CHRISTINE TRUMAN
DROOMT NOG VAN
WIMBLEDON-TITEL
Gerard van Genen:
„DAF-RACEAUTO
WAS MI.IN IDEE"
OP 64
VELDEN
Drie uur
moest ik
met van
Doorne
kletsen
B.T.C.I. I WACHT
MOEILIJK SEIZOEN
mm
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 24 APRIL 1965
Opinieondersoek
■ill-
Nat circuit
Trage start
Tenniscompetitie
Sport bijzaak
Rotte eieren
Zeldzaam
Illusie
ledereen is gek
LJöBLJANA (UPI) Het pers
bureau Tanjoeng heeft de journa
listen die de wereldkampioen
schappen tafeltennis bijwonen, aan
een opinie-onderzoek onderworpen
dat de situatie op en om de kam
pioenschappen gold. Het resultaat-
De ijverigsten - de Koreanen. De
opgeweksten - de Japanners. De
zwaksten - de Indiërs en de Mal-
tezers. De luidruchtigsten - de fo
tografen. De.koppigsten - de hand
tekeningjagers. De zwijgzaamsten
- de Chinezen. De spraakzaamsten
- de Vietnamezen. De knapsten -
de Australische meisjes. De snel-
sten - de kelners. De dorstigsten -
de journalisten.
met Neil Kerr, een tandarts uit Ur
verpool. Maar de Britse tennis-ster is
nog steeds vrijgezel en er zijn nog
geen huwelijkspartners in zicht.
Op een vraag wat ze na het ten
nissen zal gaan doen, antwoordde ze:
„U moet eigenlijk vragen wat ik er
voor ga doen. Wel, ik ga Wimbledon
winnen!"'
W. J. MUHRING -
Terwül de oudere schaakgeneratie In
de jaren twintig de leer van Tarrasch
aanhing, die stelde, dat wit met 1. e2-e4
of 1. d2-d4 moest openen en dan zo snel
mogelijk diende aan te sturen op de be
zetting van het centrum, rebelleerden de
jongeren hypermodernen genaamd
fel en onstuimig tegen dit dogma. Onder
aanvoering van Reti, Nimzowitsch en
Tartakower beweerden zij, dat niet de
bezetting van het centrum belangrijk Is,
maar de beheersing ervan.
En van die tijd af rezen de flankope
ningen als paddestoelen uit de grond. Na
tuurlijk is noch het dogma, noch de stel
ling van de hypermodernen alleen zalig
makend. Alles hangt van het stellingspro
bleem af. Zulks neemt evenwel niet weg,
dat deze nieuwe gedachten de ontwikke
ling van en het inzicht in het schaken
aanzienlijk verrijkt hebben. Een actueel
gevecht uit het kampioenschap van Is
rael geeft hieronder een aardig inzicht
in deze problematiek van de bezetting en
beheersing van de centrumvelden. De
zwartspeler slaagt erin het centrum te
bezetten, doch de ondermijnende activi
teiten van zijn rivaal doen de kansen ten
gunste van deze keren. Met een alleraar
digste combinatie gevolgd door een onbe
rispelijke afwikkeling wordt de zwartspe
ler daarna snel tot overgave gedwongen.
Wit: Yair Kraidman Zwart: M. Czerniak
I. d2-d4, c7-c5 2. Lgl-f3, c5xd4 3. Pf3xd4,
Lfl-g2, Lc8-e6 7. 0-0.
