Friese Marian: ik
voel me net een
vent in dat pak.
IJsland,
1000 jaar
democratie
ONZE PUZZEL
De „Althing" oudste
parlement van Europa
Haar baan
is:
wereldreken
maken
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 17 APRIL 1965
Nooit oorlog
Vrije staat
Lezen populair
(Van een onzer medewerkers)
REYKJAVIK IJsland, land van vorst en vuur, is een land van
tegenstellingen. Ondanks het feit, dat het een van Europa's meest
noordelijke eilanden is het ligt net beneden de poolcirkel, 215 mijl
ten zuidoosten van Groenland en 645 mijl ten westen van Noorwegen
heeft het een betrekkelijk gematigd klimaat. Dit is een gevolg van de
golfstroom, die langs zijn kusten vloeit. De gemiddelde temperatuur
in Reykjavik 's werelds noordelijkste hoofdstad is 30 graden
Fahrenheit in januari en 52 graden Fahrenheit in juli.
CVan een onzer verslaggevers)
Het eiland heeft honderden warmwa
terbronnen, die de centrale verwarming
leveren voor de gebouwen van Reykja
vik en voor de meer dan vijftigduizend
vierkante meter plantenkassen, waar ba
nanen, ananas, aardbeien, druiven en
exotische bloemen worden gekweekt.
De beroemdste bron, de Stori Geysir
grote geyser spuit met een straal
van meer dan zestig meter hoogte en
heeft zijn naam gegeven aan sooortgelij-
ke verschijnselen in andere delen van
de wereld.
In de winter worden de baaien en
fjorden van IJsland gevuld met het
poolijs. Eeuwige sneeuw en gletsjers be
dekken ongeveer 5400 vierkante mijl
van de hooglanden. En de tegenstelling:
er zijn meer dan honderd vulkanen,
waarvan vele nog actief de laatste
uitbarsting was in 1947) die lava en as
door de sneeuwkap heen spuiten, waar
bij zij soms enorme blokken ijs afsplij-
ten, die zich in het dal storten, alles op
hun weg meesleurend. De IJslanders
noemen dit de „jökuhlaup", de ontplof
fing van de eeuwige sneeuw.
Aangezien ongeveer viervijfde van het
land bestaat uit onbewoonbare hooglan
den, is de bevolkingsdichtheid van IJs
land de laagste van Europa lVa bewo
ner per vierkante kilometer. Op het
ogenblik is bijna zeventig procent van
de 180.000 IJslanders geconcentreerd in
de steden en dorpen (Reykjavik alleen
al heeft 75.000 inwoners); dertig procent
werkt in de landbouw, twintig procent
in de visserij (vis is veruit het belang
rijkste exportartikel van IJsland), dertig
procent in de industrie en handel en
negen procent in communicatie- en
transportbedrijven (het lucht- en weg
transport is zeer goed ontwikkeld op het
eiland, dat, aangezien er geen spoorwe
gen zijn, zo van het paard- en wagen
tijdperk is overgestapt in de eeuw van
de luchtvaart).
Dit moderne; democratische land, dat
die allen gescheiden van elkaar opereer
den zonder de steun van enig openbaar
gezag. Maar het duurde niet lang of de
behoefte aan een systeem van wetten en
rechtsbeginselen, die konden worden
toegepast op de hele bevolking, deed
zich gevoelen, vooral toen de koning van
Noorwegen probeerde zijn gezag te ves
tigen op het eiland.
Dit stelsel van wetten, dat werd opge
steld door 'Ulfjot, een lid van een voor
aanstaande familie, werd aangenomen in
930 in de vlakte van Thingvellir, onge
veer dertig mijl van Reykjavik. Hierin
werd de IJslandse Republiek uitgeroe
pen als een vrije en onafhankelijke
staat en ook voorzag het in de stichting
van een „parlement", de Althing, hetwelk
de oudste wetgevende vergadering van
Europa is.
Maar terwijl de bevolking van IJsland
druk bezig was met het leggen van een
grondslag voor haar staat, trokken ande
ren, trouw aan de traditie der vikings
erop uit om de zeeën te onderzoeken. In
986 werden er, onder leiding van Eric de
Roode, kolonieën gesticht in Groenland
en het was Erics zoon, Leifur Eriksson,
die het eerst Noord-Amerika ontdekte in
het jaar 1000. Hij noemde het Vinland
(Land van de Wijnstok), want, volgens
de sage, de druiven en de tarwe gtoei-
den er In het wild.
in de benijdenswaardige positie verkeert
nooit oorlog te hebben gevoerd met een
andere natie, waar het merendeel van de
bevolking sinds het eind van de negen
tiende eeuw kan lezen en schrijven (de
leerplicht werd ingevoerd in 1907) heeft
een duizendjarige traditie van vrijheid
en onafhankelijkheid. In feite dankt het
aan deze vrijheidsliefde zijn bestaan als
natie.
