CHAOS IN ITALIË
Kruik kan ieder
moment breken
EVOLUTIE
iSTEDING
Vrij mild
Jeugd en Cultuur
IN REIJNS
IS
I van een gedeelte van
enburg-St.Kruis-Grens
it Tertiair wegenplan,
slaerestraat, lang on-
m, en de verbetering
de kom van St. Kruis,
r 600 m, met bijko-
ii, volgens bestek no.
65.
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1965
007 SPORTIEF
el-sportief Jame* Bond
ert 1 rij - 4 knoopa. Schuine
en, smalle revers. Ook de
tzak heeft een klepje,
eime bergplaats met lange
'fan linker oksel tot klepzakt
origineel James Bond
rt vanaf f föjg
jssende JB-pantalon met
ine klepzakken. Pijpen
Ier omslag. Ook hier
.iaal 007-zak|e met rits,
orgen in de linker zijnaadl
f 39.75
Willem Drees spreekt tijdens een meeting over de crisis.
\MESBCSOT> STIJL
tma vakmanschap, doorlo-
de verzekering dat a voor
'UKKEN
VUKKEN
ruN
KUN
UMUNl'EN
t bi]:
TeL 01140—2900
ST -
Staten van Zeeland zal op
1965, te 11.30 uur, te
kaai 43, worden aanbe-
linste 10 dagen voor de dag
ezing ter Provinciale Grif-
[iddelburg, Abdij 6, en bij
recteur en de Hoofdinge-
inciale Waterstaat, onder
burg, Rouaansekaai 43 en
an 40.
jdstip, zolang de voorraad
Griffie verkrijgbaar tegen
door overschrijving of
bedrag op postrekening no.
cie Zeeland (diensten en
g-
>estek.
gen ligt van 17 augustus
de Hoofdingenieur- voor-
(Van onze correspondent)
ROME In een loodzware,
bloedhete nacht zit ik na te den
ken over wat er komen gaat in
Italië. Uitgangspunt: een gesprek
met een bankdirecteur, die de
huidige gang van zaken hij
noemt het de „spiraal-lonen-prij-
zen-inflatie" dermate heilloos
acht, dat hij ervan overtuigd is,
dat de lire in het najaar zal de
valueren. Hij zegt erbij: „Waar
schijnlijk zullen we tot het laatst
mogelijke wachten op devaluatie
van de pond sterling, cm ons
gezicht niet te verliezen maar
het lijkt mij persoonlijk onver
mijdelijk, onontkoombaar".
Jawal, de stakingen. Hij zegt tegen
me: „Ik hoef u toch zeker niet te
I vragen wat een kettingroker is."
„Nee, dat behoeft niet." „Welnu",
L vervolgt hij, „het gaat hier om ket-
f tingstakingen, door de communisten
georganiseerd, volgens een waterdicht
I plan. De economie van Italië en de
'"financiën van dit land moeten naar
de bliksem en ik kan u verzekeren,
dat dit geheel volgens plan zal geluk-
ken.
I Het parlement is nu met vakantie
I tot september en de regering, het ka-
I binet, is voor de laatste maal bijeen-
I geweest. Nu is dus begonnen: die on-
I begrijpelijke ..politieke pauze", waar-
L in eigenlijk niemand op zijn post
schijnt te zijn en waarin in elk ge
val de communisten vrij spel heb
ben met hun stakingen, manifestaties
en zuiver-destructieve acties.
Dit nu is moeilijk te begrijpen Het
land bevindt zich in een zware eco
nomische crisis. De schandalen-op-
hoog-niveau nemen hand over hand
toe De openbare mening heeft totaal
1 geen vertrouwen meer in de leiden-
J de klasse, in de politici, in de partij-
leiders.
ie bosjes in en verdween. Hel
hele geval had zich zeer sn#L
afgespeeld. Met gemengde g®"
Ivoelens hadden de omstanders
lie gebeurtenissen gevolgd-
Brake lag nog op zijn gezien*
en de andere bandieten stonden
Iniet hun handen omhoog in de
geweerlopen te kijken.