Lfl-g2, Lc2-e6 7. 0-0
(Na verwisseling van zetten is een ver
takking van het „omgekeerde" Grunfeld-
indisch ontstaan. Een situatie dus, waar
in niet wit doch zwart de klassieke cen
trumformatie opgebouwd heeft)
7. Pg8-f6
(Wellicht beter was 7. Dd7 om snel tot
de lange rochade te komen)
8. Lcl-g5, Dd8-d7
(Konsekwenter was 8. Le7 9. Lf6:, Lf6:
10. Pc5, e4 en dan faalt 11. Pb7: op 11.
De7. Na de tekstzet wordt de zwarte
stelling enigermate verzwakt)
9. Pbl-c3, Ta8-d8 10. e2-e4, d5-d4
(De voorkeur verdiende toch wel 10.
de4:)
II. Pc3-d5!, Lf8-e7 12. Lg5xf6, g7xf6
(Stellig niet beter was 12. Lf6: wegens
13. Pc5, Dc8 14. Pe6:, fe6: 15. Dh5+!, Kf8
16. Pf6:, gf6: 17. Dh6 T Kf7 18. f4 en wit
heeft een winnende aanval)
13. Pb3-c5!
(Verrassend, het is duidelijk dat dit paard
wegens dameverlies niet te nemen is)
13. Dd7-c8 14. Pc5xe6, f7xe6
(Wederom gedwongen)
15. Ddl-h5 Ke8-d7 16. Lg2-h3, Td8-f8
17. c2-c3!
(Deze actie is gericht tegen een eventuele
vlucht van de zwarte koning naar de da
mevleugel. Maar zover komt het niet)
17. Dc8-e8
(De beslissende fout, maar in feite was
de zwarte positie reeds onhoudbaar)
Stelling na 17. Dc8-e8
Oplossing
1. Pc3-a2 Zetdwang! 1.
a) b3xa2 2.
x. x uvtuwdii^,. x. cl/
Dbl-c2 alsmede 3. Lh4-f2 mat. Op 1.
b) Ke3-e2 wint 2. Pa2-b4:, Ke2-d2 3. Dbl-
el mat. (of na 2. Ke2-e3 3. Dbl-d3 mat)
En na 1. c) Ke3-d2 2 Kg4-f3. b3xa2
volgt 3. Lh4-el mat. Tenslotte beslist na
1. Ke3-d4 2. Lh4-f2+, Kd4-c4 3. Dbl-fl
mat
18. Lh3xe6
(Een aardige combinatie. Zwart kan de
loper wegens dameverlies niet nemen)
18. Kd7-d6 19. Dh5-h3, h7-h5 20. Le6-f5,
Le7-d8 21. Tfl-dl, Ld8-b6 22. Dh3-fl!
(De inleiding tot een snelle en efficiënte
afwikkeling)
22. h5-h4 23. g3-g4, h4-h3 24. Dfl-b5,
Tb8-g8 25. Kgl-fl, De8-d8 26. Tal-cl,
Pc6-e7 27. c3xd4
(Dreigt mat door 28. Db4+)
27. Pe7xf5 28. d4xe5+!, f6xe5 29. Pd5-
c7 Lb6-d4
(Op 29. Pd4 beslist 30. Td4:
30. Db5-d5+ en zwart gaf zich gewonnen.
Het mat is onafwendbaar 30. Ke7 31.
De6 mat.
Een zeer leerzame en interessante partij.
SCHAAKRAADSEL
In het onderstaande schaakraadsel kan
de witspeler met een miraculeuze pro-
bleemzet zijn tegenstander in zetdwan;
brengen, wat een niet te pareren mat ten
gevolge heeft. Het is een bijkans vol
maakt probleem.
Wit aan zet en geeft mat in 3 zetten.
Opgefrommeld in zijn zilver
kleurige DAF-haai voelt Van Ge
nen zich pas in zijn element. „Het
gaat mij om een eerlijk gevecht",
zegt hij, „en en passant raak ik
mijn drift ook nog kwijt".
te maken. Wij willen het dan ook meer
zoeken in de richting van de verkeers
techniek.
Onze leden betalen 300 gulden in
schrijfgeld en als er tien zijn, wordt er
een wagen gekocht. Je kunt dus op je
vingers narekenen, dat 'n raceauto niet
meer dan drie mille mag kosten en
voor die prijs kun je inderdaad een
dragelijke tweedehands Austin krijgen.
Mijn uitgangspunt was: „als je op een
gegeven moment allemaal in dezelfde
auto rijdt, dan is het niet meer de wa
gen die wint, maar de man." En dat is
sport.