Vanaf 1874 hebben zich op het eiland
Noorse vikings gevestigd. Deze man
nen, plaatselijke stamhoofden en kleine
landeigenaren, hadden het vasteland
verlaten met hun gezinnen en hun vee
om te ontkomen aan de heerschappij
van Koning Harald de Blonde, die zijn
bewind over het gehele land wilde uit
breiden.
Ingolfur Anarson,, de eerste kolonist,
verliet Noorwegen na een twist Hij
nam de belangrijkste palen van het
hoofd vertrek van zijn landhuis met zich
mee en toen hij de kust van IJsland in
zicht kreeg wierp hij deze overboord,
zwerend, dat hij zich zou vestigen op de
plaats, waar zij zouden aanspoelen. De
plaats, die hij Reykjavik noemde (De
Golf van Stoom) want er waren war
me bronnen in de nabijheid is» tegen
woordig de hoofdstad van IJsland.
Andere kolonisten volgden spoedig
Ingolfur. Hun aantal was zo groot dat
binnen zestig jaar al 't bewoonbare land
bezet was volgens het Islendingabok
(Het Boek van de IJslanders), dat in de
twaalfde eeuw is geschreven door Ari
Porgilsson. Het Landnamabok (Bóek van
de Nederzetting), dat in dezelfde periode
is geschreven, geeft een uitvoerig beeld
van de verdeling van het land onder de
eerste kolonisten. Het bevat de namen
van vierhonderd landnamsmemi (leiders
van groepen immigranten), hun afstam
ming, hun plaats en herkomst en de re
den waarom zij hun vroegere woonplaats
verlieten. Volgens dit landnamabok wa
ren de meeste kolonisten Noren, maar er
was ook een aantal Zweden bij en man
nen van het „Westen van de Zee": de
Britse eilanden en Ierland.
D* inbezitneming van IJsland was der
halve een onderneming van individuelen,
Het dagelijks leven en de avonturen
van de IJslanders in de eerste eeuwen
van de kolonisatie zijn vastgelegd in de
sagen, die werden geschreven in de
twaalfde en dertiende eeuw, het gouden
tijdperk van de IJslandse literatuur, die
gerekend wordt tot het opmerkelijkste
werk uit het middeleeuwse Europa.
Zowel deze werken als de oude Noor
se poëzie en de historische kronieken
zijn een levende culturele erfenis vopr
elke IJslander. Ze hebben een belang
rijke rol gespeeld bij het intact houden
van hun taal sinds de dertiende eeuw.
Tegenwoordig kan elke IJslander deze
oude werken lezen in hun oorspronke
lijke taal, en eigenlijk doen zij dat met
meer gemak dan de gemiddelde Engels
man de taal van Shakespeare leest.
Deze literaire traditie zet zich voort
tot op de dag van vandaag, want IJs
land produceert meer boeken per hoofd
van de bevolking, dan welk ander land
en het heeft vele dichters en schrijvers
voortgebracht. Van hen is de meest ver
taalde wel de romanschrijver Halldor
Kiljan Laxness. die de Nobelprijs voor
de literatuur heeft gewonnen ln 1955.
Na 332 jaar van onafhankelijkheid,
waarin het land (in het jaar duizend)
overging tot het christendom, kwam er
een eind aan de republiek ln 1262, toen
de IJslanders onderdanen werden van de
koning van Noorwegen. In 1380 kwamen
Noorwegen en IJsland onder de heer
schappij van de Deense kroon en IJs
land verloor langzamerhand zijn on
afhankelijkheid totdat het in de negen
tiende eeuw slechts nog provinciale auto
nomie bezat.
Toen ontstond een constitutioneel ge
schil, doordat de IJslanders zeiden, dat
zij slechts trouw hadden gezworen aan
de Deense kroon en niet aan de Deense
regering. Onder leiding van de president
van de Althing, Jon Sigurosson (IJslands
nationale held), kreeg het eiland het be
heer over zijn eigen financiën in 1874.
