stil NUG Onhi perspectief d@ 's r TRAGEDIl VI ET NA margarii Een science-ficfienverhaal van Hans Friedeman 9 Alles zag er uit, alsol er een kwartier eerder nog iemand aan boord was geweest. De bestuurders zetel vertoonde nog de indruk van een menselijk lichaam. Maar toch was er iets vreemds. Robles keek opmerkzaam om zich heen. Een brede bundel zonlicht viel door het geopende luik in de langzaam wen telende cabine. Het licht streek over de instrumenten en plotseling hoor de Robles heel zwak in de oortele foon van zijn ruimtehelm een men selijke stem. Bliksemsnel regelde hij het volume van de astrobiocom. En hij hoorde dezelfde stem die men op de Mars-basis had opgevangen: volgt mijn laatste bood schap Wat er volgde was onverstaan baar. Het was een totaal onbeken de code. Robles bekeek het instrumenten- paneel aandachtig en vond wat hij zocht. Er was een foto-elektrische cel gemonteerd. Hij wachtte 20 se conden tot de streep zonlicht op nieuw door de cabine zwaaide. Toen het licht het elektronisch oog bereik te, hoorde hij direct het geruis van de zender en opnieuw de woorden: Controle, hier volgt mijn laatste boodschap Robles dacht na. Aan boord van het schip leek alles nog intact. In ieder geval, werkte de elektronische apparatuur nog, gevoed door ener gie uit de zonnepanelen. Het was duidelijk, dat de onbekende astronaut het schip had verlaten. Maar hij had een vernuftige manier bedacht om zijn „laatste boodschap" tij dens zijn afwezigheid steeds weer fieuw uit te zenden. De tofo- was duidelijk provisorisch be- ;igd. Een draad liep naar een rte metalen doos, waarschijnlijk elektronische recorder of iets dergelijks. Het vaartuig was kenne lijk met opzat in een tuimelende be weging ge^t om de recorder door middel van het zonlicht te active ren. Waarom al die moeite? Robles voelde dat hij op de oplossing van het vraagstuk oegon te naderen. Hij keek naar het geopende luik, waar achter de sterren voorbij wentelden. En toen wist hij het opeens. De ver dwenen astronaut moest zich heb ben gerealiseerd dat hij zijn zen ders niet langer meer zelf kon be dienen, omdat hij ging sterven. Vraag bleef: Waarom en wanneer? En waar was hij gebleven? Robles keerde terug naar het luik en zweefde naar buiten om 't laat ste stuk van de legpuzzel te zoeken. Hij schakelde de korte afstands- zoekradar van de astrobiocom in eD luisterde naar de echo's in zijn ruim tehelm. Eerst hoorde hij de reflex van het verlaten vaartuig, toen die van zijn P-schip en toen niets meer. Langzaam bewoog hij zich met kor te stoten samengeperste stikstof in grote cirkels om de beide ruimte vaartuigen heen. Hij draaide om zijn lengte-as en luisterde scherp. Eindelijk, heel zwak, hoorde hij een echo. Hij controleerde de richting. De radargolven werden terugge kaatst door iets, dat zich ongeveer in het verlengde van het Russische ruimteschip en z'n eigen P-schip be vond. Met een krachtige stoot begaf Ro bles zich in de aangegeven koers. Op ongeveer een kilometer afstand van het P-schip kreeg hij een onre gelmatig gevormd voorwerp in het oog, dat zich dwars op zijn route bewoog. Robles wijzigde met een nieuwe gasstoot zijn koers en even later herkende hij in het voorwerp de omtrekken van een mens in een ruimtepak. Enige seconden lang draaiden de twee figuren in de ruimte om el kaar heen als 2 dansende vuurvlie gen. Toen was Robles bij de eenza me ruimtevaarder. Het duurde enige seconden voor dat hij besefte dat de man in het zilverglanzende ruimtepak inderdaad dood was. Het gezicht van de onbekende ach ter het glas van de ruimtehelm was niet het gezicht van een dode, maar van iemand die sliep. Het lichaam lag stil, met enigszins opgetrokken knieën in de ruimte, terwijl de ster ren er in een statig tempo omheen cirkelden. Pas toen de zon over de gehand- schoende vingers van de dode as tronaut gleed, zag Robles het klei ne notitieboekje en het potlood dat ze omklemd hielden. Met enige moeite maakte