Wollenstoffenindustrie te
Tilburg in kritiek stadium
Royal Club
Haal heet water in huis met een elektrische DAALDEROP boiler
ZELFSANERING STELT BEDRIJF OP DE PROEF
Lady Churcill
in adelstand
1
Aantal textielarbeiders
terug tot de helft
Prinses nam
risico's op
de koop toe
Kwaliteit nieuwbouw
moet beter worden
SLUITING SOMS GEVOLG
GEBREKKIGE LEIDING
Machine bindt
15000 pocket
boeken per uur
UITBREIDING
HAVENFRAUDE
ROTTERDAM?
Tekortkomingen
vermijden
m
Onzekerheid over
maatregelen
Overschakeling
Verweer
Italië
Geen probleem
IndianTonic fi
heeft „it" - heeft pit
maakt fit!
Nu ook in grote flesf
In donker Amsterdam
IN
Primeur in Amsterdam i
PRESIDENT TITO
NAAR NOORWEGEN
NIEUWE MODELBOUWYERORDENING
DAGBLAD DE STEM VAN ZA'lfcitDAG 1 Mt-1 1965
(Van onze financieel-economische medewerker)
TILBURG De Nederlandse regering zal wel-
icht ten behoeve van de wollenstoffenindustrie
.n ons land beschermende maatregelen gaan ne
men door een beroep te doen op een in het EEG-
verdrag opgenomen beschermingsclausule. In deze
oepaling artikel 226 van het Verdrag van Rome
wordt de mogelijkheid aan een lidstaat open
gelaten om tijdens de overgangsfase naar een ge-
neenschappelijke markt tijdelijk beschermende
maatregelen te nemen wanneer een bepaalde sec
tor van het economische leven met aanhoudende
moeilijkheden wordt geconfronteerd of wanneer
de economische situatie van een bepaald gebied
in ongunstige omstandigheden verkeert.
Deze maatregelen moeten echter een redelijke
bijdrage aan de oplossing van de problemen kun
nen leveren, terwijl zij de funtionering van de
gemeenschappelijke markt niet in de weg mogen
staan.
Het uiteindelijke doel van de toepassing van
deze bepaling is de aanpassing van de noodlijden
de bedrijfstak aan de situatie van een gemeen
schappelijke markt kan helpen bevorderen.
Uitdrukkelijk dient te worden vermeld, dat de
inwerkingtreding van dit artikel alleen kan plaats
vinden op grond van moeilijkheden in de gehéle
bedrijfstak en dus geen aanleiding gevonden kan
worden wanneer slechts enkele bedrijven met
moeilijkheden te kampen hebben. De bepalng zegt
echter weinig over de aard van de te nemen maat
regelen.
In de laatste week van april lieeft de heer J. A. M. van Gerwen, secretaris
van de Federatie Nederlandse Wolindustrie in het mededelingorgaan van de
in het Bureau Mr. Dr. B. J. van Spaendonck ondergebrachte organisaties naar
voren gebracht; dat het niet te ontkennen valt dat in de wollenstoffen industrie
een nie onbelangrijk aanal bedryven de poorten heeft moeten sluiten, al moet
daar direct aan toegevoegd worden, aldus de heer van Gerwen, dat desondanks
'de produkiie in vierkante meters in totaal nog ongeveer hetzelfde is gebleven
en dat het personeelsbestand van deze sector slechts met een zeer klein per
centage achteruit is gegaan.
Het arsenaal van mogelijke wapens ter
bestrijding van de crisis in de Tilburgse
wollenstoffenindustrie is groot genoeg
om tot een afdoende sanering te gera
ken. Doch de voorwaarde voor succes is
de bereidheid van de fabrikant die het
heilige huisje van de zelfstandige fami-
lievennoots chap hiervoor wellicht zal
moeten verlaten. Openbreking van deze
ondernemingsvormen kan een einde
maken aan de zienswijzen van de tra
ditionele directies. Tevens zal in de be
hoefte aan fondsen kunnen worden
voorzien wanneer niet-familieleden de
mogelijkheid wordt gegeven hun geld in
de wollenstoffenindustrie te steken.
Nieuwe managers, die geenszins uit de
Tilburgse fabrikantenfamilies behoeven
te stommen, kunnen het image van de
wollens toffensec tor helpen verbeteren
om haar voor de investeerder aantrek
kelijk te maken.