Het kreeg zelfbestuur in 1904 en in 1918
werd het onafhankelijk, ofschoon nog
steeds met Denemarken verbonden on
der de Deense kroon.
Op 17 juni 1944 werd IJsland opnieuw
een Onafhankelijke republiek. Het werd
lid van de Verenigde Naties in 1946 en
trad toe tot de Unesco op 8 Juni 1964.
FOTO BOVEN:
Tegen de barre, onbewoonde
heuvels van IJslands Noordkust
tekent zich het vriendelijke vis
sersplaatsje Husavik af.
FOTO ONDER:
e Het noordelijke IJsland heeft
vele warmwaterbronnen, die het
mogelijk maken een economisch
systeem van centrale verwarming
toe te passen. Dank zij dit samen
gaan van natuur en techniek
kweekt men in kassen tomaten,
aardbeien, ananasen tropische
bloemen. (Foto's Iceland Tourist
Bureau).
HORIZONTAAL: 1 meisjesnaam, 4 deel
v. d. dag, 6 vertegenwoordiger, 10 als
onder (afk.), 11 vreemde munt (afk.),
12 deel v. d. bijbel (afk.), 14 Frans pers.
voornaamw., 15 pers. voornaamw., 17
schaakstuk, 19 wastobbe, 21 zangnoot,
22 boom, 24 jongensnaam, 25 vervoer
maatschappij (afk.), 26 jongensnaam, 27
in casu (afk.), 20 de lezer heil (Lat. afk.),
31 Frans voegwoord, 32 familielid, 33
overblijfsel, 35 deel v. h. hoofd, 37 rook
gerei, 38 zonnescherm, 40 groente, 42 deel
v. h. hoofd, 45 pijnlijk, moeilijk, 49 snel,
51 muziekteken, 52 twijgje, 56 en derge
lijke (afk.), 57 landbouwwerktuig, 58
voorzetsel, 60 Engelse ontkenning, 62
goedgeefs, 64 soortelijk gewicht (afk.),
65 het Romeins imperium (afk.), 67 kin
versiersel, 69 tandeloos zoogdier, 70
meisjesnaam, 72 vogel, 74 godsdienst
(afk.), 75 uitroep van pijn, 76 bergplaats,
77 fhinese maat, 78 naaml. vennootschap
(Duitse afk.), 80 inwendig orgaan, 81
speelgoed, 82 wöndvocht.
VERTICAAL: 1 behoeftigheid, 2 dieren
geluid, 3 sluiting, 4 soort vaas, 5 bedor
ven, 7 schelle kreet, 8 stofmaat, 9 ko
ningszetel, 11 groente, 13 linnen huisje,
16 dun, 18 pers. voornaamw. 20 bestaat.
21 lidwoord, 23 meisjesnaam, 28 wapen,
28 centraal station, 30 Engelse titel, 31
meisjesnaam, 32 soort onderwijs (afk.),
33 reeks, 34 ter plaatse (afk.), 35 in
houdsmaat (afk.), 36 inhoudsmaat (afk.),
37 voor, 39 liefkozing, 41 hoge berg, 43
herkauwer, 44 kleur, 45 familielid, 46
daarenboven, 47 soort papegaai, 48 laatst
leden (afk.), 49 bloem, 50 Engels voor
zetsel, 52 God zij lof (Lat. afk.), 54.Frans
pers. voornaamw., 55 glad, 57 insekten-
eter, 59 groente, 61 bouwland, 63 bol
gewas, 64 zangnoot, 66 voorzetsel, 68 titel
(afk.), 70 straat (Fr.), 71 afsluitpijn, 72
kostbare stof, 73 aanw. voornaamw. 75
als volgt (afk.), 79 Greenwichtijd (afk.).
OPLOSSING
HORIZONTAAL: 1 krab, 5 balk, 8
maandag, 9 is, 11 m.o., 12 paard, 14 aster,
15 naast, 17 ada, 18 das, 19 esp, 20 teken,
22 karei, 23 nijgen, 25 1.1. 27 re, 28 por
taal, 30 snor, 31 sion.
VERTICAAL: 1 klip, 2 a.m., 3 baarn,
4 ons, 5 barst, 6 a.g., 7 koor, 10 sandaal,
11 meester, 13 dadel, 14 assen, 16 aak,
20 tenor, 21 nijdas, 22 klos, 24 neen,
26 ptt, 28 po, 29 11.
