Broer Dirkx prolongeert zijn landstitel
BREDASE JUWELIER
ZET SCHOUDERS
ONDER ZWEMSPORT
Amerikaanse
hordenlopers
op eenzame
hoogte
Gebroeders
van Heugten
rukken op
De locomotiefstaöl sft/
Concurrentie neemt langzamerhand toe
19 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 26 JUNI 1965
Record
Nog sneller
Daarom
Dankbaar
Concurrentie
J. H v.d. Zwaan ontvangt Bredius medaille
Varese-West
Ham United 2-2
Onderscheiding
Zwempionier
Beste papieren
Vooruitgang
Reclame
WIMVAN EST: NOG „IN"
(Van onze atletiekmede werker)
Een goed genomen eerste horde
is een half gewonnen race... Dat
ontdekte men al in 1837, toen de
eerste hordenlopen gehouden wer
den op de sportterreinen van het
Eton college. In 1864 stond voor
de eerste maal een hordenloop óver
109,68 en 182,80 meter op het pro
gramma. C. N. Jackson werd de
eerste overwinnaar en recordhou
der. Hij liep bij een ontmoeting
tussen Oxford en Cambridge in
1865 een tijd van 17.2. Een jaar
later maakte hij er 16.00 sec. van.
Dit record hield het niet minder
dan 25 jaar uit tegen alle aan
vallen. De Amerikanen begonnen
heel wat later aan deze sport en
ze waren wat blij, toen ze in 1876
via Hitchcock tot 19 sec. kwamen.
Pas in 1890 kwamen er eindelijk
standaardhoogten voor de horden
en deze werden gesteld op 1.06 m.
maar alles bij elkaar bleef de con
structie gevaarlijk. Iemand die de
horde raakte, liep dikwijls ver
wondingen op, want het materiaal
was niet zo soepel en veerkrachtig
als tegenwoordig.
De grootste meester van de vorige
eeuw was de Engelsman Godfrey Shaw,
die vanaf 1891 tot 1896 het wereldrecord
110 m horden op 15.8 bracht en uitein
delijk door de Amerikaan Chase werd
overtroefd. Laatstgenoemde lied: 15.4 no
teren, een tijd die haast voor onmogelijk
werd gehouden.
Nu kwamen de Amerikanen snel op
zetten. Door dit resultaat aangemóedigd,
vonden ze het de gewoonste zaak van de
wereld dat zij nu het wereldrecord in
erfpacht gingen nemen. Een vreselijk
grote atleet met een merkwaardig
lange broek aan was de eerste die
met een gestrekt springbeen over de
horde ging en hiermee in 1898 in Chi
cago voor een nieuw wereldrecord zorg
de. 15.2. Het was Alvin Kraenzlein.
Zijn grootheid onderstreepte hij nog
eens duidelijk bij de Olympische Spelen
van 1900 door met niet minder dan vier
gouden medailles naar huis te gaan. In
Duitsland probeerde men de hordenloop
in te voeren bij de nationale turnfees-
ten van 1898, maar slaagde er voorlo
pig niet in de Amerikanen van.de troon
te stoten.
In 1908 triomfeerde in Londen een
zekere Forrest Smithson en zijn tijd van
15 seconden betekende een nieuw we
reldrecord. Vier jaar later zette Fred
Kelly en drie van zijn landgenoten de
reeks van Amerikaanse overwinningen
voort bij wedstrijden in Stockholm,
want zij legden beslag op de vier eerste
plaatsen.
Tommy Thomson, een Canadees, vond in
1916 de zogenaamde dubbele - arm -
stijl uit, hetgeen wil zeggen dat men
bij het overgaan van de horde beide ar
men naar voren houdt Deze grote 1.90
m lange reus liep destijds de 120 yards
in 15 sec. Hij zag zelfs kans om in mei
1920 te Philadelphia een tijd van 14.4 te
maken en bleef elf jaar lang houder van
dit wereldrecord.