Over enkele jaren zal duidelijk zijn
geworden of het vertrouwen van de
overheid in de Tilburgse wollenstoffen
industrie niet beschaamd is. Het is in
deze saneringsperiode echter goed zich
voor ogen te houden, dat het hierbij
gaat om het voortbestaan van de wollen
stoffenindustrie en niet om de met tra
dities beladen Tilburgse fabrikant.
Een nieuwe generatie managers zal de
oude moeten aflossen wil men van suc
ces verzekerd zijn De Tilburgse textiel
arbeider zal het gehele proces nauwlet
tend volgen en met hem vele anderen
onder wie nieuwe concurrenten die te
zijner tijd opnieuw de veerkracht van
deze industrie zullen beproeven.
„Het valt evenmin te ontkennen dat in
een aantal gevallen van sluiting van be
drijven de oorzaak daarvan moet worden
gezocht in een tekortschieten in de lei
ding. in een niet voldoende aanpassen
van de bedrijven op technisch, organisa
torisch of commercieel gebied en in het
feit dat de familiale belangen van
kele bedrijven de doorslag hebben ge
geven bij het besluit tot stopzetting."
Over die aard van de te nemen maat
regelen blijven we echter in hht on
zekere. De reden van deze duisternis
vinden we in het genoemde artikel nader
toegelicht; „Evenmin als het mogelijk
19 om, wanneer een bedrijf moet liqui
deren, vooraf dienaangaande publikaties
te doen, aangezien dit zeer ongunstig
zou kunnen uitpakken zowel voor het
personeel als voor de verdere belang
stellenden, is h«t mogelijk in dit stadium
precies aan te geven waarin de maat
regelen, die thans getroffen worden, be
staan.
Vast staat evenwel, dat de industrie,
willen de bedoelde maatregelen tot het
gewenste effect en dus tot een gezond-
maken van de Nederlandse wollenstof
fenindustrie leiden, deze bedrijfstak soe
laas moet hebben op alle punten."
De Tilburgse wollenstoffenfabrikan
ten (37) hebben de overheid plechtig
toegezegd orde op zaken te gaan stel
len. Wij kunnen ons afvragen: waar
om zo laat en waarom niet in 1958?
Bovendien kunnen we de reeks van
mogelijke maatregelen onder de loep
gaan nemen. En het antwoord zoeken
op de vraag of de Tilburgse textielfa
brikanten geheel bereid en in staat
zijn om all krachten in te spannen
voor een gezonde herleving van hun
bedrijfstak.
Het is in het geheel niet uitgesloten,
dat nog een aantal bedrijven zal ver
dwijnen. Vrijwillige liquidatie en fusies
behoren tot de mogelijkheden. Wellicht
kan de overheid de helpende hand hier
bij bieden door voor de meest kwetsbare
sectoren (strijfegarens) een uittredings
premie in te stellen Een san-eringsfonds
voor de wollen s tóff en industrie is
moeite van het overdenken waard.
Veelal wordt de overschakeling op wo
ningtextiel als gezonde heroriëntatie
naar voren gebracht. Een massale toe
loop op de produktie van deze stoffen zal
echter over een aantal jaren dezelfde
moeilijkheden op deze deelmarkt teweeg
brengen en dan is bescherming niet
meer mogelijk.
Wellicht denken een aantal fabrikan
ten aan overschakeling op een andere
bedrijfstak: plastic-, metaal-, elekitro'
techniek, doch hiervoor is noch de tech
nische en leidinggevende kennis aanwe
zig noch wellicht de nodige fondsen.
Grootscheepse fusies en sterke samen
werkingsverbanden op het gebied van
research, marktonderzoek, collectiesa
samenstelling en modebeheersing als
mede de lancering van nieuwe produk-
ten, de invoering van rationalisaties en
gebruikmaking van gezamenlijk aange
kochte speciale machines, zijn niet uit
gesloten.
Men is momenteel in het laboratori
um van de Hogere Textielschool in sa
menwerking met het Vezelinstituut van
het T.N-O. te Delft bezig met de be
proeving van een wollen grondstof die
kwalitatief gelijkwaardig is aan die van
Prato om zodoende de Nederlandse con
fectionair tegen een nagenoeg dezelfde
als de Italiaanse prijs weer tot klant te
krijgen.
Sedert 1950 is de Researchvereniging
voor de Nederlandse wolindustrie actief
op het terrein van mechanisch en che
misah onderzoek.