SCHEVENINGEN Met pet op en uniform aan lijkt Marian Rodenburg
angstig veel op een politieagente in buitenmodel of een passagierende
marinepoes. „Zal ik effe" roept ze op de Scheveningse boulevard, „drie
minuten het verkeer tegenhouden. Er is toch geen hond, die het merkt".
Ze heeft de spottende ogen van een onvermoeibare practical-joker en als
het alleen aan haar lag, zou ze dan ook zeker op dit moment de rijweg
opstappen om de aansnorrende sportwagens met een koket handgebaar tot
stilstand dwingen.
Maar helaas, ook voor haar ligt er
een groot niemandsland tussen overmoe
dige droom en keiharde daad. Geen
feestneuzen dus voor Marian, geen hela-
hola hoekjes, serpentines en mirletons,
want dat kleurt niet bij haar zwaardoor-
pekelde status van officier bij de Engel
se koopvaardij. Het onthutsende hoedje,
waar ze zich acht maanden geleden on
der heeft laten vangen, ls er het spre
kende bewijs van: zelfs de leek be
grijpt, dat Je met zo'n pet op geen po
lonaise kan draaien.
Friese tandartsdochter Marian maakt
er overigens geen drama van. „In het be
gin" zegt ze, „schaamde ik me dood,
maar alles went Die uniformen worden
in Londen door een herenkleermaker in
elkaar gedraaid en dat is te merken
ook. Er zit geen greintje vrouwelijkheid
aan en als je het aan hebt, voel je je net
een vent".
Het onvermijdelijke gebeurt: er valt
weer een volwassen schaterlach van haar
lippen, die haar kritiek in een mild per
spectief dwingt: „Die eerste maanden",
zegt ze, „wilde lk dat hoedje ook wel
eens vergeten op te zetten, maar dat kun
je op een Engels schip niet doen. De ka
pitein van de „Canberra" is bezeten van
.rules" en één daarvan is, dat je als lid
van de bemanning alleen volledig uit
gemonsterd aan dek mag verschijnen.
Nou wist hij weer niet hoeveel smart
dat hoedje me bezorgde en als ik bloots
hoofds naar buiten stoof pakte Jiij zijn
verrekijker en probeerde hij vast te
stellen wie zijn Ijzeren wet overtrad. Van
de stuurman heb ik later gehoord, dat
hij op zulke momenten altijd schamper
riep: „Het is die Hollandse nieuwe, ze
kan er niks aan doen".
Marian Rodenburg heeft al twee we
reldreizen achter haar glimmende unl-
formknopen. Aan boord van P. en O.'s
trotse rlaggeschlp „Canberra" (dat een
tweelingzuster zou kunnen z(jn van de
Rotterdam" heeft ze de zorg over de Ne
derlandse passagiers, die ze wegwijs
maakt in de krakende doolhof van En
gelse tradities en ingeroeste gewoonten.
En passant neemt ze ook nog de loslo
pende Portugezen, Fransen en Italianen
op sleeptouw, want op de 45.000 tonner
is zj) de snlge, die vijf talen vloeiend
spreekt.
Elke middag staat ze op de brug
naast de kapitein om zijn binnensmonds
gemompelde zeeverhaal in continentale
volzinnen over te hozen. „Hier is de
brug", roept ze dan met stralende into
natie", „lei le pont". Ik weet het, vult ze
nu haastig aan, „die Franse vertaling
was knudde, maar ik had die eerste da-
gen geen "woordenboek tot mijn beschik
king en ik moest dus gokken. Je impro
viseert trouwens de hele dag, want op
zo'n schip gebeuren de vreemdste din
gen. Op de laatste reis "naar Australië
kreeg een Nederlandse passagier bij
voorbeeld een hartaanval. Engels sprak
hij niet en ik moest de dokter dus haar
fijn vertellen, wat er nou precies aan de
hand was en hoe hij zich voelde. Ik zat
ook elke ochtend aan zijn bed om te
controleren of de keuken zijn eitje niet
tot snot had gekookt, want de man mocht
zich nergens over opwinden.
Ondertussen hadden de Portugezen de
grootste moeite met de emigratieformu
lieren, want alle vragen waren in het
Engels gesteld en daar snapten ze niks
van. Toch moesten die dingen worden
ingevuld, want zonder papierwinkel kom
je Australië niet binnen. Ik heb er pre
cies een dag over gedaan om die zaak
rond te «krijgen".
Inmiddels is Marian Rodenburg alweer
op weg naar Australië, dat ze omschrijft
als „een kolossaal land, waar ik voor
geen geld ter wereld zou willen wonen".
