EL- Natuurvriend Jac. P. Thijsse 100 jaar geleden in Maastricht geboren flRMIIPBBBII SR) mum Hij bracht vele Nederlanders de liefde voor de natuur bij 16 Te late reacties Ommekeer G ehoorzaamheid Feodaal iour meerderheid Lagerhuis tot ie gereduceerd ANT 2420 jonge helpers klaar g, zondags te helpen in voor bejaarden. Eens in zondag af in dienst van ïensen doen dit al enige (Frontlijn) ns dat de meeste ongelukken >nen beneden de 20 en boven los rijden met bravoure maar categorie omdat hun reacties oorzichtig en kijken wel uit, één seconde maar meerdere. Dij het rijden plotseling iets bij sommigen heel kort bij bestuurder is als het ware rem. Die zgn. schirilkseconde Bij oudere mensen, primaire at is gevaarlijk. 70 heeft meer dan een 40- •hamelijke stoornissen en wel tstelsel. Eien acuut optredende ntrombose of hersenbloeding ens zijn bewustzijn verliezen. V erzekeringsbode) nstige baldadigheid en zelfs zen mede vinden in het feit \unnen, d.w.z. geen vrijheid r ze tot verveling vervallen If noch de gemeenschap ge- de jeugd dus, anderzijds te pecten vragen ernstige aan- particulier initiatief en de »n het beeld op van een soort wijs in de politiek en in zijn in het presidentschap, problemen niet wijken, is de ewone Lyndon de ijverige, ;weest is. lat hij bekwaam, ervaren en ïien zelfs een groot president, gesteld is door Harry Truman, eft Truman gezegd, „moet je (New York Times) ie witte Porsche van de rijks- lat dreigt een paradepaardje >rt verkeersgendarmerie, zoals in op drukke dagen een ritje n de wegenwacht, en dan bij •id en pittige instructies om i voertuigen en rijbewijzen de rijkspolitie in het algemeen anschappen telkens gedurende eft, om bliksemsnel te kunnen komst niet wordt vermoed, eenzame postcommandant en t te coördineren. In de derde rechtspraak. rden opgepakt, om des maan- ichijnen, dan zou dat een heel jke gehoorzaamheid gaat achter ambt en concilie. die de talenten veilig dteit. Kerkelijke gehoor- d aan de geest, die aan ef demonstreert in het en leerstellige. De geest initiatieven waarvoor de nen heeft. (De Nieuwe Linie) ls uitgestorven zijn: de goed aantal toe. De industrie zorgt tiegangers een maximum aan ïerder is allang tot zonderling >ben, het moede hoofd op een :htbedden zijn? En wat moet smeulend houtvuurtje als er t tegenwoordig kamperen uit- campings, heeft het avontuur tent met alles erop en eraan er, die het ware nomadenbloed nemende industrialisatie, van naar de natuur' wellicht weer (Het Vrije Volk) nadering van het eerbiedwaar- voor Noord-Brabant) de kat bestuur dat zjj te weinig doet, Voorzitter mr. W. Ariëns repli- 1 vrije tjjd aan de cultuur be lt er aan de oude feodale geest nog weinig of niets veranderd open democratisch debat. Het •oraanstaande functionarissen den maar we kunnen ons toch tat van hun arbeid ook inder- mt, dat het teveel hobby-werk e met name in deze tijd niet iHh 1 (UPI) De conservatieve p*r" Engeland heeft de papieren 1*" erderheid in het Lagerhuis •educeerd door een verwachte en tussentijdse verkiezing in Ho we was de zetel vacant gekomen conservatief Anthony A. H. Mar ie zich op 61-jarige leeftijd om ieidsredenen heeft moeten terug- wes partijgenoot, Martin Maddan. vacante zetel in deze badplaats iditiegetrouw conservatief stern- ?epensioneerden en effectenmake- -ruste, met een meerderheid van temmen op zijn naaste concur- bourkandidaat James Marsh. Maddans overwinning is de con- ve sterkte in het Lagerhuis op 303 afgevaardigden. Als JJ» beralen eensgezind stemmen, da" ze op 313 stemmen tegen Labours ht van 316. Zondag 25 juli is het precies honderd jaar ge leden, dat in de voormalige commandante- woning „Het Tuighuis" te Maastricht, dr. Jac. P. Thijsse werd geboren. Wanneer de jeugdige Jac destijds in de voetsporen van zijn vader, een beroepssergeant