T.V.
II
11
S"
8
■I
EL-
mensen en muzen
Jan Dijker: monumentale ramen en mozaieken
Roman van talende opvoeding
Sal Meyer, de schilder van het burgeüjke
$8j|
W i
A A
Nl
v r\p
Éwj „SL
11 IJl' III fl II|la
vi 88 SSS
ill fcj, JH L :W "SN jlBMi
lEj?8' r
ksisri
n n n
1
- i
H
i
1
1
1
m
«8
1
1RL
m i
1
1 11
Herwig Hensen: naar het einde toe versmalt de weg
19
PROBLEEM
BOD GEVRAAGD
BROOD
TAARDE" OUDERS
13
mm
mmÊÈÊmè
V
m I
m a'ËM
m m\ Prürrl'I M II
te
m
wmwm
mm
"1
ANT
is land zeer ten onrechte van
het bona fide café en de
atschappelijk nuttige functie
restigeladder van de beroepen
onderzoek, waarbij men 53
tbode, de geschoolde arbeider,
Hij staat op de tiende plaats
•an het Sociologisch Instituut
Jansen is een bij uitstek des-
caféwezen. Hij hoopt volgend
naar alle waarschijnlijkheid,
(Elsevier)
voorschriften gemaakt maar
andse priester die „zijn gang
Itntieuzer wat de voorschriften
Is hoelang al, maar wat aan-
isser C.ss.R. in Nieuwe Linie)
reda het verloren heeft in de
pers van een wijk woedend op
ie afrasteringen van voor- of
n ze groot mogelijke openheid
rerken stuurde functionarissen
ainen wel voldeden aan de ge-
ken nog zo netjes, wanneer ze
ze worden verwijderd. Maar
?entebestuur heeft thans erkend
De dames moeten in hun eigen
Volkomen terecht. Huizen en
laien, maar om te bewonen. De
te kunnen uitmaken of ze hun
trekken van passerend publiek
(Trouw)
ten worden zich met bezoekers
(Alg. Handelsblad)
>g spijt van dat hun vaders in
de Kon. Ned. Maatschappij tot
rlandsch-Indië hebben gekocht
zijzelf van alle rechten gebruik
Kiljonair geweest met een porte-
•oleummaafcsch&ppij
estond, kan het u precies voor»
?nd gulden van alle voorkeurs-
n gebruik had gemaakt, zou nu
.delen in zijn brandkast hebben
i 700 procent, dus die aandelen
ovendien zou de eigenaar in die
ben opgestreken. Dat was meer
16.000 gulden op te brengen di®
gebruik te maken van zijn voor-
l
lden in 75 jaar zou de fiscus
Toch zou er wel genoeg over-
even. (De Gids: CNV-orgaan)
godsdienst, politiek en techniek
(Ons Platteland)
egel" zich tot dusver opvallend
Of het sop is de kool niet waard, §^J
ind. In de chronique scandaleuse
een wat bijtend, ironisch portret
s Spiegel-correspondent Rink H.
ebben dingen, die volmaakt ex-
r zullen die Nederland schokken.
If geschreven heeft. We hebben
pij vroeger gestudeerd heeft. En
te voorschijn dan zoals die tot
e er volgende week mee".
(Nieuwe Linie)
iet burgemeester Vunderik van
die vakantiegemeente wat losser
lan elders, maar volgens de heer
iecentra: „En van aanstoot geven
ordig onbeschaamd zijn, maar ze
indien, ik heb niet genoeg politie
fens mr. Vunderik niet te wijten
ïclers: „Zij geven de kinderen de
ar de Rivièra". Ook ris zy niet
veel aan te trekken van hun na-
16-jarig meisje uit een boot. Ze
g. De politie bracht haar thuis,
emoeien jullie je mee?".
]NSDAG 14 juli- H. Bonaventur
t.