Men zou aannemen, dat de Amerika
nen van deze Canadees wel het een en
ander geleerd hadden, maar ineens
kwamen er bij de horden-specialisten
ook Europeanen. Met veel geluk vero
verde Dan Kensey ln 1924 bij de Spelen
van Parijs de gouden medaille. De Zuid
afrikaan Sidney Atkinson lag aan de
leiding, maar struikelde vlak voor de
laatste horde en kon daarna zijn ritme
niet meer te pakken krijgen.
Van de Europeanen die daarna een
belangrijke rol speelden, waren Hein-
rich ,,Heiner" Troszbach (Duitsland),
Pelle Petterson (Zweden) en diens 20-
jarige landgenoot Eric Wennström wel
dp voornaamste. Laatstgenoemde brak
met een tjjd van 14.4 op de 110 meter
horden het oude yard-record van de
Canadees Thomson. Dat gebeurde op 25
augustus 1929.
In 1931 werd deze tijd verbeterd door
de Amerikaanse atleet Percey Beard
(14.2). Hij was de grote favoriet voor
Los Angeles, doch struikelde bij de
zesde horde en zijn Olympische droom
was voorbij. Bij deze spelen meldde zich
voor het eerst de Engelsman Donald
Finley, die brons in de wacht sleepte.
Gedurende 20 jaar bleef hij onder de
15 sec. en in 1949 liep hij als 40-jarige
nog een tijd van 14.4.
In 1936 behaalde hij in Berlijn een
zilveren medaille en in 1948 was hij er
in Londen ook nog bij, zij het om de
Olympische eed af te leggen. Enige we
ken daarvoor 19 juni 1936 had hij
het wereldrecord op 14.1 gebracht.
Daarna vroeg men zich af wie er kans
zou zien om als eerste ter wereld onder
de 14 sec. te blijven. Het werd de bril
jante Amerikaanse atleet Forest Towns,
die in 1936 na de Spelen in Berlijn te
~kl° een tijd van 13.7 liet noteren. De
tvT nam de van ^eze verrichting
beslag en het duurde twee jaar eer
net record durfde erkennen.
bet kon nóg sneller, want in
Melbourne liep de slanke Amerikaan
r* v Davies als eerste mens de 110 me-
,er borden in 13.3 Jammer dat er geen
windmeter was, want na veel geharre
war werd men het tenslotte eens over
"ntüd van 13.4
Thans wordt de 110 meter horden ge
lopen in 13.2, welke fantastische tijd
werd verwezenlijkt door Martin Louer
/Duitsland) en Lee Calhoun (VS). In
lokio bleek de 13.8 van de Amerikaan
se negeratleet Hayes Jones goed voor
«oud. Hij gaf de Duitser Martin Louer,
me waarschijnlijk zijn laatste grote race
liep, geen schijn van kans. Met Lóuer,
<iie vierde werd en verschillende malen
had, is het nu wel
aigeiopen. Zijn Europese opvolger op de
Micfaaüot h°rden Is de Rus Anatoly
ST.-WILLEBRORD. De locomotief staat stil en het ijzer
is oud. Wim van Est stopte niet wielrennen. Het ging niet
meer. De verdiensten Hepen terug en enkele maanden gele
den vierde liij uitbundig met zijn gezin de tweeënveertigste
verjaardag. Een leeftijd waarop je het wat kalmer aan moet
gaan doen. Met moeite liet Wim van Est aan liet begin van dit
seizoen zijn race-kar staan en begon het ding langzaam, van voor
naar achter, in te vetten. Bang dat hij tegen alle bedoelingen
in zijn carrière toch niet zou afbreken, fietste de Willebrorder
geen nieter. Zelfs trainingsritten ontbraken op het schema.
Hij wilde het strijdtoneel verlaten zoals hij gekomen was: als
een vinnige coureur die zijn prijs kon rijden. Afgelopen jaar
nog waren er dat achtenvijtig. Zó te vertrekken prefereerde
hij boven een afgang als fietsend wrak. Daarom zette Willem
een grote punt achter het laatste verslag in zijn plakboek. Hij trok er enkele forse strepen on
der en sloeg een bladzijde over. De nog lege vellen zijn bestemd voor foto's van de gepen
sioneerde wielrenner Wim van Est die een contract bij de KRO heeft en 's zondags op kermis.-
koersen bekers gaat uitreiken. Het levert hem enkele tientjes per keer op, maar Willem doet
het niet voor dat geld. Centen verdiende hij genoeg met wielrennen. Er werd een aardig huis
van gebouwd en momenteel werkt hij met zo'n negen man personeel in Drente. Mos steken.