in het leger, was getre den, had hij zeer waarschijnlijk niet die ver maardheid gekregen welke hij thans geniet. In de loop van zijn bijna tachtig levensjaren heeft deze zoon van het Zuidlimburgse heu velland een naam gekregen, die tallozen iets zegt en voor velen beslist geen nadere intro ductie behoeft. Hij is het grote voorbeeld van alle natuurliefhebbers; hij heeft vele duizenden geleerd en eigenlijk nu nog, de levende natuur te hervinden en lief te hebben. Men heeft hem wel eens de apologeet van het Nederlands na tuurschoon genoemd. Zijn machtig werk, (waar haalde hij de tijd vandaan is merkwaardig tijdloos: wat hij zestig, zeventig jaar geleden schreef en vertelde, geldt nu nog steeds. Zijn vele handleidingen van toen, vormen voor de natuurliefhebbers van thans de bakens bij het doorvorsen en doorgronden van vele natuurge heimen. Onbekommerd tvas hij in zijn werk en ook te genover alle mensen, zelfs tegenover zijn lijn rechte tegenstanders die wilden ontginnen of op een andere manier vernietigen wat hij juist als na tuurmonument trachtte te behouden. Daarbij wist hij andermans standpunt steeds te waarderen, maar dit natuurlijk ook bijzonder graag met kracht bestrijdend wanneer het zo te pas kwam. Onbekommerd en altijd het goede veronderstellend soms helaas ten onrechte. Niet voor niets ontwierp B. W. Wierink, Thijsses tekenleraar in zijn kweek- echooljaren, het onder insiders beroemd geworden ex-libris. Een groepje verwaaide spreeuwen, hun levensvreugde uitjubelend op een paar zwiepende takken in een maartse bui en daaronder dat ene kleine, alles omvattende woord: ONBEKOM MERD. Karakteristieker, korter en krachtiger was de eigenaar van het ex-libris beslist niet te tekenen. Lievelingsvogels Het zo succesvolle leven van Jac. P. Thijsse be gon dus op 25 juli 1865 te Maastricht. Het Maas tricht van toen moet toch wel een heel ander soort stad zijn geweest dan tegenwoordig. Zo werd b.v. pas in november 1865 de lijn Venlo - Maastricht ge opend en eerst in 1875 was de Limburgse hoofd stad per trein vanuit Holland te bereiken. Voor ve le mensen was Maastricht in die tijd op geen stukken na zo plezierig als vandaag de dag. Het zo gezellig zitten te zitten, zo heerlijk onbekom merd, op de terrassen om het Vrijthof was er be slist niet bij. Men beleefde er toen nog de nawee- en van de Industriële Revolutie uit het begin van de negentiende eeuw in hevige mate. Vader Thijs se had het als beroepsmilitair dus wel goed ge schoten; een vaste betrekking met een redelijk sa laris en een rijkswoning in het aloude Tuighuis. Ook landschappelijk zag het er in die tijd heel an ders uit. Op de toen nog in volle glorie verkerende St.-Pietersberg moet de flora in al haar pracht en vol heerlijkheden hebben gedijd. In de vroege mor genuren slopen, de nu zeldzame, boommarters er over de takken van de zware eiken achter hun prooi aan. Over de kale rotsen schoof af en toe een watervlugge muurhagedis; dit moet ook het geval zijn geweest bij Thijsses geboortehuis, namelijk op de oude walmuren van Maastricht. Natuurlijk heeft de kleine Jac er nooit bewust van genoten. Alhoe wel hij hier slechts drie jaar woonde, zegt hij zelf in zijn album ,,Waar wij wonen" van de oude bis schopsstad: ,,Ik ben er altijd trots op, dat ik in Maastricht ben geboren. Die trots heeft nu niet zo'n bijster stevige grond, want ik was nog geen drie jaar oud, toen wij die stad weer verlieten. Maar de verhalen van mijn oudere broers en de onver flauwde lofspraken van mijn ouders bleven glans en glorie geven aan Maastricht en aan de St.