[DERDAG 15 juli H. Henricus. Wit
JDAG 16 juli. Mis van de vijfde
adag na Pinksteren. Tweede gebed
L Vrouw van de Carmel. Groen, j
[ERDAG 17 juli. Mis van de H.
laagd Maria op zaterdag: Salve,
veede gebed H. Alexius. Wit
tucky Jones: Reincarnatie. CVK/
|R: 19.30 Opspraak: Port betaald, ge-
k. NTS: 20.00 Journaal. 20.05 Sport
>eeld. KRO: 20.30 Villa Sidonia, co-
ie-thriller: 5 Geen dader, maar woor-
21.05 DeUndine von Medvey Show.
A'dams Kunstmaandorkest: Po
rn klassieke werken uit het Slavi-
repertoire. 22.25 Epiloog. 22.30
maal. NTS: 22.35-22.45 Filmversla*
de Tour de France.
NEDERLAND II
VRO/KRO/VARA/VPRO: 17.30 Paar-
Dort: gedeelte van het Internationale
cours Hippique (C.H.I.O.), dat dit
keinde in Aken plaatsvindt. NTS:
Kapitein Zeppos: 13 Treffen in de
ra. 20.00 Journaal. 20.05 Margie: Pick-
c aan zee. 20.30 't Is maar een
rd, quizprogramma. 21.05 Parasieten»
lier. AVRO/KRO/VARA/VPRO: 22.00
rt in beeld.
BELGIë VLAAMS
30 Internationale landbouwkroniek-
5 De Flinstones, tekenfilm voor jong
>ud. 15.30 Eurovisie. Reportage iini§B|
onale regatta te Luzern. Tussen 16.0°
10 Tour de France. 17.30 Eurovisie-
ortage van de jumping om de grote
s van Aken. 19.30 Voor dc kleuters-
0 Filmpje. 20.00 Nieuws. 20.15 SP<#T
gramma. 20.45 Stroppelscorde (R®1"
rt de Vos), tv-opera. 22.00 Vile EUTJ"
2 beker voor Zangvoordraoht *e
>kke. 23.15 Nieuws.
BELGIë FRANS
00 Eurovisie van een nieuw cen-
n van Wereldraad van Kerken te Ge*
e. 11.00 11.45 Hoog lis. 15.00 Le hé-
a la trompette, film. 15.20 TekenfUfJ-
0 Eurovisie. Internationale roeiwea-
jd te Luzern. 16.00 Eurovisie. ReP°r"
Tour de France. 16.40-17.50 Interz
onale roeiwedstrijd te Luzern.
Ier weet het beter, feuilleton. 20-ü
rnaal. 20.30 Eurovisie. Filmver»1*8
ir de France. 20.40 Les suspects, n13?'
5 Japan 64. Het Japans meisj* 5
:io, filmdocumentaire. 22.25 Journ*a
filmverslag Tour de France.
13
DAGLAD DE STEM VAN ZATERDAG 10 JULI 1965
Het militaire leven is een wonderlijk
leven. Het is als een toneelvereniging
die alleen maar oefeningen en repetities
houdt in de vurige hoop dat het nooit
tot een werkelijke uitvoering zal komen
Men leeft er van schijnbewegingen
schijngevechten, tragische toekomstfan
tasieën. Het is allemaal net-echt. Mei.
schiet op denkbeeldige vijanden, sneu
velt voor de leus op een namaak-slag-
veld, wordt voor lijk weggedragen er
gaat daarna een biertje drinken. He
kan niet anders. We weten dat er ach
ter militaire paraatheid een grote idee
schuil kan gaan. Maar dat de deelne
mers aan dit bedrijf zich wel als mario
netten in een poppekast gevoelen, is
onvermijdelijk. Vooral ook omdat de
superieuren die de tucht moeten hand
haven wel in een scala van rangen
staan, doch ook maar gewone mensen
ziin met hebbelijkheden en onhebbelijk
heden als ieder ander. Een beetje be
grip voor humor heeft dat al gauw door.