Vele praktische resultaten zijn hier-
mede reeds verkregen zoals het voorko
men van veelvuldige draadbreuk en be
perking van het aantal passages in de
kamgarenspinnerij. Tijdwinst en ma-
chinebezettingswinst leveren hier de
noodzakelijke kapitaalwinsten op die
ten gunste van de kostprijs van het pro-
dukt komen.
De beïnvloeding van de mode en
daarmede op de te vervaardigen stoffen
in de collecties moet ter hand worden
genomen. Het Dames- en Herenmode-
instituut brengt de laatste jaren regel
matig prognoses uit over de te verwach
ten kleuren en snitten in de kleding.
Nauwer overleg tussen detailhandel,
modehuizen, confectionair en wollen-
stoffenfabrikant wellicht geassisteerd
ooor consumentenvertegenwoordigers en
reclamespecialisten kunnen maatre
gelen tot intoming van de zo grillige
textielcyclus bevorderen.
.^an een gemeenschappelijk
exportbeieid en marktonderzoek wellicht
rinJ{re afzet2ebieden voor nieuwe pro-
ciukten openen.
de helft van de kosten van wollen
weefsels uit grondstofko-sten bestaan
en dat van de overige kosten de lo
nen en sociale lasten iets minder
dan de helft uitmaken.
Ter verkrijging van de belangrijkste
grondstof, de ruwe wol, is de West-
Europese wollenstoffenindustrie nage
noeg volledig aangewezen op invoer
tegen wereldmarktprijzen. „In het re
latief belangrijkste 'kostenelement lig
gen derhalve weinig mogelijkheden tot
concurrentie. Voorzover de grondstoffen
uit niet-zuiver wollen materialen be
staan, zijn hiertoe echter wel mogelijk
heden aanwezig om tot een concurre
rende kostprijs op de Westeuropese
markt te komen.
Voor de diverse minderwaardige
veelal uit lompen vervaardigde wol
materialen bestaan geen wereldmarkt
prijzen terwijl de Italianen meesters zijn
op het gebied van verwerking van deze
produkten. Het rapport noemt echter ook
de gave van de creativiteit op het ge
bied van dessins en kleurencombinaties
die de Italiaanse producent een voor
sprong bezorgen op zijn consumenten bij
de consumenten. Reeds in 1956 was be
kend dat Italië hiet handelsverkeer in
goedkope strijkgaren stoffen in West-
Europa beheerste.
De Tilburgse producent ondervindt al
lang de moordende concurrentie uit
Prato. De mededinging werd in de loop
der jaren in de afgelegde periode van
het bestaan van de EEG bemoeilijkt
door de mogelijkheid tot subsidieverle
ning van de zijde van de Italiaanse over
heid.
„De zeer sterke exportpositie van
Italië^ zowel binnen als buiten het
E.E.G.-gebied, berust in eerste instantie
op het relatief lage kostenniveau. Dit is
niet alleen het gevolg van de lage loon
kosten doch bovendien van enige andere
factoren", aldus een zinsnede in het in
oktober 1958 door het Economisoh-
Sociologisch Instituut van die Katholieke
Hogeschool uitgebrachte rapport over de
betekenis van de Europese integratie
voor de Nederlandse wollenstoffenin
dustrie. De kwestie Prato welk» als
d<e voornaamste oorzaak van de moei
lijke situatie van de Tilburgse wollen-
stoffenfabricage wordt aangeduid
was echter voor de inwerkingtreding
van de EEG-overeenkomsten reeds be
kend bij de fabrikanten. In het bovenge
noemde rapport wordt gesteld dat de
export van Italië in hoofdzaak berust op
goedkope weefsels welke in vrij hoge
mate met kunstwol of andere niet-wollen
materialen zijn vermengd.
Dq bijzondere marktpositie van de
Italiaanse wollenstoffenproducenten
kan grotendeels uit de opbouiw van
de kostprijs van het onderhavige pro-
dukt worden verklaard. Zeer globaal
kan worden gesteld, da^ ongeveer
LONDEN (REUTER) De tachtig
jarige weduwe van wijlen sir Winston
Churchill is vrijdag in de adelstand ver
heven. Dit houdt ondermeer in dat zij
een eventuele benoeming tot lid van
het Hogerhuis kan aanvaarden.
Sir Winston zelf heeft nimmer een
verheffing in de adelstand willen aan
vaarden, omdat hij er de voorkeur aan
gaf lid van het Lagerhuis te bljjven.
