staan hun wagens keurig achter elkaar, alsof het wachten- alleen nog is op het bruidspaar en de wederzijdse familie. Sommigen van hen hebben wat pinda's en kersen meege nomen, die ze tegen een geringe ver goeding in hun borstzak verbergen. Als alles goed gaat, pulkt dan de eerste de beste aap deze versnapering eruit, wat weer een aardige plaat oplevert voor het foto-album. De pijn is alleen, dat er in Gibraltar tientallen taxichauf feurs rondlopen, die via hun borstzak wat extra's willen verdienen met als resultaat, dat de apen rond tien uur 's morgens al geen pinda of kers meer kunnen zien. Als je de apen gehad hebt, kun je ei genlijk het beste weer meteen rechts- omkeerd maken, want voor de rest heeft Gibraltar bijzonder weinig spec taculairs in zijn vakantietrommel. Na tuurlijk, de rots is er nog een grau we klomp steen, door een reuzenhand in zee gesmeten maar voor driekwart is hij voorzien van dreigende borden met doodskoppen en daaronder „mili tair terrein verboden voor onbevoeg den". Wat daarachter ligt, is „top-se- cret" dat graag onthuld wordt door de vriendelijke ober, die in Meanstreet je consumptie brengt. „Wat u hier ziet", zegt hij glimlachend, „de haven, de hui zen, die paar onnozele straten is in fei te slechts een fractie van Gibraltar. Forget it, want het belangrijkste deel ligt in de rots. Daar hebben ze een stad gebouwd compleet met straten, schouwburg, pakhuizen, kantoren en pleinen. Je kunt er met een auto rond dwalen, uren lang, zonder één keer de zelfde plek te passeren. Het is een monstrueus mollenrijk, dat onbereik baar is voor de zwaarste atoombom. Begrijpt u nu, waarom wij Gibralta ren niet bang zyn voor de dreigemen ten van generaal Franco. Laat hem maar komen met zijn troepen, met zijn anderhalve man en een paardekop, want voordat hij goed en wel by La Linea over de grens is, hebben wij de haven al ontruimd en ons teruggetrok ken in de rots. Daar vechten we dan rustig door, totdat ze er genoeg van krygen. Zoiets mag wat ons betreft best lang duren, want de voorraden munitie en voedsel zyn toereikend voor jaren". Het is de derde keer binnen een half heet uur, dat Spanje als een onverteer baar spookbeeld de conversatie binnen sluipt. Dat grote, bruingeblakerde land achter de grens is sinds kort de boos doener, die Gibraltar in een wurgende economische houdgreep klemt. Twee honderd vijftig jaar is het goed gegaan en heeft de olifant de Britse mug op zijn huid geduld Spanjaarden trok ken in drommen naar de rots om werk te zoeken, honderdduizenden toeristen gingen in tegenovergestelde richting naar de Costa del Sol om haveloze dorpen als Torremelinos en Marbella met 't goud van hun welvaart te vergul den. Vanuit Gibraltar begon de victorie van het Spaanse toerisme en tot aan Valencia en Madrid vormden Gibral- taanse autobussen en taxi's een grom mend leger, dat de wegen volledig be heerste. Op een bevolking van 25.000 zielen telde Gibraltar in de onbezorgde jaren de gay sixties meer taxi's dan families en in Meanstreet kwamen metselaars handen en specie te kort om de voorspoed van het schiereiland in kostbare steen gestalte te geven. De toekomst van Gibraltar leek in die da gen nog even stralend en onbewolkt als de strakblauwe lucht boven de Rots. Eind november van het vorig jaar viel de eerste klap. Spanje had inmid dels ontdekt, dat de onschuldige mug zich sinds de verdwijning van de vrij haven Tanger had getransformeerd tot een vervaarlijke bloedzuiger, die zijn angel diep in het dorre vlees van het zuiden had gedreven. Gibraltar was een smokkelnest geworden, vanwaar schepen met transistors, tabak, levens middelen en verdovende middelen als dieven in de nacht naar Spanje vlucht ten; welgedane zakenlieden in Gibral tar zagen kans om op mysterieuze wij ze hun kapitaal als kroepoek te laten uitdijen en van de vette winst uit zee waardige transacties kochten zij hun paleizen aan de Spaanse zuidkust. Madrid begreep, dat een expeditielc- ger met vliegende vaandels en slaande