Nou zochten we al een hele tijd naar
een snellere wagen en heel voorzichtig
hadden we al gespeeld met het idee.
dat een Lotus 6 wel aardig zou zij",
maar in diezelfde tijd kwamen we in
contact met Han van der Blij, die ook
bezig was aan een racewagen. Dat d'nS
kostte alleen 9.5 mille en dat ging ons
boven de pet. We hebben aanvankelijk
nog geprobeerd om dat ding als bouw
pakket te krijgen, maar dat scheelde
duizend gulden en dat was nog te veel.
Op dat moment dacht ik: „Als
we het .nou eens met een D.A.F.-
motor proberen, dan hebben we
gelijk de eerste Nederlandse race
wagen." Van der Blij had name
lijk in zijn eigen chassis een
B.M.W.-motor ingebouwd en dat
was dus maar een halve Hol
lander.
Ik heb drie uur met Van Doorne
moeten kletsen, voordat hij er wat in
zag. Volgens hem was de DAF een wa
gentje voor pastoors en wijkverpleeg
sters en hij was bang dat die hele race_
rij de verstokte DAF-klanten zou af
schrikken. Gelukkig heb ik hem kun
nen overtuigen van het feit, dat valse
bescheidenheid niet altijd een deugd is,
want zijn motor is namelijk geweldig.
De gehele winter zijn we in de
garage van Jongerius in Zoetermeer
bezig geweest aan onze raceauto en
begin januari waren we zover. On
dertussen hadden we rustig door-
getraind onder leiding van Rob Slo
temaker. Die eerste proefritten zal
ik nooit vergeten. We wisten immers
niet, wat die variomatic op het cir
cuit zou doen. Nou, ik kan je ver
tellen, dat het geweldg was. Het is
geivoon een idee fixe, dat een auto
pas écht auto is, wanneer je moet
schakelen, want in feite is die pook
alleen ballast. Racen is gas geven
en sturen, niks meer en niks minder.
Tot nog toe hebben we met die DAF
alleen op een nat circuit gereden en
toch haalden we rondetijden van 2.20.
Dat is overigens nog pas het begin,
want ondertussen zijn ze in Eindhoven
alweer bezig aan een nieuwe versie,
die er 170 kilometer per uur uitstampt.
Dat moet je je voorstellen: niet scha
kelen en dan met zo'n snelheid op de
Tarzanbocht af. Let op mijn woorden:
straks kan de Cooper op het dak gaan
zitten.
We hebben trouwens meer plannen
met de DAF. We willen bijvoorbeeld
met zes gewone Daffodiltjes gaan rij
den, zodat iedereen gelijke kansen
heeft. Het gaat immers niet primair om
de snelheid, maar om het gevecht van
man tegen man. En of je dat nou doet
met 220 kilometer per uur of 80, het
spel blijft hetzelfde. Ik ben er overi
gens van overtuigd, dat de DAF-motor
veel meer mogelijkheden heeft, dan er
momenteel worden uitgehaald. Volgens
mij zijn ze veel te bescheiden.
We zullen dat trouwens met de AAS
bewijzen. Volgend jaar willen we zes
DAF-raceauto's hebben. Daar gaan we
dan de baan mee op en wie het scherpst
riidt. gewonnen.
Op die manier krijg je een
eerlijk gevecht en toch raak je
je drift kwijt. „En wat wil een
man nou eigenlijk nog meer?"
(Van onze tennismedewerker)
De 24-jarige Britse tennisspeel
ster Christine Truman, nu al ja
ren achtereen een der favorieten
voor de Wimbledon-titel, gaat 't
dit jaar opnieuw proberen. Elk
jaar faalde zij op het kritieke
moment omdat zij de spanning
van het toernooi niet kan verdra
gen. De „nieuwe" veelbesproken
Christine Truman, die thans een
nög krachtiger en volwassener
indruk maakt, zegt zelf dat haar
spel er niet op vooruitgegaan is.
