den in de benelux Voorbereiding ai de J ynnen: NIEUWE KANSEN aar aan gctllg Stimulans voor het hele Deltagebied Schelde-Rijn een Benelux-kanaal Nog geen contact met Belgische technici Kroniek van honderd jaar burenruzie Mr. Dr. A. J. J. M. MES door L. DELWAIDE 13 uto in zijn klasse n (01 150)-2300-2400 Dr. Kortmann: Sluizen Miljoenen DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 23 APRIL 1965 feiten, meningen, commentaren uto, maar toch positief en il voor handig parkeren, iersysteem strijkt hobbels t fantastische wegligging stil door extra intensieve e VIVA heeft de unieke ier poetsen.alleenwassen jnderen roestwerend be- Eenmaal per 50.000 km. 10 km. rademing. Maak een af- t! VIVA DEVIVAI .viva Lloe ziet de nieuwe vaarweg er uit, die volgens het van daag in werking tredende ver drag zal aangelegd worden tus sen de Schelde en de Rijn? De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, mr. J. Luns, verklaarde bij de ondertekening van het verdrag op 13 mei 1963 dat geen van beide partijen als overwinnaar uit het krijt ge treden is. Het compromis is be reikt op basis van technische (duwvaart en Deltaplan!), eco nomische, financiële en politieke overwegingen. Dit is het resultaat: 1. België krijgt een kanaal van de Antwerpse havendokken naar de Wes terschelde; dwars door de schorren voor de Brabantse wal naar de Kreek- rakdam die doorgestoken zal worden: dwars door het schorrengebied in de Oosterschelde voor Bergen op Zoom; langs de Eendracht tussen Tholen en Brabant: via een doorsteek van de Slaakdam (St. Philipsland) naar Kram- mer en Volkerak: en vandaar via Hollandsch Diep en Dordtsche Kil naar de Rijnmond bij Rotterdam. Vergelijking met de huidige route via het Kanaal door Zuid-Beveland levert het volgende op: A. de nieuwe route is circa 27 km korter; B. zij telt slechts twee sluizen, na melijk in het Kreekrak en in het Volkerak (dubbelsluizen van 324 bij 24 meter), tegen drie veel kleinere in de huidige vaarweg (Hansweert er Wemeldinge: 152 bij 16 meter). C. op zijn minst krijgt het nieuwi kanaal een bodembreedte van 90 metei en een diepte van 5 meter. D.w.z dat het geschikt is voor duwvaart ei kleine coasters. De Eendracht krijg; deze afmetingen overigens pas nr afsluiting van de Oosterschelde. Zij krijgt in eerste aanleg een bodem breedte van 54 meter, zodat zij min stens m eenrichtingsverkeer voor duwvaart geschikt is. D. Een belangrijk voordeel is dat in de Westerschelde zee- en binnen scheepvaart (125 per dag) gescheiden worden. E. Over het kanaal worden 8 vaste bruggen aangelegd met een door- vaarthoogte van 9.10 meter, nl spoor- en verkeersbrug bij Zandvliet, ver- keersbrug bij Bath, spoor- en ver keersbrug over Kreekraksluizen en verkeersbruggen bij Tholen, Vosse- meer en St. Philipsland. België nam verder de verplichting op zich aan Nederland zoet water te le veren om de verzilting van het Zeeuwse Meer tegen te gaan, mits hierdoor de drinkwatervoorziening en het water gebruik voor agrarische en industriële doeleinden in België zelf geen schart' lijden. 