Wollenstoffenindustrie te Tilburg in kritiek stadium Royal Club Haal heet water in huis met een elektrische DAALDEROP boiler ZELFSANERING STELT BEDRIJF OP DE PROEF Lady Churcill in adelstand 1 Aantal textielarbeiders terug tot de helft Prinses nam risico's op de koop toe Kwaliteit nieuwbouw moet beter worden SLUITING SOMS GEVOLG GEBREKKIGE LEIDING Machine bindt 15000 pocket boeken per uur UITBREIDING HAVENFRAUDE ROTTERDAM? Tekortkomingen vermijden m Onzekerheid over maatregelen Overschakeling Verweer Italië Geen probleem IndianTonic fi heeft „it" - heeft pit maakt fit! Nu ook in grote flesf In donker Amsterdam IN Primeur in Amsterdam i PRESIDENT TITO NAAR NOORWEGEN NIEUWE MODELBOUWYERORDENING DAGBLAD DE STEM VAN ZA'lfcitDAG 1 Mt-1 1965 (Van onze financieel-economische medewerker) TILBURG De Nederlandse regering zal wel- icht ten behoeve van de wollenstoffenindustrie .n ons land beschermende maatregelen gaan ne men door een beroep te doen op een in het EEG- verdrag opgenomen beschermingsclausule. In deze oepaling artikel 226 van het Verdrag van Rome wordt de mogelijkheid aan een lidstaat open gelaten om tijdens de overgangsfase naar een ge- neenschappelijke markt tijdelijk beschermende maatregelen te nemen wanneer een bepaalde sec tor van het economische leven met aanhoudende moeilijkheden wordt geconfronteerd of wanneer de economische situatie van een bepaald gebied in ongunstige omstandigheden verkeert. Deze maatregelen moeten echter een redelijke bijdrage aan de oplossing van de problemen kun nen leveren, terwijl zij de funtionering van de gemeenschappelijke markt niet in de weg mogen staan. Het uiteindelijke doel van de toepassing van deze bepaling is de aanpassing van de noodlijden de bedrijfstak aan de situatie van een gemeen schappelijke markt kan helpen bevorderen. Uitdrukkelijk dient te worden vermeld, dat de inwerkingtreding van dit artikel alleen kan plaats vinden op grond van moeilijkheden in de gehéle bedrijfstak en dus geen aanleiding gevonden kan worden wanneer slechts enkele bedrijven met moeilijkheden te kampen hebben. De bepalng zegt echter weinig over de aard van de te nemen maat regelen. In de laatste week van april lieeft de heer J. A. M. van Gerwen, secretaris van de Federatie Nederlandse Wolindustrie in het mededelingorgaan van de in het Bureau Mr. Dr. B. J. van Spaendonck ondergebrachte organisaties naar voren gebracht; dat het niet te ontkennen valt dat in de wollenstoffen industrie een nie onbelangrijk aanal bedryven de poorten heeft moeten sluiten, al moet daar direct aan toegevoegd worden, aldus de heer van Gerwen, dat desondanks 'de produkiie in vierkante meters in totaal nog ongeveer hetzelfde is gebleven en dat het personeelsbestand van deze sector slechts met een zeer klein per centage achteruit is gegaan. Het arsenaal van mogelijke wapens ter bestrijding van de crisis in de Tilburgse wollenstoffenindustrie is groot genoeg om tot een afdoende sanering te gera ken. Doch de voorwaarde voor succes is de bereidheid van de fabrikant die het heilige huisje van de zelfstandige fami- lievennoots chap hiervoor wellicht zal moeten verlaten. Openbreking van deze ondernemingsvormen kan een einde maken aan de zienswijzen van de tra ditionele directies. Tevens zal in de be hoefte aan fondsen kunnen worden voorzien wanneer niet-familieleden de mogelijkheid wordt gegeven hun geld in de wollenstoffenindustrie te steken. Nieuwe managers, die geenszins uit de Tilburgse fabrikantenfamilies behoeven te stommen, kunnen het image van de wollens toffensec tor helpen verbeteren om haar voor de investeerder aantrek kelijk te maken. Over enkele jaren zal duidelijk zijn geworden of het vertrouwen van de overheid in de Tilburgse wollenstoffen industrie niet beschaamd is. Het is in deze saneringsperiode