En op een voorzichtige vraag naar
haar lichamelijke conditie ant
woordde ze: „Als ik alle goede
raad had opgevolgd, was ik nu
een skelet." Het was een heel
slecht excuus voor het feit dat ze
wederom zwaarder en dikker is
geworden. Ze haat het om over
haar gewicht te spreken en ze
heeft zich na haar vijftiende jaar
niet meer gewogen. Laatst ont
dekte ze, dat haar lengte nu
1,85 m is.
Het probleem van Christine's per
soonlijkheid is eigenlijk meer een dra
ma dan een mysterie. Zij heeft de bes
te trainers gehad en beschikt dus over
een geweldige ervaring. Niettemin
lijkt het zeker, dat zij tijdens het Wirrc-
bledon-toernooi van 1960 haar laatste
kans op de titel verspeelde.
In de halve finale buitte de Mexi
caanse Maria Bueno de immer trage
start van Christine Truman ten volle
uit door een overrompeling, waarin de
Engelse een leerlinge leek: 60 in elf
minuten, met verlies van slechts 9
punten in de gehele set. Toen de eeuwi
ge wisselwerking, waarvan niemand
ooit de oorsprong met zekerheid kan
vaststellen; werd Bueno wat voorzich
tiger, werd Truman vinniger, agressie
ver?
Een fel omstreden tweede set, met
een ietwat angstige Bueno, verdedi
gend spelend met enkele uitvallen, een
forehand van Truman, die zich meer
en meer ging uitvieren, spannende
deuce games, tenslotte 75 voor de
Engelse. Ovaties van het publiek, dat
reeds een landgenote in de finale hoop
te te zien.
En toen de ommekeer, het terugvin-
(Van onze tennismedewerker)
BREDA Honderden, misschien wel
duizenden tennisenthousiasten zullen met
gemengde gevoelens denken aan de ko
mende zondag, de dag waarop de lan
delijke tenniseompetetie begint. Welis
waar gingen 1 maart de banen open,
doch maart roerde ook ditmaal zijn
staart en het bleef tot op heden koud
en guur.
Voor vrijwel iedere speler (ster) komt
deze eerste competitiedag dan ook weer
veel te vroeg, want waar bleven de da
gen die konden worden gebruikt om de
eerste services, drives, smashes en vol
leys te slaan, de mooie lentedagen waar
naar al zovele weken gehukerd was?
Te Breda staat de overgangsklasser A,
het in de afgelopen jaren zo sterk naar
voren gekomen BTCI, voor een zeer
moeilijk seizoen. Frans de Kort en Ca-
rel Thyssen zuUen uitkomen voor TC
Tilburg I, hetgeen het team van „de Mark-'
danig heeft verzwakt. Naar alle waar
schijnlijkheid zal de ploeg nu bestaan
uit mevr. J. v. d. Oord, mevr. M Pijnen
burg, J Pijnenburg. J. Kuylaars en P.
Witlox. Mevr. N. Verschuuren is met
vakantie en zal de eerste competitiedag
niet van de partij kunnen zijn.
TC Breda, dat wederom in overgangs
klasse B uitkomt, start met een onge
wijzigde ploeg bestaande uit mej. J. War-
ringa, M. Piederiet. B. Schiefelbusch en
H. Herben. Het programma: Overgangs
klasse A: BTCI 1-THOR RW 3; over
gangsklasse B: TC Breda-DOS 1; tweede
klasse: Bred. LTV 1-BTCI 2, Bast. Base
laar 1-Bred. LTV 2, THES 2-TC Breda 2;
derde klasse: SBOZ 1-CV 1. ELTV 6-
BTCI 3; vierde klasse: Middelburg LTC
2-NOCO. TC Breda 4-Bred. LTV 4, BTCI
5-TC Breda 3, Bred. LTV 3-TC Tilburg
5, CV 2-Bast Baselaar 3, TC Tilbug 4-
BTCI 4; vijfde klasse; HES 2-Bred. LTV
7, Bred. LTV 5-TC Etten 2, CV 3-ARRC
3, de Waranda 3-TC Breda 5, TC Breda
6-Raamsdonk 2, Markendaal 2-Madese j
TV. TC Gilze 4-Markendaal 3, Bred. LTV
6-TC Gilze 2, BTCI 6-TOP.