hij het boekje los en las de twee beschreven bladzij den: „Op 27 september 1965 stierf ik, kosmonaut Leonid Ma- lyshin, voor de Sovjet-Unie en de verovering van het heelal. Ik ben de maan voorbij en snel weg van de aarde in een baan om de zon. Mijn lichaam rust tussen de sterren De ruimte is mijn graf" Robles bladerde terug in het boek je en herkende de cijfers eD formu les van een baanberekening. Toen wist hij "genoeg. „Dus dat is het', dacht hij en hij voelde zich verward. Hij groef diep in zijn geheugen. Wie van de pioniers was ook weer in de zestiger jaren als eerste rond de maan gevlogen? Hij zou 't opzoeken in het tele-arcnief. In ieder geval was deze arme kerel er met veel te grote snelheid voorbij gevlogen. Nog voordat hij door zuurstofgebrek stierf, was hij jen zwerver gewor den in het zonnestelsel. En hij had geweten dat de elektronische ziel v. zijn ruimteschip hem zou overleven en eens zijn stem op een bewoonde planeet zou laten horen. Robles werd zien plotseing weer bewust van de iedere 30 seconden te rugkerende stem in zijn ruimteheim. Er schoot een heldere gedachte door zijn brein. Hij wierp een laat ste blik op het glinsterende lichaam van de dode astronaut en keerde terug naar het veriaten ruimteschip. In de cabine bekeek hij iedere schakelaar van net instrumentenpa neel. Eindelijk vond hij de knop waarbij „code" stond geschreven. Hij draaide de knop om en wachtte tot het zonlicht door de wentelende cabine streek. Toen luisterde hij naar de stem .n zijn ruimtehelm: Controle Hier volgt mijn laatste Ooodschap Op 27 september 1965 stierf ik, kosmonaut Leonio Ma- lyshin Terug in de cabine van het P-schip riep Robles de Mars-basis op. In het jargon van P-schip piloten was geen plaats voor overdrijving of emotie. Militaire astronauten vonden het een goede gewoonte om enigszins geringschattend over hun karweit jes te praten. Daarom zei Robles: „Astro- plan-controle. Dit is USA-2. Voorwerp geidentificeerd. Ta melijk antiek geval. Heb de laatste boodschap gedecodeerd. Luister zelf maar...." (Bijzondere corr VIENTIANE Dei vigheid van de gcv< Vietnam heeft Laos het vergeetboek doer min, de precaire situ? Zuidvietnamese buurla grotendeels het gevolg kelingen in Laos. Daar hebben de troept het Lao, de commui krachten, yöor de helf van het land. En lang schiedde dat opslokkei kousevoeten. Sedert lie troebelen was het rege, zo omstreeks het begin periode door de Patlic fensief werd ontketend breekt een opleving va er is een stilte over die onheilspellender is, gaand offensief ook. Een blik op de ka a posities van dia Paifhet communistische strijdkri gegeven leert, dat het gebied van Laos een 1 ten dienste van Noor* gevaarlijkst is nog d< uit de luchit door d luchtmacht. Aanvallen uit Thailand op Noor demomen, verliezen bi kracht omdat de com mi zijn er het hoofd aan niet-communistisch gebi en Noordoost-Laos. De2 zeer moeilijk begaanba>, is Laos dus voor de „rond". Politiek wacht afwikkeling die ongetwi geduld het specifieke het Zuidoost-Aziatische wordt voorbereid. Hierd1 aan belangrijkheid in komt nog, dait de Amen aanvallen op de bsvoo die van Noord-Vietnam den leiden, ook de aanv de Pathet Lao bedreige ningen van de Pathet gen ten gevolge daarva sehe beperking die tot in Een klein Vietnarr klampt zich vast aan moeder, terwijl Amerii riniers een dorp uitkai\ vliegbasis Tsjoe-Lai. ratie zouden 25 Vietc<\ worden gedood en 33 stof en straalpijpjes voor oriëntering en beweging in de ruimte en een te- lecom-set voor navigatie en verbin ding met ruimteschip en Mars-ba sis. De lucht stroomde sissend weg uit de luchtsluis en Robles voelde hoe zijn ruimtepak zich spande. Het buitenluik schoof geluidloos weg en voor de zoveelste keer stond hij als een zwemmer gereed voor de sprong in de ruimte. Voor hem lag de stil le diepte van het heelal. Hij voelde niet langer de kille vijandigheid, die hij op zijn eerste tochten had er varen. De afwezigheid van ieder