2. Nederland heeft verkregen dat dt zogenaamde Rijnvaartpremies worden afgeschaft. Dit betekent dat Antwerpen en Rotterdam als Rijnhavens in eco nomisch opzicht gelijke kansen hebben, zoals ook het Benelux-verdrag beoogt De Belgische staat heeft deze premie; ingesteld om de Rijnschippers, die zwaar gehandicapt zijn door de slechte verbindingen, toch aan te trekken. Volksvertegenwoordiger L. Delwaidc tevens schepen van de Antwerpse ha ven, verklaarde dat de premies bestaar uit: A. 7,5 BF tol 12 BF per geladen to' voor een reeks van goederen; B. terugbetaling van sleepkosten i brandstof van en naar Dordrecht; C. een vergoeding aan de duwkoi. vooien in hetzelfde verkeer. Deze premies zullen totaal afgeschafi moeten zijn, als het nieuwe kanaal klaar is. 3. Beide landen zijn overeengekomen dat België 76,3 procent en Nederland 23,7 procent van de aanlegkostcn be taalt. Ex-minister Van Aartsen heef' meegedeeld dat België ongeveer 24( miljoen gulden zal betalen en Neder iand circa 21 miljoen. t. In politiek opzicht heeft België af :ezien van alle rechten die het krach tens het Scheidingstractaat van 183! meende te kunnen doen gelden op de Tussenwateren. Nederland deed de concessie dat de huidige vaarweg via het Kanaal door Zuid-Beveland nooit afgesloten zal worden dan na overleg met België. Cr bestaat vandaag, nu het Schelde- 1-4 Rijnverdrag in werking treedt, voor Noord-Brabant reden tot vreugde, zo- omdat dit verdrag tot stand is gekomen in een geest waarin de Bene- lux-gedachte duidelijk naar voren kwam, als wel omdat het verdrag in concreto nieuwe ontwikkeïingsmoge- lykheden inhoudt. Allereerst vindt het feit dat de zee havens van de Rijn-Maas-Scheldedelta en zeker de havens Rotterdam en Antwerpen dank zij hun genuan ceerde structuur, ook gemeenschappe lijke belangen hebben, hierin erken ning. Immers de Schelde-Rijnverbinding heeft niet alleen tot doel Antwerpen een betere verbinding met de Rijn te geven, doch zij zal tevens èn het onder linge havenverkeer èn de toenemende scheepvaart van geheel Nederland, naar de verschillende Belgische vervoersge bieden bevorderen. Zo draagt deze nieu we scheepvaartweg bij tot versterking van de economische positie van de ge hele Noordzee-delta. Voor Noord-Brabant heeft, dit kanaal een bijzondere betekenis. Niet alleen wordt er afgerekend met een hinderlijk servituut, dat decennia lang de ontwik keling van West-Brabant hinderde, doch het opent voor het Brabantse water front nieuwe perspectieven. De expansie van de economische ac tiviteiten samenhangend met de havens van Nieuwe Waterweg en Schelde, heeft de grenzen van Noord-Brabant bereikt. De functie van Brabant in het Benelux -middengeb ie d kan hierdoor voor dit gedeelte van de provincie een bijzondere inhoud krijgen. De nieuwe waterverbinding zal de Brabantse westgrens volgen. Door haar ligging geeft ze nieuwe ontsluitingsmo- -gelijkheden en daardoor zal- in West- Brabant zich uitbreidende afgeleide be drijvigheid vanuit het Waterweggebied, alsmede met die vanuit Antwerpen, kunnen leiden tot vestiging van nieu we bedrijven. Zo zal dit gebied werke lijk in het nieuwe westen komen te liggen. Hierbij kan worden gedacht aan de realisering van thans bestaande plan nen van Bergen op Zoom tot de Donge- mond. Ook andere Brabantse havens zullen van deze betere en kortere ver binding profijt kunnen hebben. Ant werpen is niet enkel wereldzeehaven, doch ook knooppunt van de internatio nale binnenvaart. Het is jammer dat Brabant onder het gewicht van de onderhandelingen over het verdrag, het Kreekrakplan, gelan ceerd in de brochure „Noord-Brabant in het nieuwe westen", prijs heeft moe ten geven. Daarvoor is echter een gun stig alternatiefplan ter tafel gekomen, nl. het Reimerswaalplan in het Ooster scheid ebekken, dat evenzeer van be lang is voor de ontwikkeling van de buurprovincie Zeeland. Preluderend hierop, zijn