Het is daarom niet moeilijk het soi-
latenbedrijf in een min of meer be
lachelijk licht te stellen en daarmee
succes te behalen. „De Schutters" van
Speenhoff, „Frank van Wezels roem
ruchte jaren" hebben het echt wel gc
daan in onze vaderlandse letteren. On
getwijfeld is er uilt de moderne krijgs
macht heel waf „poppekast" verdwenen
die men eertijds nodig achtte. Het uni-
formgeschitter en helmboswuiven is ei
niet meer bij behalve bij taptoes ei
shows. Een parade is tegenwoordig eei
leel nuchtere aangelegenheid, waarbi
„ussen officieren en manschappen k
litdossing niet veel verschil te bespeu
ren valt. De glanzende paardelijven e;
ie trappelende hoeven zijn vervangei
door stijlloze motorwagens en ratelen
de rupsbanden. Dit kan echter nie
.vegnemen dat velen de militaire op
leiding in bepaalde onderdelen als eer
schijnvertoning blijven ervaren, dat zc
er niet met hart en ziel bij kunner
rijn. Dit kan zich dan ontladen in eer
goedkoop sarcasme, maar het kan ooi.
dieper vreten als een schrijnende won
de. In een bij „Contact" Amsterdam -
Antwerpen) uitgegevei roman van Pau:
van der Loeff „De Wapenbroeders'
wordt getracht dit laatste te doen mee
voelen door de belangstellende le
zer. Van der Loeff gebruikt daarbij geen
goedkope effecten. Ook spreekt hij zich
niet uit als een anti-militarist in de
politieke zin van het woord. Maar het
is een algemeen gevoel van onbehagen
van opgesloten-zijn in voo-r hem zin
loze plichten en discipline, dat naar vc
ren komt uit de bijna droog-nuchter
beschrijving van het leven in dienst e-
zijn lotgenoten. De „ik" probeert er zie
uit te draaien, voert met een legerpn
dikant een bij voorbaat tot vruchteloo:
heid gedoemd gesprek, gaat op spree)
uur bij de psychiater en wordt na ve:
vieren en vijven afgekeurd voor c
dienst. We kunnen niet zeggen dat d
gesprekken met de psychiaters erg oven-
tuigend worden opgediend. We dachte
dat psychiaters dieper groeven. Maa
afgezien daarvan is dit in zijn onopge
smukte verteltrant en eerlijk observs
tievermogen een impressie van het hui
dige kazerneleven, die tekenend is voc
de indolente vermoeidheid van ee.
vroeg-oude jeugd.
Dit is echter nog maar één kant va
de roman. De andere wordt gevorm
door een typische vriendschapsvenhou
ding van deze dienstplichtige soldaat to
zijn neef Reiniertje die hij geregeld ont
moet ten huize van Oom Igor en Tantt
Haya. Dat jongetje wordt volgens d.
regels der opvoedkunde behandeld, maa:
die regels falen. Net als in de kazerne
Reiniertje is een eigenzinnig jongeljt
dat zich in een eigen leven terugtrek!
dat op de hei samen met neef Paul eer
hut bouwit om er zijn dromen te kunne:
dromen, dat op een afgelegen plek ee-
vergeten graf uit de mei-dagen ontdek.
Hij vertelt daarvan aan niemand ie
maar verzorgt het graf op zijn manie.
Neef Paul wordt later wel ingelicht e.
speelt dan het spel van verzorgen ei
versieren mee. Het komt echter uit. De
colonel is zo dankbaar voor dit blijk
/an piëteit van een kleine jongen dal
lij hem een geschenk wil geven en vol-
:ens een vroeger geuite wens wordt di'
en reebokje. Ook deze gróte-mensen-
armelijkheid loopt op een débacle uit
)e kortsluiting der generaties word!
veer zichtbaar. In de schildering van
lit jongetje en zijn vroeg-wijze geïso-
serde gedachtenleven, dat het aanvan
kelijk sterke contact met neef Paul zelfs
/erliest, gaan we niet helemaal geloven.