Be hele zaak kreunt en piept als
de carrosserie van een stokoude auto-
m°hiel. Maar er gebeurt niets. De
Vl^rentwintig-uur-stakin.g der spoor-
^®gen, die voor zondag 25 juli was
aangekondigd, werd afgezegd, niet
d°or het ingrijpen van de regering
maar doordat de niet-communisti-
sohe vakbonden weigerden mee te
d°en. En dit is uitermate bedenke-
tik. De regering, de staat, had zich
Roeten laten gelden. Het moment is
°5?enlijk allang gekomen, dat de
staat het leger inschakelt tegen de
dag aan dag toenemende civiele ob
structie en corruptie, die geleid hebben
tot de huidige ondraaglijke chaos.
Maar iedereen scrijnt bevreesd te
zijn zich te doen gelden, zijn stem
te laten horen. En de uitzonderingen
die wel spreken en schrijven over het
dodelijke gevaar dat Italië bedreigt,
worden natuurlijker wijze afgedaan
met het scheldwoord „reactionair" of
maar liefst (het ergste wat je kan
overkomen op dit bezeten moment)
anticommunist.
Iedereen is bang om anticommu
nist te heten. Iedereen is bang om
openlijk de toenemende chaos aan te
klagen. Niemand heeft de moed om
ronduit en in het openbaar te verkla-
reen, dat de klok hier op twee minu
ten voor twaalf staat, dat in deze
hete zomer door een ongehoorde sta
kingsgolf het terrein wordt rijp ge
maakt voor een totale crisis in het
najaar. En dat deze crisis nauwelijks
nog een andere oplossing zal kunnen
hebben dan vervroegde verkiezingen
en dat die verkiezingen, na alles wat
er in de laatste maanden is gebeurd,
wel eén minstens relatieve meerder
heid voor de communisten zou kun
nen opleveren
Het is allemaal zo'n onzin, wat er
in het openbaar gezegd en wat er
geschreven wordt: de Italiaanse com
munistische partij verkeert in een
crisis. Die partij is nooit zo sterk ge
weest als op dit moment- Na de ver
nietigende nederlaag van 18 a.pril
1948 zei men algemeen, dat het com
munistische gevaar in Italië voorgoed
bezworen was. Bij de verkiezingen
van verleden jaar behaalde die par
tij na onstuitbare winsten bij elke
zich voordoende gelegenheid maar
liefst 26,3 pet. van alle stemmen.
De communisten hebben nu prak
tisch de voornaamste arbeidersorga-
nikaties in handen en doen en laten
wat ze willen. En kunnen op elk nut
tig moment de „algemene mobilisa
tie" afkondigen. En dat moment zijn
zij nu aan het voorbereiden. De mas
sa is moe van alle ongemak: bussen,
trams, treinen, gas, elektriciteit, post,
telefoon, de vuilnisophaaldienst, de
gemeente-ambtenaren, de ziekenfonds
artsen.... het leven wordt op zo'n ma
nier onmogelijk: elke dag een nieu
we staking of vele tegelijk. En als
de massa eenmaal moe wordt en
dat betekent in diepste wezen: onver
schillig, dan is het moment van de
communisten gekomen. Die zijn name
lijk nooit moe, noch onverschillig noch
apathisch... En de prijzen blijven stij
gen."
In het najaar moet de crisis ko
men, zoals die bankdirecteur zei. Nee,
dit zijn geen uitingen van ongenees
lijk pessimisme. Het zijn gedachten
in een loodzware, zweet-hete Romein
se zomernacht.
DE TAAIE ROOIE RAKKERS
Enkele ingrijpende gebeurtenissen hebben aan Het einde van de eerste
en van de tweede wereldoorlog de ontwikkeling van het democratisch
socialisme in Nederland beslissend beïnvloed. Eerste gebeurtenis was
eind 1918 het echec van Troelstra's poging om door middel van een
vreedzame staatsgreep de macht in handen te krijgen; de tweede de
tijdens de tweede wereldoorlog voorbereide en begin 1946 gereali
seerde omzetting van het democratisch marxisme in een meer algemene
socialistische volkspartij. De spanningen waaraan dit ontwikkelings
proces onderhevig was en de metamorfose die het openbaar optreden
van de socialisten ten gevolge hiervan op menig terrein heeft onder
gaan, worden behandeld in „De taaie rooie rakkers", een ruim drie
honderd pagina's tellende „pocket", die werd samengesteld door
Cornelissen, Ger. Harmsen en Rudolf de Jong. Het boek roept herin
neringen op aan de tijd dat voor menig brave huisvader S.D.A.P.
en rode vakbeweging zo ongeveer gelijk stonden met het voorgeborgte
van de communistische hel, maar ook aan de slopende economische
crisis waaraan in de twintiger en dertiger jaren de ontwikkeling van het
Nederlandse socialisme gepaard is gegaan. Dit zijn dan tevens twee van
de boeiendste aspecten die in „Rooie rakkers" aan de orde komen.