- Pietersberg, aan Valkenburg en Meerssen. Een land van schoonheid en plezier". Reeds in 1867 werd Jac's vader overgeplaatst naar het garnizoen in Grave, waar de jeugdige Thijsse opgroeide tot een rasechte bengel. Een echte le vensgenieter, toen al, en een, die zijn kwajongens streken eigenlijk nooit helemaal heeft afgeleerd. Vlotte carrière |n 1874 werd zijn vader overgeplaatst naar Woer den en bij die gelegenheid beleefden Jac en zijn broers Willem, Jan en Karei, een groots en kostelijk avontuur; verhuizen per schip. Dat moet in die vrachtautoloze dagen nog een heel prakti sche methode zijn geweest en voor de jeugd na- stellingen uitgegeven „Thijsse-mummer" K-et-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-k-K-K-K-K-k-tc-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K-K* De gegevens voor dit artikel werden ontleend aan het door diverse natuurbeschermings-in- uit werken van Thijsse zelfdoch vooral uit Kees Hana's kostelijke boek „Feest in de Natuur met als ondertitel „De eeuw van Jac. P. Thijs- se" (een uitgave van Holkema Warendorf J- N.V. te Amsterdam). TJit het gehele boek blijkt -¥• dat Hana Thijsse bijzonder goed heeft gekend J en talrijk zijn de vermakelijke anekdoten, j* welke hij uit deze tijd ophaalt. Uit de vele ci- taten welke Hana uit het werk van Thijsse en zijn tijdgenoten in zijn „Feest in de Natuur" J heeft verwerkt, krijgt de lezer een volkomen J J duidelijk beeld van een onzer grootste natuur- Een boekdat overigens by geen enkele liefhebber van de le- J J vrienden dr. Jac. P. J breken. tuurlijk een grandioos feest. In het rustige Woer den is de familie Thijsse ook niet te lang gebleven. Jac ging er naar de Christelijke School en naar zijn aard flapte hij er vrolijk meteen uit wat hem voor de mond kwam. Dat leverde hem dan dik wijls een paar honderd strafregels op. Altijd de zelfde: ,,0 Heer, zet een wachter voor mijn lippen". In totaal moet hij dat wel enkele duizenden malen hebben geschreven, vertelde hij veel later eens la chend. Trouwens, die strafregelwens is nooit in vervulling gegaan, voor Jac's lippen heeft nooit een wachter gestaan. Toen zijn vader in 1878 voor de zoveelste maal in zijn loopbaan verhuisde, ditmaal naar Amsterdam, verliet hij de militaire dienst. De jeugdige Jac wilde onderwijzer worden en in 1879 ging hij naar de kweekschool, waar hij ook een puike leerling was. Op die kweekschool had Thijsse het inmiddels best getroffen met zijn liefhebberij voor de leven de natuur. Dr. C. Kerbert, naar ik meen de latere directeur van Artis, was .zijn onvergetelijke leraar. De carrière in het onderwijs van de rasechte op timist Jac Thijsse is buitengewoon vlot en plezie rig verlopen. Reeds in 1889 trok hij weg uit de gro te stad, wegens een belangrijke promotie. Hij was nl. benoemd tot hoofd van de Franse school in Den Burg op TexeL Toen openden zich in de meest let terlijke zin van het woord wijde perspectieven in dit met vogelrijkdom gezegende eiland voor de jon geman. Toendertijd beklaagden zijn vrienden en collega's hem wel oprecht, want wat war er nu op zo'n schape-eiland te beleven. Nooit heeft Thijs se echter van deze stap spijt gehad. Hij trok met de Texelse jeugd de natuur in en gaf aanschouwe lijk onderwijs van de bovenste plank. In zijn Al bum Texel verhaalt hij hierover: ,,Ook namen de jongens mij vaak mee te „ei- zoek" en dat was heel goed, want nu kon ik ze beter begrijpen en beoordelen. „Och meneer", zei er een, toen zijn Duitse thema krioelde van de fouten, „als ik de mareis en tjerken zo boven de school hoor roepen, dan moet ik wel eens minder goed opletten". Nu, met dat Duits is het wel in orde gekomen en de vent is later miljonair ge worden en nog steeds luistert hij naar de mareis en tjerken. De ouders vonden mij soms wel een rare meester, want de overige mesjeus waren nogal mannen van gewicht geweest. Zij hadden echter goed vertrouwen en slechts eenmaal heeft er een ongezouten stukje in de Texelse Courant gestaan; over de ruwe bende van ene meneer Thijsse". Pionierend