Er zit iets bedachts in. De grondtoon
kan men echter ontwaren en ze klinkt
;amen met wat het kazerneleven een
ong mens, die sterk in ziohzelf gekeerd
s, kan aandoen.
Alles overziend kan men zeggen dal
leze roman geen gaaf maar wel een
,roed werkstuk is, dat niet streeft naar
net schokkende en het opzienbarende,
dat geen rancunes bitter afreageert doch
de tragiek van het menselijk tekort in
oudere en jongere generaties eerlijk
tracht uit te beelden. J. B.
-M: f
y* 1*1
w
fc'Söv -
I#*»»».. f WA*
Mimosa
(foto Hans Chabot, Breda).
Sal Meijer is indertijd bekend ee
worden door zijn kattenschilderijen
Op de tentoonstelling in de Beijerd te
Breda liansen er twee voorbeelden
van. Het zijn ocr-gezelligc werkstukjes
een kat in een oude hoedendoos en een
kat op een stoel. Zij zijn minitieus ge
schilderd; de burgerlijke sfeer uit die
dagen wordt uitstekend getypeerd en
de psyche van de kat (hautain, bijna
vorstelyk) komt duidelijk van het doek
af.
Sal Meijer is een schilder met wie
6e officiële kunst hooit goed raad heeft
geweten. Hij bleek moeilijk te rubrice
ren, hij ging zijn eigen gang, het la-
ÏSSuew nieuwlichters ging aan hem
oorby. Men kan dat eigenwijs noemen
maar het betekent anderszins dat de
man karakter had. Voorzichtig heeft
S.willen onderbrengen bij de
Zondagschüders en daar is iets voor
ziin meeste van zijn doeken
yn van ee« kinderlijke spontaniteit en
spotten met de regels der schilderkunst
2uule dagen- van zijn doeken
nebben geen perspectief en dit gemis
geeft een schilderstuk al gauw iets
naïefs. Men ziet er echter ook het ple
zier en de overtuiging aan af, waar
mee deze werkstukken zijn gemaakt,
aJTj öaaraoor meesterwerkjes werden.
Anderzijds is hij toch wel een man,
rw ^^^r kent: zijn tec'hniiek is
r?nfwf behandeling van de verf
„a' J1 4dat hij ermee weet om te
1Jn-.tec%hnisch kunnen blijkt bo
vendien uit de ets tongetje" het
rode61*!?6 ?traj4stoeh zijn naakt met
*aarband- „Maar wie b.v. zijn
danv» stedelijk museum Amster-
Di,f ontdekt een andere Meijer.
nrtnfw Z°U inderdaad tot het
St OU WiUen rekenen. het
maaxt op het eerste gezicht (en 70
tX„er ™,etAd0^en) «ietaUto-
hge indruk. Maar gaandeweg er
vaart men hoe het Meijer hfeTllleen
om de sfeer was te doen; hij werd
getroffen door het prachtige licht, dat
door het glazen dak gezeefd tot een
ingehouden, bijna mistieke tint het
gehele trappenhuis (dat thans in' deze
vorm niet meer bestaat) overgiet. Zijn
Amsterdamse stadsgezichten hebben
een gemoedelijke bijna burgerlijke be
wogenheid, zij lijken vanuit een ver
leden geschilderd en wekken herinn-
ringen aan een Camera Obscura.
Sal Meijer schildert ieder onderdeel
met grote nauwkeurigheid: het impres
sionisme van een Haagse school, in
zijn jaren toonaangevend, i$ aan hem
voorbijgegaan Ondanks deze precise
ring, die tot kilheid zou kunnen leiden,
is ieder doek een heerlijk stukje lyriek
geworden. Zeker ervaart men dat bij
zijn kleine en precieuse stillevens, die
een huiselijke innigheid vorm geven,
die nergens burgerlijk wordt. Zijn vaas
je met mimosa is daarvan een spre
kend voorbeeld.
Jac Martens-
lozaiek in hall lagere technische school te Tilburg.