Dat een dergelijke handelspolitiek door
dit land is toegepast is door de Inter
nationale Organisatie van Wollenstoffen
industrie „Interlaiine" in 1962 eveneens
naar voren gebracht in een door haar
opgesteld rapport over de opbouw van
de kostprijs van de Prato-stoffen- Hierbij
kwam naast de concurrentie in de loon
kosten in de huisindustrie worden
geen sociale lasten betaald die ongeveer
negentig procent van het loon bedragen
ook het element van subsidiëring van
de export naar voren. Het verschil in
verkoop- en kostprijs kon door de Itali
aanse vertegenwoordigers in deze orga
nisatie niet afdoende worden verklaard-
De overige leden m.n. Nederland
hebben zich indertijd het recht voorbe
houden om de nodige maatregelen ter
bescherming van hun eigen nationale
wollenstoffenindustrieën te nemen. Een
mogelijkheid bood artikel 91 van het
Verdrag van Rome dat voorziet in het
nemen van twee vormen van anti-dum-
pinigsmaatregelen. In de praktijk leidt
deze procedure tot het instellen van een
uitvoerig onderzoek waarmede kostbare
tijd verloren zou gaan. De toepassing
zou kunnen vergen dat de geconsta
teerde dumpingpraktijken worden stop
gezet doch de inwerkingtreding is eerder
uitzonderlijk dan normaal.
Het verdrag stelt echter hier een anti-
dumpingwapen ter beschikking van de
ondernemingen, dat enigszins als een
boemerang kan werken, daar het im
mers inhoudt dat goederen die weder
rechtelijk tegen lage prijzen zijn inge
voerd, kunnen worden teruggezonden
naar de binnenlandse markt van het land
dat de dumping heeft toegepast, zonder
dat invoerrechten of contingenten deze
wederinvoer kunnen belemmeren. De
grondgedachte is dan ook, dat de vrije
wederinvoer automatisch aan de dum
ping een einde stelt; zoniet, dan riskeert
de dumpende ondernemer dat zijn na
tionale afnemers zich in het buitenland
gaan bevoorraden voor dumpingprijzen,
wat uiteindelijk voor de ondernemer tot
een onhoudbare toestand op financieel
en commercieel gebied moet leiden.
De constatering van dumping of over
heidssteun is op zichzelf geen voldoende
reden tot het afkondigen van bescher
mingsmaatregelen van de gedupeerde.
Bewezen moet worden dat er aanzien
lijke schade door de getroffen bedrijfs
tak geleden wordt.
Ook de inwerkingstelling van de arti
kelen 92 en 94 tot afschaffing van steun
maatregelen met staatsmiddelen, zoals
exportsubsidies of bijzondere belasting
faciliteiten, bieden weinig mogelijkheden
to»t verweer.
Volgens het verslag van de voorzit
ter van de delegaties aan de ministers
van buitenlandse zaken bij de Conferen
tie van Messina, die enige jaren gele
den werd gehouden, lost de dumping
zichzelf op en is er nauwelijks van een
probleem sprake. Voorwaarde hiertoe
is echter een vrije circulatie van goe
deren tussen het land dat de dumping
toepast en het land dat deze ondergaat
m.n. Italië en Nederland). „Dumping
kan niet lang worden volgehouden, in
dien de koper op de nationale markt
van de betrokken onderneming de mo
gelijkheid heeft de produkten van deze
firma te kopen op de andere markten,
waar zij deze kortingen geeft. Met an
dere woorden, deze onderneming kan
op andere markten slechts dumping
toepassen in de mate waarin de markt
van deze onderneming beschermd is.
Door de gelijktijdigheid en de weder
kerigheid van de opheffing der belem
meringen van het handelsverkeer bin
nen de gemeenschappelijke markt kan
een oplossing van dit probleem vanzelf
worden verkregen".
„Uiteindelijk heeft men besloten om de
TILBURG De Tilburgse wol
lenstoffenindustrie bevindt zich
momenteel in een van de moeilijk
ste periodes van haar bestaan. Re
gelmatig verschijnen er berichten
in de dagbladen over sluitingen van
bedrijven terwijl slechts een en
kele keer een positieve mededeling
over een fusie wordt gedaan. Voor
al in de afgelopen vier maanden
komen deze moeilijkheden aan het
daglicht. Duidelijk blijkt hieruit,
dat de wollenstoffenindustrie van
ons land, die hier haar centrum
heeft, een interne sanering door
maakt waarvan de uiteindelijke
gevolgen voor werkgelegenheid en
industrieel patroon in Midden-Bra
bant nog niet zijn te onderkennen.