trom de tanden op de rots zou stukbij ten en daarom stuurde Franco zijn boy- cotbeul om het vonnis over Gibraltar te voltrekken. Spaanse arbeiders kre gen opeens geen vergunning meer om op de rots te werken en het gevolg was, dat duizenden het bijltje er bij neer gooiden en thuis bij moeders armelijke pappot een repeterende siësta gingen houden. In 1964 werkten er nog 15.000 Spanjaarden in Gibraltar, maar dit .aan tal is sinds de boycot geslonken tot en kele duizenden. Maanden daarvoor wa ren 300 Engelse onderdanen, die zon der verblijfsvergunning in de Spaanse havenstad Algeciras woonden reeds zon der pardon over de grens gezet; zij le ven nu in armelijke barakken, die het Engelse leger als schamel souvenir op de rots heeft achtergelaten. Ook bij de grenspost La Linea heb ben de Spanjaarden de kraan bijna ge heel dichtgedraaid: vorig jaar, toen al les nog koek en ei was, passeerden hier dagelijks 1500 auto's, maar nu laten de douaneambtenaren nog slechts één wa gen per drie uur door. Het gevolg van deze tergende langzaam-aan-actie is, dat het toerisme op de Rots met 60 pro cent is gekelderd en de economische be drijvigheid met 40 procent is afgeno men. In de gouden jaren brachten sche pen en vliegtuigen elk jaar 350.000 toe risten uit Engeland, Duitsland, Frank rijk en de Benelux naar Gibraltar en konden de winkeliers in Meanstreet re kenen op de klandizie van tienduizen den Spanjaarden. In recordtijd werden drie luxe hotels uit de grond gestampt, maar toen ze met feestelijk vlagvertoon hun deuren openden, bleven de gasten weg; Gibraltar is nu de enige plek op het Iberisch schiereiland, waar in deze zomermaanden de meeste hotelbedden ombeslapen blijven en de kelners in de primerend lege eetzalen de tijd doden met een lome jacht op passerende in- sekten. De vliegtuigen van de BEA ver trekken ondertussen al maanden half leeg uit Gibraltar en dat ondanks de forse reducties, die op deze dienst van Londen naar de Rots gegeven worden. Ook de veerdienst van Gibraltar naar Tanger, die eens een zilte goudmijn was, deelt in de algehele malaise; de afvaarten zijn voor het eerst in de ge schiedenis van de rederij ingekrompen en tweemaal in de week blijft do boot zelfs in de baai voor anker liggen. Oor zaak ook hier: gebrek aan klanten. Alleen de veerboot naar de Spaanse havenstad Algericas haalt een bevre digende bezettingsgraad: voor Gibral taren en toeristen is deze ferrydienst de enige kans om ongehinderd Spanje binnen te komen, want in Algericas dragen de douaneambtenaren nog steeds de milde kant van het Janusgezicht. Met opzet heeft Franco deze achter deur wijd opengezet voor alle Engelsen, die uit traditie hun Spaanse vakantie- avontuur in Gibraltar willen beginnen. De meeste Britten echter kunnen die vaderlandsliefde al lang niet meer op brengen en vliegen regelrecht naar Ma laga en Sevilla. Ondanks de opwekking van de regering in Londen om niet lan ger bij Franco op schoot te gaan zitten, zullen dit jaar naar schatting 2 miljoen Engelsen hun vakantie in Spanje door brengen en daarmee en passant het geld offreren, waarmee Madrid de eco nomische blokkade tegen Gibraltar in stand houdt. „De rots hoort by Span je", schreeuwen de radiocommentato ren, „de rots is van ons. Wy hebben lang genoeg gewacht en ons laten ver nederen. Nu is ons geduld op en zien wjj reikhalzend uit naar de dag, waar op wij onze vlag op Europa's zuidpunt kunnen planten". Oppositieleider Seruya: „Sa menwerking met Spanje is onze enige redding „Ze liegen, die Spanjaarden," roept een voorlichtingsambtenaar van het Gi- braltaanse gouvernement, „ze liegen en ze bedriegen. Ze ruien iedereen op en verdraaien de feiten. Wij Gibraltaren willen geen Spanjaarden worden. Wij horen bij Engeland, wij spreken En gels, wij voelen Engels. Is dat soms een schande? Mogen wij asjeblieft zelf bepalen, bij welk land we willen beho ren?" Hij spreekt fel en geëmotioneerd en bij elke hoofdbeweging spatten de zweet druppels van zijn borstelsnor. Zijn