De titel van het boek werd ontleend
aan een strijdbaar vers van Adama
van Scheltema, „De daad" geheten;
een gedicht,dat evenals „Morgen
rood", A.J.C. en toondagen tegenwoor
dig beschouwd wordt als een afspie
geling van de politieke romantiek van
het Nederlands socialisme.
In een twaalftal hoofdstukken heb
ben de drie auteurs aan die tijd her
inneringen opgeroepen: 'natuurlijk een
hoofdstuk over de revolutionaire mis
rekening van november 1918. be
schouwingen over de catastrofale eco
nomische crisis en werkloosheid, over
anti - mili'tairisme, anti- kolonialisme
anti - facisme, over het internationale
solidarisme, de rode jeugdbeweging,
socialisme en Oranje, de cultuurbewe
ging, de positie van de vrouw en dan
tenslotte niet het best behandeld
maar wel een van de belangrijkste
verschijnselen de evolutie van het
socialisme op het gebied van de le
vensbeschouwing.
Ook in „Rooie Rakkers" wordt de
methode gevolgd van zoveel mogelijk
verklaringen en publikaties uit het
jaar-in-kwestie te citeren, terwijl de
auteurs hun eigen schrijver sanbeid
dan beperken tot redigeren en, soms,
tot het trekken van voorzichtige con
clusies. In het eerste hoofdstuk kan
men op die manier nog eens op de
voet volgen de controverse tussen
Troelstra en het duo Vliegen-Schaper
en het volslagen fiasco van Troel
stra's novemberputsch. Zo tussen de
regels door blijkt dat in 1918 de af
scheiding van socialisme en anar
chisme in Nederland al zo een vol
dongen feit is. dat Troelstra's hoop
ook zonder zijn eigen vergissingen
misplaatst moet zijn geweest.
Het tweede hoofdstuk waarin de
grote crisis wordt behandeld, is een
van de meest interessante delen van
het boek- Het brengt in herinnering
de lange reeks van grootscheepse sta
kingen, veroorzaakt door sociale wan
toestanden en door de elkaar opvolgen
de loonsverlagingen, een begrip dat
voor de jongere generaties even on
begrijpelijk zal toeschijnen als het feit
dat een stoommachine eens het sum
mum van modern speelgoed is ge
weest. Niet verzwegen wordt, dat in
die dagen de solidariteit van neutrale
bonden en de confessionele vakbewe
ging heel bescheiden uitviel. Overigens
blijkt uit de berichten over de op
brengst van „steunlijsten" ,en andere
hulpacties wel, dat de individuele soli
dariteit onder de werknemers in de
crisisjaren wel heel wat groter was
dan tegenwoordig in de dagen van de
welvaartsstaat.
Deze episode eindigt met een uit
eenzetting over het ontstaan en de
strekking van het Plan van de Arbeid.
De toenadering der geesten blijkt
weer uit het feit, dat veel vam wat
toen controversieel werd gesteld nu
in de sociale opvattingen vam vrijwel
alle groeperingen gemeengoed is ge
worden.
Het opdiepen van herinneringen
over anti - militarisme maakt weer
eens begrijpelijk, dat vooral de oudere
garde in de Partij van de Arbeid te
genover de defensiepolitiek uiterst
sceptisch en. kritisch staat. „Broeders,
laat ons de kazerne slopen en op
haar geëffenden grond ons zaaien,
weer in vreugde hopen op oogst, op
een blijderen stond" luidde een der
vele anti - militaristische liederen
waarmee in de jaren twintig de so
cialisten elkaar en hun landgenoten
tot verzet tegen bewapeningspolitiek
opriepen. Dienstweigeraars kregen in
de socialistische pers het aureool van
martelaarschap, daarbij geholpen door
het meestal verre van tactische op
treden der autoriteiten.
