CHRISTINE TRUMAN DROOMT NOG VAN WIMBLEDON-TITEL Gerard van Genen: „DAF-RACEAUTO WAS MI.IN IDEE" OP 64 VELDEN Drie uur moest ik met van Doorne kletsen B.T.C.I. I WACHT MOEILIJK SEIZOEN mm DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 24 APRIL 1965 Opinieondersoek ■ill- Nat circuit Trage start Tenniscompetitie Sport bijzaak Rotte eieren Zeldzaam Illusie ledereen is gek LJöBLJANA (UPI) Het pers bureau Tanjoeng heeft de journa listen die de wereldkampioen schappen tafeltennis bijwonen, aan een opinie-onderzoek onderworpen dat de situatie op en om de kam pioenschappen gold. Het resultaat- De ijverigsten - de Koreanen. De opgeweksten - de Japanners. De zwaksten - de Indiërs en de Mal- tezers. De luidruchtigsten - de fo tografen. De.koppigsten - de hand tekeningjagers. De zwijgzaamsten - de Chinezen. De spraakzaamsten - de Vietnamezen. De knapsten - de Australische meisjes. De snel- sten - de kelners. De dorstigsten - de journalisten. met Neil Kerr, een tandarts uit Ur verpool. Maar de Britse tennis-ster is nog steeds vrijgezel en er zijn nog geen huwelijkspartners in zicht. Op een vraag wat ze na het ten nissen zal gaan doen, antwoordde ze: „U moet eigenlijk vragen wat ik er voor ga doen. Wel, ik ga Wimbledon winnen!"' W. J. MUHRING - Terwül de oudere schaakgeneratie In de jaren twintig de leer van Tarrasch aanhing, die stelde, dat wit met 1. e2-e4 of 1. d2-d4 moest openen en dan zo snel mogelijk diende aan te sturen op de be zetting van het centrum, rebelleerden de jongeren hypermodernen genaamd fel en onstuimig tegen dit dogma. Onder aanvoering van Reti, Nimzowitsch en Tartakower beweerden zij, dat niet de bezetting van het centrum belangrijk Is, maar de beheersing ervan. En van die tijd af rezen de flankope ningen als paddestoelen uit de grond. Na tuurlijk is noch het dogma, noch de stel ling van de hypermodernen alleen zalig makend. Alles hangt van het stellingspro bleem af. Zulks neemt evenwel niet weg, dat deze nieuwe gedachten de ontwikke ling van en het inzicht in het schaken aanzienlijk verrijkt hebben. Een actueel gevecht uit het kampioenschap van Is rael geeft hieronder een aardig inzicht in deze problematiek van de bezetting en beheersing van de centrumvelden. De zwartspeler slaagt erin het centrum te bezetten, doch de ondermijnende activi teiten van zijn rivaal doen de kansen ten gunste van deze keren. Met een alleraar digste combinatie gevolgd door een onbe rispelijke afwikkeling wordt de zwartspe ler daarna snel tot overgave gedwongen. Wit: Yair Kraidman Zwart: M. Czerniak I. d2-d4, c7-c5 2. Lgl-f3, c5xd4 3. Pf3xd4, Lfl-g2, Lc8-e6 7. 0-0. Lfl-g2, Lc2-e6 7. 0-0 (Na verwisseling van zetten is een ver takking van het „omgekeerde" Grunfeld- indisch ontstaan. Een situatie dus, waar in niet wit doch zwart de klassieke cen trumformatie opgebouwd heeft) 7. Pg8-f6 (Wellicht beter was 7. Dd7 om snel tot de lange rochade te komen) 8. Lcl-g5, Dd8-d7 (Konsekwenter was 8. Le7 9. Lf6:, Lf6: 10. Pc5, e4 en dan faalt 11. Pb7: op 11. De7. Na de tekstzet wordt de zwarte stelling enigermate verzwakt) 9. Pbl-c3, Ta8-d8 10. e2-e4, d5-d4 (De voorkeur verdiende toch wel 10. de4:) II. Pc3-d5!, Lf8-e7 12. Lg5xf6, g7xf6 (Stellig niet beter was 12. Lf6: wegens 13. Pc5, Dc8 14. Pe6:, fe6: 15. Dh5+!, Kf8 16. Pf6:, gf6: 17. Dh6 T Kf7 18. f4 en wit heeft een winnende aanval) 13. Pb3-c5! (Verrassend, het is duidelijk dat dit paard wegens dameverlies niet te nemen is) 13. Dd7-c8 14. Pc5xe6, f7xe6 (Wederom gedwongen) 15. Ddl-h5 Ke8-d7 16. Lg2-h3, Td8-f8 17. c2-c3! (Deze actie is gericht tegen een eventuele vlucht van de zwarte koning naar de da mevleugel. Maar zover komt het niet) 17. Dc8-e8 (De beslissende fout, maar in feite was de zwarte positie reeds onhoudbaar) Stelling na 17. Dc8-e8 Oplossing 1. Pc3-a2 Zetdwang! 