echter goed zich voor ogen te houden, dat het hierbij gaat om het voortbestaan van de wollen stoffenindustrie en niet om de met tra dities beladen Tilburgse fabrikant. Een nieuwe generatie managers zal de oude moeten aflossen wil men van suc ces verzekerd zijn De Tilburgse textiel arbeider zal het gehele proces nauwlet tend volgen en met hem vele anderen onder wie nieuwe concurrenten die te zijner tijd opnieuw de veerkracht van deze industrie zullen beproeven. „Het valt evenmin te ontkennen dat in een aantal gevallen van sluiting van be drijven de oorzaak daarvan moet worden gezocht in een tekortschieten in de lei ding. in een niet voldoende aanpassen van de bedrijven op technisch, organisa torisch of commercieel gebied en in het feit dat de familiale belangen van kele bedrijven de doorslag hebben ge geven bij het besluit tot stopzetting." Over die aard van de te nemen maat regelen blijven we echter in hht on zekere. De reden van deze duisternis vinden we in het genoemde artikel nader toegelicht; „Evenmin als het mogelijk 19 om, wanneer een bedrijf moet liqui deren, vooraf dienaangaande publikaties te doen, aangezien dit zeer ongunstig zou kunnen uitpakken zowel voor het personeel als voor de verdere belang stellenden, is h«t mogelijk in dit stadium precies aan te geven waarin de maat regelen, die thans getroffen worden, be staan. Vast staat evenwel, dat de industrie, willen de bedoelde maatregelen tot het gewenste effect en dus tot een gezond- maken van de Nederlandse wollenstof fenindustrie leiden, deze bedrijfstak soe laas moet hebben op alle punten." De Tilburgse wollenstoffenfabrikan ten (37) hebben de overheid plechtig toegezegd orde op zaken te gaan stel len. Wij kunnen ons afvragen: waar om zo laat en waarom niet in 1958? Bovendien kunnen we de reeks van mogelijke maatregelen onder de loep gaan nemen. En het antwoord zoeken op de vraag of de Tilburgse textielfa brikanten geheel bereid en in staat zijn om all krachten in te spannen voor een gezonde herleving van hun bedrijfstak. Het is in het geheel niet uitgesloten, dat nog een aantal bedrijven zal ver dwijnen. Vrijwillige liquidatie en fusies behoren tot de mogelijkheden. Wellicht kan de overheid de helpende hand hier bij bieden door voor de meest kwetsbare sectoren (strijfegarens) een uittredings premie in te stellen Een san-eringsfonds voor de wollen s tóff en industrie is moeite van het overdenken waard. Veelal wordt de overschakeling op wo ningtextiel als gezonde heroriëntatie naar voren gebracht. Een massale toe loop op de produktie van deze stoffen zal echter over een aantal jaren dezelfde moeilijkheden op deze deelmarkt teweeg brengen en dan is bescherming niet meer mogelijk. Wellicht denken een aantal fabrikan ten aan overschakeling op een andere bedrijfstak: plastic-, metaal-, elekitro' techniek, doch hiervoor is noch de tech nische en leidinggevende kennis aanwe zig noch wellicht de nodige fondsen. Grootscheepse fusies en sterke samen werkingsverbanden op het gebied van research, marktonderzoek, collectiesa samenstelling en modebeheersing als mede de lancering van nieuwe produk- ten, de invoering van rationalisaties en gebruikmaking van gezamenlijk aange kochte speciale machines, zijn niet uit gesloten. Men is momenteel in het laboratori um van de Hogere Textielschool in sa menwerking met het Vezelinstituut van het T.N-O. te Delft bezig met de be proeving van een wollen grondstof die kwalitatief gelijkwaardig is aan die van Prato om zodoende de Nederlandse con fectionair tegen een nagenoeg dezelfde als de Italiaanse prijs weer tot klant te krijgen. Sedert 1950 is de Researchvereniging voor de Nederlandse wolindustrie actief op het terrein van mechanisch en che misah onderzoek. Vele praktische resultaten zijn hier- mede reeds verkregen