Natuurlijk worden enkele pagina's
gewijd aan de behandeling van de
Vlootwet 1923 en de pijnlijke neder
laag die het rechtse kabinet van Ruys
de Beerenbrouck en Colijn leed door
hef samengaan van een groep ka
tholieke Kamerleden met de linkse
oppositie. Met het klimmen der jaren
en bij het naderen van de tweede we
reldoorlog begon de S.D.A.P. tegen
over het ontwapeningsvra agstuk even
wel anders te staan en op een con
gres van 1937 bleef een minderheid
onder leiding van ds. Banning vruch
teloos in verzet tegen het door de la
tere minister Albarda geformuleerde
standpunt: „Zoals onze partij gedu
rende de wereldoorlog de onmogelijk
heid. gevoelde om in die gevaarlijke
omstandigheden ontwapening te eisen
zo moet zij nu tot de erkenning ko
men dat in de tegenwoordige omstan
digheden, voor Nederland zo afschu
welijk ernstig, nationale ontwapening
niet langer kan worden verlangd".
Op het gebied van het kolonialisme
is het standpunt der socialistische
partij steeds veel meer onwrikbaar
gebleven; al in de jaren twintig
werd beslist aangedrongen op onaf
hankelijkheid voor Nederlands-Indië
en geprotesteerd tegen arrestaties als
die vanir. Soekarno en Moham
med Hatta De muiterij op De Zeven
Provinciën in 1933 werkte in zo'n kli
maat vanzelfsprekend als een wel
kom incident.
Een belangrijk punt in de jaren,
dertig werd verder bij de Nederlandse
socialisten de strijd tegen het opdrin
gend fascisme: soms werd het een
letterlijke strijd wanneer N.S.B. -beto
gers slaags- raakten met linkse tegen-
betogers, en socialisten het alleen
recht van zulke acties niet aan de
communisten wilden overlaten, maar
niet aflatend vooral was het verzet
tegen het rechtse totalitarisme in
politicis en in de socialistische pers:
CHRISTUS IN UMBURGL
Het socialisme tussen de beide
wereldoorlogen viel op door zijn
grote strijdbaarheid. Jong en oud,
arbeiders en intellectuelen schaar
den zich tijdens de fakkeloptochten
zij aan zij.
Meer en meer kregen nieuwe stro
mingen evenwel de overhand; de weg
naar de doorbraak in de socialistische
theorie was dan ook reeds vóór de
tweede wereldoorlog voor een flink
stuk gebaand.
.Voorwaar z«c u: voorzosirMl tl
Vooral in de zuidelijke provincies
was de verhouding tussen socialis
ten en katholieken voor 1930 vaak
gespannen. Toen bij de begrafenis
van een socialistisch kind te Roer
mond joelende kinderen met dek
sels lawaai maakten, verscheen in
de Notenkraker bovenstaande
prent.
latere prominenten als mr. In 't Veld,
Koos Vorrink, Drees en Wiardi (Beek
man waren op dit terrein weerbaar.
Uit deze dagen ook stamt de antipathie
van vele Nederlandse socialisten te
gen het Francoregime.
Een wat pikante aangelegenheid
werd onder deze omstandigheden in
1937 de verloving van prinses Juliana
met een Duitse prins; maar behou
dens een paar incidenten die alleen
te wijten waren aan een verkeerde
regie kwam het toch niet tot massale
socialistische betogingen. Een deel
Vurig pleitten in het midden van
de dertiger jaren de socialisten
voor hun plan van de arbeid.
van de S.D.A.P. was bij het naderen
van de tweede wereldoorlog immers
al een goed stuk teruggekomen op de
radicale republikeinse neigingen die
de voorgaande generaties ten tijde
van Troelstra's putsch ten overstaan
van het Huis van Oranje bezielden.
Socialisme en katholicisme toonden
tussen 1920 en 1940 veel verwantschap
in het optreden van jeugdorganisaties
en het zich inzetten voor culturele
diepgang. De aan de A.J.C. gewijde
pagina's brengen een idealisme en
een zeker irrealisme ter sprake, dat
Michel van der Plas eerder bij de
Graal en Kruisvaart heeft gesigna
leerd. Ger Harmsen bewijst met cita
ten hoe bij S.D.A.P, en N.V.V. wel
eens het gevoel gekoesterd werd, dat
de socialistische jongerengroepen zich
eerder ontwikkelden tot een soort
culturele elite dan tot nieuwe kieirn
van een linkse massabeweging.
Menige vooroorlogse socialist is
eveneens vreemd blijven staan tegen
over de groeiende ontvankelijkheid in
eigen gelederen voor het christendom.