voor de ver- !ere ontplooiing van de Theodorusha- ven te Bergen op Zoom, dank zij dit verdrag nu nieuwe stimulansen gege ven. Nu, na zoveel jaren, het Schelde- Rijnverdrag eindelijk in werking treedt, is het van nationaal belang, en voor Noord-Brabant in het bijzonder, dat dit verdrag ook met grote spoed wordt ver wezenlijkt. Den Bosch, 23 april 1965 De commissaris van de koningin de provincie Noord-Brabant, dr. C. N. M. Kortmann (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG Hoewel het Schelde-Rijnverdrag pas van daag in werking treedt, is de Rijkswaterstaat in Nederland al een jaar bezig met de voorbereidingen. „We hebben een vrij vlotte start gehad", meent in Den Haag ir. H. A. Ferguson, hoofdingenieur-directeur in de directie Beneden- Rivieren. Hij voegt er aan toe dat de Nederlandse technici bereid zijn alles in het werk te steHen om de nieuwe water weg zo snel mogelijk gereed te hebben. In het verdrag wordt gesproken van een termijn van 9 jaar, zodat men mag aannemen dat de nieuwe verbinding omstreeks 1974 voor de scheepvaart kan worden opengesteld. op meer punten tegelijk zal worden aangepakt, als het eenmaal zover is. „Het tijdschema zal men overigens zo zinnig mogelijk moeten indelen. Niemand is immers gebaat, als het ene jaar teveel en het andere te weinig werk verzet zou worden.'' Bij hun studies houden de water- sta atsingeniieurs geen rekening met het Brabants-Zeeuwse zeehavenproject in de Oosterschelde, het zogenaamde Reimerswaalplan. Volgens ir. Fergu son hoeft dat ook niet, want „het ka naal sluit een dergelijke havenontwik keling in geen geval uit." Over de Eendracht (die in eerste instantie ver beterd wordt laar haar definitieve breedte pas 1 t na de afsluiting van de Oostersch a), merkt hij op dat zij ook na de eerste verbeteringen re delijk aan de scheepvaarteisen zal voldoen. Op de bovenverdieping van het oude postkantoor te Bergen op Zoom zijn elf deskundigen van Rijkswaterstaat al een jaar bezig met de normale voor bereiding die een dergelijk werk ver eist. Het „Bouwbureau Schelde-Rijn verbinding i.o." staat onder leiding van de hoofdingenieur van Rijkswaterstaat ir. F. J. de Vos. Men is reeds in over leg getreden met de waterstaatsorga nen van de provincies Noord-Brabant en Zeeland, maar nog niet met de Bel gische technici. Ir. Ferguson: „Het nieuwe kanaal gaat door het grondgebied van twee provincies. De aanleg van een derge lijke waterweg is een flinke ingreep in de regionale situatie. Denk bijvoor beeld maar aan de afwatering een sluiskolken terug te pompen. De inge nieurs zijn er echter nog niet uit. Een probleem waarmee men zich thans ook bezighoudt, is de doorsteek van de Slaakdam en de Prins Hendrik polder bij St.-Philipsland. Zolang de Oosterschelde in open verbinding staat met de zee, heeft men hier te maken met drie getijstromen. Voordat de schop in de grond kan, zal er wel licht een modelproef genomen moeten worden in het Waterloopkundig Labo ratorium. Voortg zijn de Nederlandse technici ook bezig de nodige kadastrale gege vens te verzamelen. Voor de aanleg van het kanaal en de kunstwerken zul len heel wat gronden verworven moe ten worden. Er zal landbouwgrond ge- van de problemen waarover gepraat -kocht of onteigend dienen te worden. moet worden. Samen met de streek wordt ook bekeken waar de bruggen het best gebouwd kunnen worden. On der meer moet daarbij rekening ge houden worden met wegaansluitingen en dergelijke." Een project als dit