ge luid was niet langer de stilte van de dood, maar absolute rust. En de sterren waren niet onbereikbaar, maar dichtbij als bloemen in een bloeiende tuin. Robles liet zich, manoeuvrerend met korte gasstraaltjes, naar het on bekende ruimteschip drijven. Toen hij er vlak bij was gekomen, bracht hij zijn lichaam in dezelfde tuime lende beweging als die van het vaartuig. Het was in het begin geen prettig idee om het heelal, compleet met Mars en je eigen schip iedere twintig seconden om je heen te zien draaien. Maar voor P-schip piloten waren zulke dingen een normaal onderdeel van nun training. En het wende gauw. DE signalen uit de ruimte waren hoorbaar geworden als verre voetstappen in een donkere straat. Ze waren ijl en soms stierven ze weg, alsof ze werden uitge veegd door kosmische winden. De Amerikaanse bemanning van de Mars-basis ASTROPLAN-1 had de radiogolven het eerst opgevan gen op 14 juli 1993, twee maanden nadat zij de Russische bemanning had afgelost. Het was op een tijd stip dat er geen enkel bekend ruim teschip in de omgeving van Mars kon zijn. Maar de stem, die door de para bool-antennes uit de richting van het sterrenbeeld Wega werd opgevan gen, was onmiskenbaar die van een Rus. Hij zei steeds weer hetzelfde: „Controle hier volgt mijn laat ste boodschap En daarop volgde dan een geco deerde tekst, waarvan niemand op de Mars-basis iets begreep. De ruimtepositie-indicators in het telecom-centrum van ASTROPLAN- 1 vertelden dat de signalen afkom stig waren van een onbekend voor werp, dat Mars met grote snelheid naderde. De astroplan-computer had berekend dat de snelheid zo groot was, dat het voorwerp de planeet in een wijde boog zou voorbijschie ten en dan weer in de richting van aarde en zon zou verdwijnen. Informaties bij het ASTROPLAN- centrum op aarde hadden geen licht in de 'zaak gebracht. Volgens het elektronische baanberekeningsge- heugen in Berlijn, was er geen en kel Russisch ruimteschip op weg naar Mars. Een Japans verkennings vaartuig bevond zich ergens tussen Venus en Mercurius. En een West- Europees bevoorradingsschip werd over twee dagen op de maan terug verwacht. Verder was er het nodige afval: uitgebrande rakettrappen, oude ruimtesondes en radio-actief mate riaal, waarvan net geheugen de ba nen bewaarde sinds de oprichting van ASTROPLAN in 1976. Maar er was niets bekend, dat zich in de door de Mars-basis opge geven baan bevond. De enige mo gelijkheid was, dat China als niet- lld van ASTROPLAN in het geheim een interplanetair schip had gelan ceerd. Maar dit was praktisch uit gesloten, omdat China nog niet be schikte over startplat.forms en voorradingsbases in de ruimte. Het officiële advies van ASTRO PLAN was dan ook geweest ter plaatse een onderzoek in te stellen met een van de patrouilieschepen van de Mars-basis. Daarom steeg het kleine USA P- schip vroeg in de morgen van de 16e juli als een vurige ballon op bo ven de met rijp bedekte heuvels rond de Mars-basis en verdween in de donker violet getinte hemel. In zijn ruimte-cabine controleerde pa trouille-astronaut Jacques Robles de binnenkomende koers- en snel- heidsgegevens voor de besturings automaat. De stuurcomputer van bet P-schip was geprogrammeerd op een ren dezvous koers met het onbekende vaartuig, dat Mars met toenemende snelheid naderde. Robles had pre cies 31 minuten de tijd om zijn on derzoek in te stellen, terwijl het vreemde schip een boog rond Mars beschreef. Daarna zóu het zich weer van de planeet verwijderen. Het P-schip dreef in een ellipti sche baan weg van Mars. De stuur- automaat vertelde dat het nog 10 minuten 15 seconden van het onge ïdentificeerde vaartuig verwijderd was. Robles schakelde de automa tische doelzoek-radar in en liet de beschermende panelen voor het pa noramavenster van zijn cockpit weg glijden. Zijn harde opleiding tot patrouil le-astronaut had Robles nog niet blind gemaakt voor de overweldi gende schittering van de ruimte. Als P-schip