duo Op 1 september 1892 keerde de inmiddels ge huwde Thijsse terug naar Amsterdam en hier trof hij zijn geestverwant, de Zwollenaar Emil Hei mans. Grotere tegenstellingen dan die in de karak ters van Heimans en Thijsse zijn misschien nau welijks denkbaar. Maar grotere overeenkomsten evenmin. Hun eerste ontmoeting was meteen raak en liep uit op een trouwe samenwerking, waaraan pas een eind werd gemaakt door de plotselinge dood van Heimans op 22 juli 1914. Maar wat dit duo in die korte tijd gepresteerd heeft, lijkt onge looflijk. Er was eigenlijk geen houden meer aan, toen beider enthousiasme en kennis zich verenigden in de befaamde en door henzelf kostelijk geïllus treerde serie, die op de dag van vandaag nog ge lezen wordt: Langs duinen en wegen, In sloot en plas, Door 't Rietland, Hei en Dennen, In de dui nen, Van vlinders, bloemen en vogels, Wandelboek voor natuurvrienden, In het bos, enz. Al deze boe ken waren behalve geestelijke prestaties ook nog stukken „handwerk" van de eerste orde. Daarnaast schreven zij vele artikelen voor dag-, week- en vak bladen. Tussen de boekenschrijverij, het houden van spreekbeurten en het leiden van ontelbare ex cursies, richtten zij ook nog eventjes het tijdschrift „De Levende Natuur" (hetwelk thans nog ver schijnt) op. Het plan hiertoe was uitgegaan van Heimans, die vond dat zij in de boekjes niet ge noeg armslag hadden om meer gespecialiseerde onderwerpen uitvoerig te behandelen. Met J. Jas pers als derde man richtten zij „De Levende Na tuur" op, waarvan het eerste nummer in maart 1896 verscheen. Bekende albums In 1902 betrekt Jac. P. Thijsse met zijn gezin „Binnenduin" in Bloemendaal, dat hij kort voor zijn overlijden op 8 januari 1945, op last van de bezetter moest verlaten. De zwerver Thijsse heeft hier in Bloemendaal zijn honkvastheid gekre gen met een rijk studieterrein vlak om het huis en in de onmiddellijke nabijheid van de toen nog rijke re Kennemerduinen. Daar in Bloemendaal zijn de grote gaven van Thijsse tot volle ontplooiing ge komen. ,,Het Vogeljaar" ontstond er en het binnen kort wederom in herdruk verschijnende uitmunten de boek ,,Het intieme leven der Vogels". Wat la ter „Omgang met planten" en verder de vele arti kelen in „De Levende Natuur", in dag- en week bladen en (van onschatbare waarde voor het gro te publiek, dat ermee werd bereikt) de beroemde reeks Verkade Albums: Lente, Zomer, Herfst en Winter en nadien nog een twaalftal van deze juwe len. Als bijdrage aan de herdenking van dit feit en uit waardering voor het vele werk dat hij voor talloze Verkade Albums verrichtte, geeft Verkade het originele en nog niet eerder gepubliceerde ma nuscript „Vogelzang" van dr. Jac. P. Thijsse als een posthume hulde binnenkort uit. Toendertijd heeft Thijsse echter met het verzoek van Verkade danig overhoop gelegen, voordat hij tot het besluit kwam het te doen. Het was toch im mers nog nooit vertoond, dat een te goeder naam en faam staande schrijver en spreker, nu zo maar zijn krachten ging wijden aan op financieel gewin uit zijnde reclame. Hoezeer Thijsse ook steeds toe gankelijk was voor iets nieuws, hij heeft over het verzoek van Verkade gepiekerd en gedubd. Maar op een goede morgen klonk een bevrijdende kreet door het huis; „Leen, ik doe het". Opeens zag hij nl. de enorme mogelijkheden om de belangstelling voor de levende natuur in zeer brede kring te wek ken. En dat was heel goed gezien! Thijsse's belangstelling voor het rijke en boeiende natuurleven was veelzijdig. Hij „deed" aan vogels, maar ook aan planten: de insekten hadden eveneens zijn warme belangstelling en aan de grote familie var. de paddestoelen wijdde hij zelfs een Album. Op 18 september 1922 werd hij door de Senaat van de Universiteit van Amsterdam voor zijn vele verdien sten op het gebied