is te vergelijken met het Amsterdam-Rijnkanaal. Het is duidelijk dat het niet in een hand omdraai verwezenlijkt kan worden. Ir. Ferguson: ,,Een goed ontwerp vergt nu eenmaal tijd. We moeten wel vlug denken, maar niet overhaast, want dat zou ten koste van de kwaliteit van het werk gaan. Ook het tempo van de uit voering is aan beperkingen onderhevig. Men moet nu eenmaal een bepaalde volgorde van werkzaamheden in acht nemen. Men heeft te maken met de eigenaren van de schorren en slikken voor de Brabantse wal, maar bijvoorbeeld ook met visrechten. De afwatering van ongeveer 4000 ha in West-Brabant roept ook al proble men op. Deze gronden wateren nu af op de Westerschelde, hetgeen na aan leg van het kanaal niet meer mogelijk zal zijn. Er is reeds een interprovinci ale ruilverkaveling aangevraagd om dit vraagstuk op te lossen. De aanleg van het kanaal lijkt eindelijk de mo gelijkheid te bieden om de onbevre digende waterstaatkundige situatie in het gebied ten zuiden van Bergen op Zoom uit de wereld te helpen. Zoals bekend, meende men van Brabantse zijde deze zaak te kunnen regelen door de oprichting van een interprovinciaal waterschap, maar daarvoor voelden de Zeeuwen niet veel. DE buurlanden België en Nederland hebben meer dan een eeuw getwist over de Schelde—Rijnverbinding. Het geschil ontstond in het midden van de vorige eeuw en werd pas vorig jaar bijgelegd. 6 oktober 1849: In Nederland wordt een Koninklijk Besluit uitgevaar- digd. waarin een concessie verleend wordt voor de aanleg van een spoorweg tussen Vlissingen en Bre da via een aan te leggen dam in het Kreekrak, het water tussen de Wester- en Oosterschelde dat de verbinding vorrtde tussen Schelde en Rijn. Volgens het Scheidings- tractaat van 1839 mocht Nederland het Kreekrak alleen afsluiten, als het zorgde voor een even veilige, goede en gemakkelijke vervangende vaarweg. 15 oktober 1866: In Nederland wordt het Kanaal door Zuid-Beveland ge opend als de vaarweg die het Kreekrak vervangt. België gaat niet akkoord met deze oplossing: de route langs het nieuwe kanaal is 35 km langer. België meent dat Ne derland de bepalingen van het Scheidingstractaat niet nakomt. 3 april 1925: In Den Haag wordt een verdrag ondertekend dat voorziet in de aanleg van het zogenaamde Moerdijkkanaal, een verbinding van Antwerpen dwars door West-Bra bant naar het Hollandsch Diep. Dit verdrag werd in 1927 door de Ne derlandse Eerste Kamer verworpen. Men achtte dit een te vergaande te gemoetkoming aan de Belgische verlangens, die niet strookte met de Nederlandse verplichtingen vol gens het Scheidingstractaat. Dit is nog het tijdperk waarin de soeve reiniteit der staten absoluut heilig is 13 april 1932: Tijdens een bijeenkomst van burgemeesters in Breda wordt duidelijk gesteld dat een Schelde- Rijnverbinding alleen gezocht mag worden in de zogenaamde Tussen wateren. Men sprak zich uit voor een ontwerp van ir. E. van Konij nenburg een ontwerp dat vrijwel overeenkomt met dat waarover thans overeenstemming is bereikt. 25 november 1950: Een in 1949 inge stelde studiecommissie (Van Cau- welaert-Steenberghe) rapporteert over drie waterwegenkwesties, die tussen beide, inmiddels in de Be nelux samenwerkende, landen gere geld dienden te worden. De heren werden daarna belast met de onder handelingen. 