1. a) b3xa2 2. x. x uvtuwdii^,. x. cl/ Dbl-c2 alsmede 3. Lh4-f2 mat. Op 1. b) Ke3-e2 wint 2. Pa2-b4:, Ke2-d2 3. Dbl- el mat. (of na 2. Ke2-e3 3. Dbl-d3 mat) En na 1. c) Ke3-d2 2 Kg4-f3. b3xa2 volgt 3. Lh4-el mat. Tenslotte beslist na 1. Ke3-d4 2. Lh4-f2+, Kd4-c4 3. Dbl-fl mat 18. Lh3xe6 (Een aardige combinatie. Zwart kan de loper wegens dameverlies niet nemen) 18. Kd7-d6 19. Dh5-h3, h7-h5 20. Le6-f5, Le7-d8 21. Tfl-dl, Ld8-b6 22. Dh3-fl! (De inleiding tot een snelle en efficiënte afwikkeling) 22. h5-h4 23. g3-g4, h4-h3 24. Dfl-b5, Tb8-g8 25. Kgl-fl, De8-d8 26. Tal-cl, Pc6-e7 27. c3xd4 (Dreigt mat door 28. Db4+) 27. Pe7xf5 28. d4xe5+!, f6xe5 29. Pd5- c7 Lb6-d4 (Op 29. Pd4 beslist 30. Td4: 30. Db5-d5+ en zwart gaf zich gewonnen. Het mat is onafwendbaar 30. Ke7 31. De6 mat. Een zeer leerzame en interessante partij. SCHAAKRAADSEL In het onderstaande schaakraadsel kan de witspeler met een miraculeuze pro- bleemzet zijn tegenstander in zetdwan; brengen, wat een niet te pareren mat ten gevolge heeft. Het is een bijkans vol maakt probleem. Wit aan zet en geeft mat in 3 zetten. Opgefrommeld in zijn zilver kleurige DAF-haai voelt Van Ge nen zich pas in zijn element. „Het gaat mij om een eerlijk gevecht", zegt hij, „en en passant raak ik mijn drift ook nog kwijt". te maken. Wij willen het dan ook meer zoeken in de richting van de verkeers techniek. Onze leden betalen 300 gulden in schrijfgeld en als er tien zijn, wordt er een wagen gekocht. Je kunt dus op je vingers narekenen, dat 'n raceauto niet meer dan drie mille mag kosten en voor die prijs kun je inderdaad een dragelijke tweedehands Austin krijgen. Mijn uitgangspunt was: „als je op een gegeven moment allemaal in dezelfde auto rijdt, dan is het niet meer de wa gen die wint, maar de man." En dat is sport. Nou zochten we al een hele tijd naar een snellere wagen en heel voorzichtig hadden we al gespeeld met het idee. dat een Lotus 6 wel aardig zou zij", maar in diezelfde tijd kwamen we in contact met Han van der Blij, die ook bezig was aan een racewagen. Dat d'nS kostte alleen 9.5 mille en dat ging ons boven de pet. We hebben aanvankelijk nog geprobeerd om dat ding als bouw pakket te krijgen, maar dat scheelde duizend gulden en dat was nog te veel. Op dat moment dacht ik: „Als we het .nou eens met een D.A.F.- motor proberen, dan hebben we gelijk de eerste Nederlandse race wagen." Van der Blij had name lijk in zijn eigen chassis een B.M.W.-motor ingebouwd en dat was dus maar een halve Hol lander. Ik heb drie uur met Van Doorne moeten kletsen, voordat hij er wat in zag. Volgens hem was de DAF een wa gentje voor pastoors en wijkverpleeg sters en hij was bang dat die hele race_ rij de verstokte DAF-klanten zou af schrikken. Gelukkig heb ik hem kun nen overtuigen van het feit, dat valse bescheidenheid niet altijd een deugd is, want zijn motor is namelijk geweldig. De gehele winter zijn we in de garage van Jongerius in Zoetermeer bezig geweest aan onze raceauto en begin januari waren we zover. On dertussen hadden we rustig door- getraind onder leiding van Rob Slo temaker. Die eerste proefritten zal ik nooit vergeten. We wisten immers niet, wat die variomatic op het cir cuit zou doen. Nou, ik kan je ver tellen, dat het geweldg was. Het is geivoon een idee fixe, dat een auto pas écht auto is, wanneer je moet schakelen, want in feite is die pook alleen ballast. Racen is gas geven en sturen, niks meer en niks minder. Tot nog toe hebben we met die DAF alleen