Jan Dijker (51, fors, open gezicht,
waarin iets van de geslaagde zaken
man) heeft kortgeleden een glasraam
afgeleverd voor de kerk van de God
delijke Voorzienigheid in Bergen op
Zoom. Die kerk is van de Rotterdamse
architect ir. Harry Nefkens en het is
een geslaagd gebouw, al kan men zijn
bedenkingen hebben ten aanzien van
do dagkerk, waar 'de verhoudingen wat
uit hun voegen zyn gelicht bij het zoe
ken naar een verantwoorde liturgische
plossing voor altaar en tabernakel.
De kerk is volkomen tijd-eigen; zij
heeft een intimiteit, die men in een
gebouw voor duizend mensen zeker
niet zoeken zal, maar die er is. Zij is
fraai van lijn, de ruimte wordt prach
tig door het plafond omvangen. Zij
heeft geen versiering, tenzij men het
grote corpus daartoe wil rekenen, dat
hier echter in feite misstaat. Het is niet
mooi en bovendien nog te veel gebon
den aan een periode, die we pas heb
ben afgesloten. Het zou door een an
der vervangen moeten worden, een go
tisch bijvoorbeeld.
In het gebouw komt geen monumen
tale kunst voor en het was Dijkers op
dracht dit gemis in één slag op te hef
fen. Hij kreeg daar overigens wel de
ruimte voor: 120 m2 wand, die hij vol-
zette met glas. Het werden een aantal
abstracties, die als thema God en de
wereld hebben. Mystiek gezien had men
deze gedachte minder stabiel uitge
werkt willen zien. Het altijd opnieuw
ontstaan van God in dc mens laat zich
niet duidelijk en hard vastleggen. An
derzijds is het echter zo, dat deze wand
te groot was om haar „zwevend" te
maken, zelfs niet in de kleur. Duide
lijk moest namelijk blijken, dat dit
raam in feite een onderdeel van de
constructie van het gebouw is en te
gelijkertijd een versierende functie ver
vult. Deze twee elementen samenbren
gen was de ongemakkelijke opgave voor
Jan Dijker, die uitgaande van de sta
biliteit een vorm schiep, die aan het
kerkgebouw houvast bood en die bo
vendien als versieringselement uitste
kend voldoet. Het enorme raam maakt
op de bezoeker grote indruk.
Ook de tinteni zijn stabiel, het voor
name rood bijvoorbeeld speelt er een
grote rol in, maar ook het koninklijke
blauw in vele nuances heeft zijn func
tie. De zwaarte van deze tinten wordt
speels opgevangen door het ondoor
zichtige en neutraliserende grijs. Ove
rigens is de gehele voorstelling niet
doorzichtig in die zin, dat zij alleen
het licht doorlaat, terwijl het glas bui
ten de eigenlijke figuren behalve licht
ook de omgeving laat doorschemeren.
Daarmee heeft Jan Dijker de kerk in
de wereld willen symboliseren en hij
bereikte er bovendien mee dat de voor-
steliing „ongeschonden door- de er
achter liggende omgeving als één mas
sa tot haar recht komt.
Jan Dijker noemt zich een vrij schil-
der, die monumentaal werkt met tot
accent op het monumentale, OfschoCTt
il jaren wonend in Moergestel (samen
net Egbert Dekkers in hetzelfde huis)
ip de gezellige en enorm grote ver»
ieping van het vroegere jachthuis Hoge
luizen, blijft men in hem zijn Hol-
indse afkomst aanzien: hij komt van
ien Helder. In zijn blik is iets blijven
nngen van de man, die van het water
oudt. Zoals hij daar zit in zijn gemak-
elijke pak, de benen nonchalant over
ikaar en even nonchalant een sigaret
1 de mond, zou men in hem een zeiler
villen herkennen. Hij heeft iets van de
portman met dat tikkeltje uitdagend.-
eid. die overigens in het geheel geen
•ravour is.