piloot kreeg je de gekste op drachten op te knappen: op drift ge raakte schepen opsporen, defecte telecom-satellieten inspecteren, ba- kéns plaatsen op donkere asteroï den en meer van dat soort karweit jes. Na zes jaar dienst had de ruimte weinig geheimen meer voor Robles. Hij kende het zonnestelsel van Venus tot Mars en wist nu dat het vak van astronaut veel minder opwindend was, dan hij vroeger had gedacht. Ruimtevaart was een goed geor dend bedrijf geworden, waarin niets onvoorspelbaars meer kon gebeu ren. Het werd geregeerd door com puters en strenge wetten, waaraan niemand iets kon veranderen. Soms vond Robles het jammer, dat hij niet had geleefd in de tijd van de pio niers, toen de ruimte nog vol gehei men en gevaren was. Robles wist dat hij iedere vlucht weer opnieuw genoot van de my riaden sterren en gasnevels, die hem als een verstild vuurwerk om ringden. Maar dit was een onder bewuste ervaring. Zijn ogen regis treerden de getallen die de stuur computer produceerde, het kleurige 3-dimensionale beeld van de zoek- radar en de tientallen rode, groene en gele lampjes van de elektronische systemen. Zijn hersens interpreteerden en brachten alle informaties onder in 't logisch/intuïtieve patroon dat rou tine heet. Zijn handen brachten de nodige correcties aan en voerden zijn wil in de flitsende elektronen stromen. Geest en machine werk ten samen en zoals .iedere goede as tronaut voelde Robles zich één met zijn ruimteschip. Precies op het berekende tijdstip zag Robles het beeld in de zoekra- dar verschijnen. Eerst was een lich tende stip. Maar een paar minuten later had het duidelijk de vormen van een cylindrisch voorwerp aan genomen. Hij voelde weer de prettige span ning nu hij het onbekende tegemoet ging. Zijn geoefende ogen zochten het gebied af, waar het vreemde ruimteschip zich volgens de radar indicator moest bevinden. Links van 't P-schip dreef de grote groen- rose getinte bol van Mars; één helft donker afstekend tegen de achter grond van sterren, de andere helfl fel verlicht door de kleine witte zon Met het zonlicht schuin tegen had Robles moeite om voorwerpen in de ruimte te ontdekken. Maar plotseling nam hij een korte schittering waar, als van een spiegel die een ogenblik licht terugkaatst. Zijn ogen kne pen zich samen en toen zag hij het ruimteschip. Het tuimelde langzaam om zijn dwarsas door de ruimte. Het P-schip zweefde langzaam dichterbij. Robles zette de stuur computer af en ging over op hand besturing. Op 200 meter afstand schakelde hij de navigeer-raketten uit. De twee schepen hingen nu naast elkaar, terwijl Mars lang zaam van hen wegdraaide. Robles bekeek het vreemde vaar tuig nieuwsgierig. Het leek weinig of niets op alle ruimteschepen die hij ooit had gezien. Het was klein, niet langer dan 10 meter. De romp was gestroomlijnd, maar had vreem de rechthoekige uitsteeksels. Zon nepanelen, dacht Robles. Maar van een primitieve constructie. Hij klom uit de cockpit en beves tigde de astrobiocom op zijn rug. Het apparaat behoorde tot de stan daarduitrusting van P-schip-piloten. Het bevatte alles wat een astronaut nodig heeft als hij buiten zijn ruim teschip op verkenning gaat: zuur stof voor 24 uur, samengeperste stik- Hij botste zacht tegen de wand van het schip en begon deze syste matisch af te tasten. Langzaam werkte hij zich om de romp heen. Aan de andere kant wachtte hem een verrassing. Vlak achter de zon nepanelen was een geopend luik te zien. Behoedzaam werkte Robles zich door het geopend luik naar binnen. Even later bevond hij zich in een kleine cabine. Er 'heerste een lichte wanorde. Bijna de gehele ruimte werd in beslag genomen door ouder wets uitziende instrumenten. Robles sprak, zoals iedere P-schip piloot, vloeiend alle ASTROPLAN-talen. Daarom vertelden de verschillen de opschriften op het schakelpaneel in de cabine hem onmiddellijk dat het schip van Russische makelij was.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 8