-
en ik won ook wel eens wat. Op de
oprichtingsvergadering van de Austin
Healyclub schijn ik toen een enorme
grote mond te hebben gehad, want
prompt werd ik tot spotrtcommissaris
gebombardeerd. Ik zeg nou net, of het
me verbaast, maar dat is natuurlijk niet
zo, want ik weet heel goed, dat ik een
enorme prater ben. Als ik zou willen
hè, als het me in dit vak alleen om de
poen ging, dan stampte ik de ene wa
gen na de andere eruit, want als de
mensen eenmaal in je ban zijn, kopen
ze, alsof het brood is. Ze worden in
alle toonaarden bedonderd, maar ik
kan alleen verkopen, waar ik zelf hei
lig i-n geloof.
Die Austin Healyclub was het achter
af ook niet helemaal, want de meesten
werden alleen maar lid voor de gezel
ligheid en de sport was bijzaak. Je
weet het wel. Achter mekaar gaan ry_
den en de grote jongen uithangen. Ik
heb toen voorzichtig geprobeerd om de
sportieve kant wat meer naar voren
te halen en dat lukte aardig. Ik ben
büvoorbeeld de eerste in Nederland ge
weest, die begon met formatierijden.
Ik dacht: als het met vliegtuigen kan,
dan met auto's zeker.
We reden met drie auto's in een
speerpunt en de belangstelling was
enorm. Toen begon de secretaris tegen
te werken. Onverdunde jaloezie als je
het mij vraagt. We reden in V-vorm,
in schuine linie, maar die man bleef
pesten en opeens had ik er balen van.
Ik rijd immers voor mijn plezier en niet
voor mijn sjagrijn.
Het vervelende is alleen, dat ik niet
stil kan zitten en prompt begon ik
weer met stunts. Ik draaide de auto
bijvoorbeeld op de lange baan 180 gra
den om. Dat is mijn idee geweest, een
leuk idee; maar het liep>alleen vreselijk
in de papieren. Drie keer heb ik een
chassis uit elkaar gerukt en als je die
fratsen uithaalde, vlogen niet alleen de
stukken rubber, maar ook de spaken
om je oren.
Op een gegeven moment dacht ik:
„dat kan zo niet doorgaan, want dan is
het einde zoek". Het stak me toch al
een hele tijd, dat de jongen met de
dikste portefeuille, de beste kansen
had, want dat stemde volgens mij niet
overeen met de ideeën van sportiviteit.
Als je vader bulkt van de centen, kan
het je niet schelen om uit de bocht te
vliegen en je halve wagen te verspelen,
want volgende week rijd je toch weer
in een nieuwe. Op die manier schiet je
wel lekker op maar het is alleen geen
sport meer. Als ik morgen een nieuwe
uitlaat onder myn wagen monteer,
heeft Pietje overmorgen een nog gro
tere en zo biedt de één tegen de ander
op. De situatie was dan ook zo, dat de
jongen met het meeste geld de race
won.
Twee jaar geleden z\jn we daarom
begonnen met de Stichting tot bevorde
ring van de Amateur Auto Sport. Af
gekort heet dat geval AAS en in okto
ber 1963 hebben we met zijn tienen
voor gezamenlijke rekening een Austin
Healy Sprite gekocht. De bedoeling
was en is om verantwoord hard te le
ren rijden en daarmee de verkeersvei
ligheid te helpen vergroten. Wij willen
ook de rallysport beïnvloeden, want
zoals het nou gaat kunnen er alleen
maar brokken van komen. Hard rijden
doe je op het circuit van Zandvoort,
maar op de weg heb je je aan de gel
dende regels te houden. Die kant wil
len we ook uit en de overheid voelt er
alles voor. Dat geklungel met rotte eie
ren zoeken heeft niks met rallyesport
De foto's liegen niet en win
den er geen doekjes om. Gerard
Van Genen is een man met de
helm geboren. Zijn vrouw Maud is
trouwens ook een toegewijd snel-
heidswonder.