Veel werk van Dijker is geïnspireerd
p zijn reizen en hij maakte er nogal
/at. Hij was in Zuid-Afrika (waar hij
>11, wandschildering leverde in het pas-
igekantoor van de KLM); hij bezocht
"oord- en Zuid-Amerika en hij bracht
en bezoek van maanden aan de west.
>e grote en gezellige kamer (links de
'eügel, rond de schoorsteen de zit,
•chts het werkgedeelte) staat vol her
neringen: fossielen, een beeldje,
lar vooral eigen impressies. Zijn lief-
voor het reizen blijkt uit de graagte,
>armee hij de auto uit het oude koets-
lis haalt om zijn bezoeker snel even
•ar zijn glasraam te brengen. En pas-
'-)* wordt Tilburg aangedaan, waar in
nieuwe l.t.s. eveneens een wand van
-m te vinden is en wel van mozaïek,
- in de hal van het geboüw een aan
diende functie heeft. Het is een muur
111 70 m2. waarin „zo maar" een vorm
aangebracht, speels en ritmisch, zaa
ier meer mooi en gaaf.
Jan Dijker is als leraar verbonden
lan de Academie te Tilburg. Hij kreeg
zijn opleiding aan de rijksacademie te
Amsterdam. In Limburg overleefde hij
de oorlogsjaren en zijn vestiging in
Moergestel was meer een toeval dan
een welbewuste keuze. „Een gelukkig
toeval", zegt hij er zelf van. terwijl
hij de wagen handig en in topsnelheid
door de bocht brengt. Dijker voelt er
zich thuis, hoewel hij soms (evenals
zijn vrouw, die kinderarts is), behoefte
heeft aan meer culturele achtergrond.
De auto brengt hem en zijn vrouw dlan
snel naar Amsterdam. „Dat heb je
wel eens nodig", vindt hij. „een toneel
stuk zien. een tentoonstelling bezoe
ken, ergens gezellig eten". Maar hij
denkt er voorlopig niet aan de Kempen
in de steek te laten.
JAC. MARTENS
Deel van de 120 m2 glaswand in de kerk van de goddelijke voorzienigheid te Bergen op Zoom.
L ét W- ,.i
j f/w
«Hgp jPjjJjIk
1
Jiff
I
I
a
MMMNMNMM
Herwig Hensen is de pennenaam van
(le wiskunde-Ieraar Florent Constant
Albert Mielants jr. Hy is in 1917 te
Antwerpen geboren en doceert thans
aan de rijkshandelshogeschool van de
Scheldestad en aan de rijksmiddelbare
normaalschool te Laken. Zoals van vele
Vlaamse dichters is ook het geluid van
Herwig Hensen nog maar spaarzaam tot
Nederland doorgedrongen. Toch heeft
hij al een omvangrijk oeuvre op zijn
naam staan. Als we zijn debuut „De
vroege schaduw" uit 1937 verwaarlozen,
tellen we niet minder dan twaalf bun
dels, waarvan de eerste „De cirkel tot
Narkissos" in 1938 verscheen en de laat
ste „De Appelboom" in 1963. Aangezien
de dichter na 1945 van een veranderde
levensopvatting blijk gaf, kan men zijn
werk in twee perioden verdelen. De
eerste, die loopt van 1938 tot 1945, omvat
zeven bundels, die in 1947 verzameld
zyn in „Gedichten I" en „Gedichten II".
De vijf overige uitgaven verschenen in
de jaren 1948 tot 1963.
Daarnaast heeft Her wig Hensen veel
gepubliceerd op het terrein vain het to
neel, waarbij het poëtische element uit
steekt boven het dramatische. Voor zo
ver wij weten zijn deze toneelspelen
nooit in Nederland opgevoerd. Dat hij
zich op het wezen der dichtkunst diep
gaand bezonnen heeft, blijkt uit zijn
essay „Over de dichtkunst" uit 1947.