11 maart 1954: De onderhandelaars brengen advies uit over de drie kwesties: de opheffing van de „Stop van Ternaaien" tussen het Albert- kanaal en het Julianakanaal. de verbetering van het Kanaal Gent- Terneuzen en de aanleg van een nieuwe Schelde-Rijnverbinding. Be sloten werd de drie geschilpunten afzonderlijk aan te pakken. I 20 juni 1960: Nederland en België sluiten een akkoord omtrent het Kanaal Gent-Terneuzen. 24 februari 1961: Nederland en België regelen de kwestie van de Stop van Ternaaien. 13 mei 1963: Nederland en België slui ten in Den Haag een verdrag over de aanleg van een nieuwe Schelde- Rijnverbinding. 23 april 1965: Het Schelde-Rijnakkoord wordt van kraclit. Dat hierop nog bijna twee jaar gewacht moest wor den, is voornamelijk te wijten aan Waalse oppositie tegen de voorge stelde oplossing. Uit technisch oogpunt is het moei lijkste en tijdrovendste karwei zeker de bouw van de dubbelsluizen in het Kreekrak. In het verdrag wordt wel voorgeschreven hoe groot die sluizen behoren te zijn, maar er blijven nog tal van technische problemen op te lossen, bijovorbeeld betreffende de fun dering. De Kreekraksluizen zullen voorzien moeten worden van een „zoutwaterwe ring". Op het bouwbureau heeft men berekend dat bij elke schutting 60.000 kubieke meter zout water de Ooster schelde zal binnendringen, hetgeen voorkomen moet worden, omdat de Oosterschelde na afsluiting van de zee een* zoetwaterbekken wordt. Per ku bieke meter komt 14 kilo zout mee. In Bergen op Zoom wordt druk ge studeerd over de beste zoutwaterwe- ring. Ir. Ferguson meent dat een lucht- bellengordijn alleen niet afdoende zal zijn. Een andere mogelijkheid is het binnendringende zoute water uit de Het zijn echter niet alleen technische *,0+ d l. factoren, die het tempo bepalen. Dit JV Nederlands-Belgische verdrag betreffende de Schelde-Rijnverbinding in zal ook afhangen van de financierings- werking treedt, wil ik gaarne verklaren, dat wij Zeeuwen hierover zeer ver- mogelijkheden. Ex-minister Van Aart neugd zfJn- Immers, het zgn. „middengebied" kan slechts gebaat zijn bij elke sen heeft het parlement destijds laten verbetering te land en te water tussen België en Nederlaind. Door onze ligging en weten dat de aanleg van het kanaal de rajuwe verbondenheid van Zeeland en Zeeuwsch-Vlaanderen in het bijzonder naar schatting 258 miljoen gulden zal J1®1 ,de Benelux ]Pn on? slech/ts tot verheugenis stemmen, dat het grote haven- kosten. De werken op Belgisch gebied front van Rotterdam via Vlissingen-Terneuzen tot Antwerpen tot ontwikkeling kan vergen 17 miljoen. Het zuidelijk ge- £OI?}en, De mogelijkheid van een verbetering van de vaarweg Gent-Terneuzen deelte van de waterweg op Nederlands Rotterdam ig evenzeer aanwezig. grondgebied kost 140 en het noordelijk (jm al deze redenen verwacht ik dat de nieuwe waterweg een stimulans zal zijn stuk 101 miljoen. Van de totale kosten voor het gehele Deltagebied. En hiervan zullen zowel Rotterdam als Antwerpen zal 240 miljoen gulden voor rekening als geheel westelijk Noord-Brabant en Zeeland kunnen profiteren Voor Bersen m van België komen. Zoom en een breed achterland staat dit zeker vast, en wanneer het kanaal HanS Zoals de zaken er nu voor staan, weert-Wemeldinge met meer de druk bevaren route zal zijn welke het nu is kan waagt ir. Ferguson zich niet aan een ook hler wellicht een lang verbeide ontwikkeling komen. Tenslotte zal deze'vëT voorspelling van de datum waarop de binding voor Zuid-Beveland en Tholen van belang zijn, ook op het gebied van de eerste aanbesteding zal kunnen plaats- recreatie. s J op nei geoiea van de vinden. Het ziet er echter naar