Neen, als het erop aankomt kan
afdaling van de Aubisque (zeven
tig meter diep) moest ijzeren Wil
lem in het ziekenhuis worden op
genomen.
neemt Wim van Est tegenwoordig
zijn grasmaaimachine ter hand.
Daar heeft hij nu tijd voor.
hij die guldens best missen. Maar'
och, het is meegenomen en zijn
leven in het vak dat hem zoveel
vreugde en verdriet schonk gaat,
op iets bescheidener schaal dan,
door. Wim van Est vindt het heer
lijk. Dat erbij zijn zou hij nooit
willen missen.
..Wielrennen heeft voor mij teveel be
tekend om er zo maar tussenuit te
gaan". Met belangstelling volgt hij nu
jonge renners en geeft ze advies.
Zondags op de koers, waar zijn ver
schijning evenveel enthousiasme teweeg
brengt als een formidabele sprint van
de wedstrijd. „Ik ben populair", zegt hij
en is zo eerlijk om erbij te vertellen
dat bijzonder leuk te vinden. Het voor
hem opgespaarde applaus ontvangt hij
met de grootste dank en kinderen die
om een handtekening vragen maken
van Willem van Est een gelukkig man.
Zoals ook de brieven die nu nog regel
matig uit het buitenland komen en sme
ken om een gesigneerde foto. Of reacties
van mensen die aan een stoplicht hun
auto naast zijn auto zetten. ,,Je ziet
ze dan elkaar aanstoten en naar me wij
zen. Als ik duidelijk in hun richting kijk
zwaaien ze'. Zo van: ha die Willem, ter
wijl ik de beste mensen helemaal niet
ken." Het doet Van Est goed.
Hij gelooft die populariteit te danken
te hebben aan het feit dat hij altijd van
het standpunt is uitgegaan dat betalend
publiek waar voor de dure centen moet
hebben, ..Mensen die hun geld neertel
len om jou bezig te zien verdienen dat
je er iets voor doet."
Het knokken en vechten in de wedstrijd
dreven Wim van Est naar een hoogte
punt der bekendheid. Zijn successen
spraken aan. Zes keer fietste hij de
Ronde van Frankrijk, de laatste in 1961.
Het vaderland raakte door het dolle
heen toen Wimme zijn eerste Tour (1951)
begon met veroveren van de gele
trui. Het vaderland leefde ook intens
mee toen diezelfde Wimme de dag daar
op bij de afdaling van de Aubisaue tien
tallen meters diep^ in het ravijn stort
te. „Hij zat", schreef een collega toen,
„als 'n gele boterbloem tussen het
groen." De man, wiens hart stil had
gestaan maar wiens horloge nog drif
tig tikte, kreeg een onvergetelijke thuis
komst. Niet minder dan driemaal triom
feerde het Willebrordse stuk wilskracht
Bordeaux-Parijs, 's werelds meest
afmattende klassieker. Wim van Est
werd ook Nederlands kampioen op de
weg (1955). Och, het is eigenlijk allte-
maal teveel om op te noemen. De suc
cessen schakelden zich aaneen tot 'n res
pectabel snoer. Overwinningen, zo spec
taculair en boeiend dat zelfs de nlet-
wielerfan in verrukking raakte. En op
zoiets terug te kunnen blikken, nu nog
de dank van dat publiek te mogen er
varen, moet voor Wim van Est inder
daad een geweldige ervaring zijn. Hij
had graag officieel afscheid genomen
van, zoals hij het noemt „mijn men
sen". Het is er gewoon niet van geko
men. „Je krijgt zoveel vrienden en rela
ties. Het, einde van mijn loopbaan kwam
eigenlijk nog wat onverwacht. Hoe moet
je dan zo'n afscheid aanpakken. Ga
ik 'n laatste toernee maken dan zit ik
nog een jaaf of meer op de fiets."