Vele factoren zullen de uitslag
mede bepalen. De werknemers in
deze tak van nijverheid hebben
van de gang van zaken kennis ge
nomen. Zij verwachten een aan
zienlijke beperking van arbeids
mogelijkheden in de hun zo ver
trouwde traditionele industrie.
Ook van hogerhand heeft men be
grip voor de precaire situatie. On
langs drong de secretaris van de
Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Tilburg en omstreken,
mr. B. J. van Spaendonck jr. bij de
leden van de kamer erop aan de
gerezen problemen onder de ogen
van de minister van Economische
Zaken te brengen. Wellicht zal een
algehele structuurwijziging met
een doordachte heroriëntering het
industriële patroon in deze ge
meente een nieuw karakter geven.
„Tilburg is de textiel ontgroeid".
Deze bewering wordt met een ze
kere trots uitgesproken door be
stuurders en industriëlen van deze
stad. De fabrikanten delen deze
mening niet allen. Enkelen van hen
hebben eieren voor hun geld geko
zen en zijn tot vrijwillige liquidatie
overgegaan. Anderen kwamen in
een dwangpositie en werden ge
noodzaakt tot stopzetting van hun
machines. De derde groep zij die
zich rekenen tot de progressieven
en tot de sterken zijn bereid ge
vonden tot een koersverandering
over te gaan om daardoor de wol
lenstoffenindustrie opnieuw le
vensvatbaar te maken. Doch waar
een goed bos moet groeien zullen
kleinere bomen moeten verdwij
nen om aan de gezonde de kostbare
sappen niet te onthouden, die zij
zo nodig hebben om zich tot vol
groeide exemplaren te kunnen ont
wikkelen die een storm kunnen
trotseren.
In het nevenstaande artikel zal
onze financieel-economische mede
werker drs. H. H. Wentink ruime
aandacht aan de mogelijke maat
regelen schenken.
Momenteel pakken donkere
wolken zich samen boven de Til
burgse wollenstoffenindustrie doch
daarachter zien wij reeds de eerste
zonnestralen die „beter weeraan-
aöuvi won ^Ciiddo-q wp udöipuoq
duur zal zijn.
toepassing van artikel 226 van het EEG-
verdrag gevraagd. Deze slotbepaling laat
de mogelijkheid open nadat de Euro
pese Commissie in Brussel hier op ver
zoek van de regering van het land met
de gedupeerde bedrijfstak zijn goedkeu
ring aan heeft gegeven om tot een tij
delijke verhoging van de invoerrechten,
over te gaan b.v. tot een niveau waarop
het verschil in normale kostprijs en de
door de Italianen gecalculeerde kostprijs.
Bovendien staat de mogelijkheid tot het
instellen van contingenten van de impor
ten van Prato-stoffen op de Nederlandse
markt open.
Hoewel dit laatste het snelste en het
meeste effect zou geven, bestaat er toch
een zekere huivering voor de toepassing
hiervan die voornamelijk gelegen is in
de angst voor mogelijke represaillemaat
regelen door Italië", aldus de heer J. van
Gerwen, secretaris van de Federatie Ne
derlandse Wolindustrie op een gevraagde
toelichting. ,,De Nederlandse overheid zal
binnenkort bij de Europese Commissie
een beroep doen om de eerste mogelijk
heid te laten realiseren. Daarvóór heeft
zij echter de garantie moeten verkrijgen
van de wollenstoffenindustrie, dat in deze
periode van bescherming al het mogelij
ke zal worden gedaan om een afdoend
sanerings-, dan wel aanpassingsproces uit
te voeren. Wanneer de handel binnen de
Euromarkt geheel is geliberaliseerd (op
zijn laatst in 1971 en op zijn vroegst in
1967) zullen dergelijke stappen tot het
verleden behoren".
Wie denkt of zegt dat de Tilburgse tex
tielarbeider niet weet wat er in deze sec
tor plaatsvindt, heeft het mis. Zij zyn
de informele communicatiekanalen waar
langs zich geruchten over sluitingen en
fusis verspreiden. Dat men n de werkne
merskringen met de moeilijkheden op de
hoogte is, blijkt duidelijk uit het jaarver
slag over 1964 van de Katholieke Bond
van werknemers in het kleding- en tex
tielbedrijf ,,St.-Lambertus" afdeling Til
burg.