zoals het voorko men van veelvuldige draadbreuk en be perking van het aantal passages in de kamgarenspinnerij. Tijdwinst en ma- chinebezettingswinst leveren hier de noodzakelijke kapitaalwinsten op die ten gunste van de kostprijs van het pro- dukt komen. De beïnvloeding van de mode en daarmede op de te vervaardigen stoffen in de collecties moet ter hand worden genomen. Het Dames- en Herenmode- instituut brengt de laatste jaren regel matig prognoses uit over de te verwach ten kleuren en snitten in de kleding. Nauwer overleg tussen detailhandel, modehuizen, confectionair en wollen- stoffenfabrikant wellicht geassisteerd ooor consumentenvertegenwoordigers en reclamespecialisten kunnen maatre gelen tot intoming van de zo grillige textielcyclus bevorderen. .^an een gemeenschappelijk exportbeieid en marktonderzoek wellicht rinJ{re afzet2ebieden voor nieuwe pro- ciukten openen. de helft van de kosten van wollen weefsels uit grondstofko-sten bestaan en dat van de overige kosten de lo nen en sociale lasten iets minder dan de helft uitmaken. Ter verkrijging van de belangrijkste grondstof, de ruwe wol, is de West- Europese wollenstoffenindustrie nage noeg volledig aangewezen op invoer tegen wereldmarktprijzen. „In het re latief belangrijkste 'kostenelement lig gen derhalve weinig mogelijkheden tot concurrentie. Voorzover de grondstoffen uit niet-zuiver wollen materialen be staan, zijn hiertoe echter wel mogelijk heden aanwezig om tot een concurre rende kostprijs op de Westeuropese markt te komen. Voor de diverse minderwaardige veelal uit lompen vervaardigde wol materialen bestaan geen wereldmarkt prijzen terwijl de Italianen meesters zijn op het gebied van verwerking van deze produkten. Het rapport noemt echter ook de gave van de creativiteit op het ge bied van dessins en kleurencombinaties die de Italiaanse producent een voor sprong bezorgen op zijn consumenten bij de consumenten. Reeds in 1956 was be kend dat Italië hiet handelsverkeer in goedkope strijkgaren stoffen in West- Europa beheerste. De Tilburgse producent ondervindt al lang de moordende concurrentie uit Prato. De mededinging werd in de loop der jaren in de afgelegde periode van het bestaan van de EEG bemoeilijkt door de mogelijkheid tot subsidieverle ning van de zijde van de Italiaanse over heid. „De zeer sterke exportpositie van Italië^ zowel binnen als buiten het E.E.G.-gebied, berust in eerste instantie op het relatief lage kostenniveau. Dit is niet alleen het gevolg van de lage loon kosten doch bovendien van enige andere factoren", aldus een zinsnede in het in oktober 1958 door het Economisoh- Sociologisch Instituut van die Katholieke Hogeschool uitgebrachte rapport over de betekenis van de Europese integratie voor de Nederlandse wollenstoffenin dustrie. De kwestie Prato welk» als d<e voornaamste oorzaak van de moei lijke situatie van de Tilburgse wollen- stoffenfabricage wordt aangeduid was echter voor de inwerkingtreding van de EEG-overeenkomsten reeds be kend bij de fabrikanten. In het bovenge noemde rapport wordt gesteld dat de export van Italië in hoofdzaak berust op goedkope weefsels welke in vrij hoge mate met kunstwol of andere niet-wollen materialen zijn vermengd. Dq bijzondere marktpositie van de Italiaanse wollenstoffenproducenten kan grotendeels uit de opbouiw van de kostprijs van het onderhavige pro- dukt worden verklaard. Zeer globaal kan worden gesteld, da^ ongeveer LONDEN (REUTER) De tachtig jarige weduwe van wijlen sir Winston Churchill is vrijdag in de adelstand ver heven. Dit houdt ondermeer in dat zij een eventuele benoeming tot lid van het Hogerhuis kan aanvaarden. Sir Winston zelf heeft nimmer een verheffing in de adelstand willen aan vaarden, omdat hij er de voorkeur aan gaf lid van het Lagerhuis te bljjven. Dat een dergelijke