uit T^aairom is deze dag voor Zeeland in ieder geval een vreugdevolle dat men nog wel een poosje geduld M zal moeten hebben. Volgens ir. Fergu- Mr dr f M Mgs wnd. Commissaris van de Koningin in Zeeland. son is het niet uitgesloten dat het werk rjraag maak ik gebruik van de gele- genheid, die mij door „De Stem" geboden wordt, om, naar aanleiding van het inwerkingtreden op 23 dezer van het Nederlands-Belgisch Verdrag over de nieuwe Schelde-Rijnverbinding, de aandacht te vestigen op het uitzonder lijk belang van deze overeenkomst, niet alleen voor de haven van Antwerpen en voor België, maar ook voor Nederland en de Benelux. In de haven van Antwerpen, de be langrijkste zeehaven van de Rijn, n; Rotterdam, vertegenwoordigt het Rijn verkeer een essentieel bestanddeel vat de havenactiviteit. 13 pet. van het glo bale goederenverkeer ter zee en 23 pej van het totale goederenverkeer per bin nenschip komen van de. Rijn of zijn ei voor bestemd. Vóór de oorlog bedroeget deze cijfers resp. 29 en 45 pet. Hieruit blijkt hoezeer het Rijnverkee sedert de oorlog in Antwerpen terug gelopen is, terwijl het op de Rijn zei aanzienlijk is toegenomen en in de Ne derlandse zeehavens eveneens een be langrijke vooruitgang kent. De voornaamste oorzaak van de ach teruitgang van het Rijnverkeer te Ant werpen is ongetwijfeld de bestaande ge- orekkige verbinding tussen Antwerpei de Rijn. Antwerpen hoopt, dank zij de nieuw» t-aarweg, weer een normaal aandeel ir iet Rijnverkeer te krijgen. Van de Rijntrafiek, die thans via dc Belgische zeehavens gaat, heeft Antwer pen 9.) pet. Indien het in dit doorvoer- verkeer het leeuwenaandeel heeft be loopt zijn aandeel in het globale Bel gisch Rijnverkeer 51 pet. Het overige van de Belgische Rijnaftrek heeft Brus sel, Luik, Charleroi en andere aan de Belgische waterwegen gelegen plaatsen als bestemming of als herkomst. Al de ze plaatsen zullen uit de nieuwe betere verbinding, voordeel halen. Ook Gent zal er door gediend zijn omdat, voor zijn Rijnverkeer, de vaart door het ka- naai door Zuid-Beveland aanzienlijk ge- makkelijker zal worden, nadat het ver keer van en naar Antwerpen uit dit ka naal zal verdwenen zijn om de nieuwe vaarweg te nemen. IJ et zou echter verkeerd zijn te den- ken dat de nieuwe vaarweg alleen oor Antwerpen en voor België voor- elig zal zijn. Vooreerst heeft meer dan de helft van ;et verkeer langs de huidige vaarweg l.w.z het kanaal Hansweert-Wemeldim te. Nederland als herkomst of als be- temming. De nieuwe verbinding, die corter en gemakkelijker zal zijn dan de >estaande zal het interbeneluxverkeer n aanzienlijke mate bevorderen. Dit is va£- bJJZ?nJdeT b,elanê voor het Midden gebied dat de kern van de Benelux VOju® nu toe slechts karig gedeeld is met mterbeneluxverbindings- wegen zowel wat betreft de weg het spoor als de binnenscheepvaart Het verkeer via het kanaal door Zuid- Beveland gebeurt thans voor 60 pet. on- ier Nederlandse vlag, zodat de grotere mclheid en verhoogde veiligheid van dc nieuwe waterweg in grote mate de Ne- lerlandse binnenscheepvaart ten goedr zal komen. De Nederlandse binnenscheepvaart staat overigens in het binnenscheep- vaartverkeer in de haven van Antwer pen vooraan onder de buitenlandse vlaggen. Zelfs bij de Rijnvaart van en naar Antwerpen staat de Nederlandse Schepen van de Antwerpse haven vlag op de eerste plaats, vóór de Belgi sche. Mede daardoor is te verklaren dat heel wat bekende Nederlandse trans port-, handels- en