op een nat circuit gereden en toch haalden we rondetijden van 2.20. Dat is overigens nog pas het begin, want ondertussen zijn ze in Eindhoven alweer bezig aan een nieuwe versie, die er 170 kilometer per uur uitstampt. Dat moet je je voorstellen: niet scha kelen en dan met zo'n snelheid op de Tarzanbocht af. Let op mijn woorden: straks kan de Cooper op het dak gaan zitten. We hebben trouwens meer plannen met de DAF. We willen bijvoorbeeld met zes gewone Daffodiltjes gaan rij den, zodat iedereen gelijke kansen heeft. Het gaat immers niet primair om de snelheid, maar om het gevecht van man tegen man. En of je dat nou doet met 220 kilometer per uur of 80, het spel blijft hetzelfde. Ik ben er overi gens van overtuigd, dat de DAF-motor veel meer mogelijkheden heeft, dan er momenteel worden uitgehaald. Volgens mij zijn ze veel te bescheiden. We zullen dat trouwens met de AAS bewijzen. Volgend jaar willen we zes DAF-raceauto's hebben. Daar gaan we dan de baan mee op en wie het scherpst riidt. gewonnen. Op die manier krijg je een eerlijk gevecht en toch raak je je drift kwijt. „En wat wil een man nou eigenlijk nog meer?" (Van onze tennismedewerker) De 24-jarige Britse tennisspeel ster Christine Truman, nu al ja ren achtereen een der favorieten voor de Wimbledon-titel, gaat 't dit jaar opnieuw proberen. Elk jaar faalde zij op het kritieke moment omdat zij de spanning van het toernooi niet kan verdra gen. De „nieuwe" veelbesproken Christine Truman, die thans een nög krachtiger en volwassener indruk maakt, zegt zelf dat haar spel er niet op vooruitgegaan is. En op een voorzichtige vraag naar haar lichamelijke conditie ant woordde ze: „Als ik alle goede raad had opgevolgd, was ik nu een skelet." Het was een heel slecht excuus voor het feit dat ze wederom zwaarder en dikker is geworden. Ze haat het om over haar gewicht te spreken en ze heeft zich na haar vijftiende jaar niet meer gewogen. Laatst ont dekte ze, dat haar lengte nu 1,85 m is. Het probleem van Christine's per soonlijkheid is eigenlijk meer een dra ma dan een mysterie. Zij heeft de bes te trainers gehad en beschikt dus over een geweldige ervaring. Niettemin lijkt het zeker, dat zij tijdens het Wirrc- bledon-toernooi van 1960 haar laatste kans op de titel verspeelde. In de halve finale buitte de Mexi caanse Maria Bueno de immer trage start van Christine Truman ten volle uit door een overrompeling, waarin de Engelse een leerlinge leek: 60 in elf minuten, met verlies van slechts 9 punten in de gehele set. Toen de eeuwi ge wisselwerking, waarvan niemand ooit de oorsprong met zekerheid kan vaststellen; werd Bueno wat voorzich tiger, werd Truman vinniger, agressie ver? Een fel omstreden tweede set, met een ietwat angstige Bueno, verdedi gend spelend met enkele uitvallen, een forehand van Truman, die zich meer en meer ging uitvieren, spannende deuce games, tenslotte 75 voor de Engelse. Ovaties van het publiek, dat reeds een landgenote in de finale hoop te te zien. En toen de ommekeer, het terugvin- (Van onze tennismedewerker) BREDA Honderden, misschien wel duizenden tennisenthousiasten zullen met gemengde gevoelens denken aan de ko mende zondag, de dag waarop de lan delijke tenniseompetetie begint. Welis waar gingen 1 maart de banen open, doch maart roerde ook ditmaal zijn staart en het bleef tot op heden koud en guur. Voor vrijwel iedere speler (ster) komt deze eerste competitiedag dan ook weer veel te vroeg, want waar bleven de da gen die konden worden gebruikt om de eerste services, drives, smashes en vol leys te slaan, de mooie lentedagen waar naar al zovele weken gehukerd was? Te Breda staat de