handelspolitiek door dit land is toegepast is door de Inter nationale Organisatie van Wollenstoffen industrie „Interlaiine" in 1962 eveneens naar voren gebracht in een door haar opgesteld rapport over de opbouw van de kostprijs van de Prato-stoffen- Hierbij kwam naast de concurrentie in de loon kosten in de huisindustrie worden geen sociale lasten betaald die ongeveer negentig procent van het loon bedragen ook het element van subsidiëring van de export naar voren. Het verschil in verkoop- en kostprijs kon door de Itali aanse vertegenwoordigers in deze orga nisatie niet afdoende worden verklaard- De overige leden m.n. Nederland hebben zich indertijd het recht voorbe houden om de nodige maatregelen ter bescherming van hun eigen nationale wollenstoffenindustrieën te nemen. Een mogelijkheid bood artikel 91 van het Verdrag van Rome dat voorziet in het nemen van twee vormen van anti-dum- pinigsmaatregelen. In de praktijk leidt deze procedure tot het instellen van een uitvoerig onderzoek waarmede kostbare tijd verloren zou gaan. De toepassing zou kunnen vergen dat de geconsta teerde dumpingpraktijken worden stop gezet doch de inwerkingtreding is eerder uitzonderlijk dan normaal. Het verdrag stelt echter hier een anti- dumpingwapen ter beschikking van de ondernemingen, dat enigszins als een boemerang kan werken, daar het im mers inhoudt dat goederen die weder rechtelijk tegen lage prijzen zijn inge voerd, kunnen worden teruggezonden naar de binnenlandse markt van het land dat de dumping heeft toegepast, zonder dat invoerrechten of contingenten deze wederinvoer kunnen belemmeren. De grondgedachte is dan ook, dat de vrije wederinvoer automatisch aan de dum ping een einde stelt; zoniet, dan riskeert de dumpende ondernemer dat zijn na tionale afnemers zich in het buitenland gaan bevoorraden voor dumpingprijzen, wat uiteindelijk voor de ondernemer tot een onhoudbare toestand op financieel en commercieel gebied moet leiden. De constatering van dumping of over heidssteun is op zichzelf geen voldoende reden tot het afkondigen van bescher mingsmaatregelen van de gedupeerde. Bewezen moet worden dat er aanzien lijke schade door de getroffen bedrijfs tak geleden wordt. Ook de inwerkingstelling van de arti kelen 92 en 94 tot afschaffing van steun maatregelen met staatsmiddelen, zoals exportsubsidies of bijzondere belasting faciliteiten, bieden weinig mogelijkheden to»t verweer. Volgens het verslag van de voorzit ter van de delegaties aan de ministers van buitenlandse zaken bij de Conferen tie van Messina, die enige jaren gele den werd gehouden, lost de dumping zichzelf op en is er nauwelijks van een probleem sprake. Voorwaarde hiertoe is echter een vrije circulatie van goe deren tussen het land dat de dumping toepast en het land dat deze ondergaat m.n. Italië en Nederland). „Dumping kan niet lang worden volgehouden, in dien de koper op de nationale markt van de betrokken onderneming de mo gelijkheid heeft de produkten van deze firma te kopen op de andere markten, waar zij deze kortingen geeft. Met an dere woorden, deze onderneming kan op andere markten slechts dumping toepassen in de mate waarin de markt van deze onderneming beschermd is. Door de gelijktijdigheid en de weder kerigheid van de opheffing der belem meringen van het handelsverkeer bin nen de gemeenschappelijke markt kan een oplossing van dit probleem vanzelf worden verkregen". „Uiteindelijk heeft men besloten om de TILBURG De Tilburgse wol lenstoffenindustrie bevindt zich momenteel in een van de moeilijk ste periodes van haar bestaan. Re gelmatig verschijnen er berichten in de dagbladen over sluitingen van bedrijven terwijl slechts een en kele keer een positieve mededeling over een fusie wordt gedaan. Voor al in de afgelopen vier maanden komen deze moeilijkheden aan