Wim van Est zei het actieve bestaan
in de wielersport vaarwel. Hij is bij
zonder dankbaar om alles wat dit har
de beroep hem geschonken heeft. Zijn
tijd als coureur was. zo zegt hij, een
overgetelijke. Het vak bracht hem maat
schappelijk een eind omhoog In de wie-
Ierverslagen zal men nooit meer de
naam van Wim van Est tegenkomen.
De locomotief staat stil en het ijzer
werd wat oud...
Nu al is zijn wielerleven een legende
en bij alles wat er nog geschreven gaat
en moet worden over succesvolle Ne
derlandse renners zal zijn naam niet
ontbreken. De details van dit boeiende
leven, draagt Wim van Est als een
kostbare herinnering bij zich.
PETER HEERKENS
Wim kan niet stil zitten. Of
schoon hij gemakkelijk van zijn
geld zou kunnen leven wil hij nog
werken. Nog iets om handen heb
ben. Daarom kweekt hij denne-
bomen en steekt mos.
(Van onze motorsportmedewerker)
Na vier van de vyf voor het kampioenschap van Nederland in aan
merking komende wedstrijden heeft Broer Dirkx reeds opnieuw beslag
gelegd op de titel. Hij mag zich dus voor de zoveelste maal kampioen
van Nederland noemen. Voor Broer wordt het langzamerhand een
routine-kwestie. Nog steeds is de kolos uit Valkenswaard een klasse
apart en reeds in het begin van het seizoen bewees hij nog steeds met
de toprijders van de wereld mee te kunnen.
Toch is het verheugend dat vooral de
laatste weken ook de jongere rijders
van zich laten horen. Rudie Boom be
hoort wel niet direct tot de jongsten
maar zijn klasse groeide dit jaar naar
het hoogtepunt en hij is nu bijna de
gelijke van Dirkx. Verder stappen de
vele gebroeders Van Heugten uit Amers
foort de laatste tijd met rasse schreden
naar de top Zowel in de lichte als in
de zware klasse zullen zij de komende
jarem een grote rol spelen om nog
maar niet over de driewielers te praten.
Gelukkig dat ©r nu eindellijk concurren
tie komt voor Dirkx. Hy heeft al zolang
op eenzame hoogte gestaan dat het zo
wel voor hem als voor het publiek min
of meer vervelend begon te worden.
Dirkx kan nog best enkele jaren aan de
top biyven, maar de tijd dat hij met kop
en schouders althans figuurlik boven de
rest uitstak is voorbij.
Langzamerhand klimmen de
gebroeders Van Heugten omhoog
op de „cross-ladder". Broer Dirkx
zal moeten vechten wil hij zijn lei
derspositie behouden.
MIAMI, Florida (UPI) Wereldkam
pioen zwaargewicht Cassius Clay vraagt
annulering van zijn huwelijk met een 26-
jarige mannequin uit Chicago omdat zy
niet haar belofte heeft gehouden hem in
bet mohammedaans geloof te volgens. Het
huwelijk is vorig jaar juli gesloten.
NEW YORK (UPI) Het Italiaanse
elftal van Varese heeft woensdagavond
in New York zijn kans op een kampioen
schap in de eerste sectie van de inter
nationale voetbalbond verspeeld, door
met West Ham United, Engeland 2-2 ge
lijk te spelen.
Alle doelpunten werden in de eerste
speelhelft gentaakt.
(Van onze sportredactie)
BREDA Figuren zoals de heer
J. F. van der Zwaan, juwelier en
„zwemmaniak uit Breda, zijn
tegenwoordig met een lantaarntje
te zoeken. Klein, energiek naar
mate de eenenzeventig jaren vor
derden vergrijsd, staat hij met
allebei zijn benen nog midden in
het leven. En speciaal in de zwem-
wereld. Tal van functies bekleedde
en bekleedt hij (nu nog) in de
KNZB. Ere-official, ere-lid, lid,
consul commissaris, bestuurslid.
