TTim
miEm&inE
PREMSELAfl
HAMBURGER
mensen en muzen
Parijse studenten
van de Beaux Arts vertonen hun schone kunsten
Salvador Dali
in zijn geboorteland niet gezien
„INTERMEDIAIR"
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 MEI 1965
.1 I 1
ersoonliike leningen van
250,- tot en met i 8.000,-
Zonneoord 4 Den Haag
Telefoon 070 - 665779
I
telefoon 749
01100-6210
De doden alleen zijn herkenbaar.
Naast de nette kerk onder strak-
geharkt grint liggen zij onaantastbaar
verrot op hun dooie gemak.
Rechtop en een handbreedte hoger
gaan de levenden door met gebeuren
in eikaars metende ogen,
zij moeten door alle deuren
nog ingaan tot alle kamers.
Slaapkamer. Bed. Korte dood
gestorven op eikaars bloot
gegeven lieve lichamen.
Huiskamer. Achter vitrage
speelt zich af het weinige
van levenden herkenbare:
mondstand en gebaren,
theeschenken, eten samen,
of doen alsof. Om eindelijk
in de laatste kamer alleen
te worden en onaantastbaar,
dichtgedaan, dode, herkenbaar
elk aan zijn eigen steen.
Willem van Toorn.
De schilder en zijn vrouw Gala.
1 toch...
sen over de keien. Alles oprapen,
niets weggooien, want dat is prachtig
brandhout voor straks. Benig!
daar dondert het snarenbord tegen de
straat. Onderuit! Doen ze het nog, die
hailf geknapte en nog half gespannen
snaren? Een student in bloot bovenlijf,
al rood van de voorjaarszon, grijpt
een hamer en beukt het geraamte aan
diggelen. Een laatste snik van een
snaar en de piano is er geweest. Sic
transit. Naar de brandstapel! Want
dat wordt tegen tienen het hoogtepunt.
Anderen staan levensgevaarlijk op
wiebelende ladders om de praalwagens
van boven tot beneden vol te klodde
ren. De omstanders op de kade moe
ten daar vooral niet met zondagse kle
ren komen, want gepenseeld wordt er
niet bepaald. Begijntjes moeten maar
snel doorlopen en recht voor zich uit
blijven kijken, want de spreuken, die
op de wagens worden geschilderd, zijn
geen salontaai en niet alle meege
sjouwde mannequins, ergens van de
Marché aux Pu ces vandaan gehaald
zitten netjes in de kleren. Dat kan al
lemaal in Parijs. Het is maar beter,
schrijvende voor een Nederlands pu
bliek, dat wij daarover niet in bijzon
derheden treden.
Tien uur, óp de binnenplaats van de
Beaux Arts, begint de pret pas goed.
Wie daar wat tegen zijn buurman wil
zeggen, moet in zijn oren staan
schreeuwen. De gein is niet alleen de
potsierlijk opgetuigde wagen, die er
heen wordt gestuwd, maar het vuur
werk en de donderbussen, die er in
behoorlijk© hoeveelheid in zijn opge
stapeld. Dat wordt op die binnen
plaats een enorme knalpartij. Waigen
voor wagen begint vuur uit te bra
ken. De bedoeling is, dat de wagen zo
lang mogelijk leeft, want tegen elven
komt de jury voor de prijzen. De mees
te wagens zijn er dan al niet meer,
want als het vuurwerk gaat donderen
en spetteren, vatten de latjes, het doek
en het papier gemakkelijk vlam. De
hitte en de onvoorstelbare vonkenre
gen, tientallen meters hoog in de lucht,
is zo groot, dat de mensenmassa ach
teruit wijkt. Voetzoekers, donderbus
sen en vuurpijlen knallen en sissen
door de lucht, boven en midden on
der het publiek Het lijkt levens gevaar
lijk en toch vermelden de volgende
ochtend de kranten niet één ongeluk
Tata, ta-ta, ta-ta, gillen de brand
weerauto's, want die staan voor alle
zekerheid in de buurt. In de ateliers
op de bovenverdiepingen zijn de gar-
diens met de brandspuit op hun post,
omdat men nooit kan weten, waar zo'n
sliert vuur terechtkomt. Wat de fan
fares staan te blazen, geen sterveling
weet het en waarschijnlijk weten de
jongens het zelf ook niet. Ze blazen
maar en nemen het tegen de voetzoe
kers moedig op. Ergens in een hoek,
op een latjestoneel, wordt onder Ben
gaals vuur gedanst. Men houdt zijn hart
in het lijf vast, dat het gevaarte om
kiepert. De spuitgasten van de brand
weer blussen met een zeldzaam ple
zier. Er valt veel water op de knette
rende mannequins hoog in de lucht,
maar ook het publiek krijgt zijn por
tie ruimschoots.