overgangsklasser A, het in de afgelopen jaren zo sterk naar voren gekomen BTCI, voor een zeer moeilijk seizoen. Frans de Kort en Ca- rel Thyssen zuUen uitkomen voor TC Tilburg I, hetgeen het team van „de Mark-' danig heeft verzwakt. Naar alle waar schijnlijkheid zal de ploeg nu bestaan uit mevr. J. v. d. Oord, mevr. M Pijnen burg, J Pijnenburg. J. Kuylaars en P. Witlox. Mevr. N. Verschuuren is met vakantie en zal de eerste competitiedag niet van de partij kunnen zijn. TC Breda, dat wederom in overgangs klasse B uitkomt, start met een onge wijzigde ploeg bestaande uit mej. J. War- ringa, M. Piederiet. B. Schiefelbusch en H. Herben. Het programma: Overgangs klasse A: BTCI 1-THOR RW 3; over gangsklasse B: TC Breda-DOS 1; tweede klasse: Bred. LTV 1-BTCI 2, Bast. Base laar 1-Bred. LTV 2, THES 2-TC Breda 2; derde klasse: SBOZ 1-CV 1. ELTV 6- BTCI 3; vierde klasse: Middelburg LTC 2-NOCO. TC Breda 4-Bred. LTV 4, BTCI 5-TC Breda 3, Bred. LTV 3-TC Tilburg 5, CV 2-Bast Baselaar 3, TC Tilbug 4- BTCI 4; vijfde klasse; HES 2-Bred. LTV 7, Bred. LTV 5-TC Etten 2, CV 3-ARRC 3, de Waranda 3-TC Breda 5, TC Breda 6-Raamsdonk 2, Markendaal 2-Madese j TV. TC Gilze 4-Markendaal 3, Bred. LTV 6-TC Gilze 2, BTCI 6-TOP. - en ik won ook wel eens wat. Op de oprichtingsvergadering van de Austin Healyclub schijn ik toen een enorme grote mond te hebben gehad, want prompt werd ik tot spotrtcommissaris gebombardeerd. Ik zeg nou net, of het me verbaast, maar dat is natuurlijk niet zo, want ik weet heel goed, dat ik een enorme prater ben. Als ik zou willen hè, als het me in dit vak alleen om de poen ging, dan stampte ik de ene wa gen na de andere eruit, want als de mensen eenmaal in je ban zijn, kopen ze, alsof het brood is. Ze worden in alle toonaarden bedonderd, maar ik kan alleen verkopen, waar ik zelf hei lig i-n geloof. Die Austin Healyclub was het achter af ook niet helemaal, want de meesten werden alleen maar lid voor de gezel ligheid en de sport was bijzaak. Je weet het wel. Achter mekaar gaan ry_ den en de grote jongen uithangen. Ik heb toen voorzichtig geprobeerd om de sportieve kant wat meer naar voren te halen en dat lukte aardig. Ik ben büvoorbeeld de eerste in Nederland ge weest, die begon met formatierijden. Ik dacht: als het met vliegtuigen kan, dan met auto's zeker. We reden met drie auto's in een speerpunt en de belangstelling was enorm. Toen begon de secretaris tegen te werken. Onverdunde jaloezie als je het mij vraagt. We reden in V-vorm, in schuine linie, maar die man bleef pesten en opeens had ik er balen van. Ik rijd immers voor mijn plezier en niet voor mijn sjagrijn. Het vervelende is alleen, dat ik niet stil kan zitten en prompt begon ik weer met stunts. Ik draaide de auto bijvoorbeeld op de lange baan 180 gra den om. Dat is mijn idee geweest, een leuk idee; maar het liep>alleen vreselijk in de papieren. Drie keer heb ik een chassis uit elkaar gerukt en als je die fratsen uithaalde, vlogen niet alleen de stukken rubber, maar ook de spaken om je oren. Op een gegeven moment dacht ik: „dat kan zo niet doorgaan, want dan is het einde zoek". Het stak me toch al een hele tijd, dat de jongen met de dikste portefeuille, de beste kansen had, want dat stemde volgens mij niet overeen met de ideeën van sportiviteit. Als je vader bulkt van de centen, kan het je niet schelen om uit de bocht te vliegen en je halve wagen te verspelen, want volgende week rijd je toch weer in een nieuwe. Op die manier schiet je wel lekker op maar het is alleen geen sport meer. Als ik morgen een nieuwe uitlaat onder myn wagen monteer, heeft Pietje overmorgen een nog gro tere en zo biedt de één tegen