Zijn vele activiteiten op literair ge
bied bezorgden hem achtereenvolgens
de Pol de Mont-prijs voor zijn eerste
bundel, de Grote Driejaarlijkse Staats-
prijs voor poëzie, de driejaarlijkse prijs
mor toneel van de Belgische vereniging
voor auteursrechten, en de Grote Drie
jaarlijkse Staatsprijs voor toneel. Wijlen
prof. dr. Fr. Closset vertaalde tal van
Hensens gedichten in het Frans, terwijl
in het tijdschrift .,Ons Erfdeel" van
maart 1965 een artikel van diens hand
over Hensen is opgenomen. Hij noeml
de belijdenis, die de dichter in zijn
oeuvre mededeelt, van een zodanige
ernst, stoutmoedigheid en zuiverheid,
dat ze uniek is in de Vlaamse letteren.
Thans heeft Herwig Hensen zelf een
.ceuze gemaakt uit zijn verzen. Zij ver
scheen onder de titel „Naar het einde
toe versmalt de weg" bij J. M. Meulen-
hoff te Amsterdam als 45e deel in De
Ceder-reeks.
De dichter heeft uit al zijn bundels
geplukt en biedt aldus een voortreffe
lijk overzicht van zijn ganse oeuvre.
Voor wie niet in de gelegenheid is losse
bundels te kopen en toch op de hoogte
wil zijn van dit dichterschap biedt deze
bloemlezing een prachtige gelegenheid
tot kennismaking.
Zij opent met „Terzinen over de
dood". In deze eerste verzen is, zoals
herhaaldelijk werd aangetoond, de in
vloed van Karei van de Woestijne goed
merkbaar. Uiteraard zijn ook andere
invloeden aan te wijzen. Het werk van*
de dichter Herreman heeft hem zeker
niet onberoerd gelaten en ook van Rilke
heeft hij ongetwijfeld iets opgestoken,
terwijl een nadere bestudering waar
schijnlijk zou aantonen, dat ook de po-
ezie vain P. N. van Eyck hem niet
vreemd is. Het voornaamste is, dat Hen
sen tot een eigen filosofische houding
is gekomen, die hij met veel talent en
grote taalvaardigheid in zijn verzen tot
uitdrukking heeft gebracht. Misschien
is zijn werk hier en daar wat te ver
standelijk, wat van een mathematica1-
niet verwonderen mag, van de and err
kant heeft hij toch ook strofen geschre
ven die puur poëzie zijn, zoals in „Bin
ding":
Was daar de binding niet
hoe zou ik sterk zijn?
Was daar geen stem die tot mij
spreekt
geen hartwaar mijn hart om
verweekt,
wat zou mij doel of werk zijn?
En hoe zou ik mijn moeheid
overwinnen,
was daar de liefde niet, de lust,
de vrouwmijn vrouw, en,
ongeblust,
de brand van onze zinnen?
Ik ben. Ik word. En in mijn durvend
streven,
kan ik tenietgaan aan mijn hoogst
begrip;
naar vriend, uw handen vrouw
uw lip
nnden mij aan het leven.
Uit een gedicht als dit spreekt de
evensaanvaarding en ook de levens-
)lijheid, die geen plaats laten voor
pessimistische gedachten. Toch heeft
lensen zich ook voortdurend bezig ge
houden met de dood, o.a. in zijn herfst-
gedichiten en in die, welke hij wijdde
aan zijn vader, moeder en vrouw. Uit
de rijke inhoud van deze bloemlezing
noemen we nog de cyclus, die de rat
tenvanger van Hameln tot onderwerp
heeft. Van zijn interesse voor muziek
getuigen de verzen, die aan Mozart ge
wijd zijn.
Wie wil nagaan hoe de dichter evo
lueerde en aan oorspronkelijkheid won,
vergelijke „Gedicth voor mijn vrouw"
uit een der eerste bundels met het ge
lijknamig poëem uit „De Appelboom".
Laten we hopen, dat zijn hoogstaande
poëzie door middel van deze „Ceder"
wat nader tot het Nederlandse publiek
zal worden gebracht.
WILLEM v. d. VELDEN.