En als dan, zo tegen middernacht,
de fik is uitgebrand en het op de bin
nenplaats niet meer te harden is van
de stank van smeulende autobanden,
gaan de wagens, of wat er nog van
over is, in draf naar het Panthéon.
Wie er het eerst is? Hoe lang het feest
daar nog heeft geduurd kunnen we
niet zeggen, want we zakten zó door
dö knieën van moeheid, dat we in de
studentenkroeg La Palette schreeuw
den om een Beaujolais. Dat was lafe
nis! In de kelder stond gelukkig meer
dan één vat.
De brandweer reed ons voorbij.
Ta-ta, ta-ta, ta-ta.
(Van onze correspondent)
Als Spanje, vergeleken bij andere
landen ergens in uitblinkt, dan is het
wel op het gebied van de schilder
kunst en de architectuur. Vele inter
nationaal bekende schilders zijn Span-
i jaarden in hart en nieren. Dali, Pi
casso, Miró en Gris hebben zich een
onbetwistbare eerste plaats weten te
veroveren, zodat nu hun werken af
gevaardigd zijn naar de wereldtentoon
stelling. Spanje telt bovendien nog ze
ker een honderdtal andere uitstekende
schilders, waarvan er ettelijke even-
veel voor een doek ontvangen als bij-
j voorbeeld Buffet: 6000 gulden.
j De zeker origineelste, meest buiten
sporige en buitenissige kunstenaar van
allemaal, die tevens het meeste ver-
dient, is Dali. Hij is een eigenaardig
1 mens van wie men zich altijd af
vraagt, wanneer hij ernstig is en wan
neer hij komedie speelt, of tot in hoe
verre zijn schizofrenie, zijn eigenwaan
en zucht tot zelfverheerlijking voorge-
(Advertentie)
wend zijn. Dat de Spanjaarden trots
van aard zijn, is bekend. Maar bij
het „verschijnsel Dali" weet niemand,
of hij iedereen voor de gek houdt, of
dat hij de spot met zichzelf drijft
Want bij deze Catalaanse artiest is
alles mogelijk. Aldus was het geval bij
de openingen van een expositie in To
kio, of toen hij het verkeer op de
Fifth Avenue te New York verlamde.
Zo ook nam hij twee maanden lang
het Louvre in beslag, of zorgde voor
een enorm schandaal in Venetië met
een „Daliaanse" verrassing op open-
of balletgebied.
In Spanje vergeeft men hem alles.
Van zijn uitpuilende ogen, zijn met
Arabische gom opgelakte snor en zijn
gouden colbertje tot aan zijn meest
paradoxale verklaringen aan de we
reldpers, die soms ernstig om een psy
chiater roepen. Hij is bevriend met
staatshoofden, verbannen koningen en
ambassadeurs. Tot zijn cliënten beho
ren de Krupps, Rotschilds, Fords, Ibn
Saoed, Indiase maharadja's, de herto
gin van Windsor e.a. Overal waar de
dollars voor het grijpen liggen, kan
men er zeker van zijn, een spoor van
Dali te vinden.
*s Zomers houdt hij zich schuil in
Port Lligat van Cadaqués, een klein
dorpje aan de Costa Brava dat door
zijn aanwezigheid veranderd is in een
belangrijk toeristenoord. Duizenden
buitenlandse toeristen maken een om
weg om de „onsterfelijke" te zien, al
is het maar op een afstandje en door
een verrekijker.
Dali „reageert" altijd goed op het
publiek: bij tijd en wijle laat hij zich
in de raarste houdingen fotograferen,
terwijl hij „meesterwerken schildert"
door middel van hagelschoten uit een
pistool, door zijn vrouw op blote voe
ten op een doek te laten dansen, of
door met levende inktvissen te opere
ren. Zo'n „originaliteit" met de naam
Dali erop is een vorstelijk geschenk:
altijd is er onmiddellijk iemand be
reid daarvoor 100.000 peseta's te be
talen. En wat denkt don Salvador zelf
van zo'n „grap"? Dat de wereld gek
is, of dat de Gran Salvador een genie
is.
Niet altijd echter ziet men alles van
hem door de vingers. Een enkele keer
wordt het publiek zijn grenzeloze drang
tot excentriciteiten beu en voelt het
zich vernederd door de agressieve hu
mor van de Catalaan. Dan fluit men
hem eens flink uit, zoals geschiedde
op het festival van Venetië bij het
aanschouwen van de speciale decors
van Dali. „Och, mijn claque werkte
die dag niet", legde Dali later uit.