Als werkelijke oorzaak van de terug
gang in het aantal leden (5,2 pet. in dit
jaar) wordt een complex van omstandig
heden genoemd. Naast het voortduren
van de hoogconjunctuur, waardoor vele
werknemers zich zouden laten verblin
den met het waanidee „alles komt van
zelf", worden de moeilijkheden bij een
aantal textielbedrijven vermeld, waardoor
het vertrouwen van de werknemers in
deze tak van industrie ernstig is geschokt.
Daarbij de houding van de werkgevers,
met als gevolg dikwijls langdurige en
moeizame onderhandelingen voor de c.a.o.
en tenslotte de lagere rechtensgeldenide
lonen vergeleken bij andere bedrijfstak
ken.
De verwachting voor de toekomst is
niet optimistisch. Met een verdere terug
gang in het ledental zal rekening moeten
worden gehouden „omdat er duidelijke
aanwijzingen zijn van een toenemend
verloop uit de textielindustrie. Het ver
trouwen van de werknemers in deze be
drijfstak wordt wel zwaar op de proef
gesteld. Het liquideren van ondernemin
gen, het niet of slechts een laag percen
tage uitkeren uit de winst hetgeen
wijst op onrendabiliteit van de onderne
ming doet de textielindustrie geen
goed. Integendeel, wij vrezen een sneeuw
baleffect", aldus de woorden in dit laat
ste jaarverslag.
(Advertentie)
,fg
A:
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM
Voordat de vermomde prinses
Beatrix tijdens haar rondgang
door donker Amsterdam door een fo
tograaf werd ontmaskerd, was haar
indentiteit al eerder ontdekt. Majoor
A. Bosshardt van het Leger des Heils
vertelde gistermorgen tijdens een
persconferentie, dat zij met machti
ging van de kroonprinses hield: „Toen
wij op de wallen liepen kwamen er
twee jongens van ongeveer tien jaar
achter ons aan, die ons door hadden.
Ik denk dat er iets was uitgelekt tij
dens de taptoe van ons jong-solda-
ten, die de prinses eveneens incog
nito had bijgewoond. In ieder geval
leek het ons toen beter even de buurt
uit te gaan. Zo kwamen we bij Hop
pe terecht. Achteraf reuze stom na
tuurlijk, want ik had kunnen weten,
dat er journalisten waren. Gelukkig
was de prinses niet erg boos, nadat
ze ontdekt was. Op het moment, dat
ze de fotograaf in kwestie zag, wist
ze dat het net te laat was, want ze
herkende hem ook. We zijn er toen
mee opgehouden, want ze begreep
dat het geen zin meer had, de rond
gang af te maken. We zijn in een
taxi gesprongen en raakten zo zelfs
de rechercheurs kwijt, die ons had
den gevolgd.
riet was volgens de majoor Boss-
hardt de duidelijke wens van
de prinses om de mensen uit donker
Amsterdam te leren kennen vanuit
hun ontmoeting met het maatschap
pelijk werk. Ze was zich daarbij ter
dege van bewust van het feit, dat ze
in vervelende zelfs gevaarlijke situa
ties kon komen, maar had dat risico
willen nemen. Zij is dan ook samen
met de majoor in enkele verdachte
huizen geweest en voorts in verschil
lende bars. Nergens werd zij herkend.
„Het leukst was een bezoek aan een
gezin van zes kinderen, waarvan er
een jarig was aldus de majoor. „De
taart met de kaarsjes stond op tafel.
We hebben er gepraat en de bijbel
gelezen tn gebeden. De prinses deed
met alles mee". Onderweg hebben
de prinses en haar gids gepraat over
de problemen van donker Amsterdam
zoals prostitutie, eenzaamheid en
drankmisbruik. „Ik had haar geen
collectebus gegeven", zei majoor
Bosshardt ook „dat vond ik te gê
nant. Wel verkocht de prinses zelf
standig „De Strijdkreet" alles bij
elkaar een stuk of tien. Het geld stak
ze in haar zak en gaf ze me later op
straat".
UIT
een commentaar op de recente liqui
daties van Tilburgse wollenstoffenbe-
drijven (N.V. Schoenmakers en Fr.