het daglicht. Duidelijk blijkt hieruit, dat de wollenstoffenindustrie van ons land, die hier haar centrum heeft, een interne sanering door maakt waarvan de uiteindelijke gevolgen voor werkgelegenheid en industrieel patroon in Midden-Bra bant nog niet zijn te onderkennen. Vele factoren zullen de uitslag mede bepalen. De werknemers in deze tak van nijverheid hebben van de gang van zaken kennis ge nomen. Zij verwachten een aan zienlijke beperking van arbeids mogelijkheden in de hun zo ver trouwde traditionele industrie. Ook van hogerhand heeft men be grip voor de precaire situatie. On langs drong de secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Tilburg en omstreken, mr. B. J. van Spaendonck jr. bij de leden van de kamer erop aan de gerezen problemen onder de ogen van de minister van Economische Zaken te brengen. Wellicht zal een algehele structuurwijziging met een doordachte heroriëntering het industriële patroon in deze ge meente een nieuw karakter geven. „Tilburg is de textiel ontgroeid". Deze bewering wordt met een ze kere trots uitgesproken door be stuurders en industriëlen van deze stad. De fabrikanten delen deze mening niet allen. Enkelen van hen hebben eieren voor hun geld geko zen en zijn tot vrijwillige liquidatie overgegaan. Anderen kwamen in een dwangpositie en werden ge noodzaakt tot stopzetting van hun machines. De derde groep zij die zich rekenen tot de progressieven en tot de sterken zijn bereid ge vonden tot een koersverandering over te gaan om daardoor de wol lenstoffenindustrie opnieuw le vensvatbaar te maken. Doch waar een goed bos moet groeien zullen kleinere bomen moeten verdwij nen om aan de gezonde de kostbare sappen niet te onthouden, die zij zo nodig hebben om zich tot vol groeide exemplaren te kunnen ont wikkelen die een storm kunnen trotseren. In het nevenstaande artikel zal onze financieel-economische mede werker drs. H. H. Wentink ruime aandacht aan de mogelijke maat regelen schenken. Momenteel pakken donkere wolken zich samen boven de Til burgse wollenstoffenindustrie doch daarachter zien wij reeds de eerste zonnestralen die „beter weeraan- aöuvi won ^Ciiddo-q wp udöipuoq duur zal zijn. toepassing van artikel 226 van het EEG- verdrag gevraagd. Deze slotbepaling laat de mogelijkheid open nadat de Euro pese Commissie in Brussel hier op ver zoek van de regering van het land met de gedupeerde bedrijfstak zijn goedkeu ring aan heeft gegeven om tot een tij delijke verhoging van de invoerrechten, over te gaan b.v. tot een niveau waarop het verschil in normale kostprijs en de door de Italianen gecalculeerde kostprijs. Bovendien staat de mogelijkheid tot het instellen van contingenten van de impor ten van Prato-stoffen op de Nederlandse markt open. Hoewel dit laatste het snelste en het meeste effect zou geven, bestaat er toch een zekere huivering voor de toepassing hiervan die voornamelijk gelegen is in de angst voor mogelijke represaillemaat regelen door Italië", aldus de heer J. van Gerwen, secretaris van de Federatie Ne derlandse Wolindustrie op een gevraagde toelichting. ,,De Nederlandse overheid zal binnenkort bij de Europese Commissie een beroep doen om de eerste mogelijk heid te laten realiseren. Daarvóór heeft zij echter de garantie moeten verkrijgen van de wollenstoffenindustrie, dat in deze periode van bescherming al het mogelij ke zal worden gedaan om een afdoend sanerings-, dan wel aanpassingsproces uit te voeren. Wanneer de handel binnen de Euromarkt geheel is geliberaliseerd (op zijn laatst in 1971 en op zijn vroegst in 1967) zullen dergelijke stappen tot het verleden behoren". Wie denkt of zegt dat de Tilburgse tex tielarbeider niet weet wat er in deze sec tor plaatsvindt, heeft het mis. Zij zyn de informele communicatiekanalen waar langs zich geruchten over sluitingen en fusis verspreiden. Dat men n de werkne merskringen met de moeilijkheden op de hoogte is, blijkt duidelijk uit het jaarver slag over 1964 van de Katholieke Bond van werknemers in het kleding- en tex tielbedrijf ,,St.