de ander op. De situatie was dan ook zo, dat de jongen met het meeste geld de race won. Twee jaar geleden z\jn we daarom begonnen met de Stichting tot bevorde ring van de Amateur Auto Sport. Af gekort heet dat geval AAS en in okto ber 1963 hebben we met zijn tienen voor gezamenlijke rekening een Austin Healy Sprite gekocht. De bedoeling was en is om verantwoord hard te le ren rijden en daarmee de verkeersvei ligheid te helpen vergroten. Wij willen ook de rallysport beïnvloeden, want zoals het nou gaat kunnen er alleen maar brokken van komen. Hard rijden doe je op het circuit van Zandvoort, maar op de weg heb je je aan de gel dende regels te houden. Die kant wil len we ook uit en de overheid voelt er alles voor. Dat geklungel met rotte eie ren zoeken heeft niks met rallyesport De foto's liegen niet en win den er geen doekjes om. Gerard Van Genen is een man met de helm geboren. Zijn vrouw Maud is trouwens ook een toegewijd snel- heidswonder. CHRISTINE TRUMAN penibele situatie den van de sterke service door Bueno, het snelle, luchtige en toch afmaken de volleren, 't weg-ebben van de Brit se illusie: 6l voor Maria Bueno! Maar misschien was haar kans op een Wimbledon-titel in 1961 nog groter. In ieder geval stond ze toen in de finale en haar tegenstandster was de frêle 28-jarige landgenote Angela Mortimer. Dit was meer dan welke Brit had dur ven hopen. Voor de eindstrijd had Christine te kennen gegeven: „Nü of nooit meer." Helaas, het werd voor het Britse tennissterretje een drama tische nederlaag in een aldoor gelijk- opgaande strijd: 46, 6—4, 7—5 voor haar bijna tien jaar oudere tegen standster. Lichamelijk heeft Christine Truman de zware training, die zij van J°ngs a.f aan heeft ondergaan, zonder moeite kunnen verwerken. Fysiek en tech nisch had zij dan ook al vroeg een hoogtepunt bereikt. De laatste jaren heeft men moeten constateren, dat zij de geestelijke stabiliteit, die voor het behalen van een zo belangrijke titel nodig is, niet heeft kunnen opbren gen. Enkele jaren geleden kon haar falen nog worden toegeschreven aan grillige psychologische inzinkingen, die d.e jeugd eigen zijn. Er is echter geen wijziging gekomen in het rampzalige patroon. De Trumans vormen een hechte fa milie. Vader leerde moeder op de ten nisbaan kennen en ze hebben nu zes kinderen die allen min of meer be gaafd zijn op tennisgebied. Op Wemble- don speelt Christine in de damesdub- bel met haar zusje Nell en in het ge mengd dubbel met haar broer Hum phrey. Dit is 't zeldzame van de Tru- man-familie. Christine is nu 24. Ze wil nog al het mogelijke doen om de Wimbledon- titel te winnen. Volgens Britse experts zijn haar kansen dit jaar bijzonder groot. Illusies, want het lijkt ons dat de formidabele Britse ook dit seizoen nog steeds geen kans heeft tegen de Australische Margareth Smith, de Braziliaanse Maria Bueno en de Australische glamourgirl Lesley Tur ner om er maar enkele te noemen. Maar mogelijk werken de verwachtin gen van de experts inspirerend. Zelf zegt ze over het komende Wim- bledon-toernooi: „Het is een kwestie van geluk hoe je op dat moment speelt. Je wordt door iedereen gade geslagen en de omstandigheden zijn anders dan in andere toernooien. Daar om zijn de resultaten dan ook dikwijls! anders dan de verwachtingen". Ja, zo is het. Nu gaat ze stevig trainen voor haar negende Wimbledon. Minstens anderhalf uur tennis per dag plus een uur lichamelijke oefeningen. Maar waarschijnlijk stort ook dit jaar dit droomkasteel ineen. Niemand hoopt 't want iedereen gunt dit Britse meisje de hoogste eer. Niettemin lijkt het ons, dat Christine zich er nu wel van bewust is dat