Te veel om op te noemen. Zelfs
speelt deze Brabantse veteraan
enkele malen per jaar met zoals
hij het betitelt „een stelletje oude
mannen" nog een partijtje water
polo. „Ze ontzien me dan wel. Ik
word een keertje minder dan de
anderen ondergeduwd."
Deze Bredase juwelier nu is door de
Amsterdamse Zwemclub waardig bevon
den de Bredius-mediaille te dragen. Een
medaille waarvan de Amsterdamse ver
eniging zegt dat het de hoogste onder
scheiding in de Nederlandse zwemw-e-
reld is. Dat ontkent echter de heer J.
P. van dei- Zwaan ten stelligste. „De
Bredius-medaille is in waarde gedaald.
Een bewijs daarvan is het feit dat deze
onderscheiding niet meer zoals de
„Moeder Triebelsbeker" in de bondsver
gadering wordt uitgereikt."
Dat wil niet zeggen dat Van der Zwaan
niet biy is met deze onderscheiding,
maar hy probeert xijn verdiensten voor
het zwemmen ln het algemeen en de
Brabantse zwemsport in het byzonder
wat te kleineren. „Ach", zegt hy met
een glimlach die zyn mondhoeken doet
omkrullen, „als je vUfenveertig jaar in
de bond zit dan wll me» wat doen.
Vroeger reikte men deze medaille uit
aan leden die vyftlg jaar hun krachten
aan de bond schonken, maar die zyn
er niet meer."
Overigens schijn<t men in de zwembond
minder zuinig te worden op mensen, die
tientallen jaren hun beste krachten voor
de goede zaak gaven Een voorbeeld?
Mevrouw Van der Zwaan, die gedurende
meer dan vierentwintig jaar de Bredase
club Surae trainde. Een betaalde trai
ner verdrong haar. Het was absoluut
„onmogelijk" om de trainster het laatste
half jaar, dat haar scheidde van de vijf
entwintig te laten vol maken. Haar man
spreekt tamelijk lakoniek „over deze op
z'n zachtst gezegd onhoffelijke bejege
ning. Het is een van de vele teleurstel
lingen. die hij moest slikken in de vijf
enveertig jaar dat hij bestuursfuncties
bezette in de Koninklijke Nederlandse
Zwembond.
Er ls Vffl gebeurd sinds de tUd dat
HU overtuigd raakte van de noodzaak
mensen het zwemmen bl| te brengen.
Dat w«s In de oorlog 1914 - 1918 („WIJ
hielden toen de Duitsers bulten Neder
land. die militairen van veertig gelukte
het minder Roed De meeste van de
Jongens die in die tUd onder de wapenen
werden geroepen beheersten de zwem
kunst "'et- Van der Zwaan entte toen
zifn liefde voor gymnastiek en atletiek
over op het zwemmen. Hij organiseerde
wedstrijden in het toenmalige bad Boei-
mecr en raakte weldra geheel en a| ver
strikt in de tentakels van de zwemde-
mon. Reeds ln 1920 werd h(j afgevaar
digd naar de hondsvergadering,
Vijfenveertig jaren scheiden ons nu
van die eerste vergadering. Jaren waar
in de Bredase juwelier zijn schouders
heef, gezet onder tal van zaken Met als
gevolg de m§est fantastische resultaten.
Een van zijn paradepaardjes is wel het
diplomazwemmen. Hij kan het aanto-
De heer Ven der Zwaan.
non met exacte cijfers. „In 1952: 1050
geslaagden voor het zwemdiploma. In
1962: 4500 geslaagden. In 1963 9500. En
tenslotte in 1964: 18800." Een recordaan
tal, waarnaar vele gewesten met jaloer
se ogen kijken. Op nog andere zwem-
vla-kken steekt Brabant de overige pro
vincies verre de loef af. Wist u bijvoor
beeld dat er bijna iedere week in Brabant
een zwembad wordt geopend?
En dat op de recordlijsten steeds meer
Brabanders voorkomen?