Ze wil opk nog wel uitleggen waarom.
„In Australië is alles nieuw', zegt ze,
tweehonderd jaar terug was er nog niks.
Dat is natuurlijk een fascinerende ge
dachte, maar een Europeaan krijgt het
er benauwd van. Als je in Londen loopt,
heb je het gevoel, dat je erbij hoort. Die
stad buigt door onder de herinneringen
en als je je zinnen hebt gezet op een
gouden knoop met 't portret van George
de Tweede, dan kun je hem krijgen. In
de restaurants hangt een kosmopolitische
sfeer en 's avonds kun je een keus maken
uit tientallen meesterlijke theaters. De
Jaguars en Bentleys zie je bij honderden
tegelijk, alsof het fietsen zijn en als je
op de trappen van Piccadilly Circus
staat, heb je het gevoel: „dit is van mij,
dit is Europa". In Londen zou ik ook
best willen wonen, ik heb er al een jaa
op kamers gewoond om mijn Engels te
leren en elke keer, als ik terugkom, her
ken ik oude plekjes en ontdek ik nieu
we dingen. Ik ben indertijd naar Enge
land gegaan, omdat ik mijn droom vei
lig wilde stellen.
•Iedereen verwacht een hoop van de
toekomst en voor my was dat de wereld
zien, er op uittrekken, als ik rustig in
Leeuwarden was bleven zitten, had ik
nou waarschijnlijk in het kousenvak
van en warenhuis gestaan. Dat moet je
je eens voorstellen. Ik loop nu de ene
week tussen de rijstvelden door, en een
paar dagen later dwaal ik rond over een
rubberplantage. Ik heb olifanten gezien
en kangoeroes, ik kan ln de zon zitten
en met de meest interessante mensen
praten.
Dat heb ik altijd gewild, op school al,
maar mijn ouders vonden het alleen wat
gewaagd om me ver weg te sturen. Ik
wilde naar Den Haag, bij een ambassa
de werken, maar vader had zijn atlas
nagekeken, hoe ver dat wel van Leeu
warden lag en hij vond het maar een
bedenkelijke zaak. Toen heb ik de knoop
doorgehakt en ben ik meteen naar Lon
den gegaan. Dat is opeens heel wat an
ders. Daarna heb ik aan een Italiaanse
universiteit een cursus voor vreemdelin
gen gevolgd en en passant wat geld
verdiend bij een reisbureau. Ik heb ook
nog twee winters in een Frans hotel ge
werkt, want ik wilde allround zijn. Ik
beschouwde die jaren als voorspel, als
trainer voor later. Nu pluk ik er alleen
de vruchten van. Ik heb vorig jaar voor
de aardigheid gesolliciteerd op een ad
vertentie van P. en O., die vrouwelijke
pursers voor haar schepen vroeg, maar
ik had er geen ogenblik serieus aan ge
dacht, dat ze er op in zouden gaan. Nou,
vergeet het maar, want drie maanden
later dreef dit meisje al op de Atlanti
sche Oceaan en zat ze boordkranten in
het Nederlandse te maken. Het is een
heerlijk vak, want je ontmoet allerlei
nationaliteiten en hebt steeds het gevoel,
dat je je nuttig maakt Tussen de be
drijven door zie je dan ook nog de hal
ve wereld en loop je in landen, die j<
uit je kinderdromen herkent
In het begin moest ik wel wennes
aan de typisch Engelse sfeer aan hoor
maar dat is voor mij nu ook geen vö"
rassing meer. Op de tweede reis wist
al niet beter meer. Ik was alleen ver-
rast toen ik op een avond het blik V>D
de gevonden voorwerpen openmaakt*
Meestal zitten er wat armbanden in en
een paar horloges, maar deze keer <fte*
ven er drie valse gebitten in het wattf
rond. Ik ben me ongelukkig geschrok
ken, ofschoon ik het had kunnen weten-
We zaten toen net in de Golf van Bis-
caje en dan moet met zulke ontdekkin
gen ernstig rekening houden. Zo'n schip
kan nog zulke goede stabilitors hebben
maar in de Golf van Biscaje en iö
Australian Bight gaat hij wel degelijk
aan de rol. Dan ziet iedereen ineens piPs
en kan de kok uitslapen. Als je mil OP
zo'n moment zou vragen: „Wil j«
stukje kreeft met mayonaise", zou ik ook
meteen naar de railing lopen!'.