overslagbedrijven fi lialen hebben opgericht te Antwerpen en dat de Nederlandse koopvaardij er haar tonnenmaat meer dan verdrievou- digd heeft in vergelijking met 1938, in die mate zelfs dat Antwerpen, voor de Nederlandse rederijen, belangrijker ge worden is dan Amsterdam, de Neder landse rederijhaven bij uitstek. J)e economieën van de Beneluxhavens geraken steeds meer onderling ver bonden en de ontwikkeling van de ha- AntwerPen wordt in Nederland immers meer van nabij gevolgd zoals omgekeerd, in België de expansie v^n Nederlandse zeehavens. De uitbreiding van de haven van Ant werpen in noordelijke richting en de aanleg van de nieuwe Schelde-Rijnver binding wekken dan ook in Nederland bkn?leer ,et bijzonder in Noord-Bra- >ant en Zeeland hoe langei hoe meer rigens g' NiG' te" onrechte °ve- van Antwerpen strekt zich thans uit tot aan de Nederlandse grens Ongetwijfeld zal de activiteit van wes telijk Noord-Brabant daardoor in ruime mate worden beïnvloed. De meest noor delijk gelegen Antwerpse haveninstel- lingen zullen inderdaad korter bij Ber gen op Zoom dan bij het centrum van Antwerpen komen te liggen Het is juist in dat, dichtst bij de Ne derlandse grens gelegen deel van de ha ven dat wereldbedrijven als Bayer Monsanto, de Badische Anilin, Genera Motors e.a. zich gaan vestigen en da belangrijke petrolcumraffinaderijen ei petrochemische bedrijven reeds in volk activiteit en ontwikkeling zijn. De nieuwe vaarweg van de Schelde naar de Rijn die tegelijkertijd een nieu we verbinding zal worden tussen het groeiende nijverheidsgebied van Ant werpen en het Nederlandse deel van het Beneluxmiddengebied kan niet an ders dan stimulerend werken op de in dustriële groei en de welvaartsontwik keling van de zuidelijke provincies van Nederland, die in het verleden dikwijls te lijden hadden van hun „rand"-ligging nabij de grens. In dit perspectief gezien wordt de Nieuwe Schelde-Rijnverbinding een bij komende schakel die de economieën van de Lage Landen nog nader tot elk aar zal brengen. Indien, enerzijds, de uitstraling van de haven van Antwerpen zich verder zal laten gevoelen in Noord-Brabant en zeeland dan verkrijgt, anderzijds, Rot- teraam door de nieuwe verbinding een verbeterde pènetratieweg tot in zijn Belgische achterland. gij dat alles komt dan dat, door het nieuwe verdrag, dat thans in wer king treedt, een reeds al te lang aan slepend wrijvingspunt uit de Neder- wordtBelgische betrekkingen gelicht Dank zij' de goede verstandhouding en bet onderling vertrouwen, die hierdoor worden versterkt, zullen ook de Bene luxhavens nauwer dan voordien kunnen samenwerken in de groeiende Europese eenheidsmarkt, welke haar invloed steeds ingrijpender laat gevoelen. Ik denk hierbij niet enkel aan het ge meenschappelijke Beneluxstandpunt te genover de Europese vervoerspolitiek verpiits wij als traditionele vrachtver voerders van Europa op dit gebied een eigen rol en een specifieke taak te ver vullen hebben. Ik wens vooral de nadruk te leggen >P het historische feit dat onze havlns ■n onze landen 'n het verleden tot bloei ujn gekomen dank zij de grootst moge- Ujke vrijheid in het ruimst mogelijk in ternationale handelsverkeer en dat hier door voor de Lage Landen de plicht en de roeping voortspruit om, in tegenstel ling tot andere traditioneel continentaal gerichte landen in de E.E.G., te streven fn a° open m°gelijke Euromarkt ke wereeideconomie°nderling a£hanke«i-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 7