zij een sterk maar geen groot speelster is. Dat forsheid en kracht niet voldoende zijn om de begeerde Wimbledon-titel te behalen. Daarbij heeft ze nog de handicap, dat ze al sinds haar dertiende jaar bijna blind is aan haar linkeroog. Omdat de familie Truman er niets voor voelde dat dit feit bekend werd heeft men het steeds verzwegen. Haar gezichtsvermogen"aldus de moeder van Christine Truman„is nu precies zo sterk als in de tijd dat ze in topvorm was." In 1962 verschenen berichten in de pers over een huwelijk van Christine MARIA ESTHER BUENO De foto's, die Gerardus Dominicus van Genen uit zijn map opvist en met een gretig voila-gebaar op tafel werpt, liegen er niet om: op de eerste staat hij met zijn vrouw Maud intens verzaligd naast een zilverkleurige racewagen, op de tweede zit hij al tot aan de brede borst in de stalen haai, vastberaden, welbesnord en ingesnoerd in zo'n zelfde pak, waarmee ruimtevaarders in hun capsule kruipen. Het lijdt dan ook geen twijfel, dat Gerardus Dominicus één van de vaderlanders is, die met de helm werden geboren. Hij geeft het zelf trouwens ruiterlijk toe: „Als jongen wilde ik piloot wor den, lekker door de lucht scheuren, gas geven, achies draaien boven het ouderlijk huis. Dat leek me nou zalig, maar op het beslissende moment kreeg ik in dienst een verwonding en pro-mpt werd ik afgekeurd. Ik heb er nooit bij stilgestaan, maar die racewagen zal best een compensatie zijn. Een man moet nou eenmaal zijn driften kwijt en dat kan op allerlei manieren. De één zoekt het in de postzegels, een an der gooit zijn tuin vol met fluitekruit. Leuk hoor, maar ik rijd toch liever hard in mijn drie en een halve liter. Ik houd van snelheid, van een sportieve prestatie, maar het moet niet onverant woord worden. Daarom ben ik ook 'n revolutionaire figuur in de autosport, want de meesten rossen maar een eind weg en wachten net zolang, totdat ze de bocht uitvliegen. „Hé", denken ze dan, „zo moet het dus niet" en de volgende keer draaien ze hun stuur de andere kant uit. Je moet-eens op een zaterdag naar het circuit in Zandvoort gaan, dan weet je niet wat je ziet. Het is één grote ballentent, waarin de eerste de beste lummel voor een paar gulden met zijn leven mag stoeien. Opleiding is er niet bij, veiligheidsvoorschriften ho maar. Ga je ganig jongens, rossen maar. Ik kwam zelf eens met een vaart van 110 uit de Tarzanbocht stuiven en toen reed er een autobus vóór me. Hoor je, wat ik zeg? Een joekel van een autobus en dat kan allemaal. Als er races zijn, komen er honderd duizend mensen, die allemaal hopen dat er één'uit de bocht zal vliegen en voor de rest zitten ze lekker in het zonnetje en roken hun sigaretje. Denk nou asje. blieft niet, dat ze voor de sport zijn gekomen, want lang vóór het einde van de wedstrijd gaan ze alweer weg. Ze willen op de Zandvoortseweg immers niet in de file zitten. Ik doe het anders, ik heb een enorme drang naar zelfbehoud en van nature vertrouw ik niemand op de weg. Mijn stelregel is dan ook: „Iedereen is gek, behalve ikzelf." Mijn eigen va-der heeft een ongeluk met zijn motor gehad en is na zestien jaar aan de gevolgen over leden: zoiets zet je aan het denken. Ik wil echt niet gaan beweren, dat ik zelf geen stunts heb uitgehaald op de weg, maar achteraf, toen ik er goed van af was gekomen, heb ik gezworen: „Dit nooit meer." Ik heb leren slippen en als er nou eens 'n vrachtwagen naar links zwenkt en ik kom aanstuiven met een vaart van pakweg 120, dan frommel ik mijn auto keurig in de berm en kom ik met de schrik vrij. Maar wat doen de mees_ te automobilisten: die schrikken zich rot en gaan bovenop de rem