jas je heeft hij al een kwartier gele den met een demonstratief gebaar uit getrokken en over de stoelleuning ge hangen, maar deze miniatuur-strip-tea- se heeft hem nauwelijks enige verkoe ling gebracht. In de raamkozijnen voe ren twee ventilatoren een hopeloze strijd met de verschroeiende lucht, die van de straat als lava naar binnen stroomt, maar meer dan hete haver mout kunnen de snorrende vinnen er ook niet van maken. Buiten trilt de he mel met het hoge geluid van 'n vuur vlinder: 36 graden in de schaduw en dat zonder de genade van een verkoelende wind of een wolk, die even als een waaier voor de zon schuift. Zwijgend wordt er geluisterd naar de voorlich tingsambtenaar, die voor geen prijs zijn naam wil noemen. Misschien be grijpen de heren het: hij heeft een klei ne cottage in Spanje. Zodoende. Hij kauwt het Engels als zoethout cn gooit er af en toe een sterk gepeperde kreet tussendoor, die hij van buurman Olé heeft geleend. Maar Spanjaard worden: dat nooit. „Franco", zegt hij, ..doet nu net of hij een heilige is en wij de duivel: al les wat we doen en wat we zeggen, wordt verdraaid tot smerige propaganda voor radio Madrid. We zouden hier in Gibraltar zelfs Spanjaarden moleste ren. Toe maar. Op onze beurt zeggen we: „Kom naar ons toe en kijk. Wij hebben geen geheimen, geen verborgen concentratiekampen. Wij zouden met de waarheid al dik tevreden zijn". Terwijl hij zijn ivoorden korzelig op de ronde tafel werpt, is zijn gezicht langzaam gaan glimmen, alsof hij net onder de douche is geweest en vergeten heeft zich af te drogen. Driftig pakt hij telkens de telefoon hoorn om nieuw bewijsmateriaal voor Gibraltars onschuld uit de ar chieven los te wekenHet tafelblad sneeuwt langzaam onder: boeken brochureskrantendie almaar het zelfde vertellen. De Rotsdie tijdens de Spaanse successie-oorlog in 1704 door admiraal RooJce werd veroverd en bij het verdrag van Utrecht in 1713 voor altijd aan Engeland toe gewezen werdis al 250 jaar Brits eigendom en moet dat in de toe komst ook blijven ,.En reken erop. dat het 20 gebeurt", zegt mister A. W. Serfaty, die sinds kort in Gibraltar minister voor Haven, Handel en Toerisme is, „reken erop, dat Gibraltar het ook zonder Spanje kan stellen. Wij zullen ons natuurlijk moeten heroriënteren en nieuwe wel vaartsbronnen moeten aanboren. Wij Gibraltaren hebben de Costa del Sol groot gemaakt, wij hebben die armoe dige vissersdorpen met ons geld omgeto verd tot riante badplaatsen. Nu wordt 't tijd dat wij Gibraltar zelf groot gaan maken. Wat Franco momenteel op voert is een erbarmelijke show, die in 1965 volkomen misplaatst is. Maar zelfs een begenadigd dictator als hij kan de zon bij de grens niet tegenhouden en daarom schijnt hij bij ons dan ook even stralend en helder als in Spanje. Dat voordeel zullen wij in de toekomst beter gaan uitbuiten: nu beschikken we al over twee stranden, maar ze zijn al leen te klein voor massaal toerisme. Ons eerste werk zal dan ook zijn pie ren in zee te bouwen om zo de aan slibbing te bevorderen. Over drie, vier jaar zal Gibraltar een strand hebben, dat zich kan meten met die van Torre melinos en Malaga. Daarnaast hebben wij nog andere grote projecten op ons programma: het internationale Casino met restaurant en nachtclub in de openlucht is inmiddels gereed geko men en aan een grandioze wandelbou levard boven op de rots wordt druk ge werkt. Wij stellen ons voor een espla nade te bouwen, die bereikbaar is via 'n 600 meter lange kabelbaan. Op deze boulevard komen allerlei attracties, die de reis naar boven volkomen zullen rechtvaardigen. De Rots zelf wordt door Philips in floodlight gezet en als het hele project gerealiseerd is, zullen wij de grootste illuminatie van de gehele wereld heb ben. Voorts proberen wij meer Engel sen naar de rots te krijgen. Wij stellen grond beschikbaar en geven voordeige kredieten bij de bouw van flats en bungalows. Als ik eind augustus naar Londen ga, zal ik bewijzen bij me heb ben van Gibraltars onafhankelijkheid". Hij