„Ze fluiten me trouwens uit jaloezie
uit, omdat ik méér miljoenen verdien
dan Saoed van Arabië. Ik ben de beste
public-relations-officer voor mezelf,
die er maar bestaat", verklaarde Dali
trots toen de Spaanse regering hem
een onderscheiding verleende. „En
dat komt doordat ik een genie ben,
al lijk ik daar dan niet altijd op."
Ongetwijfeld is Dali de bestbetaal-
de kunstenaar ter wereld. Zijn „Chris
tus aan het Kruis", een Christus van
boven naar beneden gezien, werd door
The British Museum aangekocht voor
de verbijsterende som van 70.000 En-
gele ponden. Toen hij de cheque inde,
bekende Dali onbeschaamd, dat dit
werk hem twee maanden tijds voor
het bedenken had gekost en slechts
twee weken om het uit te werken.
Op zekere dag schilderde hij .en
schatrijke Newyorkse dame. Hij beeld
de haar uit „zoals hij haar zag": een
vrouw met horens! Toen de lady wei
gerde de som van 200.000 dollar ervoor
te betalen, stelde de Amerikaanse
rechtbank Dali in het gelijk, wamt
„het kunstzinnige genie mag niet be
perkt worden in zijn inspiratie en de
betrokken dame had van te voren de
prijs en de kunststijl overeen moeten
komen."
Een zijner recente doeken is „De
apotheose van de Dollar." De prota
gonisten ervan zijn Praxiteles en Her
mes, de god van de handel en een
cascade van vloeibaar goud. In cijfers
staat erop „12000$". Het nummer 12
is Pytagorisch, beweert Dali: „Is dat
soms de prijs die het doek moet op
brengen?" vroeg iemand hem. „O
neen, het zal véél meer kosten. Want
een door Dali geschilderde dollar is
veel méér waard dan een echte dol
lar..."
El Gran Salvador heeft ook pas een
boek geschreven. „Het geheime leven
van Dali". Daarvan zal een Italiaan
se filmdirecteur een rolprent maken,
met de Amerikaan Wirghams als de
puber Dali en Dali zelf als Spanjes
hedendaagse pronkartiest. Dali be
schouwt zichzelf als onsterfelijk. „Ik
geloof in de onsterfelijkheid, want Dali
zal altijd leven."
Wellicht is de allerbeste prestatie
van Dali zijn recente illustratie van
Cervantes' werk „El ingeniosos Hidal
go Don Quijote de la Mancha", een
figuur overigens waarmee Dali zich
graag vereenzelvigt. Hij heeft er dui
zend tekeningen voor gemaakt. Het
werk zal uitgegeven worden in de
vorm van zestig afleveringen van een
fraai opgemaakt weekblad. De prijs
van elk exemplaar zal 40 peseta's be
dragen.
In alle museums ter wereld hangen
doeken van Dali. Behalve in het Ma-
drileense Prado. waarvan de huidige
directie beslist weigert, de brutale
buitensporigheden van de geniale land
genoot op te hangen. Om dit feit te
verzachten, en het „onbegrip" van dit
gezaghebbende museum ietwat teniet
te doen, heeft men in een nationale
enquete de Catalaanse schertsfiguur
tot de „populairste en oorspronkelijk
ste man" van 1964 in Spanje verko
zen. O zo! Want Dali blijft altijd...
Dali.
Korte reizen, langere vakantie,
matige prijzen.
Heerlijk strandgenot - Het Festival van België met schitterende kunstmanifestaties
(toneel en muziek) - België, Eldorado voor de fijnproevers - Stavelot, modelstad
voor cultureel toerisme - 150e Herdenking van de Slag bij Waterloo (1815-1965)
- De onvolprezen Ardennen - België: ideaal oord voor de ruitersport.
GRATIS VERKRIJGBAAR:
Hotelgids 1965 Nieuwe brochures Ardennen - Maas, Kunststeden,
badplaatsen, schilderachtige streken, folklore Camping-Caravanning
(nieuwe lijst der terreinen) Brochure Vakantie voor Allen (adressen
van ruim 200 pensions met schappelijke prijzen) Kalender der Merk
waardige Gebeurtenissen.
Voor een vakantie die verkwikt is België het meeat geschikt.
Inlichtingen en documentatie: bij uw Reisbureau of het Nationaal Belgisch
Verkeersbureau, Leidseplein 7, Amsterdam. (Telefoon 020 - 24 5959).