CHRISTINE TRUMAN
penibele situatie
den van de sterke service door Bueno,
het snelle, luchtige en toch afmaken
de volleren, 't weg-ebben van de Brit
se illusie: 6l voor Maria Bueno!
Maar misschien was haar kans op een
Wimbledon-titel in 1961 nog groter. In
ieder geval stond ze toen in de finale
en haar tegenstandster was de frêle
28-jarige landgenote Angela Mortimer.
Dit was meer dan welke Brit had dur
ven hopen. Voor de eindstrijd had
Christine te kennen gegeven: „Nü
of nooit meer." Helaas, het werd voor
het Britse tennissterretje een drama
tische nederlaag in een aldoor gelijk-
opgaande strijd: 46, 6—4, 7—5 voor
haar bijna tien jaar oudere tegen
standster.
Lichamelijk heeft Christine Truman
de zware training, die zij van J°ngs
a.f aan heeft ondergaan, zonder moeite
kunnen verwerken. Fysiek en tech
nisch had zij dan ook al vroeg een
hoogtepunt bereikt. De laatste jaren
heeft men moeten constateren, dat zij
de geestelijke stabiliteit, die voor het
behalen van een zo belangrijke titel
nodig is, niet heeft kunnen opbren
gen. Enkele jaren geleden kon haar
falen nog worden toegeschreven aan
grillige psychologische inzinkingen, die
d.e jeugd eigen zijn. Er is echter geen
wijziging gekomen in het rampzalige
patroon.
De Trumans vormen een hechte fa
milie. Vader leerde moeder op de ten
nisbaan kennen en ze hebben nu zes
kinderen die allen min of meer be
gaafd zijn op tennisgebied. Op Wemble-
don speelt Christine in de damesdub-
bel met haar zusje Nell en in het ge
mengd dubbel met haar broer Hum
phrey. Dit is 't zeldzame van de Tru-
man-familie.
Christine is nu 24. Ze wil nog al
het mogelijke doen om de Wimbledon-
titel te winnen. Volgens Britse experts
zijn haar kansen dit jaar bijzonder
groot. Illusies, want het lijkt ons dat
de formidabele Britse ook dit seizoen
nog steeds geen kans heeft tegen de
Australische Margareth Smith, de
Braziliaanse Maria Bueno en de
Australische glamourgirl Lesley Tur
ner om er maar enkele te noemen.
Maar mogelijk werken de verwachtin
gen van de experts inspirerend.
Zelf zegt ze over het komende Wim-
bledon-toernooi: „Het is een kwestie
van geluk hoe je op dat moment
speelt. Je wordt door iedereen gade
geslagen en de omstandigheden zijn
anders dan in andere toernooien. Daar
om zijn de resultaten dan ook dikwijls!
anders dan de verwachtingen". Ja, zo
is het. Nu gaat ze stevig trainen voor
haar negende Wimbledon. Minstens
anderhalf uur tennis per dag plus een
uur lichamelijke oefeningen.
Maar waarschijnlijk stort ook dit
jaar dit droomkasteel ineen. Niemand
hoopt 't want iedereen gunt dit Britse
meisje de hoogste eer. Niettemin lijkt
het ons, dat Christine zich er nu wel
van bewust is dat zij een sterk maar
geen groot speelster is. Dat forsheid
en kracht niet voldoende zijn om de
begeerde Wimbledon-titel te behalen.
Daarbij heeft ze nog de handicap,
dat ze al sinds haar dertiende jaar
bijna blind is aan haar linkeroog.
Omdat de familie Truman er niets
voor voelde dat dit feit bekend werd
heeft men het steeds verzwegen.
Haar gezichtsvermogen"aldus de
moeder van Christine Truman„is nu
precies zo sterk als in de tijd dat ze
in topvorm was."