Mutsaerts), gaf de heer J. Oude Vrie-
link, kringbestuurder vain St. Lamber-
tus, waarbij ruim 3800 werknemers in
de Tilburgse textiel zijn aangesloten
van de bijna 12.000 werknemers, als
zijn mening te kennen, dat er over een
aantal jaren slechts voor 6000 werkne
mers in deze bedrijfstak arbeid zal zijn.
Dit betekent, dat de helft van de mo
menteel in de textielindustrie werk
zame personen elders emplooi zal moe.
ten vinden.
de overschrijvingen van onze bond
naar andere bonden, die in het afge_
lopen jaar 216 keer plaatsvonden (1962~
123), wordt de vlucht uit de textiel
voor ieder duidelijk. Het is de direc
teur-generaal van de Arbeid overigens
kwalijk te nemen, dat de afgifte van
vergunningen voor tijdelijke arbeids
tijdverkortingen zo lang op zich laten
wachten en dat aanvragen voor lang
durige perioden niet in behandeling
worden genomen. Er is van die zijde
te weinig begrip voor de typische moei.
lijkheden van deze industrie, alsmede
voor de eigenaardigheden van de zo
genaamde textielcyclus waarin de gril.
lige mode een grote rol heeft. Het toe.
laten van arbeidstijdverkortingen zou
een gunstige invloed hebben op de le
vensvatbaarheid vain de Tilburgse wol.
lenstoffenindustrie, daar dan de werk
gevers niet zouden zijn gedwongen om
een keuze uit uitersten nl. afstoten
van arbeidskrachten of aanhouden op
non-actief, te moeten maken. Vanwege
het ontbreken van exacte gegevens
hetgeen mede het gevolg is van de
grote zwijgzaamheid onder de fabri
kanten, moet veelal met oppervlakkige
waarnemingen en geruchten worden
volstaan", aildus de heer Oude Vrie-
link op onze vraag of hij nog toekomst
mogelijkheden voor de Tilburgse ar
beider in de textielindustrie van deze
stad zag.
ROTTERDAM (ANP) Nieuw* ver
wikkelingen in de omvangrijke haven-
fraudezaak te Rotterdam met de moge
lijkheid van uitbreiding naar Antwerpen
schijnt niet uitgesloten te zijn.
De Rotterdamse rivierpolitie heeft na
melijk de 41-jarige bedrijfsleider M. A.
van K. uit Vlaardingen, van de tijdens
eerder gevoerde proces genoemde N.V
Oceana, een scheepvaartbedrijf gevestigd
in Rotterdam en in Antwerpen, voor de
officier geleid onder verdenking van ern
stige frauduleuze handelingen waarbit
grote bedragen gemoeid zouden zijn. De
administratie van de N.V., waaraan K
verbonden is, was reeds eerder in beslag
genomen en door de rivierpolitie in sa
menwerking met de rijksaccountants-
dienst onderzocht.
De dezer dagen voor de rechtbank in
Rotterdam verschenen verdachte G. was
directeur van Osto en president-commis-
Yan de N.V. Oceana, van welke
«Gi groot deel van het aandelen
pakket bezit.
TV/IEN vraagt zich in werknemerskrin
gen meer dan eens af of de nood
zaak tot sluiting van een bepaald be
drijf wel zo urgent is als men dikwijls
doet voorkomen. Door middel van het
plaatsen van personeelsadvertenties wil
men het imago van de textielindustrie
als 'n betrouwbare werkgelegenheids-
bron behouden. Menig arbeider die van
baas wilde veranderen, kreeg bij solli
citatie te horen dat men reeds voor
zien was. Informaties bij confraters in
het betreffende bedrijf brachten dan
aan hot licht, dat er geen nieuweling
was aangenomen. Integendeel on
danks deze advertenties hebben een
aantal bedrijven hun arbeidersbestand
geleidelijk teruggebracht."
TN het jaarverslag van de bond lezen wij
o.m. het volgende: „met de zgn. 3 pet-
regeling (die na vele moeilijkheden in
1962 tot stand is gekomen en die een
begin maakte aan de winstdeling in de
Tilburgse textielindustrie) gaat het
niet naar wens. Ondernemingen die
zeer wel in staat zijn de volle drie
procent uit te keren, beperkten zich,
evenals de jaren daarvoor, tot 1.5 pro
cent met enkele uitzonderingen van
1,75 tot 2 procent. Een aantal onderne-
mangen is kennelijk niet rendabel ge
noeg om van deze regeling gebruik te
maken, gezien het feit dat er bij deze
met tot een uitkering wordt overge
gaan. Dit lijkt ons wel een teken aan
de wand."