glimlacht zuinig en knijpt zijn kleine ogen achter de brïlleglazen voorzichtig dicht. De kleine dribbe laar Serfaty is op de rots een won derlijke verschijning, die telkens als een kameleon van kleur verschiet. Hij is eigenlijk architect, maar daar naast heeft hij nog een drukbeklant financieringskantoor, een bouwon derneming en goedlopende Red Hou. seivinkels in Meanstreet. Wordt er nu een nieuw bouwproject in Gibraltar onderhanden genomen, dan vraagt minister Serfaty aan de architect Serfaty een klein, schalks ontwerp te tekenen. Vervolgens gaat hij naar financier Serfaty, die op zijn beurt aan minister Serfaty een vriendelijke subsidie vraagt. De bouwer Serfaty begeeft zich tenslotte kwiek naar winkelier Serfaty teneinde de in stallatie van het pand naar ieders volle tevredenheid te regelen. Op die manier is de heer Serfaty niet. al leen de lachende derde, maar hij kan blijven lachen tot het bitter zoete einde. Hij vertelt dit zakelijk schelmenver haal persoonlijk op het terras van het bijna uitgestorven Caleta Palace hotel. Elke avond dekken de obers hier de tafels voor imaginaire gasten en snij den koks het taaie vlees dat de volgen de dag naar het ziekenhuis wordt ge bracht. Zo gaat het al vele maanden: het sprookje van luilekkerland zonder betalende bezoekers. Denk echter niet, dat minister Serfa ty zich door de Spaanse boycot laat ontmoedigen, want hij heeft zoveel ijzers in het vuur, dat hij er op één of andere manier toch warmpjes bij kan zitten. Hij stuurt zijn logge Humber van de noordpunt naar de zuidkant en spreekt de Gibraltaren voortdurend moed in. „De Spanjaarden zullen onze gevoelens moeten respecteren", zegt hij, „wij zijn in vrijheid en democratie op gegroeid en wensen ons niet te buigen onder het juk van een verstikkende dictatuur. Wij houden van het Spaanse volk en werken graag samen. Jarenlang hebben wij ons drinkwater in Spanje gekocht, maar Franco moet niet gaan denken, dat wij zonder hem van dorst zullen omkomen. Wij kopen het water nu in Engeland en Nederland. Zo los sen wij onze problemen op". Hy neemt een duik in zijn binnenzak en vist een fletse kleurenfoto op, waar op zyn zomerhuis aan de Costa del Sol staat. Vorig jaar is hij er voor 't laatst geweest en sindsdien is hy voor de Spaanse autoriteiten een ongewenste vreemdeling. Zijn paspoort wordt niet langer geaccepteerd en aan de grens sturen de douane-ambtenaren hem zon der pardon terug naar de hete Rots. „Oké", roept minister Serfaty grim mig, „de Spanjaarden moeten vooral doen, wat ze niet laten kunnen, maar wij vechten op onze heurt door en zul len nooit capituleren". „Serfaty kletst", zegt oppositieleider Seruya, die vorig jaar door diezelfde Serfaty als minister voor Haven, Han del en Toerisme gewipt is, „hij preekt 'n onwezenlijk geloof en durft niet te er kennen, dat wij zonder Spanje niets beginnen. Hij houdt een constructieve samenwerking alsmaar tegen, omdat hij bliksems goed begrijpt, dat dan zijn rol volledig is uitgespeeld". Wij ontmoeten de gepassioneerde Se ruya in de bar van het Casino, waar we samen broederlijk onder één van de kokers van de air-conditioning staan. Zijn Spaanse vrouw heeft hij naar huis gestuurd om de brochure te halen met zijn vlammend protest tegen de huidige gang van zaken. Als ze terugkomt, be gint hij er als een passiespeler met stemverheffing uit voor te dragen. Buiten heeft de nacht Gibraltar on dertussen met dampende teer dichtge- walsd. De taxichauffeurs zitten beneden bij de haven, waar ze morgen bij leven en welzijn weer de verdwaalde toeris ten zullen oppikken. Hoog boven hun gelooide hoofden jammeren de apen hartverscheurend. By George, zou er dan toch nog hoop zijn? Nog steeds gaan de fototoe stellen van hand tot handpa met de apen, moeder met de apenTruus met de apen9 Wil lem met de apen. (Advertentie) In september 1965 beginnen onze nieuwe opleidingen in ROOSENDAAL In de jaren 1961 t.m. 1964 noteerden wij 23 geslaagden op de examens voor liet