In 1962 verschenen berichten in de
pers over een huwelijk van Christine
MARIA ESTHER BUENO
De foto's, die Gerardus Dominicus van Genen uit zijn map opvist
en met een gretig voila-gebaar op tafel werpt, liegen er niet om:
op de eerste staat hij met zijn vrouw Maud intens verzaligd naast
een zilverkleurige racewagen, op de tweede zit hij al tot aan de brede
borst in de stalen haai, vastberaden, welbesnord en ingesnoerd in
zo'n zelfde pak, waarmee ruimtevaarders in hun capsule kruipen.
Het lijdt dan ook geen twijfel, dat Gerardus Dominicus één van de
vaderlanders is, die met de helm werden geboren.
Hij geeft het zelf trouwens ruiterlijk
toe: „Als jongen wilde ik piloot wor
den, lekker door de lucht scheuren,
gas geven, achies draaien boven het
ouderlijk huis. Dat leek me nou zalig,
maar op het beslissende moment kreeg
ik in dienst een verwonding en pro-mpt
werd ik afgekeurd. Ik heb er nooit bij
stilgestaan, maar die racewagen zal
best een compensatie zijn. Een man
moet nou eenmaal zijn driften kwijt
en dat kan op allerlei manieren. De
één zoekt het in de postzegels, een an
der gooit zijn tuin vol met fluitekruit.
Leuk hoor, maar ik rijd toch liever
hard in mijn drie en een halve liter.
Ik houd van snelheid, van een sportieve
prestatie, maar het moet niet onverant
woord worden. Daarom ben ik ook 'n
revolutionaire figuur in de autosport,
want de meesten rossen maar een eind
weg en wachten net zolang, totdat ze de
bocht uitvliegen. „Hé", denken ze dan,
„zo moet het dus niet" en de volgende
keer draaien ze hun stuur de andere
kant uit. Je moet-eens op een zaterdag
naar het circuit in Zandvoort gaan,
dan weet je niet wat je ziet. Het is één
grote ballentent, waarin de eerste de
beste lummel voor een paar gulden met
zijn leven mag stoeien. Opleiding is er
niet bij, veiligheidsvoorschriften ho
maar. Ga je ganig jongens, rossen maar.
Ik kwam zelf eens met een vaart van
110 uit de Tarzanbocht stuiven en
toen reed er een autobus vóór me.
Hoor je, wat ik zeg? Een joekel van
een autobus en dat kan allemaal.
Als er races zijn, komen er honderd
duizend mensen, die allemaal hopen dat
er één'uit de bocht zal vliegen en voor
de rest zitten ze lekker in het zonnetje
en roken hun sigaretje. Denk nou asje.
blieft niet, dat ze voor de sport zijn
gekomen, want lang vóór het einde van
de wedstrijd gaan ze alweer weg. Ze
willen op de Zandvoortseweg immers
niet in de file zitten.
Ik doe het anders, ik heb een enorme
drang naar zelfbehoud en van nature
vertrouw ik niemand op de weg. Mijn
stelregel is dan ook: „Iedereen is gek,
behalve ikzelf." Mijn eigen va-der heeft
een ongeluk met zijn motor gehad en is
na zestien jaar aan de gevolgen over
leden: zoiets zet je aan het denken. Ik
wil echt niet gaan beweren, dat ik zelf
geen stunts heb uitgehaald op de weg,
maar achteraf, toen ik er goed van af
was gekomen, heb ik gezworen: „Dit
nooit meer."
Ik heb leren slippen en als er nou
eens 'n vrachtwagen naar links zwenkt
en ik kom aanstuiven met een vaart
van pakweg 120, dan frommel ik mijn
auto keurig in de berm en kom ik met
de schrik vrij. Maar wat doen de mees_
te automobilisten: die schrikken zich
rot en gaan bovenop de rem staan. En
hup daar gaan ze, door de heg, op de
andere rijbaan en de gevolgen zijn ver
schrikkelijk.