staan. En hup daar gaan ze, door de heg, op de andere rijbaan en de gevolgen zijn ver schrikkelijk. Ik rijd nog steeds hard, maar heb de risico's teruggebracht tot normale levensrisico's. Als je morgen met je hondje op het trottoir loopt, kan er ook een vrachtwagen komen, die je tegen de gevel plakt. Die dingen ge beuren. Je kunt zelfs lekker thuis naar de televisie kijken en dan dondert het plafond omlaag. Dat zijn de gewone levensrisico's, de dingen waar je niks aan kunt doen. Maar je mag nooit om een ongeluk vragen, je mag geen se conde je leven willens en wetens wa gen. En nou komt het vreemde. De mees te automobilisten doen niet anders dan op geluk rijden. Als je geen save be stuurder bent en niet zo best manoeu vreert, dan kan het lang goed gaan, ja ren zelfs, maar eens ga je voor de bijl. eens houdt dat stomme geluk op. We ten zij veel van slippen, van rijden op natte wegen? Ze hebben wel een op leiding gehad, maar dat geeft geen en kele garantie. Ook dat rooie papiertje niet, waarop staat, dat je een auto mag besturen. Het is een schande aan het adres van de overheid, maar een feit blijft, dat de rijopleiding in ons lamd tenminste dertig jaar achter ligt. Je kunt het eigenlijk niet eens een opleiding noemen, hooguit een begelei. ding. Mislukte fietsenmakers en ieder een, die heeft ontdekt, dat hij voor geen enkel ander vak deugt, begint een rijschool en op die manier is het een onderonsje geworden. Ik heb zelf een rijschool en weet dus wat er in de autobusiness te koop is. Ik durf dan ook te beweren, dat de meeste mensen hun goede geld in de bekende bodem loze put gooien,en volkomen onvoorbe reid .o.p het examen komen. Treffen ze dan een soepele examinator en e.en stille straat, dan halen ze het ook nog en mogen ze met de zegen van de overheid hun medemensen naar het le_ ven staan. Nou vraag ik je op de man af: is dat een krankzinnige toestand of niet? Van een systeem hebben de meeste rijschoolhouders nooit gehoord; van didactiek ook niet en het resultaat is, dat gemiddeld slechts 23 procent slaagt. Bij mij ligt dat op 68 procent, omdat ik stug vasthoud aan dertig lessen, mini mum. Je kunt nog zulke goede hersens hebben en 'n formidabele aanleg, maar die dertig lessen heb je gewoon niodig om je in de chaos van het tegenwoor dige verkeer in te passen. Ik heb ook nog een garage, geen loopzaak met één merk, maar een adresje voor de jongens van de auto sport. Het is daarin al precies hetzelf de als bij de rijscholen. Het gaat alle maal te makkelijk; er wordt toch wel verdiend en voor een beetje service zijn ze al te beroerd. Ik zou twaalf mensen kunnen gebruiken, misschien nog wel meer, want als garagehouder ben je net een strooppot, die vliegen vangt. Maar ik heb maar drie monteurs rondlopen, want goeie zijn niet te krij gen, Ik heb het pas nog geprobeerd met een vierde man, die me door een relatie was aanbevolen. Ik heb hem er na veertien dagen uitgetrapt. Ik heb nou eenmaal lol in mijn werk en ik wil graag, dat het zo blijft. Oorspronkelijk zat ik in de binnen huisarchitectuur: het vak van mijn vader en als gehoorzaam zoontje hobbel je dan mee. Ik wilde die man een plezier doenmaar als ik een in terieurtje zat te ontwerpen, spook ten er alsmaar auto's door mijn kop. Nou kun je twee dingen doen', net doen of je niks merkt en mooi de frustratie inzeilen of lekker door je knieën gaan en een wagentje kopen Bij mij werd het een wagentje, een vier cilinder Austin Healy, een 2.5 li tertje, een schat je. Ik crosste er wat mee, ik deed eens mee aam een puzzel, ritje van de RAC, aan een SLS-ralley

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 8