-Lambertus" afdeling Til burg. Als werkelijke oorzaak van de terug gang in het aantal leden (5,2 pet. in dit jaar) wordt een complex van omstandig heden genoemd. Naast het voortduren van de hoogconjunctuur, waardoor vele werknemers zich zouden laten verblin den met het waanidee „alles komt van zelf", worden de moeilijkheden bij een aantal textielbedrijven vermeld, waardoor het vertrouwen van de werknemers in deze tak van industrie ernstig is geschokt. Daarbij de houding van de werkgevers, met als gevolg dikwijls langdurige en moeizame onderhandelingen voor de c.a.o. en tenslotte de lagere rechtensgeldenide lonen vergeleken bij andere bedrijfstak ken. De verwachting voor de toekomst is niet optimistisch. Met een verdere terug gang in het ledental zal rekening moeten worden gehouden „omdat er duidelijke aanwijzingen zijn van een toenemend verloop uit de textielindustrie. Het ver trouwen van de werknemers in deze be drijfstak wordt wel zwaar op de proef gesteld. Het liquideren van ondernemin gen, het niet of slechts een laag percen tage uitkeren uit de winst hetgeen wijst op onrendabiliteit van de onderne ming doet de textielindustrie geen goed. Integendeel, wij vrezen een sneeuw baleffect", aldus de woorden in dit laat ste jaarverslag. (Advertentie) ,fg A: (Van onze correspondent) AMSTERDAM Voordat de vermomde prinses Beatrix tijdens haar rondgang door donker Amsterdam door een fo tograaf werd ontmaskerd, was haar indentiteit al eerder ontdekt. Majoor A. Bosshardt van het Leger des Heils vertelde gistermorgen tijdens een persconferentie, dat zij met machti ging van de kroonprinses hield: „Toen wij op de wallen liepen kwamen er twee jongens van ongeveer tien jaar achter ons aan, die ons door hadden. Ik denk dat er iets was uitgelekt tij dens de taptoe van ons jong-solda- ten, die de prinses eveneens incog nito had bijgewoond. In ieder geval leek het ons toen beter even de buurt uit te gaan. Zo kwamen we bij Hop pe terecht. Achteraf reuze stom na tuurlijk, want ik had kunnen weten, dat er journalisten waren. Gelukkig was de prinses niet erg boos, nadat ze ontdekt was. Op het moment, dat ze de fotograaf in kwestie zag, wist ze dat het net te laat was, want ze herkende hem ook. We zijn er toen mee opgehouden, want ze begreep dat het geen zin meer had, de rond gang af te maken. We zijn in een taxi gesprongen en raakten zo zelfs de rechercheurs kwijt, die ons had den gevolgd. riet was volgens de majoor Boss- hardt de duidelijke wens van de prinses om de mensen uit donker Amsterdam te leren kennen vanuit hun ontmoeting met het maatschap pelijk werk. Ze was zich daarbij ter dege van bewust van het feit, dat ze in vervelende zelfs gevaarlijke situa ties kon komen, maar had dat risico willen nemen. Zij is dan ook samen met de majoor in enkele verdachte huizen geweest en voorts in verschil lende bars. Nergens werd zij herkend. „Het leukst was een bezoek aan een gezin van zes kinderen, waarvan er een jarig was aldus de majoor. „De taart met de kaarsjes stond op tafel. We hebben er gepraat en de bijbel gelezen tn gebeden. De prinses deed met alles mee". Onderweg hebben de prinses en haar gids gepraat over de problemen van donker Amsterdam zoals prostitutie, eenzaamheid en drankmisbruik. „Ik had haar geen collectebus gegeven", zei majoor Bosshardt ook „dat vond ik te gê nant. Wel verkocht de prinses zelf standig „De Strijdkreet" alles bij elkaar een stuk of tien. Het geld stak ze in haar zak en gaf ze me later op straat". UIT een commentaar op de recente liqui daties van Tilburgse wollenstoffenbe- drijven (N.V. Schoenmakers en Fr. Mutsaerts), gaf de heer J. Oude Vrie- link, kringbestuurder vain St. Lamber- tus, waarbij ruim 3800 werknemers in de Tilburgse textiel zijn aangesloten van de bijna 12.000 werknemers, als zijn mening te kennen, dat er over een aantal jaren slechts voor 6000 werkne mers in deze bedrijfstak arbeid zal zijn. Dit betekent, dat de helft van de mo menteel in de textielindustrie werk zame personen elders emplooi zal moe. ten vinden. de overschrijvingen van onze bond naar andere bonden, die in het afge_ lopen jaar 216 keer plaatsvonden (1962~ 123), wordt de vlucht uit de textiel voor ieder duidelijk. Het is de direc teur-generaal van de Arbeid overigens kwalijk te nemen, dat de afgifte van vergunningen voor tijdelijke arbeids tijdverkortingen zo lang op zich laten wachten en dat aanvragen voor lang durige perioden niet in behandeling worden genomen. Er is van die zijde te weinig begrip voor de typische moei. lijkheden van deze industrie, alsmede voor de eigenaardigheden van de zo genaamde textielcyclus waarin de gril. lige mode een grote rol heeft. Het toe. laten van arbeidstijdverkortingen zou een gunstige invloed hebben op de le vensvatbaarheid vain de Tilburgse wol. lenstoffenindustrie, daar dan de werk gevers niet zouden zijn gedwongen om een keuze uit uitersten nl. afstoten van arbeidskrachten of aanhouden op non-actief, te moeten maken. Vanwege het ontbreken van exacte gegevens hetgeen mede het gevolg is van de grote zwijgzaamheid onder de fabri kanten, moet veelal met oppervlakkige waarnemingen en geruchten worden volstaan", aildus de heer Oude Vrie- link op onze vraag of hij nog toekomst mogelijkheden voor de Tilburgse ar beider in de textielindustrie van deze stad zag. ROTTERDAM (ANP) Nieuw* ver wikkelingen in de omvangrijke haven- fraudezaak te Rotterdam met de moge lijkheid van uitbreiding naar Antwerpen schijnt niet uitgesloten te zijn. De Rotterdamse rivierpolitie heeft na melijk de 41-jarige bedrijfsleider M. A. van K. uit Vlaardingen, van de tijdens eerder gevoerde proces genoemde N.V Oceana, een scheepvaartbedrijf gevestigd in Rotterdam en in Antwerpen, voor de officier geleid onder verdenking van ern stige frauduleuze handelingen waarbit grote bedragen gemoeid zouden zijn. De administratie van de N.V., waaraan K verbonden is, was reeds eerder in beslag genomen en door de rivierpolitie in sa menwerking met de rijksaccountants- dienst onderzocht. De dezer dagen voor de rechtbank in Rotterdam verschenen verdachte G. was directeur van Osto en president-commis- Yan de N.V. Oceana, van welke «Gi groot deel van het aandelen pakket bezit. TV/IEN vraagt zich in werknemerskrin gen meer dan eens af of de nood zaak tot sluiting van een bepaald be drijf wel zo urgent is als men dikwijls doet voorkomen. Door middel van het plaatsen van personeelsadvertenties wil men het imago van de textielindustrie als 'n betrouwbare werkgelegenheids- bron behouden. Menig arbeider die van baas wilde veranderen, kreeg bij solli citatie te horen dat men reeds voor zien was. Informaties bij confraters in het betreffende bedrijf brachten dan aan hot licht, dat er geen nieuweling was aangenomen. Integendeel on danks deze advertenties hebben een aantal bedrijven hun arbeidersbestand geleidelijk teruggebracht." TN het jaarverslag van de bond lezen wij o.m. het volgende: „met de zgn. 3 pet- regeling (die na vele moeilijkheden in 1962 tot stand is gekomen en die een begin maakte aan de winstdeling in de Tilburgse textielindustrie) gaat het niet naar wens. Ondernemingen die zeer wel in staat zijn de volle drie procent uit te keren, beperkten zich, evenals de jaren daarvoor, tot 1.5 pro cent met enkele uitzonderingen van 1,75 tot 2 procent. Een aantal onderne- mangen is kennelijk niet rendabel ge noeg om