ROTTERDAM, WEENA 10 (HILTON HOTEL)
AMSTERDAM, ROKIN 120 EN APOLLOLAAN 138 CHILTON HOTEL)
(Van onze correspondent)
„Men kwam toch wel dansen al is
het niet met de bruid" zegt de volks
mond. Dat zeggen ook de Parijse stu
denten van de Beaux Arts, die zo pas
hun daverend voorjaarsfeest achter
de rug hebben. Dat feest valt als re
gel na Pasen, als de bedevaartstocht
naar Chartres achter de rug is.
Voor zo'n feest, waaraan alle ate
liers van de Beaux Arts meedoen, de
schilders, de beeldhouwers, de glaze
niers, dè tekenaars, de decorateurs,
komt heel wat kijken. De hele binnen
stad met tienduizenden mensen komt
er aan te pas. Toch mag zo'n feest
niet veel kosten, want de meeste jon
gens- en meisjestudenten zijn maar
arme drommels, die zonder steun van
vader of moeder hun eigen boontjes
moeten doppen.
De voorbereidingen beginnen al we
ken teivoren. De ideeën, waaraan het
bij deze actieve jeugd niet ontbreekt,
worden uitgewerkt op de Seinekade bij
de Pont Neuf, niet ver van de Notre
Dame. Tegen een uur of twee, bijna
altijd met mooi weer dit jaar 12
mei is ieder atelier bezig met het
maken van een. praalwagen. Praalwa
gen excusez le mot. Dat is veel
gezegd. Het is maar licht spul, niet
veel meer dan dunne latjes, bespan
nen met papier of doek en vanzelf
sprekend uitbundig beschilderd, dat
op het onderstel van een auto wordt
getimmerd. Ook dat onderstel mag
niets kosten. Het wordt van een of
ander autokerkhof vandaan gesleept.
Als het geval nog maar. rijdt. De rest
komt er niet op aan. Versleten auto
banden zijn er zat in Parijs. En een
collega-student met gevoel voor tech
niek frunnikt wel zo, dat er weer een
stuur op komt.
Een lang leven is de praalwagen
niet beschoren. Alles wat kan bran
den en knetteren wordt er in gestopt.
Studenten komen aandragen met lap
pen kippegaas, dat het een of andere
magazijn voor het feest graag heeft
afgestaan. Van dat gaas worden grote
ballen gemaakt, opgevuld met papier.
Hoe meer papier hoe liever. Men
staat verbaasd wat men met zo'n stuk
kippegaas, rond of vierkant geknipt,
kan doen, vooral wanneer men er aan
de buitenkant gekleurd vloeipapier in
frommelt. Dat kan men aan de de
corateurs overlaten.
Vroeger, toen het verkeer in Parijs
nog niet zo denderend was, zette de
dwaze stoet zich al tegen een uur of
vier in beweging. De praalwagens wa
ren soms wel vijfentwintig meter hoog.
De figuren of symbolen werden van
de grond af in evenwicht gehouden
met lange Lijnen. Tegenwoordig mag
dat niet meer, want tegen zessen be
gint langs de kade het spitsuur. Een
hele kade kan men niet zo maar af
zetten en voor het verkeer sluiten. Dit
jaar werden de Rue Bonaparte en de
Rue de Seine afgezet en zo ging het
in optocht naar de grote binnenplaats
van de Beaux Arts. Met duizenden,
duizenden mensen op straat en voor de
ramen.
Wat is daar, die middag, voor het
zo ver is, gezwoegd! Om te beginnen
heeft ieder atelier een eigen fanfare.
Fanfare ook veel gezegd. De in
strumenten zijn ergens vandaan bij el
kaar geflanst: trompetten, gitaren, een
piano, trommels en hier en daar een
klarinet of een tamboerijn. De piano,
waar lang geleden douairières Bach
of Beethoven op hebben gestudeerd,
leeft niet lang. Waar dat gammele
instrument vandaan komt, de hemel
mag het weten. Als een ter dood ver
oordeelde bij het blok staat hij er,
langs de Seine. De pure lol is het
wrak zo gauw mogelijk in elkaar te
hengsten en daar is niet veel voor no
dig. Beng! daar rollen de toet-
De pianoharp s/Iaat kletterend tegen de
grond
Jonge kunstschilders leggen de laatste
hand aan hun wagen.
mmm
juweliers-antiquairs anno 1823
(Advertentie)
zaterdags gesloten 's zondags geopend
Onze fraaie
collectie
juwelen en zilver,
zowel antiek als modern,
is met grote zorg
samengesteld
en vrijblijvend
te bezichtigen.
Ook occasions.