Staatspraktijkdiploma voor Bedrijfsadministratie. Inlichtingen worden verstrekt door: o.l.v. drs. L. L. M. Martens, Stationsplein 12, tel. 01650—5385, Roosendaal,; LONDEN (RTR) Vanuit een auto zijn zes schoten gelost op de Britse na zi-leider John Tyndall- De kogels vlogen door de ruit van de kamer boven het Londen se hoofdkwartier van de nazisti sche „Groter EWgëland"-beweging. Tyn- daal, die aan een bureau zat, wierp zich op de grond. Hij werd niet getroffen. BLACKBURN (UPI) In de Engelse industriestad Blackburn in Lancashire zijn elf gevallen van kinderverlamming geconstateerd. Tot dusverre is hieraan, een slachtoffer, een achttienjarig meis je, overleden. Het jongste geval is dat van een moeder van twee jonge kinde ren in OLitheroe, 16 km van Blackburn. De thans heersende hoge temperaturen, 26 graden celsius, hadden niet op een ongelukkiger tijdstip kunnnen komen, de condities, waaronder poliovirus tiert, worden er aanzienlijk door bevorderd. Men houdt er rekening mee, dat het aantal officiële gevallen van polio tot 20 zou kunnen stijgen. Zouden heti er meer worden dan zou er sprake zijn van een epidemie. TOKIO (RTK). Op 65-jarige leef tijd is gisteren in Tokio overleden Haja- to Ikeda, voormalig eerste-minister van Japan. Na op 4 augustus aan een ge zwel in de keel te zijn geopereerd kreeg Ikeda een longontsteking, die hy niet meer te boven is gekomen. Ikeda, dié in juli 1960 eerste-minister was geworden, trad op 9 november van het vorig jaar om gezondheidsredenen af. Hajato Ikeda was de zoon van een rijk koopman. Hij studeerde rechten aan de Kioto-universifeit en trad in 1925 in dienst van het ministerie van financiën. Naderhand begaf hij zich in de politiek Hij was medeverantwoordelijk voor de wonderlijke groei van de Japanse eco nomie in de jaren zestig en hij was mi nister voor Internationale Handel eti Industrie toen hij werd geroepen aar het hoofd van de regering zijn land te dienen- Gelderland; 41. vod; 44. op de wijze van 46. eenh. van druk (afk.); 48. Amerikaan se boerderij; 49. heldendicht; 50. dwaa>f 52. boom; 53. Chinese maat; 56. zoals akten getuigen (lat. afk.). OPLOSSING Horizontaal.T. crêpe; 5. logger;/ 11. eerder; 13. elan; 15. Bonn; W- N 19. va; 20. r.r. 21. sire; 23. mimosa;2o' 26. traan; 28. Irene; 29. tand; 32. cn; ma; 35. reder; 36. ar; 38. genadig; 41- 42. snaar; 44. o.k46. uk; 47. stil; Jg" prooi; 50. manna; 53. d.d.; 55. etmaal; J esse; 58. e.a. 60. ia; 61. l.s.k.; 63. land; g- Lena; 67. ogelijn; 70. fa; 71. renate; oksel. Verticaal: 1. cobra; 2. een; 3. 4. er; 5. Ie; 6. ork; 7. gering; 8. tf*0 r'm 9. ka; 10. ons; 12. dartele; 14. las; lo- dinantie; 18. oma; 22. er; 24. Arnemuide". 27. afmaken; 30. ade; 31. dr; 34, aa, r.g.; 37. RAI; 38. gr; 39. no; 40. impasse- 42. s.s.; 43. Alkmaar; 45. mogelijk, smalen; 51'. ais; 52. ne; 54. dadel; 5b. 59. elf; 62. kot; 64. Ans; 66. e.a.; W. 69. l.o. Horizontaal: 1. reeds; 3. ter attentie van (afk.); 5. masker; 7. soort onderwijs (afk.); 9. beletsel; 11. schortje; 12. ver siersel; 13. vaartuig; 15. leuk; 17. narig heid; 18. stuk steen; 19. zangnoot; 20. kindergroet; 21. Europese vulkaan; 24. tijdperk; 26. deel van een granaat; 30 gretigheid; 34. breekbaar; 38. sterkte; 42. eerste vrouw; 43. deel van het gebit; 44. jongensnaam; 45. rondhout; 47. restau- rantbediende; 48. bewustzijnsverlies; 50. beweging; 51. eenh. v. stroomsterkte; 53. kippeneigenschap; 54. artikel (afk.); 55. soort steen; 57. pers. voornaamw.; 58. on- bep. voornaamw.; 59. noodsein; 60. vogel. Verticaal: 1. wintervoertuig; 2. strem sel; 3. hoofd (fi\); 4. het kwijtraken; 5. dag v. d. week; 6. gerucht, bericht; 7 wiskundige term (afk.) 8. voorzetsel; 10. opgewekt; 12. onbelangrijk; 14. meisjes naam; 16. meisjesnaam; 18. elasticiteit, 22. oppervlaktemaat; 23. ambtshalve (lat. afk.); 25. vogel; 27. bloeiwijze; 28. deel v. d. week; 29. aanzien; 31. meisjesnaam; 32. artikel (-" 134. mo degek: 1* lid woord: oort zweep; s in

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 6