Vrijdagmiddag werd nu aan deze
Brabantse zwempionier, die in al deze
resultaten een groot aandeel had een
medaille uitgereikt. De tweede, want
verleden jaar ontving hij reeds de „Vut
Armbrust Trofee". Een onderscheiding
waar Van der Zwaan zo mogelijk nog
blijer mee is dan de Brediusmedaille.
Al vraagt hij zich wel af met welke on
derscheiding men hem op zijn vijftig ja
rig jubileum zal bedenken. Want aan
afscheid nemen denkt deze zwemmer
in hart en nieren nog lang niet
De laatste nog te verrijden cross voor
het kampioenschap is dus nog alleen
belangrijk voor de bezetting van de
tweede en volgende plaatsen. In de 250
cc klasse wordt de strijd om het lands
kampioenschap beheerst door twee ren
ners n.l. Ton van Heugten en W. Plötz.
Met nog een wedstrijd te rijden heeft
Van Heugten de leiding met 74 punten.
Hij wordt gevolgd door Plötz met 70
punten. Als derde volgt Rudie Boom
maar hij verzamelde maar 57 punten
zodat hij voor de titel niet meer in aan
merking komt
Tón van Heugten heeft de beste pa
pleren want ook al zou hy in de laatste
wedstryd te Eenrnm op 22 augustus
niet uit ryden, dan nog kan alleen de
overwinning Plötz aan de kampioenstitel
helpen en dat wordt een zware opgave.
De stand van de eerste vüf in beide
klassen is als volgt:
500 cc: 1 Broer Dirkx (kampioen 1965)
78 punten: 2 Piet Dirkx 57 punten: 3
Heyboer 55 punten; 4 R. Boom 38 pnt.;
5 S. Schram 36 pnt.
250 cc: 1 T. van Heugten 74 punten;
2 W Plötz 70 pnt.; 3 R. Boom 57 pnt.;
4 J.'Lammers 54 pnt.; 5 G. Buehre 49 p.
Zoals uit de verslagen van de Pink
stercross te Stenefce blijkt hebben de
Nederlandse junioren daar een bijzon
der goede beurt gemaakt. De beste Bel
gische junioren werden daar geklopt
door onze landgenoten Suyker en Ten
Thye die werkelijk te sterk waren voor
onze zuiderburen. Zij hebben daar be
wezen dat de vooruitgang van onze rij
ders over de gehele lijn merkbaar is en
dit houdt de mogelijkheid in dat de
sportcommissie van de K.N.M.V. wel
licht spoedig een aantal junioren kan
promoveren naar de senioren. Het is dan
niet uitgesloten dat we volgend seizoen
de drie klassen krijgen waarvoor we zo
vaak een lans hebben gebroken. De in
deling zal dan zijn zoals in andere lan
den waar men reeds jaren de indeling
in drie groepen nl. internationalen, se
nioren en junioren kent.
Vooral de kampioenswedstrijden zul
len er zeker wel bij varen en meer aan
belang stelling winnen bij iedereen.
Zoals men weet werd er in meerdere
dagbladen een protest geuit tegen het
niet aan de start komen van vele aan
gekondigde sterren in de Internationale
cross te Veldhoven op 13 juni. De orga
nisator had een deelnemersiyst aange
kondigd waarvan men een topwedstryd
kon verwachten. Het bleef echter by
aankondigen want behalve enkele Bel
gen en onze eigen jongens was er niet
veel in Veldhoven. Op de deelnemers
iyst stond Jeff Smith als wereldkampi
oen.
De organisator moet geweten hebben
dat Smith niet kwam. Het is zelfs de
vraag of hij ooit contact met hem
heeft gehad want in Steneke vertelde
de wereldkampioen mij dat hij in geen
geval in Veldhoven reed en dit ook nooit
had toegezegd omdat hij maanden ge
leden al een contract getekend had voor
een cross in Engeland. Ook de aange
kondigde Russen ontbraken evenals de
Zweden en Spanjaarden. Men schermde
met de naam Tibblin terwijl men wist
dat op dezelfde dag een kampioenswed
strijd werd verreden in Zweden. Ieder
een weet dat dan geen Zweedse inters
het land uit mogen en dit wisten de
organisators van Veldhoven even goed.