Bij de eeuwwisseling waren in Neder
land socialisme en vrijdenkerij nauw
met elkaar vervlochten; toen Troel
stra in 1902 naar een politieke teke
naar voor zijn socialistische krant
zocht, schreef hij een prijsvraag uit
met als motto: „De brandkast be
schermd door bijbel en wierookvat."
In de jaren twintig begonnen ande
re opvattingen naar voren te komen;
socialisme en christendom bleken zeer
wel te verenigen. In een partybro
chure schreef Wiardi Beekman dan
ook: „Te lang heeft men de protes-
tants-christelyke en katholieke arbei
ders weten af te houden van de stryd
hunner klasse met de onwaardige be
wering, dat de sociaal-democratie
tegen de godsdienst zou zyn", Wat
minder parlementair zei A. B Klee-
rekoper 't: ,,Ik sta (als socialist) tot
de vrijdenkerij als tot den jenever;
ik weet dat ze bestaat maar de lucht
is my al te veel laat staan de smaak"
welke anti - jeneverontboezeming te
vens eraan herinnert, dat geheelont
houding en niet roken behoorden tot
de ascese van menig socialist, in het
byzonder van de jongerengroepen.
De nieuwe geluiden werden niet
door iedereen in de SDAP aanvaard;
menigeen bleef stellen dat de socia
listische filosofie zuiver atheistisoh is
en het gebeurde dan ook wel dat zulke
socialisten hun toevlucht zochten bij
extreem linkse groepen.
Van het nu complete drieluik over
het godsdienstige en politieke leven
in Nederland tussen beide oorlogen
is „Taaie rooie rakkers" naar onze
smaak wel de meest mild uitgevallen
kritische nabeschouwing. Ergens moe
ten ook de auteurs dit ontdekt heb
ben, want in zijn „Verantwoording"
hanteert Ger Harmsen de pen om dui
delijk te maken dat er ergens een
wezenlijk onderscheid is tussen de
godsdienstige ontwikkeling die in. bei
de andere boeken belicht wordt en
de politieke evolutie waaraan hij en
zijn beide partners hun talent heb
ben gewijd. Waar godsdienst en poli
tiek elkaar raken in de onderhavige
jaren zijn ze volgens Harmsen veel
al eikaars antipoden. Want „het so
cialisme werd als idee en als bewe
ging geboren uit de materiële en
geestelijke nood van het proletariaat.
Het belichaamde een hard gevecht te
gen de toenmalige krachten van het
behoud: Koning, Kerk, kapitaal, ka
zerne en kroeg, om de toenmalige
terminologie te hanteren."
Op die manier wordt zo ongeveer
als uitgangspunt gesteld, dat het so
cialisme van tussen de oorlogen min
der aanleiding bood om in het mid
den der zestiger jaren afgezworen
te worden dan met het openbare le
ven en de opvattingen binnen katho
liek en protestantchristelijk Neder
land het geval zou behoren te zijn.
,,De rooie rakkers" is in ieder geval
aanzienlijk minder scherp uitgeval
len dan de andere delen van het drie
luik: het verklaart meer dan het kri
tiseert en waar de toon toch kritisch
uitviel, bleef die over het algemeen
zeer mild.
Ergens staat „Rode rakkers" wel
licht van de drie het dichtste bij de
objectiviteit. Maar keerzijde van
de medaille qua compositie is
dit overzicht veel minder aantrekke
lijk dan „Uit het Rijke Roomsche
Leven", Misschien komt het omdat
de auteurs meer slagen om de arm
wilden houden en om die reden min
der vrijuit konden schrijven. Een
technische verklaring kan verder het
feit zijn, dat het compositorisch veel
aanlokkelijker is een kritische be
schouwing geheel zelfstandig te schre
ven dan in samenwerking met twee
anderen.
Resultaat is in elk geval, dat „De
taaie rooie rakkers"' eerder een knap
pe, soms boeiende fotomontage is,
dan een kleurrijk schilderstuk.
Zelfs in de illustraties blijft dit
merkbaar. Want de boeiendste foto's
en tekeningen in „Rooie rakkers"
zijn niet die welke het socialistisch
leven onder de loep nemen, maar die
welke socialistische kritiek op ander
mans doen en laten als onderwerp
hebben.
Ons zou het niet verwonderen wan
neer ook in de socialistische gelede
ren geopperd gaat woorden dat I.
Cornelissen. Ger Harmsen en Rudolf
de Jong met een te weinig scherpe
lans hebben gewerkt
G. v. L.