van natuurstudie, natuurbe scherming en bovenal natuurbeleving geëerd en werd hem het eredoctoraat in de Wis- en Natuur kunde toegekend. De promotor was zijn oud-leer ling prof. dr. Th. J. Stomps, die in een door diver se natuurbeschermingsinstanties uitgegeven „Thijs- se-nummer" hierover schrijft: „Thijsse herdenkend gaan de gedachten ook uit naar zijn trouwe medewerker en vriend, de he laas te jong gestorven E. Heimans, met wie hij in zo gelukkige samenwerking aan de opbloei der natuurstudie in Nederland aan het begin van de twintigste euw in zo ruime mate heeft bijge dragen. Ware hij in leven gebleven, dan had hij zeker in 1922 in de aula onze universiteit naast de heer Thijsse als eredoctor gestaan". WH)(lllWilWP!li;i'il tlJMIagy. -14- - s epte Limburgse natuurschoon, waarvan Jac. Thijsse zo hield. Links een blik op de Schinveldse hossen. Rechts het romantische Gerendal. Het gerestaureerde geboortehuis van Jac. Thijsse. Het Naardermeer Aan één aspect van Thijsse's brede belangstel ling voor de natuur hebben wij nog géén aan dacht geschonken, nl. dat der natuurbescherming. Hierop heeft Thijsse, evenals Heimans, doch eerst genoemde vooral, zijn stempel gedrukt. In het begin van deze eeuw lag de zaak echter ge heel anders. Ons land telde toen nog bij lange na niet de helft van het huidige aantal inwoners en grote delen van Nederland stonden nog als „woes te, onontgonnen gebieden" op landkaarten ver meld. Toch zag o.a. ook Jac. P. Thijsse het nut van de natuurbescherming toen reeds in. De eer ste grote stoot kwam eigenlijk pas toen 14 decem ber 1904 b. en w. van Amsterdam de raad voorstel den het Naardermeer aan te kopen en het daarna te bestemmen tot stortplaats voor het Amsterdam se vuilnis. Nu was het Naardermeer echter een ge bied van uitzonderlijke schoonheid.. Als geen ander kende Jac. P. Thijsse dit meer, daar hij van de toenmalige eigenaars toestemming had gekregen om over de plas te zwerven i.v.m. zijn plannen tot het vervaardigen van een kaart van de omgeving van Amsterdam. Beter dan iemand an ders besefte hij, wat hier op het spel stond. Hij ver hief dan ook zijn stem tegen de Amsterdamse plan nen in het „Algemeen Handelsblad". Zijn vriend Heimans viel hem weldra bij en protes teerde via de „Groene Amsterdammer" en spoedig kreeg dit duo steun van andere persorganen. Dank zij dit grote protestkoor werd het voorstel van b. en w. in de raad, zij het met één stem meerderheid, verworpen. Om echter tot een blijvende bescherming van het Naardermeer te komen werd op 23 april 1904 de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten op gericht. Na veel en moeizaam onderhandelen werd het Naardermeer op 3 september 1906 aan de Ver eniging overgedragen. In de loop der komende 60 jaar zou het bezit van 750 ha uitgroeien tot circa 200.000 ha en dit dank zij de grote stoot die dr. Jac. P. Thijsse hiertoe gaf. Niet aardig I>ij het slot van dit artikel willen wij gaarne nog- ma als de grote natuurvriend aan het woord la ten met een citaat uit „Het intieme leven der Vo gels", waarin hij de toekomst van onze natuur be hoorlijk donker inziet. Vooral tijdens weekeinden, vakanties, moet men Thijsse nu reeds gelijk ge ven in zijn destijds geuite bange voorgevoelens: „Ik heb mij vroeger wel eens vrolijk gemaakt over de naargeestige uitlatingen van al te ijve rige vogelbeschermers, en ik houd nog altijd vol, dat ze rare dingen beweerd hebben maar de laatste tijd is er bij mij de schrik ook ingekomen en ik heb wel eens medelijden met mijn achter kleinkinderen. Dat moet toch niet aardig zijn als de mooie verscheidenheid van dieren- en planten leven vermindert en de zo levendige gestoffeer de vogellandschappen van tegenwoordig zullen verdwijnen". G. OIJEN

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 11