Ik rijd nog steeds hard, maar heb
de risico's teruggebracht tot normale
levensrisico's. Als je morgen met je
hondje op het trottoir loopt, kan er
ook een vrachtwagen komen, die je
tegen de gevel plakt. Die dingen ge
beuren. Je kunt zelfs lekker thuis naar
de televisie kijken en dan dondert het
plafond omlaag. Dat zijn de gewone
levensrisico's, de dingen waar je niks
aan kunt doen. Maar je mag nooit om
een ongeluk vragen, je mag geen se
conde je leven willens en wetens wa
gen.
En nou komt het vreemde. De mees
te automobilisten doen niet anders dan
op geluk rijden. Als je geen save be
stuurder bent en niet zo best manoeu
vreert, dan kan het lang goed gaan, ja
ren zelfs, maar eens ga je voor de bijl.
eens houdt dat stomme geluk op. We
ten zij veel van slippen, van rijden op
natte wegen? Ze hebben wel een op
leiding gehad, maar dat geeft geen en
kele garantie. Ook dat rooie papiertje
niet, waarop staat, dat je een auto mag
besturen. Het is een schande aan het
adres van de overheid, maar een feit
blijft, dat de rijopleiding in ons lamd
tenminste dertig jaar achter ligt.
Je kunt het eigenlijk niet eens een
opleiding noemen, hooguit een begelei.
ding. Mislukte fietsenmakers en ieder
een, die heeft ontdekt, dat hij voor
geen enkel ander vak deugt, begint
een rijschool en op die manier is het
een onderonsje geworden. Ik heb zelf
een rijschool en weet dus wat er in de
autobusiness te koop is. Ik durf dan
ook te beweren, dat de meeste mensen
hun goede geld in de bekende bodem
loze put gooien,en volkomen onvoorbe
reid .o.p het examen komen. Treffen ze
dan een soepele examinator en e.en
stille straat, dan halen ze het ook nog
en mogen ze met de zegen van de
overheid hun medemensen naar het le_
ven staan.
Nou vraag ik je op de man af: is
dat een krankzinnige toestand of niet?
Van een systeem hebben de meeste
rijschoolhouders nooit gehoord; van
didactiek ook niet en het resultaat is,
dat gemiddeld slechts 23 procent slaagt.
Bij mij ligt dat op 68 procent, omdat ik
stug vasthoud aan dertig lessen, mini
mum.
Je kunt nog zulke goede hersens
hebben en 'n formidabele aanleg, maar
die dertig lessen heb je gewoon niodig
om je in de chaos van het tegenwoor
dige verkeer in te passen.
Ik heb ook nog een garage, geen
loopzaak met één merk, maar een
adresje voor de jongens van de auto
sport. Het is daarin al precies hetzelf
de als bij de rijscholen. Het gaat alle
maal te makkelijk; er wordt toch wel
verdiend en voor een beetje service
zijn ze al te beroerd. Ik zou twaalf
mensen kunnen gebruiken, misschien
nog wel meer, want als garagehouder
ben je net een strooppot, die vliegen
vangt. Maar ik heb maar drie monteurs
rondlopen, want goeie zijn niet te krij
gen, Ik heb het pas nog geprobeerd
met een vierde man, die me door een
relatie was aanbevolen. Ik heb hem er
na veertien dagen uitgetrapt. Ik heb
nou eenmaal lol in mijn werk en ik wil
graag, dat het zo blijft.
Oorspronkelijk zat ik in de binnen
huisarchitectuur: het vak van mijn
vader en als gehoorzaam zoontje
hobbel je dan mee. Ik wilde die man
een plezier doenmaar als ik een in
terieurtje zat te ontwerpen, spook
ten er alsmaar auto's door mijn kop.
Nou kun je twee dingen doen', net
doen of je niks merkt en mooi de
frustratie inzeilen of lekker door je
knieën gaan en een wagentje kopen
Bij mij werd het een wagentje, een
vier cilinder Austin Healy, een 2.5 li
tertje, een schat je. Ik crosste er wat
mee, ik deed eens mee aam een puzzel,
ritje van de RAC, aan een SLS-ralley