van deze regeling gebruik te maken, gezien het feit dat er bij deze met tot een uitkering wordt overge gaan. Dit lijkt ons wel een teken aan de wand." AMSTERDAM (ANP) De boek binderij firma Proost en Brandt te Amsterdam heeft als eerst? in het land een Amerikaanse bindmacliine aan geschaft. Deze machine (prijs twee miljoen gulden) produceert per uur circa 15.000 pocketboeken of circa 5000 gewone boe ken. Zij levert garenloze exemplaren, maar het mechanisch opbrengen van twee lijmsoorten garandeert, volgens de di rectie, een bindkracht die nagenoeg ge lijk is aan di» van een ingenaaid boek. Om 5000 boeken per uur te produce ren, zouden vroeger 35 naaimachines moeten worden ingeschakeld. Als gevolg van de steeds toenemend» vraag naar boeken en tijdschriften heeft de industriële boekproduktie en de druk kerswereld in Europa de laatste jaren een snelle ontwikkeling doorgemaakt. In 1964 werden in Nederland vijftig miljoen boeken (waarvan de helft pockets) ver kocht tot een totaalbedrag van circa f 200.000.000.-. De komende vijf jaar wordt een verdubbeling van de boeken verkoop in ons land verwacht. OSLO (UPI) President Tito van £'diS1?vië zal van 10 tot 14 mei een officieel bezoek brengen aan koning Olav V. van Noorwegen en de Noorse rege- rmig brengen. De president en mevr Joavanka Tito zullen de eerste twee dagen de gast van de Nooorse konng zijn en de laatste twee dagen va^ de Noorse regering. DEN HAAG De nieuwe modelbouw verordening, die, zoals wij gisteren meld den, door de „Vereniging van Nederland se Gemeenten" is opgesteld, kan, indien massaal toegepast, belangrijke verbeterin gen brengen in de kwaliteit van de nieuwbouw. Verschillende ongemakken en tekortkomingen zullen er door verme den kunnen worden. De directeur van de bouw- en woning- dienst van Utrecht, de heer W. Janssen, wijst op de Verenigde Staten, waar de aannemers de bouwverordeningen met opzet sterk plaatselijk gebonden houden en de unificatie tegengaan. Daardoor bin- ven daar de bouwprijzen voor woningen onnodig stijgen, terwijl tevens de kwali teit door de beperking van de concurren- tie van elders ongunstig beïnvloed wordt. Het is volgens de heer Janssen boven dien nodig, dat thans de verschillende bouwverordeningen in ons land worden aangepast aan de sterk toegenomen toe passing van niet-traditionele constructies in de woningbouw. De bepalingen waar aan een nieuw te bouwen woning volgens de nieuwe verordening moet voldoen zijn o.m. de volgende: Een woning moet behalve een toe- gangsportaal drie kamers, een afzonderlij ke keuken, een afzonderlijk privaat én een afzonderlijke badkamer hebben, als- kasten e8n kon of erf en voldoende i-Pf ,vl°er van de keuken moet op de zelfde hoogte liggen als de vloer van de hoofdwoonkamer. In de keuken moet ruimte voor een kooktoestel en een koelkast zijn. In keukens en andere ruimten waar gekookt wordt, moet voldoende geventi leerd kunnen worden. De wanden van een badruimte moe ten tot tenminste 1,7 meter boven de vloer een waterdicht afgewerkte opper vlakte hebben. H -f De vereiste gasinstallatie moet niet al leen een aansluitgelegenheid voor een kooktoestel in de keuken omvatten, maar ook voor een warmwatertoestel in de keuken en voor een warmwatertoestel in de badkamer. ??mers, ..eP keukens moeten een vluchtweg bij brand hebben. Trappehuizen moeten over de volle hoogte en over een breedte van tenmin- ste een meter hetzij begrensd zijn door een buitenwand, hetzij grenzen aan de buitenlucht. (Dit geldt niet voor een één- en--zgn' inPandig trappehuis 15 toegestaan, mits er een qua verlichting ventilatie e.d. aanvaardbare toestanc wordt verkregen. Er moeten waarborgen zijn voor het vocht- en regenwerend vermogen, warm- te-isolatie en geluidsisolatie.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 19