AMSTERDAM (ANP) De boek
binderij firma Proost en Brandt
te Amsterdam heeft als eerst? in het
land een Amerikaanse bindmacliine aan
geschaft.
Deze machine (prijs twee miljoen
gulden) produceert per uur circa 15.000
pocketboeken of circa 5000 gewone boe
ken.
Zij levert garenloze exemplaren, maar
het mechanisch opbrengen van twee
lijmsoorten garandeert, volgens de di
rectie, een bindkracht die nagenoeg ge
lijk is aan di» van een ingenaaid boek.
Om 5000 boeken per uur te produce
ren, zouden vroeger 35 naaimachines
moeten worden ingeschakeld.
Als gevolg van de steeds toenemend»
vraag naar boeken en tijdschriften heeft
de industriële boekproduktie en de druk
kerswereld in Europa de laatste jaren
een snelle ontwikkeling doorgemaakt. In
1964 werden in Nederland vijftig miljoen
boeken (waarvan de helft pockets) ver
kocht tot een totaalbedrag van circa
f 200.000.000.-. De komende vijf jaar
wordt een verdubbeling van de boeken
verkoop in ons land verwacht.
OSLO (UPI) President Tito van
£'diS1?vië zal van 10 tot 14 mei een
officieel bezoek brengen aan koning Olav
V. van Noorwegen en de Noorse rege-
rmig brengen.
De president en mevr Joavanka Tito
zullen de eerste twee dagen de gast van
de Nooorse konng zijn en de laatste twee
dagen va^ de Noorse regering.
DEN HAAG De nieuwe modelbouw
verordening, die, zoals wij gisteren meld
den, door de „Vereniging van Nederland
se Gemeenten" is opgesteld, kan, indien
massaal toegepast, belangrijke verbeterin
gen brengen in de kwaliteit van de
nieuwbouw. Verschillende ongemakken
en tekortkomingen zullen er door verme
den kunnen worden.
De directeur van de bouw- en woning-
dienst van Utrecht, de heer W. Janssen,
wijst op de Verenigde Staten, waar de
aannemers de bouwverordeningen met
opzet sterk plaatselijk gebonden houden
en de unificatie tegengaan. Daardoor bin-
ven daar de bouwprijzen voor woningen
onnodig stijgen, terwijl tevens de kwali
teit door de beperking van de concurren-
tie van elders ongunstig beïnvloed wordt.
Het is volgens de heer Janssen boven
dien nodig, dat thans de verschillende
bouwverordeningen in ons land worden
aangepast aan de sterk toegenomen toe
passing van niet-traditionele constructies
in de woningbouw. De bepalingen waar
aan een nieuw te bouwen woning volgens
de nieuwe verordening moet voldoen zijn
o.m. de volgende:
Een woning moet behalve een toe-
gangsportaal drie kamers, een afzonderlij
ke keuken, een afzonderlijk privaat én
een afzonderlijke badkamer hebben, als-
kasten e8n kon of erf en voldoende
i-Pf ,vl°er van de keuken moet op de
zelfde hoogte liggen als de vloer van de
hoofdwoonkamer.
In de keuken moet ruimte voor een
kooktoestel en een koelkast zijn.
In keukens en andere ruimten waar
gekookt wordt, moet voldoende geventi
leerd kunnen worden.
De wanden van een badruimte moe
ten tot tenminste 1,7 meter boven de
vloer een waterdicht afgewerkte opper
vlakte hebben. H
-f De vereiste gasinstallatie moet niet al
leen een aansluitgelegenheid voor een
kooktoestel in de keuken omvatten, maar
ook voor een warmwatertoestel in de
keuken en voor een warmwatertoestel in
de badkamer.
??mers, ..eP keukens moeten een
vluchtweg bij brand hebben.
Trappehuizen moeten over de volle
hoogte en over een breedte van tenmin-
ste een meter hetzij begrensd zijn door
een buitenwand, hetzij grenzen aan de
buitenlucht. (Dit geldt niet voor een één-
en--zgn' inPandig trappehuis
15 toegestaan, mits er een qua verlichting
ventilatie e.d. aanvaardbare toestanc
wordt verkregen.
Er moeten waarborgen zijn voor het
vocht- en regenwerend vermogen, warm-
te-isolatie en geluidsisolatie.